Van hoofse liefde en strijd xu"4 Het leven is meer dan ijdelheid.... GOED BEDOELD WEKELIJKS BIJVOEGSEL VAN IIET LEIDSCII DAGBLAD - ZATERDAG 24 OCTOBER 19Ó3 - PAGINA 1 Bewogen Offer der „Burgers van Calais" Enkelen onder mijn lezers, zullen ongetwijfeld wel eens gehoord hebben van de dappere Guénau, die reeds op zijn zestiende jaar tot ridder werd geslagen door niemand minder dan Eustache de Saint Pierre zelf. Doch de meesten zullen zich afvragen: bekende klanken, Guénau, Eustache en Saint Pierre, doch wie waren zij ook weer? Vrijwel ieder van mijn lezers en lezeressen heeft hun beeld gezien. Want tezamen met nog vier anderen vormen zij een beelden groep die in onze dagen even beroemd is als de Laócoongroep in de Oudheid. De jonge Guénau was een burger van Calais, wiens vader lakenkoopman was en behoorde tot de aanzienlijkste inwoners van de parel van Normandie. Guénau voelde niets voor de handel, zijn hart behoorde een andere wereld toe. Hij wilde de Koning dienen in het heetst van de strijd. Voor hem was beproefde trouw meer dan geldelijk gewin, voor hem was riddereer hoger dan maatschappelijke welvaart, en het ridder avontuur belangwekkender dan de devotie van.de Christen. Toen de roem van zijn dapperheid van mond tot mond gijig, sloeg Eustache de Saint Pierre hem tot ridder en vanaf die tijd was er voor hem niets hogers dan de Koning te dienen, Filips van Valois, wiens troon soms wankelde door de aanvallen van de Engelse koning, Eduard III, die zichzejl ook Koning van Frqnkrijk noemde en het niet wilde laten bij de naam alleen. DE Engelse Koning had de Vlamingen tegen Filips van Valois opgezet: de held van Gent, Jacob van Arte- velde. riep weldra de Gentenaren te wapen tegen Frankrijk bij monde van Klokke Roelant. Vanzelfsprekend t'.reed Guénau tegen de Vlamingen, zij waren immers de vijanden van hem wie hij voor altijd trouw gezworen had. Hij was de eerste ridder in zijn geslacht, moest hij niet zijn nazaten ten voorbeeld zijn? Op een dag, toen hij op weg was naar Vlaanderen, reed h:j de goede stad Mons binnen waar de Graaf van Hene gouwen woonde, die hem uitnodigde aan zijn dis. met de andere ridders die hem vergezelden. Ofschoon de graaf zijn plichten goed waarnam zat hij ernstig aan het hoofd van de tafel, en men kon aan zijn gezicht zien, dat de toekomst hem zorgen baarde. Was het wonder? Frankrijk lag zo dicht bij en het was een publiek geheim dat? de Franse koning gaarne Hene gouwen bij zijn Rijk wilde voegen. De Heer Guénau zat dicht bij de gastheer en werd ge- eerd als de dapperste van het gezelschap, hetgeen hij ongetwijfeld was. Op eenmaal, toen de Heer Guénau opkeek van zijn dis, ontmoetten de ogen van de jonge beeldschone Filippa, dr dochter van de graaf, de zijne, en het was hem of htj nooit meer los zou kunnen komen van die blik Toen hij enige uren alleen had doorgebracht in het hem toegewezen vertrek, en met verwondering dacht aan het geen hem was overkomen, trad er plotseling iemand bij hem binnen. Het was een hofdam? van de schone Filippa, die hem beduidde met haar mee te gaan. Wat had dit te betekenen? Er ging een roep door het ganse land van Henegouwen over de nobelheid, de deugdzaamheid van de jonge gravin, nier schoonheid zó fragiel was en zó voornaam dat een kleine attentie van haar menig ridder eer strijd waard nas op leven en dood! Waarom het zij hem komen? Hij had haar stralend van levenslust verwacht en hij vond haar zo droevig. Zó droevig 'dat hij haar nauwelijks durfde te naderen. Zij sprak met hem. Zij vroeg hem vele dingen en zij vermaande hem een ander leven te gaan leiden, omdat, hij zijn leven verdeed in ijdelheid. Want was het niet de ver gankelijke aardse roem, die hem naar het hoofd gestegen nas? Was hij wel zo'n goed ridder als men van hem zei? Had hij niet gezworen