De gouden troon
„Waar blijven die vreemdelingen nu?"
TERUGBLIK
Teleurstelling op Salzburg's Festival
Kafka's „Proces"
in wereldpremière
W*
DIT«
D
WEKELIJKS BIJVOEGSEL van het LEIDSCH DAGBLAD - ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1953 - Pagina 3
Bewogen Leven XXXV
Daar riep de Inca:
ONGETWIJFELD is de 16e November van het jaar 1532 de belangrijkste dag in de geschie
denis van Peru. Stralend kwam de zon die dag op en verdreef de morgennevelen. Zij. de
aangebedene, rees glimlachend boven het machtige landschap, onwetend ten opzichte van de
dingen die zich in de nieuwe dag zouden voltrekken. Op deze dag namelijk zou het volk. dat
haar eeuwen lang had vereerd, ten onder gaan door de roekeloze moed van een handje vol
bonken.
In de nieuwe morgen bracht Pizarro al zijn dienaren op de hoogte met de détails van zijn
plan. Vlak bij de regeringsgebouwen welke zij betrokken hadden, lag een fort. In dat fort
liet hij de twee kanonnen opstellen welke hij had meegevoerd over de bergen. De ruiterij
schaarde hij in twee afdelingen, die zich aan weerszijden van hem moesten opstellen in de
zalen der regeringsgebouwen. Door de grote poorten zouden ze in een minimum van tijd het
plein op kunnen stormen waar weldra de Inca verschi/nen zou. Het voetvolk werd in een der
gebouwen opgesteld, dat zo ver mogelijk naar voren sprong. Hizelf hield twintig uitgelezen
mannen bij zich waarmee hij naar bev nding zou handelen. Niemand mocht aanvallen voordat
hij het teken gegeven had.
leder kende de opdracht: de Inca levend gevangen nemen! Bliksemsnel en met veel gedruis zou
men aan moeten vallen. Men zou de Indianen volkomen moeten overrompelen.
Voordat de Inca zich op weg maakte, werd er een mis gecelebreerd. De Heer der Heerscharen
werd gesmeekt hun wapens te zegenen opdat het Christendom mocht zegevieren ook in dit hei
dense land. Kerkgezang steeg op uit twee honderd kelen: ,,0 Heer, verhef U en recht Uwe
zaak!" Een eigenaardige ontroering jgreep de zangers aan.
Wie waren zij eigenlijk?
Een schare gelukzoekers?
Een groep martelaren?
In elk geval hadden zij hun wapens gewet en hun kruit droog gehouden!
MEN wachtte en wachtte.
De Inca kwam maar niet. Het is zo moeilijk om
uren achtereen laaiend enthousiast te zijn.
Tegen de middag kwam het machtige kamp in bewe-
gin Tienduizenden Indianen hadden zich langs de. weg
geschaard waarlangs de Inca optrok in de richting van de
stad.
Tot hun grote teleurstelling zagen de Spanjaarden dat
de Inca zijn tenten weer liet opslaan vlak bij de stad en
dus niet van plan was deze dag naar hen toe te komm.
Morgen zouden ze moe zijn na een tweede, slapeloze
nacht. Alles was bereid hem heden te ontvangen. Zelfs
de paarden droegen vrolijk luidende bellen aan hun tuig.
Nu moest toch alles doorgaan?.
Pizarro zond een boodschapper naar de Inca die hem
mededeelde, dat alles tot zijn ontvangst gereed was. Of
hij nu alstublieft maar wilde komen. Men was zo verlan-
gend hem te zien.
Deze boodschap deed de Inca van plan veranderen. Hij
deelde de tolk van Pizarro mede, dat hij nog deze dag
in het Christenkamp zou komen, vergezeld slechts van
enkele dienaren die ongewapend zouden zijn.
De Inca verlangde ernaar de nacht in de stad door te
brengen.
Toen de Spanjaarden dit hoorden ging er een luid
gejuich op. Pizarro deed de rondte langs al zijn man
nen. Hij ging naar het fort waar zijn twee miniatuur-
kanonnetjes waren opgesteld. Hij sprak er met Pedro
de Candia, die h(j tot commandant had benoemd. Als
hij, Pizarro, het teken zou geven door met een witte
sjerp te zwaaien, zouden de kanonnen worden afge
vuurd.
Pizarro sprak met zijn broer Hernando en met de Soto.
