gezanten naar de inca w: c9 |Tien dagen per auto door het Groene Eire bewogen leven xxxiii fBlanke ras in aanval KERKTENT ERSE CE/MPRESSIES (iii) „Sint Patrick bande alle Igifslangen uit Ierland" WEKELIJKS BIJVOECSEL van het LEIDSCIl DAGBLAD - ZATERDAG 15 AUGUSTUS 1953 - Pagina 1 Gekomen om goud vonden zij „God" ANNEER wij op een van onze vacantiedagen dwalen door Gent, op de brug bij de Graslei ons omwenden, en in de richting van het Belfort zien, gaan onze ogen wijd open van verbazing. Zijn we zo opeens in een andere tijd beland' Recht voor ons het prachtige Belfort met daarachter de St Bavo, twee Gothische bouwwerken van buitengewone schoonheid. Een paar fel-groene boompjes waar de zon op schijnt, breken het grijs, dat optorent naar blauwe luchten met witte wolken. Onze blik dwaalt vanat de plaats waar wij staan, naar links. Koopmanshuizen aan weerszijden van de Lei Koopmanshuizen met gevels waaraan men een eeuw schijnt te hebben gewerkt. De Gothische huizen, de enkele Romaanse, de spaarzame trapgeveltjes die er zijn, weerspiegelen in het water. De blauv/e lucht en de witte wolken weerspiegelen ook. Welk een heerlijkheid! Welk een schoonheid in lijn, in vlak, in tint' Terwijl ik het wonder aan sta te gapen, stoffeert mijn verbeelding de straten met middeleeuwse mensen, in middeleeuws fleurig costuum. In deze stad is Karei V geboren. Ieder kent het jaartal. Toen hij ter wereld kwam maakte de stad zich op om zich in feestcostuum te zetten. Door duizenden toortsen zou de stad worden verlicht. Hoe fantastisch die levende vlammen door nauwe straten en langs grootse gevels. De wever was niet meer aan zijn weefstoel, de volder was bij zijn werk weggelopen, de bakker vergat de volgende morgen te blazen. Er was een Koningskind geboren in hun stad! Ja, hij was van zulke voorname ouders, dat hij zeker een Koningskind kon zijn! EN oud verhaal wil dat de blijde burgers hem, toen hij Zij voerden alleen maar een schat van geruchten mee nog in zyn wieg lag. een gouden zwaard vereerdenterug, die hen. nadat ze hun vermoeienissen te boven waren met een Bijbel erbij. Waren deze gewone burgers dan zó prikkelden, dat ze weldra een tweede expeditie onder- Mlsschien leest U, bij een eerste oogopslag, kerkcent In plaats van kerkten t. Belden hebben in ieder geval een zekere schamelheid gemeen Wat is nu één cent? Bijvoorbeeld als bijdrage In de collectezak van een kerk? Wat is een tent? Hoe solide ook geconstrueerd, bij onstuimig weer is een dergelijke woning zeer kwetsbaar. Kerken worden voor de eeuwen gebouwd. Duurzaamheid van het materiaal ls een eerste vereiste. In een stenen, goed gefundeerde en stijlvol toegeruste kerk schuilt echter gevaar! Hoe gemakkelijk wordt het gebouw en de inrichting een eerbiedwaardig, maar levenloos mo nument Een bankgebouw, een fabiiek of een school heeft actuele betekenis Dat is geen vraag. Maar de kerk? „Gebeurt" daar iets? Gaan de Bijbel woorden. de prediking, de gebeden, de muziek en de liederen niet ver loren in de zoveel sterkere geluiden van verkeer, vermaak en techniek' Ondanks vele krachtige pogingen tot vernieuwing van oude vormen en gebruiken, moeten vele kerken con stateren, dat het bezoek in de dien sten en de geestelijke belangstelling, over het algemeen, sterk zijn terug gelopen. Maar zie, de kerk kampeert! Mid den in onze oude stad. en midden tussen de vele kerken. En reeds de eerste avond stromen mensen van zeer uiteenlopende richtingen letterlijk en figuurlijk op te vatten hier samen. Velen kunnen ternau wernood nog een