MOGE 1953 RUST EN VREDE BRENGEN.
r
Een Zoeklicht
91ste Jaargang
ZATERDAG-BIJVOEGSEL VAN HET LEIDSCH DAGBLAD 3 JANUARI 1953
Derde Blad No. 27804
LEIDENAARS UITTEN HUN WENSEN
Woord van Bezinning
't Liclit staat groen. Oprijden..
Algehele vrede
De heer H. L. Voorn, reeds 12 Jaar
bij de Leidse politie, waarvan de laatste
vier jaar bu de Verkeersbngade. denkt
het is hem met kwalijk te nemen
in verkeerstaal. Naast zijn persoon
lijke wens: meer eendracht en saamho
righeid der volkeren en een grotere
mate van naastenliefde, hetgeen z.i. tot
een algehele vrede kan leiden, hoopt
hi), dat 1953 een beteie naleving van
de verkeersvoorsohriften zal geven. Een
goede naleving van deze voorschriften
moet leiden tot minder verkeersonge
vallen en dus minder leed en schade.
Hoe beter iedere weggebruiker de voor
schriften in acht neemt, des te rrunder
nadeel kan dit voor een ieder opleve
ren. Moge in dit opzicht de balans voor
1953 zeer gunstig uitvallen
Geen kostbare
praatconferenties
De wens van de heer A. F. v. d. Oord,
de secretaris van de plaatselijke afdeling
van de Alg. Ned. Bakkersbond „Ons Be
lang", lag weer op internationaal ni
veau. In het bijzonder wenste hü de de
mocratische volkeren van West-Europa
d e leiders toe die in 1953 radicaal
zullen breken met kostbare praatconfe
renties en dito commissies. Hij hoopte,
dat deze leiders begaafd zouden zijn
met hemelse gaven en ons allen zouden
inspireren tot een berustende, doch be
zielende activiteit, opdat de enige Ware
Universele Macht daardoor in de gele
genheid wordt gesteld ons tot de vrij
heidsoverwinning te voeren. En dit zo
wel in gezin als ln nationaal en inter
nationaal verband. Als resultante van al
deze wensen, had de heer v. d. Oord
voor zichzelf pen soort super-wens. die
„]a, nu kunnen zij er wel uit..
culmineert in dat ene verlangen eens
dót geluk te mogen ontvangen, dat niet
onderworpen is aan de invloed en in
werking van het materiële geluk.
Waarlijk mens-zijn
Tenslotte mevr. H. K. E. Bos. behalve
secretaresse aan het Anatomisch Labo
ratorium. moeeder van twee lieve kinde
ren. waarvoor zij bij onze komst juist de
MEER EENDRACHT EN SAAMHORIGHEID
ONDER DE VOLKEN
Roept het oude jaar tal van herinneringen op, het nieuwe is nog slechts
enlcele seconden oud of over de ganse wereld worden wensen geuit. In Tolcio
en in Washington, in India en in Transvaal, in Woudsend en in Leiden. Kin
deren en grijsaards, rijken en armen, zij allen hebben hun wens, al mag dan
ook de inhoud veelal verschillend van aard zijn. Zonder onderscheid zijn het
echter alle goede wensen.
In het koor van al deze Nieuwjaarwensers, willen wij hieronder enkele Leidse
stemmen laten horen. Daartoe hebben wij op één der dagen van het zo juist
verstreken jaar onze redactie-tafel onze redactie-tafel gelaten en zijn wij de
stad ingetrokken om aan een aantal willekeurige personen in bedrijf en beroep
de vraag voor te leggen: welke wens zou U het jaar 1953 in het algemeen
belang willen meegeven, waaraan wij onmiddellijk de tweede, meer persoon
lijke vraag verbonden; en wat is Uw liefste persoonlijke wens?
