B ruid wacht in Europa" la iwre Een Zoeklicht. Alleen „Klein Duimpje" was de ware. Marianne vergeet niets! G'- M lste Jaargang No. 52 Donderdag 24 December 1953 J - 4 J „Are dc Triomphc" Hier volgt iets over het leven van een mens die geboren werd toen zijn vaderland stierf. Hoè belangrijk zijn de eerste levensjaren Toen Laetitia Ramolino haar vierde kind ter wereld bracht, dat de naam Napoleon ontving, was Corsica reeds een prooi der Fransen. Twaalf kinderen zou Laetitia aan Charles Marie Bonaparte schenken - acht zouden, door de kinderziekten heen, volwassen worden en van deze acht was Napoleon „Klein Duimpje". Pas in de 20ste eeuw is, met behulp van de psychologie, de diepe zin van het sprookje onthuld en met verbazing hebben enkelen er kennis van genomen. Eens heeft „Klein Duimpje" zijn broers gered, en de reus overwonnen In het kleine ventje leefde een grote geest, zodat hij de leidsman kon worden der anderen. Napoleon Bonaparte, een dwerg bijna, het kind van een verarmde Corsicaanse edelman die zijn vaderland verloren had, zou eens, als Keizer der Fransen, kronen uitdelen aan zijn familieleden en dezezouden er niet eens erg dankbaar voor zijn. Voor een Corsicaan v/as het ook zo vanzelfsprekend dat de ene broer de andere in het zadel hielp. de flauw verlichte stal bin nentraden, om zich neer te bui tten over het Kind in het stro van een kribbe, is een bonte, onafzienbare schare naar Beth lehem gegaan. Zü maakten in tegenstel ling met de herders die verre reis in de geest: gezeten in een kerkbank: geknield in een ge vangeniscel: met kinderogen, weerkaatsend het blanke kaar- senlicht van de versierde boom: zingend in een koor van vele stemmen: zwijgend een schil derij of een plaat van Christus' geboorte beschouwend: geboeid door een kerstspel, waar en hoe dan ook zij gingen, zij kwa men geruisloos tot bij het Kind, zij knielden en voelden zich ein delijk thuis. DZ KALE STAL is voor tal lozen een veilig onderdak geworden. Vanwege het Kind. Het feest van de stille, heilige nacht legde, als een vreemd, onwennig wonder, maar tegelijk als een vertrouwd gebeuren, be slag op gedachten en zinnen en hield de stuurloze krachten van het lichaam in bedwang. De gehele mens werd stil gelegd, in een weldadige, lang begeerde rust en tevens geactiveerd tot nieuwe, onvermoede daden. Kerstnacht is het uur van de aarde, van de mensen, het ge schenk van God. een teken van Zijn naderend Rijk. Hier gaat de deur open niet van een stal. maar van een blijvend te huis, de herberg van de Mes siaanse toekomst, ruim en wud en licht, voor een ontelbare schare gasten, uit alle volken, uit alle eeuwen. Woord van Bezinning WEES gast op dit feest. En blijf hier gast. Het kenmerkende van deze toestand is: bescheiden heid. dankbare rust. onkwets bare vreugde. Een gast. een logé. moet toch in de eerste plaats weten: „Ik ben inderdaad welkom De be groeting is geen sierlijke frase, geen dode formule De gast moet zichzelf kunnen zijn. zonder lichamelijk of geestelijk een geforceerde, ongemakkelijke „houding" te moeten aannemen. IN DE STAL van het Kind mogen allen, van her en der gekomen, binnentreden, zoals zy zijn: het stof van de wegen en akkers, rondom Bethlehein, a3n de voeten, het slijk van de straatwegen vanuit Rome. Am sterdam Moskou. Kaapstad. Hollandia. kruisend en kronke lend over de gehele wereld, aan de kleren; de vermoeidheid van mtllioenen in de ogen: de zor gen. angsten, verlangens en vreugden van alle zwervers en