Philips
Johanna
De Leidse Schouwburg
aan de Oude Vest av)
ZWAAR WEER OP TIL
in loeiende storm
r
WEKELIJKS BIJVOEGSEL van het LEIDSCH DAGBLAD -
ZATERDAG 25 JULI 1953
Pagina 2
Adèle Sandrock en Sarah Bernhardt
stonden er op de planken
Maar zijn rol loopt ten einde
Wij hebben aan het slot van ons derde artikel gezegd, dat
het Leidse toneelleven zich gedurende bijna 250 jaren vrijwel
uitsluitend in de Schouwburg aan de Oude Vest heeft afge
speeld.
Zeker, er waren en er zijn nog enkele andere zaaltjes met
een „toneel" - of met wat daarvoor moet doorgaan - en Leiden
kan ook nog bogen op een Stadsgehoorzaal, die men echter niet
zonder te lachen als toneelzaal kan betitelen.
De Schouwburg aan de Oude Vest is verouderd en te klein:
toegegeven. Ondanks zijn fantastisch-goede acoustiek - waar
aan menige moderne schouwburg niet kan tippen, alle hoogge
leerde deskundigen ten spijt - beantwoordt hij niet meer aan
redelijke eisen van.de tegenwoordige tijd en zijn dagen moeten
derhalve geteld geacht worde».
"yprF
Anno 1788. Dit schouwburgje (aan de rechterkant van de steeg), dat nu niet
direct een grootse indruk maakt, noemde men destijds ,,een bequaam gebouw"!
Maar Leo Roozen, de schrijver van
het aardige boekje „Dit is Leiden was
toch wel zeer ondankbaar en voor
barig, toen hij in 1941 schreef: „Hij.
die een middel weet om op oir- of
minder oirbare manier de schouwburg
te verdonkeremanen, kan rekenen op
de dank der burgerij en ingeval
van misdrijf op verzachtende om
standigheden".
Want wanneer men de leggers van
de Schouwburg doorbladert en daaruit
het repertoire nagaat, dan blijkt, dat
in dat oude, thans verguisde en
overigens terecht ten dode opge
schreven Huis heel wat gebeurd is en
dat er voor „elck wat wils" geboden
werd.
ELCK WAT WILS
Als wij ons bepalen tot het reper
toire van de twintigste eeuw, dan vin
den we er op 1 en 2 November 1900
de opvoeringen van „Krulmeldam in
Parijs", een nieuw blijspel met zang
in 4 bedrijven, met nieuwe chanson-
netten, duo's, trio's, koren enz. van
C P. T. Bigot, met August Kiehl in de
hoofdrol; 3 dagen later, op 5 Novem
ber 1900 „Hedda Gabler", toneelspel in
4 bedrijven van Henrik Ibsen, met
Theo MannBouwmeester als „Hed
da". We lezen de beroemde titels van
„De levende brug' (1905» en „Weet je
't al van Schellevis-Mie?" 11915
maar ook van „Madame Sans-Gcne",
„De Koopman van Venetië". „Op hoop
van zegen'„Dolle Hans .Freuleken'
„Eva Bonheur', .Pygmalion". „De ver
overaar" en „Vorstenschool". We vin
den er de eerste gezelschappen van het
land, maar ook de kleine „Schmiere"-
troepen. die nog juist de schouwburg-
huur kunnen opbrengen of hier hun
laatste duiten komen verspelen.
Alle kleine en zelfs vele grote acteurs
noem. ook alleen weer van de laatste
vijftig jaren. Alex en Rosier Faassen,
Willem van Zuylen. Louis Bouw
meester. Willem Rooyaards. Eduard
Verkade, Jan Musch; maar er zijn nog
honderden anderpn.
We hebben ook beroemde buitenlan
ders hier kunnen zien optreden: in
1901 Adèle Sandrock. later zeer bekend
geworden door de film, in „Heimat"
van Sudermann: Coquelin cadet. In
„Tartuffe"; Sarah Bernhardt, in 1903,
in „La dame aux camélias"; Jean Co
quelin, in 1905, in „Les affaires sont
les affairen'; Ja, zelfs een ensemble
van de Keizerlijke Schouwburg uit
Tokio, in 1905 en een gezelschap van
ras- en wasechte Lillputters in 1903.