Links en rechts hebben wij de stad doorkruist. Werden wij het ene ogenblik
bij flikkerend kaarslicht in de huiselijke sfeer opgenomen, weer een moment later
maakten wij een praatje met de melkboer, die zijn klanten bediende, of met de
bakker, die staande achter zijn oven, daaruit kostelijk gebak te voorschijn
toverde. Ook de tramconducteur en de verkeersagent, de middenstander en
he.t Gemeenteraadslid, of de man, wiens dienst bij nacht en ontij waakt over
de eigendommen van de Leidse burgerij, maakten ons hun welgemeende
wensen kenbaar, die vrijwel alle culmineerden in het: moge 1953 rust en vrede
en meer eendracht en saamhorigheid onder de volken brengen Daarnaast
klonk in deze bonte mengelmoes van stemmen nog een ander geluid door.
„Gezondheid voor mijn gezin
Kerstboom had ontstoken. Haar alge
mene wens is kort en krachtig: moge
alle mensen in dit Jaar zich als ideaal
stellen waarlijk méns te zijn. Toen wij
haar naar haar liefste, persoonlijke wens
vroegen, moest zij even nadenken, waar
op zy ons onderstaande dichterlijke ont
boezeming toevertrouwde.
Mijn liefste wens?
Ach. lieve mens
Dat's moeilijk op te schrijven.
Ik vul maar in:
Met mijn gezin
Gezond te blijven.!
Oud of nieuw?
„Komt U boven
Een goed pensioen
De heer D. M. Colpa, bij vele passa
giers van de stadstram een bekende fi
guur, „staat" al 38 jaar op de tram. 20
April 1958 hoopt hij „af te zwaaien".
Naast voor allen een wens van een lang
en gelukkig leven, hoopt ook hij, dat
1953 in rust en vrede mag verlopen. Zijn
persoonlijke wens in 't licht van zijn
naderend afscheid zeer begrijpelijk is
de hoop op een goed pensioen, waarvan
hij in goede gezondheid vele Jaren kan
profiteren.
,.'t Is koud vandaag..
Een clubhuis
De heer J. P. v. d. Holst, die wij „er
gens" in zyn wijk ontmoetten terwijl hij
zijn klanten aan het bedienen was,
hoopte, dat 1953 het mensdom belang
rijk dichter bij de door allen zo vurig
begeerde wereldvrede zou brengen, op
dat zonder verschil van kleur en ras de
volkeren kunnen werken aan een betere
culturele, economische en sociale maat
schappij. In zijn kwaliteit als voorzitter
van de Buurt- en Speeltuinvereniging
„Groenoord" had de heer Van der Holst
ook nog een persoonlijke wens, t.w. een
enorme toename van leden en donateurs
(trices) van deze vereniging en dan
een belangrijke stijging van het bedrag.
Groenoords voorzitter de gelegenheid te
baat om de Leidse Bond van Speeltuin
verenigingen. met de aangesloten zus
terverenigingen, een voorspoedig 1953
toe te wensen.
Zorg voor jong en oud
Mevrouw C. Braggaarde Does, die
wij Lussen haar bloemen en planten in
haar woning m de 3 Ootoberstraat aan
troffen. had haar wensen spoedig ge
formuleerd: goede zorg voor bejaarden
en voor de jeugd, een gerieflijke wo
ning. ook voor jonggehuwden en vrij
heid van arbeid voor de vrouw. „En
tooh zeker ook een crèche", voegden
wij er lachend aan toe. „Ja, die natuur
lijk ook, dooh aoli, dit is een wens, die
ik ai zovele Jaren uit. Tooh geef ik de
moed nog niet op aldus het oud-
Minder spanningen
De heer J. C. J. Lambermont de
volgorde is willekeurig gekozen de
voorzitter van de Leidie Middenstands-
centrale. die wy in zijn winkel „aan de
tand voelden", gaf 1953 drie wensen
mede, kort geformuleerd aldus: ver
mindering van de internationale span
ningen, waaraan de laatste maar ill te
rijk waren; minder bcweeklijkheid van
de politieke en economische verhoudin
gen en verbetering van de monetaire
toestand in tal van landen, hetgeen
volgens hem ln hoge mate de ont
plooiing van het economisch leven zal
bevorderen. Zijn liefste persoonlijke
schikbare krachten gebundeld worden
ir. een doelbewuste organisatievorm.
