20 September 1839 reed de eerste trein in ons land Ondanks aanvankelijk verzet van Koning Willem I en de Kamers van Koophandel Amsterdam-Haarlem in 28 minuten SPOOIOfEG-EDITIE VAN HET LEIDSCH DAGBLAD - MAANDAG 4 MEI 1953 Van 16 tot 3208 kilometer Vóór 110 jaar stopte eerste trein in Leitien tl J 1 tweede locomotief „De Arend" uit En- j t -j j ii i c seland ontvangen, welke weldra door Niemand in Leiden en naar wij vermoeden zelfs niet de Spoor- UVee andere .De Hoop' en ..De Leeuw" wegdirettie in Utrecht zal het zich vandaag hebben gerealiseerd, dat werd gevolgd De rijtuigen, welke te het tijdstip van dit rijden op hoog-spoor voor de Sleutelstad valt in S^röesêr"óïtVawn"mJ^'èr™cdn- een jubeljaar van haar spoorweggeschiedenis. Liep vandaag in de heia gebracht, vroege ochtenduren de eerste trein nagestaard door vele tientallen ogen „Leiden-Hoog" binnen, precies 110 jaar geleden 11 Augus tus 1842 waren onze voorouders op ongeveer dezelfde plaats samengestroomd om met belangstelling, doch vooral ontzag, getuige te zijn van het binnenlopen van de eerste trein binnen Leidens veste. Een „monster op wielen", waarin men in die dagen slechts schoor voetend zijn leven durfde te wagen. Was men in veler oog 25 jaar geleden „een roekeloos mens" om in een vliegtuig te stappen, niet minder gold dit in die dagen voor een reisje per trein. De trekschuit lees er de Camera Obscura maar op-na was toch immers h e t vervoermiddel. Echter de tijden veranderen en wij met hen. Honderden treinen snellen dag in dag uit in alle richtingen door ons land en de wereld en niemand denkt er meer aan, dat het een goede eeuw geleden in ons land een gewaagde onderneming was in „zo'n ding" plaats te nemen. Enkele reis varieerde van f. 0.40 (3e kl.) tot f. 1.20 (le kl.) Slaan wij er de geschiedenis van de „Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maat schappij" op na. dan blijkt uit menige bladzijde, dat het van de bestuurderen van deze maatschappij eveneens een ge waagde onderneming was om te komen tot de aanleg van de eerste spoorlijn in ons land: de lijn AmsterdamHaarlem, waartoe reeds in het begin der negen tiende eeuw een eerste poging werd ondernomen. Zo was voor de ontwerpers van dit plan bepaald niet bemoedigend het rapport, dat in begin 1836 werd uit- febracht door een door Koning Willem ingestelde Staatscommissie. Ofschoon deze commissie niet geheel afwijzend tegen de aanleg van deze lijn stond, voegde zij in haar rapport daaraan de veelzeggende woorden toe: ,,dat deze in geen levendig gevoelde behoefte zal voorzien". Koning Willem I: Waarom een spoorweg? Dat Koning Willem I het met zijn raadslieden ln deze eens was, blijkt wel alt de Inhoud van zün gesprek met de concessie-aanvragers, bü wel ke gelegenheid de Koning er zijn be vreemding over nltsprak „dat men een spoorweg wenschte aan te leggen, ter Terbinding tussen twee steden, die reeds door een goed bevaarbaar ka naal waren verbonden en dan nog vel door een landstreek, waarvan de bo dem veel op een moeras geleek". Ook de Kamers vcm Koop handel tegen. Kenschetsend voor de geest van de oppositie ir. die dagen is ook. dat zelfs de Kamers van Koophandel van Amster dam en Rotterdam zich tegen de aan leg meenden te moeten verzetten op grond van de nadelen, die de handel van het nieuwe verkeersmiddel zou on dervinden!! Ondanks al deze tegenstand zette men door en mochten de concessie-aanvra gers. de heren Serrurier, Le Chevalier en Brade, bij KB. van 1 Juni 1836 toe stemming ontvangen tot de aanleg van een ijzeren spoorweg tussen Amsterdam en Haarlem. De tijd voor de voltooiing van de lijn toegestaan, welke aanvan kelijk op 2 jaar was gesteld, werd later bij gewijzigd besluit tot 3 jaar ver lengd. Voorts werd bepaald, dat zij