Millioenennota toont totaal tekort
van 995 millioen
Ontvangsten: 5.517 millioen;
uitgaven: 6.512 millioen
STAATSUITGAVEN ONGEKEND GESTEGEN
Overschot Gewone Dienst 453 millioen
A >Vv
LEIDSCH DAGBLAD - DINSDAG 15 SEPTEMBER
Defensie, rampherstel en werkgelegenheid
hoofdpunten in begrotingsbeeld
p) E millioenen-nota, wellte de Minister van Financiën vanmiddag bij de
Tweede Kamer heeft ingediend, wijst voor de begroting van 1954 een
nadelig saldo aan van bijna één milliard gulden (f. 995 millioen), t.w. een
tekort op de lopende dienst waaronder de Watersnood-uitgaven van f. 401
millioen en een tekort op de kapitaaldienst van f. 594 millioen. De uitgaven
van de gehele dienst zijn geraamd op f.6512 millioen en de middelen op
f.5517 millioen. De ontwerpbegroting voor 1953 wees voor de gehele dienst
een nadelig saldo aan van f. 565 millioen. In deze begroting viel een accent
verschuiving waar te nemen van de betalingsbalans naar de werkgelegenheid,
veroorzaakt enerzijds door de gunstige ontwikkeling van de betalingsbalans,
anderzijds door het uitblijven van verbetering op het terrein der werkloosheid.
De door de regering voorbereide maatregelen tot verruiming van de werk
gelegenheid en de daarop gebaseerde verwachtingen werden in 1953 door
kruist door de gevolgen van de Watersnood. De herstelkosten betekenden een
zware belasting van de Rijksbegroting tot een geschat totaal van f. 800 mil
lioen. Van dit bedrag is de helft ten laste van 1953 gebracht.
Het gewijzigde begrotingsbeeld heeft voor 1953 een nadelig saldo opge
leverd van f.596 millioen, een vermeerdering derhalve met f.31 millioen.
Drie hoofdelementen zijn van invloed geweest op het beeld, dat de begro
ting voor het jaar 1954 te zien geeft.
In de eerste plaats zal de defensie-inspanning in het kader van de in Nato-
verband aangegane verplichtingen wederom een bedrag van f. 1500 millioen
vorderen.
In de tweede plaats wordt het uitgavenbeeld ongunstig beïnvloed door de
gevolgen van de Watersnood, waarvoor een bedrag van f. 400 millioen is
uitgetrokken.
Tenslotte zal de bevordering van de werkgelegenheid haar invloed op het
algemene beeld der begroting doen gevoelen.
Te wijzen valt daarbij op een verhoging van de uitgaven voor de volkshuis
vesting, van die voor de kustverdediging, voor het open leggen van ontwik
kelingsgebieden en van belangrijke Waterstaatswerken, o.m. in verband met
de ontzilting.
Ook de fiscale voorzieningen, waaromtrent de Memorie van Antwoord
tegelijk met de millioenen-nota is verschenen, valt in dit complex te begrijpen.
IN de uitvoerige nota. die de Minister
van Financien bij de begroting beeft
overgelegd, merkt hij op:
Nu de financiële en monetaire situa
tie van de Nederlandse volkshuishou
ding zich sedert enige tijd kenmerkt
door een zekere ontspanning en stabi
lisatie. kan worden gezegd dat bij de
samenstelling van de ontuerp-bcgroting
1954 als richtsnoer heeft gegolden het
streven om door vergroting un de be
stedingsmogelijkheden in de bedrijfs- en
gezinshuishoudingen de levensstan
daard van het Nederlandse volk te ver
hogen en op deze wijze, zonder het ver
kregen monetaire evenwicht in gevaar
te brengen, via de Rijksbegroting een
zo groot mogelijke bijdrage te leveren
aan een verhoging van de nationale
welvaart.