Naast de versterking en uitbreiding
van de Overheidsdiensten welke reeds
heeft plaats gehad, of nog zal plaats
hebben, is een hechte georganiseerde
zelfbescherming éen van de eerste ver
eisten. De taak zal zijn in Wijk- en
Blokverband mede te helpen een ramp
te bestrijden.
Alleen al uit hoofde van de verant
woording aan onze kinderen verschul
digd zullen wij het geringe offer van
opleiding en oefening dienen te bren
gen. Een zekere basis voor het geheel
kan dan worden gelegd wanneer wij
h.er gezamenlijk de schouders onder
zetten. Gezien de huidige gang van za
ken mag ik hieraan zeker niet twijfe
len. Wetende dat men elkaar op dit
punt zal begrijpen mag ik hieraan de
wens voor 1953 vastknopen:
Dat geen vergeefs beroep op de bur
gers van Leiden en Oegstgeest gedaan
behoeft te worden, aangezien het beter
is een hechte organisatie Bescherming
Bevolking te hebben zonder oorlog dan
een oorlog te moeten medemaken, zon
der de beschermende kracht, welke van
deve organisatie zeker zal uilgaan.
Ook over zijn liefste persoonlijke
ens moest hij even nadenken. Je hebt
per slot van rekening op dit punt geen
verlanglijstje klaar liggen. Maar jk, er
moet wat komen. Even waohtenJa,
daar is de wens all
„Ook ln 1953 bij het leiding geven
aan de Gemeentelijke Brandweerdienst
hetzelfde begrip voor samenwerking en
phchtsbetraohnng van het personeel te
mogen ervaren, zodat aan het einde
van dat jaar. evenals nu. gezegd kan
worden .Dat was goed gedaan. Laten
wij zo voortgaan en het denes „lek
dien" in het belang van de burgerij van
Leiden zo hoog mogelijk houden".
Het Nieuwe Jaar. is slechts drie
dagen oud
Toch lijkt het, of de eerste Ja
nuari reeds veel verder achter ons
ligt. Een bi-wijs. hoe spoedig wij
aan het nieuwe gewoon raken.
De kalender* vcor 1953, met zijn
gloednieuwe datum voor heden,
morgen en elke volgend; dag. wordt
na een jaaj als een versleten voor
werp van oe wand genomen.
De Courant die s avonds, vers
gevouwen in onz? brievenbus glijdt,
ligt morgenochtend nutteloos en
misschien gekreukeld op tafel. Het
nieuwe is oud geworden
En ons leven, onze plannen,
onze idealen''
Ligt niet heel veel. dat ons herig
ln beslag neemt, na korte tijd ln
een verget?n hoek. als een afge
dankt stuk speelgoed of een on
bruikbaar geworden meubelstuk?
De klok van de tijd staat nu een
maal niet stil en dikwijls hebben
wij het onbehaaglijke gevoel ach
teraan te komen.
„Achteraan komen" „onbruik
baar geworden"
Dit geldt met name voor ve'.e
kerkelijke gewoonten en praktijken.
Zelfs leidinggevende figuren in de
kerk komen dikwijls achter hun
tijd aan. Hun geestelijk bezit be
staat grotendeels uit waardevolle
antiquiteiten.
Geen wonder, dat mensen, die
g;en geduld en geen gelegenheid
hebben het waardevolle en bruik
bare tussen deze verzameling mu
seumstukken op te sporen, de kerk
gebouwen en ook de kerk. als gees
telijk krachtcentrum, voorbijgaan
„Hopeloos uit de tijd", „een brok
saitiment uit vorige eeuwen", „een
rest fantasie van een grijs verle
den". Zo oordelen talloos velen in
deze tijd
Hebben zij ongelijk? Is de kerk
een pakhuis van waardeloos mate
riaal? Zijn alle denkbeelden en
voorstellingen van mensen, die
nog geloven, onbruikbaar' Ls de
praktijk, die vele Christenen dage
lijks ten toon spreiden, een maat
staf voor het geheel?
