EERSTE WANDELING
Filmsprookje over sprookjeskoning
Combinaties 0111 de hoogste titel
sf
Él
ZATERDAG-BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCII DAGBLAD - 3 JANUARI 1953
Danny Kaye als Hans Andersen
Het is altijd een gewaagde onderneming, een sprookje, dat de charme heeft
van het oude vertrouwde, in een nieuw kleed te steken. Dit is een van de redenen
waarom de film zich eigenlijk nog zo sporadisch geworpen heeft op het rijke
sprookjes-arsenaal. Technicolor past nu eenmaal zo weinig bij het „er leefde
eens, heel lang geleden
Een uitzondering moet in dit opzicht alleen gemaakt worden voor het werk
van de moderne sprookjeskunstenaar Walt Disney. De speelfilm echter heeft
slechts zelden met succes de sprookjeswereld op het witte doek gebracht.
Voor een extra moeilijke opgave heeft Charles Vidor gestaan bij het vervaar
digen v. d. film ,,Hans Christiaan Andersen", waarvan vorige maand in Amerika
de première ging: het behoud van de sprookjessfeer rond de figuur van deze
sprookjeskoning. De eerste - grote - stap naar het beoogde doel zette hij, bij de
keuze van de hoofdvertolker: Danny Kaye, wiens jongste creatie waarschijnlijk
aanstaande zomer in ons land zal worden uitgebracht.
Zijn eigen droomwereld zorgt er voor,
dat hij vrede vladen kan bij een ver
loren illusie.
Alleen dank zü de eenvoud van het
verhaal en de vele middelen die te hulp
zijn geroepen om de sprookjessfeer op
te roepen, is men er 111 gieslaaigd An
dereen te plaatsen in de wereld waarin
hij voor het nageslacht thuishoort
ook al verschilt die wereld nogal iets
van de werkelijkheid ran 1830. Grootse
balletten vormen daartoe wel het
hoofdmiddel.
Er wordt tegenwoordig veel gespro
ken over een financiële crisis In Holly
wood, dat steeds meer concurrentie te
duahten krijgt van andere film-
lndiuilrleèn. die met een eigen stijl en
gedaohtenwereld aan de alleenheer
schappij van Amerika reeds larng een
einde hebben gemaakt. Met deze film,
waactoe Samuel Goldwyn getocmen is
na zestien jaren zoeken naar een aan
vaardbare vorm wordt aangetoond, dat
de bodem van de schatkist nog lang
nlot te zi.en is. vier millioen dollar werd
er aan ten looste gelegd De hoofdrol
len worden vertolkt door Dannv Kaye
i wiens naam er al borg voor staat dat
die mlllioener. heus wel weer terug
komen), door Jeanmaire als ballerina,
en Farley Granger als balletmeester.
Roland Petit had de choreografische
leiding.
liet boek over de grenzen
Stand van de literatuur
iu Engeland
in duizend woorden moet ik er, enigermate tot mün spijt, bü zeggen,
opdat niemand my zal kunnen verwijten, dat ik niet diep genoeg op de kwestie
In ga. Doch het lUkt mg beter ditmaal met een algemeen overzicht te beginnen,
om in de toekomst wat verder over de voornaamste aspecten uit te weiden.
De enige scheiding, die noodzakelijk gemankt moet worden, al was het alleen
maar om der wille van de overzichtelijkheid, is die tussen poëzie cn proza. Ik
stel mij dus voor deze beide uitingen te volgen van de Eerste Wereldoorlog af
tot n
i toe.
Wie indertijd „The secret life of mr
Walter Matty" heeft- gezien zal zich
over deze keuze van Danny Kaye als
Bans Andersen niet verbazen, integen
deel, het als de enig mogelijke góede
beschouwen. De droomsfeer de ver
filmde fantasieën waarmee hij als Wal
ter Matty allen die van deze film geno
ten heeft bekoord, typeert hem als de
fcguur. dae gekrupt was om de goedhar
tige. vriendelijke, dromerige sprookjes
verteller uit te beelden
De film over Andersen brengt net
diens levensverhaal, nooh een zijner
talloze vertellingen op het doek In stijl
en geest van Andereen wordt echter cm
d.ef.s figuur een verhaal geweven, d.vt
in eenvoud en sfeer geheel aanfluit bij
Omar Bradley als filmster
In Amerika Is alles mogelijk,
zeker op filmgebied (ook al zijn er
op dit terrein veel dingen, die er
helaas nog niet gebeurd zijn
Maar die mogelijkheid van 't onmo
gelijke wordt weer eens aangetoond
door het feit, dat generaal Omar
Bradley zal optTeden in een
soldatencomedie. Hij zal „zichzelf"
spelen in enkele scenes van de
film „Never wave at a Wac", en die
betreffende opnamen worden ge
maakt in het Pentagon, hart en ze
nuwstelsel van alle Amerikaanse
strijdkrachten. Kunt U zich voor
stellen dat onze chef van de gene
rale staf persoonlijk in het ministe
rie van defensie optreedt voor b v.
