Filips
Johanna
I
De Leidse Schouwburg
Een onbruikbare logé
Zij schonk zich volkomen weg...
aan de Oude Vest aiö
1
WEKELIJKS BIJVOEGSEL van het LUDSCH DAGBLAD - ZATERDAG 18 JULI 1953 - Pagina 2
Bewogen Leven XXIX
Nog een gelukkig huwelijk?
Kijkjes in de Natuur
en
JOHANNA VAN ARRAGON
In één der vorige artikelen vermeldden wij reeds kort dat ook het huwelijk tussen Filips
de Schone en Johanna van Arragon en Castilie door de historici een gelukkig
huwelijk is genoemd. Om de politieke achtergrond van ait huwelijk enigszins te begrijpen
is het nodig dat we eerst aandacht besteden aan het later door ons zo verguisde
Spanje. Daarbij zullen we tot onze verwondering en teleurstelling merken, dat de
beelden in ons eigen historisch prentenboek op geen stukken na de waarheid dekken.
Hoe zou het trouwens ook anders kunnen' Het is belachelijk te veronderstellen of te
eisen, dat de mens, die strijden moet op leven en dood, zijn tijd moet verdoen met het
construeren van het juiste beeld van zijn tegenstander. Voordat hij het gevonden zou
hebben, zou zijn tegenstander hem hebben geliquideerd.
Aan de andere kant is het even gevaarlijk om bewust een historisch beeld te
verwringen.
In het laatst van de 15e eeuw was het aan de ouders
van Johanna van Arragon en Castilië gelukt om bijna
het gar.sc Pyrenees schiereiland aan hun macht te
onderwerpen. Door hun huwelijk waren Arragon en
Castilië verenigd, samen hadden ze de Moren verdreven.
De laatste Moorse 6tad Granada was gevallen in 1492,
waarna eindelijk Isabella haar woord aan Columbus ge
stand kon doen: hij kreeg schepen, waarvan twee zonder
dek. waarmee hij de tocht zou wagen, naar onbekend
gebied.
Ofschoon de Spaanse bevolking zeer arm was. in tegen
stelling tot de bewoners van deze streken, kwam er
toch door een beter bestuur een opleving van de handel,
enige welvaart.
De Katholieke Koningen waren er voortdurend op uit
hun machtspositlo te verstevigen en zij hadden kinderen
genoeg voor eventuele huwelijken die hun macht nog
zouden vergroten. Zo trouwde één van hun dochters met
de Koning van Portugal, een andere, Catharina, mot de
later zo berucht geworden Hendrik VIII, Koning van
Engeland, bijgenaamd de Blauwbaard. Hun grootste troef
waaraan zij twee kinderen waagden, was echter hun ver
bond met Maxlmiliaan van Oostenrijk. Beide kinderen
van Maxlmiliaan en Maria zouden trouwen met kinde
ren van de Katholieke Koningen. Zodoende zou men het
snel tot macht gekomen Frankrijk, samen kunnen ver
nietigen. Vol trots kon Ferdinand zich erop beroemen dat
hij Frankrijk door de huwelijken van zijn kinderen, van
alle kanten had ingesloten.
Evenwel, een keten is zo sterk als haar zwakste scha
kel en de zwakste schakel was niemand minder dan de
schoonzoon: FlUps de Schone. Hij, de kleinzoon van Karei
de Stoute wasFrans gezind!
Filips was het ideaal van iedere vrouw: jong. sportief,
knap van uiterlijk, aangenaam van manieren, vrien
delijk en opgewekt.
Een anonieme schrijver uit die dagen prijst hem In vele
opzichten, doch merkt terloops op dat hy zich teveel
overgaf aan sport en te zeer gesteld was op intieme om
gang met de schone sexe, waardoor hij zijn hoofd niet bij
staatszaken kon houden.
In November 1495 werden de huwelijksbeloften door de
ouders bekrachtigd, en kort daarop schreef de toen
17 Jarige Filips een brief aan zijn verloofde, zo hartelijk,
zo vol van verwachtingen, zo zoet, dat hij het hart van
Johanna deed bonzen. Zij voelde opeens een schroom In
zich die haar wegdreef van de mensen, doch een duizel
van verwachtingen wekte over een nog niet bekend geluk.
