MARIUS HEYNES T DE KAAG SCHILDER VAN LICHT EN WATER Al 37 jaar verliefd op de Kagerplassen Een Zoeklicht WEKELIJKS BIJVOEGSEL van het LEIDSCI1 DAGBLAD - ZATERDAG 27 JUNI 1953 - Pagina 2 EEN (Van een onzer redacteuren) i5 een watersport centrum dat is wijd en zijd bekend. De wijde plassen met de eilanden trekken de zeillief- hebbers bij duizenden. Het dorpje De Kaag draagt, naast zijn landelijk karakter, toch het stempel van de watersport. Er zijn enkele goed ingerichte café's, waar de zeilers afwisse ling zoeken na het zwalken over het water. Er is ook een jeugd herberg, waar ieder jaar op nieuw duizenden jongelui uit binnen- en buitenland neerstrij ken. ledereen weet het: De Kaag is mooi en een bezoek meer dan waard. In een klein witgekalkt huisje, begroeid met rode rozen, woont ook iemand, die getrof fen is door de schoonheid van het water, het uitspansel, het riet en de bloemen. H'j wil de mensen mee laten genieten van al die schone dingen, die de natuur schenkt. Aan de gevel van zijn huisje is een bord be vestigd. Daar staat op: Marius Heynes, kunstschilder. Perma nente tentoonstelling. Toegang vrij. ONTMOETING MET EEN KUNSTENAAR I oen wij eens ,,voor de krant" op het Kaageiland moesten zijn, lazen wij deze uitnodiging en gingen er meteen op in. Het atelier is omringd met bomen en struiken, zodat het licht er gedempt is, ook al schijnt buiten fel de zon. En toch jubelt in die besloten ruimte de natuur. Het zijn de schilderstukken van Heijnes, die talrijke hoekjes van De Kaag in hun volle schoonheid laten zien. In de tweede plaats valt ons oog op een heer, die ons van zijn stoel af nauwelijks opneemt en dan weer zijn bezigheden vervolgt: kijken naar de schilderijen. Aan zijn gebruind gezicht, zijn lange haren, zijn dromerige, maar toch scherp kijkende ogen en aan zijn vastberaden mond kunnen wij zien, dat hij de maker van de schilderijen moet zijn. Een gesprek is gauw begonnen. Met enthousiasme vertelt hij van zijn werk. maar nog geestdriftiger spreekt hij over de schoonheid van de natuur en in het bijzonder hebben de Kagerplassen zijn aandacht. Hij vertrouwt ons zijn filosofie toe. „Al het schone om je heen is een weerspiegeling van de Goddelijke geest Dit is een kostbaar geschenk en het is bijna onmogelijk dit donker te zien. Daarom schilder ik veel licht. Ik ben een gelukkig mens. want ik zie de schoonheid. In die schoonheid sluimert de eeuwigheid In de gehele natuur sluimert de eeuwigheid en daarom kan men in de donkerste wolken ook nog een opwekkend licht zien". Grietje van Beelen, bijgenaamd ^Sloffige Grjet", Wat doet het goed aan iemand In deze tijden, die de mensheid neerdrukken, zo te horen spreken. WIJ raken onder de indruk, niet alleen van zijn schilderijen, maar ook van zijn woorden. Hij vervolgt- „Als we de wereld schoon zien, zal ze ook eens zo worden voor alle mensen." In deze natuur-artist voelen wij lets van Rousseau's „Terug naar de natuur". Dan zegt de meester weer: „Ik heb nog nooit een mens ontmoet, die van de natuur houdt en geen mooi karakter heelt. Ik voel de schoonheid in de natuur aan en beschouw me als het medium, om die jubeltonen aan andere mensen over te dragen, want ik geloof, dat de wereld en de mensen goed zullen worden, als zij die Jubeltonen verstaan." De man. die zo spreekt, heeft een eigen godsdienst ge- creeerd, die diep in zijn hart is geworteld Hij hangt niet deze of die leer aan. maar is rellgieus-zonder-meer. Zijn geloof laat zich niet vangen in geloofsartikelen, maar zweeft daar boven uit. zoals de mens Heynes. die zich een volbloed Nederlander voelt, maar toch ook houdt van