Hij deelde hen mede dat ze naar buiten zouden moeten
stormen als de kanonnen werden afgevuurd. Met wapen
gekletter en onder bazuingeschal zouden ze voorwaarts
moeten, de Inca tegemoet, die ongetwijfeld door enige
duizenden dienaren omgeven zou zijn Pizarro sprak met
de muskettiers die hij zoveel mogelijk onzichtbaar tussen
de gebouwen had opgesteld, waar bovendien de echo
van hun geschut tienvoudig zou worden weerkaatst Hij
gaf hun opdracht te vuren als de kanonnen gezongen
hadden en wel zoveel mogelijk tegelijk, op de edelen d.e
de Inca zouden omgeven Maar de Inca zelf moest levend
in hun handen vallen, opdat zij konden blijven leven.
Met bonzend hart was een ieder op zijn Tjost. Hoe zou
den de Indianen op hun schieten reageren? Zij u rnen
geen wilden meer die in hutten leefden, zij haóc'tn
prachtige steden gebouwd.
WACHTEN kan soms zo lang duren.
Minuten kunnen uren zijn.
Zo nu en dan klommen er posten naar de daken
der huizen om uit te zien. De zon begon al te dalen en
nog was er geen enkele Indiaan in de stad Zouden ze
komen als het donker was? Maar dan was er toch geen
vechten tegen?
Eindelijk, eindelijk rukte de voorhoede de stad binnen.
Zij kwamen niet geruisloos. Aan de kop van de voor
hoede liepen enige honderden Indianen die alle vuil en
elke hindernis van de weg ruimden. Zij zongen triomf
liederen. Het daverde door de stille straten De Span
jaarden tot wie de liederen reeds door drongen toen de
voorhoede nog niet eens tot het marktplein genaderd
was. huiverden Het geluid gHeek zo in de verte op het
bruisen van een machtige zee die alles verslinden zal
wat haar in de weg komt. Het i-mgen kwam nader Voi-
gens een der veroveraars klorken ze weldra als de
triomfliederen der duivels uit de hel.
De voorhoede marcheerde het marktplein op waaraan
de regeringsgebouwen lagen Geen Spanjaard was te zier..
Allen hadden zich teruggetrokken De voorhoede werd
gevolgd door golven Indianen, in groepen ingedeeld, ge
kleed in de meest opvallende gewaden.
Sommige groepen waren geheel in het wit gekleed.
Bruin was hun huid tegen de blankheid van hun kleding.
Zij droegen zilveren hamers en knotsen met zich als
wapens. Andere groepen waren rood en wit geblokt Zo
in de verte leken zij op narren, maar naarmate zij dich
terbij kwamen leken zij waardiger. Door spleten en gaten
bestudeerden de Spanjaarden de naderende scharen. Wat
was dat?
Daar kwam de Inca.
Ily werd gedragen! Men droeg hem op een baar. Op
die baar was een troon van massief goud. De late
zon blonk er op. Welk een schouwspel, een gouden
troon. De palankijn was versierd met de prachtigste
exotische veren en beslagen met zilver en goud Koog
was de Inca verheven boven zijn onderdanen Fier
ging zyn blik over de aanrukkende scharen. Hij had
een parelsnoer om van groene smaragden. Er was heel
veel goud aan zün hoofd en hU droeg de koninklijke
Om hem stuwden zün lijfwachten in hemelsblauwe
livrei en de Peruaanse edelen die achter en naast de
draagbaar gingen hadden hun oren zwaar beladen met
juwelen.
HET driehoekige plein stroomde vol mensen. Duizen
den stelden zich op Alles ging met de grootste orde
gepaard. De aanwezigheid van hun vorst vervulde
de Peruanen met grote eerbied Toen Pizarro dit alles
heimelijk waarnam sloeg hem zelfs de schrik om het hart.
Hij wist dat slechts een wonder hen rgdden kon. En op
dit wonder hoopte hy. Hoe het ook zou komen, spoedig
zou de vreselijke spanning waarin zij verkeerden voor
bij zijn
De Inca kwam nader
Nu was hij op enige tientallen meters verwijderd van
de gebouwen waarin de Spanjaarden zich verdekt hadden
opgesteld De Inca richtte zich hoog op, keek over zijn
duizenden getrouwen, en riep daarna met luide stem:
„Waar blüven die vreemdelingen nu?"