Hij noemde haar zijn innig geliefde gade. hij betreurde
het diep dat hij nog zo lang op haar moest wachten!
Aan het slot van zijn brief spreekt hij de hoop uit dat
hun huwelijk toch alstublieft gezegend mag worden met
een schoon kroost
In dit opzicht is zijn hoop verwezenlijkt, want hij werd
de vader van twee keizers. Karei en "Ferdinand, en enige
Koninginnen.
De twintigste Augustus 1496 ging Johanna van Arra
gon en Castilië aan boord te Laredo, 'n havenplaats
aan do Spaanse kust. Vergezeld van een talrijk ge
volg bestaande uit leden van de Castiliaanse en Arrago-
nese adel, zou ze de tocht wagen naar haar bruidegom.
Sterk en talrijk was de vloot die weldra uit zou varen.
Moest ze op Frankrijk geen verpletterende indruk maken,
en in Nederland en Engeland de overtuiging brengen dat
Spanje het eerste handclsland zou worden na de ontdek
king van een Nieuwe Wereld? Op advies van Chrlstoffel
Columbus koos de vloot twee dagen later zee. nadat er
een hartroerend afscheid had plaats gehad tussen
Johanna en haar anders zo hardvochtige moeder.
Dit afscheid maakte haar teer en het idee dat ze
weldra haar bruidegom zou zien, over wie zulke sym-
Siathieke verhalen gingen men zei van hem dat elke
onkvrouw op hem verliefd werd. die hem een ogenblik
van nabij mocht aanstaren deed duizend dromen in
haar ontstaan
Eidoch. ook de grote Chrlstoffel was feilbaar evenals
De Bilt. Sterker dan Columbus profetic bleek het noodlot
tc zijn van Johanna, die later, terecht of niet terecht, de
bijnaam: .De Waanzinnige" zou ontvangen.
Weldra stak een storm op die de schepen kasteidde.
terwijl tegenwind de vloot naar de Engelse kusten dreef.
Twee schepen botsten, in het gezicht van een Engelse
haven op elkaar, waardoor er één zonk. De tweede Sep
tember koerste de vloot naar Zeeland. Johanna was aan
boord gegaan van een Blskaais schip met geringe diep
gang. opdat althans dit kostbare leven zo \cilig mogelijk
zou zijn. Franse handelsschepen die zicli in Zeeland op
hielden, kozen in allerijl de vlucht. Een der grootste
schepen, beladen met allerlei kostbaarheden, tevens met
een groot gedeelte van de bagage van de jonge bruid,
verging op de Vlaamse banken, waardoor vele mensen
levens èn veel toiletten verloren gingen.
In Arnemuiden zette ze met haar gevolg voet aan
land. om vandaar naar Rijsscl te trekken, via Bergen op
Zoom en Antwerpen, waar ze haar bruidegom zou
wachten
Het klimaat in de Nederlanden was zo heel anders dan
in Spanje. Er lagen dampen over Zeeland, die alles kil
maakten, gevoelloos. Filips was er niet om haar te verwel
komen. Filips was ook niet in Rijssel toen ze er aan
kwam. Filips was in Tyrol, voorlopig, zonder zorgen, of
schoon hij in een oorlog gewikkeld was met Frankrijk'..
Spanje was althans in oorlog met dat land.
Schrijvers van die tijd beweren, dat hij zich niet heel
erg heeft gehaast. Zij beweerden dat de jonge Hertog
zelf de overtuiging zou hebben gehad dat er schoner
bloemen biociden langs zijn weg, dan bij de eindpaal.
.Maar, toen de twee verloofden elkaar Toor het eerst
aanschouwden op de achttiende October van het jaar
'96 ontvlamden ze beiden In een vurige liefde voor elkaar,
een liefde, by de jonge bruid zo diep dat ze er weldra
het slachtoffer van zou worden.