IN de begroting zijn de budgetaire ge
volgen van de wijziging der belasting
wetten verwerkt Niet echter de ver
hoogde belastingopbrengst tengevolge
van de loonsverhoging ter compensatie
van de huurverhoging. Ook de finan
ciële gevolgen van de herziening der
salarissen van het Rijkspersoneel en
de daarmee samenhangende uitgaven
zijn buiten beschouwing gelaten
Geen rekening is voorts gehouden
niet een aantal, in 1954 met stelligheid
te verwachten uitgaven, waaromtrent de
wettelijke regelingen nog niet tot stand
zi n gekomen.
Geraamd worm. dat in 1954 vcor een
totaal aan additionele uitgaven van
f. 250 millioen voor o.m. a. uitkering aan
Nederlanders, die gedurende de Japan
se bezetting van het voormalige Neder
lands Indië zijn geïnterneerd (rapport
C-4.B zal worden betaald, alsmede;
b. kosten no3avoorziening ouden van
dagen .oor vrijstelling van een tweede
bedrag van f 100— als inkomensaftrek.
c. compensaties aan provinciën en
gemeenten ln verband met verlr.eing
van de personele belasting cn aan ge
meentebesturen c.q. schooltesturen ln
vr rimp MFtmiw o mm W46-*54
°,oVH NATIONAAL INKOMEN)
verband met de afschaffing van het
schoolgeld voor lager onderwas.
Bovendien zal de op grond van de
belastingvoorstellen aan Provinciefonds
en Gemeentefonds toe te kennen com
pensatie in de beschouwing moeten
worden betrokken.
Kpnvil bagrohngbulragefiri 55 milliard
WAT KAN MEN MET
FL c MILLIARD OPEN?
-inrsmpf'n Als menqaaHellpn heef I
60 51 52 54
.jnprlpdpr mensop flan pfcaar gelegd In gul-
deee-eacati'•O va-, ipf.iMjp-fpn krggen
eenefstand gplpk az
Investeringsaftrek Inkomsten-
en Vennootschapsbelasting
(Van onze parlementaire redacteur)
In het wetsontwerp fiscale voorzie
ningen ln verband met de werkgele
genheid heeft de regering een aftrek
voor de inkomsten-belasting en de ven
nootschapsbelasting voorgesteld, terzake
van investeringen in de vorm van be
drijfsmiddelen of van verbetering daar
van.
De faciliteit zou toepassing vinden
voorzover de totale aanschaffings- of
voortbrengingskosten in een bepaald
jaar f 10 000 te boven zouden gaan.
Bü nota van wijziging heeft de rege
ring th'ans voorgesteld de minimum
grens aan investeringen tot f. 3.000.
te verlagen en voor de toepassing van
de bepaling niet als bedrijfsmiddel te
beschouwen de voorwerpen van gerin
ge waarde, welker aanschaffing of
voortbrenging gewoonlijk tot de
lopende bedrjjfs- of beroepsuitgaven
wordt gerekend. De faciliteit heeft zo
doende voor andere sectoren van het
bedrijfsleven. In het bijzonder voor
middenslandsbedrljven, een veel bre
der en ruimer toepassingsmogelijkheid
verkregen.
Minister van de Kiejt
Hoe tiet geld wordt
besteed
In grote trekken volgen hier de cij
fers van wat de onderscheiden Depar
tementen ln 1954 nodig hebben.
tin mlllioenen
guldens)
Defensie 1500 -
Buitenlandse betrekkingen 91 5
Overzeese Rijksdelen 37 7
Politie en Justitie 220 4
Onderwijs en Cultuur561 4
Waterstaat 282 5
Verkeer 1723
Handel en Nijverheid 180 9
Land- en tuinbouw, veeteelt,
visserij 221.3
Sociale voorzieningen, emigra
tie en volksgezondheid 774 -
Herstel oorlogsschade 5019
Diensten vun algemene aard 270 9
Niet toegerekende pensioenen 86.4
Nationale schuld 805.5
Afschrijvingen 113.-
Watersnoodherstel 400,-
Ge volgen salaris verbetering
Rijkspersoneel 50-
Totaal 6511.9
Burgerlijk Rijkspersoneel sterk
gestegen
Hoofdzakelijk bij Departement
van Oorlog,
In de hiernavolgende tabel zijn enige gegevens vastgelegd met betrekking tot I
het verloop van de sterkte van het Burgerlijk Rijkspersoneel.
