Boerenstrijd T&Xt tegen Austrcdië's symbool Aleoeten huiselijke haard Waar Amerikaanse beschaving Russische invloed verdreef WEKELIJKS BIJVOEGSEL van het LEIDSCII DAGBLAD - ZATERDAG 12 SEPTEMBER 19.13 - Pagina 2 Duizenden kangoeroes verwoesten schapenweiden Vliegende vossen: doodsvijanden van lammeren De vliegende vos, die niet alleen lammeren i s ook (gewonde) kangoeroes aanvalt. (Van onze correspondent in Australië) KONIJNEN de grote nationale plaag van Australië die het gras voor de schapen wegvreten, worden sinds enige maanden met behulp van myxomatosis (een verdelgingmiddel) met millioenen tegelijk naar de andere wereld geholpen. De productie van de bodem is daardoor belangrijk gestegen en zelfs kon de schapenstapel met drie millioen stuks worden uit gebreid. Als het zo doorgaat zullen de weiden binnen afzien bare tijd 300 millioen schapen kunnen dragen in plaats van de 120 millioen van thans. WAAR vroeger één schaap per acre (0.4 HA.) werd geweid en het konün het grootste deel van het gras knaagde, grazen er nu drie, sinds langoor in ettelijke tientallen millioe nen aan „myxo" ten offer valt. Maar het ene kwaad is nauwelijks beteugeld of het andere steekt de kop op: vliegende vossen en kangoeroes hebben nu hun kans schoon gezien om lammeren bij duizenden te doden, af rasteringen te vernielen en de wel landen te omwoelen, zodat de grasmat verwoest wordt en de schapen en lam meren van honger sterven. Havikken zien nu ook hun kans schoon en storten zich op de onschul dige dieren, die de rijkdom van Austra lië op hun lichaam dragen. De boeren hebben zich al geruime tijd afgevraagd wat er boven hun hoofd hangt als werkelijk de tijd mocht ko men, dat de konijnen, waarvan er 3 milliard in Australië zijn, zouden wor den uitgeroeid. WRnt waarvan zouden de vliegende vossen (heel grote vleer muizen! en de havikken dan moeten leven? Konijnen behoren namelijk tot hun dagelijks voedsel. THANS is het in verschillende stre ken zover dat het konijn er een zeldzaam dier is geworden. „Myxo'' heeft het mllliardenleger gedecimeerd en prompt storten hun vijanden zich op de onschuldige lammeren. Op één bedrijf, waar 3000 lammeren grazen, werden er in één nacht meer dan 300 gedood. De boeren zijn nu een inten sieve Jacht op de havikken begonnen. Dit is een moeilijk karwei, maar er worden er nu toch soms 30 per week neergelegd. Deze arendvogelszijn geen kleine dier tjes. Hun vleugelspanwijdte bedraagt DE (Van een bijzondere medewerker) LS een sleutel op de achterdeur van de twee grote continenten Rusland en NoordtAmerika strekt zich in het uiterste Noorden van de Grote Oceaan tussen Kamtsjatka en Alaska, de lange eilandenboog der Aleoeten uit. In 1741 werd ze door Bering, een Deen in Russische dienst, ontdekt en de ten Noorden van deze eilanden gelegen Bering Zee en Bering Straat houden nog steeds de herinnering aan deze pionier levendig. Dt eilanden hebben een onregelmatige kustlijn, de baaien zijn er ondiep, vol riffen en gevaarlijk voor de scheepvaart. Het water van de warme Japanse stroom ontmoet hier het koude, zuurstofrijke Noordelijke water, waardoor zich een rijk planktonleven en een overvloed van vis ontwikkelt. Us, sneeuw en de zo lange winter van het barre Noorden ontbreken er, maar bijna voortdurend is hier storm, mist en een betrokken lucht. In een periode van anderhalf jaar heeft men er soms slechts negen dagen een heldere hemel. Primitieve jachtmethoden ZONDER de zee was het leven der Aleoeten niet denkbaar: ze jaagden er op de zee-otter, zeeleeuw, de zeerob en zelfs op de walvis. Vóór de komst van Russen en Amerikanen was er een overvloed van zeezoogdieren en men ging toen gezamen lijk op jacht. In de