Zg zag ln hem haar hoogste ideaal en dit was zo sterk
aan zijn persoon gekoppeld, dat naast deze brandende
affectie een ziekelijke jaloersheid geboren werd. Zy hield
van hem en hü van haar. Nog nooit was ze zo in de wol
ken geweest. Nog nooit had ze een mail ontmoet
als haar eigen gemaal. Als hy lachte duizelde het licht
om haar, als hy haar aanzag voelde ze zich los van de
grond.
Nog diezelfde avond wijdden zy hun huwelijk in.
Reeds in de eerste weken bezegelde zij haar eigen lot.
Zij schonk zich zo volledig weg aan een ander mens
dat ze zichzelf niet terug kon vinden. Waar zij ging of
stond, overal was Filips. Zij. de ietwat styve Castiliaanse.
zij, de trotse, had reeds in de eerste weken van de lief-
desroes haar eigen persoonlijkheid verbrand.
Een gelukkig huwelijk. Filips heeft niet meer van haar
gehouden dan van de velen die schalks dansten door zijn
levensveld.
Een gelukkig huwelijk. Toen hij dood was had zij nog
geen rust.
Een gelukkig huwelijk. Wat niemand had verwacht,
gebeurde. Allen die boven Johanna recht hadden op de
Spaanse troon, stierven vóór haar en zodoende werd zij,
zeer tegen de zin van vele Spanjaarden, troonpretcn-
dente. Door haar huwelijk zou Spanje verbonden worden
met het machtige Habsburgse rijk. Welke gevolgen zou
dit hebben?
De geschiedenis heeft het antwoord inmiddels gegeven.
REIN BROUWER.
Ook 100 jaar geleden wilde men een
Schouwburg op „de Ruïne"
Leidse Schouwburgvereniging (opgericht
in 1865) deed wat zij kon
Aan het slot van het tweede artikel over deze Schouwburg
hebben wij beloofd aan te tonen, dat het springen van he}
kruitschip op 12 Januari 1807 indirect de oorzaak zou worden
van het verdwijnen van de particuliere schouwburgeigenaren,
die, blijkens een door ons aangehaald ingezonden stuk van
1864, kennelijk niet steeds en allereerst aan de Kunst dachten,
doch meer aandacht besteedden aan hun eigen portemonnaies.
Het verband tussen de ramp, die Leiden in 1807 trof en de
eliminatie van de hebzuchtige schouwburgeigenaren in 1865,
zal U aanstonds duidelijk worden, als ik U mag herinneren aan
de situatie in het centrum van de stad, zoals die na die ver
schrikkelijke dag was ontstaan.
Immers, tengevolge van het instorten van zeer vele huizen,
ontstond daar een grote, kale vlakte, zoals wij die ook gekend
hebben na het bombardement van Rotterdam in 1940.
Men heeft, na 1945. niet stilge
zeten en Is kordaat aan het opbou
wen geslagen. Weliswaar zijn de Rot
terdamse wonden nog niet volkomen
geheeld en zijn er nog hiaten en lege
plekken in de binnenstad, doch ook
deze zullen worden opgevuld en men
heeft daarvoor ongetwijfeld de plan
nen gereed liggen: verwezenlijking
daarvan is slechts een kwestie van tyd.
Niet aldus was het le Leiden, na
1807. Ja. men maakte vele. zeer vele
plannen voor de bebouwing van de
kale vlakte, die al spoedig ..de Ruïne
werd genoemd, maar verder kwam
men niet. Er werd over ..de Ruïne"
geschreven en gekibbeld en zonder
twijfel was de ingezonden-stukken-
schrijver van 1864 één dergenen. die
propaganda maakten voor een groot
plan, om op „de Ruïne" één formi
dabel gebouw te plaatsen.
Dat gebouw zou bevatten een socië
teit voor ledereen, die f. 15 contributie
wilde betalen, benevens grote zalen
voor het geven van concerten en to
neelvoorstellingen. «Wij herinneren er
aan, dat ln ons Blad van 8 Juli j 1. de
heer A. Goekoop. oud-secretaris van de
Leidse Schouwburgvereniging, ander
maal een lans brak voor de gedachte
om op deze plaats een nieuwe Schouw
burg te bouwen. - Red. ..L.D.")