De Leidenaar viert en belééft hier het
jubileum van de zo geliefde Marie van
EysdenVink, op 14 Maart 1904.
waarna de studenten haar een sere
nade met fakkels brengen, de paar
den van haar rijtuig afspannen en
haar onder luid gejuich met voertuig
en al naar Hotel „Levedag" op de
Breestraat trekken.
EEN PROGRAMMA UIT 1902.
Curiositeitshalve drukken wij hier
een programmatekst af uit die tijd
willekeurig gekozen en wel van een
opvoering van „Maria Stuart" op
Maandag 17 Maart 1902;
de dames wordt beleefd verzocht, de
hoeden af te zetten". Dit was geen
overbodige aansporing, want in 1902
schreef de mode hoeden voor, die zo
groot en zo b'oemriik waren als onze
volkstuintjes van vandaag; zij belem
merden dus wel reei ernstig het uit
zicht!
Er U, sinds de stichting van de
Schouwburg uiteraard veel veranderd,
ook ln de gebruiken. Zo is er een tijd
geweeet, dat men entre-act-muziek
kon horen, soms van de schutterijmu-
ziek, vervolgens van een studenten
band 't Groene Loodje". daarna van
een burgerenscnible Sappho", soms
van een groot orkest bestaande uit
één plano en twee schorre violen
maar dat alles Is historie.
Er is een tUd geweest, dat de voor
stellingen begonnen om 6 uur en ein
digden om 10 uur. terwijl men na
half negen de zaal voor half geld kon
betreden.
Er was eens een tijd, dat men bij
de aanvang der voorstelling het Wil
helmus speelde, gevolgd door het Io
Vivat: het komt tegenwoordig zelden
voor.
Slechts één bijzondere, specifiek
Leidse traditie blééf: de studenten-
bank. Nog altijd zjjn er bij openbare
voorstellingen sinds 1838! 4 rilen
studentenbanken, waarop geen leide
naar vroeger durfde plaatsnemen
Deed hij het toch en hielpen geen
woorden dan werd hij met geweld ver
wilderd. Klikspaan wijdt er, in zijn
..Studentenleven'een hoofdstuk aan.
Hij vertelt ons, dat dit voorrecht lang
zamerhand verwaterde, z.odat dc stu
dent nauwelijks een plaats op de voor
ste banken kon bemachtigen, zodat
gevraagd werd, deze weer van het oude
opschrift „studentenbanken" te voor
zien. Het verzoek werd afgewezen en
uit protest zette ln 1838 geen student
meer een voet in de Schouwburg. Dit
heeft geholpen, want de studenten
banken ziin In ere hersteld
Klikspaan vertelt ons verder, dat op
de binnendeuren van de Schouwburg
een reglement van Orde en Policie
was aangeplakt. Dat was wel nodig,
want soms werd er heimelijk gerookt
in de bak kwam vaak een promotie
partij. de Doctor aan de spits, lichte
lijk aangeschoten de zaal binnenge
stoven, terwijl oneerbiedige studenten
zich soms verstoutten, over het orkest
heen. een gesprek met de acteurs en
actrices aan te knopen. Ja, zelfs wa
ren enige baldadige studenten in hun
dronkenschap op het toneel gespron
gen en bijna door kwaadaardige sol
daten. wier hulp werd ingeroepen,
overhoop gestoken!
Er zijn tegenwoordig slechts zeer
weinige z.g „vrije voorstellingen",
vrijwel alle uitvoeringen zijn z.g. „uit
kopen", d.w.z. dat zij georganiseerd en
gefinancierd worden door bepaalde
verenigingen of stichtingen, die uit
sluitend aan haar leden toegang ver
schaffen. Onder deze instellingen ne
men de Stichting „K. en O." en „Het
Leids Academisch Kunstcentrum zeer
Anno 1861. Nog altijd een klein schouwburgje, doch reeds veel verbeterd
dat het r
gebouw iets naar rechts verplaatst is.
Hierin traden, zoals U ziet, de thans
nog in leven zijnde, doch niet meer
spelende Marie van Eysden, Nico de
Jong inog actief bij de radioi en mej.
J. de la Mar. ons beter bekend als
Fientje de la Mar (dochter van wijlen
Nap) op
Let U eens op het aanvangsuur: 7
En op de prijzen der plaatsen!
