KERSTFEEST
in het Rome van heden
Mooiste beeld werd herinnering...
KERSTNUMMER VAN HET LEIDSCH DAGBLAD -
J, M, van WALS wQu/spEL
MADAME ANDROPULOS was uit haar humeur Men
had haar de avondbladen gebracht in haar hotel
kamer en ze had de Jonge Alextou. die behalve Grieks
en Fians ook nog een beetje Hollands kende, de recensies
hun optreden ln de hoofdstad laten vertalen. Het
zeer geroemd zelfs en de volksliederen, die zU gebracht had.
eveneens. Maar dat ene zinnetje, dat had haar een spelde-
prlk gegeven, zó venijnig diep! Ze had zich aan een critisch
onderzoek onderworpen voor de verweerde spiegel, zodra
Alexiou de kamer verlaten had Wat zouden ze onder elkaar
giechelen, de wichten, als hij het hun vertelde: „Madame
Andropulos viel uit de toon door haar moederlijk uiterlijk".
Met andere woorden: ze werd te dik, ze werd te oud, het
was afgelopen met haar jeugd.
Neen, Madame was allerminst te spreken over deze beoor
deling en als het aan haar had gelegen, had ze de boel
er bü neergegooid, maar natuurlijk ging dat niet. Men moest
nu eenmaal de tournee afmaken uit propaganda voor de
Griekse zaak en uit dankbaarheid voor de reeds geschonken
hulp aan de getroffen gebieden. De Ambassadeur zou van
avond komen, heel eervol, maar dat nam niet wee. dat
Madame Andropulos uit haar humeur bleef, ook omdat het
in dit vreselijke land alleen maar regende, sneeuwde en
mistte en ze maar niet warm kon worden, hoewel de ver
warming op hard stond.
Madame andropulos was de enige niet, die haar
goede luim kwijt was. De vrouw van dominee Caspa-
rius had Juist in haar geprikkeldheid de tuit van het
blauwe theepotje, waar ze zo aan gehecht was, tegen de
gootsteenrand kapot gestoten en nu was ze nog bozer op
haar man. Waarom wilde hu ook persé, dat ze vanavond
met hem mee zou gaan naar de schouwburg en nog wel naar
een dansgroep! De vooravond voor Kerstmis! Wat moest er
van zijn preek terecht komen, om van al haar eigen werk
nog maar te zwjjgen! En dat alleen omdat hij de actie voor
hulpverlening aan Griekenland geleld had samen met dr
Weeda. Hij moest toegeven, dat het slecht uitkwam, wat de
dag aanging, had hij gezegd, maar deze uitnodiging van de
ambassadeur kon hu toch niet naast zich neerleggen Weeda
en z'n vrouw gingen ook.
Maar mevrouw Casparius zou nog bozer worden. Want
toen haar man na het eten nog even naar de post ging,
kwam hij niet terug, maar kwam er toen zij al enige tijd
met haar mantel aan zich had zitten opwinden een
telefoontje van mevrouw Weeda, dat ze haar kwam halen
met een taxi. Ze moesten maar niet wachten op de beide
mannen: die kwamen op eigen gelegenheid. Waarom, dat
wist ze niet.
En zo kwam het, dat voor het voetlicht op de ere-ri) er
twee lege plaatsen waren, toen het doek opging en er naast
één van die plaatsen een mevrouw zat met een niet al te
vriendelijke trek op haar gezicht, want Mevrouw Casparius
was het niet zo gewend als de doktersvrouw, dat de regel
maat van haar leven in de war werd gestuurd.
En achter het voetlicht, nog in haar kleedkamer, zat
Madame Andropulos. die pas in het derde nummer hoefde
op te treden, eveneens met een verbeten «ezicht de laatste
hand te leggen aan een opmaak, waarvan zij wel wist dat
die de strijd tegen het moederlijke ln haar uiterlijk toch zou
moeten afleggen.