plaatsje, vlak bij de tent vinden Anderen houden zich op een afstand. Gebeurt het opzet telijk of uit valse schaamte? In leder geval verspreiden de luidsprekers de actie binnen de tent tot ver daar buiten. Aan de rand van dit gebied wordt gepraat en gelachen Maar het stoort niet. Het ziin de geluiden van de straat. Zelfs het gejoel van de ravottende Jeugd ls normaal Binnen de tent en onmid dellijk daaromheen wordt terdege geluisterd. Hoe laat zich deze opvallende be langstelling voor een „kerktent" verklaren? Zou het zijn: alles wat „ongewoon" is „trekt"? De „kerk" in een tent is nu eenmaal anders dan de „kerk" in een stenen gebouw. Als kinderen vonden wij het een attractie op een WOORD VAN BEZINNING schoonmaakdag of tijdens een ver huizing aan een geïmproviseerde tafel te eten. Is het geen feest in een tent of op een boot te kamperen' Waarom zou het niet mogelijk zyn geestelijk te kamperen of te pick nicken" In de „kerktent'' ontdekte Je vele onbekende gezichten. Hetzelfde over komt je in een „kamp", ergens op de heide, of in een oud kasteel. Je kent elkaar niet en toch vorm Je onmid dellijk een hechte gemeenschap Ik heb mij laten vertellen, dat het meubilair in onze tent uit verschil lende kerken afkomstig was. Mis schien kwam iemand uit de Hervorm de kerk op een „Gereformeerde" stoel terecht en een Leger des Heilssoldaat op een bank van de Baptistenge meente? Het doet er niet toe. Deze zaken waren nu eens werkelijk van ondergeschikt belang De eensgezindheid kwam eveneens tot uiting in de samenzang. De lie deren waren aan verschillende bun dels ontleend. Na een schuchtere inzet werd over het algemeen spon taan en doelbewust meegezongen. Niets werkt zo samenbindend en stimulerend als gemeenschappelijk zingen! Moesten de officiële kerken dit middel niet met grote dankbaar heid en geestdrift aanvaarden en gebruiken? Vormen deze ervaringen enkele van de zeer vele niet een zwakke schaduw van Gods Rijk. waar alle kerken, groepen, richtingen, volken en naties verenigd zullen zijn? Onderscheiden maar niet gescheiden, zonder grenzen van taal of overtui ging maar niet ordeloos, want Chris tus' heerschappij zal allen samen houden en tevens aan ieder ruimte en vrijheid laten. Moet en mag de eensgezindheid van de Christenen in onze stad niemand uitgezonderd beperkt blijven tot eén enkele week in een tent van beperkte afmetingen? Moet en mag de kerk ooit anders zijn dan een tent. een tijdelijk tehuis? Juist in een indrukwekkende kerk van steen mag ik niet vergeten: Gods Rijk. de uiteindelijke woning voor alle volken en groeperingen, hier op aarde, komt met het uur dichterbij.' Het hoge kerkdak symbool van de onbereikbaar hoge „hemel" de zware muren met de sierlijke boog vensters te vergelijken met de sil houetten van slanke bomen in het vrije veld blijven, ondanks ver bazingwekkende afmetingen, afslui ten en afgrenzen Dit getdt te meer voor het geestelijke en historische isolement van kerken en Christenen. Wat dit betreft is de kwetsbare, „kerktent" van de afgelopen week een onmisbare herinnering, een waarschuwend en bemoedigend teken: „Kerk wees een tent. Kerk durf een tent, een tijdelijk tehuis te zijn. P. L. SCHOONHEIM Predikant voor het Bijzonder Kerkwerk van de Hervormde Gemeente te Leiden. Hoge Rijndijk 14a. profeten? Konden zij voorzien dat het ganse leven van de later zo beroemde monarch in het teken zou staan van deze twee, de Bijbel en het zwaard? Hoe uitverkoren voelde de Middeleeuwse Christen zich, hoe diep was de vorst dier dagen overtuigd van zyn god