te Amsterdam zou aanvangen aan de Noordzijde der trekvaart op Haarlem tegenover de z g n. „Eén honderd Roe den". De eerste ontwerpen van de spoorlijn werden gemaakt door de oud-kapitein der Genie, tevens concessionaris, ir W. C. Brade, die ook bij de aanleg gedu rende het eerste jaar de leiding van de werkzaamheden op zich nam. Een ge schil. dat in niet geringe mate voort vloeide uit de overdracht van de con cessie aan de Hollandsche IJzeren Spoorweg-maatschappij <4 September 1837). waardoor hij zich in zijn belan gen benadeeld achtte, deed ir Brade be sluiten zich niet langer met de uitvoe ringswerkzaamheden te belasten. Hij werd vervangen door de ingenieur van de Rijkswaterstaat, de heer F. W. Con rad. Spoorbreedte van 2 meter! Ofschoon de spoorbreedte aanvanke lijk in het bestek was bepaald op 1 50 meter (thans 143'i meter) en hiertoe reeds materiaal-aankopen waren ge daan. werd in het laatst van 1837 op aandrang van de Regering besloten tot het aanhouden van een spoorbreedte van niet minder dan 2 meter. Uiteraard heeft deze verandering van zienswijze de Maatschappij tot zeer aanzienlijke nodeloze uitgaven gedwongen. Hoewel het onhoudbare van deze toestand al vrij spoedig aan de dag trad. moest men het in ons land nog jaren met een spoor breedte van 2 meter stellen Wel werd in November 1845 door de Minister van Binnenlandse Zaken een opgave van de maatschappij verzocht van de kosten welke de versmalling van het spoor: Amsterdam—Den Haag zou vorderen (begroot op f. 1.400.000). doch tot uit voering van het werk werd niet over gegaan. Eerst in 1859 vatte men de onderhan delingen over deze aangelegenheid weer op, doch ook toenmaals werd een voorstel om een rijksvergoeding van f. 1.420 000 voor dit doel te ver strekken door de Tweede Kamer 'iet 33 tegen 26 stemmen verworpen. Eindelijk werd in 1864. nadat tot de aanleg van Staatsspoorwegen door de Regering was besloten en de Maat schappij haar geïsoleerd standpunt kon verlaten, met de spoorversmalling begonnen en deze in 1866 voltooid. De maatschappij kreeg hiervoor echter geen enkele Rijkssubsidie. 20 September 1839 i de weg. Vrijdag 20 September 1839 heerste er in de omgeving van de „Een honderd Roê een voor die dagen ongekende drukte. Uit de door ons verzamelde gegevens valt af te leiden, dat „half Amsterdam" was uitgelopen. Tegen één uur in de middag verschenen vele autoriteiten uit Amsterdam en Haar lem en genodigden in het met het Hollandse. Amsterdamse en Haarlem se wapens versierde stationslokaal, In de omgeving waarvan de muziek der hoofdstedelijke Schutterij zich deed horen. Voor het stationsgebouw, dat ook inwen dig met bloemen en planten was ver sierd. stond de ever.eer.s feestelijk uit gedoste trein, waarmede deze openings- rit zou worden gemaakt Getrokken door de locomotieven „De Arend en de Snelheid", was zij voor deze gelegen heid samengesteld uit 4 diligences (le men en banken op de bodem vastge maakt. Zelfs de beestenwagens wer den in die tUd hiertoe geschikt ge maakt. Een stoof in de trein. Treinverwarming bestond natuurlijk in het geheel niet. Eerst in 1844 wi besloten tot het aanschaffen van een stuks koperen kruiken, die met wa water werden gevuld en ten dienste werden gesteld van de le klasse-reizi- gers, „zo zij er om vroegen". In later jaren werden de rijtuigen verwarmd door stoven, gevuld met een oplossing van azijn-zure soda of wel door bri- quetten. De zeer spaarzame verlichting der rijtuigen geschiedde in de eerste tijd door middel van olielampen. Ook was het roken in de trein verboden. AmsterdamHaarlem in ongeveer 25 minuten. De afstand AmsterdamHaarlem werd afgelegd in 25 tot 28 minuten. De machinist was verplicht om zich ten minste één uur voor het vertrek van de trein op het