de meren in Italië, van de onherbergzame kust van Bretagne en van de wouden in Zweden Wat al deze weldaden van de natuur hem zegden, heeft hij in verf uitgedrukt op linnen en telkens weer is het de blydschap om de eeuwige schoonheid, die de kijker toe- Jubelt. NVDAT ik in Amsterdam de schildersschool had door lopen, ging lk naar Zwitserland. Ik zou exposeren in St. Morltz, maar het mondaine en nlet-waarach- tige leven in deze luxe tounstenplaats stootte mij af Ik pakte al mijn spullen in en vertrok naar Italië. Bij de nederige mensen, die daar wonen bij de meren hervond hij het waarachtige leven Eenmaal weer terug in Zwitserland zou Heynes met een vriend naar Jeruzalem trekken, om er te schilderen. Op de dag voor zijn vertrek ontving hij echter een prent briefkaart met een afbeelding van de Hollandse duinen Het Nederlandse hart van de cosmopollet begon sneller te kloppen enhij keerde meteen terug naar zyn va derland. Hij zou naar Katwijk, om de duinen en de vis sers te schilderen Met een scheepje, waarin hij ook kon wonen, ging Heynes op weg naar die oude vissersplaats. Op de Kager plassen gekomen kreeg hij tegenwind en zijn zeilen wa ren niet groot genoeg, om hem tegen de wind in naar Katwijk te laveren. Hij bleef in de luwte van het Kaag- eiland Een tweede poging om verder te varen mislukte even eens en toen was Heynes er van overtuigd, dat hij op De Kaag moest zijn. Dat is thans 37 jaar geleden Toen de jonge Heynes op de Kaag aan het werk was. zag hij telkens een Jonge vrouw passeren. Zi) was de schooljuffrouw en behalve door de schoonheid der plas sen werd hij geboeid door dit meisje. Zij werd zijn vrouw Terwijl vriend Heynes ons dit alles vertelt, heeft hij met enkele potloodlijnen zijn onderwerp geschetst en brengt de kleuren op het doek. Grote en kleine jachten glijden ons bootje voorbij. Krachtige motoren zwiepen het water op tot driftige golven. Heftig dobbert het bootje op en neer. maar Heynes werkt door. Het bootje is niet best meer; ergens siepert water naar binnen en wij zien, dat Heynes met een voet in het water zit Hij gaat geheel op in zijn werk en merkt er niets van. Als wy hem er op wijzen, dat naast zijn voet een droog plekje is. schiet hij in een hartelijke lach en verontschul digt zich; „Ik had het werkelijk niet in de gaten". Eigenaardige lui, die artisten. Zij zouden bij wijze van spreken verdrinken in hun eigen boot zonder het te mer ken De inspiratie moet toch wel zeer intensief zijn Zoals gezegd. Marius Heynes is een religieus mens. Hij vertelt ons. dat hfj veel in de Bijbel heeft gelezen. Hij heeft niet gezocht naar de teksten, waarin de mensen op hun zonden worden gewezen. Hij speurde naar de woor den, die handelen over de schone dingen van het leven. „Die zijn er ook", zegt hij. „In de Openbaring van Johan nes staat: ..Het volk wan delt in duisternis, doch het wordt overglansd door een groot licht". Licht, altijd weer is het licht, dat in het middelpunt van Heynes leven staat. Met ontzag spreekt hij van de worsteling naar het licht van Vincent van Gogh. Heynes denkt dikwijls aan Van Gogh's woorden: „Ik bereid een schonere toekomst voor". Marius Heynes. die bij ieder woord dat wij wisselen een groter vriend wordt, leert ons zijn definitie van kunst. „Kunst dient om het mensdom te bevrijden." „Waarvan?" „Jate bevrijden van zoveel." Zijn gedachten dwalen een ogenblik ver weg. Dan weet hij het Ineens precies. Zijn vinger priemt in onze richting: „Ja. te bevrijden van de materie!" HET spreekt bUna van zelf. dat wij overeen kwamen, om eens tezamen het veld in te trekken. Onze oudere vriend Heynes