delijke recht te mogen heersen over zijn onderdanen. De tijd van de machtige Keizer was een merkwaardige tijd Het blanke ras begon de grote aanval op de wereld! En waar het kwam. voerde het twee dingen met zich mee: de Bijbel en het zwaard. Voor ons is het interessant die aanval na te sporen. Ttrwjil ik door Gent dool en mijn blikken zich hechten ean al datgene wat mij herinnert aan vorige eeuwen, bedenk ik dat een stad als Gent er zeer trots op geweest moet zijn een kind te hebben zien opgroeien, dat weldra zou regeren over een rijk waarin de zon nooit onderging! Hoe groot was zjjn ryk dan wel? Niemand wist het! Het a dat aan de andere zijde van de Atlantische Oceaan was immers zo groot! Het was bevolkt door heidenen! Hoe blij mochten die rijn dat de Christenen kwamen! Nu konden ze immers (horen van de heilige Verlosser, San Salvador! De wonderlijke verhalen over deze Nieuwe Wereld dwaalden door West-Europa, bereikten al heel spoedig Gent. Er zouden reuzenvogels leven die mensen meevocr- ccn door de lucht. Er zouden bomen groeien, zó dik. dat r.en zich in de stam een hol kon uithakken om er m te ionen. Er zouden mensen wonen met een heel vreemde kdaatskleur. die volkomen onbetrouwbaar waren en ce prachtigste gouden voorraden bezatenHet goud scheen er voor het oprapen te zijn als je de plekken maar kist! IN het jaar 1524 ging een groep Spanjaarden op reis vanuit Middel Amerika om het „Goudland" te vinden dat zich volgens de geruchten moest uitstrekken, ergens |l«n Zuiden van Panama. Echter zonder resultaat van wie de oudste Huascar namen. Weer zonder resultaat. Met de ijver een betere zaak waardig gingen Pizarro en de zijnen door met het inwinnen van inlichtingen. In de lente van 1532 rukte Pizarro opnieuw langs de kust naar het Zuiden en stichtte San Miguel, een neder zetting die als belangrijk steunpunt voor zijn aanstaande tocht door het binnenland was bedoeld. Van over de bergen waren nieuwe geruchten tot hem gekomen over broederstrijd in het Inka-tijk Peru. Enige jaien geleden was de Inca Huayna Capac gestor ven Volgens de geruchten liet hij zoveel goud na, dat niemand de waarde kon schatten. Ook liet hij twee zonen r hem op zou volgen, als Inca. Indianenbloed klopt snel! Zyn jonge halfbroer Asahualpa keek met begerige blikken naar de borla. als hij zich onbespied waande. De borla. het heilige teken van de Peruaanse souvereiniteit, rustte op het hoofd van zyn broer. Het zou om zijn hoofd moeten rusten. Geruchten over een vreselijke strijd die achter het ge bergte woedde, bereikten de Spanjaarden. Tienduizenden Peruanen zouden aan de strijd deelnemen. Pizarro wachtte. Soms keek hij bezorgd om zich. Zijn legertje bestond wel geteld uit 250 man. Daar kwam opeens het bericht dat Huaskar verslagen was na vreselijke strijd en gevangen genomen door zijn broer Asahualpa. En deze was met zijn leger gekampeerd op slechts 12 dagreizen ver. Groot was de macht van de nieuwe Inca. fabelachtig zijn rijkdom, cn zijn dienaren waren 7.0 talrijk als de golven der zee. Hem aantasten zou dwaasheid z'yn! Doch de schatten lokten én het avontuur! Hadden zij niet reeds vele wonderen van dapperheid verricht? En had de fantasie der Indianen geen wijde wiekslag? DE 24ste September 1532 trok Pizarro met een kleine blanke schare het binnenland in, het ontelbare leger van de Inca tegemoet. Vijftig man had hij achter gelaten in de pas gestichte nederzetting. Voorwaarts ging het, door stromen en dichte wouden, ten prooi aan millioenen insecten, aan felle zon en later: bijtende