Doch vooral op dc laatste j
Leidsche Schouwburg
HET ROTTERDAMSCH TOONEELGEZELSCHAP
Directeur; P D. van Eysden
MAANDAG 17 MAART 1902
(12de Abonnementsvoorstelling)
MARIA STUART
Treurspel in 5 bedrijven (6 tafereelen).
Het Hoogduitsch van Schiller, metrisch gevolgd door J. J. L. ten Kate
(met eenige bekortingen)
Mise-en-Scène geregeld door Louis Moor. Nieuwe Kostumes
PERSONEN:
Elizabeth, koningin van Engeland
Maria Stuart, koningin van Schotland
Robert Dudley, graaf van Leycester de Hr D H. Brondgeest
George Talbot, graaf van Shrewsbury,
groot zegelbewaarder de Hr C. van Kercfchoven
William Cecil, baron van Burleigh,
groot kanselier de Hr. Alex Faassen
Amias Paulet. ridder, bewaker van Maria
Mortimer, zijn neef
De graaf van Kent
Davison, staats-secretaris
Melvil, huishofmeester van Maria
Hanna Kennedy, haar zoogmoeder
Margaretha Kurl. haar kamerjuffer
Burgoyn. haar lijfarts
Een kamerjuffer
Een officier van de lijfwacht
Een paee
De sherif van het graafschap
Lijfwachten, pages en hofdienaren
kamerjuffers
Wegens
belangrijke plaatsen in. terwijl ook de
Leidse Schouwburgvereniging zelve een
dubbel reeks van acht abonnements
voorstellingen per seizoen verzorgt Van
de Leidse amateurtoneelverenigingen,
die hier hun uitvoeringen plegen te
geven, staat de bijna honderdjarige
Kon. Ver. Litteris Sacrum met min
stens 9 opvoeringen per seizoen zeker
„Aan aan de spits; zij is tevens waarschijn
lijk de oudste klant van de Schouw
burgvereniging.
Men kan hier ter stede dus, prac-
tisch gesproken, niet zo maar eens naar
de schouwburg tijgen, als men daar
plotseling lust in zou krijgen En toch
zou dit tegenwoordig wel gemakkelijker
zijn dan een halve "eeuw geleden; er
wordt nl„ tenzij bij bijzondere ge
beurtenissen, zoals jubilea of galavoor
stellingen, volstrekt geen extra-toilet
meer gemaakt, zoals destijds te doen
gebruikelijk was. Een smoking en een
rok, een décolleté en een avondjapon
ziet men doorgaans alleen op het
toneel.
r J. N. Mulder.
de Hr N. de Jong
de Hr F Tartaud
de Hr C. van Hees
de Hr. W. van Zuylen
de Hr. H. Morriën
Mevr. W. Kley
Mej. W Broese van Groenou
de Hr. Victor Faassen
Mej Alb Heyblom
de Hr. B. Rasch
Mej J. de la Mar
Elizabeth; jarhtgovolg: bpdlenden en
n Maria Stuart,
uitgebreidheid der voorstelling aanvang 7 uur precies.
PRIJZEN DER PLAATSEN:
Loge f2.Baignoire fl.70, Parterre fl.10, 2de Rang f 0.60, Amphith. f 0.40 en
Galerij f0.25.
(De prijzen Loge, Baignoire en Parterre zijn met Inbegrip van vcstlaircgeld).
Plaatsbespreken vanaf Donderdag 13 Maart te 10 uren precies, bij Mcjuffr.
ANDREAE, Korte Mare 30. a 20 ets per plaats, en Zaterdag 15 Maart en op
den speeldag aan den Schouwburg van 10 tot 2 uren, a 10 ets. per plaats.
Diploma's en Kaarten moeten bij iedere voorstelling aan de controle vertoond
worden.
Gezien de besprekingen in de Ge
meenteraad van 22 Juni j.l. kan wor
den verwacht, dat we over vijf jaren
op het toneel alleen nog maar ratten
en muizen, spinrag en stofof een
aantal rappe slopers zullen zien.
