Johanna mensenkind de Waanzinnige l 45 jaren opgesloten ONS SPANNEND HONDEN-VERHAAL „Boefje neemt de benen Wroeters in het duister WEKELIJKS BIJVOEGSEL van liet LEIDSCII DAGBLAD - ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1953-Pagina 3 BEWOGEN LEVEN (XXXI) Tragedie Nooit zouden de deuren meer open gaan Patio van het Santa Clora-klooster, vroeger Koninklijk Paleis te Torde- si lias, waar Johanna de Waanzinnige (Juana la Loca) gedurende 45 jaren gevangen zat. (Illustratie uit „Johanna de Waan zinnige" door dr Joh. Brouwer). Terwijl Filips de Schone zijn tijd verdeed met feesten aan het Engelse hof, begon zijn schoonvader Ferdinand alvast haat te zaaien tegen de jonge Koning. Hij hoopte dat zijn tweede vrouw hem nog een zoon zou schenken, dan zou Spanje een vrije natie blijven, en geen onderdeel worden van een wereldrijk der Habsburgers. Hij liet door spionnen rondvertellen dat de jonge Filips zijn vrouw in verzekerde bewa ring hield, om zichzelf over te kunnen geven aan zijn uitspattingen. Was dit geen belediging voor Castilië Bovenal voor de Castiliaanse adel? Was het Spaanse vorstenbloed niet minstens even edel als dat van de Duitsers uit de Habichtsburg? Hij liet verder rondvertellen dat de jonge Filips in aantocht was, vergezeld van een leger vriendjes, die hier weldra de lakens uit zouden delen! Vreemdelingen, die van de toe stand van het land niets wisten! Castilië moest zelf weten wat ze deed. Doch hij, Ferdinand, kon de Cortes (volksvergadering) wel voorspellen dat er een bange en verwarde tijd zou komen, en dat men met weemoed zou denken aan de tijd van Isabella, eens zijn gemalin, en hun vorstin. Wat ze moesten doen om dit alles af te v/enden? Moest hij hun dat voorzeggen? Zij hadden toch zélf hersens genoeg? ILIPS, wiens bedoeling het geweest was om te landen in de vlakte van Andalusië. wier bevolking in onmin leefde met Ferdinand, en op het punt stond een op- tand te beginnen, werd door storm uit zijn koers gedre in en viel tenslotte de haven van La Coruna binnen. Feestelijk werden ze hier ingehaald en ze ontvingen vele Castiliaanse steden en edelen reeds betuigingen trouw. Men geloofde namelijk onder Filips meer zelf- tandigheid te kunnen behouden dan onder de gewiekste 'prdinand. die eens met Isabella samen, de macht van de del, en voor een gedeelte zelfs van de Kerk, gebroken ad. Columbus, ziek terneerliggend na zijn vierde reis, zond ok een bewijs van trouw en onderdanigheid. Een oud verhaal, dat een zeer taai leven heeft, wil, dat r op zekere dag een oude vrouw in het zwart voor Filips verschenen is, die hem heeft aangezegd dat hij dood, nog angere reizen door Spanje zou maken dan levend. En at de gróte reis weldra een aanvang zou nemen. De acht en twintigste Mei begon Filips zijn laatste grote >cht. In gesloten gelederen marcheerde hij Castilië bin- en. Overal waren reeds geruchten verspreid over de lechte behandeling van zijn vrouw. Doch Ferdinand, die thoopt had een staatsgreep te kunnen doen, waarbij hij ps uit Spanje zou kunnen vagen, zag zich genoodzaakt schoonzoon tegemoet te rukken om met hem tot een roord te komen. De meeste edelen hielden niet van •iinand, ook de meeste steden waren bang voor hem. oude vete tussen Castilië en Arragon. die tijdens het en der Katholieke Koningen tijdelijk was gaan slapen, nd nu weer op. r ET een klein gevolg trok Ferdinand zijn schoonzoon tegemoet, die met vijftienhonderd zwaar gewapen- •T den naderkwam. Ferdinand kon zich onder alle handigheden beheersen. Ofschoon hij een rondschrij- ?n door Castilië had