In de pauze werd alles ogenschijnlijk weer goed Madame
Andropulos had zich door het zingen al als bevrijd gevoeld
en toen het applaus enthousiast opgeklaterd was en het
Bruidslied zelfs gebisseerd werd, waren haar wrevelige ge
dachten tenminste voorlopig'verdwenen. En in de foyer
had de dokter in de kring van de gasten verteld, waarom
dominee Casparius en hu te laat waren binnen gekomen
om nog naar de voorste rij door te dringen Het oude
mevrouwtje Psomas was plotseling erger geworden, ..een
landgenote van Uwe Excellentie" Toevallig had hii de
dominee bij de brievenbus zien staan, toen hij daar langs
reed en omdat hij wist. dat het gezin Psomas geen onbeken
de voor de dominee was, had hu hem meegenomen.
de winch, dat hem ongeschikt had gemaakt om nog te varen.
Na zijn dood was de zaak in andere handen overgegaan,
maar één kamer had het oude mevrouwtje Psomas voor
zich gehouden De kinderen waren weggezwermd en over de
hele wereld verspreid en zij was te oud om terug te keren
naar haar zonnige geboorteland. En zo had ze maar zitten
wachten in de grauwe havenbuurt op de dag, dat ze weer
naar haar Psomas zou mogen gaan.
..Ze was wel heel erg eenzaam geworden", zei de dokter.
„Vrienden van haar generatie had ze niet meer en de men
sen van het kroegje zaten te springen om die ene kamer.
Dat voelde ze
TOEN de volgende dag de Kerstdrukte voorbij was van
's morgens hier preken en 's middags daar en 's avonds
het feest vieren in de huiselijke kring, trok dominee
Casparius zun jas aan en zei dat hij nog even ging kuken
naar dat oude Mevrouwtje Psomas.
„Als je een ogenblik wacht, ga lk met Je mee", zei zijn
vrouw, die de kinderen in bed had gelegd.
De dominee verborg zijn verwondering en samen gingen
zu even later de klamme kou in van een mistige Kerstavond.
Ze spraken niet Dat hoefde ook niet. Het was goed zo
samen door de kille nachtlucht te lopen met hetzelfde doel.
Het gaf een vreemd warm gevoel en ze moesten hun best
doen ook werkeluk aan dat doel te denken In de smalle
straat gekomen, troffen ze de bekende doktersauto aan met
de rcchterwielen op de verzakte stoep De deur van het
woonhuis, naast de matglazen café-ingang, stond aan.
Ds Casparius stak z'n hand uit naar de knop, maar plot
seling greep zijn vrouw hem bu de arm: „Neen, neen," zei
ze, „ik durf niet! Als ze eensMaar haar man had de
deur al opengeduwd en wat ze toen zag, deed haar de rest
van de woorden inslikken.
Het gordijn, dat het kroegje van het kleine voorportaal
scheidde, was weggeschoven, zodat het schelle licht uit het
rokerige zaaltje het onderste gedeelte van de steile trap
bescheen en op die trap zaten en stonden mannen en vrou
wen. kennelijk, gasten uit het café, want dat was leeg. Ze
hingen tegen de leuning of zaten ineen gedoken op een tree,
de armen om de knieën. En ln hun onbeweeglijkheid had
den ze iets zo onwezenlijks, dat de beide nieuwgekomenen
onwillekeurig een stap terug deden. Maar één van de vrou
wen wenkte hen naar binnen, terwijl ze de vinger op de
lippen legde, en op datzelfde ogenblik klonk daar plotseling
van boven een stem, zo lieflijk, zo warm-gcvoellg, zo melo
dieus, dat de belde bezoekers roerloos onder aan de trap
bleven luisteren. Vreemde klanken, een wonderlUke, haast
Oosterse melodie, maar zoet-vloeiend en in een volkomen
contrast met de verveloze, kale omgeving Een lied, dat deze
zonderlinge opeenhoping van mensen geheel ln zjjn ban
hield.
