Winnetou's Te midden van nazaten Romantiek en glorie van het Indianen- leven zijn verdwenen NOVEMBER WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN IIET LEIDSCIl DAGBLAD - ZATERDAG 21 NOVEMBER 1953 - PAGINA2 (i) Bezoek' aan reservaat iri de woestijn van Arizona LOYDE ALLISON, het stamhoofd van de Pima-Indianen in Arizona (Van een onzer medewerkers) Koeien, koper en katoen bepalen tot zekere hoogte de welvaart van Arizona, maar de vierde „k", die van klimaat - treft de bezoeker toch het meest, vooral als hij in de zomer komt. Er is geen streek in de Ver. Staten, v/aar de zon zó onbarmhar tig brandt als in de gloeiend hete vallei in het Zuidwesten, die naar haar is genoemd. In deze „vallei van de zon" ligt Phoenix - uit de woestijn verrezen - een jonge hoofdstad, ruim gebouwd en brandschoon. Een half uur gaans buiten deze stad begint reeds het zand met zijn schaarse vegetatie van grassen met eenzame spookachtige cacteeën en rotsen, die als hompen rog gebrood uit de vlakte oprijzen. Hier en daar ziet men gebleekte geraamten van vogels. Het land dorst naar regen, maar de hemel betrekt slechts zelden. De bewoners van Phoenix moeten om beurten het gras van hun tuintjes sproeien, anders loopt het mis met de watervoorziening. dam naar het reservaat, waar katoen van de allerbeste kwaliteit groeit. Maar de hoeveelheid water, die wordt gespuid, ls te gering om de verbouw op grotere schaal ter hand te nemen. VAN VADER OP ZOON. In een leslokaal van een Indianen- school. waar televisie en een pick up aanwezig zijn, vertelde gouverneur Al lison van de lotgevallen der Pima's, die al vóór Christus' geboorte op deze plek waren gevestigd. Hij deed zijn relaas in eenvoudige taal, sprak lang zaam en wachtte telkens even opdat iedereen het begreep. Van vader op zoon wordt de historie der Pima's verteld en daarvan getuigen ook de liederen, die op een gramofoonplaat ten gehore werden gebracht, liederen van een eentonige melodie, waarbij de zanger een paar maal hoorbaar zijn keel schraapte en dan weer verdel ging. De geschiedenis der Indianen is oud. Meer dan 2500 jaar geleden kwa men de voorvaderen uit Azlc naar Amerika, vla Siberië en Alaska, of met vlotten uit Oceanië. Zij vormen ook nu nog een probleem, hoewel dat niet zulke scherpe kanten heeft als dat der negers. Het heeft lange tiid ontbroken aan een vast beleid van de zijde der federale regering, al zij direct toegegeven, dat de oneindige verschei denheid, welke het Indianen-probleem biedt, een oplossing zeer moeilijk maakt. ze van dc afgetreden paden a| m niet langer, niet uitsluitend brengt ze ze op de afgezaagde, |t4. ditionele plaatsen aan: ze geeft het sieraad integendeel nieuwe fleur Er zijn politici, die menen dat de federale regering reeds teveel tijd en geld aan hen heeft besteed en dat de oplossing dient te worden gezocht dooi de afzonderlijke staten, waarin zij wonen. De ervaring heeft echter ge leerd, dat zon opvatting funest is. Een andere opvatting het zg Me- rlam-rapport geeft daarvan biijk wil dat de Indianen verre worden ge houden van het Amerikaanse maat schappelijke leven en dat zij behandeld worden als museumstukken. Ook deze opvatting wordt als ondeugdelijk be schouwd. Er is een middenweg geko zen, Het bureau voor Indiaanse zaken streeft naar volledige onafhankelijk heid voor de Indianen, geeft advies in velerlei kwesties zonder dwang op te leggen en wil de Indianen de moge lijkheid geven om met behoud van hun specifieke hoedanigheden volle dige burgers te worden. De moeilijkheden, die zich daarbij voordoen, zullen we trachten in vol gende ar tikelen te schetsen. GEBREK AAN WATER In zulk een dorre vlakte wonen sedert onheuglijke tijden de Pima-Indianen. Arizona is een Indlanenland. Men treft er de Navajo's aan, die bij de grote watervallen in het Noorden wonen, de Havasupal's, het volk van het blauwe water, dat sedert eeuwen een woonplaats heeft ln de