BEEST EN HEILIGE het 'donkere werelddeel Europa's toekomst! WEKELIJKS BIJVOEGSEL van het LEIDSCH DAGBLAD - ZATERDAG 18 JLLI 1953 - Pagina 1 Thans Afrikaans Hoofdman met zijn gezin in de buurt van de Kilimandsjaro, Afrika's hoogste berg. Hoe duidelijk zijn de Europese invloeden merkbaar in kleding en houdingen ook in de opvoeding, die de kinderen genoten hebben iZiuropa slaat voor de oplossing van gigantische problemen, die opgelost moéten worden, wil de Europese mens niet terugzinken op een welstands niveau, dat de Westerse beschaving ernstig zou kunnen bedreigen. Het streven naar groter eenheid in ons werelddeel, hoewel reeds jaren oud, ontving na de oorlog meer en meer steun. Maar wat betekenen hechter eenheid en betere samenwerking in Europa, als wij buiten Europa niet kunnen beschikken over de zo broodnodige grondstof gebieden en markten? Anders gezegd: Europa moet zorgen, dat het elders kan beschikken over de grondstoffen, die het zelf niet heeii, het moet elders bovendien zijn producten zijn mensen, zijn energie en zijn kapitalen onderbrengen. Vóór de laatste oorlog was Azie een groot afzetgebied en leverde vooral Zuid-Oost-Azie tropische grondstoffen in aanzienlijke hoeveelheden. Ingevolge de oorlogs- en na-oorlogse gebeurtenissen in het Oosten is de betekenis van Azie voor Europa geringer en zijn daar de mogelijkheden voor Europa kleiner geworden Azie is zijn eigen weg gegaan. Europa was en is dus gedwongen, elders compensatie te zoeken voor zijn verhezen in Azie. Europa's blik, die reeds lang speurend op het Zuiden was gericht, bleef op Afrika rusten. .eii HISTORIE ZDNDER tropen geen Europa! In deze elementaire waarheid ligt de verklaring besloten van de „koloniale wedloop die de Europese nc)£' mogendheden in de vorige eeuw in Atrika ontketenden. Hu was een der meest op de voorgrond tredende ver schijnselen in de 19e eeuwse Interna - tionaal-politieke arena. De Koning der Belgen. John Bull en Marianne ver schenen het eerste aan de start. Later meldden ook Duitsland en Italië zich als deelnemers aan Grondstoffenge- bieden en zij het nog bescheiden) af zetgebieden waren de prijzen. John Bull, die Marianne geen al te groot ij stuk van het Hoen nog) Donkere We- rjllj relddeel gunde, zag de mededinging 'N* van Berlijn en Rome niet ongaarne. Hieraan was het voor een belangryk deel toe te schrijven, dat ook de Duit sers en Italianen een deel van Afrika onder hun hoede konden nemen, al legden België, Engeland en Frankrijk "lrt beslag op de beste stukken. Na de eer ste wereldoorlog verdween Duitsland en na de tweede wereldoorlog Italië ;n geheel uit Afrika. Engeland, met het de Britten eigen instinct voor „grote politiek" en besef voor de geographische fundamenten der buitenlandse staatkunde, had er tydig voor gezorgd, de nodige (strate gische) Afrika-sleutels in handen te krijgen. Gibraltar was in 1713 Brits geworden. Malta volgde in 1815. Cy- prus in 1878. Egypte en het Suez-Ka- naal kwamen kort na 1880 onder Brit se contróle. Zuid-Afrika deelde dit lot omstreeks 1900. Ook in West -en Oost- Afrika zorgde John Buil er voor. een stevige voet aan de grond en een dikke Vinger in de pap te krijgen. N WERELDOORLOG II i. greep vatte, vielen de belangrijk-L ste Aziatische grondstofleveranciers voor het Westen uit. (Indonesië, Indo china, Malakka. de Philippijnem. De Westerse mogendheden zagen zich daardoor gedwongen, een denkbeeld op zijn practische waarde te toetsen, dat tevoren reeds in menige studeer kamer «as doordacht: Afrika's in- schakelig in de Wereldhuishouding als complement van Europa. Anders gezegd De conceptie van het autar- T0i-r,,. i,0„i, kische (zelfgenoegzame) „Dubbel-Con- iac,aK nee.i tinent Europa—Afrika" belandde