Toen de stem zweeg, schoven de mensen wat op zij en
voorzichtig baanden dominee Casparius en zUn vrouw zich
een weg r.aar boven
Een deur op het portaal stond open. De kamer daarachter
werd voor een deel ingenomen door een tweepersoonsbed,
waarin een kleine grijze vrouw onrustig met het hoofd over
het kussen schoof Ze was niet alleen Dr Weeda stond
naast het bed met een verpleegster, terwijl zijn vrouw aan
de tafel zat met het hoofd gesteund op de handen Maar
bij het voeteneind stond nog Iemand „Ik had haar stem
direct herkend", zei mevrouw Caspanus later. .,Ik wist. dat
het Madame Andropulos moest zijn!"
DE oude vrouw begon nu voor zich heen te mompelen
Ze vroeg lets ln een vreemde taal. Steeds weer vroeg
ze het met de zelfde woorden en haar handen zochten
in de ruimte met tastende gebaren naar iets, dat ze niet
konden vinden Dan probeerde ze te zingen met haar ver
sleten. gebarsten stem.
Toen nam Madame Andropulos die arme afgewerkte
handen ln de hare en terwijl zU ze vast bleef houden, begon
zé zelf weer te zingen, zacht, maar doordringend ,.'t Bruids
lied!" herkenden ze alle vier. het lied, dat ze de avond te
voren nog gebisseerd hadden.
Het oude mevrouwtje Psomas werd kalmer Er kwam een
vage glimlach op haar vervallen en gerimpelde gezichtje en
tevreden sloot ze de ogen. terwijl de klanken haar naar een
jonge Psomas terugvoerden, een jonge Psomas. die op haar
wachtte, nu, in zijn ouderdom in een land, dat niet zo ver
meer weg was
Toen de laatste tonen verklonken waren, bleef mevrtuw
Psomas stil liggen, de ogen gesloten, haar handen nog steeds
in die van Madame Andropulos. Haar ademhaling was
gelijkmatig geworden en diep.
„Ze slaapt", zei de zuster en beduidde Madame Andro-
Sulos, dat ze haar los kon laten, maar die schudde het
oofd. „Als u het goed vindt, blijf ik," fluisterde ze tot de
dokter Laten de anderen weggaan"
Dr Weeda knikte. „Ik kom misschien al heel gauw." zei
hij tot zijn vrouw.
Het leek aarde-donker. toen ze met z'n drieën weer op
het portaal stonden en de deur achter hen gesloten werd,
maar toen hun ogen gewend waren, ontdekten zij dezelfde
gestalten nog op de steile trap büeengeklit
„Is ze dood?" vroeg een vrouw, die bovenaan zat
Er kwam beweging onder de luisterenden. Voorzichtig
drong men naar boven.
„Ze slaapt," zei de dominee.
„Ze slaapt," herhaalde een stem uit de donkere diepte.
„Wo'dt ze nou weer beter?" vroeg een andere stem.
„Miin man denkt, dat het niet lang meer zal duren", het
was do doktersvrouw, die antwoordde, „maar ze ls nu rustig".
„Dat komt van dat Kerstlied", zei de laatste stem weer.
De vrouw bovenaan de trap sloeg een kruis.
„Ze heeft de vrede gevonden. weer een andere stem.
„Vrede., ach God..
Er viel een stilte Toen zei iemand: „Laten we gaan.
Dan kunnen die lui d'r ook uit."
Voorzichtig tastend daalde men de kracende trap af en
verdween de een na de ander achter het gordijn Alleen da
kasteleinse was onder aan blijven staan. „Als u misschien
wilt wachten", ze trok de pluche lap op zy, „je kunt nooit
weten
In de hel verlichte ruimte, die kwistig versierd was met
dennengroen en rode slingers, zaten de gasten nu onwennig
bij elkaar.
„Ga jij maar", zei de doktersvrouw, „Je" kunt Inderdaad
nooit weten
Néén. Tante Sijtje. Ik breng de vrouw van de dominee
naar huls Haar kinderen liggen alleen.
HET was werkelijk niet eens zo heel erg laat, die avond,
toen de dokter zijn vrouw kwam ophalen
„Hier is je man ook weer terug" zei hij tegen de
domineesvrouw „Het is vanavond wel een beelie anders
gelopen, dan we gedacht hadoon hè? Wat een geluk, dat
lk die Andropulos dadelijk meekreeg en dat die man van
Jou nog kwam
„En dat Jil met me mee kwam", zei de dominee, toen de
deur dicht viel.
