Regering en Ned. Rode Kruis in
Londen waren niet doordrongen
van ellende in kampen
Joodse deel het ergst getroffen
e"
Geallieerden waren niet erg
voor relief-aeties
Het avontuur der uitgewekenen
in 1940-1945
Duizenden vluchtelingen hingen
maandenlang tussen wal en sehip
Klachten over de hulpverlening
28.000 der 30.000 Nederlanders
uit Oost-Europa gerepatrieerd
ZATERDAG 27 SEPTEMBER
Te voldaan over eigen prestaties
naar het oordeel van de commissie,
niet altüd voldoende initiatief cn vast
houdendheid betoond, ook al was de
kans op succes niet groot, bij hun
pogingen om verlichting Ie brengen in
het lot van dev:e landgenoten.
Het doet naar de mening der com
missie niet bevredigend aan, dat niet
de ellende der landgenoten in Duits
land voor de Regering de allesbeheer
sende factor is geweest bij de bepaling
van haar houding.
Dit geldt ook ten aanzien van de Jood
se landgenoten onder de gedeporteerden.
Voor de speciaal voor de Joodse gede-
I porteerden gedurende de oorlog aanbe
volen pogingen tot hulpverlening geldt,
dsf de Regering, ai is daarmede laat een
I begin gemaakt, getracht heeft daaraan
steun te verlenen. Ook op dit gebied ech
ter deden zich bij de practlsche ultvoe-
ring der ontworpen plannen zoveel hin
derpalen voor. dat slechts In beperkte
mate succes werd verkregen Hierbij
mag dan worden opgemerkt, dat ook de
invloedrijke Internationale Joodse orga
nisaties geen grote resultaten hebben
verkregen.
Door de ellende van Duitse gevan-
I genncming, deportaties en liquidatie is
dan ook het Joodse bevolkingsdeel het
zwaarst getroffen.
Het dagelijkse bestuur van het Ne-
derlandsche Rooae Kruis benoemde dc zg.
Pakkettencommissie, die 29 Nov. 1945
werd geïnstalleerd en bestund uit: de
heer Koos Vorrink (voorzitter), mevr.
A M Boissevain-Van Lennep de heer
W A. H. C Bodaard. de heer A J Teu-
nissen (allen namens de Grote Advies
commissie van de Illegaliteit) en Jhr G.
M Verspijck (Namens hetNederlandsche
Roode Kruis).
De Parlementaire Enquête Commissie heeft zich, en niet in geringe
mate, ook bezig gehouden met een onderzoek, omtrent hetgeen er
van Nederlandse zijde is gedaan ten behoeve van vluchtelingen,
krijgsgevangenen, civiele gevangenen, gedeporteerden en andere
groepen van oorlogsslachtoffers. In dit onderzoek heeft de P.E.C. ook
het Nederlandse Rode Kruis betrokken, ook al omdat het rapport van
de door het dagelijkse bestuur van het Rode Kruis ingestelde zgn.
Pakkettencommissie*) haar genoopt hebben het Nederlandse Rode
Kruis in dit onderhoud te betrekken. De opmerkingen in dit rapport
gemaakt immers zijn nauw verweven met de conclusies van de Com
missie over de handelingen der Regering.
In de oorlogsjaren Is het moelUJk ge-
b'eken om Dik Kelten t" zenden aan o i-
tleke gevangenen en Joodse gedeporteer
den. Dit waren nieuwe categorieën van
gevangenen, omtrent wie in de Conven
tie van Geneve niets was bepaald, wes
halve de Duitsers die In alle opzichten
stroef waren, moeilijkheden ln de weg
legden, terwijl aan de andere kant de
geallieerden ook niet zo dadelijk bereid
bleken de blokkade te breken, uitgaande
van het standpunt als zl) de vele andere
gevangenen zou gaan helpen voeden, de
levensmiddelen, welke voor deze mensen
beschikbaar moesten zijn ten eigen bate
zouden worden aangewend, waardoor
het oorlogspotentieel der Duitsers zou
worden versterkt,
Er moest evenwel voor deze catego
rieën, die door de behandeling der Duit
sers niet alleen ln grote nood waren,
doch ook ln direct levensgevaar, Iets
worden gedaan! Wat Is er gedaan? Door
wie Is er wat gedaan? Op welke wijze?