zwakken en vrouwen te helpen toen hij lot ridder was geslagen en de rechten van de Koning te handhaven? De réchten? Dat betekent niet in blinde hartstocht vechten voor dat wat de Koning wil Haar vader it, rechtmatig graaf van Henegouwen: die hem aan valt zal God zeker straffen, begrijpt hij dat? En begrijpt hi) ook. dat er nog iets in het leven is dat vèr uitgaat boven de zwaarste riddereed? Begrijpt hij dat er boven de strijd die zo verheerlijkt wordt, iets anders is. waardoor het leven in stand wordt erhnuden in plaats van vernietigd? Waardoor God altijd weer verzoend wordt met de mensen, die zoveel bedorven hebben? Dat is de liefde de zuivere liefde, die er in een mensenhart kan bloeien als een rode roos. De liefde verenigt, die doet alle verschil verdwijnen. Zij, de gravin van Henegouwen, heeft hem, Guénau, de eerste ridder ult zyn geslacht, lief gekregen vanaf het moment dat ze hem voor het eerst zag aan haar vaders hof. en zij l«gt het hem omdat het de liefde is die haar bezielt. HET spreekt voor een ieder van mfjn lezers wel vanzelf, uht de ridder Guénau, In het tournooi dat weldra begon, onoverwinnehik was! Méér dan tien tegenstan ders wietp hij ter aarde. ma n dan 00lt een zi'vercn ridder het strijdperk in kwam vnna"' omsluwd door honderd voortreffelijke edellieden. sanK nlcn "^Gemeen dat Guénau de stryd met hem moest antjinden omdat de onbekende de dapperste had uitge vaagd tot een tweegevecht. ivJt !ïaU- het Geheel niet vermoeid, zich licht en lenig r»r, k. nu wist dat de schoonste ogen op hem waren larh j n het n°belste hart voor hem klopte, stemde glim- nd '°e en weldra zagen de toeschouwers een kamp mn»rtZe nog nooit hadden gezien! Kracht en vaardigheid, hait behendigheid mochten de zilveren ridder niet "ij werd uit het zadel gelicht en kwam op de grond vent waar ze het uit zouden vechten met het zwaard nrirtt van Henegouwen, ziende met well gemak de en ppi 6nau z'jn zwaard hanteerde, kwam tussenbeide hpüintl? men de vizieren openen zou en de strijd tiwirb.ii De rldder Guénau keek in een jong en aan- Knnit» Slicht tegenover hemhet gezicht van de K°nlng van Engeland.... Rechter Thomas daalt langzaam de brede trappen af, in de marme ren hall van het rechtsgebouw. Het is een merkwaardig geval: rechter Thomas werd verhoord! De zitting vond plaats in de besloten kring van zijn collega's. Maar het onderzoek verliep officieel, stipt volgens de regels. Allen waren in vol ornaat, uitgezonderd de ver dachte: rechter Thomas, De feiten, die men aanwezig achtte, konden weerlegd worden. Helaas, een rechter, die verhóórd moest worden, kan zich niet hand haven. Eervol ontslag is onvermij delijk. De verdenking zelf is weggeno men, maar de persoonlijke, verbor gen motieven van rechter Thomas voor zijn uitzonderlijke houding zijn onuitwisbaar gebleven. De vaderlijke raad van de presi dent, de medelijdchdc, verheven glimlach van jongere collega's be geleiden rechter Thomas, terwijl hij de trappen afdaalt, alléén. Alleen, Dat is het lot van deze figuur. Sinds de dood van zijn zoon werd het grote huis van rechter Thomas leeg en eenzaam. Vrienden laten hem weggaan in de mist van zijn idealen. Alleen! Als de deur van het rechtsgebouw achter rechter Thomas dichtvalt, heb je neiging om te concluderen: „Goed bedoeld". Peinzend, met veel sympathie voor deze nobele mens, schud je het hoofd: „Goed bedoeld, Toch, als de gordijnen voor het witte doek dichtgaan, het licht in de zaal toeneemt, de mensen naar de uitgang schuifelen, verrast mij de gedachte: Heeft dit „goed be- WOORD VAN BEZINNING doeld" niet een beschamende ach tergrond? Schuilt achter de idealis tische houding van rechter Thomas tegenover ontspoorde medemensen niet een onwrikbare, doelbewuste overtuiging, een gelóóf? Moet je „goed bedoeld" in dit geval