In de 17e eeuw wilde men de 1000-jarige plassen droog leggen
WEKELIJKS BIJVOEGSEL van het LEIDSCH DAGBLAD - ZATERDAG 15 AUGUSTUS 1953 - Pagina 3
Jen Oosten van de Rijksweg Amster-
dam—Den Haag, ongeveer 9 km. ten
Noorden van Leiden, liggen de be
kende Kagerplassen, tegenwoordig
vanwege haar schoonheid en mooie
landelijke omgeving wel eens de
„parel der plassen" genoemd. Onver
brekelijk met deze plassen verbonden
is het Kaageilaad en het daar op
liggende dorpje De Kaag, dat alleen
via een pontveer van uit de Haar
lemmermeerpolder is te bereiken.
Eigenlijk is dit niet de juiste naam
van het dorp, want in de geschie
denis komen we het steeds tegen als
De Kaghe of Kage. De naam is niet
afkomstig van de kaag- of kogge
schepen, zoals verscheidene schrij
vers ons willen doen geloven, doch
hoort thuis in het gezelschap van
koog, kog, keegh enz., welke namen
alle de betekenis hebben van:buiten-
dijks land.
De Kagerplassen zijn in de tegenwoor
dige omvang reeds meer dan duizend
jaar oud. Zij werden gevormd in een
tijd. dat het gebied benoorden de
Oude Rijn nog last had van vele over
stromingen en de gehele streek tussen
de duinen en Vecht, IJ en Rijn was
bedekt met uitgestrekte moerassen en
bossen. Doch reeds veel eerder, ver
moedelijk in de Romeinse tijd. voeren
de schepen over de toer. veel kleinere
plassen, voorbij het eiland, dat later
hei Kaageiland zou worden.
Het dorp De Kaag is dan ook niet te
scheiden van de scheepvaart, die tevens
de aanleiding is geweest lot het ont
staan van dit unieke oud-Hollandse
dorpje met het smalle landweggetje,
dat reeds 900 jaar oud moet zijn. Het
is ook niet toevallig dat op de Kaagse
toren geen haantje, maar een kaag-
gchip de windrichting aangeeft.
ONTSTAAN IN 11DE EEUW
De Kaag werd gebouwd aan de dijk.
die thans door de dorpstraat (heel
deftig Julianalaan geheten) wordt aan
gegeven. Meest treffen we in het ver
leden deze dijk of straat aan als
Kagerdijk. Over de naam van deze
waterkering is nog al het een en ander
te doen geweest. De bekende geograaf
Beekman meende, dat de in de 11de
eeuw aangelegde dijk de tVcndeldijk
was. die herhaaldelijk in oude oorr
konden wordt genoemd als de belang
rijkste waterkering in het land ten
Koorden van de Rijn. Dr Fokkema
Andreae, die de geschiedenis van Rijn
land grondig bestudeerde, meent ech
ter dat deze Wendeldijk niet over het
Kaageiland, doch langs de Zijl was ge
legen Hoe deze waterkering aan De
Kaag heeft geheten, doet er ook mider
toe Vast staat echter, dat er van ric
Menneweg te Sassenheim af een dijk
liep langs de Kooisloot, door de Helle
gatspolder en de tegenwoordige Haar
lemmermeerpolder. achter de Lecgh-
water langs naar de Kagerdijk en ver
volgens verder van de Kagerdijk dwars
door de Kagerpolder (De Zijde) naar
de Kagermolen. Boerenbuurt, Huig-
sloot. Nieuwe Wetering en Oude Wete
ring. In deze dijk waren enige sluizen,
o.a. ook een ter hoogte van de Leegh-
water en R K. kerk van De Kaag
Tussen het Kaageiland en Abbenes
ln de Haarlemmermeer strekte zich
het ..Kagermeer" uit. waar het altijd
geducht kon spoken. De naam „Helle
gat werd niet zo maar aan de Weste
lijke helft van deze plas gegeven.