Dit zijn vragen die zich hebben opge
drongen na de oorlog vooral, omdat men
zich niet aan de Indruk kon onttrekken
dat er te weinig Is gedaan of door te
genwerking. of door gebrek aan snmen-
werklng. door de laksheid, door geldge
brek of door wat ook.
De Parlementaire Enquête Commis
sie heeft vele personen gehoord, en zij
komt tot de eonclusie, dat er encrz(|ds
vaak individueel goed en veel omvat
tend werk Is gedaan anderzijds, dat
niet alle mogelijkheden zijn gebruikt.
haar plicht om zich het lot dezer
slachtoffers aan te trekken en pogin
gen te doen tot verzachting daarvan.
Daartegenover staat dat de Regering
reeds In het begin van de oorlog de
zorg heeft overgedragen aan het bon
don Committee van het Nederlandse
Rode Kruis, Zij onderhield er wel con
tact mede, doch van een geregelde
regeringscontróle op de détails der uit
voering door dit Comité, van de haar
opgedragen taak kon In feite niet wor
den gesproken. In enkele op zlchzelf-
staande gevallen hebben verschillende
ministers getracht het pad te effenen.
Men kan zich afvragen, of langs deze
weg alle mogelijkheden voldoende zijn
benut om het lot der in nood verke
rende landgenoten te verzachten.
LEIDING LONDON COMMITTEE
HAD MEER KUNNEN PRESTEREN
Op zichzelf behoefde de delegatie van
het uitvoerende werk aan het London
Committee niet noodzakelijkerwijs te
leiden tot een tekort schieten. Voor een
zeer groot deel toch hing het resultaat
van de werkzaamheden af van de ge
aardheid, toewijding en vindingrijkheid
van de personen die de leiding hadden
in het L.C.
Te dien aanzien nu helt de com
missie over tot de mening, dat vooral
In 19441945, toen de nood bij de
slachtoffers het grootst was, de leiding
van het London Committee meer had
kunnen presteren.
DUITSE CONCENTRATIE KAMPEN WAARIN
NEDERLANDERS VERBLEVEN
„«BESLAd
0 nossmu*^ tsjecho.slowak/je
frankrijk!
94 eweNEN
iatiwch.ch f MUNCHEH-J
mïTiaal I-1""' O'
oostenrijk
Nief voldoende moeite
De P.E.C. concludeert o.m. dat dc
vraag of de Nederlandse Regering te
Londen zich voldoende moeite heelt
gegeven ten behoeve van dc zich als
gevangenen, ingeslotcncn in concen
tratiekampen, gedeporteerden of an
derszins in handen van de vijand be
vindende landgenoten, alsmede voor
de overige aan velerlei ontberingen
overgeleverde bewoners van Neder
land, is niet zonder meer bevestigend
te beantwoorden. Ongetwijfeld is de
Regering zich wel bewust geweest van
lllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllll!'
(Speciale berichtgeving).
Uit verklaringen, afgelegd voor
de P.E.O.. blijkt dat de heer Ker
sten onaangenaam getroffen was
over het feit. dat Graaf Bernadotte
min of meer voor zich de eer op
eiste de vlak voor het einde van de
oorlog plaats gehad hebbende
massale vrijlatingen uit Duitse
kamnen georganiseerd te hebben.
Graaf Folke Bernadotte zou ln
feite niets andere gedaan hebben
dan telefonisch Rode Kruis wagens
te ontbieden.