Laat ons hopen, dat we dan tege
lijkertijd, op een andere plaats, een
modern, aan dc eisen des tijds beant
woordend theater zullen kunnen
ontwaren: reeds op 21 November
1945 heb ik in een voor „Oud Leiden"
gehouden causerie daarvoor een lans
gebroken. Want het staat wel vast,
dat onze stad een goede schouw
burg niet kan ontberen en dat zij
eerst, wanneer zij daarover be
schikt, kan streven naar het com
pliment, dat men haar in 1774 gaf:
Leiden worde weer, zoals toen, „het
Kunstcentrum, het Atheene, daar de
Fonteyn op de Vismarkt staat".
IVij koesteren de overtuiging, dat
daartoe het verlangen, zowel bjj het
Stadsbestuur als bij de burgerij, be
staat. Dc naaste toekomst zal leren
of wjj juist gezien hebben.
In afwachting daarvan leek het ons
actueel in deze reeks de geschiedenis
te doen herleven van de Schouwburg
aan de Oude Vest, de tempel van
Hei
Anno 1890. De beide huizen, die in 1861 het gebouw begrensden, zijn nu bij
het oorspronkeliike theater gevoegd en vormen de zijvleugels.
En hoe kan het ook anders,
toneel heeft immers een roeping, q,,
Shakespeare, in het derde bedrijf van
Hamlet, nis volgt omschrijft;
,De strekking van het schouwto.
neel, van oudsher tot nu, was en
aan de natuur als het ware een spie.
gel voor te houden, aan de deugd haar
eigen trekken, aan de verworpenheid
haar eigen beeld te tonen en aan elk»
eeuw, zoals die In persoon en zeden
leeft, haar gedaante en afdruk".
Zulk een spiegel vinde aanstonds, „u
het tegenwoordige Huis onbewoonbaai
verklaard zal worden, een nieuwe, pas.
sende woning, opdat onze goede stad
zal kunnen blijven genieten van he
toneel, waarvan onze grote dichter
toneelschrijver Vondel schreef:
„Tooneelspel kwam in 't licht tot
leerzaam tijd verdrijf
Het wijkt geen ander spel, noch
koningljjke vonden
Het bootst de wereld na, en kittelt
Thalia en Melpomene, die ongeveer
250 jaren het culturéle leven van
onze stad heeft gediend.
Zijn rol zal weldra uitgespeeld zijn
en wij zijn realistisch genoeg, om de
juistheid en de noodzaak daarvan te
erkennen. Doch anderzijds verdiepten
wij ons en wy hopen, onder onze le
zers metgezellen gevonden te hebben
met enige weemoed, met dankbaar
heid en met genoegen in het rijkge
schakeerde verleden van dit theatertje,
waar het Toneel, ondanks alle tegen
slagen en ondanks elke concurrentie,
zich tot op de dag van heden kon
handhaven.
ziel en lijf.
Of prikkelt ze tot vreugd en slaat
ons zoete wonden,
,'t Vertoont ln kort begrijp, als
'smensqhen tidelheid
Waar Demokrijt om lacht, en
Heraklijt om schreit."
HAN DE WILDE.
BEWOGEN LEVEN (XXX)
,,In duisternis en eenzaamheid"
Philips de Schone
Ti Ten zegt dat Spaanse vrouwen bij uitstek jaloers kunnen zijn. Men zegt dat zij
!Vi waarlijk alles kunnen offeren ter wille van één persoon in wier sfeer zij leven. In
elk geval was dit zo bij Johanna van Arragon, Johanna de „Waanzinnige", zoals zij
ook wordt genoemd. Aan de liefde die zij voor Filips de Schone, haar eigen gemaal,
koesterde, aan wie ze was uitgehuwelijkt voordat ze hem had gezien, viel zij ten of Ier,
terwijl Filips haar bewonderde zoals hij velen had bewonderd. Haar liefde was zó
sterk aan zijn persoon gekoppeld, dat het haar moeite kostte een andere man op
hartelijke wijze de hand te reiken. En ze verging van zielepijn indien ze merkte dat hij
contact had met een ander vrouwelijk wezen, al was het maar door een blik. Zij schonk
hem kind op kind, nochtans voelde hij zich niet thuis bij haar. Voortdurend was hij
door spionnen omringd. Zijn eigen vrouw werd hem een obsessie. Zij duldde ten
slotte geen vrouw in hun omgeving meer, ze maakte scènes om dingen waaraan een
ander gewoon voorbij leefde. Aan Staatszaken dacht ze niet. Dat ze plotseling, na een
serie sterfgevallen, erlpnnses was geworden van geheel Spanje drong nauwelijks tot
haar door. Haar geliefde Filips werd belaagd door duizenden gevaren. Daarvoor moest ze
hem behoeden!
