Regering en Ned. Rode Kruis in Londen waren niet doordrongen van ellende in kampen Joodse deel het ergst getroffen e" Geallieerden waren niet erg voor relief-aeties Het avontuur der uitgewekenen in 1940-1945 Duizenden vluchtelingen hingen maandenlang tussen wal en sehip Klachten over de hulpverlening 28.000 der 30.000 Nederlanders uit Oost-Europa gerepatrieerd ZATERDAG 27 SEPTEMBER Te voldaan over eigen prestaties naar het oordeel van de commissie, niet altüd voldoende initiatief cn vast houdendheid betoond, ook al was de kans op succes niet groot, bij hun pogingen om verlichting Ie brengen in het lot van dev:e landgenoten. Het doet naar de mening der com missie niet bevredigend aan, dat niet de ellende der landgenoten in Duits land voor de Regering de allesbeheer sende factor is geweest bij de bepaling van haar houding. Dit geldt ook ten aanzien van de Jood se landgenoten onder de gedeporteerden. Voor de speciaal voor de Joodse gede- I porteerden gedurende de oorlog aanbe volen pogingen tot hulpverlening geldt, dsf de Regering, ai is daarmede laat een I begin gemaakt, getracht heeft daaraan steun te verlenen. Ook op dit gebied ech ter deden zich bij de practlsche ultvoe- ring der ontworpen plannen zoveel hin derpalen voor. dat slechts In beperkte mate succes werd verkregen Hierbij mag dan worden opgemerkt, dat ook de invloedrijke Internationale Joodse orga nisaties geen grote resultaten hebben verkregen. Door de ellende van Duitse gevan- I genncming, deportaties en liquidatie is dan ook het Joodse bevolkingsdeel het zwaarst getroffen. Het dagelijkse bestuur van het Ne- derlandsche Rooae Kruis benoemde dc zg. Pakkettencommissie, die 29 Nov. 1945 werd geïnstalleerd en bestund uit: de heer Koos Vorrink (voorzitter), mevr. A M Boissevain-Van Lennep de heer W A. H. C Bodaard. de heer A J Teu- nissen (allen namens de Grote Advies commissie van de Illegaliteit) en Jhr G. M Verspijck (Namens hetNederlandsche Roode Kruis). De Parlementaire Enquête Commissie heeft zich, en niet in geringe mate, ook bezig gehouden met een onderzoek, omtrent hetgeen er van Nederlandse zijde is gedaan ten behoeve van vluchtelingen, krijgsgevangenen, civiele gevangenen, gedeporteerden en andere groepen van oorlogsslachtoffers. In dit onderzoek heeft de P.E.C. ook het Nederlandse Rode Kruis betrokken, ook al omdat het rapport van de door het dagelijkse bestuur van het Rode Kruis ingestelde zgn. Pakkettencommissie*) haar genoopt hebben het Nederlandse Rode Kruis in dit onderhoud te betrekken. De opmerkingen in dit rapport gemaakt immers zijn nauw verweven met de conclusies van de Com missie over de handelingen der Regering. In de oorlogsjaren Is het moelUJk ge- b'eken om Dik Kelten t" zenden aan o i- tleke gevangenen en Joodse gedeporteer den. Dit waren nieuwe categorieën van gevangenen, omtrent wie in de Conven tie van Geneve niets was bepaald, wes halve de Duitsers die In alle opzichten stroef waren, moeilijkheden ln de weg legden, terwijl aan de andere kant de geallieerden ook niet zo dadelijk bereid bleken de blokkade te breken, uitgaande van het standpunt als zl) de vele andere gevangenen zou gaan helpen voeden, de levensmiddelen, welke voor deze mensen beschikbaar moesten zijn ten eigen bate zouden worden aangewend, waardoor het oorlogspotentieel der Duitsers zou worden versterkt, Er moest evenwel voor deze catego rieën, die door de behandeling der Duit sers niet alleen ln grote nood waren, doch ook ln direct levensgevaar, Iets worden gedaan! Wat Is er gedaan? Door wie Is er wat gedaan? Op welke wijze? Dit zijn vragen die zich hebben opge drongen na de oorlog vooral, omdat men zich niet aan de Indruk kon onttrekken dat er te weinig Is gedaan of door te genwerking. of door gebrek aan snmen- werklng. door de laksheid, door geldge brek of door wat ook. De Parlementaire Enquête Commis sie heeft vele personen gehoord, en zij komt tot de eonclusie, dat er encrz(|ds vaak individueel goed en veel omvat tend werk Is gedaan