llTO REIS DOOR HET LAND VAN (II) HUIS der VOLKEN Voor 25 jaren kreeg Boskoop een nieuw Raadhuis WEKELIJKS BIJVOEGSEL ven lwl LEIDSCII DAGBLAD - ZATERDAG 23 MEI 1953 Pagina 1 Over He vuist van het regiem, communistische „show" en élégance in Zagreb (Van een bijzondere medewerker) Het meisje in de portiesloge van mijn hotel sprak een mond|evol Duits en gebruikte met weinig raffinement een felrode lippenstift. De eerste keer dat ik haar zag, had ze een veeg over haar kin, de tweede maal was haar oor met rood besmet. Deze Jelena was vriendelijk, vol goede wil en ze deed me in haar half mislukte pogingen het Westen te imiteren, wat denken aan haar stad Belgrado. De laatste actie van Joego-Slavië's hoofdstad in die richting is het toeterverbod. Tot I April 1.1. was het voor de vreemdeling één van de grote attracties van Beograd om te zien hoe de auto's de kruispunten passeerden. Éénmaal een claxongil was rechtuit, tweemaal zulk een kreet was rechts en drie maal links en na deze acoustische aanwijzingen gaven de agenten met charmante, doch gecompliceerde armzwaaien, te kennen hoe de bestuurder zijn weg kon vervolgen. Zo had Belgrado's stadsbeeld, on danks het zeer schaarse gemotoriseerde verkeer, een levendig karakter, dank zij het luide getoeter en de vele druk manoeuvrerende agenten. Nu is het (helaas) anders. Er komen binnenkort verkeerslichten en ter introductie daarvan maken de blauwe agentjes mt de alom bekende simpele gebaren en de claxons zwijgen. Het verkeer, de ln overgrote meer derheid smoezelige étalages, de met weinig smaak geklede vrouwen, het ontbreken van historische herinnerin gen ivan de tientallen minaretten uit de Turkentüd is er zelfs nog maar één oven waren na twee dagen geen aan leiding meer om in het centrum van de hoofdstad te blijven. Op mijn wan deling naar de buitenwijken was mijn eerste verrassende vondst de zigeuner- nederzetting Jatagan Mala. Op enige honderden meters van het briljant witte kwartier van de staatspolitie en grenzend aan een hospitaalpark is daar tegen één van Belgrado s hellin gen een allerwonderlijkste verzameling hutten van leem en stro en rottend hout ontstaan met de schilderachtigste nceunertype. die men zich kan be denken. Ik kwam er de eerste keer tegen schemering en werd wat on rustig. toen ganse in vodden gehulde families dicht om me heen kwamen staan en met bewondering mijn foto toestel bekeken, maar ze bleven niet alleen ongevaarlijk, doch zelfs gast- vin. En na een kwartier voelde ik me ln één van die afzichtelijk vieze hut ten achter een glas schliwowitza beter op mijn gemak dan de volgende och tend in het niet ver vandaar gelegen villa-oord Dedinje. Zonder twijfel met de asfaltweg tin heel Joego-Slavië is slechts 1000 kilometer asfaltweg te Tinden!), het vele groen en de blanke royale villa s de beste woonwijk van Belgrado. Zo is het geen wonder, dat op deze heuvel, aan de rand van de stad. de kopstukken hun domicilie hebben. Mi nisters en generaals huizen er. En Tito ook in een eenvoudig huis. zeggen sommigen, terwijl anderen volhouden, dat de grote man een kilometer verder in het luxueuze palels van prins Paul woont. de „man in de straat" hebben me verteld, dat het droevig was en dat in die periode gTote fouten zijn ge maakt. Sindsdien zijn de teugels ge vierd. Waarschijnlijk aanzienlijk, maar hoever is voor de buitenstaan der moeilijk na te gaan. Hij consta teert, dal ln treinen en bussen de huidige Joego-Slavië, dat „admini stratieve maatregelen" niet meer voorkomen en dat slechts hij, die de regelen van het strafrecht over schrijdt, ter verantwoording kan worden geroepen. ZONDER DAS EN GLEUFIIOED Toen ik hiervoor het chapiter „com munistische show" aanroerde, noemde ik nog niet het „demonstratief volkse" in kledij en optreden. In tegenstelling met hun leider Tito, die met succes poogt uiterlijk een „gentleman" te zon, laten vele