HOOFDEN VIELEN....
Verstrikt in netten van sluwaard
TWEE
Wat is „hoogverraad"?
STAD EN LAND
Een hagedis met zeven namen
WEKELIJKS BIJVOEGSEL van hel LEIDSCH DAGBLAD - ZATERDAG 27 JUNI 1953 - Pagina 3
BEWOGEN LEVEN (XXVI)
DIT zou 'n schilderijtje van
Van Driesten kunnen zijn,
maar dan zonder kleur"
achoot 't me ln gedachte, toen ik
dit heerlijk beeld van landelijk
schoon zag.
Onder dreigende volkenstoeten
het boerderijtje met de trots van
de landbouwer: de zorgvuldig hoog-
opgestapelde hooiberg, met de pro
visie voor het vee, dat nu nog in
de wei loopt, maar straks, als de
winter gevallen is, de warme stal
zoekt.
Ge kunt, als Uw oog voor schoon
heid apen staat, ao'n tafreeltje bij
tientallen in onze omgeving zien
en ervan genieten.
't Is alleen zo jammer, dat wei
nigen zich hiertoe tijd noch gele-
hoofdrimpelen ten antwoord: ,,Nog
een half uurtje verder rijden, maar
dén moet U goed opletten, want
déar begint het pas".
Dat „het" was de aller-alier-
nicuwste wyk. waar duizenden net
gestichte gezinnen langs lijnen van
geleidelijkheid een tragische woon
stee gevonden hadden: opeenge
hoopte. benauwde stedelingen by
wat radiomuziek voor de levens
vreugd in vrije uren....
TOEN lk er eindelijk kwam, lag
daar de trieste woestijn van
steen, waardoor lk in nacht
merries wel eens was opgeschrikt,
in alle eenvormige gruwelijkheid
uitgespreid.
Hij had t zichzelf aangemeten
om niet- kapot te gaan in deze met
trots opgerichte buurtschap van
beton, waarin geen spoor van lief-
HJkheid meer te onderkennen was:
een bouquetje bloemen en een
plaatje als dat, herinnering aan
zijn jeugd toen hij nog op het
platteland leefde.
Het platteland, dat hy door een
onverklaarbare drang naar de
.grote stad" vaarwel gezegd had.
NU stond de jammer op z'n ge
zicht1 te lezen.
De stad was zijn Ideaal ge
weest!
De stad zou Allies geven, waar
naar z'n hart hunkerde.
genheid gunnen en liever, al of
met gedwongen, blijven hokken
tussen huizenblokken die aan de
lopende band, dank zij een volijve
rige woning- en werkgeleeenheids-
politlek, uit de grond rijzen.
HELAAS móest lk laatst in zo'n
spiksplinternieuwe woonwijk
iemand opzoeken
Het was aan het uiteinde van
een stad. die ik vroeger gekend
had als een stad met grenzen, een
stad. die Je nog een gevoel van
overzichtelukhe.d gaf en waarvan
Je wist dat ze ééns ophield.
Die grens uit m'n Jeugd was al
lang gepasseerd, toen ik een agent
vroeg naar de Anjelieren-, Bosbes
sen- of Bramenstraat, het staat
me niet zo helder meer voor de
geest. Want wat in de natuur ver
schillend Is, is ln die namenkolder
één pot nat.
Ik kreeg, na langdurig voor-
Het „prachtige woningcomplex",
waarover bij opening de actieve
wethouder gejuicht had!
Dit was in mijn oog nu Juist de
verwezenlijking van al wat lelijk
is: onze volijverige, moderne ar
chitecten hadden zich het hoofd
gebroken, met vernuft en intelli
gentie voorzeker! om zoveel mo
gelijk ademrulmte te geven ln zo
min mogelijk bestek.
Dit was het ideaal der nuchtere
zakelijkheid, waarin een geslacht,
dat gelijk het heelal voort-
durend met onwrikbare zekerheid
uitdijt, gedoemd is het leven te
slijten.
Maar toen ik ln deze doolhof
van straten en straten de één
volstrekt gelijk aan de ander
zonder sprankje originele of Indi
viduele kunstzin, de bewoner aan
trof in zijn kerkertje van glas en
metaal en steen, was lk toch biy
tenminste daarbinnen nog iets te
mogen ontdekken van kunstmin.
Foto Will Eiselin
De stad zou het „leven" ln Al
zijn branding en bewogenheid
brengen.
Het dorp en het land waren zo
eenzaam en stil.
Daar kon immers niemand het
uithouden?