station te bevinden. Bij het naderen der stations, zo werd bepaald, mocht de trein niet sneller gaan danéén meter per seconde. Op tijd rijden bezorgde machi nist een premie van f 1. Aan machinisten, die precies op de op de biljetten bepaalde tijd aan de eind stations Amsterdam en Haarlem aan kwamen. werd een premie van f 1 toegekend Wij kunnen ons zo voorstel len. dat de tegenwoordige machinisten en wagenvoerders een dergelijke premie nog wel zouden waarderen. Het zou een aardig extra weekloon betekenen! Touwtjes aan de koppeling. Dat men vóór ruim een eeuw de kop peling der rijtuigen nog uiterst een voudig, Ja zelfs primitief, oploste mo ge blijken uit het feit. dat deze be stond uit kettingen met haken, welke ln de daarvoor bestemde ogen werden geslagen. Om te voorkomen, dat deze haken uit de ogen zouden springen. werden zjj bjj iedere koppeling met een touw tje vastgebonden. Een eerste verbetering in de treinkoppe- ling bestond daarin dat de touwtjes, die in de regel zoek waren, werden vervangen door lederen riempjes, wel ke op meer solide wijze aan het doel beantwoordden. Stil zitten in de trein. Voor de hedendaagse treinpassagier doet het bepaald komisch aan om in artikel 105 van dit reglement te lezen, dat men in de trein stil moest zit- ,u ten „en niet op te staan tijdens den 40 I o\ ertogt". Ook de portieren mochten bij aankomst van de trein niet door de passagiers worden geopend. Een in onze 20ste eeuwse ogen nog al vermakelijke bepaling is voorts, dat de stationsbei een kwartier vóór het ver trek van iedere trein gedurende 5 mi nuten werd geluid, Bovendien werd 2 minuten vóór het vertrek „door een sneller geluid de laatste waarschuwing gegeven". Op dit moment werden de deuren van de wachtkamers gesloten tot een half uur vóór het vertrek van een volgende trein. Terstond na het op houden van het tweede gelui ..blaast de conducteur op zijne trompet of hoorn, ten teeken voor den machinist, dat de lieden in de wagens geplaatst en de portieren door hem gesloten zijn. waarna zich de trein langzaam in beweging be gint te stellen". Conducteur belast met smering van locomotief, i Niet de machinist, aldus lezen wij in inwijding Haarlem mer-spoorweg Keren wij thans weer terug naar de aanleg van de eerste spoorlijn in ons land Nadat eenmaal met deze aanleg waj begonnen de bouw was door de aannemer Plooster voor een bedrag van f. 1.048 000 aangenomen vorderden de werkzaamheden naar wens. hetgeen vooral te danken was aan het feit, dat zich geen ernstige incidenten met on- 'illige grondeigenaars voordeden Vermeldenswaard is bij deze aanleg nog wel. dat het mede een Leids be drijf is geweest, de Kon. Ned. Grof smederij, dat een gedeelte van de be nodigde rails heeft mogen leveren. Begin Augustus 1839 waren de werk- lamheden eindelijk in zulk een stadium gekomen, dat een eerste proefrit over een groot gedeelte van de spoorweg met de in Engeland vervaardigde locomotief .De Snelheid" kon worden gemaakt. De 25sle van deze maand was de ge hele baan dwz van het provisionele station bij Amsterdam tegenover de „Een honderd Roé" tot aan het tijdelijk station buiten Haarlem ter plaatse waar zich thans ongeveer de werkplaatsen der Ned. Spoorwegen bevinden in berijd bare toestand. Slechts één locomotief Aangezien men echter slechts in het beïit van één locomotief was. viel op dat moment aan een opening van de De eerste trein rijdt in ons land: 20 September 1839. Het vertrek uit Amsterdam klasse). 