anderzijds, dat niet alle mogelijkheden zijn gebruikt. haar plicht om zich het lot dezer slachtoffers aan te trekken en pogin gen te doen tot verzachting daarvan. Daartegenover staat dat de Regering reeds In het begin van de oorlog de zorg heeft overgedragen aan het bon don Committee van het Nederlandse Rode Kruis, Zij onderhield er wel con tact mede, doch van een geregelde regeringscontróle op de détails der uit voering door dit Comité, van de haar opgedragen taak kon In feite niet wor den gesproken. In enkele op zlchzelf- staande gevallen hebben verschillende ministers getracht het pad te effenen. Men kan zich afvragen, of langs deze weg alle mogelijkheden voldoende zijn benut om het lot der in nood verke rende landgenoten te verzachten. LEIDING LONDON COMMITTEE HAD MEER KUNNEN PRESTEREN Op zichzelf behoefde de delegatie van het uitvoerende werk aan het London Committee niet noodzakelijkerwijs te leiden tot een tekort schieten. Voor een zeer groot deel toch hing het resultaat van de werkzaamheden af van de ge aardheid, toewijding en vindingrijkheid van de personen die de leiding hadden in het L.C. Te dien aanzien nu helt de com missie over tot de mening, dat vooral In 19441945, toen de nood bij de slachtoffers het grootst was, de leiding van het London Committee meer had kunnen presteren. DUITSE CONCENTRATIE KAMPEN WAARIN NEDERLANDERS VERBLEVEN „«BESLAd 0 nossmu*^ tsjecho.slowak/je frankrijk! 94 eweNEN iatiwch.ch f MUNCHEH-J mïTiaal I-1""' O' oostenrijk Nief voldoende moeite De P.E.C. concludeert o.m. dat dc vraag of de Nederlandse Regering te Londen zich voldoende moeite heelt gegeven ten behoeve van dc zich als gevangenen, ingeslotcncn in concen tratiekampen, gedeporteerden of an derszins in handen van de vijand be vindende landgenoten, alsmede voor de overige aan velerlei ontberingen overgeleverde bewoners van Neder land, is niet zonder meer bevestigend te beantwoorden. Ongetwijfeld is de Regering zich wel bewust geweest van lllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllll!' (Speciale berichtgeving). Uit verklaringen, afgelegd voor de P.E.O.. blijkt dat de heer Ker sten onaangenaam getroffen was over het feit. dat Graaf Bernadotte min of meer voor zich de eer op eiste de vlak voor het einde van de oorlog plaats gehad hebbende massale vrijlatingen uit Duitse kamnen georganiseerd te hebben. Graaf Folke Bernadotte zou ln feite niets andere gedaan hebben dan telefonisch Rode Kruis wagens te ontbieden. Het contact dat Himmler met graaf Bernadotte gehad heeft, cn dat tot. stand kwam door bemid deling van de heer Kersten, zou van Himmlers kant ais doel heb ben gehad Graaf Folke Bernadotte over te halen als politiek bemid delaar met. Engeland on te gaan treden. Bernadotte heeft dit ech ter geweigerd, evenals de heer Ker sten. die eveneens zulk een ver zoek kreeg. Volgens de heer Kersten zou graaf Bernadotte onder invloed ziin gekomen van tegen hem gerichte verhalen die eerst door Göbbels ln de wereld geholpen zouden zlin en later na de oorlog door anderen. Mr F. Th. Dilckmeester. de op volger van de lieer C Knuist, heeft ten .«lotte verklaard, dat de heer Kersten zich hierover ln hoge mate miskend gevoelde. In ziin boek ..Het Einde", be- schrllvende ziin activiteiten ge durende de laatste maanden van de oorlog rent Graaf Bernadotte met. peen enkel woord over de heer Kersten. Tegenover een der getuigen van de P.E.C. heeft Graaf Berna dotte echter od de vraag of hii steun had ontvangen v-n r)eb<"><' Kersten, geantwoord met een slmDel ..Ja". Meer wilde graaf Bernadotte niet zeegen. - (Red. L.D.) Haar onderzoek heeft de commissie de indruk gegeven, dat die leiding zich eer der bij de teleurstellende gang van zaken neerlegde, spoediger voldaan was over eigen prestaties dan gewenst ware ge weest. De Commissie kan zich echter niet plaatsen achter de verwijten van de Pak kettencommissie. die zich daarbij te zeer heeft laten lelden door hetgeen haar leden tijdens hun verblijf ln concentra