gezonden, waarin hij duidelijk te irslaan had gegeven dat men Filips van de regering uit sluiten, trad hij hem vriendelijk tegemoet. Zelfs de aanse edelen rond Filips. die hem dus ontrouw worden waren, begroette hij met een stralende, doch oitende glimlach. Ferdinand, die in zijn rondschrijven d gefulmineerd tegen Filips omdat die Johanna als een ankzinnige behandelde en overal buiten liet, had het st gevonden met zijn schoonzoon te spreken buiten zijn •enter om. Op een tweede conferentie, waarop Filips zich ver- l'gcnwoordlgen Het, kwam een regeling tot stand, waar- J>'l Ferdinand o.a. de helft van de Inkomsten uit de «ieuwe Wereld kreeg, doch in ruil daarvoor moest ver klaren dat zijn dochter totaal ongeschikt was om te 'fceren. hetgeen hij zonder gewetensbezwaar deed. i h daRen had hij een geheim stuk op laten «ellen waarin hij verklaarde dat men de overeenkomst Bft Filips moest zien als afgedwongen. )E stoet van Filips rukte verder. Volgens sommige kroniekschrijvers was zij aangegroeid tot boven de tienduizend man. En tussen deze duizenden mannen •ogen zich slechts twee vrouwen: de Koningin en haar h?aW' KoninS«n had alle vrouwelijke bedienden jjofdames weggezonden, om haar teerbeminde gemaal wschermen tegen de duivel die zo gaarne gebruik lf« 5 V*«n de andere scxe om zün doel te bereiken. fle Moorse slavinnen, die haar geleerd hadden hoe 'werdranken kon bereiden, die by Filips de liefde ns haar weer levend zouden maken, had ze wegge- stoet rukte op Burgos aan. doch Koning Ferdinand, s aanwezigheid, van zijn standpunt uit gezien, drin- i k ensl was er dreigde een minderheid in opstand L aien tegen het gezag van Filips, omdat ze kopschuw an de vreemdeling die menig bewijs had gegeven toestanden niet voldoende te kennen M 1 om naar Italië te vertrekken. - *?°8 toe is nog niet opgehelderd waarom Ferdinand |5„aan heeft. Zijn positie noopte hem volstrekt niet ™r e_ovcrhaaste tocht. Ofschoon velen in Castilië bang HereV00r ecn ,e Rrole macht van Ferdinand, waren 1„ ongerust geworden door de manier waarop an vreemdelingen baantjes gaf. kWn? ïï*®5.'* naar Burgos. Ferdinand had zich Inge- Pt- Enige dagen voor ze Burgos bereikten, mar cheerden ze ecn kleine vesting binnen. Allen behalve Johanna. Zy wilde het kasteel van Cogeces niet binnen gaan. bang dat men haar daar gevangen zou zetten. De ganse nacht zwierf ze in het open veldWas haar angst gerechtvaardigd? Had Filips werkelijk dergelijke plannen met haar. nu hem gebleken was dat hij haar niet helemaal terzij kon schuiven? Men rukte weldra op Burgos aan en daar stierf de jonge Koning, geheel onverwachts. Men zagt dat hy zich by het pelotaspel. een soort slagbalspcl, te veel had vermoeid, en zich daarna had laten afkoelen zonder Iets op zyn hoofd. Over de dood van de jonge Koning ligt tot op heden een ondoordringbare sluier. Er zijn doktersrapporten die duiden op een natuurlijke dood. Er is echter ook nog een merkwaardige brief van een Utrechts geestelijke, die Filips vanuit Rome. waar hij als "sKonings gezant ver toefde, dringend waarschuwde uiterst voorzichtig te zijn met zijn voedsel. De Koning moest vooral niet te vaak bij Ferdinand gaat eten. Deze brief was enige weken voor Filips' dood ontvangen Op het moment dat Filips stierf was Ferdinand verdwe nen. Aangezien sluipmoord in die tijd aan de orde van de dag was en de gedachten der mensen bij een plotselinge dood van een koning vaak in die richting dwaalden, zat hij in Italië zo gunstig mogelijk. En Johanna zat bij haar overleden gemaal. Zij was een ideale verzorgster voor hem geweest en