.De big van het regiment"?
Jean Maire. die als tegenspeelster
van Danny Kaye haar filmdebuut
maakt in dc rol van ballerina.
Teleurgesteld gaat hü naar Kopen
hagen. waar hij een jonge ballerina
or-.mcet. Hij vertelt haar, zoals hü eer
tijds de kinderen deed, de sprookjes die
in zün geest en hart opbloeien. Door
een ervan is zij zo getroffen, dat ?.ij
geïnspireerd wordt voo: een ballet, de
„kleine zeemeermin". Het b3l!et oogit
hoe kan en hoort het anders in dit
;p-cokje een enorm succes. Hans
Andersen i- inmiddels tot ever zijn
oren verliefd geraakt op de ballerina.
Dan hoort hü eohter. dat zij ge
trouwd is met de balletrnieeyter en in
dat huwelijk haar geluk heeft gevon
den. Wanhopig verlaat hü de stad, die
hem meer succes beloofde te brengen
dan zijn geboorteplaatsje, waarheen hij
dan terugkeert. Maar zün roem en
faam zijn hem thans vooruitgegaan, en
Oder.-e. dat hem indertijd üis'ootte,
verwelkomt hem met een warme hulde.
ALGEMEEN OVERZICHT
Wanneer men de Engelse literatuur
zou kunnen beschouwen in vogelvlucht
en dit is alleen mogelük in verbeel
ding of op een tentoonstelling en men
wil niet verder teruggaan dan de Eerste
Wereldoorlog, dan wordt de belangstel
ling waarschünlük het eerst getroffen
door veranderln„. welk het duidelükst
te constateren valt. tussen de groep van
schrüvers. die tot de Eerste Wereldoorlog
het eerst op de voorgrond trad en die
men de sociaal-realistische zou kunnen
noemen, en de na hen gekomenen. In
Nederland zijn deze rociaaI-realisten al
lerwegen bekend en voc- vry* 1 niemand
die ook maar enige belangstelling heeft 1
voor boeken, zullen namen als Bennett i
of Galsworthy onbe'-ende klanken zün.
Dat deze schrijvers in de smaak vielen
en bij een zeker publiek nog in d*1 smaak
vallen, is begrijpelijk. In hun werk vond 1
men de afspiegeling van d* rustige
periode aan het begin van deze eeuw en
wat de lezer in deze boeken aantrok, was
niet zozeer hun problematiek die
overigens gering was als wel het tijds
beeld, gezien onder een nder aspect,
gedemonstreerd aan een ande-? mensen
groep dan waarin de lezer gewooniyk
verkeerde Men leefde rustig en men
wenste blijkbaar die rust weerspiegeld te
ziei een rust die op zijn hoogst ver
stoord werd door fluctuaties in dè r ate-
riele welvaart van de sujetten.
Doch met de vlucht, die de psycholo
gische wetenschap in de jaren na de
Eerste Wereldoorlog genomen heeft, ge
paard met de schok die de sociaal-poli
tieke rust sindsdien grondig verstoord
heeft, komt er een duidelijke verande
ring in de belangstelling van schrüvcr
en lezer. De psychologische roman en
novelle doen hun intrede. In de eerste
plaats moet genoemd worden D H.
Lawrence, die. behalve dat hü hartstoch-
telük geoccupeerd was met sociale ver
houdingen. Engeland opschudde uit zijn
sexuele hypocrisie door de zaken bü hun
naam te noemen en in zijn boeken aan
de sexualiteit de belangryke plaats te
verlenen, die zij nu eenmaal inneemt.
Dat hij daarbij wel eens te ver gaat, is
het goed recht van zyn profeetschap.