niet een positieve, onoverwinlijke strekking geven? De rust en tegelijk de bewogen heid van rechter Thomas, de stille strijder voor abnormale opvattin gen, doen mij denken aan een pro feet. een ziener, een getuige. Dergelijke figuren worden door hun tijdgenoten niet erkend. De schijn is tegen hen. De dagelijkse feiten maken de prediker van hoge idealen tot een fantast er. leugenaar. Vrijwel ieder geeft de profeet, in zijn hart, gelijk, maar als gevraagd wordt zich met daden gewonnen te geven aan het getuigenis, dat zich met ongewone kracht doet gelden, volgt de ontwakende glimlach: ach, goed bedoeld, maar tevergeefs. De profeet, de getuige slaat, met al zijn goede bedoelingen, alleen. Vergeet niet: het Evangelie kiest de zijde van rechter Thomas Ook Jezus Christus ging de weg van teleurstelling, mislukking en eenzaamheid. Verstandige mensen schudden hun hoofd over Zijn goede bedoelingen. Vrienden gaven Hem „ontslag". „Goed bedoeld", zei Pilatus, de rechter, die Jezus als een „collega" te hulp wilde komen. Maar hij liet Jezus, op het kritieke moment, al leen gaan, de weg naar de laatste uilgang: de dood. Goed bedoeld? Ja. Want achter de laatste deur van de mensen, van de geschiedenis, opent zich de wereld van God. waar het verre, maar niet te missen doel van alle goede bedoelingen wordt bereikt. P. L. SCHOONHEIM, Predikant voor het Bijzonder kerkewerk der Hervormde Gemeente te Leiden. Hoge Rijndijk 14a. met mijn ziel. Ik heb nog een kans om genade te vinden bij onze Heer wanneer ik sterf om mijn volk te redden. Laat mtj de eerste zijn die blootshoofds en barrevoets, met de strop om de hals, de toorn van de Koning van Engeland tegemoetgaat. Na hem verhief Jean d'Aire zich, die hoog was m aan zien, rijk met aardse goederen bedeeld, en bovendien nog twee beeldschone dochters bezat. De edele Jacques de Vissant en zijn broer Pierre, verhieven zich na hem. En zo stonden daar zes burgers van Calais die bereid waren hun leven te geven voor hun volk, dat schreide aan hun voet! Spoedig zijn ze op weg gegaan, de dappere Eustache de Saint Pierre voorop, en achteraan de stoet degene die zich het eerst had gemeld: Guenau. De Koning, hen ziende, was zó vertoornd dat hij eerst geen woord uit kon brengen. Waar hadden deze bewoners de moed vandaan gekregen om hem zo lang te weerstaan? Alle smeekbeden tot hem gericht opdat zijn toorn zou bedaren, waren vruchteloos, hy beval dat de beul zou komen om hen te onthoofden. Toen Guénau zich oprichtte en in de richting van de Koning keek. zag hy dat diens gemalin naast hem stond en op hetzelfde moment zyn ogen zocht. Het was Filippa. Zij had hem herkend! zy dreigden beiden hun bezinning te verliezen. Zij knielde voor de Koning neer. in diepe nederigheid, omdat de liefde het haar gebood en sprak met heldere slem: „Sire, ofschoon ik U, gelijk gij weet. nog nooit iets heb gevraagd sinds ik met groot gevaar dc zee ben over gestoken, smeek ik U nu nederig om een gunst terwille van de Zoon van de Heilige Maria, en terwille van mijn liefde: „wil genade schenken aan deze zes mannen." En de Koning, die wist c'at zü hem over een maand een kind zou schenken, werd bewogen in zijn ziel en zei: „Het ware mij liever geweest dat gij elders waart; maar gij smeekt mij zó dringend dat ik het l1 niet weigeren kan. Hoewel met tegenzin. Je hier, ik geef ze in uwe hand; doe naar uw behagen." Toen heeft de Koningin de zes mannen met zich mee gevoerd naar haar vertrekken en ze gevoed en gekleed, t hen de vryheid gaf: Dg beurd zou zyn tijdens de Honderdjarige oorlog is prachtig beschreven door Froissart en heeft eeuwen lang de artistieke ziel geboeid, zelfs nog tn een tijd toen elke glans van hoofse liefde al lang uit het gewone leven was verdwenen. De beroemde beeldhouwer Auguste Rodin werkte van 1894 tot 1896 aan zyn „Burgers van Calais". REIN BROUWER. Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllHiu OP de avond van deze dag heeft de jonge gravin tegen hem gezegd: „Deze dag is de Uwe. mijn dappere vriend, dat is Uw recht Daarom beveel, want deze avond behoor ik U toe. Wat wilt gij dat ik doen zal"" De nacht is voorbegegaan met tedere woorden en bittere tranen, de nacht is voorbijgegaan in vreemde strijd. Had niet Eustache de Saint Pierre zyn arm gesterkt en zijn hart gepantserd? Moest hij niet trouw zyn tot aan zyn laatste ademtocht? Was zy. die in alle reinheid tot hem gekomen was geen verleiding op zijn weg? Heeft ooit een vrouwe zich zo moeten vernederen om niets te ontvangen? Haar bloed was toch veel edeler dan het zyne? In de morgen heelt hy zyn lans en schild genomen, cn zijn zwaard erby. Hy heeft voor altijd van haar afscheid genomen, wetende dat hy haar nooit vergeten zou, maar wat is het leven zonder plicht? De liefde heft de plicht niet op Hy moest zeker gaan. Vanaf die dag is hy en dolende ridder geworden, die werk zocht voor zijn zwaard, dat ccn naam had, evenals zyn paard. Hjj diende de Koning met zoveel kracht en ontstiiimighcid. dat zijn vijanden het een eer vonden hem te ontwapenen met velen. Hetgeen dan ook einde lijk gebeurde, zodat hij. zwaar gewond en voor altijd voor de strijd ongeschikt, naar zijn vader moest terug keren. die nog altyd koopman was in de goede stad Calais. OP een dag begonnen de Engelsen de stad te belege ren. Zy bouwden een tweede stad in de nabyheid. wel wetende dat zy stormenderhand de vesting nooit zouden nemen. Calais zou zich emdelyk moeten overgeven door de honger gedwongen, want de zee leverde niet voldoende vis voor de talrijke inwoners en de paarden van de stad waren gering in aantal. De nood rees hoog, elke das werd de honger feller en de Koning van Frankrijk, de heer van de stad, werd terug geslagen door de zich zo goed verschanst hebbende Engelsen. Toen de nond tot de lippen kwam luidden dc klokken van Calais en allen spoedden zich naar het raadhuis, waar Jean dc Vicnnc hun mecdedccldc dat de Engelse Koning vreselijk vertoornd was op hun stad cn erover had gedacht om alle inwoners te doden. Doch zijn eigen mensen hadden hem tot rede gebracht cn nu nam hij cr genoegen mcc als zes burgers van Calais uit dc edelste en belangrijkste geslachten hem de sleutels van dc stad kwamen aanbieden, bloots hoofds en barrevoets, met een touw om de hals en in zeer deemoedige houding zoals het hij dc gelegenheid paste. Met deze zes mannen zou de Koning van Engeland, die naar Frankrijk was geko men om ook hier Koning te zijn krachtens zijn recht, mogen doen wat hij wilde. Toen de inwoners van de stad dit hoorden schreiden zij luid. doch in de ogen van één van hen kwam vuur. Dat was in de ogen van Guénau' Hii had eindelijk begrepen dat het waar was wat de schone gravin van Henegouwen zo lang geleden tot hem gesoroken had: hij had zyn leven verdaan in ijdelheid. Nu de kracht uit ztin lichaam was. was hy geen mens meer. Hy had zijn lichaam tot een afgod gemaakt en de Goddelyke roepstem tot zyn ziel niet gehoord. Nu was hij een overbodig wezen, dat at van het voedsel bestemd voor hen die moesten stryden. Nu kreeg hij zyn kans! Het leven is meer dan ijdelheid, de ziel meer dan het lichaam, het offer meer dan roem! Hy beklom de frap pen van liet raadhuis cn verzocht met zijn gekwetste arm cm stilte. Toen het doodstil was zei hii dat het liem een vreuede zou ziin ziin leven te seven voor zijn vader stad. opdat 7'i weer zou kunnen leven. Fn toen hij het •ei. hoorde hij een stem in hem. een héél tere stem die hij in jaren niet gehoord had: ..Houd goede moed. nu hen je een ridder, omdat je waarlijk de zwakken helpt." GROOT was de Indruk die zyn woorden maakten. Zelfs de