4 char-a-bancs (2e klasse) en een grote Engelse diligence. Nadat de autoriteiten er. genodigden, die nog c Met flambouw op de tender. Gedurende de avond. nacht of bij laatste handdruk wisselden met de"ach- Izware mist moest een wacht met een erblijvenden, in de „coupés" hadden brandende flambouw op de tender plaats genomen en ook de hoornblazers van de Schutterij een plaatsje hadden gevonden, was het grote moment daar. De eerste Nederlandse trein, nage staard door een duizendkoppige me nigte. zette zich in beweging Fan fares deden zich horen het hoera geroep overstemde het geluid van de Arend cn de Snelheid, die „blazend en proestend" hun werk deden. Een voorbereiding van jaren vond haar be kroning. de grondslag voor wat thans de N.S. is. welke in haar vaandel hei Vcilig-Vlug en Voordelig voert, was gelegd De reis naar Haarlem, in welke ge meente het muziekcorps van de stede lijke Schutterij evereens gereed stond om voor een klankrijke ontvangst te zorgen werd in circa een half uur afge legd. Over en weer werden hartelijke toespraken gehouden en .een geluk wens voor de voorspoedige reis" uitge sproken Na een kort oponthoud werd de terugreis aanvaard, welke eveneens ongeveer eer. half uur in beslag nam Met een feestdis werd deze belangrijke feestviering besloten Vier treinen per dag in beide richtingen. Op Dinsdag 24 September d a v werd de spoorweg voor het publiek openge steld. Uit de eerste officiële dienstrege ling valt op te maken dat er dagelijks vier treinen in beide richtingen vertrok ken. Aan reizigers, die van de trein ge bruik wensten te maken, werd verzocht om zich 15 minuten vóór het vertrek op de stations te bevinden. In de 3de klasse zat men tot 1859 tussen zeilen. De rijtuigen, welke bij de opening van de lijn Amsterdam—Haarlem in dienst werden gesteld, werden, zoals reeds ge meld. onderscheiden in diligences 'le kl i. char-a-bancs <2e kl en waggons <3e kl De eerste char-a-bancs en wag 's niet verqe- I gons waren open doch al zeer spoedig na de opening inl in October 183!) werd bepaald dat de rijluigen van de 2e klasse, evenals die der le klasse, dicht zouden worden gemaakt en de waggons met -zeilen zouden gesloten w orden De ze 3c klasse rijtuigen met zeiler, bleven tot in 1859 in gebruik. Het confort anno 1839 lijkbaar met dat anno 19S3: de passagiers genoten geen enkele beschutting tegen re gen en wind. Personenvervoer in beestenwagens. De reizigers werden intussen niet ver wend op het ,iunt van comfort en men ontzag zich ook niet om op de dagen wanneer een grote toevloed te wach ten was. zoals b.v. op de Pinksterda gen. Oud en Nieuw of met ilc K lemmer-kermis, allerhande soort geïmproviseerde voertuigen aan te koppelen. Zo werden op die dagen de waterwagens in dienst gesteld t.b.v. het personenvervoer, de waterbakken werden er daartoe eenvoudig afgeno- Dat voor de veiligheid der passagiers ook in de allereerste tijd zorgvuldig werd gewaakt, moge blijken uit het „Reglement voor den IJzeren Spoorweg tussen Amsterdam en Haarlem" en dat niet minder dan 192 artikelen bevatte. Langs het gehele traject, zo lezen wij in artikel 5. moesten niet minder dan 21 baanwachters dienst doen, die over dag van een witte en rode vlag en in de avond en de nacht van een rode en witte lanlaain waren voorzien. Zij moesten zich op hun post bevinden van 's mor gens één uur vóór het vertrek van de cersle trein tot ministens een kwartier na de passage van de laatste trein Zij mochten hun post geen ogenblik van de dag verlaten op straffe van onmid dellijk ontslag Voor het geval er al bagage of pak goederen uit de trein mocht rollen, wa ren zij verplicht, dit onmiddellijk aan de onder-opzichter ter hand te doen stellen. Adj. ingenieur-directeur een maal in de 8 dagen te voet langs de lijn. Terw-yi de adj. Ingenieur-directeur ten minste eenmaal in de 8 dagen de Hjn AmsterdamHaarlem oplettend en steeds te voet moest inspecteren, rust te op de opzichter de verplichting dit tenminste eens om de twee dagen te doen. Teneinde geen enkel risico te lopen, was