communisten met nadruk zien. dat ze gans anders zijn dan de vooroorlogse bourgeoise. Dassen en gleufhoeden en een dienstwillige cor recte houding herinneren te veel aan een kapitalistisch regiem En daarom moet ge vooral in Servië. Macedonië en Montenegro niet verbaasd opkijken als in een duur restaurant of hotel het merendeel der bezoekers uit man nen met petten, blote harige borsten en bemorste boeken bestaat; als de chauffeur van een minister zijn gelijk waardigheid met zijn chef en zijn zelf bewustheid door een duidelijk onver schillige houding uit en wanneer bij de toegangspoort tot het Joego-Slnvi- sehe Hollywood, in de buurt van Bel grado, een morsig meisje in mannen broek verschijnt, dat vervolgens mef. enige terzijde gezeten landarbeider# Hoe dan ook; ik wandelde twintig minuten lang over die asfaltweg van Dedinje tussen stenguns door. Voor elke villa stonden groepjes politie of mannen van Tito's lijfwacht met hun rode petbanden en ze bekeken mij en vooral mijn Amerikaanse gasmasker rak imet fototoestellen i met argwaan. Er kuierden ook enige heren in col bert. die geen voorbijgangers, maar leden van de staatspolitie waren en toen ik stil bleef staan voor een be huizing, waar zelfs in de tuin stengun- dragers patrouilleerden, kwam zo'n Mille" naar me toe om mijn gasmas- kerzak te inspecteren. Hij grijnsde toen hij de camera's zag en ik zei; „novl- nar". oftewel journalist te zijn. Op deze weg ln Dedinje voelde ik me onbehaaglijk, omdat ik er meende de druk van een dictatuur te voelen. F.en officieel zegsman heeft me later gezegd, dat dit politlevertoon bovenal bestemd was om Russische aanslagen Ie voorkomen. Misschien was dit wel de waarheid. DE TEUGELS GEVIERD. Overigens heb ik. waar dan ook in Joego-Slavië. weinig van de politieke vuist van het regiem-Tito te zien ge kregen. De ontvangst en het afscheid In het grensstadje Jesenice. bezuiden het Oostenrijkse Villach, zijn bijvoor beeld beslist niet nadrukkelijk. Een Paar jongelieden in civiel, studenten zo te zien, bekijken de paspoorten en in uniform gehulde douaniers met de ccbruikelijke rode ster op hun pet. terpen een vluchtige blik op des bui tenlanders bagage, waarna ze het hun landgenoten bepaald moeilijker maken Tot Juni '48 heerste in Joego- Slavië naar Russisch voorbeeld, een schrikbewind. Ministers, journalisten, Tafreel in het zigeunerkwartier Jatagan Maladat op slechts korte afstond van Belgrado'» eentrum ligt. legitimatiebewijzen geregeld door de politiemannen gecontroleerd worden, dat deze agenten er. met hun kwar tiermutsjes op. vriendelijk uitzien en ook meestentijds dienovereenkom stig optreden, dat nergens commu nistische vuisten ten groet worden geheven en dat de „show'- van het regiem hoofdzakelijk uit het alom uitgestalde portret van Josip Broz Tito bestaat. Maar hij constateert ook. dat vele mensen, die niet achter het regiem staan, een „Duitse blik" om zich heen werpen voor ze tot hun politieke ont boezemingen komen, waarbij ze dan nog een zekere omzichtigheid in acht nemen, omdat ze de mannen-in-civiel van de staatspolitie vrezen Misschien is deze vrees overbodig, misschien is ze een nawee van het bewind van vóór zomer '48. Wie zal het zeggen, wie kent de waarheid in dit verwarrende land. wie kan tot conclusies komen in dit dvnnmische Joego-Slavië. waar al les thans in beweging is. waar zelfs de knapste buitenlandse waarnemers zich niet aan voorspellingen inzake dc naaste toekomst durven wagen? Hoe het ook zij, de autoriteiten hebben me verteld, dat er volkomen vrijheid van woord bestaat ln het HOOG rijzen de muren van de oude Pieterskerk. Zo dikwijls ik deze ruimte betreed, word ik omvangen door een vreemde, wijde wereld van ge welven, pilaren en gebeeldhouwde wanden, schragend het onbereik baar hoge dak. Maar zie. nu bouwen lekespelers, met de diepgefundeerde woorden en gedachten van M. Nljhoff's Pinksterspel, een