De gouden troon „Waar blijven die vreemdelingen nu?" TERUGBLIK Teleurstelling op Salzburg's Festival Kafka's „Proces" in wereldpremière W* DIT« D WEKELIJKS BIJVOEGSEL van het LEIDSCH DAGBLAD - ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1953 - Pagina 3 Bewogen Leven XXXV Daar riep de Inca: ONGETWIJFELD is de 16e November van het jaar 1532 de belangrijkste dag in de geschie denis van Peru. Stralend kwam de zon die dag op en verdreef de morgennevelen. Zij. de aangebedene, rees glimlachend boven het machtige landschap, onwetend ten opzichte van de dingen die zich in de nieuwe dag zouden voltrekken. Op deze dag namelijk zou het volk. dat haar eeuwen lang had vereerd, ten onder gaan door de roekeloze moed van een handje vol bonken. In de nieuwe morgen bracht Pizarro al zijn dienaren op de hoogte met de détails van zijn plan. Vlak bij de regeringsgebouwen welke zij betrokken hadden, lag een fort. In dat fort liet hij de twee kanonnen opstellen welke hij had meegevoerd over de bergen. De ruiterij schaarde hij in twee afdelingen, die zich aan weerszijden van hem moesten opstellen in de zalen der regeringsgebouwen. Door de grote poorten zouden ze in een minimum van tijd het plein op kunnen stormen waar weldra de Inca verschi/nen zou. Het voetvolk werd in een der gebouwen opgesteld, dat zo ver mogelijk naar voren sprong. Hizelf hield twintig uitgelezen mannen bij zich waarmee hij naar bev nding zou handelen. Niemand mocht aanvallen voordat hij het teken gegeven had. leder kende de opdracht: de Inca levend gevangen nemen! Bliksemsnel en met veel gedruis zou men aan moeten vallen. Men zou de Indianen volkomen moeten overrompelen. Voordat de Inca zich op weg maakte, werd er een mis gecelebreerd. De Heer der Heerscharen werd gesmeekt hun wapens te zegenen opdat het Christendom mocht zegevieren ook in dit hei dense land. Kerkgezang steeg op uit twee honderd kelen: ,,0 Heer, verhef U en recht Uwe zaak!" Een eigenaardige ontroering jgreep de zangers aan. Wie waren zij eigenlijk? Een schare gelukzoekers? Een groep martelaren? In elk geval hadden zij hun wapens gewet en hun kruit droog gehouden! MEN wachtte en wachtte. De Inca kwam maar niet. Het is zo moeilijk om uren achtereen laaiend enthousiast te zijn. Tegen de middag kwam het machtige kamp in bewe- gin Tienduizenden Indianen hadden zich langs de. weg geschaard waarlangs de Inca optrok in de richting van de stad. Tot hun grote teleurstelling zagen de Spanjaarden dat de Inca zijn tenten weer liet opslaan vlak bij de stad en dus niet van plan was deze dag naar hen toe te komm. Morgen zouden ze moe zijn na een tweede, slapeloze nacht. Alles was bereid hem heden te ontvangen. Zelfs de paarden droegen vrolijk luidende bellen aan hun tuig. Nu moest toch alles doorgaan?. Pizarro zond een boodschapper naar de Inca die hem mededeelde, dat alles tot zijn ontvangst gereed was. Of hij nu alstublieft maar wilde komen. Men was zo verlan- gend hem te zien. Deze boodschap deed de Inca van plan veranderen. Hij deelde de tolk van Pizarro mede, dat hij nog deze dag in het Christenkamp zou komen, vergezeld slechts van enkele dienaren die ongewapend zouden zijn. De Inca verlangde ernaar de nacht in de stad door te brengen. Toen de Spanjaarden dit hoorden ging er een luid gejuich op. Pizarro deed de rondte langs al zijn man nen. Hij ging naar het fort waar zijn twee miniatuur- kanonnetjes waren opgesteld. Hij sprak er met Pedro de Candia, die h(j tot commandant had benoemd. Als hij, Pizarro, het teken zou geven door met een witte sjerp te zwaaien, zouden de kanonnen worden afge vuurd. Pizarro sprak met zijn broer Hernando en met de Soto. Hij deelde