had, bij zijn ver scheiden. geen traan gelaten. Ze heeft hem na zijn dood op een troon gezet. Hy was gekleed in een mantel van hermelijn met goudbrokaat Zijn hoofd was bedekt door een muts die versierd was met kostbare juwelen. En op zijn borst hing een crucifix, ingelegd met edel- 13HANNA verwachtte haar zesde kind. Enige weken nadat Filips in het Karthuizer klooster te Miraflores. dat vijf kilometer van Burgos verwijderd ligt. begraven was. eiste zij het lijk op. Ofschoon volgens de toenmalige wet een dode pas na een half jaar mocht worden opgegra ven. kreeg zij haar zin. omdat ze zo vreselijk te keer ging. dat men bang was voor een miskraam. Zij zou haar geliefde gemaal naar Granada brenger, waar hij rusten zou naast haar moeder. Had hij dit laatste zelf niet verlangd? Ze reisde bij nacht en ontij. De kist met Filips stond op eer. rijk versierde wagen, getrokken door vier Friese paarden. Voorttrekkend door de duisternis, bij het licht van flakkerende flambouwen, terwijl de klaagzangen der monniken ver drongen door de nacht, leek alles zo demo nisch. Zij duldde niet dat er een vrouw in de nabijheid van het vierspan kwam en eens toen ze bij vergissing halt had gehouden op een binnenplein van een nonnen klooster. brak ze haastig weer op. De mensen aan wie ze in de nacht voorbijtrok, bleven in de huizen. Maar daar raakte hen zelfs nog de kille adem van de dood. Johanna de Waanzinnige (Juana la Loca) werd voortaan haar naam bij ieder. Zij onderbrak haar reis om een meisje ter wereld te brengen. Daarna ging het weer verder. TOTDAT ze in Tordesillas kwam. Daar liet ze Filips in ecn klooster bijzetten. En in het paleis dat aan het Santa-Clara-klooster grensde, nam ze enige rust. Slechts even, ze moest immers voort. De deuren sloten zich achter haar. Nooit zouden ze weer voor haar opengaan. Koning Ferdinand, haar vader, zou haar daar in verzekerde bewaring stellen. Toen de deuren dichtvielen was haar gemaal dan twee Jaar gestorven. ZU zou nog ruimschoots de tyd krijgen hem hier op aarde te gedenken. Nog vUf een veertig jaren zou ze leven In haar gevangenis. Ze zou pas sterven In het jaar dat haar oudste zoon. Karei, als een afgeleefde grUsaard, afstand deed van al zijn waardigheden. Keizer van Duitsland. Koning van Spanje. Heer der Nederlanden. Dat was in bet Jaar 1555. Nog eenmaal zou in de eindeloze duisternis van deze lange, lange Jaren, een lichtstraal vallen REIN BROUWER. BEWERKT DOOR FANNIE CREMER -so-Boefje vindt een vriendje Toen hij zo zielig in de wacht van de politie werd gebracht, kreeg hij al dadelijk van elk een beetje van hun brood en melk. Het smaakte goed en Boefje vond het best en at zijn buikje rond. ..Kom", zei er een. ..jou schrokkebrok. 't is bedtijd voor een arrestantje" Dus bracht hij Boefje in een hok bij nog zo'n weggelopen klantje. En hij zat samen in één boxje met ecn brutaal, ruigharig foksje. Het had als hij. gekrulde haartjes en 'n vierkant snoet met bakkebaardjes. De deur ging toe en dadelijk stond het foksje voor hem en liet vond. dat Boef je toch wel aardig was. zijn staartje zei: ,.'k ben in mijn sas". Zij snuffelden (de één de ander) en gingen liggen naast elkander. ..Ik knies al dagen", zei de Foks in deze akelige box... Er zitten er wel twintig samen en allemaal voor tralieramen. Wanneer je baas je hier niet haalt en niemand geld voor je betaalt, neemt dan maar. als je kan. de poten, want anders word je doodgeschoten „Woeff". blafte Boefje, want hij schrok en liep al zoekend door het hok. Maar 't was er steen en nog eens steen, daar kwam je krabb'lend