kerk, die zich in overeenstemming met het Bij belverhaal als een hemelwijde boog welft over volken, talen, cul turen, zeeën, landen, wereld en schepping, zonder muur of grens. De indrukwekkende ruimte van de Pieterskerk vormt slechts een kapel in dit grootse geheel. Ook de geestelijke ruimte van een bepaal de kerk of christengemeenschap heeft, vergeleken bij de eigenlijke „Kerk", benauwend kleine afme tingen Integendeel. Juist déze ruimte, ge heel open naar Oost en West, r.aax Noord en Zuid, ook zonder dak of het moest de „hemel", Gods eeuwigheid, zijn brengt mij ln de naaste omgeving der apostelen, op de eerste Pinksterdag, eeuwen geleden. Zij, vervuld met de Hei lige Geest, hebben de kerk .ge zien" in haar gave eenheid en on gedeelde kracht, gezamenlijk getui gende. in vele talen, verstaanbaar voor alle volken, de bhk omhoog tot Jezus Christus, de grote Apostel en Herder, maar tegelijk de blik naar de aarde, tot de mensen, in Jeruzalem èn verweg achter de horizont van het joodse milieu. Van eenzaamheid is. in dit we reldwijze huis van God voor alle volken tezamen en voor ieder mens persoonlijk, geen sprake. Hier is een saamhorigheid zonder weerga. Maar ik ben toeschouwer van een spel. Dit brengt mij in verlegenheid. Moest ik niet spontaan „mééspe- Woord van bezinning len". méégetuigen? Moest ik mij, met mijn kerk en met de Christe nen van de meest uiteenlopende richting en opvatting, niet be schikbaar stellen voor de bouw van de ene. onmetelijke kerk van Christus? Ik ben nu slechts toeschouwer. Niet alleen deze avond, tijdens dit spel, maar evengoed morgen en overmorgen. Wat betekent mijn Christen- naam voor mijn beperkte milieu, voor mijn stad. voor mijn iand. voor Europa, voor de wereld? Bouw ik mee. als slaaf van Christus, aan het Huis der vol ken? Wanneer de kerk. en ook de Christenheid zonder kerkelijk ver band, deze taak en visie van de eerste Apostelen, de eerste bood schappers. verwaarloost, heeft baar voortbestaan geen zin. Een kerk van steen, van Theolo gie, van woord en gebaar zonder sprekende daden blijft in zich zelf besloten en is slechts bestemd te verdwijnen. Dat betekent voor mijzelf: wees geen toeschouwer maar „medespe ler", medegetuige. De lichtgloed, de kleurschake ring, het woord en het gebaar der spelers, in het koor van de Pieters kerk. is verdwenen. Een kaal po dium bleef over. Ik sta op straat. De zware kerk deuren zyn gesloten. Maar de ruimte van Gods Rijk, het Huis der volken, wijder dan de Pieterskerk of welke grootste kathe draal van gehouwen steen en van indrukwekkende geestelijke kracht, blijft open! Nu weet ik plotseling: Pinksteren is geen spel maar een onweerstaan baar feit. Jezus Christus maakt toeschouwers tot getuigen: .Deze wereld zal worden een ideaal Huis, voor alle volken". P. L. SCHOONHEIM Predikant voor het Bijzonder Kerkewerk der Hervormde Gemeente te Leiden. Hoge Rijndijk 14a. Een sieraad van binnen en van buiten Al naar gelang de provinciale plannen -tot verbreding van de rivier de Gouwe vaster vormen gingen aannemen, werd het het gemeentebestuur van Boskoop duidelijker, dat het raadhuis ten offer zou vallen aan de uitvoering van deze plannen. Dit had tot gevolg, dat in de raadsvergadering van 20 December 1926 een commissie werd ingesteld, die tot taak had vóór Februari 1927 een antwoord te geven op de vraag of het mogelijk, dan wel gewenst was de raadhuiskwestie op andere wijze op te lossen dan door de bouw van een nieuw gemeentehuis. Zo ja, op welke wijze en zo neen, op welk terrein moet dan het nieuwe gebouw verri|zen. Na drie vergaderingen brengt de commissie advies uit. Unaniem is men in de commissie van oordeel, dat al leen een nieuw raadhuis een oplossing kan brengen. Ook over de plaats er van is men het eens geworden. Het oog is namelijk gevallen op het sport terrein, dat zowel om de grootte als om de ligging zeer geschikt wordt