De schippers, die hun koopwaar ver
voerden naar de Hollandse steden,
durfden bij stormweer niet over dit
Kagermeer en bleven aan De Kaag
liggen wachten op beter weer. Het was
daar een beschut plekje, want De Kaag
zelf werd niet zoals thans bespoeld
door de Dieperpoel, daar de eilanden
Faljeril en de Kok. (vroeger de Thuyn
geheten) nog één eiland vormden.
Deze wachtende schippers troffen
hier in de 12de en 13de eeuw enige
vissers aan. die in armzalige hutjes
aan de Kagerdijk woonden. Vermoe
delijk zal menige schipperszoon zijn
hart hebben verloren aan een Kaagse
vissersdochter, vandaar dat we later
hier een zeer gemengde schippers- en
vissersbevolking aantreffen. Misschien
woonden er in die tijd ook reeds een
paar boeren, die hun land hadden in de
Kagerbroek, het land ten Noorden van
de waterkering, het buitendijkse land,
waarnaar het dorp werd genoemd.
VOORHEEN:
Schippers- en
vissersdorp
THANS:
W atersportcentrum
1316: DE KAGHE ALS DORP
VERMELD - 1342: DE EERSTE
BEWONER GENOEMD
Reeds zullen enige generaties vissers
en schippers op de Kagerdijk gewoond
hebben, wanneer we in de „Grafelijk-
hoidsiegisters van het Henegouwse
Huis" in 1316 vermeld vinden:
„Dit is Enghebiegts mnemèn also
van de renten in Nort-Holland, in de
jare ons Heren 1316, seder ze him
mijn here die grave beval in te ne
men ende t ontfane des saterdaghs
voer sinte Lourensdaghe toet item
ontfaen van de herfstbede in Rijn
land van deselve jare: Reijnsaters-
walde. Leijdemuden en de Kaghe 14
ponden".
In 1342 haalt Gheret Heijnen voorde
Graaf de „corentiende" in Rijnland op.
In de Kaghe krijgt hij van Hughe
Walixsoen 3 ponden en 8 schellingen.
GODDELOZE MENSEN?
De historische bronnen in de late
Middeleeuwen zijn zeer schaars. Toch
wil men ons doen geloven, dat in die
donkere Middeleeuwen er zeer godde
loos volk in het Kaagdorp woonde. In
Van Olphen 's „Stads- en Dorpsbe
schrijver" (1798i staat een gedichtje
van de volgende inhoud:
Men zegt dat men in vroeger dagen
Hier goddeloze mensen vond.
Zo dat zelfs voor 's dorps naam
de Kaghe
de mond der hel geschreven stond.
Dan thans verdient het dorp elks
achting
Door nijvere vlijt en plichts
betrachting.
Daar in het zelfde werk gefanta
seerd wordt dat het dorp de naam te
danken heeft aan kogge-schepen, be
hoeven we niet veel waarde aan het
rijmpje toe te kennen. Er is althans
geen andere bron bekend waarin deze
goddeloosheid in de Kaghe wordt be
schreven.
SPAANSE BEZETTING
De Kaghe zal dan ook geen grote
gebeurtenissen hebben gekend vóór
het jaar 1573. In November van dat
jaar kreeg het dorp Spaanse inkwar
tiering. Op het eiland Faljeril tegen
over De Kaag. bouwden de mannen
van Koning Filips een schans of fort.
Deze inkwartiering duurde tot 3 Oc
tober 1574, de dag van Leidens ontzet.
PASTOOR IN HOOGMADE
DOMINEE AAN DE KAAG
Tijdens de Hervorming bleef de helft
van de Kaag-bevolking trouw aan de
Moederkerk De anderen gingen over
tot de Nieuwe Leer Fel stonden de
partijen hier niet tegenover elkaar en
in alle vrede werd overeengekomen
dat 's morgens in de kapel de H. Mis
zou worden opgedragen en 's middags
de protestantse gelovigen daar ter
kerke konden gaan. Er werd dan een
kleed voor het altaar gehangen. Een
DE PAREL DER PLASSEN
predikant voor de protestanten was er
nog niet. doch er kwam iemand uit
Hoogmade het evangelie verkondigen
Dit was niemand meer of minder dan
de pastoor van de R.K. Parochie al
daar. die daar 's morgens eerst de H.