Als vertegenwoordiger van de strikt
psychologische schrijfwyzc het ontlc-
der van de fynste roerselen van de
AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA
Op ona verzoek heeft de bekende
schrijfster, mevrouw Clara Eggink.
die reeds geruime tijd wekelijks in
ons Blad de boekbespreking verzorgt,
zich bereid verklaard op geregelde
tijden in dit Zaterdagbij voegsel aan
dacht te schenken aan de ontwikke
ling der literatuur btflten onze
grenzen gedurende de laatste halve
eeuw. Haar eerste bijdrage geldt de
Engelse letterkunde.
mensenziel om het zo maar te zeggen
kan men de eminente Katherine
Mansfield noemen, die verhalen heeft
geschreven van een zo zuivere innigheid,
dat zij nu al wel tot de classieke Engelse
novellisten kan worden gerekend. Rea
listisch georiënteerd, maar psychologisch
modern geschoold is de beroemde
Somerset Maugham, van wie men lange
tijd getwijfeld heeft of hü wel tot de
„grote" literatuur gerekend mocht wor
den, doch over wien men het tegenwoor
dig wel eens is. Hü hoort er ongetwijfeld
toe.
Nu men over een zoveel renuanceerder
palet was gaan beschikken, door de
redenen hierboven aangegeven, valt
het niet te verwonderen, dat er schrij
vers opstonden, die er niet meer mee
tevreden waren hun medium, de taal,
op de tot dusver gebruikelyke manier
te hanteren. Men ging zoeken naar
middelen om de nuancen die men
wilde weergeven zo zuiver mogelijk uit
te drukken. En het zijn schrijvers als
James Joyce en Virginia Woolf geweest,
die zich hebben begeven op het terrein
j van taal- cn stijlproblematiek, op een
wijze die zeer belangrijk is gebleken
voor de ontwikkeling van de moderne
letterkunde.
Een derde stroming die valt te noe
men. en.die men het best kan aanduiden
met het adjectief intellectueel", wordt
vertegenwoordigd door Huxley, die wy
echter na de Tweede Wereldoorlog van
|zün Intellectueel scepticisme zullen zien
I afstappen in een sociaal-politieke roman
(Ape or essence).
Wie de Engelse romanliteratuur na
1945 in ogenschouw neemt, zal al deze
draden eigenlük zien samenkomen in de
nieuwste auteurs, doch voor hen zyn
deze stromingen verworvenheden, zodat
zij niet meer een zo principieel of ten
dentieus standpunt innemen, doch objec
tief gebruik maken van het geleerde.
Daarnaast is er ontstaan de „geënga
geerde" sociaal-politieke roman met een
voorspellend karakter van Huxley en
Orwell (1984). Maar de belangrijkste
richting vormt de objectief-psychologi
sche. waarvan Joyce Cary en Elizabeth
Bowen met Henry Green de belangrijk
ste vertegenwoordigers zijn. Bij Graham
Greene, katholiek auteur, wordt de ob
jectiviteit uiteraard beperkt door zijn
geloofsovertuiging, terwyl by zün ge
loofsgenoot Evelyn Waugh bovendien
een satirische inslag het beeld verschuift.
Eei merkwaardig vcrschynsel is dat de
hedendaagse Engelse literatuur geen
oorlogsromans van betekenis heeft voort
gebracht (met uitzondering van Hillary's
Last enemy).
Hoewel de poëzie in zekere zin dezelfde
invloeden heeft ondergaan, ligt het ge-
va' toch enigszins anders, omdat poëzie
nu eenmaal een groter eeuwigheidselc-
ment bezit, waardoor rechtstreekse tyds-
invlocden een gerinsiie rol spelen. Een
overzicht te geven van de poëzie zou veel
te ver voeren, als men zich niet zou be
perken tot „technische" stromingen, het
geen wy dan ook noodgedwongen zullen
doen.
De dichters van voor en in de Eerste
Wereldoorlog hebben voortgebouwd op
het, oorspronkeiyke Franse, symbolisme.
De belangrykstc figuren onder hen zyn
Ezra Pound cn T. S. Eliot, wier invloed
zo groot is geweest, en nog is. dat zelfs
een ouder dichter als de grootste Engelse
poeet van deze eeuw. W. B. Keats, dia
heeft ondergaan.