niet doorheen. Toen zei het foksje zachtjes: .Zeg zullen wij samen morgen wèg? Wanneer je strakjes wordt gelucht, dan slaan wij beiden op de vlucht! Je zult wel zien. hoe ik dat doe. maar denk eraan: je kaken toe! Wanneer ik kef. ren jij naar mij. en reken maar. wij komen vrij". (Volgende week: Alles ondersteboven). Kijkjes in de Natuur HETT ZAL u ongetwijfeld wel eens zijn overkomen, dat u tiidens uw wandeling of fietstocht door een bos. langs een veldweggetje of door de duinen, werd getroffen door een hoogst onpleizlerige geur, die op een bepaalde plek merkbaar was. zó dui delijk merkbaar, dat u zich haastte zo gauw mogelijk uit de gevaarlijke zone te komen Misschien is er een enkele onder u, die. gedreven door nieuwsgierigheid in zo'n geval stil staat of afstapt, om. geleid door zijn reukorgaan, de oorzaak van het erge luchtje op te sporen. „Ik zou je danken", zegt daar iemand, „geef mij maar een roos of een bos viooltje. dan mag de liefhebber op zoek gaan naar een stinkend stuk aas. want dat bedoelt u zeker?' Zo is het. Laten we het kind maar bij de naam noemen: een stuk aas oftewel een dood dier. dat in staat van ont binding verkeert en als gevolg daar van die onplezierige geur verspreidt. Nu zal ik niet zeggen, dat ik op elke wandeling of fietstocht bij elk waar neembaar ..luchtje" stilsta en op on derzoek uitga, maar wél is het zo. dat ik zon dierenlijkje wel eens van zeer nabU bekijk, in de verwaohting iets bijzonders aan te treffen. Want een feit is het. dat speciaal by of in en vooral onder zo'n „geurend geval" op natuurhistorisch gebied nog wel eens wat valt te beleven. Zo'n cadaver of kreng ligt daar nameiyk ogenschijn- ïyk heel stil en rustig in een vergeten hoekje van het bos. maar het is cm de drommel niet vergeten 1 We behoeven het maar eventjes met een stokje een beetje op te lich ten om te ontdekken, dat in de grond en vlak onder het dode dier verba zend hard wordt gewerkt en dat het daar een drukte is van belang Het is nu juist om die drukte en om dat hevige werken en wroeten van al dat ondergrondse gedierte te bekijken, dat ik de onaangename rottingslucht op de koop toe neem. deze dingen niet voor de aardigheid voor op zo'n msectenkop zitten. Wie ze met een vergrootglas bekijkt, zal zien. dat ze voortdurend in actie zyn Hoe ze precies werken en wat voor geheim zinnige mogelykheden die kleine broze organen in zich bergen, weten de men sen nog lang niet. maar de wetenschap is er toch wel achter gekomen, dat een Insect met z'n voelhorentjes <zyn „antennen") kan tasten en ruiken. Nu. zo n reukorgaan hebben de aas kevers wel nodig, want zy moeten op de geur van het aas afgaan. V\N grote afstand komen onze aaskevers, geleid door hun onfeil baar werkende organen, naar de plek, waar de begeerde lekkernij op hen ligt te wachten. Ze wandelen er overheen, ze kruipen er onder en als het kan. liefst er binnen in en begin nen dan al gauw met hun zware kar wei. Want hun naam hebben ze niet bij toeval gekregen! Met vereende krachten (en kevers zlln sterk') on dergraven zo het cadaver, dat lang zamerhand fn de aarde wegzakt, zodat er na een dag soms nog slechts een pootje is te zien Maar de doodgravers gaan door met hun merkwaardige arbeid, tot het hele geval wel 2 3 d m onder de oppervlakte ligt. Soms, als de ondercrond voor het doel on geschikt is. zien ze er niet tegen op. het aas te verslepen of, beter gezegd, weg te dragen. pers op de kust verschynen. Het doel dat achter dit hardnekkig en onver moeibaar zwoegen ligt, is niet zo moeilyk te raden Iedereen weet wel. waarom