Mag ik deze vrag;n beantwoor-
den met een beeld'
Veronderstel: in de concertzaal
werd niet de muziek van klassieke
Meesters ten gehore gebracht.
maar de dirigent hield een lezing
over hun machtige werken, zonder
zfjn orkest één noot te laten spelen!
Dat zou een pure dwaasheid zijn.
..Niemand zou ooit meer een stap
verz?tten om deze „muziek" te gaan
beluisteren. De klassieke compo
nisten. ook de meest beroemde,
zouden spoedig verget?n zijn.
Maar ls dit niet gebeurd met
Jezus Christus en met de „klas
sieke" muziek van Zijn Evangel e?
In de loop der eeuwen werd over
deze muziek gepraat. D:- muziek zelf
kreeg de wereld vrijwel niet te
horen
Laat die man achter zijn lesse
naar (op de preekstoeli toch op
houden met redeneren en betogen!
Laat het ork=st van de kerk en van
de gehele Christenheid eindelijk
eens gaan spelen' Aan meer sur
rogaten of meer schijnvertoon heb
ben wij ln deze tijd zeker geen be
hoefte. Wij willen de „klassieke",
de gezaghebbende en onverganke
lijke muziek van de Bijbel hor;n!
Laat ook alstubleft ledereen
„meespelen". Gemeenteleden, oude
ren en jongeren, vrouwen en man
nen alle richtingen of modalitei
ten. alle volken
Nooit kan dit orkest te sterk wer
den. want het geluid is waard de
aandacht van de gehele wereld te
trekken. Niet terwille van de spelers
of de dirigent 'de kerk> maar ter-
wille van de auteur van deze mu
ziek: Jezus Christus. Zijn Rijk ls
onvergankelijk. Zijn werk heeft
eeuwigheidswaarde.
Oud of nieuw?
Wanneer ons leven, onze opvat
tinzen en denkbeelden ook enze
christelijke en kerkelijke opvattin
gen norden gevoed door Christus
en Zijn oude Evangelie, dat nieuw
blijft, komen wij niet achter de tijd
aan en wordt oas dagelijks doen en
laten geen Museum, dat anderen
achteloos voorbijgaan.
Wij mogen nieuwe mensen zijn,
met nieuwe idealen, niet voor éen
dag of voor éen jaar. zoals de
Courant van heden of de kalender.
d:e wij voor 1953 in gebruik heb
ben genomen, maar zonder grens
en zonder oud te worden.
Want het Nieuwe dat God
geeft Is eeuwig.
P L. SCHOONHETM.
Predikant voor het Bijzonder
Kerkewerk van de Hervormde
Gemeente te Leiden.
Hoge Rijndijk 14a.
..Sti'eas contact met mijn mun-
scliappen
OP DE BOEKENMARKT
„Anders nog iets mevrouw.,
„En natuurlijk ook een crèche
ste lid in raads laren. Dn nu mijn Hel
ste en persoonlijke wens? Daar ben ik
vlug mee klaar: vrede en gezondheid
voor allen
(Alle foto's in deie Nieuwjaarswens
L.D.jVan Vliet)
wensdat. o.a. door een hechte sa
menwerking van alle werkelijk goed
willende mensen. 1953 een jaar worde,
waarvan men in 1953 nu eens me: zeg
gen zal: „Blij dat het om is. 't bracht
niet veel ran waarde
Krachten bundelen
De Brandweercommandant, de heer
S W. Hagedoom, nog met trots ver
vuld over „zijn" Jongste aanwinst, de
mobilofoon, was niet één, twee. drie
met zjjn antwoord klaar.