onuitspre kelijk schone Cataract-canyon, waar van de zandstenen rotsen 1200 meter hoog reiken. En verder verspreid lig gen de Apachen, de Hopl's. de Che- menhueya's en een tiental andere stammen. Tezamen omvatten deze stammen 68.634 mensen. De Indianen leven, gelijk elders in de Ver. Staten, voor het merendeel in reservaten, die in Arizona een kwart van de totale oppervlakte van deze staat omvatten. De meesten hunner wijden zich aan de landbouw, maar de Pima's, die nimmer vaste voet hebben kunnen krijgen in de vruchtbare landouwen in het. Noor den van Arizona, slagen er slechts met de grootste moeite in een enigszins omvangrijke oogst- binnen te halen. De aarde is vruchtbaar, maar het gebrek aan water is fnuikend. Een prachtige schaduwloze asfaltweg kronkelt op enkele kilometers van het Plma-reservaat naar het Westen. De eerste woning, die we zagen, maakte een Indruk van uiterste troosteloosheid. Het was een keet, gemaakt van klei en kisten hout en van het type. dat vroe ger aan bepaalde veenstreken van ons land het visitekaartje van armoede gaf. Vier kinderen, die ons stonden te be kijken, kropen schreeuwend weg, toen we uit de auto stapten. Maar de eerste indruk van dit reser vaat was niet de juiste. Evenmin als men Parijs of New York mag beoordelen naar de sombere ar moede van bepaalde wijken van een voorstad, evenmin mochten de toestan den in dit reservaat gemeten worden naar deze keet, waar mogelijk een uit- geworpene woonde, die leefde, van de liefdadigheid der toeristen. Het centrum van het reservaat Is een oase, waar tussen palmbomen grijze woningen, een school en een ziekenhuis staan. Het is er zo warm, dat de palm bladeren vergeeld aan de bomen han gen. De aarde ls hard geworden en de plantengroei is schaars, behalve in de schaduw van de bomen Er scharrelen hier en daar kippen rond, maar verder is het er alleen maar warm, gloeiend warm. Men ziet bijna niemand bulten. Alleen in de koele woningen ls de tem peratuur draaglijk. Sommige zijn uit gerust met airconditioning, want er zijn rijke en arme Indianen. Onder dc veranda van een der hulzen zaten enkele Indianen met een glas thee voor zich, gekleed ln bonte blouses cn blauwe broeken, die om hun smalle heupen spanden. Zij doen niet verrast, want het ls al eeuwen geleden, dat de „witte man" zijn intrede deed in het land der Pima's. VERGANE GLORIE. De Indianen hebben zich reeds min of meer aangepast aan het moderne Amerikaanse leven en toen het stam hoofd voor ons stond, bleek het geen tanige krijgsman te zijn met beschil derd gezicht of een kleurige veerdos. Loyde Allison, zo heette het hoofd, dat de titel „gouverneur" draagt, is een stevig gebouwde vijftiger, gekleed met smetteloos hemd, een brede strohoed en een flanellen pantalon met onbe rispelijke vouw. In zijn functie van stamhoofd is hij eerder herder en ad viseur dan heerser. Zijn welkomst woord was primitief en hartelijk. Toen hü ons rondleidde na eenvoudige recreatiegebouw, Een onzer medewerkers heeft een bezoek gebracht aan een J Indianen-reservaat in de woes- t tijn van Arizona. In een viertal artikelen .vertelt hij van het f land en het volk der Indianen, van de pogingen om hen met behoud van hun specifieke hoe- f danigheden- tot volledige J Amerikaanse burgers op te f voeden en van de vaak weinig J fraaie rol, welke door de f eeuwen heen door de blonken ten aanzien van de Indianen is f gespeeld. Indianenmeisjes vriendelijk en be deesd een malsgerecht met thee serveerden het is verboden om alcohol in dc reservaten te brengen en het ziekenhuis liet zien, waar „blanke" artsen onnoemelijk veel zegenrijk werk verrichten, klonk er in zijn woorden een ondertoon van tragiek bij het vertellen van de ver anderingen, welke er in het leven der Indianen hebben plaatsgegrepen. Veranderingen, die het leven veel veiliger hebben gemaakt, die epide mieën uitsluiten, een zekere levens standaard bereikbaar maken, maar