Omstreeks de jaren dertig zijn het
dichters als Auden, Spender. Day Lewis
en Mac Neice. die een poglr.g hebben
gedaan om de peëzie in de sociaal-poli
tieke sfeer te trekken, onder invloed van
hur marxistische maatschappübeschou-
wing. Dat poëzie echter haar toppunt
niet kan bereiken zolang zij betrokken
is op tüdsverschynselen. is hun echter in
de pr^ctijk duidelük geworden. Na de
Tweede Wereldoorlog krijgt htm werk
dan ook een Individualistisch karakter.
Aansluitend op de verworvenheden
van Eliot, maar naar mentaliteit roman-
tisch, is het duistere werk van de dich
ter en prozaschryver Dylan Thomas,
ee. auteur uit Wales die op het ogenblik
sterk in de belangstelling staat.
I Onder geen stroming onde- te bren-
I gen is Encelands erootste levende dich-
1 teres Edith Sitwell. En hetzelfde geldt
I voor de veel jongere Kathleen Raine,
!wier bctrekkelyk eenvoudige poëzie een
I sterk bezwerend karakter draagt.
I Belangryke essayisten en biografen
det laatste jaren zijn Osbert Sitwell.
Ceel) Woodham Smith, Spender, Lau-
rence van der Post, Eliot, Cyril Connolly,
V. S. Pritchett e.a.
CLARA EGGINK.
Kijkjes in de natuur
HET jaar ligt uit te rusten. Nauwelijks geboren is het nu al moe van het
geweld, waarmee de wriemelende harrewarrende mensheid het heeft gehol
pen ter wereld te komen. Er ligt een lauwe vochtigheid over het rustende
land dat in een ijle damp is gebuid.
Het kan gebeuren, dat de zon door de nevel breekt, langzaam weliswaar en met
moeite, en dan ziet zo'n vroege Januaridag er werkelijk zo gezellig en zo hoopvol
uit, dat we vol optimisme de toekomst tegemoet zien.
het aureool, dat de Deense sprookjes-
koning ran de negentiende eeuw om
eioh heelt geschapen
Het verbaal, dat Moss Hart schreef,
vertelt van een jonge schoenmaker
Andersen, die uit zyn geboortestadje
Odense verjaagd wordt omdat hij een
gevaar voor de jeugd zou opleveren.
De kinderen komen liever naar zyn
verhalen en fantasieën luisteren, dan
naar school te gaan.
Onze danirubriek
Vandaag vangen wij aan met een nieuwe serie van 16
problemen voor onze ladderwedstrijd. De uitslag van de
vorige wedstrijdperiode publiceren wij in de volgende
rubriek.
Zyn de problemen 25, 26 en 27 betrekkelijk eenvoudig en
in hoofdzaak bedoeld om de minder gevorderden weer eens
wat te paard te helpen, nummer 28 is lang niet gemakkelijk
en min of meer als handicap voor de sterkeren geplaatst.
In probleem 26 kan men zien hoe geweldig goed de Itali
anen. die nog betrekkelijk kort op ons bord dammen, voor
uit zijn gegaan, Fanelli positioneel en Salctnik combinatoir.
Dit bleek ook in het kortgeleden gespeelde internationaal
tournooi te IJmuiden, waarin Saletnik achter Dukcl ein
digde, en héél wat bekende grootheden achter zich liet!
WEDSTRIJD VRAAGSTUK No. 27
Auteur: ANTOINE MELINON
Zw.: 8/10, 13, 15, 16. 18. 20, 24/26, 30.
Wit: 27/29, 33, 35, 38. 40. 43. 45. 47/49.
Naar een party.
WEDSTRIJD VRAAG STUK No. 28
Auteur: ANTOINE MELINAN
Zw.: 1. 2. 4. 8/10. 12. 13. 15. 16. 18. 19. 23, 24. 26.
Wit: 25. 27, 28. 32. 33. 35/38. 40. 42. 43. 45. 48. 49.
Wit forceert de winst van minstens één schyf.
WEDSTRIJDVRAAGSTUK No. 25
(Uit het wereldkampioenschap).
A. BIZOT
0
m
0
e r"
0
0
m
S3
G5 8
m
9
iiM
9
ff
Sf M
g
wf'
"/w,
Oplossingen
No. 17: le Winstgang: 37—32. 5—10. 32—28, 10—14, 23—23,
14—20, 23—19, 20—25, 19—14, 25—30, 14—10, 30—34. 10—4,
34—39. 4—15, 39—14 gedw.. 41—37, wint.