lichte, met huiden beklede boten vertrok men in een brede halve cirkel en op een on derlinge afstand van min stens 45 meter Zo sloot men de otter, die aan de opper vlakte kwam om te ademen, in. Een bekwaam jager wierp dan een pijl met een geweerhaakte benen punt naar het dier. Werd het niet ineens ge dood, dan belemmerde toch de blaas aan het einde van de lijn, die bevestigd was aan de pijlpunt, zijn bewe gingen. Deze drijver toonde bo vendien de positie van het dier. De boten vormden er dan een dichte cirkel om heen en andere pijlen wer den gegooid tot de otter de strijd moest opgeven. Op de zelfde manier werd jacht ge maakt op zeerob en zee leeuw. De walvis werd met een vergiftigde lans gedood; het vergif werd op een ver nuftige manier aan de op de eilanden voorkomende mon nikskapwortel onttrokken. Met lijnen, zegens en dam- Kleding en woning De ingenieuze speer, waar mee de Aleoeten door hun grote bekwaamheid in het speerwerpen, menige vogel wisten te verschalken. metjes visten de Aleoeten voorts in de rivieren naar zalm, heilbot, kabeljauw en haring. De zalm werd ge spleten en op rekken te dro gen gehangen, voordat ze als wintervoedsel werd opgesla gen. Van de vogels at men oa. aalscholvers, eenden, ganzen, sneeuwhoenen en meeuwen. Ze werden gevan gen in netten en strikken, vervaardigd van baleinen of pezen. Vliegend vangnet Vliegende vogels ving men met de „bola". een slinger wapen bestaande uit 4 tot 6 koorden van een halve meter lengte, die aan één uiteinde waren samengebonden en elk een steentje aan bet vrije eind hadden. In de Op één farm werden onlangs 2000 kangoeroes geschoten, waarvan 60 op één nacht, maar de geplaagde boeren konden niet merken, dat deze uitdun ning had geholpen, om hen van hun vijanden te bevrijden, want de huppe lende en springende diprotodonten kwamen in even groten getale weer op zetten. In één district werden er meer dan 100.000 gesignaleerd! EïN kangoeroe wordt vaak be schouwd als een speelkameraad voor kinderen. Voorzichtigheid Is echter geboden, want het dier kan plotseling aanvallen zonder enige re den. zoals een 11-jarig meisje over kwam in Perth. Zij werd ernstig ge wond en moest in het ziekenhuis wor den opgenomen Er zijn tientallen verschillende soorten kangoeroes, tot 7 voet lang (of hoog, zo men wil),maar de kleinere soort, de Wallaby, is soms niet groter dan een meter. Wat de kangoeroes, afgezien van zijn beeltenis op de Australische munten en postzegels, voor Australië betekenen (afgezien ook van de ellende, die zij de boeren bezorgen) wordt duidelijk, als men weet, dat er meer dan een millioen kangoeroes-huiden per Jaar worden geëxporteerd. De kangoeroe is grijsbruin van kleur, of blauwgrijs, soms donkerbruin of roodbruin en is, zoals men weet. een buideldier. In haar buidel voert zij het Jong mee, na de geboorte zeker nog bijna zes maanden. Kort geleden werd een geheel witte Jonge kangoeroe In de buidel van een gedood dier gevon den. Het wordt nu verder opgevoed in de dierentuin van Sydney als een by. zondere speling der natuur. Kangoeroes leveren behalve hun huid, ook nog andere waardevolle dingen! Allereerst soep, want soep van kan goeroe-staart is een typisch Australlscn gerecht. Van de staart wordt verder gelatine gemaakt, dat gebruikt wordt bij de fabricage van ballen. Verder is de galblaas van nut. omdat sinds enkele weken een Austra lische professor de gal er aan onttrekt en daarmee proeven neemt om er synthetische cortisone uit te maken. Cortisone is een modern geneesmiddel! o.a. gebruikt bij de behandeling van patiënten, die aan bepaalde rheumati- sche ziekten lijden. En tenslotte ls de kangoeroe, die nergens anders ter wereld in het wild voorkomt, het