Opgemerkt zij. dat in het overzicht van de werkelijke sterkte te beginnen met 4
1953 als peildatum is genomen de laatste dag van de ln aanmerking komende"
maanden, teneinde aansluiting te verkrijgen met de betreffende maandelijkse I
publicaties van het Centrnal Bureau voor de Statistiek.
Uil deze gegevens blijkt, dat de sterkte ln de begroting van 1954 een niet j
onbelangrijke stijging te zien geeft ten opzichte van die van 1953. Deze stijging
wordt in hoofdzaak door het Departement van Oorlog veroorzaakt in verband
met de verhoogde militaire inspanning en als gevolg van het streven naar ver
vanging van militairen door burgerpersoneel.
Overzicht van het verloop van de sterkte v. h. Burgerlijk Rijkspersoneel
Werkelijke sterkte Begrotingsterkte
1952 1953 1 953 1953 1954
1 Jan. 31 Jan. 30 Juni
Burgerlijk Rijkspersoneel exclu
sief Oorlog en Marine
Personeel in vaste en tijdelijke
dienst
Personeel op arbeidsovereen
komst
3ub-totaal
Burgerlijk Rijkspersoneel Oorlog
en Marine
Personeel in vaste cn tijdelijke
dienst
Personeel op arbeidsovereen
komst
sub-totaal
Totaal-Generaal
48.832
25.475
51.733
23.101
52.941
22.878
95.625 99.654 101.512 103.628 109.776
Optimisme als sluitpost
Waarom tering niet naar nering zetten
Wandeling door de baaierd
(Van onze financiële redacteur)
Met een zondvloed van stukken, cijfers en staten heeft de regering ook
ditmaal weer de Staatsbegroting bij de Kamers ingediend en wie dit alles
wil lezen en bestuderen, zal zeker een week in deze baaierd moeten onder
duiken, waarbij dan nog een redelijke kans bestaat, dat hij er in verdrinkt.
Elders in dit blad kan men zich aan de exacte gegevens vergasten, ons
gaat het er om een globaal oordeel te vormen over de betekenis van het
Staatsstuk, dat voor 1954 het richtsnoer van de regering zal zijn voor het
financieel, fiscaal en monetair beleid.
de binnenlandse markt mogelijk zal
zyn. moet worden afgewacht
Maar ook zonder deze eventualitei
ten ziet de begroting voor 1954 er
waarlijk niet zo fraai uit. Een tekort
van circa f 1 milliard, waarvan f 400
millioen Egalisatiefonds, is zeker niet
gering. Daar reeds in 1953 de op
brengst van de RüksmQddelen niet
groter aal zijn dan de (herziene) ra
ming en men de ontvangsten voor
1954 scherp heeft geraamd, wat de
vennootschapsbelasting betreft, naar
ons oordeel zelfs te optimistisch
(slechts f25 millioen lager dan de
herziene naming voor 1953) ziet het
er dus naar uit, dat het werkelijk te
kort voor 1954 niet onbelangrijk gro
ter zal zjjn dan het milliard, dat
thans wordt genaamd.
Werkelijkheid altijd anders
Vooropgesteld moet worden, dat de
werkelijkheid altijd anders is dan de be
groting.
In de voorgaande Jaren ls dat wel ln
zeer sterke mate gebleken, met name ln
de jaren 1950 en 1951, toen telkens een
flink tekort werd geraamd, maar de re
kening met een groot overschot sloot.
Ook de uitkomst van 't Jaar 1953 zal er
anders uitzien dan men heeft verwacht,
al is per sail-do het verschil niet zo groot,
omdat wij spreken hier nog alleen
over de Gewone Dienst en de Buiten
gewone Dienst I (uitgaven en ontvang
sten van aflopend karakter) tegen
over de grotere uitgaven (o.a. f.400
miilliioen ter bestrijding van de waters
nood-gevolgen) ook hogere inkomsten
stonden doondnen o.m. wegens inhaal
van de achterstand in de aanslagrege
ling, de kohierbelastingen ruim f300
millioen hoger kunnen woeden ge
raamd dan men aanvankelijk heeft ge
daan.