Zijn vrouw schudde haar hoofd. „Stil." zei ze. „Niets
zeegen Ik moet 't allemaal nog verwerken Hoorde Je,
dat ze dachten dat het een Kerstlied was?"
„Maar voor hen was h*t een Kerstlied! 't Was in een
mengeling van verwondering en eerbied, dat de dominee
deze woorden uitsprak „Voor sommigen daar In het donker
op die trap was het misschien meer was het de engelen
zang de blijde boodschap. Hii zweeg even „God gebruikt
niet altijd de traditionele weg om er zun boodschap langs
door te geven".
En de onbewuste brengster van de boodschap zat weer in
haar slecht verwarmde hotelkamer Ze zag er nu de kaal
heid niet van. noch voelde ze de kilte Z» zac alleen nog
maar steeds dat kleine oude vrouwtje met die angstige,
nlets-zlende ogen. dat als een kind bescherming bu haar
gez.ocht had en dat tot rust was gekomen door haar stem.
En ze voelde weer die magere verkromde handen, die ze
ln de hare genomen had en die eerst zo koortsig hadden
aangevoeld, maar toen, tot haar ontzetting, steeds kouder
waren geworden.
,u moet niet bang zijn", had de dokter tegen haar gezegd,
toen hii die handen uit de hare losmaakte „Zie eens naar
de vrede, die u haar hebt mogen geven En ze had do
vrede gezien op het wasbleke, vorrimpelde gezichtje. ZU,
zij had vrede gegeven aan een ziel in nood. ZU, die zeil zo
ln onvrede was
Ze zag het alles terug en vouwde haar handen
Op de t-ap dachten ze. dat ze een Kerstlied gezongen had.
had de dominee eezezd. Als ze haar vanmiddag verteld
zouden hebben, dat zll een Kerstlied zou zingen zou ze
spottend gelachen hebben. Dat deed Madame Andropulos
nu niet Ze deed niets en ze zei ook niets, want ze was maar
alleen Alle anderen van haar troep waren nu ln de stad
aan het feestvieren. Maar door haar gedachten ging net zo
iets, als wat de domineesvrouw uitgesproken had: ik moet
dit eerst allemaal verwerken
En toen ze heel lang zo gezeten had boog ze haar hoofd
over haar gevouwen handen heen en zei heel zacht: „God,
ik dank u...."
Mevrouw Casparius had haar wenkbrauwen opgetrokken
Wat wist zij van al de gezinnen, die tot die wonderlijke ge
meente van haar man behoorden: zeelieden in de haven
en gewezen zeelieden aan de wal, hun vrouwen en kinderen,
lied»n van allerhande nationaliteiten Ze had immer' de
handen vol aan haar eigen drukke gezin. Dat was een
redelijk excuus, maar toch voelde ze een vreemde jaloers
heid. dat de vtouw van de dokter het mevrouwtje Psomas
wél bleek tc kennen en zich onmiddelluk in het gesprek kon
n.engcn. Ze hoorde, dat de oude Psomas vorig jaar Restor-
ven was. Hij had een cafeetje gedreven na het ongeluk met
Een melodie
kwam
uit de
hemel
ER ZIJN NOG enkele oude gebruiken
over, doch ook daaraan wordt vrll-
wel alleen de hand gehouden in
de kringen der handwerkers nets an
ders dan arbeiders" en onder de oude
Romeinse adel: dat zijn trouwens de
tv.ee groepen der bevolking, die het
meest recht hebben op de naam ..Ro
mein'
In de huizen, waar kinderen zijn,
wordt de kribbe opgesteld ln enkele
gevallen nog met mooie oude figuurtjes,
herders, schapen, muzikanten cn dor
pelingen. soms ware kunstwerken en
in dat geval het werk van Napolitaanse
beeldsnijders uit de 18de eeuw
In het hartje der binnenstad wordt
elk jaar nog een grote Kerstmarkt ge
houden. waar behalve speelgoed, nougnt
enz ook beeldjes voor de kribbe
worden verkocht maar dat zun dan
meestal afschuwelijke masva-product-n
Die markt op Rome's oude feestplein,
de Piazza Navona. wordt trouwens
ceist druk bezocht na Nieuwjaar en ln
do nacht voor Driekoningen kan men
daar deelnemen aan een uiterst luid
ruchtig. maar folkloristisch hoogst In
tel ess? nt en nog steeds springlevend
volksfeest, de „Bcfana", een feest, waar
van de oorsprong moet worden gezicht
in de magische gebruiken der Itali
sche volkeren, die het Tiberdnl bewoon
den nog voor Rome werd gesticht.