hij werd in 1888 in Amsterdam ge boren zou gaan schilderen, wy zouden toezien. Met een oud jolletje, dat hij altijd gebruikt voor zijn artistieke „strooptochten" over de plassen, gaan wij er op uit. Van onder „zijn vilten hoed tuurt hij door zijn oogharen in het rond. Dan zegt hij: „Roel maar naar het eiland". Wij richten de neus van de boot naar het eiland, dat De Kok heet. Dan laten we de boot dobberen. „Nu niet meer roeien", zegt de heer Heynes. Als we de riemen hebben neergelegd, neemt hij een bootshaak en paddelt er mee langs de oever. Zijn ogen turen nog méér gespannen over het water. Men zou kun nen zeggen, dat hij zijn prooi besluipt. Geen woord wordt er meer gewisseld. Zo komen wij tussen het riet terecht. De heer Heynes steekt zijn bootshaak in de bodem en bindt er de boot aan vast. Hij heeft het gevonden. Wij wagen te vragen, waarom wfj niet meer mochten roeien. Zijn antwoord luidt: „Ik ben te bang om iets te verstoren Als Je je kalmpjes laat gaan, kom Je op de juiste plek Dan vertelt hij. hoe hij op het Kaaeeiland terecht is gekomen. Een eigenaardige geschiedenis, waaruit blijkt, dat Heynes leeft in de vaste overtuiging, dat het leven wordt geleid. VEEL voorvallen uit zijn leven komen wij te weten, maar altijd weer is het de harteiyke lach van de levenskunstenaar, die deze voorvallen illustreert. Hij vertelt van bezoeken aan zijn atelier. Iemand, die eigenlijk wel een schilderij wilde kopen, kon maar niet definitief tot de koop besluiten. Nu is een artist een slecht zakenman en daarom liet de heer Heynes de trans actie maar aan zijn vrouw over, die naast een artistiek gevoel, ook zakelijk inzicht heeft. „Ondertussen ga ik even dood", zei Heynes tot zón klant. Toen hy terug kwam, was de koop gesloten en tevens bewezen, dat kunstwerken eerst worden gewaardeerd i de dood van de artist, ook al is die „dood" niet meer HEYNES: „Kunst is het mensdom bevrijden van de materie" de mlnnaars-van-de-kunst. Eens had Heynes in opdracht van de moeder een meisje geschilderd, dat een scheve mond had, dus schilderde hy de mond scheef. Toen het schildery klaar was, zei de moeder, dat het niet leek. Die mond zat scheef De taak van een portretschilder, die zijn roeping ver staat. is de mensen niet mooier te maken dan ze zijn. doch Juist het schil derij zo te maken, dat het lijkt en het karakter van de figuur weergeeft. Hoewel de prys overeen was gekomen, kwam de moeder tot zes maal toe terug, om te informeren naar de kosten kenne- lyk in de hoop. dat die verstrooide artist zich zou vergissen. De koop werd niet gesloten. Toen dacht Heynes. „Nou sla ik het schildery kapot". Juist was hij op weg naar de zolder, om een hamer te zoeken, toen de moeder wéér kwam opda gen en het schildery kocht. Terwyi wy zo dobberen, vertelt hij nog meer van zijn leven en het is boeiend te horen, welk een stryd hy heeft gevoerd, voor de dagbladen goede cntieken konden geven van zijn eerste expositie. Eerst na 15 jaar werken besloot Heynes een tentoon stelling te houden. Zorgvuldig koos hy de werken uit en tientallen schilderyen, die ook goed. maar toch niet ge heel naar zyn zin waren, wierp hy in het Kagermeer. De volgende dag spoelden zij weer aan. Toen liet hy ze dro gen. goot er petroleum over en stak dé brand er in. Het werk van jaien was vernietigd, maar hy had een grote overwinning op zichzelf behaald! TEEDS was het leven van Heynes een zwerven van pias tot plas Water, dat hy van zyn.geboorte bU )iet IJ af had leren kennnen, heeft een stempel gedrukt op de mens Heynes en dus ook op zyn werk. Ook schilderde hij Katwykse vissers en de Katwykse bedelvrouw „Slofflge Griet", die eigeniyk Grietje van Beelen heette en in vroe ger jaren een bekende strandfiguur was. Dikwyis heeft hij dit schildery. dat een schoon meesterwerk is, kunnen ver kopen nooit heeft hy er afstand van kunnen doen. Het rimpelige gezicht van de oude vrouw is voor de meester een herinnering aan zyn gestorven moeder. Dit schildery behoort hem geheel toe. terwyl hy de andere doeken juist zo graag onder de mensen wil brengen. Niet om de ver diensten. want die laten de echte kunstenaar koud. doch om hen iets mee te geven van wat goed is op deze aarde. Het heeft ons goed gedaan De Kaag ook eens door het oog van een kunstschilder te bezien. Met hem te hebben geluisterd naar de zang van de vogels en het geritsel van het riet De kwekkerende koffergramofoon in die zeilboot, die ons voorbij voer. was werkelyk overbodig. Het Is waarlyk een mooie opdracht, die Marius Heynes zich heeft gesteld: de mensen bevryden van de materie! OP DE BOEKENMARKT v Theo J. van der Wal „Zonder Theater". Nygh en Van Dit- mar. Rotterdam 1953. Het ïydt geen twijfel of Noord-Ne derland raakt los uit de ban van de binnenkamer- en streekroman en er begint zich een proza-literatuur te ontwikkelen, die het beste doet ver wachten. De enkele grote ouderen, zo als Couperus. Vestdijk. Bordewyk. Helman bv daargelaten, bleef de ro man in ons land gekenmerkt door een zekere huiselyke beperktheid, die. hoe goed de verteltrant soms ook was. toch moeiiyk te plaatsen was naast wat in Frankrijk, Engeland en Duitsland ver scheen Doch in de laatste tien of vijf- ten Jaren is duidelijk een verandering waar te nemen. De moderne Neder landse roman vertoont een bredere opzwaaJ, een ruimere blik. wordt men selijker. Jonge schryvers. als Kouwe- naar, Mullsch, A Alberts. Hella Haas- se, Theun de Vries. Van der Veen, Dubois, om enkelen te noemen, heb ben boeken geschreven waarin ramen worden opengezet en waarin een goed evenwicht gevonden is tussen psycho logie en vertelling. Vooral dit laatste is verheugend, aangezien het cevaar niet gering was. dat men het binnen vertrek \erlatende. zou vallen :n dat andere binnenvertrek: de zielkundige ple te peuterigheid Tot deze goede verschijningen kan zeker ook Theo van der Wal gere kend worden met zijn nieuwe roman „Zonder theater". Geserreerd van constructie, intelligent van visie en bondig van slijl. opent deze schrij ver in zijn boek een waaier van men senlevens. waarvan de Hongaarse journalist Cahuet het knooppunt Is. Cahuet, de contemplatieve, weinig tot handelend optreden geneigde fi guur „als ik naar mijn schoenen kijk. denk ik: zo ben ja ook. netjes, solide, bruikbaar en toch zonder enige adel", zegt hy van zichzelf zal het avontuur van het z.g reële contact met het leven ondernemen en het re sultaat Ls, dat de waaier zich ont vouwt. zyn wezen boezemt anderen vertrouwen in en het contact dat ont staat tussen hem en de wezens, die hy ontmoet, is lngrypeid voor dc le venslijn van anderen, echter niet voor hem. Dat komt omdat hy overziet, wat anderen slechts zien. Deze kro nieken van mensenlevens de reman bestaat eigeniyk uit verscheidene korte romans In één hebben de on barmhartigheid van de intense be langstelling, die de ware mensenken nis oplevert Het enige bezwaar, dat ik naar voren zou willen brengen, geldt niet zozeer het boek, als wel en kele vrouwenfiguren, die minder ge- Uoofwaandtg zyn Het zijn niet de meisjes Helga. Lotte of Nora, maar die wat vreemd aandoende mevrouwen waar Cahuet in onmiddellijk verband mee staat, Kjrla, Carmen en Annie. Hun levensbeschrUving ls zeker niet minder dan die van de andere, maar deze wezens zelf zyn van een simpel heid enerzyds en een qua si-gecompli ceerdheid anderzijds, dat hun bestaan als jKototype moeiiyk te aanvaarden valt Het i.