Het werd doodstil op het plein Men kon werkelijk een
speld horen vallen. Pizarro had een Dominicaner mon
nik naast zich. een zekere Vicente de Valverde; dezelf
de die later bisschop van Cusco geworden is: De
monnik stond naast Pizarro. in de ene hand zijn Bijbel,
in de andere een kruisbeeld. Toen de machtige klanken
van de Inca waren gestorven tussen de huizen van het
stadsplein, gaf Pizarro de monnik een teken. HU moest
naar de Inca gaan.
De blanken zagen hem zijn weg zoeken tussen de dui
zenden. geheel alleen, naar de gouden troon waarop de
Inca zat.
-tr
AjS ik een keer terugkom op de
plaats waar lkm'n Jeugd door
bracht - er is sindsdien een
kleine mensenleeftijd voorbügegaan
- dan is het haast onmogelük zich
i te denken, dat er alledag zóveel
gebeurt In een wereld, die voort
durend aan verandering is bloot
gesteld: zowel geestelijk als mate
rieel, belangrUk of onbelangrUk.
Daar staan nog dezelfde huizen
En ai zijn ze veelal gemoderni
seerd, ik zie nog véél van 't oud-
vertrouwde, zelfs die éne rode bak
steen nog, waarin ik eens in jeug
dige hoogmoed mijn initialen kerf
de.
Daar staat nog altijd die meters
dikke oer-boom, waaronder het
stokoude vrouwtje met haar viool-
bouquetjes gehurkt zat.
Mummelend en vriendelijk grijn
zend prees zU ze aan.
Maar desondanks koesterde ik
een heilige angst voor haar, omdat
Hij had bovendien het groot ver
trouwen gewonnen door zijn fa-
meuse voorspellingen wanneer het
internationale wedstrijden betrof
het klopte altijd precies.
Deze man moest beslist een spe
cialist bü uitstek zün!
Zo gaat 't méér by specialisten:
op terrein dat niet het hunne ls,
falen zü onherroepelük.
DAN wandel ik verder door in
bezettingstüd afgehakte bos
sen, maar zie nog de sporen der
vroegere Indianenpaadjes, die eens
de schitterende bekroning mijner
fahtasierüke ideeënwereld vormden.
En hier is dan 't punt, waarop ik
merk hoe de tand des tüd akelig
geknaagd heeft aan wat eens Ir
mijn kinderogen het ideaal van na
tuurschoon was: een nog vrü open
vlakte met fraaie rüwegen, alle:
aangepast aan modern verkeer en
Iemand me eens voor deze „tover
heks" gewaarschuwd had: ze bood
balletjes aan, die vergiftigd waren,
«at natuurlijk helemaal niet waar
was.
Waarom scheppen ouderen er
altijd zo'n sadistisch genoegen in,
Uelne kinderen met angstaanja-
;ende verhalen de stuipen op 't lijf
te jagen?....
ENFIN: de kol is verdwenen en
waar ze dag-in dag-uit in
weer en wind zat, staat nu een
kleurige consumptietent, waarvan
de eigenaar zich in de loop van
vele jaren, door middel van koffie
en koeken, coca-cola en bier, zuur
tjes en vooral ijsjes voor de smul-
!ende jeugd, een uitermate lucra
tief bestaan heeft weten op te bou
wen.
Daarachter ligt, tussen hoge bo
men verscholen, de „witte plek",
«aar we na vieren met z'n allen ons
dagelijks voetbalpartütje speelden.
r was een zonderling van mid
delbare leeftüd, nog altüd fluks ter
deen, wiens enig levensdoel daarin
«heen te bestaan, dat hü bü deze
'Urig-opwindende wedstrüden, die
dnze benen soepel - en onze schoe
nen kapot maakten, als schelds-
'echter te willen fungeren.
Mocht deze Joviale man op an-
cere gebieden enigszins achterlük
l'ln. op dat van het „scheidsrech
ten" stellig niet: hij kende de re-
*1*. althans theoretisch van bui-
'(n. Bracht hü ze in praktijk, dan
'aaide er soms wel Iets. Maar dat
ton niet deren: we legden ons on-
oorwaardelük bü zün uitspraak
j neer wetend, dat deze deskundige
113n onze partütjes even belang-
j ':lk achtte als een wedstrijd Neder-
i 1Jnd—Engeland met Woodward of
Gobel in het doel en zün functie
i :f*etensvol vervulde.
aan de smaak van het zogenaamd
gecultiveerde heden, waarbU de
verburgerlükt-nette plantsoenge
dachte tot een waar hoogtepunt ls
opgevoerd.