die toch ook de romantiek en de glorie van het Indlancnleven hebben doen verbleken. En voor de oude krijgsman is ln de reservaten geen plaats meer. Wel voor de moderne, want de gouverneur wees met trots op een foto een der bekendste van de tweede wereldoorlog waar op vier soldalen stonden afgebeeld, die de „stars and stripes" hesen op Iwojlma. Een der vier soldaten was een Pima-lndïaan. KRIJGSVERRICHTINGEN VERSCHAFTEN HUN BURGERRECHT. De eerste wereldoorlog bracht 75.000 Indianen onder de wapenen. Zij heb ben zich zodanig onderscheiden, dat zij het Amerikaanse burgerrecht ver kregen Maar toch worden zij niet overal als volwaardige burgers be schouwd. met name niet in het Zuiden van de Ver. Staten, waar hun behan deling veel lijkt op die van de negers. Hun levensstandaard is, naar Ameri kaanse opvattingen, over het algemeen laag en zelfs hier en daar lager dan het „fatsoenlijk minimum". De oorzaak ligt gedeeltelijk in het feit, dat zij als landbouwers in stam verband niet tot grote productiviteit geraken, hetgeen mede veroorzaakt wordt doordat zij filet over de beste gronden beschikken. Het areaal der Pima-Indianen zou veel meer kunnen opbrengen, als er maar meer water beschikbaar was. Acht keer per jaar stroomt het water van de Coolldge- Spiegeltje, spiegeltje aan de wand Een Byoux, een Sieraad, een Frutseltje... Parijs, November 1953 Vrouwen houden nu eenmaal van sieraden, sieraden in de wijdste zin des woords. Allemaal, bijna allemaal, houden ze ervan, zells zij die ze niet of weinig dragen, omdat haar voor keur misschien uitgaat naar iets heel goeds, iets heel moois, iets heel aparts, of juist dat dingsie dat bij een speciaal toilet hoort en dat ze - zonder er rouwig om te zijn - niet bezitten. Zowel de elegante en de sportieve vrouw stellen belang in sieraden en beiden kiezen ze in overeenstemming met haar aard en haar type. Anderen weer, en het zijn er velen, houden van het sieraad in het alge meen. van alles wat schittert of blinkt, wat opvalt of kleurig is. zij houden zonder onderscheid van wat echt mooi is en van dat wat daarop geen aan spraak kan maken, van goud en koper, van echt en namaak, van te pas en te onpas En zij dragen haar rijkdommen in hoeveelheden die onbeperkt kunnen zijn en in combinaties, di? niets met harmonie uitstaande hebben. Maarwe willen het vandaag niet hebben over de individuele smaak van Eva's dochteren en zelfs niet over de mooie, de nietszeggende en de uit gesproken smakeloze sieraden, die op de Internationale modemarkt worden uitgebracht en al dan niet in grote mate aftrek vinden en opgang maken. Geen woord dus over de oorringen, door Vrouw Mode gelanceerd (in af metingen die zelfs voor de armband niet behoeven onder te doen), en die zonder consideratie voor individuele gezichtsvorm, kapsel, uur van de dag en toilet worden gedragen. Geen woord ook over de simill of strass bijoux (van kleine dlngsles tot koninklijke galacolliers), die een soortgelijk on rechtvaardig lot ten deel valt. Neen, voor vandaag hebben we in de bijoux- kistjes gegrabbeld, die hier en daar. overal ter wereld, gevuld staan met kleinodieën van allerhande aard, kost bare en waardeloze, aparte en klassie ke, mooie of lelijke, artistieke of goed koop souvenlerachtlge; klelnodleën groot of klein en van welk materiaal ook. Werkelijk van alles hebben we ln die kistjes gevonden: het klassieke pa relcollier van mooie of slechte namaak, de grote metalen hanger die als schild aan een lange ketting pleegt te han gen, schakelarmbanden van de meest uiteenlopende soort, oorknoppen ln kleurig en vormrijk allerlei, het gou den medaillon van grootmoeder en de chatelaine die grootvaders trots was, de antiek? tassenketting die een tweede bestaan als halssnoer is begonnen, en door elders op te prikken of te hu. gen, en ook het kledingstuk vaart wel bfj een op een onverwachte originele plaats aangebracht bjou, Talrijk zijn de