inde kabinetten der mogendheden en in de sfeer der practische politiek. „Afrika" en „synthetische productie" moesten worden ingezet om de Aziatische (grondstoffen)-verliezen te compense ren. Allereeist in de Tweede Wereld oorlog, maar misschien ook (dachten de staatslieden reeds toen!) in een derde wereldstrijd. die veimoedeliik ook uitschakeling der Aziatische grondstofleveranties met zich zal bren gen. Experts werden te hulp geroepen. Statistieken, tabellen en kaarten ver schenen ter tafel. Palmpltten, rubber, tin. koper, goud, harde touwvezels en andere grondstoffen bleek Afrika reeds te leveren. Maar meer dan de vóór-oorlogse productie- en exportge- gevens hadden de toekomstige moge lijkheden van Afrika als leveran cier de belangstelling der staatslieden Immers, het probleem, waarvoor het Westen zich gesteld zag. was: Kan in ■geval van nood (en de nood was hoog in 1942) het ..Dubbel-Continent Euro-1 pa-Afrika" autarkisch zijn, kan het zichzelf bedruipen? nieuwe oorlog) talrijk. Een zevental der belangrukste willen wij hier rele veren. 1. Welke producten heeft Europa nodig en hoeveel van elk? De be antwoording dezer vraag is niet moeiluk. De statistische gegevens leveren een voldoende grondslag voor de beantwoording. 2. W a t en hoeveel kan Afrika le veren? Globaal luidt het antwoord, dat Afrika de meeste producten kan of kan gaan leveren, die Zuid- en Oost-Azlë aan het Westen verschaf fen. De vraag naar de hoeveelheid is evenwel minder eenvoudig te be antwoorden. daar het antwoord nauw samenhangt met de intensi teit en de omvang der bemoeiingen, die Europa zich jegens Afrika ge troosten wil en kan. Voorts kregen (enkrijgen) de staats lieden en adviseurs te horen, dat een gedétailleerd antwoord op de vraag, of Afrika de functie van an- de mogelukheid bestaat, dat Afrika's bevolking in voldoende mate zal toe nemen. Niettemin bluft het pro bleem der arbeidskrachten een heel moeiluk vraagstuk, waarover het laatste woord nog lang niet is ge* sproken. 5. Beschikt Europa over een voldoend aantal geschoolde en bruikbare krachten om de leiding te nemen bij de exploitatie van Afrika's na tuurlijke rijkdommen en mogelijkhe den? Men bedenke, dat het probleem van de Mens. van de Juiste Blanke Mens in de tropische regionen zeer zwaar weegt. Vooral nu het „kolo niale tijdvak" der wereldgeschie denis tot het verleden gaat beho ren, is het van eminent belang, dat Europa naar Afrika slechts man nen ien vrouwen) zendt, die wat karakter, opleiding, houding en mo raal betreft, tot de allerbesten be horen. 6. Zijn de Europese (Afrikaanse) moe- Alrika een grote toekomsten het begin van de productie is er al derlanden. dus Engeland. Frankrijk en België, bereid tot voldoende sa menwerking onderling en met an dere Europese mogendheden om de krachtsinspanning inzake Afrika tot een gezamenlijke, tot een Euro pese onderneming te maken'' Wie de historie der laatste jaren heeft gevolgd, weet. dat zelfs In Europa de samenwerking herhaaldelijk struikelde over wantrouwen, natio nale trots, eigengereidheid en ge brek aan offervaardigheid. Zal dit al les, nu het Afrika betreft, niet nog in versterkte mate tot gelding ko men? Toch. slechts als de Europese naties» als Britten. Belgen, Duitsers. Fransen. Nederlanders. Spanjaar den en Scandinaviërs ten aanzien van Afrika de handen ineenslaan, is het doel. een „Autaikisch Dub bel-Continent" te bereiken. ZEVEN VRAGEN WERELDOORLOG NUMMER II marcheerde Afrika binnen met een voorhoede van vraagtekens' En wel. omdat hij het probleem dei- Europees-Afrikaanse zelfgenoegzaam heid acuut maakte. De met dit pro bleem nauw verbonden vragen waren toen en zijn nu (voor de vredes-econo- mie zowel als met het oog op een dere