Maar de intimiteit en eenvoud
van weleer zün ermee verdwenen
en met haar de mogelükheid om
zich avontuurlük te verstoppen ach
ter weelderig-hoge bosschages,
doorvlochten met geurige vogel
kers, speenkruid en koekoeksbloe
men, zoals kinderen van vroeger
dat zo graag geheimzinnig deden.
ER is in deze contreien „ruim
baan" gemaakt, om de massa
gelegenheid te geven zich naar
de zee te begeven, teneinde zich te
vermeien in een weidse en nog
steeds onovertroffen aanblik, het
enige punt, waar de gevolgen van
een steeds aanzwellende overbevol
king nog niet tot een schrikbeeld
zijn uitgegroeid.
Ik zag de zee evenwel al zo dik-
wüls. dat ik niet de minste behoefte
gevoelde, er opnieuw heen te
gaan; ik bleef liever dwalen in de
omgeving waar eens het „huis der
vaderen" stond en waar 't zo rus
tig was, dat men er hen, die in de
vele kerkhoven rondom hun laat
ste rustplaats vonden, er eigenlijk
om benijden mag.
Men hoort daar geen geweld en
ln de stilte die er heerst, kan men
zich op eeuwige dingen bezinnen.
Hier Is 't enige onbeweeglijke ln
een zich constant bewegende, be
weeglijke wereld, zó beweegiyk, dat
een mens alle kans loopt van de
ene dag op de andere dag een troon
te verliezen en te herwinnen: zie
naar Perzlë's Sjah.
Of niet
Ook dit komt voor!
REIN BROUWER.
ir tr
Onbegrijpelijke
inhoud
heterogene
muziek
Gottfried von Einem, de
componist van
„Het proces"
(Van onze correspondent te Wenen)
Het curatorium van het Salzburgse Festival heeft waarschijnlijk op goede gronden
eerst twee weken gewacht, voordat het met de première van de nieuwste opera
van Gottfried von Einem voor de dag kwam.
We hebben in de eerste 14 dagen, zoals reeds gemeld, een paar goede Mozart-
opera's gezien en een heel zwakke opvoering van Shakespeare's .Julius Caesar", Er
werd veel en goed gemusiceerd en Salzburg heeft ook nu weer de kans aangegrepen
om Mozart te laten uitvoeren op een volmaakte en natuurlijke manier, die nu eenmaal
het geheim is van de Salzburgse en tevens van de Weense muziek-cultuur.
Maar nu is dan eindelijk ook de veel besproken opera „Het Proces" voor het voet
licht gekomen, een opera die teruggnjpt op de gelijknamige roman van Kafka
(18831924). Het libretto, samengesteld door Boris Blacher en Hemz von Cramer, houdt
zich 'vrij getrouw aan een aantal citaten uit Kafka's werk, maar dat neemt toch niet
weg dat deze opera-tekst maar een heel zwakke weergave is van de oorspronkelijke
roman.
een reactie tegen de zelfgenoegzame
en optimistische mentaliteit van voor
de eerste wereldoorlog, toen iedereen
dweepte met de „vooruitgang" en men
geen rechtvaardige God. noch zonde
of schuld meende nodig te hebben. En
juist met deze reactionnaire idéé
schijnt Kafka (en met hem o.a Kier
kegaard) te beantwoorden aan de op
vattingen van een groot aantal mo
derne en dieper denkende mensen
Vandaar de belangstelling voor Kafka
in Italië. Duitsland en Amerika, van
daar ook het merkwaardige feit dat
niet alleen „Das Schloss" voor het to
neel werd omgewerkt, maar dat zelfs
Gide en Jean Louis Barrault een Fran
se toneelbewerking van „Der Prozess"
hebben gemaakt.