Mis opdroeg! Dat de Kaagse pastoor
naar Hoogmade ging om een Prote
stantse Kerkdienst te leiden vermeldt
het verhaal niet Ofschoon ik per
soonlijk aan de juistheid van dit feit
getwijfeld heb. wordt het in de anna
len als waarheid vermeld. Niet alleen
in De Kaag. doch ook te Hoogmade!
DORDRECHT KOCHT KAAGSE
PREDIKANT VOOR f. 660.—
Op 9 Mei 1608 werd door de Ge
committeerde Raden toegestaan een
predikant aan De Kaag te beroepen
De eerste predikant in de gemeente te
Kaghe was Johannes Bocardus 'of
Bokkard», die voor één der grootste
godgeleerden van zijn tijd werd gehou
den. Hij werkte o.a. mee aan de nieu
we Bijbelvertaling en de herziening
daarvan. Slechts één jaar bleef hij be
woner van het Kaagdorp en ging toen
naar Dordrecht. Hoewel beroepen al
daar en hij het beroep reeds had
aangenomen wilde de Kaagse ker-
keraad hem niet laten gaan. Blijkbaar
was het mogelijk om dominee gevan
gen te houden op het eiland. Nadat de
Magistraat van Dordrecht 110 ponden
had betaald aan de Kerk van de Kaghe,
liet men ds Bocardus naar Dordrecht
gaan.
BUITENVERBLIJF
VAN PRINS WILLEM II?
Tegenover het Kaagdorp ligt het
eiland Vogelscamp, beter bekend als
„Lombok". Het dankt deze scheld
naam aan een bewoner, die als oud-
Indischman de „Radjah van Lombok"
werd genoemd Dit eiland waarvan
men in De Kaag weet te vertellen dat
er vroeger 40 huizen op gestaan heb
ben. doch die door een orkaan zijn
weggespoeld telde in de 17e en 18e
eeuw 3 a 4 woningen met een scheeps
werf. Nu is er een acte te vinden in de
transportregisters van de Heerlijkheid
Warmond (waartoe het eiland thans
nog gemeentelijk behoort, terwijl het
Kaagdorp resorteert onder de ge
meente Alkemadet waarin de verkoop
van een huis wordt beschreven Als
aangrenzende perceelseigenaar wordt
daarin vermeld Prins Willem. De be
kende Leidse historicus, wijlen de heer
W. J. J. C Bijleveld, schreef naar aan
leiding daarvan in de Navorser, jaar
gang 1950. nr 3, dat op Vogelscamp
een buitenverblijf van Prins Willem
zou zijn geweest, anno 1643. Nu heb ik
alle acten uit deze transportregisters
geraadpleegd, doch de naam van Prins
Willem komt daar. naast deze ene
maal. nimmer in voor Het is trouwens
ook vreemd, dat de Prins met met de
nodige titulatuur werd vermeld. Bij
nader onderzoek kwam ik tot de con
clusie dat het aangrenzende perceel de
plaats moest zijn waarop een scheeps
werf stond en m i. is Prins Willem de
naam van die scheepswerf geweest Op
deze grond betwijfel ik het sterk dat
Willem II een zomerverblijf op „Lom
bok" had, doch daar er op de plassen
in die tijd reeds vele zeiljachten voe
ren van de hoge autoriteiten in Hol
land. is het ook niet geheel onmogelijk
dat de Prins een buitenverblijf had bij
één der bewoners, zonder echter eige
naar te zijn.
LOOP DER BEVOLKING
In 1496 moeten er in het Kaagdorp
ongeveer 40 huizen gestaan hebben. In
1632 waren dit er 70. In 1736 en 1746
82. Na de Franse revolutie daalde dit
aantal woningen tot 28 in 1845. Het is
ook onbegrijpelijk dat onlangs een
ander Leids blad vermeldde dat De
Kaag in 1865 zoveel inwoners had dat
de Herv. Kerk te klein was en daar
om in het naburige Abbenes een nieu
we kerk gebouwd werd! In 1900 be
draagt het aantal huizen 35. In 1930
52 en thans telt De Kaag 76 woningen
met een groot aantal zomerhuisjes. Nog
is het peil van 1746 niet weer bereikt,
doch gezien de vooruitgang van het
dorp zal dit geen 10 jaar meer duren.