En nuen nu
Geef mij maar de wei. de verte,
de vaart, de bloemen en het groen
terug.
Te laat, te laat: o! vreselijk
woord
Ik moest hem klagend achterla
ten ln zijn gevangenis, waaruit hij
noo:t meer u.tbreken kan
Want éénmaal een vestigings
vergunning is nooit meer een
nieuwe.
En bi) z'n schoon schilderijtje als
armelijk surrogaat.
Maar hij heeft tenminste
een „huis"!
En dat is héél wat. zo niet Alles,
m deze benarde tijd.
FANTASIO.
r werden twee mensen ter dood veroordeeld. Zij hadden met vuur gespeeld. Zij
hadden de Oude Wereld, waaruit ze voortgekomen waren, die hen gevoed had en
gesterkt, verraden voor een nieuwe. Daardoor was er zoveel gisting en beroering
onder het volk ontstaan, dat ze aan stukken gescheurd zouden zijn, indien het vonnis
niet aan hen zou zijn voltrokken.
Deze morgen vroeg heeft het geregend. De regen kwam van uit het Zuid-Westen,
doch nu breekt de zon door. Het is wel vreemd dat de zon doorbreekt op het moment,
dat er twee mensen naar de plaats van executie gaan. De beide ter dood veoordeelden
die zo aanstonds het schavot zullen beklimmen, zijn aanzienlijke heren. De voorste is
de gewezen kanselier van Karei de Stoute, Hugenot, de tweede is de Heer van Imber-
court. De burgers van Gent, op wier aandringen deze twee gegrepen zijn, eindelijk en
gevonnist, huilen van woede nu de twee voor ieder zichtbaar worden. Tegen welke
hoge levenswetten hebben de beide heren, die het schavot beklimmen, gezondigd?
Welke gruwelijke dingen hebben zij gedaan, waardoor de doodstraf is gewettigd?
Kan het iets anders zijn dan hoogverraad?
T erwttt tv ah „in uf markt staaf te Gent, Ik sta ergens achteraf en gluur tus-
Ditnig mii n hPiTpn^^t rf °P KaaS en sen de mensen door naar de twee 'er dood veroordeelden,
hooeverraaA" met de vraa® wat nu P^cies die het schavot reeds beklommen hebben en nerveus zijn.
Terwiti iir nil 'npprcpVivUf it a i v. ÖJn bleek. Hot bloed is uit hun gezicht getrokken,
ook heel rinidpmv twt 'n» de tragische executie De Gentenaren zijn rumoerig. Op het van alle kanten
de wolken in iTV^t Tp» T JE P10'50 door door Sjouwen ingesloten plein golft de massa heen en
de wolken en beschijnt het schavot, dat op de Vrijdag- weer, schreeuwend, dreigend!
--
Een geestelijke beklimt langzaam het schavot Bij elke
trede die hij doet wordt het stiller Nu wordt het ernst.
Hij zal voor de twee verraders bidden en daarna zullen
ze hun reis beginnen naar het vagevuur, nee. naar de hel.
Een der ter dood veroordeelden knielt neer De priester
bidt. Dit bidden brengt ontspanning te weeg Dit bidden
maakt alles plotseling »o tragisch Vrouwen willen zo
maar gaan schreien, en mannen denken aan het raadsel
van de dood en de nabijheid van Onze Lieve Heer.
ER komt een Vrouwe naar voren De menigte kent
haar, zy is Maria van Bourgondié, de zachtzinnige
dochter van Karei de Stoute. Heimelijk hebben ze
voor haar een heilig respect. Achter de zachtheid van
de bekoorlijke vrouw schuilt kracht Doch zij is een
dochter van Karei de Stoute, van hun Heer die het rijk
geruïneerd heeft, die altijd weer nieuwe beden eiste, die
zelfs knoeide met de munt. om maar aan geld te komen
voor zijn leger. Ja. de vader van deze Jonge edelvrouw
heeft een ramp over hen gebracht. Na zijn dood r.og
meer dan tijdens zijn leven Want na de dood heeft zijn
doodsvijand, Lode wijk XI, zich verheven om ook Vlaan
deren te overweldigen. Bourgondié, Franche Comté, Pi-
cardië heeft de sluwaard al, In Vlaanderen spoken zijn
agenten rond en smijten met geld. Voor geld en goeie
woorden is toch alles te koop? Nee, niet alles. En wie
Vlaanderen verraadt voor Judasloon zal sterven. Vlaan
deren onder Frankrijk. Deze twee krankzinnigen hebben
gedacht, dat het mogelijk was!