2e W instgang: 41—36. 5—10. 36—31. 10—14. 31—27. 14—19,
27—22. 19—24 gedw., 22—18, 24—29, 18—13, 29—33, 13—9, 33
—39. 9—4. 3943, 4—15, 43—48, 15—42 en zwart aan zet ver
liest steeds.
No. 18: 4034, merkwaardig dat alleen deze zet winnend
29 x 40 gedw., 35 x 44. 6—1, 50—43, 1—6. 45—1, 6—28, 39
M. DESLAURIERS
Bizot staat slecht en wit speelde 3832. 17—21. 4238,
38, en wilde met 4339 schijf 29 aanvallen. Mocht dat?
WEDSTRIJDVRAAGSTUK No. 26
(Uit het wereldkampioenschap)
MARIO SALETNIK
-34 e
16, wint.
No. 19: Op 24—29 volgde helaas 50—45, 35 X 24. 44—39,
en daar zat zwart, want aan de greep der witte stukken is
niet meer te ontkomen.
No. 20: 37—32, 27—22. 13 x 16, 23—18, 28 x 19. 47—42, 48 X 28,
39—33, 16 x 29 en 33 x 33! Een rcuzenslag, volgens het prin
cipe van de Coup de Turc, tot stand gebracht.
No. 21: 18—12, 10-11, 47—41. 28—22, 32 x 5, wint.
No. 22: Dit stukje is ouder dan men doorgaans meent.
Bijna alle haastige dammers maken de volgende vergissing:
9—3, 12—18, 3—9. 18—23. 9—14. 23—29.14—20. maar nu speelt
zwart niet 29—34 er.z dat verliest, doch 35—40, dat remise
brengt: Winst is slechts* 9—3. 12—18 (op 12—17 cr. 33—39,
Danny Kaye als sprookjesvcrteltcr de bekende klassieke wmsti. 3—20! dit is de zet. 33—39,
en trekpleister voor de jeugd in het 20-9. nu weer terug!, 18—23. 9—14. 23-29. 14—20, 29—34 A.
Deense stadje Odense% 12025. 35—40, 25—30. wint! Een- fraai offer.
e
a
a
e
V/t'A
''■/et
m
s
M
i
m
gg
u
«r
""w
FANELLI
Hier staat Saletnik allerminst voordelig en Fanelli meende
nu te moeten spelen 3429. 1420 en 2823, waarop Salet-
nik (hoe?)- de partij uitmaakte.
De muggen kunnen zo'n attentie wel
waarderen. Ze dansen onder de breed-
arnnge vruchtbomen, zwermen uit in
tiraillcurslinie, drijven in grillige banen
naar elkaar toe en hervatten het schrij
ven van hun schijnbaar doelloze figu
ren. een stijgen en dalen als van flakke
rende vlammen. Ook de vogels hebben
wel plezier in het kortstondige vlagver
toon van het winterzonnetje. Ik zie
tenminste om een uur of vier in de mid
dag een stelletje montere mussen, die
een bad nemen in dc plassen langs dc
weg. Nou! als die voor donker nog droog
willen worden, mogen ze zich wel stevig
afdrogen. Want ook 'in de donkere djigen
na Kerstmis valt de avond snel. Het
nieuwe jaar namelijk mag de mensen
nog zo tcrwille zijn in de eerste dagen
van zijn bestaan, op het punt van licht
en donker wenst het niet af te wijken
van de vaste gang der dingen en dus
laat het ons 's morgens onze eerste sla
perige stappen in duisternis doen en zyn
we verplicht, 's middags al tamelijk
vroeg tot het lamplicht onze toevlucht
Werst de zon echter niet achter de
coulissen vandaan te komen, dan wordt
het op een Januaridag niet helemaal
echt licht, maar blijft er van de gryze
ochtend tot de schemerige avond een
dunne vochtige nevel hangen over de
wegen en de modderpaadjes. over de
weilanden cn de boerenwoningen, die
met hun hooibergen en bijgebouwen
onder het hoge kale geboomte byeen-
hurken, of ze zo maar zullen inslapen.
Ook hangt die mist over het winter
koren. dat tegen het einde van de dag
wel zeer mooi van kleur is.