Het contact dat Himmler met
graaf Bernadotte gehad heeft, cn
dat tot. stand kwam door bemid
deling van de heer Kersten, zou
van Himmlers kant ais doel heb
ben gehad Graaf Folke Bernadotte
over te halen als politiek bemid
delaar met. Engeland on te gaan
treden. Bernadotte heeft dit ech
ter geweigerd, evenals de heer Ker
sten. die eveneens zulk een ver
zoek kreeg.
Volgens de heer Kersten zou
graaf Bernadotte onder invloed ziin
gekomen van tegen hem gerichte
verhalen die eerst door Göbbels
ln de wereld geholpen zouden zlin
en later na de oorlog door
anderen.
Mr F. Th. Dilckmeester. de op
volger van de lieer C Knuist, heeft
ten .«lotte verklaard, dat de heer
Kersten zich hierover ln hoge mate
miskend gevoelde.
In ziin boek ..Het Einde", be-
schrllvende ziin activiteiten ge
durende de laatste maanden van
de oorlog rent Graaf Bernadotte
met. peen enkel woord over de
heer Kersten.
Tegenover een der getuigen van
de P.E.C. heeft Graaf Berna
dotte echter od de vraag of hii
steun had ontvangen v-n r)eb<"><'
Kersten, geantwoord met een
slmDel ..Ja". Meer wilde graaf
Bernadotte niet zeegen. - (Red.
L.D.)
Haar onderzoek heeft de commissie de
indruk gegeven, dat die leiding zich eer
der bij de teleurstellende gang van zaken
neerlegde, spoediger voldaan was over
eigen prestaties dan gewenst ware ge
weest.
De Commissie kan zich echter niet
plaatsen achter de verwijten van de Pak
kettencommissie. die zich daarbij te zeer
heeft laten lelden door hetgeen haar
leden tijdens hun verblijf ln concentra
tiekampen en gevangenissen hebben ge
constateerd of hebben gemeend te con
stateren en daaruit te eenzijdig heeft
geconcludeerd, dat de oorzaken daarvan
gelegen hebben ln tekortkomingen van
in het bijzonder van Regering en Co
mité. De Pakkettencommissie is te ge
makkelijk gekomen tot verwijten aan de
Nederlandse instanties. Sommige der tot
grondslag gediend hebbende getuigen
verklaringen bleken volkomen onjuist te
zijn; van andere kan gezegd worden,
dat twijfel aan haar waarde gerecht
vaardigd ls.
Het voornaamste bezwaar van de
commissie ts wel, dat zij uit dc ver
horen de indruk heeft moeten krijgen,
dat noch de Regering, noch het Lon
don Committee van het Nederlandse
VLUCHTWEGEN TIJDENS
DE DUITSE BEZETTING
Rode Kruis steeds voldoende door
drongen is geweest van de nameloze
ellende, waarin zovele In Duitse han
den zijnde landgenoten verkeerden.
Ook hebben de hiergenoemde organen,
Zwedens hulpverlening
Nederlandse regering
moest er voor vechten!
Een deel van het onderzoek der
P.E.C. Is gewijd geweest aan de orga
nisatie van de hulpverlening aan liet
bezette Nederland. Voor hetgeen ten
aanzien van de bevordering van de
Zweedse hulpverlening is gedaan, wil
de Commissie niet nalaten haar waar
dering uit te spreken. Bovendien is
het Nederlandse volk veel dank ver
schuldigd aan Zweden, dat een groot
gedeelte van de levensmiddelen heeft
geschonken.
In 1940 heeft de toenmalige minister
ileenberghe aan de heer C. van Stolk,
die dc leiding had van het voedsel-
aankoopbureau In New-York, verzocht
een zekere voorraad te vormen, in ver
band met de voorziening van Nederland
na de oorlog. De heer Van Stolk heeft
daaraan toen de voorwaarde verbonden
dat tevens een relief-regellng in het
leven zou worden geroepen, d.w.z. leve
ranties van levensbehoeften gedurende
de oorlog aan Nederland. In geallieerde
kringen had men hier niet veel mee op.