gezeten burgers in het hart. Hier worden wij ontvangen! Eindelijk verademing, verkwik king. „op ons gemak gesteld", vrede en gefundeerde moed. UB I» h tBENT welkom. I Ieder mag gast zijn. Van het Kind. De „koningen" uit landen, ver achter de horizont, herders uit de naaste omgeving, schriftge leerden van Jeruzalem, soldaten van de Romeinse legioenen, zelfs koning Herodes en keizer Augustus Maar ook uit later eeuwen: christenen en heidenen uit Azië en Europa, martelaren en ministers, avonturiers en handwerkers, technici en gees telijken. heiligen en misdadi gers. dichters en onmondige kinderen, niemand uitgezon derd. Wie ik ben, hoe ik heet ik mag gast zijn. Kerstgast. Chris- tusgast. In een stal. Met mijn ge dachten, met mijn gelouterde verlangen, met mijn stugge ge loof. Wat mij betreft, ik ga. Ik moet gaan. Niets en niemand, zelfs mijn lichaam, myn goede en mislukte voornemens, kun nen my tegenhouden. Ik ben één en al beweging en hunkering geworden, onweer staanbaar getrokken naar die flauw verlichte stal, waar ieder een mag binnengaan Ook uw en mijn naam worden genoemd „Kom binnen, wees welkom Je blijft gast. Wil dat zijn. Leef deze kerstnacht en voortaan op kosten van het Kind. dat in alle schamelheid en met een onnoemelijke, ver borgen rijkdom gekomen is." Zie, het Kind lacht ons toe: „Goed, dat je gekomen bent: jullie, mensen van nu en van vroeger en van later en van overal, zijn mijn Kerstgasten." P. L. SCHOONHEIM, Hoge Rijndijk 14a. Predikant voor het Bijzonder kerkewerk van de Hervormde Gemeente te Leiden. NAPOLEON! Ieder van ons ziet hem in zijn glorie! Weinigen ken nen zijn jeugd. Zij. die zich ernstig hebben bezig gehouden met het bestuderen van zijn leven, voelen hoe ze ook tegenover zijn ideeën staan, een diep ontzag Zij vragen zich ernstig af: „is dit leven nu een prestatie van een mens alleen, ofis zijn weg voorbereid'" Velen hebben, onder de indruk van zijn optreden, een midden weg gekozen. Deze mensen van het Juste milieu" dus, staan op het standpunt dat hij zyn eigen weg heeft ge forceerd, doch dat de omstandigheden mét hem waren „Ware hij", zo zeggen zij. 25 jaar eerder geboren, dan zou hu een Corsicaanse vrijheidsheld geworden zijn. en niemand van ons zou zijn naam nog kennen. Maar als dan de groten in sterke mate door de omstandigheden worden gevormd, waarom de kleinen dan niet? Dan de kleinen juist méér. dunkt ons. En zo wordt het ons allen wel duidelijk dat de ganse geschiedenis der mensheid één groot spel is van ooi-zaak en gevolg. EEN klein, arm mensenkind heeft de Franse revolutie bedwongen, en is in eerste instantie een zegen voor de wereld geweest. Zyn machtszon scheen over een spontaan, intelligent, eerzuchtig volk. dat zich koesteide in haar stralen, totdat deze rood als bloed, in het Westen onderging Achter de barre rotsen van St. Helena zonk de bloedrode schijf in zee. Doch het water reinigt en de mensen vergeten zo ontzettend gauw het leed. Te gauw! Frankrijk heeft al spoedig de dode Napoleon opgeëist, omdat hij weer levend was geworden in het Franse hart. Op een gouden schild hebben ze zijn lijk van de „Are de Triomphe" naar de Dóme des Invalides gebracht 7.ijn nog levende veteranen gingen achter hem, met tranen in hun baard, op krukken, sommigen. DE eenzame van St Helena rust nu te midden van het Franse volk. dat hij zo zeer heeft liefgehad Als ge in Parijs komt. moet ge toch eens naar hem toegaan. Een mensenkind, eens zo arm dat hij zijn broers slechts voort kon