Wanneer lk zo ln mijn funolie van
Hoofd Bescherming Bevolking bij de
overgang naar he; nieuwe jaar bedenk
op welke wijze de volkeien op aarde in
1952 naast elkander hebben geleefo in
sferen van vriendschap en hel tegen
overgestelde hiervan, dan begrijpen U
en lk hieruit terdege dat het nodig,
helaas.... noodzakelijk blijft een Orga
nisatie Bescherming Bevolking op te
bouwen, zoals deze nu reeds voor het
gebied Leiden en Oegstgeest In toene
mende mate vastere vorm van uitvoe
ring gaat aannemen Voor een ieder zal
het van belan: zyn te weten dat be
scherming geboden kan worden tegen
de gevolgen van gcbeuitenisscn. waar
van wij allen zo vu>ri? hopen dat deze
nimmer meer door dê mensheid door
gemaakt zullen moeten worden.
Die bescherming zal echter alleen
profijt kunnen hebben wanneer de be-
Ed Hoornik. „De Bezoeker" - D.
A. Daamens Uitgeversmaatschap
pij 's-Gravenhage 1952.
Nu ook ln Nederland de dramadiehters
zijn opgestaan. Nijhoff in de eerste
plaats en thans Hoornik lijkt het mij
niet juist direct te gaan spreken van
een navolging van de Engelse moderne
toneelschrijvers, zoals Auden. Duncan.
Eliot en Fry. Wie het oog houdt op de
stromingen in de literatuur en
eigenlijk geldt dit voor alle vormen van
kunst zal zien. dat ln de landen om
de Noordzee gewoonlijk tegelijkertijd
een bepaalde wijze van schrijven en
denken opkomt: in het ene land iets
eerder dan ln het andere. Ik meen dat
dez; variaties ln de kunstuitingen din
gen zijn, die ln de atmosfeer hangen
cr.der de invloed van sociale verschui
vingen het „waarom" daarvan te
verklaren lijkt mij het werk van een
psycholoog-historicus en het komt
mij zeer onwaarschijnlijk voor, dat een
kunstenaar of een groep van kunste
naars een bepaalde wijze van schrijven,
schilderen of wat ook. zou gaan „na
volgen". zonder dat er een innerlijke
drang aanwezig Is. dus alleen omdat zij
dat anderen zagen doen Onbewust moet
de grond bereid geweest znn want ik
we'g?r nog steeds te geloven aan het
.Kom, laten wij het ook eens zo pro
beren": tenminste bij een bonafide
kunstenaar.
Hier ln Nederland zijn wü wel heel
snel bereid onszelf als navolgers van
het buitenland te beschouwen. Ja.
dit gaat zelfs zover, dat men de wer
kelijke navolging dikwijls niet eens in
de gaten heeft, doch daarentegen zo
wantrouwend slaat tegenover oor
spronkelijkheid. dat men. als die zich
voordoet, Ijlings op zoek gaat naar
buitenlandse voorbeelden, omdat men
doodeenvoudig niet geloven kan aan
oorspronkelijkheid van eigen bodem.
En natuurlijk vindt men dan overeen
komsten met contemporaine buiten
landers, maar dat wjjst om de reden,
die ik hierboven genoemd heb, nog
niet op navolging.
Een van de beste voorbeelden van dit
„ongeloof aan oorspronkelijkheid van
eigen bodem" is wel Nijhoff. Nauwelijks
begon het werk van T. S. Eliot in Ne
derland door te dringen, of schrijvers
over poëzie moesten hun kennis tonen
door op te merken, dat TSE. bepaald
Nijhoffs voorbeeld geweest moest zijn.
De reden waarom ik hier op zijn hoogst
van gelijktijdigheid wil sprekin is heel
eenvoudig. Ik verkies n.l. Njjhoffs
transparante klaarhe.d altijd boven
Eliots subtiele vaagheid de dichters
hebben mentaal niets van elkaar zo
als lk de drie spelen verzameld ln „Het
Heilige Hout" zeker evengoed vind als
.Murder in the Cathedral" en bepaald
beter dan de vage ethische rell
gieuse „Cocktailparty".