hen mede dat ze naar buiten zouden moeten stormen als de kanonnen werden afgevuurd. Met wapen gekletter en onder bazuingeschal zouden ze voorwaarts moeten, de Inca tegemoet, die ongetwijfeld door enige duizenden dienaren omgeven zou zijn Pizarro sprak met de muskettiers die hij zoveel mogelijk onzichtbaar tussen de gebouwen had opgesteld, waar bovendien de echo van hun geschut tienvoudig zou worden weerkaatst Hij gaf hun opdracht te vuren als de kanonnen gezongen hadden en wel zoveel mogelijk tegelijk, op de edelen d.e de Inca zouden omgeven Maar de Inca zelf moest levend in hun handen vallen, opdat zij konden blijven leven. Met bonzend hart was een ieder op zijn Tjost. Hoe zou den de Indianen op hun schieten reageren? Zij u rnen geen wilden meer die in hutten leefden, zij haóc'tn prachtige steden gebouwd. WACHTEN kan soms zo lang duren. Minuten kunnen uren zijn. Zo nu en dan klommen er posten naar de daken der huizen om uit te zien. De zon begon al te dalen en nog was er geen enkele Indiaan in de stad Zouden ze komen als het donker was? Maar dan was er toch geen vechten tegen? Eindelijk, eindelijk rukte de voorhoede de stad binnen. Zij kwamen niet geruisloos. Aan de kop van de voor hoede liepen enige honderden Indianen die alle vuil en elke hindernis van de weg ruimden. Zij zongen triomf liederen. Het daverde door de stille straten De Span jaarden tot wie de liederen reeds door drongen toen de voorhoede nog niet eens tot het marktplein genaderd was. huiverden Het geluid gHeek zo in de verte op het bruisen van een machtige zee die alles verslinden zal wat haar in de weg komt. Het i-mgen kwam nader Voi- gens een der veroveraars klorken ze weldra als de triomfliederen der duivels uit de hel. De voorhoede marcheerde het marktplein op waaraan de regeringsgebouwen lagen Geen Spanjaard was te zier.. Allen hadden zich teruggetrokken De voorhoede werd gevolgd door golven Indianen, in groepen ingedeeld, ge kleed in de meest opvallende gewaden. Sommige groepen waren geheel in het wit gekleed. Bruin was hun huid tegen de blankheid van hun kleding. Zij droegen zilveren hamers en knotsen met zich als wapens. Andere groepen waren rood en wit geblokt Zo in de verte leken zij op narren, maar naarmate zij dich terbij kwamen leken zij waardiger. Door spleten en gaten bestudeerden de Spanjaarden de naderende scharen. Wat was dat? Daar kwam de Inca. Ily werd gedragen! Men droeg hem op een baar. Op die baar was een troon van massief goud. De late zon blonk er op. Welk een schouwspel, een gouden troon. De palankijn was versierd met de prachtigste exotische veren en beslagen met zilver en goud Koog was de Inca verheven boven zijn onderdanen Fier ging zyn blik over de aanrukkende scharen. Hij had een parelsnoer om van groene smaragden. Er was heel veel goud aan zün hoofd en hU droeg de koninklijke Om hem stuwden zün lijfwachten in hemelsblauwe livrei en de Peruaanse edelen die achter en naast de draagbaar gingen hadden hun oren zwaar beladen met juwelen. HET driehoekige plein stroomde vol mensen. Duizen den stelden zich op Alles ging met de grootste orde gepaard. De aanwezigheid van hun vorst vervulde de Peruanen met grote eerbied Toen Pizarro dit alles heimelijk waarnam sloeg hem zelfs de schrik om het hart. Hij wist dat slechts een wonder hen rgdden kon. En op dit wonder hoopte hy. Hoe het ook zou komen, spoedig zou de vreselijke spanning waarin zij verkeerden voor bij zijn De Inca kwam nader Nu was hij op enige tientallen meters verwijderd van de gebouwen waarin de Spanjaarden zich verdekt hadden opgesteld De Inca richtte zich hoog op, keek over zijn duizenden getrouwen, en riep daarna met luide