Vooral in Amerika had men overwe
gende bezwaren. Bij conferenties met de
geallieerden kreeg men de Indruk, dat de
Amerikanen en de Engelsen zich achter
elkaar verscholen.
In Amerika zei men: „Churchill Is er
altijd: De Duitsers
Volgens de heer Steenberghe is de
heer Gcrbrandy destijds zeer gekant
geweest tegen het verlenen van relief:
Ten eerste omdat hij de Duitsers niet
vertrouwde, en ten tweede omdat de
politieke situatie in 1944 zulks niet
raadzaam maakte. Toen begin 1945 de
situatie In Nederland erg precair was
geworden, kreeg de Nederlandse rege
ring van Churchill tenslotte toestem
ming om reliefschepen van Zweden
uit naar Nederland te laten ver
trokken.
Voor het echter zover was gekomen,
waren langdurige onderhandelingen met
Zweden gevoerd over de grootte en de
financiering van de zendingen.
Nadat op 6 Juni 1944 de invasie ln
Frankrijk was begonnen, werd van
Zweedse zijde besloten het verlenen van
uitvoer-vergunnmgen voor levensmidde
len ten behoeve van Nederland voor
lopig geen doorgang te doen vinden,
waardoor de pogingen om door bemid
deling van het Zweedse Rode Kruis hulp
te brengen aan Nederland, toen zonder
succes bleven. In de tweede helft van
1944 hebben wederom onderhandelingen
plaats gevonden, in welke besprekingen
onderzocht
Y'lf honderden Nederlanders, vooral ook Joodse Nederlanders, ziin in
1940 bi/ de nadering van de Duitsers uitgeweken naar Frankrijk; vele
honderden Nederlanders zijn ook tijdens de Duitse bezetting gevlucht;
naar Frankrijk. Zwitserland. Zweden. Zij dachten misschien, dat het een
klem kunstje ii-os in Engeland te komen als zij maar eenmaal uit de preep
van de Duitsers waren. Maar de tanden, waar de vluchtelingen veilig
zouden zijn. wilden slechts weinig of geen vreemdelingen toelaten. Daar
door bleek iedere vlucht een avontuur. Duizenden vluchtelingen hingen
maandenlang cn sommigen zelfs jarenlang lussen wal en schip. Niemand
ivist eigenlijk goed raad met hen.
Moeilijkheden zonder tal
De vluchtelingen hadden veelal geen
geld om in hun onderhoud te voorzien
en ook niet om zelf een zeereis te be
talen. De vluchtelingen hebben vaak
maanden en maanden moeten wachten
alvorens zij uit Frankrijk verder kon
den reizen en velen hebben vergeefs ge
wacht. Dat ls natuurlijk aanleiding ge
worden tot ontevredenheid en klachten,
over het eten In de vluchtelingencentra,
over de steunuitkeringen, over wanbe
grip, over onvriendelijke bejegening,
over gebrek aan voortvarendheid, enz.
Heeft de regering in Londen en heb
ben haar buitenlandse vertegenwoor
digers wel voldoende gedaan om d»
vluchtelingen hulp te bieden? Dat
heeft de P.E.C. onderzocht. De con
clusie is, dat er in een enkel opzicht
meer gedaan had kunnen worden, dat
de steunuitkeringen in Frankrijk en
lange tjjd in Zweden aan de karige
kant zijn geweest, dat er niet altijd
een Juist begrip heeft geheerst van dc
mentaliteit der vluchtelingen, maar
dat er ook onder buitengewoon moei
lijke, abnormale omstandigheden, lof
waardig werk Is verricht.
Chaotische toestand
Het rapport van de Enquête-Com-
mlssie geeft enig inzicht in de moeilijk
heden waaronder hulp moest worden
verleend. Want in het Zuiden van
Frankrijk vertoefden niet alleen Neder
landse uitgewekenen, maar ook hon
derdduizenden vluchtelingen uit België
en Noord-Frankrijk. Toen de zomer van
1940 voorbij was, waren de moesten van
de enkele tienduizenden Nederlandse
uitgewekenen echter naar. ons land te
ruggekeerd, behalve de Joodse Neder
landers en degenen, die om andere re
denen gevaar zouden lopen slachtoffer
te worden van de Duitse terreur.
