Historie van kasteel Oud Poelgeest
WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCH DAGBLAD - ZATERDAG 21 NOVEMBER 1953 - PAGINA 4
deld, hetzij in de kleurige kledij van onkvrouwen en edel
lieden, hetzij in de doelmatige costuums van de twintigste
eeuw. Zelfs het slot bleef vrijwel hetzelfde, maar het doel
van het gebouw is in de loop der tijden wel sterk gewijzigd.
Van een privé-bezit werd het tot een goed van alle jonge
mensen, die zich willen verdiepen in vragen, die de tijd
(Van onze correspondent te Oegstgeest)
Aan de geschiedenis van het kasteel
„Oud-Poelgeest" zijn voorzover is na te
gaan geen roemruchte daden verbonden.
Uit de Middeleeuwen is weinig omtrent
Oud-Poelgeest bekend, al staat wel vast.
dat de Heren \an Poelgeest hun verblijf
daar hielden. Het middeleeuwse slot „Groot
Poelgeest", dat onlangs werd beschreven
in de Flits uit Koudekerks Historie was
evenwel onmiskenbaar het eigenlijke stam
slot van het geslach'. Deze Heren van
Poelgeest zouden afstammen van de Burg
graven van Leiden. Een dochter van een
dezer heren was gehuwd met een lid van
het machtige geslacht van Alkemade. In
1320 is het Hof te Poelgeest in de handen
van de Van Alkemade's, een oud Hollands
geslacht, dat uit de graven van Holland
zou zijn gesproten. De nazaten noemden
zich dan ook: van Alkemade gezegd van
Poelgeest. Vandaar dat de buitenplaats
meermalen Alkemade werd genoemd en in
oude stukken wordt vermeld als: De Hof
stad te Poelgeest genaamd Alkemade.
Verschillende takken van het geslacht
van Alkemade kwamen in bezit van het
huis. Zo werd in een charter door Hertog
Albrecht van Beyeren in 1398 vermeld
„mijn heere van Alkemade" woonachtig op
zijn huls aan het einde van de Hofdijck.
waarmee Oud Poelgeest werd bedoeld Dat
het kasteel tijdens, de Hoekse en Kabel
jauwse twisten verwoest zou zijn, wordt wel
verondersteld, doch staat geenszins vast,
omdat gemakkelijk verwarring kon plaats
hebben met het eerder genoemde sta..islot
„Groot-Poelgeest", dat in 1489 in vlammen
is opgegaan.
Toen Heer Florls van Alkemade, een der
rijkste edelen uit die tijd, in 1511 overleed
liet hij zijn goederen na aan de zoon van
zijn zuster, Joncker Willem van de Coulster.
De leden van de geslachten die daarna
het huis in bezit hadden, vertoefden
meestal in het buitenlanc, waardoor Oud-
Poelgeest in verval raakte. Bovendien moet
het omstreeks 1572 door de Spanjaarden
zijn verwoest. Het is dan ook niet te ver
wonderen. dat op een kaart van 1622 het
kasteel aaneeduid was als „vervallen huis
te Poelgeest".
Buchelius. de besende Nederlandse
historicus, schreef kort nadien het vol
gende:
„In fine van Julio 1612 Gaande buyten
Leyden, wanderende lancs de marne
wesende een van de Weeteringen ofte
Vlieten met de Lede (daar het clooster
ter Lede synen name off heeft) de Does
(daar het huvs noch synen naem behout)
ende de Poel waer aff noch comen
Abtspoel. Poelbrug etc. hebbe aldaer ge-
slen de reliqu'rn van het vervallen huys
van Alcmade, dat het gemeen volc
noempt het huys van den Rijcken
vrecken, daer van verscheydene fabulcn
aff vertellende. Dit huys heeft eerst den
naem van Toelgeest gehadt. ende is lange
iaeren aan het geslachte van Alckmade
geweest, waar aff eene dr gehuyt met
Ysbrant Colster tselve op ha eren soon
Willem heeft gebracht, die daerover sijn
vaders name verlatende den name van
Alcmade mette goederen heeft aenge-
nomen waervan de erfdochter met Johan
van Cuylenborch gehuyt is, wiens dr
gehuyt met Heer Phs van Hamel, deese
heerlickheyt op hare kinderen gelaten
heeft, die deselve mette omleggende
veylende syn".
Door de velling, waarvan hier sprake ls,
kwam de heerlijkheid van „Poelgeest ge
naamd Alkemade" iri bezit van Cornells
v Lochorst Heer van' de Lier en Alkemade,
lid van een vermaard Utrechts geslacht.
Diens zoon Adam verkocht de bezitting in
1644 aan de Franse refugié Constantin
Solver de Vermandois, Ridder, Baron des
Heiligen Roomse Rijks. Vrijheer van War-
menhuizen en Krabbendam. Over deze
transactie ontstond in het geslacht van
Lochorst een twist en eerst in September
1669 werd bij arrest van het Hof van
Holland bepaald, dat Adam vrij mocht
verkopen. De dochter van Sohier de
der Kon. Rijdende Artillerie, het verblijf
huwde omstreeks 1667 met een Pruisisch
edelman Jonker Johann Rauter, Heer van
Arenstein. die het kasteel weer liet op
bouwen, nadat in 1661 Schepenen van Ley
den hiertoe reeds toestemming hadden
gegeven. Het. thans bestaande gebouw
dateert derhalve van omstreeks die tijd.