stem: „Waar blüven die vreemdelingen nu?" Het werd doodstil op het plein Men kon werkelijk een speld horen vallen. Pizarro had een Dominicaner mon nik naast zich. een zekere Vicente de Valverde; dezelf de die later bisschop van Cusco geworden is: De monnik stond naast Pizarro. in de ene hand zijn Bijbel, in de andere een kruisbeeld. Toen de machtige klanken van de Inca waren gestorven tussen de huizen van het stadsplein, gaf Pizarro de monnik een teken. HU moest naar de Inca gaan. De blanken zagen hem zijn weg zoeken tussen de dui zenden. geheel alleen, naar de gouden troon waarop de Inca zat. -tr AjS ik een keer terugkom op de plaats waar lkm'n Jeugd door bracht - er is sindsdien een kleine mensenleeftijd voorbügegaan - dan is het haast onmogelük zich i te denken, dat er alledag zóveel gebeurt In een wereld, die voort durend aan verandering is bloot gesteld: zowel geestelijk als mate rieel, belangrUk of onbelangrUk. Daar staan nog dezelfde huizen En ai zijn ze veelal gemoderni seerd, ik zie nog véél van 't oud- vertrouwde, zelfs die éne rode bak steen nog, waarin ik eens in jeug dige hoogmoed mijn initialen kerf de. Daar staat nog altijd die meters dikke oer-boom, waaronder het stokoude vrouwtje met haar viool- bouquetjes gehurkt zat. Mummelend en vriendelijk grijn zend prees zU ze aan. Maar desondanks koesterde ik een heilige angst voor haar, omdat Hij had bovendien het groot ver trouwen gewonnen door zijn fa- meuse voorspellingen wanneer het internationale wedstrijden betrof het klopte altijd precies. Deze man moest beslist een spe cialist bü uitstek zün! Zo gaat 't méér by specialisten: op terrein dat niet het hunne ls, falen zü onherroepelük. DAN wandel ik verder door in bezettingstüd afgehakte bos sen, maar zie nog de sporen der vroegere Indianenpaadjes, die eens de schitterende bekroning mijner fahtasierüke ideeënwereld vormden. En hier is dan 't punt, waarop ik merk hoe de tand des tüd akelig geknaagd heeft aan wat eens Ir mijn kinderogen het ideaal van na tuurschoon was: een nog vrü open vlakte met fraaie rüwegen, alle: aangepast aan modern verkeer en Iemand me eens voor deze „tover heks" gewaarschuwd had: ze bood balletjes aan, die vergiftigd waren, «at natuurlijk helemaal niet waar was. Waarom scheppen ouderen er altijd zo'n sadistisch genoegen in, Uelne kinderen met angstaanja- ;ende verhalen de stuipen op 't lijf te jagen?.... ENFIN: de kol is verdwenen en waar ze dag-in dag-uit in weer en wind zat, staat nu een kleurige consumptietent, waarvan de eigenaar zich in de loop van vele jaren, door middel van koffie en koeken, coca-cola en bier, zuur tjes en vooral ijsjes voor de smul- !ende jeugd, een uitermate lucra tief bestaan heeft weten op te bou wen. Daarachter ligt, tussen hoge bo men verscholen, de „witte plek", «aar we na vieren met z'n allen ons dagelijks voetbalpartütje speelden. r was een zonderling van mid delbare leeftüd, nog altüd fluks ter deen, wiens enig levensdoel daarin «heen te bestaan, dat hü bü deze 'Urig-opwindende wedstrüden, die dnze benen soepel - en onze schoe nen kapot maakten, als schelds- 'echter te willen fungeren. Mocht deze Joviale man op an- cere gebieden enigszins achterlük l'ln. op dat van het „scheidsrech ten" stellig niet: hij kende de re- *1*. althans theoretisch van bui- '(n. Bracht hü ze in praktijk, dan 'aaide er soms wel Iets. Maar dat ton niet deren: we legden ons on- oorwaardelük bü zün uitspraak j neer wetend, dat deze deskundige 113n onze partütjes even belang- j ':lk achtte als een wedstrijd Neder- i 1Jnd—Engeland met Woodward of Gobel in het doel en zün functie i :f*etensvol vervulde. aan de smaak van het zogenaamd