geacht. Enkele weken reeds nadat de com missie dit advies heeft uitgebracht, be sluit de Raad het sportterrein tot dit doel aan ie kopen. In de nazomer van datzelfde jaar wordt dan aan de gemeente-architect, de heer D. L. Landman, thans architect te Leiden opdracht ver leend een ontwerp te maken voor de Het is deze maand om precies te zijn de vi/f-en-twintigste een kwart eeuw geleden, dot de aanbesteding plaats vond van de bouw van het Roodhuis te Boskoop. Dit Roodhuis mag tot de mooie gemeentehuizen von ons land en tot de mooiste van onze streek worden gerekend. Het is daarom niet overdreven, als wij neven staand artikel wijden aan het jubileum van dit .eerste huis" van Boskoop. die op deze hal uitkomt, zijn de wan den boven de eikenhouten lambri- zenng bespannen met stof. De twee zuilen, aan de voet van de trap torsen elk een bronzen lamp. terwijl het trappenhuis het daglicht ontvangt door drie zeer mooie ge brandschilderde ramen, die elk een lengte van vier meter hebben. De ramen, die een geschenk zijn van een oud-Boskoper, bevatten achtereenvol gens het wapen van de provincie, van het land en van de gemeente, terwijl aan de voet van elk een oud dorpsge zicht is weergegeven. De hal op de eerste verdieping is uitgevoerd in eikenhout' met tombac- inlcgwerk en coromandel versieringen. Behalve de kamer van het college van B. en Ween commissie-kamer en een kantoorruimte is op deze ver dieping ook de raadzaal gelegen, zon der enig voorbehoud de mooiste ruim te in het gebouw Ter wecrszgden van de deur. die toegang tot de raadzaal geeft, ziet men twee bloemenzuilen. terwijl boven de deur een paneel is aangebracht waar op de navolgende spreuk „De heylige eendraght is het sout. dat huys cn stadt in wesen houdt". Een zeer zinvolle spreuk, temeer wanneer men bedenkt, dat niet alleen de raadsleden doch ook de bruidspa ren. die in Boskoop in het huwelijk treden, letterlijk onder deze spreuk door moeten. Bij het betreden van de raadzaal wordt men getroffen door de plechtige sfeer, die in dit vertrek heerst Ook hier zijn de wanden, nu tot twee meter hoogte, betimmerd met eikenhout, ver geheel een deftig cachet. Doch ook dit gebrandschilderde glas is een bezienswaardigheid op zichzelf. De vier vaste ramen, twee aan elke zijde van de balcondeur. geven de vier jaargetijden weer. Het eerste, de lente, wordt gesymboliseerd door een bruid, omgeven door vogels en bloemen. In het bovenraam staat de spreuk; „Al aardrijks vruchtbaarheid en kracht Wordt van des hemels gunst verwacht" Het tweede raam. de zomer, beeldt een moeder met kind uit, temidden van rozen. De hierij behorende spreuk in het bovenraam luidt; .Gelukkig die door d'overvloed Gebracht wordt tot het Hoogste Goed" Op het derde raam ziet men een landman, die een mand met vruch ten torsend de herfst weergeeft. „Door moeit' en vlijt wordt zoet verkregen, 't Welk ons toedient Gods milde zegen", luidt de spreuk in het bovenraam. Een oude man is het motief van het vierde raam dat de winter voorstelt en waarbij de spreuk. „Die elk naar recht het zijn'kan geven. Die mensch heeft wis 't gerustste leven'. Ook de balcondeur ln het midden is van gebrandschilderde ramen voor zien Hierop ziet men afgebeeld de Hollandse tuin met de krabbende leeuw, waarachter de Oranjeboom, te midden van Boskoopse planten en bloemen. De zij ramen, naast de deur, en het bovenlicht in het centrum waarvan het wapen van Boskoop dragen dertig wapens van staten waarmee Boskoop handel drijft. Alle gebrandschilderde ramen zijn ontworpen door de kunstenaar R. Gerbrands te Haarlem. Wanneer men op een dorp van „het gemeentehuis" spreekt, denkt men ook onmiddellijk aan de secretarie en het spreekt daarom bijna vanzelf, dat de vleugel, die in directe verbinding met het hoofdgebouw staat, een voorname plaats hiervoor inruimt. Voorts ver schaft deze vleugel ruimte aan het kantoor van de