symbool van Australië Zélf: „Kangoerocland". zes tot zeven voet. Een zo'n vogel ls ln staat verscheidene lammeren op één dag te doden. Vandaar de grote verlie zen. die de schapenhouders en lam- merenfokkers in de laatste weken heb ben geleden. Ook de vliegende vossen storten zich op de lammeren, nu het konijnenvoedsel minder is geworden. In vier weken schoot één boer 30 vliegende vossen en 500 kangoeroes. Een ander legde honderd „vleermui zen" neer. Dit is geen kleinigheid, als men weet, dat deze vleermuizen ge vaarlijke heerschappen zijn, die zeer agressief kunnen zijn en zelfs laf hartig gewonde kangoeroes aan vallen. Kangoeroes, hoe eigenaardig zij er In de dierentuin of op een plaatje ook uitzien, kunnen eveneens agres sief zijn. In het binnenland huppelen ze met grote sprongen, dikwijls dwars over de wegen in het lichtschijnsel van de auto's, net als konijnen. Hoe leuk zo'n ervaring ook is voor een immigrant, die dit voor het eerst ziet, het ls allesbehalve prettig, wanneer deze buideldieren in groepen van honderden de schapenfarms bezoeken en daar de wellanden en de afras teringen vernielen. Eén kangoeroe eet per dag evenveel gras als vijf schapen. Het is dus geen wonder, dat bij zo'n druk be zoek de schapen geen voedsel genoeg meer vinden en de boeren tiendui zenden guldens schade lijden. EEN ZOEKLICHT OP DE BOEKENMARKT Wel en wee van de Dat deze drie boeken tezamen hun bespreking krijgen, komt voort uit hun overeenkomst en in zekere zin ook waar het het boekje van Martie Verdenius betreft uit hun tegenstelling. Hun overeenkomst ligt in het onderwerp, het huiselijke milieu, hun tegenstelling in het feit, dat twee van deze boeken geschreven zijn uit een behoefte tot getui gen, en wel die van Madeleine Joye en Marie Killilea en het derde het werk is van iemand die, hoewel eveneens met het dagelijks bestaan geoccupeerd, typisch een schrijfster is, dus er op uit haar bevindingen zo raak mogelijk en zo persoonlijk mogelijk te boek te stellen, hoewel eveneens tot leringe en bovendien tot vermaak van haar lezers. Madeleine Joye. Het was mijn kind niet. (H.P.Leopolds Uit geversmij. Den Haag 1952) is interessant om het geval. De familie Joye namelijk is in het bezit van een tweeling, ter wereld gekomen in een kraaminrichting waar men blijkbaar nogal wild met de levende have om sprong. Want wanneer de beide zoontjes naar school gaan, blijkt in diezelfde eerste klasse een knaapje te zitten, dat inderdaad als de befaamde twee drup pels water lijkt op een van de beide zonen Joye, terwijl de andere ver meende tweelingbroer zeer afwijkt in gestalte en aanleg. Als blijkt dat die knaap op dezelfde dag in hetzelfde ziekenhuis geboren is als hun tweeling worden de ouders achterdochtig. Er wordt een medisch onderzoek inge steld, dat uitmaakt dat de twee op el kaar zozeer gelijkende kinderen inder daad een ééneiige tweeling vormen en de kantonrechter gelast uitwisseling van de beide jongens. Het drama in de harten van moeders en kinderen, dat het gevolg is van deze ijsbaarlijke ver gissing, is een goede waarschuwing voor kraamverpleegsters om pasgebo renen niet te lichtvaardig in wiegen te deponeren waar zij niet in horen. is de geschiedenis van ouders, die met hand en tand vechten om hun spasti sche kind een kind met een afwij king in de hersenen waardoor de spie ren niet op de juiste wijze bediend kunnen worden op te voeden tot een zo normaal mogelijk schepsel, dat hoe wel met de grootste inspanning toch functionneert als een gewoon mens. Ongetwijfeld is dit een boek waar ouders met een dergelijk kind veel aan zullen hebben en de Bond van Ouders van Spastische Kinderen be veelt het dan ook terecht warm aan. Wie