AT wil hun Hertogin daar? Halzen worden gerekt.
Die mensen moeten sterven! Zij hebben Vlaande
ren verraden en ook de Hertogin! In vredesnaam, wat
gebeurt daar? De priester bidt niet meer, de Hertogin
heeft haar slanke hand opgebeurd, ten teken dat ze wil
spreken „Ten gunste van deze verraders! Zu mag niet
spreken!"
Zij heeft deze twee aanzienlijken als afgevaardigden
naar Lodewijk XI gezonden, om de vrede te bewerken,
Er moest toch weer vrede komen? Nijvere burgers kunnen
toch niet altijd maar door geld werpen in een bodem
loze put?
De twee hoge heren zijn vriendelijk door Lodewijk ont
vangen Eerst heeft hij hun verteld, dat hij groot re-peet
had voor hun capaciteiten, die hij zo goed kon beoor
delen, omdat z? eens tegen hem waren gebru.k' Diarna
heeft hij hun m"schend verzekerd, dat ze maar één
fout hadder. maakt Ze hadden met begrepen dat hij
onoverwinnelijk was. Doch dat voelden ze nu
O, hij stelde hen zo op hun gemak En hij toverde hun
een nieuwe wereld voor ogen. Het was de wereld d.e hij
zou bouwen Hem zou het z-sker gelukken. En zijn onder
danen zouden waarlijk gelukkig zijn.
Hoe zouden zU. door hem te steur.en. een verrader
kunnen zijn? Dit was toch dwaasheid! Door hem te
steunen konden ae de vrede winnen voor duizenden on
derdanen en zo een schat verdienen ln de hemel.
«☆☆☆☆☆A-A1*
Hugenot en Imbercourt! Zij hebben zich tenslotte
laten verleiden pogingen aan te wenden de jonge Her
togin op te lichten, naar Frankrijk te doen voeren, waar
ze dan In het huwelijk zou treden met de zevenjarige
Dauphin Frankrijk en de Bourgondische erflanden
op den duur dus één
Hugenot en Imbercourt! Zij hebben zirh laten ver
strikken in de netten van de sluwaard. Hij heeft hen
door zijn ogen laten kijken. Alles glansde, alles blonk.
Zü zagen een droombeeld van deze sluwaard voor wer
kelijkheid aan. Nee, zo wilden ze het zien. om hun ge
weten in slaap te sussen, die verraders. Sterven zullen
zi).
De menigte staat op. tegen de jonge Hertogin. Deze
hoge heren nog redden? Die gespeeld hebben met Vlaan
deren en met haar? Die haar wilden laten huwen met
het kind van de man die haar vader de dood Inge
dreven heeft? Gcén pardon! Een voorbeeld stellen!
IK vaar op de Kaag en hoor hoofden vallen. Ik heb
het zwaard van de beul z:en flikkeren in de zon. Ik
zie de dode hoofden, gescheiden van de zich ontspan
nende rompen. Ik zie het zand, waarin het bloed is opge
vangen
De dode hoofden grijnzen mij aan. zij spreken ln de
plotseling ontstane stilte: ..Dacht Je nu werkelijk dat
men door een zwaardslag het recht herstellen kan?"
De w-.nd stoelt over de plas en valt vol in mijn zeilen.
Het water wast alles schoon Kleme vissen springen bo- en
het water uit en een enkele meeuw vang: gouden avond
licht op blanke vleugels. Men zegt dat dieren ln een ge-
s!o:en wereld leven. Men zegt dat dieren zich alleen maar
Intensief bezig kunnen houden met de dingen, die ze
kunnen e'en De mens, zo zsrt men. leeft in een opm
wereld Hij kan alle dingen tekenen en beschouwen. HU
kan filosoferen over elke levensuiting.
In het Oosten, daar waar de zon opkomt, zie lk plot
seling de mens lan ;s de hemel gaan. Hij wordt vooraf
gegaan door zin •,-nde engelen en gevolgd door saters, die,
in liet rood gekleed, hem op een vreemde wijze gebonden
hebben Zij dansen achter hem Duizenden stemmen. Hel
dere engelensleninien en af— 'nivv elijke saterstemmen. Nu
blijft de mens staan en riet Inj mij aan. Hij weet het Biet
meer. Hij weet niet meer hoe hij gaan moet. Hij is zo
verward. Ik vraag hem of hij mij zeggen kan wie nu
precies een hoogverrader Is, hjj leeft toch ln een open
wereld?
De duivels achter hem beginnen te schateren. Doch
eensklaps komt de Engel der Liefde achter hem staan.