Een „solisten"-opera
rtJ betreuren het ten zeerste dat
de Salzburger reclame van te
voren heeft aangekondigd dat
Juist de muziek van G. von Eir.em ons
de bedoelingen van Kafka duidelijker
zou maken. Dat is jammer genoeg
niet het geval: het libretto is name
lijk in vergelüking met het oorspron
kelijke werk veel en veel te mager,
maar ook de muziek brengt ons met
in da stemming van verlatenheid, van
innerlijke onrust en hulpeloosheid, die
juist de kenmerken zijn van Kafka's
Een grote moeilijkheid
H2T vreemde aan heel deze opvoe
ring is dat iedereen over deze
opera van tevoren had gespro
ken. dat alle mogelüke buitenlandse
bezoekers vooral uit Amerika
veel geld neertelden om toch maar
een entréebiljet voor de première te
krügenen dat men na de uitvoe
ring eigenlijk helemaal niet weet wat
men van dit weik moet denken. Men
is niet alleen teleurgesteld, maar men
1s met één woord uitgepraat, omdat
er niets meer te zeggen valt. De grote
moeilukheid. die het publiek in dit ge
val te overwinnen had. was namelijk
niet zozeer gelegen op het gebied van
de muziek (ofschoon ook die al mo
dern en „erg" genoeg was), maar zü
stond meer in verband met de inhoud
van de opera, die voor de meeste toe
hoorders volslagen onbegrijpelijk bleek
te zün!
Geen verhaalmaar
een parabel
DE oorspronkelijke roman van
Kafka is namelijk geen gevoon
„verhaal", maar een zogenaamde
parabel, met andere woorden een soort
vertelling met een diepere betekenis
De hoofdpersoon is een zekere heer K.,
procuratiehouder in een groot bank-
bedryf. die op zekere dag de medede
ling krügt dat hij zich in staat van
hechtenis bevindt Toch wordt hü niet
opgesloten, hü kan zich verder nog
vrü bewegen en zelfs naar de bank
gaan. maar door het ingrüpen van
het gerecht ontstaat in hem het ge
voel dat hü niet meer vrü is. ofschoon
hü zich voor onschuldig houdt.
HU ls zich van geen schuld bewust
en verklaart dan ook zijn onschuld
voor de rechter van instructie, maar
deze lacht hem uit. evenals het pu
blick op het schellinkje, dat hem uit
joelt. Want wie eenmaal met het
gerecht te maken heeft, moét op de
een of andere manier schuldig zün.
Ofschoon hü zich tegen de naar zün
mening „ongemotiveerde" aanklacht
verzet, wordt zün innerlüke zekerheid
toch zwakker, met 't gevolg dat hü
naar hulp gaat uitzien. Daarom be
zoekt hü eerst een rüke oom. verder
een lnvloedrük advocaat, dan een be
kend schilder en tenslotte komt hü In
aanraking met een gevangcnls-geeste-
lUke. Zij allen verklaren zich bereid
hem te helpen, maar achteraf blükt
dat zü handlangers van het gerecht
J—v?
zyn en dat zü hem alleen dan willen
en kunnen büstaan. wanneer hü toe
geeft schuldig te zün. Wanneer hü
zich desondanks toch blüft verzetten,
neemt het gerecht zün beloop: er ver-
sehünen twee keurig geklede heren ln
geklede Jas en met een hoge hoed. Het
zün de moderne „beulen", die hem ln
de gelegenheid stellen om zelfmoord
te plegen. Maar als hü dit weigert,
begint zich de terechtstelling juist te
voltrekken op het ogenblik waarop het
doek onder dreunende muziek valt
Het eigenlijke betoog
iIT gegeven ls een tamelük luguber
.thema", maar het is in geen ge-
normaal roman-,.ver
haal'. doch slechts het materiaal voor
een dieper betoog. K. is namelük niet
zo maar de afkorting van Kafka (zo
als men aanvankelük had vermoed),
doch K. is de representant van de
moderne mens als zodanig, die zich
niet bewust is van een metaphysieke
en theologische schuld, die op hem
drukt. K. is schuldig in een diepere,
theologische zin. namelük tegenover
een hogere macht ofwel tegenover God.
Alle mogelüke instanties op aarde zün
er op uit om K. van die schuld te
overtuigen, ook al wordt de aard van
het misdrijf niet nader aangegeven.
Over 't algemeen ziet men ln deze
schuld een bepaalde vorm van de
z.g. „erfzonde", maar het is ook
mogeiyk hierin een zekere persoon-
lüke schuld te zien en wel ln de
vorm van een verregaande liefde
loosheid. waaraan K. zich schuldig
heeft gemaakt. De hogere macht of
God. voor wie K.'s schuld vaststaat,
is echter onbereikbaar. Het is de on
eindig verre God uit het Oude Tes
tament of beter nog uit de strence
Joodse religieuze litteratuur, die
rechtvaardige God van de wraak,
die straf eist voor begane vergrij
pen. Deze hogere macht Is zo onge
naakbaar. dat er geen enkele men
selijke instantie denkbaar Is, die als
middelaar zou kunnen optreden.