kou. In de vlakte was de lucht vol bloemengeur en onbekend gruis blonk hen tegen. De nijvere bevolking, die overal inigatiewerken had aangelegd, staarde hen verwonderd aan. Van waar kwamen deze witgezfehten die op weg waren naar de Inca? Kwamen zij uit het rijk van de maan, of uit dat van de zon? De gids die hen met zich voerde, vertelde hun. dat ze van Ie overzijde van het grote water kwamen. Daar woonde een vorst: nóg groter en machtiger dan de Inca! Zyn sieraden blonken zó. dat hU zich zelf er in kon zien en zijn krijgslieden waren talrijker dan de bloemen des velds. Zijn krijgslieden hadden wapens die zó snel door de lucht vlogen, dat zelfs het bestgeoefende oog ze niet kon zien! Deze machtige vorst nu had een gezantschap gezonden om de Inca vriendschap aan te bieden. Hier en daar waren verversingsstations aan de weg die de Inca gebruikte als hij op reis was. Natuurlijk mochten zyn gasten die ook gebruiken. Overal werden de witte mannen aangegaaptèn de paarden! EEN week ging voorbij zonder schokkende gebeurtenis sen. Toen kwam een gezant van de Inca hen tegemoet om hun welkom te heten in diens rijk en hen uit te nodigen tot een bezoek. Pizarro, die zeer goed begreep dat dit een spion was, 'die zich zo veel mogelijk van alles op de hoogte moest stellen ontving hem vorstelijk en vertelde hem met behulp van zijn tolk hoe groot de genegenheid van de machtige Koning Karei was voor de dappeie en edelmoedige Inca. De koning had hem. Pizarro. persoonlijk op weg gezon den om de Inca te ontmoeten, en hem hulp aan te bieden teeen zyn vijanden, indien hij zulks wenste. Wie de mach tige Karei tot vriend had. bedreigden geen gevaren meer. De gezant vertrok, nadat hij zyn ogen flink de kost had gegeven had en nadat hij nogmaals de vreemdelingen tot een bezoek had uitgenodigd. De Inca, zo had Pizarro ook van zijn eigen spionnen vernomen, vertoefde met een zeer groot leger te Caxa- marca, waar hij de geneeskrachtige bronnen gebruikte. Dat was dus aan de andere zijde van de Andes! Voorwaarts ging het. steeds hoger! Voorwaarts ging het, naar steeds woester gebied. Vóór hen rezen de Andeskammen, die de eeuwige sneeuw beurden in stralende zon. Een gevangen spion die men gepijnigd had verried de bedoeling van de Inca. Deze had hen allen laten tellen. Een handjevol! In zijn kamp zou men hen, doden. Daartoe had hij nu leeds zijn machtig leger in drieen gesplitst Steeds hoger! In deze woestenij was geen weg terug. Langs peilloos diepe afgronden ging het, van duizenden voet, langs steile paden waarop men de paarden voorwaarts trekken moest. De wouden lagen beneden hen. De hemel kon hen weer zien. Zy wriemelden als mieren tussen het goudgele gras, dat als een stralenkrans de „Eeuwige Sneeuw" omlijstte.' Zij waren gegaan om goud te vinden, en ze vonden, staande in het goudgeel gras. met hun ogen angstig gericht op de gigantische rotsmassa's, die als demonen voor hen oprezen: „God". Pizarro was de eerste die tot bezinning kwam. Wacht eens even. zij waren hier niet alleen voor goud en buit gekomen! Ook om de heidenen daarvoor iets terug te geven: de kans op de Hemelse Gelukzaligheid! Hun nood was zo hoog. Zij waren gekomen voor Christus en het Kruis! Voorwaarts dan! Zy namen hun kruisen en baden! Heilige moeder Maria, bid voor ons zondaars, nu en in het uur van onze dood! LAG de dood niet voor hen? Het goud had zijn glans -erloren. Met de moed der wanhoop en de dorst naar de hemelse gelukzaligheid ging een groepje blanken, plotseling geworden tot soldaten Gods. de onheilspellende