Het herziene begrotingsbeeld van
1953 wijkt dus oiiot zoveel af van de
oorspronkelijke raming.
Voor de Gewone Diest en de Bui
tengewone Dienst I was een tekort van
f77 millioen geraamd, thans wordt dit
op f60 millioen begroot, de Buitenge
wone Diend II «kapitaalsuitgaven en
ontvangsten i sluit nu met een tekort
van f 656 millioen, tegen aanvankelijk
f642 millioen.
Stabilisatie
Wat bij de beschouwing van de cij
fers voor 1954 opval*, ds dat men ge
tracht heeft de totale uitgaven van de
Staat te stabiliseren. Maar het niveau
is aanmerkelijk hoger dan een paar
Jaar geleden. In 1946 was het f4635
millioen. ln 1952 f 5600 millioen, maar
ln 1953 inclusief de Watersnooduitea-
ven, f 6456 millioen en in 1954 f 6399
millioen.
Het ls echter zeer de vraag of dit ni
veau zal kunnen worden gehandhaafd.
Want ln de uitgaven voor 1954 ls wel
het effect van de reeds ingediende be
lastingplannen en van de thans voor
gestelde belastingverlaging begrepen,
maar niet de wettelijke regelingen, wel
ke nog ln discussie zijn en waarmee een
bedrag van rond f250 mdllnoen ls ge
moeid.
En ook de loonsverhoging, waartoe
men met ingang van 1 Januari wenst
te besluiten. )s in de cyfers van 1954
niet verwerkt.
Niet zo fraai!
Aan de ene kant betekent dit ook
voor het Rijk uiteraard grotere uitga
ven. aan de andere kant zullen daar
door ook de belastingontvangsten w»er
stUgen. wanneer althans de loonsver
hogingen ln de prezen der producten
kunnen worden doorberekend.
In hoeverre dat voor de export en op
hoping van de levensstandaard van de
bevolking zonder het monetair even
wicht in gevaar te brengen.
De bakens worden dus verzet. Nu
niet meer een bestrijding of voorko
ming van inflatie, maar het tegen
gaan van een deflatie door. via be
lastingverlaging en loonsverhoging,
de consumptiemogelijkheden van
bevolking te vergroten.
Dat de Regering dit aandurft houdt
natuurlijk allereerst verband met de
aanmerkelijke verbetering van de be
talingsbalans. die een overschot aan
wijst. maar het geschiedt ook ln de
hoop dat de fiscale faciliteiten de ac
tiviteit in het bedrijfsleven zullen prik
kelen en zo de werkgelegenheid zullen
vergroten, terwijl de gewenste verho
ging van de levensstandaard moet wor
den gezien als een poging om op dit
punt met België ln het gelijk te komen.
Prijsgegeven voordeel
De huurverhoging tot 200% van het
niveau van voor de oorlog en de op 1
Januari 1954 ingaande loonsverhoging
zal vooral In dit kader moeten worden
gezien. Het verschil van méning dat
zich te d'.en aanzien in de Stich
ting van de Arbeid voordoet, wijst
er op dat men ln werkgevers Krin
gen op dit gelijktrekken van de
levensstandaard met die in België niet
gerust is. De grotere export van
HERSTEL VAN OORLOGS-
Oorloqsschod<|
I 502 millioen gulden
I Watcrsnoodschqde
400 millioen gulden
Dit is te erger, omdat sinds 1950 een
ongunstige wending is ingetreden wat
de verhoiTdlng tussen de Staatsuitgaven
en het nationaal inkomen betreft.
In 1950 was het percentage tot 27
gedaald, voor 1954 zal het meer dan 30
zijn. omdat de toeneming van het na
tionaal inkomen relatief geringer ls
dan de stijging van de Staatsuitgaven.