aasvliegen b.v altyd op het vlees gaan zitten, als dit niet goed wordt afgedekt, namelijk om de kleine geelwitte eitjes er op af te zett«=n waaruit dan al spoedig de vliegen- larven worden geboren, die zich voe den met het vlees. Zo Is het met de aaskevers ook Ligt de dode muls of het vogel' e goed onder de aarde, dan leggen de vrouweiyke dieren er hun eitjes op. We kunnen dus zeggen, dat d»ze ke vers voor hun kroost een gedekte tafel klaar maken Ieder zal nu kun nen begrijpen, dat het bedorven en stinkende vlees of wat het ook mag zijn. heel snel wordt verwerkt door de verbazend etende en snel groeien de aaskeverlarven. Maar dan zal iedereen, die z'n verstand gebruikt, hieruit de conclusie moeten trekken, dat de aaskevers en al dat wrlem»- lende goedje onder zo'n stuk .adel lijk" vlees een zeer belanerHV» f»"-- tie vervullen in het grote rijk van natuur en dat wij mensen er ln ons eigen belang goed aan doen. deze reinigers, deze opruimers van alles wat rottend ls en schadeiyk voor onze gewondheid, deze wroeters ln de du'«- ternis hun bescheiden plaatsje te gunnen. Nu wordt niet van iedereen ver wacht. dat hij maar dadelijk ln stille bewondering bij het eerste het beste cadaver zal gaap zitten, al maar hoofdschuddend over die geweldige organisatie in de natuur (hoewel die geweldig ls), maar laten zij er ?ens HET eerste opvallende dier, dat zijn bezigheden onder het aas ver richt, is een stevige kever of tor, heel fraai zwart van kleur, maar met dekschilden, die oranje en zwart ge- band zyn. Dit insect draagt de naam van dood graver. een naam die u duldelyk zal worden, als ik u iets van zyn levens loop vertel. Onlangs kreeg ik tenge volge van myn nieuwsgierigheid, zo'n oranjezwarte knaapnee! niet in handen, want hy heeft de gewoonte een druppel vocht af te scheiden, als hy wordt aangepakt, een vocht, dat ook al geen eau de cologne is. Hij is er echter vandoor gegaan, tot mijn spijt, want ik had hem willen tekenen in ruil voor zijn vrijheid. Maar behalve de oranjezwarte dood gravers zyn er ook glanzend zwarte te vinden en zo'n „lijkendrager" tde letterlijke vertaling van zijn weten schappelijke Latynse naam') heb ik vandaag dan maar afgebeeld. Hij zit in een weckfles en lichtschuw als hy is. heeft hij zich geheel onder de aarde gewerkt. Wil ik hem goed be- kyken. dan moet ik hem eerst te voorschijn halen uit zyn donkere schuilplaats. Daar hebben we hem dan, de zwarte aaskever. Een stevige knaap van plm. 2 c m. lang. met een duidelijk hals- schild en met dekschilden die aan de achterkant recht zijn afgesneden. Merkwaardig by de aaskevers, dat hun dekschilden korter zyn dan het achterlyf. zodat van dit laatste een aantal ringen onbedekt onder het zwarte Jacquet uitsteken. Opmerkeliik aan dit geheel zwarte dier zyn echter de eindknoppen van de sprieten, want die ziin licht geelbruin van kleur en daardoor ls het net of het beweeglyke dier lantaa rotjes voor op zyn motor- kan heeft zitten. Nu ik het toch over die voelsprieten heb. kan lk er aan vastknopen, dat Er wordt door het graversgilde daar- by een stuk werk verzet, dat niet gering is. Het mag een vogeltje zyn of een dode muis. ja een heel konijn komt onder de aarde te liggen, als de kevers maar de tijd krijgen en er geen andere en sneller werkende ka- aan denken, die altyd dadeiyk klaar staan met een klomp of een schep, om gedachtenloos te vernietigen, wat met rust gelaten moet worden. Wie weet, misschien komt dan die bewondering later toch nog! S. VAN DER ZEE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1953 | | pagina 7