gecultiveerde heden, waarbU de verburgerlükt-nette plantsoenge dachte tot een waar hoogtepunt ls opgevoerd. Maar de intimiteit en eenvoud van weleer zün ermee verdwenen en met haar de mogelükheid om zich avontuurlük te verstoppen ach ter weelderig-hoge bosschages, doorvlochten met geurige vogel kers, speenkruid en koekoeksbloe men, zoals kinderen van vroeger dat zo graag geheimzinnig deden. ER is in deze contreien „ruim baan" gemaakt, om de massa gelegenheid te geven zich naar de zee te begeven, teneinde zich te vermeien in een weidse en nog steeds onovertroffen aanblik, het enige punt, waar de gevolgen van een steeds aanzwellende overbevol king nog niet tot een schrikbeeld zijn uitgegroeid. Ik zag de zee evenwel al zo dik- wüls. dat ik niet de minste behoefte gevoelde, er opnieuw heen te gaan; ik bleef liever dwalen in de omgeving waar eens het „huis der vaderen" stond en waar 't zo rus tig was, dat men er hen, die in de vele kerkhoven rondom hun laat ste rustplaats vonden, er eigenlijk om benijden mag. Men hoort daar geen geweld en ln de stilte die er heerst, kan men zich op eeuwige dingen bezinnen. Hier Is 't enige onbeweeglijke ln een zich constant bewegende, be weeglijke wereld, zó beweegiyk, dat een mens alle kans loopt van de ene dag op de andere dag een troon te verliezen en te herwinnen: zie naar Perzlë's Sjah. Of niet Ook dit komt voor! REIN BROUWER. ir tr Onbegrijpelijke inhoud heterogene muziek Gottfried von Einem, de componist van „Het proces" (Van onze correspondent te Wenen) Het curatorium van het Salzburgse Festival heeft waarschijnlijk op goede gronden eerst twee weken gewacht, voordat het met de première van de nieuwste opera van Gottfried von Einem voor de dag kwam. We hebben in de eerste 14 dagen, zoals reeds gemeld, een paar goede Mozart- opera's gezien en een heel zwakke opvoering van Shakespeare's .Julius Caesar", Er werd veel en goed gemusiceerd en Salzburg heeft ook nu weer de kans aangegrepen om Mozart te laten uitvoeren op een volmaakte en natuurlijke manier, die nu eenmaal het geheim is van de Salzburgse en tevens van de Weense muziek-cultuur. Maar nu is dan eindelijk ook de veel besproken opera „Het Proces" voor het voet licht gekomen, een opera die teruggnjpt op de gelijknamige roman van Kafka (18831924). Het libretto, samengesteld door Boris Blacher en Hemz von Cramer, houdt zich 'vrij getrouw aan een aantal citaten uit Kafka's werk, maar dat neemt toch niet weg dat deze opera-tekst maar een heel zwakke weergave is van de oorspronkelijke roman. een reactie tegen de zelfgenoegzame en optimistische mentaliteit van voor de eerste wereldoorlog, toen iedereen dweepte met de „vooruitgang" en men geen rechtvaardige God. noch zonde of schuld meende nodig te hebben. En juist met deze reactionnaire idéé schijnt Kafka (en met hem o.a Kier kegaard) te beantwoorden aan de op vattingen van een groot aantal mo derne en dieper denkende mensen Vandaar de belangstelling voor Kafka in Italië. Duitsland en Amerika, van daar ook het merkwaardige feit dat niet alleen „Das Schloss" voor het to neel werd omgewerkt, maar dat zelfs Gide en Jean Louis Barrault een Fran se toneelbewerking van „Der Prozess" hebben gemaakt. Een „solisten"-opera rtJ betreuren het ten zeerste dat de Salzburger reclame van te voren heeft aangekondigd dat Juist de muziek van G. von Eir.em ons de bedoelingen van Kafka duidelijker zou maken. Dat is jammer genoeg niet het geval: het libretto is name lijk in vergelüking met het oorspron kelijke werk veel en veel te mager, maar ook de muziek brengt ons met in da stemming van verlatenheid, van innerlijke onrust en hulpeloosheid, die juist de kenmerken