Nu wordt het licht in h* t Oosten en haar stem spreekt
zacht, doch zo dat ik alles woord voor woord kan ver
staan: „IVic ni'j wil doden, die zondigt tegen de hoogste
levenswet, die Is een hoogverrader".
REIN BROUWER.
Ar
geen tijd meer voor Maar u kunt toch
wel goedvinden, dat uw kinderen er
zich mee bezig houden en een aantal
dieren houden in een doelmatig inge
richt verblijf?
Dus dieren houden in gevangen
schap? En dat zegt iemand, die zich
natuurvriend noemt?
Ja. dat zegt hy en op goede gron
den kan hij dat verdedigen ook. Het
ligt er maar aan. welk doel men voor
ogen heeft en waar men het accent
wil leggen.
Ik zal echter wel een nieuw artikel
nodig hebben, om dat nader toe te
lichten en om te beschrijven, hoe een
terrarium, dat is een bak met aarde
en planten en allerlei gedierte, kan
worden Ingericht, Dat wordt dan voor
de volgende week.
En nu gaat mijn heipalinkje maar
naar z'n appartementen terug. Voor
zichtig loswikkelen van m'n vingers,
nee vriend, niet over de tafel vluch
ten: in je miniatuurheideveldje terug,
zo. voorzichtig dan breek Je niet Bre
ken? Kan een hagedis breken? O ja.
EEN van de namen uit boven
staand rijtje pik ik er nog even
uit en wel .blindslang". Dat men
een hazelworm een slang noemt kan
Ik me nog wel voorstellen. Hg be
weegt zich net zo glijdend en wonder
baarlijk vloerend als een slang en hij
steekt ook bij herhaling een klem
tongetje buiten z'n bek. Dat ls nu
eenmaal slangengewoonte en ook de
hagedissen dóen zo, om hun omge
ving af te tasten, te onderzoeken, zo
als wij met. onze vingers doen (een
heel jong land brengt ook alles naar
z'n mond. dus dat gebruikt behalve
min lippen, ook op slangenmanier zijn
tong!)
Wie echter de naam blindslang
heeft bedachtnou! die moet toch
wel slechte ogen hebben gehad. De
hazelworm heeft een paar duidelijk
zichtbare ogen. Ze ziin mooi oranje
rood van kleur en hij kan ze sluiten
met oogleden. En daarmee bewijst hij
meteen, geen slang te zijn, maar een
hagedis. Een hagedis zonder poten.
Een slang heeft nJ. géén oogleden en
kan ons dus geen knipoog geven. Dat
kan een ha eed is wel en een hazel
worm dus ook
Ik mag altijd graag ao'n diertje la
ten zien aan een troepje jongelui.
Niet aan volwassenen, want die heb
ben onmiddellijk hun oordeel klaar:
.Jasses, wat een vies beest! Ik snap
niet. dat uenz." En dan kun je
praten als Brugman, je kunt ook je
mond houden. Maar kinderen hebben,
ln liet algemeen gesproken, nog die
frisse nieuwsgierigheid en die bereid
heid om iets nieuws te aanvaarden.
En je kunt een of ander mal voor
oordeel. dat er thuis Ingebracht ls,
nog wel bU ze losweken. Ik laat zo'n
hazelworm wat om m'n vingers kron
kelen of een eindje m'n mouw inkrui
pen. ze zien het wondermooie beloop
der fijne zeshoekige schubben, de
goudglans op de rug en de lichte
buikzijden en ze kunnen eventjes
griezelen als het zwarte gespleten
tongetje zoekend in en uit gaat. En
Je kunt er vast op aan, dat de bi)
velen brandende vraag door een en
keling wordt gelanceerdDe vTaac, of
hU niet vergiftig isl Gelukkig, als Je
dan met de hand op je hart kunt i er-
klaren. dat je van al die hagedissen.
fc\ze!wonn£n en ringslangen (en
Kijkje» in de Natuur
Het ls voor mij nog altijd een grote
vraag.
Er is maar één middel, waarmee de
mens zich kan bevrijden van volks
bijgeloof en vooroordee.. zelf met de
dieren omgaan! U zegt: „Ik zou nog
liever...." Goed, en u hebt er ook
heel gemakkelijk, als hij ruw wordt
aangepakt. Dus zou de naam glassla ng
nog niet zo gek zijn!
Misschien niet, maar toch deugt die
naam niet, net zo min als hazelworm.