rotsen en ravijnen tegemoet. Steeds hoger! Wat zou hun lot zijn? Doodvriezen hier boven, of eens. daar beneden in dronkenschap dansen om het gouden kalf? Zij wilden de Inca de groeten brengen van de machtige Keizer Karei, die in Gent geboren is. REIN BROUWER. koop van whiskey van twaalf millioen tot vyf millioen gallons terugbiacht! Het van leven pulserende industriecen trum Cork. ziet er echter niet naar uit of het tot op heden is drooggelegd! Dc kilometerwijzer van onze auto springt onvermoeibaar \oort Wij niet. Ik heb moeite wakker te blijven bij het voor bijrazen van het prachtige landschap. Ais we eindelijk de Bantry baai in zicht krijgen, slaken we een zucht van ver lichting. Het heerlijk gelegen Ardna- geshel-House met zijn charmante cast vrouw en zyn joviale gastheer, Cana dees. auteur van boeken over Thibet en deskundige op het gebied van slan gen. opent wijd zjjn armen voor twee vermoeide reizigsters. St. Patrick verdreef de slangen 's Avonds, by vlammende Turen, komen we bij van de geforceerde dagtoer. Met spontane hartelijkheid van gebrandschilderd glas, zouden bladzijden te vullen zyn! Maar de ge ïllustreerde Gids voor de Provincies van Ierland (An illustrated guide to the counties of Ireland) met voor woord van D. L. Keilener, gepubliceerd door Fogra Failce te Dublin, kan U beter dan ik van de pracht cn varia tie vertellen die Ierland biedt. Alleen wol ik de „Rock of Cashel" nog memoreren die we bezichtigen op onze terugtocht naar Dublin: Huis v 1 Koningin Clifden, aan de Ardbear baai, is de hoofdstad van Conne- mara. Het ligt in een vallei en is omkransd door bergen. Bloemen langs de wegen, zover het oog strekt. Fuchsiahagen, Rhododendronguirlandes. We maken een wandeling naar zee en komen thuis met armen vol wilde bloemen. Na de lunch, gaat het per auto klimmend en dalend o^aer de Kylemore pas. Kylemore haven, omklemd door steile rotswanden, is naar men ons verzekert, „de" fjord van Ierland. De Engelse vloot heeft er meermalen een schuilplaats gevonden Over de om geving spreekt men van: „Een Homerisch droomland van gekleurde bergen". Vandaag, bij laaghangende wolken en striemende regen heeft het landschap meer van een droef geestige Noorse melodie. |Een onvergetelijke reis snellen lanes vermaarde plaat- met Keltische monumenten cn Posante ruines. Langs het statig Ashford, dat thans is Ingericht 'Jjotel de luxe" voor schatrijke "lianen en andere door aardse ton bevoorrechte toeristen. Niet- ï.n!nttaande de veelheid van inóruk- n, doen kou en regen zich gelden. 0 tiln beslist onder invloed van de deren bij z(jn moeder 111 Ieren zyn godsdienstig Overwegend Katholiek in de 26 Counties van de Republiek. In Ulster, de 6 Counties van Noord-Ier- land, dat een eigen Parlement heeft, doch deel uitmaakt, van het Verenigd Koninkrijk 1 Engeland 1 is men over wegend Protestant. In het Katholieke deel wordt driemaal per dag. over ste den. dorpen en gehuchten het Angelus geluid. Het klinkt als een vredesbood schap. Kerkelijke plichten en gebruiken zijn vanzelfsprekend opgenomen in het le\en van alledag en van ieder mens Los van alle vroomdoenerij. Volkomen natuurlijk. De oude dame vertelt van haar meisjes in het klooster Zy waagt honderd uit: over Koningin Juliana, de Prinsessen en natuurlijk over de watersnood. Waarom gaan Jullie niet naar het Zuiden? zegt 7e opeens. „Het is hier \ecl te koud. Stellig treft ge daar beter weer. Jullie hebt toch een auto'" Welk een verstandige raad! We kyken elkaar eens aan: „Dat doen wc! Mor gen." Het schitterend gelegen Ardnagashel-House aan de Bantry-baai De ion tegemoet herinneren ons, dat men te W Dublin gesproken heeft idyllisch -J- *~1~ ■teer;. 