helpen ten koste van zijn maaltijden en zijn nachtrust, ligt nu als een moderne Pharao in zijn konings graf. Toen hij in Egypte was en vóór de slag zei „Soldaten, bedenkt dat 40 eeuwen op U nederzien". heeft hij niet kunnen dromen, dat hij als een Pharao begraven zou worden Of tóch' Toen hu naar Indië wilde als eens Alexander de G-ote. heeft h(j niet kunnen dromen dat hij een groter veldheer zou worden dan deze Of tóch? Toen hij over de Alpen trok, als eens Hannibal, heeft hij niet durven denken dat hij groter zou worden dan Hanninal en Scipio tezamen Of heeft hij werkelijk in giote trekken zijn leven voorvoeld? Hij was méér dan een veldheer, véél meer! Hij was ook wetgever. en in zekere zin „profeet" Heeft hu zichzelf niet"vergeleken met Mozes die het uitverkoren volk wetten had gegeven en geleid had naar het beloofde land? Fén ding vergat hij. de kleine: „Mozes voelde zich han delen in opdracht. Mozes had bij het brandende braam bos gestaan en hij was zijn éigen god! Hij was de bermens; die de fortuin beschouwde als een vrouw die bemind, doch vooral „veroverd" wil worden. Frankrijk is ook een vrouw, die ééns geschitterd heeft toen Napoleon haar bruidegom was. Wel was hij hard voor haar zonen later, doch hij had haar zo lief: hij kón haar immers niet missen. EN nu heeft Foster Dulles Marianne in 't gezicht ge slagen. ander halve eeuw later Haar die eens de bruid van Napoleon is geweest! Al zal zij uit onmacht tijdelijk zwichten, nooit zal ze nu meer de bruid Eisenhower kunnen worden. Zij is geen ongestraft 'aat slaan Napoleon leeft nog Napoleon weet. dat Marianne slechts gelukkig kan ziin als Koningin, of Keizerin Zij zelf weet het nog niet Er is een groot een schoon en "'-«a avontuur in haar leven geweest, waardoor ze nog altijd onevenwichtig en onrustig ls: de Franse revolutie VLAK vóór de presidentsverkiezingen is het „échte" dodenmasker van Napoleon teruggevonden Eer. be kend politiedeskundige heeft de anthenticit. it be vestigd Madeleine Noverraz had het op dc lommelzoldei 1 Zij is onderwijzeres in Villeneuve en stamt af van de stalknecht Jean Novertaz. die het op St. Helena tot kamerdienaai van de Keizer had aebracht. Een van de velen die Napoleon „heeft aangeraakt'" Nooit is er vóór hem noch na hem iemand geweest, die zó het soldatenhart «1st te treffen ,Ik hen tevreden over U Gij zult in de toekomst slechts te zeggen hebben: Ik ben bij de slag van Austerhtz geweest, om tot antwoord te ktljgen: „Dat is een dappere!" En nu, vlak vóór de presidentsverkiezingen, zag het IS hel een wonder dat Marianne moeilijk een keuze kan doen' Vijftien jaar na Napoleon moest Marianne haar brui degom Karei X verjagenomdathij zich niet aan kon passen bij haar avontuurlijk verleden! Weer achttien jaar later kreeg een andere bruidegom. Koning Louis Philippe van Orleans, zijn congé om dezelfde reden. Weer ruim twintig jaar later zond ze een nazaat van Napoleon de duisternis in. omdat hij de naam „Napoleon- niet waard was. Hij had haar immers niet kunnen be schermen tegen één kleine staat: „Pruisen" Sinds 1870 een rij presidenten sommigen van hen hééft ze gedwongen haar te verlaten, anderen heeft ze wegge jaagd. twee zelfs vermoord. Nu wij dit schreven is «lp laatste ronde voor de presi dentsverkiezingen ingegaan. Wie het ook is. Marianne zal niet gelukkig zijn! Voor haar was Klein Duimpje de ware bruidegom, die. zo klein als hjj was. met zijn zeven mijls laarzen door de wereld stormde om een verenigd Europa