Nu houd lk deze beschouwing vooraf
alleen om uit te leg:en. waarom tk onze
nieuwste dramaschrijver Hoornik niet
zal gaan vergelijken met wie of wat
ook uit het buitenland, doch zijn toneel
spel „De Bezoeker" op zijn eigen waar
den za] toetsen. Aan een vergelijking
met de Nederlander NUhoff kan ik niet
ontkomen, daar dit een gewone „in
vloed" ls. die zich slechts bij tijd en
wijle voordoet
Alleen al om het feit. dat Hoornik
getracht heeft een hedendaags drama
tisch gegeven - de verwikkelingen tus
sen tw?e echtparen, gezien van uit een
moderne levensproblematiek te ver
werken ls een versdrama heeft hij de
aandacht en de belangstelling verdiend
an letterlijk alle serieuze lezers, toneel
spelers erj toneelminnaars. Dit vind ik
zijn gTootste prestatie. Zijn tweede
prestatie ls. dat hij de bloedige ernst
betracht heeft en hierin staat hy los
van Nijhoff.
Niet alleen dat; hij heeft zich ook
niet laten verleiden tot de zoveel min
der waardeerbare hedendaagse mude
van geestigheid als die niet te pas
komt en van vernuftige woordspe-
linkjes als het gevoel te kort schiet.
Dit toneelspel is geen pruts- en knut
selwerk. het ls ernstig bedoeld, ernstig
geschreven en geïnspireerd geschreven.
Dat dit drama m.i. toch niet geheel
geslaagd is, is nauwelijks jammer te
noemen als Hoornik hier vooral niet
mee ophoudt. Dat een lyrisch dichter
plotseling een volleerd dramaturg zou
zijn, is moeilijk aan te nemen. Maar
dat hij zich uit de lyriek in het drama
begeven heeft, duidt op een groei die
„dichteriyker* is, dan die van een
dichter, die zich op het proza gaat
werpen als het élan van de jeugd
voorbij is.
Het tekort van dit toneelspel ligt vol
gens mij in een tekort aan handeling,
wat te vesrwonderen is. daar de schrijver
gegevens de sociale positie van Jacob
b.v. even aangeeft maar verder niet
uitwerkt. Een activeren van die gege
vens zou het stuk als speelstuk zeker
ten goede gekomen zijn. Al lezende reeds
krijgt men het gevoel dat alles wel ge
zegd is. maar niet gedramatiseerd. Be
schouwingen over conflicten houden,
hoe interessant ook. ls nog niet con
flicten ten tonele voeren en ik hoop,
dat niemand denkt, dat ik stapels lijken
op het toneel wens. als lk zeg. dat
.drama" in de eerste plaats „hande
ling" betekent: een ten tonele voeren
dus van wrijvingen, van afstoten en
aantrekken, van hoogten en laagten. Dit
stuk is nog te veel lyriek gebleven en
hoewel het, door het niveau waarop de
handeling zich afspeelt, zeker gerecht
vaardigd ls dit drama in poëzie te schrij
ven de poëzie functionnecrt en ls niet
aangebracht als versiering lijdt ook
de vorm door dit gebrek aan dramatisch
gebeuren., want door dit actiegebrek is
de dichter ln staat geweest zijn een
vormig staand rijm vol te houden, ter
wijl hij anders, gedreven door de span
ning van wat hij wilde laten gebeuren,
zeker tot andere rijmvormen zou zyn
overgegaan.
De Nyhoviaanse invloeden zijn duide
lijk. speciaal ln passages, waarin een
eenvoudige handeling verteld wordt. Het
stuk ls zeker niet „uit Het Heilige Hout
gesneden", maar wel ontmoet men sou
ven Iers aan A water en vooral aan Een
Ioylle.
Maar ik wil er nog eens de nadruk
op leggen, dat mijn bezwaren stellig
niet bedoeld zijn als een verwerping
van deze eerste stap van dc lyrische
Hoornik naar de dramatische. Ik ben
benieuwd, zeer benieuwd naar de op
voering. die door de Nederlandse Co-
mrdie ten tonele gebracht zal norden
en die het bewijs zal moeten leveren
van het al of niet juist zjjn van mijn
beweringen.
CLARA EGG INK.