Maar niemand weet een betere
S. VAN DER ZEE.
DEZER dagen heb lk weer eens
een oude kennis ln handen ge
kregen „O. een slang", raadt U,
met een snelle blik naar de tekening
van vandaag. Nee. geen slang, al lijkt
hü er op het eerste gezicht, erg veel
op „Een worm dan. een heel lange
wurm?" Ook niet. Dan hebt U nog
nooit een worm goed aangekeken. Een
worm heeft geen ogen en zijn lichaam
bestaat uit een groot aantal ringen,
terwijl het diertje, dat lk vandaag
beschrijf, wel ogen heeft en maar
wat een dwaasheid, bij dit prachtige
brons-glanzende dier nog aan een
vorm te denken. Ik kom er echter
toe. omdat het hazelworm wordt ge
noemd. een naam waar lk niet goed
aan voorbij kan gaan. Een van de vele
onmogelijke en verkeerde namen,
waarmee de mens van de vroegste tij
den af de dierenwereld om hem heen
heeft aangeduid.
Dat woord „worm" schijnt de men
sen trouwens erg voor op de tong te
liggen. Een rupsje, dat we binnen in
een doorgesneden appel vinden, noe
men we 'n worm en de appel zelf heet
wormstekig; een insect met zes poten
en vleugels en tangetjes aan zón ach
terlijf noemen we een oorworm en dan
is er ook nog het merkwaardige glim
wormpje. een lichtgevend kevertje.
En dan deze hazelworm. die letter
lijk niets met een worm heeft uit te
staan, behalve dan dat hi) ze opeet.
Blijkbaar heeft dit diertje, dat tot
de hagedissen behoort, de mens nogal
wat hoofdbrekend bezorgd, toen er een
naam moest worden bedacht. Want
de vreemdsoortigste bedenksels kun
nen we in de boeken vinden. Hier ziin
er een paar: hartwórm. meiworm,
glassiang, blindslang. heiaaJ en heipa-
ling. De een is al gekker dan de an
der. Ze zijn natuurlijk afkomstig uit
lang vervlogen tijden, toen de natuur
studie nog moest worden geboren en
de onontwikkelde mens alles wat hij
in handen kreeg vergeleek met het
weinige, dat hem uit z'n onmiddellijke
omgeving bekend was Vandaar dat
we de namen, paling, slang, rat, muis
en worm zo veel tegenkomen ln onze
taal.
dan neem lk de kikkers, padden en
salamander® er maar in één adem
bijl nog nooit ziek bent geworden,
want dait het dier met een zachte
tong nu eenmaal niet kén steken,
enfin, u begrijpt, dat ik dan met d:e
hazelworm tussen de vingers alle
wonderverhalen en leugenpraatjes
over zo'n doodonschuldig diertje even
tjes kraak, reken maar!
DVN DENK ik later; Wat zou daar
nu van zijn blijven hangen bit
die kinderen. Als ze volwassen
geworden, zelf eens met zo n diertje te
maken krijgen, zullen angst en hard
nekkig bijgeloof zich dan onmiddellijk
weer laten gelden of zal het normale
gezonde verstand eindelijk zijn kans
krijgen?
MALLE GEVALLEN
Het autorijden vormt voor velen een
onweerstaanbare bezigheid, helaas
echter, dat er zo vaak door onvoor
zichtigheid en roekeloosheid onge
lukken met auto's gebeuren. Dezer
dagen speelde in Londen een Jon
getje in de taxi van zijn vader, die
voor zijn woning stond geparkeerd.
Het jongetje, hoewel pas drie jaar
oud. wist wel zo ongeveer wat hij
in een auto moest doen. Dus draaide
hij rustig het contactsleuteltje om.
maakte de handrem los endaar
ging de auto. zelfs zonder dat het
kind gas gaf! De auto stond namelijk
ln een hellende straat. De vader en
een voorbijganger, die het geval
zagen, begonnen achter de auto aan
te rennen, maar deze reed steeds
sneller en was niet ln te halen. Aan
de voet van de hellende straat schoot
de wagen dwars door het drukke
verkeer van een kruispunt en een
eind verder doorkliefde hy een
fraaie heg van een tuin. In de tuin
ontwortelde hy nog een mooie serin
genboom en toen stond de auto stil
vlak voor het raam van de voor
kamer van dat huls. waar een be
jaarde dame zat. die het kind vrlen-
deiyk toeknikte. Het jongetje zat nog
heel rustig op zijn plaats achter het
stuur. Hy moest alleen een schone
broek aan hebben---IJ
MOERLAND AIS TOERISTtMAA'D
OVCRNACMTINKN V BU'TCMLAAOSC TODtSTEN