tropische producenten kan overnemen, pas mogelijk zal zijn na nauwgezette klimatologische, pedo logische. geologische en andere we tenschappelijke onderzoekingen. De kennis en ervaring, die Europa in andere tropische landen opdeed, kunnen het bij de wetenschappe lijke exploratie van Afrika zeer te stade komen 3. In welk tempo zal Afrika de andere tropische leveianciers i eventueel) kunnen vervangen? Anders gefor muleerd. Hoe lang zullen de explo ratie en exploitatie van Afrika du ren. alvorens dit werelddeel in vol doende mate als producent-leveran cier kan optieden' De factor tijd is namelijk een zeer belangrijke in het probleem van Europa-Afrika En het is nu eenmaal zo. dat men mijn- bouwgebieden en tropische planta ges niet zo maar uit de grond kan stampen 4. Beschikt Afrika over voldoende ar beidskrachten om een productie apparaat van grote omvang op toe ren te houden? Deze vraag bracht en brengt nu nog rimpels op me nig politiek voorhoofd. Afrika toch Is betiekkelijk dun bevolkt en aan import van Aziatische arbeidskrach ten (China, Indiai valt niet of nauwelijks meer te denken. De Ne ger is echter van nature vrucht baar, zodat bij verbeterde gezond heidszorg en doeltreffende hygiëne 7. Welke betekenis heeft Afrika nis afzetgebied? Het antwoord luidde en luidt nog (zij het nu in iets min dere mate dan tien jaar geleden» Weinig, althans in vergelijking met de betekenis, die Azië vóór de oor log als markt voor het Westen had De bevolking van Afrika Is betrek kelijk weinig sterk in aantal. Dc koopkracht is in Afrika betrekkeluk gering. Komt Europa er echter toe. in versneld tempo en in nog grotere mate dan de laatste jaren geschied de, nieuwe ondernemingen, techni sche werken en wat dies meer zij in Afrika te beginnen, dan zal Afrika een afnemer van betekenis voor de Europese industrie kunnen norden en zal de koopkracht der Afrikanen toenemen. „Afrika als Afzetgebied oor Europa" vraagt evenwel een diepgaander en meer omvattende behandeling dan eer, oriënterend dagbladartikel, waarin het probleem slechts aangetipt kan worden. NA 1941 DEZE zeven en andere vragen met betrekking tot Afrika liggen ook thans nog ter tafel. Óok thans is een juiste en verantwoorde behan deling der in die vragen besloten lig gende problemen een eerste vereiste om te komen tot een oplossing van Europa's Afnka-probleem Stellig is er echter in de afgelopen tien jaren reeds heel wat geschied. In de oorlogsjaren werd een intensieve productie-cam pagne ingezet, die in sommige delen van Afrika op positieve resultaten kon wijzen. Verkeer en volksgezondheid zijn met kracht ter hand genomen. Spoorwegen, vliegvelden, autowegen en havenwerken kwamen tot stand. Stra tegische overwegingen speelden bjj dit alles een rol. want in een eventuele toekomstige oorlog zal Afrika strate gisch van groot belang worden. En ge nerale staven hebben nu eenmaal tot taak om de oorlog der toekomst tydig voor te bereiden en te onderkennen. Afrika's productie is na de laatste wereldoorlog in niet onaanzienlijke mate gestegen. Nog verheugender is het, dat zij naar zich thans laat aanzien in komende jaren een stij gende lijn zal blijven vertonen. Alom in het een eeuw geleden nog „don kere" werelddeel wordt grote activiteit ontplooid; meer nog dan uit dagblad- berichten en min of meer officiële mededelingen blijkt. „Men" is voor zichtig met de publiciteit betreffende Afrika Dit is geen wonder, want Euro pa's strijd in en om Afrika is deels een lauwe phase in de koude oorlogs voorbereidingen, waarin de mensheid sedert 1946 gedompeld is. Later zal echter blijken, wat er allemaal is ge beurd; later, als de huidige periode „geschiedenis" zal zijn geworden en de archieven kunnen opengaan. TWEE