Voor de hulpverlening aan de onge
veer 2500 achtergebleven Nederlandse
uitgewekenen was de positie echter moei
lijker geworden, doordat op 5 Septem
ber 1940 het Nederlandse gezantschap
op bevel van de Franse regering zlJn
werkzaamheden had moeten staken. Op
23 November 1940 volgde de sluiting van
de Nederlandse consulaten, die werden
vervangen door officieuze hulpbureaux
Deze hadden tot taak de bescherming
van de belangen van Nederlandse on
derdanen, maar zij moesten zich ont-
Ongeregelde toestanden in
uitgestrekt gebied
(Speciale berichtgeving)
Het Is moeilijk een Jnlst beeld te krijgen van het aantal Nederlanders, dat
zich kort voor de bevrijding van ons land bevond In de Sovjet-Unie en Oost
Europa. De toenmalige Nedcrlandoe ambassadeur te Moskou, de heer C. ba
ron van Breugel Douglas, kon slechts afgaan op schattingen, waarbij hij als
basis heeft genomen het geschatte aantal Nederlanders, dat oorspronkelijk
aanwezig heeft moeten zijn. Het aantal Nederlanders, dat zich in de Soviet
Unie cn elders ln Oost-Europa bevond, ls geschat op 30.000 a 35.000 overle
venden, die zich vooral ophielden in de buurt van Katowitz, Krakau. Lodz,
Lublin cn andere plaatsen ln Polen.
Van een geschat minimum van 30.000 Nederlanders, Is er, naar de heer van
Breugel Douglas veelt'» arde. die hierbij afgaat op de zeer summiere gegevens,
welke hem te Moskou van buitenaf bereikten, voor zijn vertrek uit Rusland,
dat ln 1946 plaats vond, een minimum van 28.000 gerepatrieerd. Het grootste
gedeelte van de uit Russisch gebied gerepatrieerde Nederlanders is "over
land teruggekeerd.
Door de oud-ambassadeur te Moskou
Is verder gezegd over leze terugkeer,
dat hij geen aanleiding had om aan te
nemen, dat de Russen de Nederlanders
daarbij zouden hebben tegengehouden,
niet uitzondering dan van degenen,
dit zij om bijzondere redenen hebben
vastgehouden. Naar iJn schatting zijn
er een paar duizend Nederlanders niet
uit het T usslsche gtbled teruggekeerd.
De meeste Nederlanders waren ln
Pools of Duits gebied geconcentreerd
en wel op 1000 km afstand van Mos
kou.
I In het jaar 1944 heeft zich op het
gebied van de repatriëring weinig
voorgedaan. Toen het Russische front
in Polen kwam te liggen, veranderde
de situatie en kreeg men van Molotov
gedaan, dat bevrijde Nederlanders naar
Odessa zouden worden gedirigeerd.
In kleine groepen kwamen de Ne
derlanders afzakken naar Odessa.
De Sovjet-autoriteiten toonden zich
royaal, ook al ging het aanvankelijk
een beetje stroef. De Nederlanders
werden in een tre'n <«zet en zli kre
gen voedsel mee: bijvoorbeeld een half
schaap, zakken met grutten en theel
NA DUITSLANDS
INEENSTORTING
Na de ineenstorting 'an Duitsland
heeft men er de aandacht van de Sov
jet-autoriteiten op gevestigd, dat de
route over Odessa zou kunnen verval
len. De Sovjet-regering heeft daarop
de betrokken militaire autoriteiten in
structie gegeven, om alle Nederlanders,
die voor repatriëring in aanmerking
kwamen, voortaan in westelijke rich
ting te leiden. Hiermede trad de tweede
fase van de terugkeer van Nederlan
ders uit Russisch eebled aan.