3 x daags luidt het Angelus AVONDS staan we voor het rustbed van cn oude vrouw, fc*vhn!Wier v*lf dochters als non tot ktSi e rell?ieuze orden zijn toe- J»t «ien. De oudste zoon is priester; I nSs,e woont met vrouw en kin- De rots van Cashel met Hora Abbey „Ardnagashel" aan de "Bantry Baai 111 de nabijheid van Glengariff. „Het klimaat is er zeer mild" lezen we in de '.ids die we er op naslaan. „Tropische planten groei: palmen en bamboe tot aan zee. We besluiten vroeg op te staan en de lange ruk erheen te wagen over de op één en twee na grootste steden van de Republiek: Cofk en Limerick Te Lime rick, bezige stad aan de Shannon, scheppen we adem en kopen er kleine souvenirs voor thuis: nuffigheidjcs van Guipurekant, gemaakt in het klooster van de Goede Hei der cn ezeltjes van aardewerk. Te Cork. kijken wc schuld bewust naar het standbeeld van Father Mathcw, voorvechter van ge heelonthouding. die door zijn boetpre- dicaties (1838—43) de Jaarlijkse ver worden we in de kring der gasten opgenomen. Natuurlijk wordt het chapiter „slangen" aangeboord. Een der gasten informeert: hoe het komt dat op de door varens en kruiden overwoekerde paden in de bossen rond hel huis geen reptielen te vrezen zijn? Oii7C gastheer geeft hierop een afdoend antwoord: „Sint Patrick heeft alle adders en giftige slangen uit Ierland verbannen!" Sprookjesachtige natuur DE volgende morgen schijnt de zon! Van de dagen die we doorbren gen in en op het water, de toch ten naar de sprookjestuinen van Glen gariff en Killarny, welks gezegende schoonheid schilders en dichters nog steeds trachten te benaderen; ae adembenemende uitzichten van be roemde bergpassen, ails Windy-Gap en Ladies-View, op meren en dalen en watervallen, die de kleuren hebben De rots is in letterlijke betekenis een Hoogtepunt. Hoogtepunt in de historie en de bezienswaardigheden van Jcrland. Zij is een 300 voet me tend steil plateau. Uit de verte geeft ze dc indruk van een fort. De Druïden vierden er reeds offerfees ten. Later hielden de koningen van Ierland daar hof. Zij lieten er een massief paleis optrekken. Op de Stone of Sacrifice (offersteen) wer den zij gekroond. Op dezelfde steen legde het volk geschenken voor hen neer. Natuurlijk is er een „Round Tower". Koning Angun verwelkomde in zijn paleis op de rots St. Patlick (Be schermheilige van Ierland), die hem in 450 met zyn gehele gevolg tot Chris ten doopte De geschiedenis van Ierland ging verderde rots bleef staan Bij zonsondergang gaan we klein en nietig door de machtige ruines van bouwwerken en menselijke grootheid. De avondhemel staat strak boven dak loze gewelven en glasloze vensters. Wij dwalen tussen de graven van prinsen en edelen en onoverwinnelijke man nen. Op een grasveldje ernaast weidt een kudde schapen. In de verte verva gen bergtoppen. Wordt het water van de „Suir" tot vloeiend goud. Doodstil is het hier. Slechts de stenen spreken. Van grootheid en verval. Van komen en gaan. Gelijk het gras is uw kortstondig leven" zeggen zy. Nu grazen de schapen tussen de Telkens nieuw gras.... Telkens nieuwe schapen.. Telkens nieuwe zerken.... „Rots der ecuwen, aan uw voet" - ruist het onhoorbaar uit een lang tot stof verkeerd orgel. „Onze laatste avond In Ierland", fluisteren we tot elkaar: „Een onver getelijke avond een onvergetelijke reis!" ELSIBETH VAN MAASDIJK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1953 | | pagina 5