dapperste mannen, liepen de tranen over de wangen, hetgeen vanzelfsprekend ook kwam door lichamelijke zwakte. Zyn vader die hem had hoi en spreken kwam naast hem staan en zei tot het volk: „Ik ben al oud Myn zoon is teruggekeerd in het vaderhuis, nu zal de vader hem vergezellen, opdat hU niet alleen biyve in deze laatste stryd" En toen de oude lakenkoopman dit had gezegd kwam de dapperste ridder naar voren die Calais binnen haar muren had: Eustache de Saint Pierre; die Guénau eens tot ridder had geslagen Hy zei' „Mannen broeders, Ik heb in dit leven slechts de ijdelheid nagejaagd en gespeeld faar het nieuwe leven! HFT ZIJN de kleinste verborgen schoonheden, die u kunnen treffen Het is meestal zó, dat het men selijk oog ze niet meer ziet Dikwijls is het verstard door sleur, haast en geestelijke blind heid. Gelukkig hij die ze wél nog ziet. daartoe de vreugde, de openheid en de bezonkenheid in zich draagt. Hy wordt geschraagd door een levenshouding, die hem het vermo- veler hart en hoofd. Het gevoel ook van het „waai- toe" en „waarom". De zekerheid voor de toekomst ging verloren, men weet niet, waarheen de wereld voert NATUURLIJK zal de mensheid haar neergang, neerslachtig heid. désillusies, twyfelmoe- digheid te boven komen. Zij zal opnieuw haar „styi", haar luiste houding vinden. Beziet een schoonheidsdétail als dit. De versluierde wereld van nu is er vól van! Laat het tot U indringen' Omdat wie door het positieve" van het minuscule gegrepen wordt, oog en hart zal en kón open stellen voor het „positieve" in breder zin en op hoger niveau. Wij moeten ons dit inzicht ver overen. om niet onder te gaan! Slechts hij. die op zijn herfstwan- deling geschokt wordt door de schilderachtige pracht van het de tail. het visuele vermogen bezit om het te ontdekken, heeft de kracht, té bouwen aan de komende levens- HET IS het ongelukkige van deze tijd, dat de mens die „levenshouding", die „levens stijl" niet meer bezit Vorige geslachten hadden haar nog wel: in de tijd van Gothiek, Renaissance. Barok vond men con tact enharmonie met het kunstzinnige. Tot de grote inzinking kwam. ontaardend In wat velen als de „chaosaanduiden. Het heden kenmerkt zich door het zoekende, het experimentele, dc onzekerheid Waarheen met onze levensdrift, indien zi] niet door positivisme wordt gedragen? Het negativisme domineert in Hilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Er zijn immers onnoemlyk veel sluimerende krachten, wachtend op het sein, terw yi de voorbereiding ertoe reeds werkt, al krijgt zij ge ringe kans Wat zich nu nog zwak en twijfe lend openbaart, zal eenmaal ge bundeld worden en zyn invloed uit oefenen op een mensheid, die het „waarheen" nog niet doorschouwt. Thans staat zu ónder- en niet bó\ en de dagelykse dingen Zij laat zich hulpeloos meesleuren loor de levensstroom. Inplaats van die stroom te overmeesteren er. zelf richting te bepalen Maar éénmaal misschien binnen niet te lange tijd, zal dit anders worden, ook al Hikt dat in de ver somberde situatie van nu wel eens onmogelijk. Foto L. Boom. styl, die een ieder in staat moet stellen, ook zonder te drukkende zorg en vrees, zich te wijden aan het „waarachtige", het schone, het edele EERST dan zal de „zoekende mens de chaos overwonnen - en de nieuwe realiteit gc\on- den hebben. En meewarig terugzien op een eeuw, waarin, dikwyls het .Jciyke" voor „schoon", het ..schone" \oor .lelyk" en het „onwaarachtige" voor .waarachtig" werd aangezien' Want. zoals deze paddestoelen de intbinding en tevens de nieuwe le venskiemen in zich dragen, zal de mens van nu. eens weer tot een nieuw en dan schoner en meer harmonisch leven uitgroeien. FANTASIO. IIHIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIirH

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1953 | | pagina 5