gemeente-ontvanger, aan het politiebureau met cellen en aan de conciërgewoning. Ook in deze vleugel treft het ons weer welk een zorg aan het uiterlijk is besteed. Gangen, vestibules en hal len zijn alle bezet met frisse, harmo- nieërende tegels, terwijl overal ge zorgd is voor voldoende daglicht en ventilatie Wij hebben getracht de lezer in de een bespreking voert of de buitenlan» der toegang verleend kan worden tot de grote filmstudio's. Wanneer men door Tito's land reist, is het niet moeilijk te onderkennen, welke de gebieden zijn, waar vele eeuwen lang de Turken heersten, maar waar de Habsburgse monarchie, on danks haar half koloniaal bewind, toch het begrip cultuur levend hield. In het Noorden, in Slovenië en Kroatië, en ook langs de Adriatfsche Zee. ziet ge weer dassen en gleufhoeden, verlenen de kellners en chauffeurs Europese „service", ontdekt men weer vrouwe lijke elegance. En men verbaast zich er over. dat de meisjes in de Kroati sche hoofdstad Zagreb er denkelijk toch met hetzelfde budget als dc Ser vische of Macedonische meisjes in slagen zich heel vaak te hullen in een sfeer van Pargse charme. In die streken begrijpen de t kennelijk beter, dal communisme of laat me liever het thans door Tito's regiem gebruikte slagwoord „socialisme" gebruiken weinic te maken heeft met slonzige kledij en grauwe petten, maar dat kleur, fleur en elegance ook in een „niet-kapita listische" staat het leven schoon kunnen maken. bouw van een nieuw gemeentehuis Op 25 Mei 1928, dus nu 25 jaar gele den. had in het oude gemeentehuis de aanbesteding plaats. Het werk werd gegund aan de heren Scheer en Kar- reman, aannemers te Bodegraven. Drie maanden later, op 22 Augustus, had de eerste-steen-legging plaats door de toenmalige burgemeester, de heer P A. Colijn. Als bijzonderheid vermelden we daarbij, dat van de toen aanwezige raadsleden thans nog in de Raad zitting heeft de heer P. D Noest. BINNEN HET JAAR KLAAR Een jaar later is het gebouw vol tooid. Doordat het enkele tientallen meters van de weg af ligt. heeft men een goed overzicht over het Raadhuis met om geving. Het hoofdgebouw ligt in het verlengde van een rustig en eenvoudig plantsoen, waardoor het accent volle dig op het Raadhuis valt Ook het zakclijk-rustige bankgebouw, dat in de onmiddellijke omgeving staat, werkt hieraan stellig mee. Geheel in overeenstemming met het karakter van de plaats wordt de hoofdingang geflankeerd door twee uit de bloembakken verrijzende beel den. uitgevoerd door de beeldhouwer Noordaa te Amsterdam, die de Flora symboliseren. Via deze ingang komt «men in de vestibule, die evenals de zeer ruime hal en het trappenhuis in malplaquct, afgezet met zwart marmeren banden, is uitgevoerd. In de fraaie burgemeesterskamer, sierd met tombac- cn coromandel- inlegwerk. Daarboven, tot aan de frieslijst, is een stofbespanning aange bracht. doorweven met gouddraad. De parketvloer is in het midden bedekt door een zeer groot handgeknoopt tapijt, een geschenk van de Boskoopse burgerij. Op het tapijt staat de hoef ijzervormige groene tafel, waarom heen de zetels der vroede vaderen, terwijl dikke goudkoorden de publieke tribune afscheiden. Dit alles overgo ten door het gedempte licht, dat door het vele cn kleurenrijke gebrandschil derde glas naar binnenvalt, geeft het geest mee te voeren op een rondgang door het raadhuis van een van dc 10)4 gemeenten, die ons land telt. Wij hopen er in geslaagd te zgn iets te to nen van de schoonheid, die er ook op architectonisch gebied in onze on middellijke omgeving vaak valt te be wonderen. doch waaraan wij even vaak achteloos voorbij lopen. Nu echter het Boskoopse raadhuis ccn jubileum tegemoet gaat zal iedere rechtgeaarde Boskoper ongetwijfeld met nog meer belangstelling zijn ge meentehuis gadeslaan en met gerecht vaardigde trots vervuld worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1953 | | pagina 5