ook de onder-opzichter verplicht „om dagelijks te voet en zo nodig ook bij nacht de gehele lengte des wegs na te gaan". Na het passeren van iedere trein was de baanwachter verplicht om het onder zijn controle staande baanvak aan een grondige inspectie te onderwerpen f. 3 boete - inhouding 8 dagen tractement - „finaal" ontslag. In dit reglement waren ook zware boete-bepalingen opgenomen, welke varieerden van f. 3.boete, inhouding san 8 dagen tractement tot „(inaal- ontslag". Zo moesten de baanwachters voor iedere lantaarn, die niet was aange stoken. wanneer de avondschemering begon te vallen, een boete van f. 3. betalen, „terwijl hjj bij ecne tweede reizc finaal zal worden ontslagen". Voor de machinist gold de volgende dlenstbepaling: „Iedere onvoorzigtige schok van de locomotief tegen -len trein, zal gestraft worden met inhou ding van 8 dagen tractement. of bü eenig daardoor veroorzaakt ongeval, wanneer er voldoende redenen be slaan. ontslag uit de dienst der Maat schappij". Nam het personeel een fooi aan. lan werd een bedrag van f 5.— op het trac- k ..e temenl ingehouden, maakte het zich aan of met de Haar- I wangedrag schuldig dan volgde voor de eerste maal een boete van f. 10en bij herhaling ontslag Kwam de trein zonder voldoende re den meer dan 15 minuten te laat of te vroeg aan. dan werd de machinist een boete opgelegd van f. 0.75 f. 1— dit reglement, doch de conducteur is na ïedei e reis belast met de smering van de locomotief. Voorts was het in die dagen voor schrift dat zowel in Amsterdam als in Halfweg en Haarlem op het station per manent een brandspuit voorhanden was en dat men niet verder mocht rijden indien het uitzicht op de baan werd be let door stoom of rook. Enkele reis Amsterdam Haarlem le kl. f. 1.20. Teneinde „mee-te-kunncn-komen" had men bij het vaststellen van de personen- tarieven de vrachten welke door de in die lijd bestaande middelen van vervoer werden geheven, lol grondslag genomen Zodocrde was men cr toegekomen om het tarief van de le cn 3e klasse gelijk te stellen met heigeen het vervoer oer dihger.ee en per trekschuit kostte en had men voor de 2e klasse een taiief ge steld. dat het midden tussen de eerste twee hield Dit eerste personcntarief zag er als volgt uit. Enkele reis Amsterdam —Haarlem: le kl f. 1 20; 2e kl f 0 30; 3e kl. f 0 40 Enkele reis van Amsterdam of Haarlem naar Halfweg: le kl f 0.80; 2e kl f 0 50: 3e kl f 0 25. De reizigers mochten in deze tnd 20 KG bagage vrij meenemen. Op aandrang van de Rege- ring werd in 1844 het tarief voor de leslotte in December 1847 met Rotterdam en 2e klasse met f. 0 10 verlaagd en djt der 3e klasse met f. 0 05 verhoogd. Ecrtt in 1860 ging men definitief over tot at invoering van retours en wel met -en prijsvermindering tot Si van de gewon prijs 11 Augustus 1842 AmsterdamLeiden. Reeds 3 Jaar na de opening van dete eerste spuorlün in ons land kr«» Leiden zijn treinverbinding niet Am sterdam: 11 Augustus 1842 stoomde ii| eerste trein Leiden binnen. Tegelijker, tijd kreeg de Sleutelstad aan do Rijm. burgcrwcg zjj het In geheel gematigder proporties met zijn overw egvraagstuk te maken. Eu vraagstuk, dat in de loop der Jaren In verband met het sterk toegenomen i „Dominee, is het zondig J om in de trein te zitten?" t Behalve, dat de opening van i i de eerste spoorlijn in ons land J a de heer I. B. van Bree inspi- J reerde tot de compositie van de f Haarlemmerspoorweg-mars leen f hartelijke jubel op dit grote ge- f f beuren) had deze medaille ook i f haar keerzijde en werd in die f dagen op menige lidmatencate- t f chlsatie de vraag besproken: „of J a het zondig was, zo hard door J J het land te rennen als een spoor- J f trein deed", waarop dan altijd f f aan de predikant werd gevraagd: i t of