De vermaarde Lcidse Hoogleraar in de
medicijnen Hermanus Boerhaave werd
in 1724 eigenaar van de buitenplaats. Een
Engelsman, die door hem genezen was
zou het kasteel hebben gekocht en de
koopbrief, gebakken in een „pie" uit
dankbaarheid voor zijn genezing hebben
aangeboden aan Boerhaave. Dit verhaal
berust echter op fantasie, want „5 mor
gen 286 roe. waarop de aloude hofstede
't oudt Poelgeest eertijds ook genaemt
Alckmade" werd aan Boerhaave over
gedragen voor de som van f. 8923.
Boerhaave heeft negen jaren op Oud-
Poelgeest gewoond en volgens van Mieris
in zijn „Beschrijving der stad Leyden" de
„tuin of hof met uitheemsche boomen,
zeldzame gewasschen en vreemde planten
versiert". Beroemd was zijn Kruidtuin: van
d'? plaroten, die daar gestaan hebben, is
echter ondanks meermalen gedane naspo
ringen. niets meer terug te vinden, behou
dens een oude tulpenboom, waarvan wordt
beweerd dat hij door Boerhaave zou zijn
geplant. De naam Boerhaave als eigenaar
van het kasteel heeft zo sterk tot de be
volking gesproken dat het zelfs een tijd
lang diens naam gedragen heeft. Leidenanrs
spraken in vroeger tijd, als zij een wande
ling vanuit Leiden langs de buitenplaats
maakten van „Groot-Boerhaave om" als
zij door de Rijnsburgse poort terugkeerden
en van Kleln-Boerhaave om" als zij langs
de Maredijk de stad weer binnen gingen.
Na het overlijden van Boerhaave kwam
het buitengoed in bezit van zijn enige kind
Johanna Maria, die het op haar beurt
naliet aan haar dochter Sibilla Maria.
Vervolgens kwam het in eigendom van Mr
Alexander Baron van Rhemen tot Rhe-
menshuj'zen, die het kasteel, wat het
inwendige betreft aanmerkelijk liet ver
beteren. dp gracht aan de zijde van de
oprijlaan liet dempen en de ophaalbrug
daarover, ltet slopen. Aan de voorzijde kreeg
het kasteel derhalve het aanzien, dat het
nu nog heeft.
Op 1 Augustus 1835 kwam de buitenplaats
In veiling en werd voor f. 31.000 gekocht
door mr L. C. Luzac, lid van de Tweede
Kamer, lid van de Rechtbank in eerste
aanleg te Leiden. De buitenplaats had met
de daarbij behorende landerijen een opper
vlakte van „zestien bunders, zes en veertig
vierkante roeden, negen en tachtig vier
kante ellen" (ca. 16li H.A.). Toen deze
overleden was, werd het kasteel in 1850
verkocht aan jhr mr Th. Gevers van
Endegeest voor f 40.000. die het verhuurde
aan de heer G. Willink, die in 1856 eieenaar
werd voor een prijs van f. 51.500. Zijn
dochter mej. J. G. M. Willink bracht door
haar huwelijk met haar neef. de heer J.
H. Willink Poelgeest in diens bezit. Deze
heeft oa. de twee torentjes laten aan
brengen, waardoor het kasteel gezien van
de Haarlemmertrekvaart af een geheel an
der aanzien kreeg. Korte tijd nadat de
familie Willink naar Bennebroek vertrok,
kwam het kasteel leeg te staan, waardoor
het steeds meer in verval raakte De eige
naresse wilde echter niet tot verkoop over
gaan. totdat na lange tijd oud-burgemeester
A. J. van-Gerrevink door onderhandelingen
gedaan wist te krijgen, dat zij toestemde
in verkoop aan de gemeente Oeestgeest.
Bij raadsbesluit van 27 Maart 1940 ver
kreeg de gemeente voor de som van
f 110.000 de eigendom van het kasteel met
bijbehorende gebouwen en land Tot de
bijgebouwen behoort om het koetshuis
Wie na de bevrijding in 1945 het Cana
dese legerkamp, dat in het bos was opge
slagen, bezocht en het kasteel blnncn-
BOUWEN
AAN
DE
TOEKOMST
Behalve conferentie-oord is Oud-Poelgeest jeugd- en vormingscentrum. Het doel staat in de statuten van de stich
ting, die het gebouw exploiteert, als volgt omschreven:
Vernieuwing van de geestelijke, zedelijke en lichamelijke krachten van de jongeren zonder onderscheid; als
dienst aan de volksgemeenschap in trouw aan de levenswaarden van Bijbel en Westerse cultuur".