Van dit plan is niets terecht geko
men. omdat men het benodigde geld.
f. 250.000, niet bijeen brengen kon; men
heeft toen een bestemming en een
naam gegeven aan „de Ruïne", door er
in 1881 het standbeeld van P. A. van
der Werff te plaatsen en er het Van
der Werffpark van te maken.
DANK 7.11 PARTICULIER
INITIATIEF!
Maar toch heeft men, al bleef de
Er scharrelt sinds een week een
merkwaardige gast ln m'n aquarium
rond. Het is een kleine schildpad, on
geveer een halve dm. lang en op
schildpadmanier voorzien van een
kop, vier poten en een staartje, het
geen alles netjes kon worden opge
borgen onder een flauw gebogen
schild. Het was eigenlijk bij toeval,
dat ik in 't bezit kwam van het dier
tje. Iemand belde mU op, een echte
liefhebber, dat had ik al heel gauw
begrepen. Hij had indertijd een Zuid-
Amerikaans moerasschildpadje ge
kocht en het ondergebracht in zijn
tropisoh* gezelschapsaquarium (een
aquarium dus. waarin vissen van al
lerlei soort worden gehouden. Aan
vankelijk was hy erg in z'n schik met
de aanwinst, die heel gemakkelijk
met tubifex. dat zijn rode slijkwormp-
Jes. ln leven kon worden gehouden.
Onze viervoeter bleek helaas een ge
varieerd menu erop na te houden
Althans, onder de waterplanten hield
hü zodanig huis. dat de eigenaar ten
einde raad maar naar een ander kost-
huls voor hem moest uitzien.
Dit was ongeveer de hoofdzaak uit
het telefoongesprek, dat ik met de
sohlldpadplesg'vaderhad. een ge
sprek. waarbij ik m'n oren spitste,
toen ik de woorden „Zuid-Amerikaan-
se" en moer&sschildpad" opving.
Hmmm! dat klonk nog eens! ..Zuid-
Amenka!' In m'n verbeelding zag ik
al een stuk oerwoud met geheimzin
nige stille hoekjes en modderoevers.
met hier en daar een kring in het
water en daarboven een voorwereld-
ïyk schlldpaddengezicht
Enfin, U hebt 't toch al begrepen,
ik werd de nieuwe eigenaar van het
tropische wonder. dat me in een
weckfles werd thuisgebracht. Ik moet
eerlijk zeggen, wat ik te zien kreeg,
overtrof mijn verwachtingen, want
werkeiyk het was een zeldzaam mooi
diertje, dezeja. zou ik nu ook
wel zeggen „Zuid-Amerikaanse moe
rasschildpad'Ik verdenk de han
delaars er sterk van, dat ze al heel
gauw klaar staan met zo'n klinkende
naam. En dan dat „moeras"schild-
pad! Niet. zodra hadden we hem te
water gelaten, of hij schoot als een
volleerde zwemmer de diepte in. Geen
vlakte, geen wild gespartel om er u t
te komen en aan land te kruipen.
Het is natuurlijk mogelijk, dat hy da
delijk een beste beurt wilde maken en
de harten van het publiek cp slag
voor zich te wilde winnen! Nu. dit
laatste lukte hem sohitterend. want
er was maar één roep onder de ver
rukte toeschouwers, toen hij snel wen
dend en kerend zy'n beste zwemtoeren
vertoonde en in het helder verlichte
aquarium zioh aan alle kanten liet
bewonderen.
Het verrassende namelijk bij deze
waterbewoner is allereerst zijn grote
beweeglijkheid en opvallende levendig
heid. die zo zeer een tegenstelling
vormen met de bekende traagheid en
onbewogenheid van de landschildpad
den. Neem bijvoorbeeld eens zo'n
.landjonker" die zo tergend lang zn
slablaadje kan zitten aankijken, om
dan elndeiykeindelijkde an
dere kant uit te wandelena Nee, dan
deze vrind! Zyn lichtgroen en praoh-
tig getekend schild wentelt om en
om tussen de waterplanten door, de
grijsgroene, geel omiynde voor- en
achterpootjes, net dunne glacé-hand
schoentjes. ze wapperen zo komiek tij
dens de snelle rondvaarten over de
zandbodem en de bruingele grondste
nen dat iedere gedachte aan logheid
en zwaarte verre blijft
Het merkwaardigste echter is het
kopje. Stel U voor een stomp en rond
V if if if if Jf.