voorbeelden die geeft; sommige aardig en toch klasje andere apart, ja. zelfs exitavaga? sommige ingetogen, andere uitda^' maar alle toch getuigend van goeb smaak en originaliteit. De hoed is dit jaar de uitverkoren zetel van het bijoux: het kleine speld, je, dat waar dan ook wordt opgeprikt' op de daagse zowel ais op de gekM dop, het simiii-sieraad dat op tea (zwart fluwelen) tamboerijn gerali. neerd midden boven het voorWd prijkt (10), de platte schakelband i; als een garnerende rand om e-n iiy-i. gelijk hoofddeksel is gewonden i6i"c.i de chignonkanr, die op het dakje «ij een hoofddeksel geen haar meer it. een hoeft te houden. Het gouden daillon, erfenis van het voorgeslach' gai ze een nieuwe bestemming; v ijle halskettinkje, vele malen dubi: draagt 'het met behulp van een sped op de revers van een donkere tauiec (1), op de klep van een rokzak ot e?n ceintuur. Ook wel bevestigt z° het zelfde medaillon - alsook de metalV- hanger, die aan een dito ketting Uai op de boezem placht te hangen, ui een zwart fluwelen lintje <71, da* z de slankhaizigen strak omstrikt H; kleine, geklede bijoux (van briljante: diamanten of strass) prikt z; euu op geklede donkere japonnen: onder aan een schouderband (2), op c voorschouder langs een decollete o of een vestje 3of aan de basis ra de hals precies op de schouder iüi twee identieke sierseltjes van soort?; lijke grondstof hecht* z?. en aard.? i het effect, op de panden van een m» denie „pastoorsceintuur" (5), en b wijze van dasspeld prikt, ze op de p:; tentieloze en op de geklede strop:: een passend bijoux, terwijl ook voord de charivari die bij de antiquair een nieuwe eigenaar vond, broches ook in al de verscheidenheid waar industrie en ambacht voor aansprakelijk zijn, frutseltjes en speldjes van koper, leer en wat al niet meer, halssnoeren van kralen, zaadjes of schelpen, sierdings- kes uit elk tijdperk en van elke stijl., zaken die een bestemming hebben ge vonden en die steeds w?er op dezelfde wijze, steeds weer bi] hetzelfde tenue hun garnerende functies mogen ver richten. Edoch, als Vrouw Mode vrijelijk met dat bonte allerlei spelen mag, wijkt kleine fantasiespeld, di? zo vaak te kraagje sloot, een nieuw toevlucht! oord gevonden werd (8) Kijkjes in dc natuur... O" N-y N NGEMERKT en zonder dat we het goed bewust maakten, zijn we November ingegleden en nu rij gen zich' de dagen van Slachtmaand aaneen, stille grijze dagen van duis ternis van het vroege ochtenduur, als we ons slapende huls verlaten, dat ons met verlichte ramen een beetje droef- geestig nastaart, dagen van eentonig heid en mist, die soms tegen het mid- EDACHTEN zijn wonderlijke daguur vaneen kan scheuren, zodat er wat zonlicht valt over de zwart ver schrompelde asters en de roestrode na bloei van onze herfsttuinen. vuld van maar één gedachte: Mens' geniet nü, op dit ogenblik, denk niet aan morgen, maar aanvaard deze zo merdag met z'n verrukkelijke hitte, met zijn kleuren en zijn geluiden van vogels, insecten, van de wind en van het zwaar geurende land. Dan kan soms de lucht leeggeveegci worden en zien we ln een prachtig blauw een glimp van de vogeltrek, die, ln de maand October begonnen, bfj dit gunstige, rustige weer nog voort kan duren tot de wilde stormen komen. October was goed. October was mild en verzachtte ons het afscheid van een heerlijke zomer, die ondanks plaatselijk ongerief van regendagen, toch licht en glanzend in ons geheu gen staat. We weten het en we berei den er ons op voor: straks zullen we die herinnering nodig hebben op onze weg door het lichtloze jaargetijde, dat ons onvermijdelijk naar het diepte- Cunt gaat voeren. Waar we doorheen omen, waaruit we ook weer naar bo ven worstelen, Juist dank zij die her inneringen aan betere dagen. Als we, gekromd over het stuur van ons rij wiel, tegen een keiharde Noord-Oostei opklauwen als we in een stromende regen thuiskomen en onze druipende kleren bij een