BLOEITIJD IN GOUDEN EEUW
In de Gouden Eeuw zien we de bloei
van De Kaag. zoals geheel Holland
toen in welstand leefde. In de daarop
volgende eeuw wordt deze positie ge
handhaafd. doch dan komt de inzin
king. De Kaagse schippers waren het
in de eerste plaats die zorgden voorde
opkomst van de Kaghe. Met ongeveer
60 Kaagschepen bevoeren zij de grote
rivieren tot zelfs Maastricht er. Keu
len aan toe. Deze schepen hadden alle
bruin-rood getaande zeilen en zo komt
het, dat het wapen van De Kaag een
kaagschip met rode zeilen laat zien.
De dorpskleuren zijn dus rood-wit.
Vier scheepstimmerwerven stonden
er in deze eeuw aan De Kaag. Visse
rijen en palingrokerijen waren er ook
reeds De dorpsherberg stond midden
in het dorp op de plaats waar tegen
over nu de Jeugdherberg gevestigd is.
Daarnaast was de school. Het gehele
jaar door was er veel vertier op het
eiland. Naast de eigen schippersvloot
lagen er soms nog tientallen andere
schippers te wachten op goed weer om
het Haarlemmermeer over te steken
Wanneer Koning Winter regeerde en
zijn adem de plassen deed voorzien
van een flinke laag ijs, waar geen zeil
schip meer door kon komen, dan was
het in De Kaag het wachten op de eer
ste Leidenaar die over het ijs naar het
geïsoleerde eiland kwam. De dorps
herberg werd versierd en was de Lei
denaar eenmaal binnen, dan begon het
ijsfeest dat tot diep in de nacht voort
duurde. Vanzelfsprekend had de Lei
denaar gratis drinken en behoefde hjj
voorlopig niet meer de schaatsen
onder te binden.
DE NEERGANG
Nadat de Bataafse Republiek was
uitgeroepen, duurt het niet lang meer
of de scneepswerven worden afgebro
ken. de Kaagschepen verkocht en
menigeen verlaat het eiland, om een
beter bestaan te vinden. Ook huizen
werden afgebroken en wanneer we
dertig jaar later het eer.s zo bloeiende
Kaghe terugzien, staan er nog slechts
28 huizen, bewoond door arme vissers
Het eiland Vogelencamp is verlaten,
het eiland Faljeril eveneens. Ook de
trotse Boerenbuurt bij Huigsloot, waar
eens 27 huizen stonden, moest een zelf
de lot ondergaan
Doch De Kaag komt er langzaam
weer bovenop. Eer. paar scheepswerfjes
worden gebouwd en geven aan ver
scheidene mensen werk. De droogma
king van het Haarlemmermeer doet
de Buiten-Kaag (over de Ringvaart)
ontstaan. Er komt contact met de bui
tenwereld wanneer het pontveer u
aangebracht Men is met meer opge
sloten op het eiland en gedurende de
laatste jaren van de vorige eeuw wor
den de bestaansmogelijkheden weer
groter.
NIEUWE BLOEITIJD
De nieuwe bloeitijd begint echter
omstreeks 1930. Café's verrijzen, zomer
huisjes worden gebouwd en weer zien
we de plassen vol met zeilen. Nu geen
rode zeilen van Koggeschepen maar
witte van de snelle klasse-j achten. De
tientallen vacantiegangers worden er
honderden. Vreemdelingen gaan zich
in het dorp vestigen en hoewel het
dikwijls voor de ingezetenen niet
plezierig is. dat hun nachtrust wordt
verstoord door menige stedeling die te
diep in het glaasje heeft gekeken en
de boeren zich kwaad maken dat hun
hooihopen het moeten ontgelden, toch
is het de watersport die het oude Kaghe
tot nieuwe grootheid brengt en die de
roem van de „Parel der plassen" ver
kondigt door het gehele land. Ook de
plaatselijke V.V.V. doet haar best om
het voorheen onbekende dorpje be
kendheid te geven in ons land en ver
daarbuiten.