Soos en de concertzaal achterwege,
door dit plan tenminste iets voor het
Leidse toneelleven bereikt. Want er
was enig geld byeengebracht, er was
actie en er was behoefte aan toneel
ruimte. En zo werd het schouwburg-
gebouw aan de Oude Vest. dat op dat
ogenblik eigendom was Tan de heren
H. J. van Staveren. C. M. Broekhui
zen en W. F. van Hartrop, Tan hen
overgenomen voor de som van
f 20.000.
Een tweede stap moest nu volgen. Ten
behoeve van dit gebouw, dat dringend
veranderd, verbeterd en verfraaid
moest worden, werd nu een beroep ge
daan op de Leldenaars, die spoedig een
bedrag van f. 60.000, in aandelen van
f 250 bijeenbrachten, terwyi bovendien
de Gemeenteraad een Jaariykse subsi
die van f. 1500 toezegde.
Aldus werd de Leidse Schouwburg-
vereniging. de nieuwe eigenaresse
van de aloude Leidse Schouwburg
aan de Oude Vest. geboren: met haar
geboorte verdween de particuliere
eigenaar en werd een nieuwe periode
In de geschiedenis van dit theater
ingeluid.
Dit geschiedde op 28 November 1865,
met de eerste voorstelling in het nieu
we gebouw van ,De geleerde Vrouwen"
van Molière, met, als nastuk. „Made
leine la Sabotlère". onder directie van
het toneelgezelschap Roobol, Tjaslnk
en Peters.
HOE DE SCHOUWBURG ER
IN 1865 UITZAG.
Ik zei zo juist: in het nieuwe ge
bouw. Inderdaad, dit mocht worden
gezegd, want de Schouwburgvereni
ging liet in 1865 haar nieuw verworven
bezit grondig restaureren. En dat was
ook wel nodig, want voordien zag de
Schouwburg er als volgt uit:
Lange loges ter weerszyden van het
toneel; de beide voorste harde, groen-
lakense banken bereikte men door over
de achterste heen te stappen: voor de
dames werd de laatste plaats de
klapbank opengeslagen; zij konden
dan voorbü elkaar doorschuiven, of
schoon niet zonder moeite; zy zaten
daar urenlang op die banken zonder
rugleuning. Alleen voor de derde ry
was de muur een steuntje!
De loges telden 20 plaatsen, strek
ten zich uit ln rechte lyn aan beide
zyden en werden met elkaar ver
bonden door het in een bocht ge
vormde amphitheater, dat met oplo
pende banken was gevuld.
De bak was veel hoger dan de
tegenwoordige parterre en liep niet
op, daarin stonden rechte banken
voor de studenten en andere met
rugleuning.
De twee lange loges, waartoe een
steektrap toegang gaf, waren, even
als het amphitheater, veel lager dan
de tegenwoordige, zodat de dames
goed boven de studenten uitstaken.
De „engelenbak" was eveneens lager
dan de tegenwoordige galerij en hing
met zware yzeren stangen aan „de
hemel".
snuitje met een mummelbekje en een
mager rimpelig halsje als van een oud
besje en dan twee. we zouden willen
zeggen, slimme, scheve Chlnezenoog-
jes met aohter leder oog een menie
rode vlek. Dat rood met het lichte
groen en de gele afmonstering van rus
en buiksobüd, het is alles by elkaar
toch wel een buitengewoon mooi ge
heel En wat die kleuren betreft, zou
ik zeggen, dat het diertje toch wel
van troplsohe afkomst moet zyn.
Trouwens, een liefhebber van warm.
tc is hy zeker. Als hy wat heeft
wat voor namen de diverse bes** i
en bewonderaars hem al hebber. I
geven, die dekselse rakker blij::;
eerste klas rover te zijn.