te stichten, waarvan Frankrijk het hart zou zijn! ARIANNE vergeet niets. Ruim veertig jaar na de tocht naar Moskou heeft ze ïevanche genomen op Rusland. Dat was in de Knmoorlog. Rusland ging op de knieente Parijs. Rijna vijftig jaar na de roemloze ondergang van het Tweede Keizerrijk in 1870, heeft zij tc Versailles Duits land vcrnedeid. Op dezelfde plek. in de spiegelzaal, waar eens het Keizerrijk Duitsland was gesticht. Zou ze dan Foster Dulles vergeten? Vee. als ze toch bestraft moet worden, dan elegant, zoals Napoleon het vurigste raspaard bedwong. Nog altijd heeft ze de wacht betrokken by zyn graf en wacht! REIN BROUWER. EEN SPRONG EN Op twee pos afstand van deze tijgerin heeft oppasser BJI Bar rett zich opgesteld. In alle rust. zonder êên zenuwachtige bib- berli/n tekent Bill m de Bristol Dierentuin - de ti/gerin. die hem onafgebroken fixeert. 't Ja, men moet het een en onder over hebben voor de kunst Eèn sprong er> Maar de tijgerin zal het wel uit haar hoofd laten naar Bill te springen, want tussen hem en haar is een dikke ruit van niet spiegelend glas aange bracht. BUI tekent dus rustig, zonder last te hebben van weerspiege ling in het glas, zi/n ..model' alsof zij werkelijk vlak naast hem zat, zonder de bescher mende ruit tussen hen. Deze ruiten, die in de Bristol Dierentuin momenteel worden aangebracht vormen een sensatie voor de bezoekers, die wanneer zij op korte afstond von de wilde dierenkooien staan, zich kunnen voorstellen, dot zimet het ver scheurende dier in èèn ruimte staan. Wanneer U dus op ongevaarlijke wijze één maal in Uw leven het gevoel wilt hebben een wilde dierentemmer te zijn. moet U naar de Bristol Dierentuin. U kijkt de leeuw strak aan. deze zal iets naar voren komen, en dan zal hij rustig gaan zitten het glas houdt hem immers tegen U zult echter denken, men hoeft het niet spiegelende glas immers met op te merken dat Uw ogen hem in bedwang houden... viouw di. zich Nes Tergast - „Werelden". J. M. Mculenhoff. Amster dam 1953. Lucebert - „Van dc Afgrond en dc Luchtmens". A. A. M. Stols. 's-Gravenhage 1953 Michel van der Plas - „Er- genshuizen". A. A. M. Stols. 's-Gravcnhagc 1953. Hoe vreemd keek een ieder toen A. Roland Holst in zijn bundel „Een Win ter aan Zee" (19371. woorden neerge schreven had zoals „Leeuw van oud licht". En nu. ongeveer vijftien jaar later, staan wij niet alleen niet meer verbaasd over deze geestelijke ellips, maar wjj lezen zelfs onze experimen tele dichters en prozaschrijvers, die nog heel wal vreemder goocheltoeren mei de taal uithalen, nu wel niet als gesneden koek. maar toch zonder al te veel onbegrip. Dat men. lezende in dc drie dichters die hier voor ons liggen, onwillekeurig terugdenkt aar Hoists' „Winter aan Zee" is niet zo verwonderlijk Ogen schijnlijk ligt er geen verband tussen deze oude dichter en de drie jonge, maar wie zich de verzen van Holst in de herinnering haalt, zal minder ver baasd zijn. want zeker even sterk als Holst dat deed. spreken deze dichters orakeltaal. Holst orakelde van de cp handen zijnde val - de reeds voltrok ken val van de mens met als nood lottig gevolg een wereld ln vuur en vlam De drie jongeren orakelen ook: van de diepte van de va! uit orakelen zij, voorzichtig en met benauwde keel. van de opstanding. Het is dan ook als zodanig, a'.s ora keltaal dat men dichters als Tergast en Lucebert ln de eerste plaats lezen v OP DE BOEKENMARKT") Hedendaagse orakelen moet. Worstelend en sti om pelend langs de benauwde weg