RIVAI.EN EUROPA-AFRIKA als economische en politieke twee-eenheid, die ln geval van nood zelfstandig en autarkisch zou zyn. is een concep tie, die niet slechts in West-Europa, maar ook ln Washington en Moskou met belangstelling werd en wordt be studeerd. terwijl de practische uitwer king en mogelijkheden daarvan in beide hoofdsteden eveneens nauwlet tend in het oog worden gevat. Moskou beseft, dat zodanige een heid als machtsfactor in het interna tionale krachtveld belangrijk zou kun nen worden Een mogendheid, in dit geval Rusland, heeft als regel liever zwakke dan sterke buren. Vandaar, dat de Russen de Europees-Afrikaanse plannen niet in de hand werken. Ja. op de hun eigen wijze en met de eigen middelen pogen zij. de verwezenlijking dier plannen tegen te gaan. Terecht besefte Moskou reeds kort na 1920. dat Zuid-Oost-Azië een der kwetsbare plekken was in de Westerse economie, en dus concentreerde het zijn krach ten op dat deel der wereld. Zou Afrika de plaats gaan innemen van Zuid- Oost-Azië. dan ware met een ver hoogde en geactiveerde Russische be langstelling voor dat werelddeel te rekenen Washington is op het ogenblik door tal van verdragen nauw met West-Europa verbonden. Toch slaat Washington de Europese prestaties in Afrika niet gedesinteresseei d en lou ter welwillend gade Enerzijds (met het oog op een eventuele nieuwe oor log) juicht het iedere versterking van Europa's economisch potentieel toe. maar anderzijds wil het in Afrika graag zelf het nodige te zeggenen te halen hebben De dollar, pionier en soldaat van het Heden, is reeds in menig Afrikaans land doorgedrongen, en de historie van de uitbreiding der Amerikaanse macht leert, dat de dol lar vaak als voortrekker, als stoottroe- per voor ingrijpender bemoeienis is opgetreden. Trouwens, evenals in Moskou ziet Washington zijn eigen belang dus los van de ogenblikkelijke verhoudin gen zeer wel in. en beseft het dus. dat niet onder alle omstandigheden een grotere zelfstandigheid en een gro tere macht van West-Europa aantrek kelijk voor de Verenigde Staten behoe ven te zijn. Mogendheden blijven nu eenmaal steeds ook als zu op een zeker tijdstip bondgenoten of door ge- meenschappeluke belangen verbonden zijn rivalen. Misschien kent U „Christus wordt weer gekruisigdvan Niko Kazant- zakis' De schrijver is een Griek. Op bijzonder boeiende wijze heeft hij in zijn bock mensen \an zeer uiteenlopende aard getekend. Sommigen zijn ruimhartig, vro lijk en bereid anderen te helpen. Enkelen uit deze groep worden zelfs, door hun uitzonderlijk ge drag. als „heiligen" beschouwd Anderen daarentegen gedragen zich als beesten, bijvoorbeeld de vrek van het dorp. Zijn enige doch ter is gestorven, omdat hij haar tekort heeft gedaan Ook de dorps geestelijke is een afschrikwekken de figuur Hij is keihard tegenover medechristenen, die omkomen van gebrek. Hij is volledig medeplich tig aan de moord op een jonge herder, die de partij van de ver drukten heeft gekozen. Tussen deze uitersten, van beest en heilige, staan verschillende anderen, de doorsneemensen zou men kunnen zeggen. Ook zij heb ben kwade karaktertrekken. Maar iclkens tonen zij hun goede zijden De hebzuchtige koopman geeft plot seling voor grote bedragen weg. als hij getroffen wordt door de nood van geplaagde medemensen. Een vrouw, die door de „fatsoenlijke" lieden van het dorp vermeden wordt, maakt iedereen beschaamd door in stilte een groot gedeelte van haar bezit uit Ie delen aan vluchtelingen, die niets meer heb ben. Wat ben ik' Beest of heilige? Of geen van beiden' Werken in een mens niet vele tegenstnjdige krachten? Heb ik geen neiging vrekkig, hardvochtig, hebzuchtig of losbandig te zijn' Heerst niet tegelijk in mij het ver langen