TERWIJL in Brussel scène op scène
plaats vond, sloeg Ferdinand van
Arragon zijn slag. Zijn vrouw Isa
bella was gestorven. Hij probeerde nu
alle macht in handen te krijgen. Over
het hoofd van de zo diep bedroefde
Johanna heen had er een steekspel
plaats tussen vader en schoonzoon,
waarin de eerste verreweg de meer
dere was
Men gaf Filips de raad om met zijn
vrouw naar Spanje te gaan opdat hij
zijn iechten beter verdedigen kon In
Spanje had Ferdinand het gerucht
verspreid dat zijn dochter door haar
gemaal werd gevangen gehouden, om
dat ze krankzinnig zou zijn. Het werd
tijd dat de Castilianen haar zagen'
Begin Januari van het jaar 1506
voeren zij af.
Er ligt een schitterend uitgeruste
vloot in Vlissingen. Aan boord van
dc schepen wemelt het van edellie
den, matrozen en soldaten Meer dan
vijftien honderd soldaten zijn eraan
boord. Filips vil indruk maken als
hij in Spanje komt. Zij varen uit,
doch ze zijn nog maar nauwelijks
huitengaats of de wind steekt op,
draait, blaast hagel en sneeuw naar
dc zich stampend voortbewegende
schepen, die al heel gauw een toe
vlucht moeten zoeken onderdo kust.
Zij vallen binnen bjj Arnemuiden,
de plaats waar Johanna voet aan
land had gezet toen zij in de Neder
landen kwam, vol verwachting uit
ziend naar haar bruidegom.
Na een paar dagen liep de wind
om, zodat dc vloot opnieuv zee kon
kiezen. Doch onder dc Engelse kust
stak een storm op, die de zee deed
koken en de vloot uiteensloeg.
Wolken jagen somber en dreigend,
in pijlsnelle vaart langs het zwerk.
Zo nu en dan geselen hagelstenen de
druipnatte bemanning. Onder de lood
zware lucht de steigerende, witbekuif-
golven. In deze dansende note-
waarts slinger-
edelijden heb-
•n golven heen
i, die v
dopjes, die zich
den door de golven..
Ofschoon wij diep i
ben met de door wind
en weer geslingerde r
kelijk in doodsgevaar verkeren, komt
toch een glimlach op onze lippen wan
neer wij het verslag van een anonieme
kroniekschrijver lezen, die de tocht
zelf heeft meegemaakt:
Een beroemd Spaans edelman, Lo-
aysa genaamd, zag de dood in dc naar
hem happende golven en biechtte zijn
zonden aan zijn page; „Senor Hernan-
dico, U weet dat ik de slechtste mens
en de slechtste Christen ben De
page begon te huilen „Senor Her-
nandico, U weet dat ik dobbelstenen
heb vervalst... de page begon lui
der te huilen. „Senor Hernandico, U
weet, U weet dat ik.... vrouwen...."
Deze edelman was volgens de kroniek
schrijvers zó van de kaart dat hij een
zekere Acevedo honderd keer om de
oren zeurde hem een kaakslag te ge
ven, aangezien Christus ter wille van
hem nog veel meer had doorstaan.
Acevedo bewees hem tenslotte deze
gunst, om van het gezeur af te zijn,
waarna Loaysa zeide hem nu dezelfde
gunst te zullen bewijzen. Acevedo ant
woordde echter dat hij niet volmaakt
genoeg was om deze te ontvangen.
In het tumult van de storm werden
alleen heen en weer gesmeten. Een
zekere Luis Daza trapte een ander op
zijn voet en jammerde het volgende
excuus „Senor, beklaag U niet, ik
zweer U dat een van de beste hidalgo's
van Castiliê U op Uw voet trapt...."
HOE verging het de Koning en de
Koningin?
Filips, de sportieve, de opge
wekte, de welgemanierde, zat als een
natte pad op de bodem van een der
schepen en jammerde als een ver
schrikt kind.