DE bomen zijn nu op hun aller
mooist. dc fijngetakte bomen met
de zuivere lijn van hun kruinen.
Zware brede eiken, hoogoprijzende, po
pulieren met donkere eksternesteri cn
sierlijke bei ken met ragfijne takken-
sluiers.
Hé. daar zit ik ineens midden in een
troep sijsjes. Ze zwermen met kleine,
geluidjes in golver.de lijnen uit. de
prachtberkcn naar de aangrenzende ber
men. waar in de herfst allerlei onkruid
in het zaad was geschoten, waarop ze
azen: zuring en bereklauw en pluizende
distels.
Geelachtig groen is hun hoofdkleur
met donkere lengtestrcepjes. Bij enkele
zie ik hel zwarte kapje Dat is dan een
mannetje. Het is zeker een overwinterend
stel. dat door de houtwallen zwerft, op
zoek naar de zaden uit de bengelende
elzeproppen, waaraan ze op mezenma-
nier hangen te balanceren.
Prrrrr! daar gaan ze weer (wie gaf
het sein?) cn nu koersen ze met kleine
rukjes naar een volgend werkterrein.
Veel is er verder niet te beleven aan
het einde van zo'n dag, als het vogel
volkje al vroeg ter ruste gaat Een ekster
ontbreekt natuurlyk niet op het appél
Die zit hoog in een populier te schom
melen en geeft drukke staartseinen naar
de grond, waar een vlokkig paard boven
een weidehek staat te prakkizeren.
Nu wordt het al stiller op dc wegen
en op zijpaadjes. In een kreupelbosje
kraait een fazantenhaan droog en hees.
De erfhond geeft antwoord.
De lucht trekt dicht, de kleuren vloeien
ineen. Aan de eendenvijver bij een boer
derij wordt, ondanks de schemer, nog
toilet gemaakt. Een paar grauwe wyfjes-
eenden zyn druk bezig met haar make
up. Ze morrelen onder hun staartveren
en' poetsen en wrijven met lenig beweeg
van kop en hals over rug en vlerken.
Een ondernemend woerdje schommelt
midden op de vijver, rekt zich de vleu
gels en plcddert driftig in het water,
terwijl hij zich de fijne pareltjes van de
veren schudt. Verder op is het domein
van dc zwanen. Als witte eilanden lig
gen ze stil op het strakke water, tot er
een paar grote vleugels worden uitge
slagen en een van de vogels zich los
maakt van het donkere vlak. Met lome
slagen vliegt de vogel dan over het water
om met bruisend geweld aan de andere
oever neer te komen.
IN de boerderij knipt een licht aan en
legt een vurig lijntje op het rimpe
lende water. Nu glijdt de hele een-
denbent van dc oever het water in en
breekt de waterspiegel m kleine golfjes
open, die de knipoogjes van het lichtje
honderdvoudig teruggeven.
Is het oog eenmaal gewend aan de
schemer, die rondom de vogelpoel hangt,
dan duiken cr telkens nieuwe silhouet
ten op,onbestemde vogelfiguren, die
7.idh losmaken uit dc duisternis, wat
rondscharrelen en weer oplossen in het
avondgrijs. Het zijn eenden van allerlei
slag. maar cr zijn ook zwaargebouwde
ganzen onder, allemaal bezig op hun
manier, schommelend en waggelend
met zacht gemompel.
Nu herken ik ook de schapen. Ze
staan, doodstil. Hun vacht is nat van
damp cn vochtig gras, maar ze verkie
zen het. weiland boven hun droge stal.
Ze staan te dromen tegen een heg aan
of bewegen zich langzaam en glijden ge
luidloos langs elkaar.
Midden op de vijver klinkt een luid
gekwaak, dat van het eiland wordt be
antwoord. Dan valt weer de stilte. De
bomen lekken, de vogels scharrelen
rond, de schapen dommelen.
De vijver slaapt....
S. van der Zee.
De hoofdwet van het
verkeer:
Het Is verboden zich op een weg
zodanig te gedragen, dat de vrüheid van
het verkeer zonder noodzaak wordt
oelemmerd of de veiligheid op de weg
10 gei aai wordt gebracht ot redelijker-
wüze is aan te nemea dat de veiligheid
op de weg Id gevaar kan worden ge
bracht