- merkwaardig, dat deze nuchtere auteur een „hoeveelheid theater" op hun schouders heeft ge legd. die hy by de anderen zo voor- treffeiyk achterwege heeft gelaten, maar waarzonder het leven biykbaar niet schynt te kunnen. .Murder will out". Doch dit bezwaar neemt niet weg, dat „Zonder theater" een zeer goede roman is van het soort waar wy hier dringend behoefte aan hebben. Lord Dunsany. „De vloek van de heks". Servire Den Haag z.j. Het valt niet te verwonderen, dat er een roman over Ierland verschynt, een land toch dat steeds meer de be langstelling van de Europese toerist begint te tïekken Verheugend ts het dat de keuze van de uitgever op z'n uitstekend sj>ecimen is gevallen als „The Curse of the Wise Woman" van Lord Dunsany. Dit verhaal speelt zich af in county Moath, een provincie N W. van Dublin, in de tijd toen het schier oneindig moerassig veenland dat zich daar uitstrekte als het ware, geheimzinnigheid, bügeloof en avon tuur uitwasemde Wie Ierland met zyn klimatologische wisselvalligheid en de invloed daarvan op het land schap gezien heeft, zal zich niet ver bazen over de wonderiyke gesteldheid van de bewoners, by wie geloof, by- geloof, politiek. Jacht en paarden de componenten zijn, die met een grote kunstcevoeügheid, speciaal voor het vers. de sfeer van het land vormen. Dunsany geeft dit alles voortreffe- lyk weer: de heftig romantische In slag san de Ierse politiek, de Jacht als een factor van het Ierse leven, die meer is dan alieen een sport, het by- geloof. dat ondanks een oprecht bele den christendom, nog viak onder de oppervlakte ligt. zodat ,J air les", Tir- nan-og. het land van de eeuwigdu rende jeugd en de „wise women" nog steeds een grote rol spelen: mogeiyk niet meer in Meath. maar stellig wel aan Ieriands wilde westkust. Van dit alles vertelt Dunsany In deze roman over de jeugd van een Ierse landedelman en het ls goed een dergciyk verhaal te lezen in een tyd waarin de rationalisatie wel veel van de kleur en de geur van het le ven wegneemt. G. Vaszary. „Monpti". A. J. Lultingh Amsterdam z.j. Wie een poosje in Farys wil leven in het echte, niet in het toeristen affiche paradijs, leze dit „Monpti". Een jeugdige Hongaar zonder een duit bluft in de Franse hoofdstad hangen en ontmoet het meisje Anne-Cl3tre. een typische midinette. vóór alles in gesteld op de burgerlyke status °n in de tweede plaats op de liefde Geen spoor van loszinnigheid, die de Paryse vrouw gewoonlyk zo ten onrechte in de schoentjes wordt geschoven, ver toont dit meisje. Integendeel, de Jon ge Hongaar mon petit, noemt zy hem ziet met geen moceUJkheld kans dit meisje tot zyn maltresse te maken, ondanks haar liefde voor hem en ondanks ziin afkeer van deze pla tonische stand van zaken Doch by iedere dramatische wending van het lot voelt hy hoezeer hy aan dit. in zyn ogen. grillige wezentje gehecht ls. Opgetekend met een mengsel van gevoeligheid en lichte Ironie, die soms aan het karikaturale grenst, is dit boek een stads- en levensbeeld In de goede zin van het woord, dat iemand by blijft. De vertaling is mcecteriyk. OLARA EGGINK. Dit fantastische beeldhouwwerk geeft weer, hoe de maker zich de wezentjes voorstelt, die zich in een midzomer nacht vertonen. Het werk kreeg de eerste prijs op een tentoonstelling over het onderwerp: Midzomernachtsfan- tosie". De maker, die zijn beeld „De Boom" noemde, is JS. Turner.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1953 | | pagina 6