Tn DE KERSTNACHT heeft Rome
1 natuurlijk verder zijn nachtmissen.
BU die missen wordt het doek wegge
nomen. dat reeds weken tevoren een
deel van de kerk. meestal een kapel,
heeft afgesloten en dan wordt de kribbe
zichtbaar, die de geestelijken hebben
opgesteld, vaak met fraaie levensgrote
beelden in hout of terracotta In de
vrek tussen Kerstmis en Nieuw jaar wil
het gebruik dat men elke middag met
de kinderen gaat wandelen om zoveel
mogplijk „presepi" tc zien. In de kerken
die bekend staan om hun mooie krib
ben schuifelen lange riien bezoekers
voetje voor voette aan deze diorama's
voorbij Het meest vermaard blijft de
„piescpio van de kerk Aracoeil. hoog
op de Capitolijnse heuvel gelegen v aar
de Franclskaner broeders een werkelijk
kunstzinnig effect weten te bereiken met
de rijke, oude kribbe waarin de ver
maarde. wonderdoende „Bambino" van
Aracoeli rust Midden in de kerk tegen
over de kribbe, is een soort toneeltje
(Van onze Romeinse correspondent)
an de bijzondere, bijna gewijde sfeer, die in Nederlandse cn Duitse
V steden pleegt tc hangen tijdens de Kerstdagen, een sfeer, die alle
straten, alle luiizcn. vervult, valt in Rome weinig tc bespeuren.
Toch hebben in vroeger tijden allerlei typisch Romeinse Kerstgebruiken
bestaan en voor wie er beslist naar zoekt zijn de sporen daarvan nog
wet te vinden. Maar een stad. wier bevolking zo ontzagwekkend snel
aangroeit cn uit zo veelvormige bestanddelen is soamgcsteld het
is een uitzondering een ..Romein" te ontmoeten, wiens beide ouders ook
tc Rome geboren werden) is nauwelijks de plaats om oude tradities te
bestendigen. De enige feesten, die in Rome nog werkelijk leven,
zijn buurtfeesten, die gevierd worden in de volkswijken van de binnenstad,
vooral in Trastevere. De grote algemeen erkende feestenwaaraan de ge
hele bevolking deel zou moeten nemen, zijn dood. Carnaval gaat voorbij
zonder dat men er iets van bemerkt en voor wie geen kerken bezoekt, is
het met Kerstmis nauwelijks beter gesteld.
gebouwd, waar twee weken lang, Ro-
mpinse kinderen tussen 5 en 15 Jaar
versies komen opzeggen of vermanende
preckjcs houden ter ere van het Chris
tuskind.
DIT ALLES speelt zl<ih af ln de ker
ken. Buiten de kerk. op stiaat en
in huis, is Kerstmis ln hoofdzaak
een feest van overdadig eten cn drin
ken. Dc echte Romein geeft echter aan
die maaltuden een godsdienstige bete
kenis.
Hu eet op Pasen eieren met worst en
gebruikt op Kerstavond ten uitvoerig
maal, waar in ieder geval dikke paling
a.«n tc pas mopt konven Een even vei-
dienstPlnk wei'.; is het op eerste Kerst
dag „agnolotti" te eten leen soort
zakjes van hetzelfde deeg. waaruit ma
caroni wordt gemaakt, gevuld niet
vleespastei cn kiuideni en daarna ver
scheiden vleesschotels, waarbij kalkoen
of enig wild gevogelte niet ontbreken
mag. Dat maal moet eindigen met
mandarijntjes, sinaasappelen, noten en
nougat Deze uitbundige famlllefestynen
londom een goedvoorzlene tafel zUn mo-
geluk door de prettige Italiaanse ge
woonte te bepalen, dat een Jaar dertien
igelukscUfcr in dit landi maanden
heeft de dertiende maand is heel kort.