Nadat het repatriërlngsverdrag met
Tsjecho-Slowakije tot stand was geko
men, werd in de zomer van 1945 een
missie, onder leiding van mr. G. A.
Boon, naar Praag gezonden. Te Bam
berg heeft deze missie de eerste Ne
derlandse gedeporteerden aangetroffen
n.l. 400 uit Theresienstadt afkomstige
Joodse Nederlanders, die met treinen
van Bamberg uit, naar Nederland wer
den gebracht.
In de buurt van Pilsen vond de mis
sie, in het kamp Dobrany, onder lei
ding van de Lcidse hoogleraar prof.
mr. E. M. Meijers, r.og een groep uit
Theresienstadt afkomstige Neder
landers, ongeveer 600. Deze zijn la
ter met Amerikaanse vliegtuigen
naar His gebracht. Er waren zieken
en ouden van dagen bi).
De missie-Boon heeft in het uitge
breidste en moeilijkste gedeelte van
Europa haar werk verricht. De vervoer
middelen waar men over beschikte
waren in slechte conditie en bovendien
was de benzine-voorziening slecht In
Nederland werd aan zijn klachten wei
nig aandacht ceschonk n. Later werd
de uitrusting beter.
Na 10 Mei 1945 begonnen groepen
houden van officiële handelingen zoals
bijvoorbeeld de afgifte en de verlen
ging van paspoorten. De Fransen ver
leenden in het geheim echter nog zo
veel mogelijk medewerking en in het
gin van 1941 werd ln onbezet Frankrijk
aan nog ongeveer 1400 Nederlandse uit
gewekenen steun verleend. Het voor
naamste Nederlandse centrum bevond
zich in de nabijheid van Toulouse.
De agenten van de Vichy-regering
maakten het de Nederlandse consulaire
ambtenaren echter steeds moeilijker.
Een Franse wet maakte het mogelijk
vreemdelingen tot werken te verplich
ten. De moeilijkheid werd de Nederlan
ders uit de werkkampen te houden. In
Augustus en September 1942 werden ook
in het Zuiden van Frankrijk klopjach
ten op Joden gehouden. Zij werden op
gesloten in speciale Franse Jodenkam
pen, maar de heer Sevenster, die con
sul-generaal te Parijs was geweest, wist
te bereiken, dat de Joodse Nederlan
ders in de Nederlandse vluchtelingen-
centra mochten blijven. Inmiddels gin
gen er via Madrid en Lissabon nood
kreten naar de regering ln Londen.
Slachtoffers
De stemming onder de vluchtelin
gen in Frankrijk werd door de span
ning geprikkeld. Zij wilden weg uit
Frankrijk, maar Spanje en Portugal
wilden hen niet toelaten ea de Ne
derlandse consulaire ambtenaren kon
den niet voldoende hélpen. Zo zijn er
ook klachten geweest over de heer J.
W. Kolkman, •'e directeur van het
Nederlandse hureau te Perplraan bij
de Spaanse grens. De Enquête-Com
missie Is het er echter over eens. dat
de heer Kolkman zich in alle opzich
ten in de moeilijkste omstandigheden
op dc voortreffelijkste wijze van zijn
taak heeft gekweten. In December
1942 heeft hij zich genoodzaakt ge>
zien zich naar Spanje te begeven,
doch In de Pyreneeën is hij in han
den van de Duitsers gevallen. Hij Is
In Duitse gevangenschap omgekomen.
De heer Testers van het Neder
landse bureau te Toulouse is op 15 Sep'
tember 1942 door de Duitsers gevangen
genomen en in gevangenschap overle>
den. De Joodse kolonel Llsbonne, di
Franse commandant van het Neder
landse arbeldscentrum te Chêteauneuf-
les-Balns. Is door de Duitsers opgepakt,
omdat hij zoveel Nederlanders had la
ten weglopen. Hij ls naar de gaskamer
gebracht. Toch waren ook over hen
klachten vernomen over slapheid, wan-
beerlp. enz.