Bakens worden verzet
Het ls. op zichzelf beschouwd, een
Innerlijke tegenstrUdlghead. dat de Re
gering bi) geHjkb'.yver.de en vermoede
lijk nog stygende uitgaven tot belas
tingverlaging en -derhalve tot een la
gere raming van de middelen (met
f500 millioen) overgaat. Hieruit biykt
dat het uitgangspunt van de Reger ng
thans anders ls dan tevoren Voor 1952
er. 1953 was het Regeringsbeleid ge
richt op de handhaving van het mone
tair evenwicht en de versterking van
de betalingsbalans, voor 1954 op ver-
laatste tijd, de verbeterde betalingsba
lanspositie en de stijging van onze
goud- en deviezenreserve, zijn voor een
deel te danken aan de lagere levens
standaard ln ons land. aan het feit dat
men ten onzent de tering naar de ne
ring heeft gezet, waarover wij van de
Wereldbank een pluimpje hebben ge
kregen. Dit voordeel wordt nu althans
voor een deel prys gegeven.
ONS NATIONAAL INKOMEN EN QE
UITGAVEN GEHELE DIENST 1948 f54
21.
20.
19.
m
V
1-
15
13
12.
Tl.
X).
9
Jfrr
1
1
Nationaal b~
in Komen (tegen 0
marktprijzen)
8
Uit
a ven
1
■J"
6
t
5
i'
o
vL-
4
F
3
1
1946 '47 '46 '49 '50 '51 '52 "53 '54
SSS*
Meer armslag
De regering zit ongetwyfeld ln een
moeiluk parket.
Aan de ene kant ziet zjj de noodzaak
ln om de fiscale lasten, die op de be
drijven rusten, te verlagen. De Ven
nootschapsbelasting zal met een paar
procent worden verminderd en de grens
voor de investeringsaftrek van 20 in
vijf jaar zal onder zekere beperkingen
van f. 10.000 tot f.3000 worden verlaagd,
maatregelen dus. die het bedryfsleven
meer armslag geven. Maar aan de an
dere kant zal de kostprijs van de pro
ducten door de loonsverhoging stügey
en het is nu maar de vraag wélk effect
straks het grootste zal blijken te zijn.
Dat de vereveningsheffing niet zal'
worden afgeschaft, zal vermoedelijk ook
wel verband houden met het verlangeiv'J
van België om de concurrentlemoge-1
lijkheden van het Nederlandse bedrijfs
leven niet te vergroten, en hetzelfde
geldt voor de afwijzing om het primaire
dividend van dc vennootschapsbelasting
vrij te stellen.
Alleen de dividendbeperking wordt,
tegen het advies van dc Slich
ting van de Arbeid In opgehe
ven, hetgeen meer een psycholo
gisch dan een tastbaar effect
hebben omdat de dividenden ove
by de meeste ondernemingen wegens
de te verwachten lagere winsten toch
wel niet zullen kunnen worden
hoogd.
Hachelijk avontuur!
Uit dfit alles bihkt wel dat dc
ring een poging doet om alle partijen
en ook de Benelux-partner te bevredi
gen cn daarom ln deze begroting een
zeker optimisme als sluitpost opneemt,
waarvan men slechts kan hopen das
het zich zal realiseren.
De ontwikkeling van de conjunctuur,
de gang van zaken met name in ce
Ver. staten cn de Internationale ove
eenkomsten inzake de douane-tarievet
e.d. zullen daarby een grote rol spelen
Die heeft de regering niet ln de hanl
Maar dat zy het in deze tyd met sul-
gende uitgaven en een op zijn minst on
zekere conjunctuur met een voor
middenklasse niet onbelangryke belas
tingverlaging waagt, verdient rtser
waardering.
Het zou ons echter een veiliger ge
voel geven als ook de Staatsuitgave"»
thans tot een ongekende hoogte ge
stegen. konden worden verlaagd en
heel het Regeringsapparaat nu eens
de tering naar de nering wilde tellen,
geiyk de bevolking dat heeft ged*,n-
Dit zal .naar onze stellige overtuig
te zijner tijd nodig zijn. willen
niet terugvallen In een drflrlttenr01 J".
tlek, waarvan wc de ellendige ge,nl*
gen in de eerste jaren na de oorlog
hebben gezien.
Want optimisme als sluitpost ra»
een begroting biyft een hacbeiu»
avontuur.