echter dit boek zal lezen alleen uit belangstelling voor de onheilen, die het maatschappelijke leven herbergen kan, zal ook iets van zijn gading vin den. Hij kan zich verheugen omdat dit leed, dat een ieder schuldeloos kan treffen, zijn deur voorbij is gegaan en hij zal getroffen worden door een beeld van innig gelukkig gezinsleven, on danks de zware last, welke deze familie op de schouders gelegd is. Dit boek komt uit Amerika, uit de Verenigde Staten om het juister te zeggen, zodat men er ook de con clusie uit kan trekken, dat daar ook rustig en burgerlijk geleefd kan wor den zonder gerag in auto's, drinkge lagen, brute erotiek en andere ver schijnselen van levensmoeheid. Martie Verdenius. „Je kunt niet alles hebben, zeggen ze...." Elsevier. Amsterdam 1953. De cabaretleidster Martie Verdenius ontpopt zich in haar kleine boekje eén verzameling schetsen die het weekblad „Elsevier" versierd hebben als een voortreffelijke schrijfster van het luchtige genre. Haar luchtig heid is echter geen oppervlakkigheid, maar een verworvenheid uit levens ervaring. Bovendien is zij een meesteres in het vinden van het juiste woord op de juiste plaats. De twee kinderen van deze schrijf ster treden nogal eens op in haar schetsen en het is bepaald verademend nu eens niet iemand zichzelf te zien voorstellen als de modelmoeder, met het hart vol tedere-kinderzieleffecten, maar ronduit als een mens, een mens dat gehinderd kan zijn, een mens met niet meer opofferingsgezindheid dan de gemiddelde moeder op kan brengen, iemand met gezond verstand en een humoristische kijk. Het is dan ook niet te verwonderen dat de kinderen van, deze moeder kleine persoonlijkheidjes zijn, wie niet geleerd is hun eigen aard te vervormen tot de algemeen geldige. De controverse tussen verwachting en realiteit, een goedmoedige spot ten op zichte van het mannelijk geslacht en een soms vinnige scherpe kijk op het vrouwvolk komen verder tot uiting. De humoristische schets is zeer in de mode tegenwoordig, maar Martie Ver denius kan er nog best bij, daar zij verschilt van haar collega-humoristen door een grotere afzijdigheid, geen spoor van zelfbeklag en een volkomen afwezigheid van wat men verstaat onder 't begrip „burgerlijk". Maar laat haar nu niet tot in de eeuwigheid door gaan en eens iets van langer adem proberen. Hoewel, je kunt niet alles hebben, zeggen ze.... CLARA EGGINK. Van primitieve jagers tot „geciviliseerde" burgers Tevens belangrijke Amerikaanse marinebasis lucht geworpen verspreidden deze koorden zich als de spaken van een wiel en gel raakte, werden de andere direct om vleugels en lichaam van het dier gesla gen. waardoor het op de grond neerstortte. Behalve deze bola kenden de Aleoeten nog een bijzonder soort speer voor de vogel vangst. Deze was ongeveer anderhalve meter lang en had een benen punt met vele weerhaken (zie afbeelding)! Op korte afstand van deze punt waren 3 soortgelijke armen met weerhaken straalsgewijze zó geplaatst, dat ze van de steel met een scherpe hoek uitschoten. De ze speer was zeer doeltref fend, daar ze met haar 4 ge weerhaakte punten vrijwel gelijkwaardig werd aan 4 dicht bij elkaar geplaatste speren, die door het lucht ruim vlogen. Mannen e droegen het gehele jaar door een lang, op een hemd gelijkend kleding stuk. Dat der mannen was gemaakt van vogelhuiden, terwijl de kleding der vrou wen van de huid van de bontrob of zee-otter ver vaardigd werd en een geheel opleverde, dat menig me vrouwtje uit de Apollolaan te Amsterdam zou doen wa tertanden. De rechthoekige woningen, barabara's genoemd, behoor den tot het Aziatische type holwonlng. Ze waren diep in de grond gezonken, hadden koepelvormige daken van drijfhoutbalken