van het he dendaagse niemandsland spreken deze dichters over wat zy ln de om woelde leegten van dit leven zi:n aan verschrikkingen en tegenstanden, sinds ge (de ziel» aan het zwerk «ontviel graaft de mensch naar genade. Karig werd de eeuwig ïeid met dagloon, zwaar de spade. Holst heeft het van zijn eenzame post af aan zien komen, de dichters van heden staan in de bomkrater en gravzn naar genade. En Inderdaad, karig is de eeuwigheid met dagloon en zwaar de spade Wanneer wy de taal als hun spade beschouwen, dan zal het duidelijk worden dat deze taal. de taal van ons allen, zwaar te hanteren is om de ervaringen van de heden daagse mens mee te beschrijven. Het valt dan ook niet te verwonderen, dat zij proberen, „experimenteren" met die taal. Zomin als het voor de jonge dich ters een juiste hcuding is om hun oude collega's op dz vaalt te gooien, omdat zij over ogenschijnlijk andere zaken spreken dan zy. zomin heeft de lezer gelijk, die de schryvers van nu afwijst, omdat zy de taal anders ge bruiken dan hij. Ik geloof inderdaad in de noodzaak van deze verplaatste bijzinnen, van deze ellipsen, van dezt woordasso ciaties. van deze soms werkelijk „nieuwe" beeldspraak Niet omdat ik denk dat wy over enige jaren al lemaal liet Nederlands zo zullen ge bruiken. maar omdat deze wijze van uitdrukken weer nieuwe taalaspec ten zal openen, zoals dat bij vorige diehter-generaties ook het geval is geweest. Men zie eens de reeds genoemde A. Ro.and Holst. Gorter, en vervolgens Marsman en Van Ostayen. Van de drie hier besproken dichters is Nes Tergast de oudste, want hij pu bliceerde reeds een bundel in 1940. Toch behoort hU onherroepelijk tot de dichters van na 1945 en wie een oud vers van hem als „Spiegeibee.d" uit de bundel „Glas en Schaduw legt naast „Alarm" uit deze nieuwe r^eks, die vinat hetzelfde alarm aanwezig, hoewel minder pregnant. Zijn visioe nen zijn echter die van de dichters van heden, waarbij hy zich duidelijk onderscheidt door en grotere, ik zou byna zeggen barokke, visie van de apocalyptische sfeer, die allen willen oproepen. Hij beschikt over meer va riatie in zUn beeldspraak, over drifti ger taal. over hartstochtelijker kleu ren en over een feller licht in de mo menten dat hy Inderdaad „licht" ziet. Lucebert is de man van de lichtzin nige worsteling. Dit lijkt een tegen spraak. maar het is het niet. Men kan ook opgewekt worstelen met de vi- sionnaire leegte. Het bezwaar daarvan is. dat Lucebert zich soms te veel door die opgewektheid laat meeslepen en dan zijn best doet. om ons met een knipoog voor de gek te houden Doch even vaak lukt het hem „een zuivere schim te ontlokken aan e*n vervuilde schepping" en het is nu piecies naar deze „zuivere schim", dat de moderne dichter cp zoek is in zyn bomkrater- land. Hem komt de eer toe het ge zegd te hebben. Michel van der Plas heeft in zyn bundel „Ergenshuizenh?t beste ge geven dat hy ooit geschreven, althans gepubliceerd heeft Hy verschilt in zoverre van de eerste twee. dat hy langs de traditionele weg iT. S. Eliot) loopt met hetzelfde doel voor ogen. Daardoor ls hij g?makkeiyker te be naderen en spreekt hy in aanvatbaar- der beelden. Zijn zoeken ls eveneens naar een zuivere schim, maar hy stelt zich die reëler voor. menselijker tegenover het 3pocapyptisch geweld van de anaeren Zijn moderne Odyssee h°cft grote kwaliteiten en vooral zijn Telemachos is een fraai stuk poëzie. CLARA EGGINK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1953 | | pagina 11