om die hardnekkige kwade machten te overwinnen? Ik zou gaaf en goed. opofferingsgezind en onoverwinlijk, als een „heilige" wil len zijn! Maar ik ben geen „heilige". Op zijn hoogst is mij een plaats onder de doorsnee-mcr.sen gegund. Soms kom ik tot gedachten of dader., die bevredigerd zijn er. mijn dankbaar heid opwekken. Maar zelfs daarin ligt reeds iets ongeoorloofds. Hc-t leidt tot zelfvoldaanheid Dat maakt iedere zelfverloochening, die ik met de grootste inspanning heb kunnen bereiken, weer waardcloo» Zo wordt ik telkens, op de meest onverwachte momenter., beneden het peil van een „doorsnccmens" getrokken. Het beest wint het van de „heilige". Het boek van Kazantzakis heeft mij voortdurend herinnerd aan taferelen en mensentypen uit het Evangelie. Dit is bij dieper nadenken zeer vanzelfsprekend. De Bijbel is immers een bock. dat de toestanden in de mensenwereld eerlijk en scherp tekent. Judas en de hoogste geestelijke leider van het volk, Kajafas. bij voorbeeld. zijn „beesten". Zij wor den door een huiveringwekkende boosheid gedreven. Jezus daarentegen is de onaan tastbare „heilige". Vele anderen zijn. evenals ik, geen „beest" en geen „heilige"; doorsneemensen, met een onweer staanbare neiging naar het verbo- dene en demonische. Een figuur als Petrus, de man. die heftig cn harts tochtelijk kiest voor Jezus, maar Hem op het kritieke moment in de steek laat. is een mens. waarin ik tot mijn schrik en vreugde mijzelf herken Tot mijn schrik. Want lafhartig egoisme maakt mij tegenover Jezus, de „Heilige', een afschuwelijke beest. Tot mijn vreugde Want Jezus' erbarmen, voor Petrus cn talloze ..doorsneemensen" voor ..beesten" en „heiligen" in het Evangelie, in het dorp dat Kazantzakis beschrijft, in onze wereld van nu en morgen, blijft onverminderd van kracht. P. L. SCHOONHEIM Predikant voor het Bijzonder Kerkerwerk der Hervormde Gemeente te Leiden. Hoge Rijndijk 14a. I <3IGS0f<R0SCH*O^$4aC60f<903CKVaS<*CÏC8<*<9CScroCSCE4G6CE«SGS'5<$C53<4 Heden zal de Nederlandse Luchtmacht officieel het 40-jarig bestaan herden ken, met feestelijkheden, die zullen plaatsvinden op en boven vliegveld Soesterberg. Op de grond Seafury's van de Nederlandse marinevliegend in formatie van vier: Thunderjets F-84 van de /.S. en in de linkerbovenhoek drie Sabres F-86 van de Canadese Luchtmacht. In de Locheedfabrieken zal het perso neel, dat werkt in de afdelingen waar de machines worden gemaokt, voortaan een kogelvri„schortgemaakt van stof, „gevoerd" met fiber-glas, moe ten dragen. Het „veiligheidsvest" werd speciaal ontworpen, om hen te be schermen tegen de rondvliegende metaaldelen. Het vest is zo dun als slap bordkarton, zeer licht, moor sterk genoeg, om er zelfs kogels op te doen afketsen. Paul Scott, lid van de fabrieks- recherche, en Marilyn Li-Pera, demon streren hier de sterkte van het vest. Een 38-kaliber kogel ketst erop af. Marilyns oorringen wippen op en neer, door de schok, die de kogel haar geeft. DE INZET AT men de inzet van Europa's „Afrika Spel" kort samen, dan kan de samenvatting luiden: Europa speelt om zijn toekomst. Zon der Afrika kan Europa op den duur niet weer worden tol een bloeiend geheel en lot een machtsfactor van betekenis in de wereld. Anderzijds: Zonder Europa kan Afrika niet tot ontplooiing komen. Afrika kan ln komende tüdcn worden tot een ver bindende factor in Europa, tot een bevorderaar van de Europese een heid. Europa kan op den duur van Afrika een bloeiend werelddeel ma ken, hecht met Europa verbonden. Europa's toekomst ligt in Afrika, ui de practische verwezenlijking van de conceptie van hel autarkische „Dub bel-Continent" Europa-Afrika. (Nadruk verboden)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1953 | | pagina 7