of walvis been, bedekt met lagen droog gras, waarop weer zo den rustten. Een kleine dak opening diende als ingang, schoorsteen en venster, een ingekerfde boomstam fun geerde als trap. Soms waren dit gemeen schapswoningen en dan wel 70 meter lang. In dat geval herbergden ze maximaal 40 gezinnen of 150 mensen. Elk gezin beschikte over afzon derlijke vertrekken. door grasmatten van de andere afgeschermd, Stenen lampen, die brand den op olie van zeezoogdie ren, gaven licht en warmte. Oorspronkelijke religie VOOR de komst der vreemdelingen geloof den de Aleoeten in geesten en bovennatuurlijke wezens, wier kracht in alle dingen, van rotsen tot dieren toe, eeuwigdurend aanwezig was. Eén klasse van goden re geerde over de zee, een an dere over de aarde en een derde over de hemel. Ze konden zorgen voor een goede jacht, bescherming bieden en alle behoeften be vredigen. Op gewijde plaatsen brach ten oude mannen offers; vrouwen en jonge mannen mochten daar volstrekt niet komen, op straffe van vroeg tijdige dood of krankzinnig heid. Moreel stonden de Aleoeten op hoog peil: als de meest oneervolle misdaad gold b.v. het verwaarlozen van de ouders; jegens hen werd de kinderen liefde en respect bijgebracht. Voorts leerden ze hun kinderen achting voor de ouden en zwakken: jachtbuit moest altijd met hen worden gedeeld. Bestraffing van een kind gebeurde zelden: het bijna enige zeer doeltreffende middel was het onderdompe len van een hullend kind in sneeuw of koud water. Hoe de mannen hun overwicht handhaafden Teneinde het overwicht van de man te handhaven voerde men naar behoefte een spel op, waarvan de ge heimzinnigheden alleen aan de mannen bekend waren. Deze moesten daarover zwij gen. op straffe van een ge welddadige dood. Niet vóór de komst van 't Christendom ontdekten de vrouwen hoe ze steeds bij de neus geno men waren. Bij dit spel verliet een aantal mannen het dorp on der het voorwendsel op jacht te gaan. Enige dagen na hun vertrek strooiden de mannen thuis het praatje rond, dat er een ramp over de gemeenschap zou komen. Door zeer beangst te doen, brachten ze de vrouwen er toe in enkele barabara's hun toevlucht te zoeken. „Helden" contra „Duivels" Plotseling werd dan bulten een groot tumult gehoord en een uitgezonden dappere man kondigde aan dat er duivels op komst waren. De ze duivels (de door een graskleurig kledingstuk on herkenbaar vermomde „Ja gers") lieten zich dan onder een oorverdovend gebulder en gefluit door de openingen In de baraba's vallen midden tussen de angstige vrouwen. De in het dorp gebleven mannen leverden een held haftige strijd en overrompel den en verdreven uiteinde lijk de belagers. Geesten en duivels speel den een zeer grote rol in het geloof van de Aleoeten en daardoor wordt het duide lijk, dat de vrouwen zo be vreesd waren. Dat maakte hen gehoorzamer en trouwer dan anders wellicht het ge val zou zijn. Het Russische bewind: massamoord en slavernij Vanaf de ontdekking in 1741 zwierven Russische bontjagers door het gebied. De argeloze bevolking werd bij duizenden vermoord, de overlevenden wreedaardig geëxploiteerd en vernederd tot slavernij. Terwijl hun Vroeger werden de doden in grasmatten of huiden ge wikkeld en in droge, verbor gen holen opgehangen, ter wijl rijke Aleoeten ook wel bijgezet werden in boten, die aan palen werden opgehan gen. Veiligheidshalve waren deze boten dan eerst voor gebruik onklaar gemaakt. Van de Russen namen de Aleoeten nu de gewoonte over om hun doden in kisten op kerkhoven te begraven. Het proces der veramerikanisering In 1867 werden de eilanden door Rusland aan de V.S. verkocht. Hoewel de nieuwe regering het lot der bevol king aanzienlijk wist te ver beteren, kon