De Koningin zat tussen zijn benen
en voelde zich volmaakt kalm. Met
opgewekte stem kwetterde zij naar
Filips' blonde gezicht, terwijl de storm
om hen huilde en ze huiverden van
kou. dat zij hoopte met hem te ster
ven als hij hier zijn einde mocht vin
den. Zij zouden elkaar in het stervens
uur zo innig omklemmen dat ze voor
altijd verenigd zouden zijn Hoe aan
lokkelijk ook op zichzelf, het leven
lokte méér en Filips ging door met
jammeren
Hij liet zich tenslotte in een leren
zak naaien, die opblazen, terwijl op
zijn rug geschreven werd: Koning
Filips. Als hy verdronk zou men
hem in elk geval een koninklijke
begrafenis kunnen geven. Toen Jo
hanna hem zag liggen, heen en weer
rollend op de bodem van de schuit,
deed ze een van haar kostbaarste
gewaden aan en betrok, gewapend
met een beurs vol goudstukken, dc
wacht hij hem. Ze was helemaal niet
bang. Ze liet een kist brengen, waar
op ze ging zitten eten. Ze voerde
zichzelf cn de vissen, lulde zeggend
tot ieder die het wilde horen: „Er is
nog nooit een Koning vergaan in
een storm, het zal nu ook goed gaan".
Dc edellieden en de matrozen, die
in doodsangst verkeerden, legden
allerlei geloften af, en gaven alles
wat zc bjj zich hadden aan Onze
Lieve Vrouwe van Guadalupe.
Dc Koningin l\ad honderd gouden
dukaten in haar beurs. Met grote
kalmte zocht zjj ecu half dukaat
stuk tussen de andere munten en
gaf die als offer voor Onze Lieve
Vrouwe van Guadalupe.
Rechtop zat zi! op haar kist, te
midden van het tumult
loeiende storm, haar man rolltd
aan haar voeten, opgewekter du
ooit. Kwam het doordat zij. die v:
binnen reeds lang chaotisch was
meer in harmonie was met haar ot
geving? Kwam het misschien orndil
zc heimelijk verlangde de dood tl
vinden, samen met haar ma
zjjn armen?
IN ontredderde toestand kwam I'.
vloot tenslotte aan de Engelse ku.4
waar de kustbevolking hen zcr
ongastvrij ontving en van de geleger
heid gebruik maakte de onfortuinlijk!
reizigers zoveel mogelijk geld afhas-
dig te maken.
Koning Hendrik VII, die
ijlbode vernam welk voornaam gezel
schap zijn Rijk was binncngevalli
liet Filips en Johanna onmiddell.
weten dat ze hartelijk welkom wan
aan zijn Hof.
Drie maanden lang werd er i:
sor feestgevierd. Dc anders zo zuinip
Engelse Koning was gastvrijer dq
ooit. Hertog Filips, de stormepisodei
lang vergeten, stortte zich opnieuw®
de maalstroom van het leven cn lid
zich al dansende allerlei voordele
ontfutselen. In deze tijd van jolijt a
uitbundig vermaak, waarbij de bloes
van de Engelse adel vertegenwoordig
was, kwam er een handelsverdias l«
stand tussen Engeland en de Neder
landen. Niemand behoeft te vrajes
voor wie het gunstig was De schor'
Filips heeft in de draaikolk van hd
zingenot niet eens begrepen wat M
heeft gedaan.
EV Johanna, ondanks de sjnipi-
thieke pogingen van haar zuslf'
C'atharina (die met de troonop
volger gehuwd was) om haar ver
strooiing te bezorgen, bleef
verre.
„Zij vermeidde zich in dc duister
nis cn in de eenzaamheid, i
ontvlood alle omgang met mensen.
Een gelukkig huwelijk.'
Voor Spanje, dit was al lans P'
bleken, was dit huwelijk een ramp
Voor dc Nederlanden zou hel en
ramp worden.
En voor hen zelf? Zou Filips
staat zijn weldra dc innerlijke ro-1
te vinden, die hü zo nodig bad oc
zijn Rijken goed te besturen en rii3
vrouw te doen ontspannen? Zou ri
Johanna, in staat zijn alsdan not
veerkracht terug tc vinden die O
eenmaal nodig is voor het goed
vullen van een functie als dc hare'
In een volgend artikel hopen "8
hierop antwoord te geven.
REIN BROUWER