brandende kachel han gen, dan zal erin onze gedachten het troostende beeld zijn van een blank strand in ochtendzon van watervlugge vogels langs de schuimende kustlijn, Jagend achter hun voedsel. Naarmate echter de draad van het jaar wordt af gesponnen. en mist en modder het licht van ons zomerbeeld komen vertroebe len. zal het ons moeilijker vallen, ons voor te stellen, hoe onbekommerd we in een lauw strandmeertje rondplasten. bevrijd van dagelijkse plichten, ver door geen hindernis, door niets en door niemand tegenhoudend, maar keren steeds naar hun uitgangspunt terug Ze bouwen onze herinneringen op. die wonderlijke geesteswei kzaamheld, zon der v/elke de mens niet kan leven, om dat zij een wezenlijk deel van zijn be staan vormt. Is het niet zo, dat wij het meest leven op onze herinnerin gen? En om bij November te blijven, ls het niet het beeld van die heerlijke zomerdagen dat ons de weg door de laatste weken van het jaar lichter maakt? Ook al gaat die weg niet op rozen, maar over kletsnat asfalt, waarin de lantaarns hun vuurpijlen kaatsen, over modderige fietspaden, over een steile brug, waar een scherpe wind ons eerst te grazen neemt, voor hij tot op ons gebeente door ons heen blaast. Er ls een middel, om door de kil heid, door de grijze saaiheid van zo'n vlakke Novemberdag heen te komen Een dag, waarvan meestal geen grote dingen zijn te verwachten, zoals de zomer die ons kan geven. Wel de kleine, de Intieme, waarvan de don kere mistige herfstdagen het geheim bezitten. Wc lopen b.v. aan het elna van een middag even een park in en worden getroffen door glimmende natte bomen, grijze stammen boven een watervlak, waarop bladeren zijn gestrooid. Novemberbomen. die nu pas hun karakteristieke vormen tonen, daar de wnd hun kruinen heeft leeg geschud. Wil het maar even opklaren, dan kan er tegen een uur of vijf een gordijn worden weggeschoven en komt er een avondlucht te zien, zo prachtig van kleur, zo groots zelfs, datja, dat die gepolijste blauwe zomerhemel het er volkomen tegen moet afleggen! Hebt u dan in Uw omgeving een oud statig herenhuis, omringd door vijvers en oud geboomte, verzuim dt niet, te gaan zien, hoe onbeschrüliij mooi zo'n huis met verlichte venstc: in grauwe muren zich in het zrart water kan weerspiegelen. Maar 's morgens dan, als een eeri nachtvorst de atmosfeer heeft tö kild en alle leven in tuinen en paria en op de buitenwegen heeft stllgeiejj en we ons als schildpadden In ons jaskragen terugtrekken, is er op vroeg ochtenduur ook al gelegenba tot genieten? Gelegenheid altijdi want ti stilleggen van het leven Is schlji Leven is er altijd en schoonha eveneens, maar je moet ze ontdeÜS Op dat stille bospad glipt een tel hoorntje onder een struik vandssj boven aan een hoge vijverrand atW meerkoeten, die in de dorre beukeaj bladeren de nacht hebben door? bracht, gezellig op een kluitje, nu die bij onze nadering het water J stuivenprachtig is dat. zoals het vlakke water breken en het r leven en onrust storten. Maar we behoeven niet Juist 3 ten af" te gaan. Boven een mar plein, dat davert van lawaai en van leven, hoog boven de krnampr de bomen en de mensen zeilt toren valkje, koite vleugels, bz staart, het roofvogelkopje inccuo» ken tussen de vlerken in gil)»® Zo maar een stukje natuur r in een denderende stad. Ja maarverzucht U mis ik zie die dingen nooit, W) zijn alleen maar huizen en straten weer hulzen en blèrende lawaai'1* kinderen. W(j zien hier nooit wat* Jaaaals de stand van zaSfD Dan moet U het ln vref}ei?n« maar doen met uw schone herm ring. Dat strand, die prachtige groene zee met die ehkéle vi.w zeevogels. Of die donkere akkers het betoverende ochtendlicht Of die heerlijke wandeling "P vlammende herfstdag. Of Maar toch ben Ik het niet K" eens. Er Is wèl wat te zien en nieten! Ook in November' «- een grote stad. S. van der Z&

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1953 | | pagina 8