Een uitbreidingsplan ligt klaar. 82
Zomerhuisjes zullen er worden ge
bouwd. Zij zullen het aanzien van dit
dorp met de eeuwenoude Kagerdijk
met het landelijke karalcter voorgoed
veranderen in het grootste watersport-
centrum van Nederland. Het oude
Kaghe heeft dan voorgoed afgedaan.
Het is dan. met de vissers en schippers
van voorheen, historie geworden.
KAAGSE GESLACHTEN
We zouden niet kunnen eindigen
alvorens een blik geworpen te hebben
op de oude Kaagse geslachten. Veel
nazaten in mannelijke linie wonen
niet meer in het dorp. De oudste
families in het tegenwoordige Kaag
dorp zijn: Van Nieuwkoop (sedert
1760». Loogman (sedert 1780» en Zwet
sloot (sedert 1790). Oude schippers-en
vissersgeslachten, die sinds tientallen
jaren met meer in De Kaag wonen,
doch die zeer zeker het dorp een
typisch karakter hebben gegeven, dat
we thans hier en daar nog aantreffen,
zijn de families Buytelaar. Paling. Van
Abenes. Koelewijn. Van Egmond. Kre
kel. Kleijn, Van der Togt en Baas.
PLANNEN EN TOEKOMST
Het toeval brengt vaak dingen tot
stand, die beslissend kunnen zijn voor
de ontwikkeling van een land, maar
ook voor een dorp. Was bijv. het 17öe
eeuwse plan tot droogmaking van de
Kagerplassen uitgevoerd, wellicht zou
het dorpje thans een klein boerenge
hucht zijn. Had Leeghwater zijn be
roemd geworden Haarlemmermeerplan
zien uitvoeren De Kaag zou nog een
eiland zijn als vroeger, met alleen be
spoeld door de Dieperpoel. Evmerspoel
en Kever, doch ook aan de Noordzijde
zouden de golven beuken van het oude
Kagermeer tussen Abbenes en het
Kaageiland. Geen autoweg Amster
damDen Haag zou langs De Kaag
gaan. De Kaag zou nog meer dan in
het jongste verleden, het meest ge-
isoleerde dorp van Holland zijn ge
weest
Doch ondanks plannen, op- en neer
gang. herinnert het Kaagschip op het
kerktorentje meer dan iets anders aan
de historie van De Kaag, Wellicht zal
eens een moderne plastic zeilboot dit
oude embleem vervangen zoals in
dit mooie dorp gelegen aan de parel
der plassen al het oude moet plaats
maken voor het nieuwe.
W. Tsj. VLEER.
Zo zien de zeilers 's zomers het lieflijke dorpje De Koag. Weggescholen tussen de bomen liggen er oude
huizen, die echter door de tegenwoordige bewoners zodanig zijn opgeknapt, dat menige bezitter van een modern
huis er jaloers op zou zijn. En boven dit speelgoed-dorpje verheft zich het ranke torentje van de Hervormde
kerk, in zijn eenvoud een sieraad voor de omgeving, want het is van verre reeds te zien.
Foto Leidsch Dagblad - VanVliet
Dp de dag. dat deze foto werd gemaakt, weerklonk over het Kaagdorp. dat zo rustig lag weggedommeld in de
lonnewormfe, een slag op de torenklok te veel. Niemand heeft dit opgemerkt. De klok was in letterlijke zin
„ten steen des aanstoots" van de fotograaf en het bronzen instrument protesteerde daartegen luidruchtig.
De Kagerplassen werden nameli/k „genomen" vanuit de spits van het kerkje. En het valt niet mee om je via
ten steil laddertje door het nauwe gat te wringen, dat de toegang vormt tot de ruimte, waar de klok hangt.
Foto Leidsch Dagblad - VanVliet