De leiding tracht de jongeren te trainen voor hun verantwoordelijke toekomst in nationaal en internationaal
opzicht. Men tracht dit o.a. ook te bereiken door de beoefening van het lekenspel.
Als vormingscentrum organiseert het bestuur intellectuelen-conferenties voor het vormen van de visie op
en het funderen van de toekomst. Er komen bedrijfsstudiekringen bijeen, om de toepassing van de practijk op het
gebied van de bedrijfsorganisatie te bespreken en er worden emigratie-cursussen gegeven. Men is van mening, dat
emigratie geen vlucht moet zijn, maar het vervullen van een opdracht in een ander werelddeel. De stichting ziet
als haar taak de emigranten geestelijk toe te rusten en ze practisch voor te bereiden op de assimilatie in het
nieuwe vaderland.
Tenslotte neemt Oud-Poelgeest een belangrijke plaats in in het kerkeli/k vormingswerk, in de hoop, dat er kans
bestaat op de bereidheid van andere Kerken dan de Nederlandse Hervormde Kerk, om ook Oud-Poelgeest als
centrum voor soortgelijk vormingswerk als dat op de Hervormde basis te gebruiken.
De achterzijde van Kasteel Oud-Poelgeest
OSGERESGEST
Uit onze enkele maanden geleden
gegeven beschrijving van het
Groene Kerkje is gebleken, dat
Oegstgeest kan bogen op een
oude historie. De plaatsnaam
„Kercwerve"d.i. kerk op een
werf, diende om de naam aan te
duiden voor de plaats waar nu
het Groene Kerkje staat. De naam
Oegstgeest evenwel is ontstaan
uit Osgeresgest. Gest of geest
betekent geestgrond. De naam
zou dan betekenen geestgrond van
Osger, de eigenaar van deze
grond. Reeds omstreeks 800 komt
de naam Osgeresgest voor in de
goederenlijst van de St. Maartens
kerk te Utrecht. De uitgang
.geest" treffen wij ook aan in de
naam van enkele buitenplaatsen,
die zich op Oegstgeester grond
gebied bevinden n.l. Endegeest,
Rhijngeest en Poelgeest. De korte
geschiedenis van het Kasteel
Oud-Poelgeest" heeft mr B. C.
van Krieken indertijd op het ver
zoek van het gemeentebestuur te
boek gesteld. Hij merkt op, dat in
de bovengenoemde goederenlijst
van de St. Maartenskerk de naam
Poelgeest ook reeds wordt ver
meld. De oorsprong ligt dus in het
verre verleden. De naam „Poel
geest" is ontleend aan de ligging
nabij een water „de Poel" ge
naamd. Reeds ten tijde van Keizer
Karei de Grote had de Utrechtse
bisschop op de plaat, waar de Lee
vele plassen en moerassen vormde,
enig grondgebied, waarop een
huis stond, dot waarschijnlijk de
grondslag vormde voor het latere
kasteel „Oud Poelgeest".
kwam moest tot zijn schrik ervaren, dat
de legering in 1939—9140 van de mannen
Vermandois, genaamd Marie Catherine,
van Duitse soldaten in de bezettingsjaren
en ten slotte de „bewoning" door onze
bevrijders een zodanige schromelijke ver
waarlozing tot gevolg hebben gehad, dat
het gemeentebestuur voor de zware opgaaf
stond een geschikte bestemming te geven
aan het kasteel.
Een particuliere Stichting, die de naam
koos „Stichting Oud-Poelg°est" heeft in
April 1946 het kasteel van de gemeente
gehuurd en er een conferentie-i vrd van
gemaakt Het dient nu als Jeugd- en
vormingscentrum Welke financiële offers
daarvoor zijn getroost, blijkt uit de
restauratie- en Inrichtingskosten. Ver
bouwing en restauratie van kasteel en
koetshuis hebben f. 116.020.20 gekost,
terwijl voor f. 46 458.74 aan inrichting
ls ingebracht.
Moge het oude kasteel als ontmoetings
oord van moderne mensen nog lange tijd
dienst doen om te wijzen op de concrete
en actuele toepassing van de levenswaar
den van de Bijbel en de Westerse cultuur
in ons gewone leven.
Boerhaave
zou
kruiden
in de
tuin
hebben
gekweekt
Oud
familiebezit
werd
cultureel
centrum
voor
jonge
mensen
opwerpt. Zij kunnen er met elkaar spreken over het verleden,
het heden, maar vooral over de toekomst, die komt en die
alle krachten van de jongeren zal opeisen even onver
biddelijk, als de bladeren, van de bomen vallen. Maar ook
even veelbelovend als een voorjaar.
Foto L. Boom, Leiden.
Sinds jaar en dag vallen de bladeren van de oude bomen
rond kasteel Oud-Poelgeest. Ook ontbotten ieder voorjaar
opnieuw de knoppen en worden frisse blaadjes zichtbaar. Dit
is altijd zo geweest, zo lang het oude bouwwerk op de achter
grond bestaat.
Onder de rijzige bomen hebben ook altijd mensen gewan