Ze begint op 18 December, de dag.
waarop iedere ambtenaar cn in het al
gemeen leder, die een salaris geniet,
een maand salaris ontvangt, dat niet
meetelt.
In de laatste jaren komt de on-
Itali.ianse gewoonte om elkaar op
Kerstdag cadeautjes te geven, op (de
geilkte dag daarvoor is te Komt liet
feest van Driekoningen! en sommige
winkels richten dus met een Kerst
boom en wat takjes hul«t een kerst-
étalage in. Maar de enigen, die wer
kelijk veel werk maken van liet uil
slallen hunner waren In dc Kerst-
tüd. rijn de poeliers, de handelaars In
kaas. worst enz. en de frultverkopers.
FeoMeliJk zijn de winkels voor etens
waren. vooral In de volksbuurten.
Triomfbogen van Parmezaanse kaas.
paleizen en antieke ruinen uit hoter.
reuzel, chocolade en suiker, trofeeen
van sinaasappelen, noten, mandarii-
nen en bananen geven aan de stad in
de Iwee feestweken. waarmee het jaar
besluit en het nieuwe jaar begint,
een noot van stoffelijke welstand.
Zeker. In de Kersttijd zal men overal
ter wereld rUke uitstallingen van levens
middelen vinden. Maar dc wijze waarop
de koopwaar, vooral het fruit, wordt
tentoongesteld, herinnert er ons aan.
dat wil ons hier te midden van een zeer
kunstzinnig volk bevinden. Daarbij moet
dan nog worden toegegeven, dat geen
enkele Romeinse spekslager of groente
boer in dit opzicht kan wedUveren met
de Napolltaner. die de meest simpele
waar weet uit te stallen met de smaak,
waarmee bil ons ln dure bloemenwin
kels de winterse kasrozen of orchideeën
worden t« pronk gesteld.
HEEL ZELDEN hoort men ln de
dagen voor Kerstmis nog een doe
delzakspeler en als gU er een ont
moet. wacht u vaak een bittere teleur
stelling Zun landelijk instiument is
niet meer volgens een model, dat ruim
twintig eeuwen oud is. gemaakt uit
geltenvel. maar uit een oude automo
bielband! Kan een niet meer gevoelde
folklore tot een nog lager peil zinken?
Twintig, dertig jaar geleden kwamen
zij nog bij tientallen naar de stad, de
schilderachtige „zampognari" uit de
Abruzzen en in het pauselijk Rome van
voor 1870 kwamen zij bij duizenden.
Iedere familie en in de eerste plaats wie
vieesde voor „liberaal" te worden aan
gezien. placht toen een „novena te
laten spelen, hetgeen zeggen wil, dat in
de week voor Kerstmis iedere dag de
muzikanten het huis binnenkwamen en
hun vrome pastorales speelden voor het
Kindje tn de kribbe. De doedelzakspeler
en de jongen met de herdersfluit, die
zijn metgezel is bU de winterse reis
naar de grote stad. waren en zijn soms
nu nog bezienswaardigheden op zich
zelf. Gehuld ln hun zware schapen
vachten. de wol naar bulten gekeerd,
een puntige hoed met kleurige linten
op het hoold, de benen ln windsels ge
wikkeld en de voeten bekleed met een
eigenaardig uit de voor-Romeinse tijd
stammend schoeisel, de „cloecie". san
dalen uit geitenleer, die met koorden
uit geitendarmen aan de enkels zijn
vastc-nnakt. werden deze herders voor
de stedeling tot de verpersoonltlklng van
het begrin Kerstmis Zii zltn tlldloos
hun kleding, ln de bergdorpen van de
Abruzzen nog steeds bewaard is thans
dezelfde als honderd jaar geleden of
tweehonderd en misschien waren ook
hun voorouders tweeduizend Jaar her
niet veel anders" gekleed.