Daarom blüken de rüke oom. de ad
vocaat, de schilder, de priester en nog
veel meer andere helpers niets an
ders te zyn dan handlangers van
die hogere macht zodat K. (of de
schuldige mens in 't algemeen I ge
heel alleen machteloos staat tegen
over de Almacht van het hogere
gerecht.
Zonder troost
IT is in 't kort de hoofdgedachte
ma heeft opgeworpen. Men kan het
met deze idéé eens zyn of niet, ja men
kan het zelfs betreuren, dat Kafka
met zyn visie op God halverwege is
blüven staan en de troostende idee
van de liefdevolle Vader uit het Nieu
we Testament niet heeft leren waar
deren, doch hoe dit ook moge zün,
Kafka schünt deze pessimistische op
vatting juist te hebben ontworpen als
Daar komt nog by. dat von Einem's
kracht ligt op het gebied van koren:
hij heeft dit o.a. bewezen in zijn
eerste opera „Dantons Tod", die in
1947 met vrij groot succes in Salz
burg werd opgevoerd en ook in het
buitenland belangstelling vond. Het
..Proces" is echter een zogenaamde
solistenopera, met andere woorden
een muzikale vorm, die von Einem
niet ligt en dat bleek ook achteraf.
Want de ellenlange dialogen en al
leenspraken zijn eentoniï en op den
duur vervelend. Daarbü wordt het
„gesproken" of „gezongen" woord
door de muziek (in veel gevallen
door het slagwerk) zozeer over
schreeuwd, dat men de woorden
nauwelijks kan verstaan.
Het publiek, dat eigeniyk groten
deels uit welwillende toehoorders be
stond, ging dan ook onbevredigd weg.
Men was teleurgesteld, omdat de mu
ziek veel te heterogeen was en vooral
omdat de eigenlijke bedoeling van
Kafka's werk hoegenaamd niet tot
haar recht was gekomen. Niemand van
de toeschouwers voelde zich op een of
andere manier verbonden of verwant
met K. en dat is toch de opzet van
Kafka's roman.
De schuld hiervoor lag niet bü de
toeschouwers, maar bü de schrüvers
van het libretto en vooral bü de com
ponist.
HOE WERKT DE WERELD?
PERCENTAGES WERKNEMERS Ekl2ELFSTANDIGEM
De Ver. Naties hebben in een
rapport enige cüfers gegeven waar
uit men kan zien hoe de wereld
werkt. Van de economisch actieve
bevolking heeft men het percen
tage zelfstandigen en werknemers
berekend. Het overblüvende f>er-
centage naast deze groepen wordt
ingenomen door de percentages
„onbetaalde famillewerkers" en de
groep diversen.
Uit de grafiek blükt dat België
meer zelfstandigen kent dan ons
land en ook meer werknemers. Dit
komt door het percentage onbe
taalde familiewerkers dat in Bel
gië 6 4 bedraagt en in ons land
10.5 "o terwyl wü ook nog 2.5
diversen bezitten en België niets.
Het aantal zelfstandigen in
Frankrijk is ook hoog te noemen
Frankryk komt in West-Europa
dan ook boven aan de ranglüst te
staan.
Engeland dat niet in onze gra
fiek is opgenomen omdat men
hiervan alleen een schatting be
zit, zou volgens deze schatting het
laagste percentage zelfstandigen
tellen n.l. 7 Terwyi het byna
91 r: werknemers telt
Bü een verdere bestudering van
de gegevens valt het ook op dat de
agricultuur nog steeds de grootste
werkgever van de mensheid is.
Van de totale bevolking van Eu
ropa behoort 33 tot deze groep.
Afrika staat aan de top met 74 <7,
gevolgd door Azië, dat 70 van
de bevolking in de agricultuur,
heeft. Men kan aannemen dat de
helft van de wereldbevolking be
hoort tot de agriculturele bevol
king.
Dat betekent dus. dat ruim 1
milliard mensen zich dagelijks
met de land- en akkerbouw bezig
heeft te houden.