Er zwommen toch zulk? alleraa-,
ste jonge vlsjejs rond. boven in j
aquarium, in de veilige beschut?
van de rijk uitgegroeide waterplant
Maar het Chinezenkopje met de
geknepen oogjes dreef zo ongennj
zo zoetjes, heel zoetjes in de ric
van het spelende kleine grut, i
een flits, even een rukje, en
was het grut! Weg vissenbroed! jJ
onze onderzeeër met de snel roew
poten („Mie-met-de-handjes", nod
we hem) houdt van een met zorg*
gekozen menu. Verse vis. nummer*
een dot tubifex, waarin hij met tM
rukken zit rond te by ten. numirtfa
rondgezwommen kent hij blijkbaar
geen groter genoegen, dan uit het wa
ter boven op een stuk drijvende
boomschors te kruipen en dan vlak
onder een der aquariumlampen een
lange tyd te zittenja. wat zou
zo'n reptiel dan zitten doen. ln z'n
eentje, onder die hete ao.uariumkap?
Doe ik hem buiten in een haastig tot
terrarium ingerichte bak. dan is hy
stil en saai en enige lust, op het
.strand" te kruipen, vertoont hy niet.
Nee. lekker warm moet het wezen en
zwemruimte moet hy hebben. En
lekker eten!
Nu kom ik aan het grote punt! Te
vens de reden, waarom hy ook bij
ons „geen zak zout zal eten".
Het lieve diertje, het grappige ke
reltje. het schattigeik weet niet,
f if if if if if if
De kachels, die de zaal moesten
verwarmen, stonden op de avant-
scène, als voetstuk van twee grote
pleisterbeelden voor een nis: de
Muzen van het treur- en van het
blyspel.
PIJP TABAK EN EEN
GLAS WIJN....
De koffiekamer was gelykvloers met
„de bak" en zo groot als de belde
tegenwoordige koffiekamers te zamen.
Het was een laag, hol. koud en onge
zellig vertrek met witte muren, door
een paar hanglampen in kostschoolstijl
met of zonder walm spaarzaam
verlicht. Daar lagen de lange piipen
naast de komforen,- met een glim
mende kool er in, de stamgasten af te
wachten, die in de pauze daar hun half
flesje rode wijn kwamen drinken.
Wel was de kroon met de vele dub
bele. witgelakte olielampen, die zo
statig kon worden neergelaten met het
zware touw, na 1847 vrij spoedig door
een gaskroon met ballons vervangen;
wel zorgde de stucadoor met zyn onbe-
rlspeiyke witkwast voor de zolder zon
der ornamenten en nu en dan de schil
der voor het opfrissen van de verf,
maar niettemin: de zaal bleef koud en
stroef, de lange loges bleven met de
harde banken vervelend, totdat al dat
droeve verdween by de zo gelukkig ge
slaagde verbouwing van 1865. die men
een „grootse verandering" noemde. Ja.
men ging zelfs zó ver. het uiteriyk van
het gebouw „een deftig, vroiyk en be
vallig aanzien" toe te dichten, gelyk
het „Leidsch Dagblad" van 17 Novem
ber 1865 ietwat lyrisch neerschreef.
DANK AAN SCHOUWBURG
BESTUUR.
WU kunnen bet met deze mening na
tuurlijk niet meer eens zijn, maar
toch mogen wy voroal niet al te on
dankbaar zijn. Want Leiden is de
Schouwburgvereniging veel verschul
digd: financiële voordelen hebben
de aandeelhouders nooit genoten.
Gedurende de eerste 25 jaren zijn
met moeite de eindjes aan elkaar
geknoopt; eerst werd 3 Cc. daarna
2 Cr. vervolgens l!i Cc en in 1898
zelfs helemaal geen rente op de
aandelen uitgekeerd. Subsidie werd
niet meer verleend, behoudens een
bedrag van f 10.600, teneinde in 1929
een centrale verwarming te kunnen
doen aanleggen.