BEHALVE ln de hulzen, waar zij
recht hadden op een kleine belo
ning speelden zij uit pure devotie
ook op de hoeken der straten voor de
simpele Maria-beeldjes Na eerst te zijn
neergeknield en een kruis te hebben
geslagen, neemt de herdersknaap zijn
fluit en, iets verlegen, brengt hij die
met neergeslagen ogen aan de lippen,
Maar nauwelijks klinken de eerste to
nen, of. gevangen in de magie der zelf
verwekte muziek, vergeet hij dat er
mensen, stads dames en heren, om hem
heen staan, en als ware hij temidden
tan zUn geiten, ginds op de zonnige hel
lingen van de Abruzzen. blaast hU nu
met vuur en overgave ln de kleine pijp.
En dan valt de oudere begeleider ln: de
doedelzak steunt het fluitspel of geeft
een huppelende tegenmelodie als de
clown ln het circus die de nobele geba
ren van de tragische acteur parodieert.
Maar dan wordt het tedere gevoel voor
de UeflUk glimlachende Madonna of het
rozige Borellngske ook hem te sterk en
aandoenlUk vroom klinken nu de belde
Instrumenten, de gonzende doedelzak
en de juichende schalmei naast elkander
op en dat geheel is zo schoon, dat het
een groot kunstenaar heeft geïnspireerd
tot de mooiste Kerstmuzlek van alle tlj-
den: de pastorale, waarmee Hfindel ln
de Messiah" de geboorte van de Hei
land verwelkomt. Plots zwUgt nu de
doedelzak en het is alsof er een diepe
stilte valt. maar in die stilte klinkt op
nieuw helder en zuiver de fluit.
De ogen Tan de jonge herder stra
len nu. vervuld met een waarachtige
vreugde, ziet hü op naar de Bambino,
het wondere Kindeke; de tonen wor
den feestelijk, trlumferend: de ganse
ziel van het simpele bergvolk klinkt
in die vrome, blijde muziek en de
jongen speelt voort en voort, als ware
h|| rans alleen onder de sterbezaalde
nachthemel van zUn bergen. Helaas,
dit mooiste beeld van een Romeinse
Kerstmis past niet meer bij de mo
derne wereldstad met haar allesrer-
nlelend lawaai van auto's en motor-
coolers. Het schijnt ook niet meer to
passen bU de ziel van de hedendaagse
WU dragen het nog ln ons rond als
een dierbare herinnering, wel wetend
dat het ieder Jaar minder waarschijn
lijk wordt, dat wt) nog eens een paar
echte, vrome „zampognari" op straat
zullen horen spelen. Niet gesteld op de
herdersmuziek uit blik. die men bU
sommige „gemotoriseerde Kerstkribben"
met bewegende herders, draaiende mo
lentjes en heuse spoortrelntjes. kan
horen, lokt het ons ln de Kersttijd vaak
naar het Zuiden, naar Napels, naar de
Abruzzen. of zo mogelijk heel naar Si
cilië. waar de oude vrome gebruiken ten
volle ln ere zijn.
Heb ik de verknochtheid van Rome,
mijn eigen geliefde Rome. aan oude ge
bruiken onderschat? Daar plotseling
zingt onder mijn raam een lieve stem.
de stem van een volkskind uit Trastevere
zo moeten de kindvrouwtjes hebben
gezongen, die Rafaël tot modellen koos
voor zijn Madonna's het mooiste
Italiaanse Kerstlied, een melodie die
recht uit de hemel op ons nederdaalt en
woorden stamelend 'teder zoals zij be
horen bil het broze wichtje ln Bcthle-
hems kribbe:
Dormi. dormi. o bel Bambino
Re divin.
Dormi. dormi. o fantolin
Fa la nanna o caro figlio
Re del Cicl.
Tanlo bel
Grazioso giglio.
Siisa. sitsa lieve kleine
Godlijk Koning.
Susa. susa. knaapje mijne
Wil nu slapen, lief kindje
's Hemels kroon
O zo schoon
Lelie zo reine