haar cultuur niet meer gered worden: de ze was reeds volkomen ge- Nieuw verdrong het oude! Thans gebruiken de Aleoe- ten evenals wjj cakes, gebak, oliebollen, koffie, thee en suiker; ook zijn ze verwoede rokers geworden. Hun vrou wen zijn zelfs naar Ameri kaanse maatstaven goede koks, dankzij de opleiding aan de Gouvernementsscho- len, welke in recente jaren op de eilanden gesticht wer den. Moderne blokhuizen, gebouwd op palen en plan ken die uit Amerika betrok ken worden, zijn nu zeer in trek gekomen. De kleding is van Ameri kaanse makelij en van Euro pese mode: het oude beeft afgedaan! Alle bewoonde eilanden bezitten thans Amerikaanse scholen en de Engelse taal vervangt de oude, in onbruik aantal ln 1747 geschat werd op 20.000, vinden we een eeuw later nog slechts 900 bewoners opgegeven. De Russische „beschaving" ontnam de bevolking alles, waarvoor slechts weinig werd terugontvangen. Volkomen ongeremd door wet of geweten maakten, ge durende de gehele Russische periode, bontjagers jacht op otters en robben. Daardoor werden de Aleoe ten beroofd van de oorspron kelijke voedselbronnen en -zeerob, zee-otter en walvis zijn nu, afgezien van de kwekerijen, bijna geheel uit geroeid. De Russische priester Ve- niaminov leerde de Aleoeten hun eigen taal in geschreven vorm gebruiken. Zijn vurige pleidooien voor een mense lijker behandeling der bewo ners hadden weinig effect. Sedert zijn tijd, 1830, vol trok de Russisficatie zich zo snel dat, waren de eilanden in 1867 niet door de V.S. aangekocht, de taal der Aleoeten door de Russische zou zijn verdreven. Door het ijverige beke ringswerk van Veniaminov gingen de Aleoeten tot de Grieks Orthodoxe leer over. Ze zijn thans van alle door de Russen onderworpen „primitieven" de meest ver knochte aanhangels van deze religie. De barbarahet Aziatisch type holwoning dat vóór vreemdelingen op de Aleoe ten hun invloed deden gel den, op deze eilanden zeer verbreid was. broken en zo goed als uit gestorven. het doden van de bontrobben werd aan stren ge selectiebepalingen onder worpen en onder auspiciën van de regering uitgevoerd. Alle volwassen mannelijke Aleoeten van de wat Noor delijker gelegen Pribilof Eilanden zijn thans staats- arbeiders en nemen aan het slachten der dieren deel. De huiden worden gedroogd en gezouten alvorens ze naar de fabrieken te Londen en Pa rijs gaan om daar verduur zaamd en geverfd te worden. Elk familiehoofd heeft een rekening bij het Regerings magazijn, waar hij zich van zijn loontegoed confectiekle- ding, geïmporteerd voedsel, instrumenten, luxe artikelen ete. kan aanschaffen. geraakte eigen taal. Ook de I gebeden zijn in het Engels j vertaald. Verdwenen bevolking De Japanse Invasie irof In 1942 de westelijke eilanden Attu en Kiska. Na de her overing bleken alle bewoners verdwenen; hun lot is nog steeds een mysterie. In de jongste oorlog speel- j de de grote Amerikaanse jj marinebasis Dutch Harbor, gelegen op het hoofdeiland I Unalaska, een zeer belang- d rijke rol. Van hieruit ope- I reerden de Amerikanen W 1 dit gebied. I Na de oorlog werd Dutch Harbor nog aanzienlijk ver- sterkt en thans behoort bet tot één deb belangrijkste J Amerikaanse marinebases. I In de laatste eeuwen on- derging de gehele levenswil" I ze van de Aleoeten dus een ingrijpende verandering; be- langrijke cultuurelementen als taal en godsdienst wijzig- den zich zelfs volkomen. Hun woongebied vorm» II thans 'n schakel tussen Oost fl en West en wordt van s|ee^ I groter strategisch belang- Moge de nu weer in aantal j groeiende bevolking een pe* N riode van grotere stabiliteit n tegemoet gaan. J. H. van den Brink i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1953 | | pagina 8