Intussen heeft men, gelet op de be
scheiden middelen, gedaan, wat men
kon doen. In 1898 werd de yzeren
brandtrap 'overigens een afschuwe-
ïyke schending van het aangezicht
\an de Schouwburg) aangebracht; in
1902 werden de banken van dc par
terre vervangen door klapstoelen: in
1907 verdwenen de gaskronen, om
plaats te maken voor electrisch licht;
ln 1929 kwam, zoals reeds hierboven
aangeduid werd, de centrale verwar
ming tot stand, die het inderdaad
angstig grote brandgevaar, dat tot
dusverre steeds aanwezig was. zeer
verminderde; lot dat ogenblik immers
brandden er zowel in de gangen als
in de kleedkamers grote yzeren ka-
en voorts als dessert verse g:c<
te weten de mooiste planten u;:
aquarium, waar hy vakkundig ce
pen afscheert of ze even bov«|
grond netjes afknipt met z'n
snavelachtige kaken. Werkelijk,
riumllefhebbers, ik kan U deze i
water-tuinman sterk aanbevelen
ma werk! Degeiyk en U kunt smC|
wachten!
Met dat al vind ik hem toch (li
alleraardigst diertje en spyt he; a
dat ik geen apart tropisch aqusJI
voor hem bezit.
Nu moet hij vast en zeker
verhuizen. Ik weet nog één goed 'i
voor hem. En als dat niet lukt'jg
Dan bespreek ik passage voor I'S
in een vliegtuig naar Zuid-Amtw
Enkele reis! S. VAN DER 5j|
if if if if. ijl
chels en werd verwarming l
door middel van etteiyke
schoorsteenpyp: de kachels s
vaak roodgloeiend en ik heb.
gezegd, d'ikwyls myn hart v-as'.geq
den. als ik zag. hoe er. vooral
kleedkamers, mc; die vuurhaa.-»
werd omgesprongen. B
ARTISTEN ALS TOflj
KLIMMERS.
In 1933 werd een grondige
ming gehouden ln de „engelenL®
waar men, als toeschouwer, gebrilffl
en gestoofd, geradbraakt en gemaüw
werd door hitte en wel zeer oira
makkelijke zitplaatsen terwijl bb
nog geld toe moest betalen. g
In 1943 werd op last van debmü
weer. een hetere nooduitgang "d
art is ten gebouwd; tot dusverre 'gj
vonden zich in elke kleedktsl
vuistdikke touwen; zou er brands^
gebroken zun, dan zouden dc ï'w
ten zich langs die touwen doer'J
raampje naar buiten hebben ofl
ten laten zakken, om aldus in1 j
tuin van de buren te belandcnl|
zichzelf was dit natuurlijk een"
onaardige gymnastische toer,
minder gewenst voor uitzondel
dikke denken we b.v. aan Ar'
Roemer of hoogbejaarde a
en actrices, zoals b.v. Louis 1
meester. Esther de Boer—v. Rijï'l
En tenslotte werden in 1950
stoelen geplaatst In de parterre c
baignoires, terwyi de koffiekamers
wat niet veel helaas! r"
zyn. Sindsdien missen wy
borstbeelden van de beroemde A
Snoek, bygenaamd de „Nederig
Talma" en van mevr. Wattier, n
ietwat stoffig, lange tijd de to-H
kamer hebben gesierd. De beeltenuS
mevrouw Wattier rust thans bij
Lakenhal, die van Snoek bevindt
nog ergens in de Schouwburg -f
is niet meer zichtbaar. En toch'g
persoonlykten zy de groten en &ja
roemdheden van het vaderland*H
neel. die, evenals zy. ln dit theatf"
opgetreden. Het ls de tragiek va: jg
toneelspeler, dat er niets overblijf 3
zyn Kunst, wanneer hy het
toneel verlaten moet; een ondan»|
en onwetend nageslacht venu-g
zelfs zijn beeltenis uit het Huis, li
hy triomfen heeft gevierdh
2' i EEUW ÏHH
TONEELLEV0 0
Want het staat vasi. dat in 8
Schouwburg, thans plaats bW
aan 670 toeschouwers, het i
toneelleven zich gedurende bijra -
jaren heeft afgespeeld. Voor I
opende hy daartoe circa 70 ca J
per seizoen en thans ongeveer^ ti
keren zyn poorten. En niet r' v
toneelvoorstellingen, doch ook v
certcn, dansavonden, opera'1 b
operettes, ja, zelfs de aller*1 d
bioscoopvoorstellingen vonden
plaats. e
In een volgend en laatste a" 1
zullen wy u ook daarover nog f b
ander vertellen. c
HAN DE WHD I