het zondig was om in do <t trein te zitten. Voorts toondo ij ook de vrome Haagse museum- j A bewaarder Hentzepcter zich een i a sterk tegenstander van dit „zon- j J digc verschijnsel" en aan leder, j f die nlka'r naar hem" luisterde: t „dat volgens het Boek der Open- j baringen de trein een vurige j j salamander was. die het einde i A der wereld aankondigde". j treinverkeer, tot een ware overweg, miscre is uitgegroeid en waarvan «Ij vandaag zün verlost. Aan deze doortrekking van de lijn was reeds op 2 Juni 1842 de openstel ling van het traject Haarlem—Voenen- burg leen halte-station lussen Hillegon» en Lissci vooraf gegaan. 1 Mei 1843 volgde de ingebruikneming van de lijn LeidenVoorscholen, waar na op 6 December van dat jaar Leiden een rechtstreekse treinverbinding me! Den Haag kreeg. 3 Juni 1847: RotterdamAmsterdam. 3 Juni 1847 volgde tenslotte de inge bruikneming van de lijn Den Haag- Rotterdam, waarmede de laatste scha kel werd gelegd in het tegenwoordige millioenenlijntje van de Nederlandse Spoorwegen. Amsterdam—Rotterdam De eerste telegraaf, Alvorens wij „het bock der spoorweg- historie" dicht slaan, nog één opmerke lijk feit, dat in nauw verband staat met de aanleg van de eerste spoorlijn in om land, waarover wij U in dit artikel uit voerig vertelden Slechts aan ingewijden zal het bekend zijn. dat Amsterdam cn Haarlem in de eerste helft der negentiende eeuw niet alleen een verbinding op de grond, doch ook door de lucht kregen. In Juni 1845 werd de eerste telegraaflijn in ons lar.d, welke langs de spoorbaan was aange bracht. ingebruikgenomen. Aanvarkelifc bestond deze „lucht' -lijn uit slechts «n draad van 3'.- millimeter daarsnedt Tegelijk met het in dienst stellen vin deze telegraaf t b v. de spoorweg weid In 1842: LeidenAmsterdam 3e klasse f 1.05 Thans f 1.80 Terwijl deze tijd de prijzen al» lerwege met 2 tot 300 'o zijn ver hoogd. kan men gelukkig niet zeg gen. dat in dit opzicht de Ned. Spoorwegen „met hun tijd zün mee gegaan". Ondanks de sterk uitge breide service zijn de spoorwegta rieven. wat betreft de enkele rei»- prijs LeidenAmsterdam, met nog geen 80 c'c gestegen. Kostte een en kele reis. 3e klasse. Lelden—Am sterdam in 1842 f. 1.05, thans be taalt men hiervoor f. 1.80. Voor een enkele reisbiljet le kl. betaalde men In die dagen f. 2.75. terwUI men voor f. 1.85 in de 2e klasse zitting kon nemen. aan de Regering vergunning gevraagd haar ook voor hot particuliere verkêR open te stellen, waaraan al spoedig ge volg werd gegeven De uitbreiding van deze lijn heeft ongeveer gelijke tred ge houden met de totstandkoming e dere aanleg van de spoorbaan In 1842 telegrafeerde Leiden met Air- sterdam. in 1843 met Den Haag cr, ter.- ftollanbsrljc ll;crm ^poorb)rQ-J23aatr>r[)appi| jUntoanlicliili met I^insbag 24 september 1839 tot nabctc Itcnntégcbing, bc urm ban bcrtrcli bet ïPagctretnen boor bc flenst tuösrfjrn Smstcrbom cn feaarlem, boor bot fïaab ban 51bintntétratic, bcpiMlb alcbolgr: luotbcubc bc tïcwgrrê bersotfjt om Mtjj 15 minuien rc boren op bc êratlonsplaarpcn rt flcblnbrn. ïun.nuc ban fktngctfi of ccttigc anbere lorbe ren, bic men bertaugt breboerr re Ijrbbcn, 16 mm becpiii'ljt om reu inmaten '/4 uuc boot 't berrrch 111 bc baartoc ingerigtc Kantoren aan tc brengen. Pcrrrcli ban 3mptcrbam ij Prrrrcti ban Haarlem TVci morgmé tc 3 llrr I Pes morgen? te 9 llrr 10 uauiibbans 1 namibbags Ttiusirra.im. ji >rpt. f ontrolrur IP. .Uïcrlior'ér. De eerste dienstregeling, gedateerd 21 September 1839. In tegenstelling thans men denkt maar al te vaak „de trein op het laatste nippertie H kunnen halen" werd aan reizigers verzocht om zich 15 minuten te voren op de stationsplaatscn to bevinden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1953 | | pagina 12