zijn van Kafka's Een grote moeilijkheid H2T vreemde aan heel deze opvoe ring is dat iedereen over deze opera van tevoren had gespro ken. dat alle mogelüke buitenlandse bezoekers vooral uit Amerika veel geld neertelden om toch maar een entréebiljet voor de première te krügenen dat men na de uitvoe ring eigenlijk helemaal niet weet wat men van dit weik moet denken. Men is niet alleen teleurgesteld, maar men 1s met één woord uitgepraat, omdat er niets meer te zeggen valt. De grote moeilukheid. die het publiek in dit ge val te overwinnen had. was namelijk niet zozeer gelegen op het gebied van de muziek (ofschoon ook die al mo dern en „erg" genoeg was), maar zü stond meer in verband met de inhoud van de opera, die voor de meeste toe hoorders volslagen onbegrijpelijk bleek te zün! Geen verhaalmaar een parabel DE oorspronkelijke roman van Kafka is namelijk geen gevoon „verhaal", maar een zogenaamde parabel, met andere woorden een soort vertelling met een diepere betekenis De hoofdpersoon is een zekere heer K., procuratiehouder in een groot bank- bedryf. die op zekere dag de medede ling krügt dat hij zich in staat van hechtenis bevindt Toch wordt hü niet opgesloten, hü kan zich verder nog vrü bewegen en zelfs naar de bank gaan. maar door het ingrüpen van het gerecht ontstaat in hem het ge voel dat hü niet meer vrü is. ofschoon hü zich voor onschuldig houdt. HU ls zich van geen schuld bewust en verklaart dan ook zijn onschuld voor de rechter van instructie, maar deze lacht hem uit. evenals het pu blick op het schellinkje, dat hem uit joelt. Want wie eenmaal met het gerecht te maken heeft, moét op de een of andere manier schuldig zün. Ofschoon hü zich tegen de naar zün mening „ongemotiveerde" aanklacht verzet, wordt zün innerlüke zekerheid toch zwakker, met 't gevolg dat hü naar hulp gaat uitzien. Daarom be zoekt hü eerst een rüke oom. verder een lnvloedrük advocaat, dan een be kend schilder en tenslotte komt hü In aanraking met een gevangcnls-geeste- lUke. Zij allen verklaren zich bereid hem te helpen, maar achteraf blükt dat zü handlangers van het gerecht J—v? zyn en dat zü hem alleen dan willen en kunnen büstaan. wanneer hü toe geeft schuldig te zün. Wanneer hü zich desondanks toch blüft verzetten, neemt het gerecht zün beloop: er ver- sehünen twee keurig geklede heren ln geklede Jas en met een hoge hoed. Het zün de moderne „beulen", die hem ln de gelegenheid stellen om zelfmoord te plegen. Maar als hü dit weigert, begint zich de terechtstelling juist te voltrekken op het ogenblik waarop het doek onder dreunende muziek valt Het eigenlijke betoog iIT gegeven ls een tamelük luguber .thema", maar het is in geen ge- normaal roman-,.ver haal'. doch slechts het materiaal voor een dieper betoog. K. is namelük niet zo maar de afkorting van Kafka (zo als men aanvankelük had vermoed), doch K. is de representant van de moderne mens als zodanig, die zich niet bewust is van een metaphysieke en theologische schuld, die op hem drukt. K. is schuldig in een diepere, theologische zin. namelük tegenover een hogere macht ofwel tegenover God. Alle mogelüke instanties op aarde zün er op uit om K. van die schuld te overtuigen, ook al wordt de aard van het misdrijf niet nader aangegeven. Over 't algemeen ziet men ln deze schuld een bepaalde vorm van de z.g. „erfzonde", maar het is ook mogeiyk hierin een zekere persoon- lüke schuld te zien en wel ln de vorm van een verregaande liefde loosheid. waaraan K. zich schuldig heeft gemaakt. De hogere macht of God. voor wie K.'s schuld vaststaat, is echter onbereikbaar. Het is de on eindig verre God uit het Oude Tes tament of beter nog uit de strence Joodse