De heer M. H. C. J a n s e, die kanse
lier aan het Nederlandse gezantschap
te Parijs was geweest en zich heeft be
moeid met de steunuitkeringen, ts later
ook gevangen genomen, evenals me]
Mouwen, die hem opvolgde, maar zU
hehhen de kampen in Duitsland over
leefd.
Nederlanders uit Sudetenland naar
Praag te komen. In °en riar weken
kwamen 20.000 tot 30.000 refugé's bln-
Het waren hoofzakelijk „displaced
persons" en tewerkgestelden. De Tle-
chische regering heeft, aldus de me
ning van de missie, prachtig voor hen
gezorgd. Zij werden in scholen onder
gebracht en er was voortreffelijk voed
sel. 4
Op grond van hetgeen de Enquête-
Commissie is gebleken met betrek
king tot de repatriëring van Neder
landse gedeporteerden uit Rusland
en de door Rusland bezette gebieden,
is zij van oordeel, dat deze meer dan
die uit andere streken onderhevig is
geweest aan moeilijkheden, welke
niet alleen veroorzaakt werdeD door
de uitgestrektheid van het terrein,
waaruit gerepatrieerd moest worden,
doch ook door de toenmalige vrij
ongeregelde toeslander ln het mid
den en Oosten van Europa en de no-
llliekc verhoudingen. Degenen, die
zich met repatriëringswerkzaamhe
den daar hebben bezig gehouden,
kunnen geen tekortkomingen verwe
ten worden Zij meent met name, dat
zowel de heer van Breugel Douglas,
als door de Comm's«le-Roon bevre
digende resultaten zjjn verkregen.
ook de Duitsers en de Engelsen moesten
worden betrokken. Maar eindelijk kwam
het tooh zover, dat ln Januari 1945 de
eerste twee schepen uit Zweden konden
vertrekken.
„WU hebben daarvoor moeten
vechten", heeft prof. Gcrbrandy ver
klaard.
Later zijn nog drie schepen gevolgd.
Bij aankomst in Delfzijl moest alles in
binnenschepen worden overgeladen en
door de vorst heeft het toen nog lang
geduurd voor het voedsel in het Westen
aankwam.
De Zweedse regering heeft voor een
waarde van 5 millioen kronen aan voed
sel geschonken, terwijl de Nederlandse
regering voor Ti millioen kronen had
gekocht. Tezamen met de 2 millioen
kronen van het Zweeds-Nederlandse
hulpcomité ls voor een totale waaide
van 14Vmillioen kronen bijeenge
bracht. In totaal zijn 12.887 ton voedsel
naar Nederland gebracht. Tussen Ne
derland en Zweden was voor dit doel
een credietovereenikomst gesloten van
75 millioen kronen. Later volgde nog
een crediet van 25 millioen kronen.
nant", die uit Lissabon kwam, bij Go
thenburg was vastgelopen. Later ls dit
schip opgestoomd naar Den Helder, waar
het Juist bU de bevrijding zijn lading
kon lossen. Dit was de laatste zending
van de relief-actie.
Illlllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Minister Beyen,
een man met een hart
In de oorlogsjaren gaven de En-
gelspii geen toestemming voor geld
zendingen naar bezet gebied voor
hulp aan Nederlandse uitgewekenen.
In rilt verband wordt ln het Jongste
rnpport van de Pariementalre-Enqué-
te-Commlssle ook de naam genoemd
van mr J. W. Beyen. de tegenwoor
dige minister van Buitenlandse Za
ken. Terloops wordt althans Ju een
alinea geschreven:
„Bovendien toonde op 21 December
1042 een ambtenaar van de Britse
Treasury, de lieer W. L. Frascr, In
een vriendschappelijk briefje aan mr
•I. \V. Beyen, financieel adviseur van
de Nederlandse regering te Londen,
zich begaan met de Nederlanders ln
het voormalig onbezette gebied van
Frankrijk, die naa-r twee kanten wa
ren afgesneden van Inkomsten. In die
brief opperde de heer Fraser de mo
gelijkheid tot geldzendingen aan be
paalde personen In Frankrijk en hU
verklaarde zlcli bereid eens te spre
ken over de wijze, waarop dit zou
knnnen geschieden".
„De minister van Financiën, nan
wie de heer Beyen liet schrijven van
de heer Frascr blijkbaar heeft over
handigd, zonder er afschrift van aan
zl|n ambtgenoten van Binnenlandse
en van Buitenlandse Zaken enz.
De Enqucte-Commlssle schenkt
verder geen aandacht aan dc activi
teit van mr Beyen In deze aangele
genheid. maar er bllllct toch uit. dat
hl) begaan Is geweest met liet lot van
de vluchtelingen In Frankrllk en
daarom met de heer Frascr er over
heeft gesproken, waarna hij aan de
bevoegde Instantie het resultaat er
van heeft meegedeeld.
Illllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Zuinigheid
niet gewaardeerd
Er zijn in Zuid-Frankrijk onder de
Nederlandse uitgewekenen nogal eens
klachten geweest over de karige steun
uitkering, die per dag 20 francs bedroeg
voor het gezinshoofd en 13 francs voor
de verdere gezinsleden, (kinderen bene
den de 12 jaar 8 francs). Bovendien
werden dokters- en apothekersrekenin
gen betaald en huursteun verleend tob
ten hoogste 300 francs per maand (da
franc was toen 5 cent).
De ontevredenheid over de hoogte van
deze steunuitkeringen groeide doordat do
uitgewekenen uit Zwitserland en Spanje
enthousiaste brieven ontvingen, volgens
welke de Nederlandse vluchtelingen
daar ln goede hotels en pensions wer
den ondergebracht en ln Zwitserland
zelfs ski-lessen konden nemen en ten-
nls-raokets kopen.
De vluchtelingen In Frankrijk
klaagden dan. maar de heer Seven
ster werd te VIchy op het Ministerie
van Binnenlandse Zaken ontboden,
waar hem werd verteld, dat de steun
uitkeringen aan de Nederlanders te
hoog waren en meer bedroegen dan
de steun aan de vrouwen van Franse
krijgsgevangenen.
Het was moeilijk zonder bezwaar van
de Vichy-regering over de steunbedra
gen te kunnen beschikken; het was bo
vendien moeilijk voldoende geld uit
Londen los te krijgen omdat men daar
vreesde dat bij een bezetting van geheel
Frankrijk het geld In Duitse handen zou
vallen. Toen FrankrUk Inderdaad geheel
werd bezet en er nog ongeveer 1200 Ne
derlandse uitgewekenen moesten wor
den ondersteund, werden de financiële
problemen nog groter Maar In de krin
gen van de vluchtelingen wist men niets
of onvoldoende van de moeilijkheden
van de baas" en zijn medewerkers en
men klaagde.
De Enquête-Commissie ls tot de me
ning gekomen, dat de heer Sevenster er
naar gestreefd heeft een zo groot mjge-
Hjke zuinigheid te betrachten ten einde
de tekorten, die ontstonden door de toe
neming van nieuwe vluchtelingen, zo
laag mogelijk te houden. Hoewel de
commissie niet met zekerheid kan vast
stellen of de verleende toelagen ontoe
reikend zijn geweest, heeft zij wel de
Indruk gekregen, dat zulks het geval is
geweest, en zeker ls zij van mening dat
de bedragen karig waren. De heer Se
venster had naar haar oordeel met meer
nadruk dan hij heeft gedaan, kunnen
aandringen op vermeerdering van de
geldzendingen om de steunuitkeringen
te kunnen verhogen Overigens ls de
Fnquète-Commissie van oorrtepl dat de
heer Sevenster onder oneekena moei-
liike oms'andlsrhpden zich op "prdien-
stelilke wijze van ztfn taak heeft ge
kweten.