religieuze litteratuur, die rechtvaardige God van de wraak, die straf eist voor begane vergrij pen. Deze hogere macht Is zo onge naakbaar. dat er geen enkele men selijke instantie denkbaar Is, die als middelaar zou kunnen optreden. Daarom blüken de rüke oom. de ad vocaat, de schilder, de priester en nog veel meer andere helpers niets an ders te zyn dan handlangers van die hogere macht zodat K. (of de schuldige mens in 't algemeen I ge heel alleen machteloos staat tegen over de Almacht van het hogere gerecht. Zonder troost IT is in 't kort de hoofdgedachte ma heeft opgeworpen. Men kan het met deze idéé eens zyn of niet, ja men kan het zelfs betreuren, dat Kafka met zyn visie op God halverwege is blüven staan en de troostende idee van de liefdevolle Vader uit het Nieu we Testament niet heeft leren waar deren, doch hoe dit ook moge zün, Kafka schünt deze pessimistische op vatting juist te hebben ontworpen als Daar komt nog by. dat von Einem's kracht ligt op het gebied van koren: hij heeft dit o.a. bewezen in zijn eerste opera „Dantons Tod", die in 1947 met vrij groot succes in Salz burg werd opgevoerd en ook in het buitenland belangstelling vond. Het ..Proces" is echter een zogenaamde solistenopera, met andere woorden een muzikale vorm, die von Einem niet ligt en dat bleek ook achteraf. Want de ellenlange dialogen en al leenspraken zijn eentoniï en op den duur vervelend. Daarbü wordt het „gesproken" of „gezongen" woord door de muziek (in veel gevallen door het slagwerk) zozeer over schreeuwd, dat men de woorden nauwelijks kan verstaan. Het publiek, dat eigeniyk groten deels uit welwillende toehoorders be stond, ging dan ook onbevredigd weg. Men was teleurgesteld, omdat de mu ziek veel te heterogeen was en vooral omdat de eigenlijke bedoeling van Kafka's werk hoegenaamd niet tot haar recht was gekomen. Niemand van de toeschouwers voelde zich op een of andere manier verbonden of verwant met K. en dat is toch de opzet van Kafka's roman. De schuld hiervoor lag niet bü de toeschouwers, maar bü de schrüvers van het libretto en vooral bü de com ponist. HOE WERKT DE WERELD? PERCENTAGES WERKNEMERS Ekl2ELFSTANDIGEM De Ver. Naties hebben in een rapport enige cüfers gegeven waar uit men kan zien hoe de wereld werkt. Van de economisch actieve bevolking heeft men het percen tage zelfstandigen en werknemers berekend. Het overblüvende f>er- centage naast deze groepen wordt ingenomen door de percentages „onbetaalde famillewerkers" en de groep diversen. Uit de grafiek blükt dat België meer zelfstandigen kent dan ons land en ook meer werknemers. Dit komt door het percentage onbe taalde familiewerkers dat in Bel gië 6 4 bedraagt en in ons land 10.5 "o terwyl wü ook nog 2.5 diversen bezitten en België niets. Het aantal zelfstandigen in Frankrijk is ook hoog te noemen Frankryk komt in West-Europa dan ook boven aan de ranglüst te staan. Engeland dat niet in onze gra fiek is opgenomen omdat men hiervan alleen een schatting be zit, zou volgens deze schatting het laagste percentage zelfstandigen tellen n.l. 7 Terwyi het byna 91 r: werknemers telt Bü een verdere bestudering van de gegevens valt het ook op dat de agricultuur nog steeds de grootste werkgever van de mensheid is. Van de totale bevolking van Eu ropa behoort 33 tot deze groep. Afrika staat aan de top met 74 <7, gevolgd door Azië, dat 70 van de bevolking in de agricultuur, heeft. Men kan aannemen dat de helft van de wereldbevolking be hoort tot de agriculturele bevol king. Dat betekent dus. dat ruim 1 milliard mensen zich dagelijks met de land- en akkerbouw bezig heeft te houden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1953 | | pagina 9