tiekampen en gevangenissen hebben ge constateerd of hebben gemeend te con stateren en daaruit te eenzijdig heeft geconcludeerd, dat de oorzaken daarvan gelegen hebben ln tekortkomingen van in het bijzonder van Regering en Co mité. De Pakkettencommissie is te ge makkelijk gekomen tot verwijten aan de Nederlandse instanties. Sommige der tot grondslag gediend hebbende getuigen verklaringen bleken volkomen onjuist te zijn; van andere kan gezegd worden, dat twijfel aan haar waarde gerecht vaardigd ls. Het voornaamste bezwaar van de commissie ts wel, dat zij uit dc ver horen de indruk heeft moeten krijgen, dat noch de Regering, noch het Lon don Committee van het Nederlandse VLUCHTWEGEN TIJDENS DE DUITSE BEZETTING Rode Kruis steeds voldoende door drongen is geweest van de nameloze ellende, waarin zovele In Duitse han den zijnde landgenoten verkeerden. Ook hebben de hiergenoemde organen, Zwedens hulpverlening Nederlandse regering moest er voor vechten! Een deel van het onderzoek der P.E.C. Is gewijd geweest aan de orga nisatie van de hulpverlening aan liet bezette Nederland. Voor hetgeen ten aanzien van de bevordering van de Zweedse hulpverlening is gedaan, wil de Commissie niet nalaten haar waar dering uit te spreken. Bovendien is het Nederlandse volk veel dank ver schuldigd aan Zweden, dat een groot gedeelte van de levensmiddelen heeft geschonken. In 1940 heeft de toenmalige minister ileenberghe aan de heer C. van Stolk, die dc leiding had van het voedsel- aankoopbureau In New-York, verzocht een zekere voorraad te vormen, in ver band met de voorziening van Nederland na de oorlog. De heer Van Stolk heeft daaraan toen de voorwaarde verbonden dat tevens een relief-regellng in het leven zou worden geroepen, d.w.z. leve ranties van levensbehoeften gedurende de oorlog aan Nederland. In geallieerde kringen had men hier niet veel mee op. Vooral in Amerika had men overwe gende bezwaren. Bij conferenties met de geallieerden kreeg men de Indruk, dat de Amerikanen en de Engelsen zich achter elkaar verscholen. In Amerika zei men: „Churchill Is er altijd: De Duitsers Volgens de heer Steenberghe is de heer Gcrbrandy destijds zeer gekant geweest tegen het verlenen van relief: Ten eerste omdat hij de Duitsers niet vertrouwde, en ten tweede omdat de politieke situatie in 1944 zulks niet raadzaam maakte. Toen begin 1945 de situatie In Nederland erg precair was geworden, kreeg de Nederlandse rege ring van Churchill tenslotte toestem ming om reliefschepen van Zweden uit naar Nederland te laten ver trokken. Voor het echter zover was gekomen, waren langdurige onderhandelingen met Zweden gevoerd over de grootte en de financiering van de zendingen. Nadat op 6 Juni 1944 de invasie ln Frankrijk was begonnen, werd van Zweedse zijde besloten het verlenen van uitvoer-vergunnmgen voor levensmidde len ten behoeve van Nederland voor lopig geen doorgang te doen vinden, waardoor de pogingen om door bemid deling van het Zweedse Rode Kruis hulp te brengen aan Nederland, toen zonder succes bleven. In de tweede helft van 1944 hebben wederom onderhandelingen plaats gevonden, in welke besprekingen onderzocht Y'lf honderden Nederlanders, vooral ook Joodse Nederlanders, ziin in 1940 bi/ de nadering van de Duitsers uitgeweken naar Frankrijk; vele honderden Nederlanders zijn ook tijdens de Duitse bezetting gevlucht; naar Frankrijk. Zwitserland. Zweden. Zij dachten misschien, dat het een klem kunstje ii-os in Engeland te komen als zij maar eenmaal uit de preep van de Duitsers waren. Maar de tanden, waar de vluchtelingen veilig zouden zijn. wilden slechts weinig of geen vreemdelingen toelaten. Daar door bleek iedere vlucht een avontuur. Duizenden vluchtelingen hingen maandenlang cn sommigen zelfs jarenlang lussen wal en schip. Niemand ivist eigenlijk goed raad met hen. Moeilijkheden zonder tal De vluchtelingen hadden veelal geen geld om in hun onderhoud te voorzien en ook niet om zelf een zeereis te be talen. De vluchtelingen hebben vaak maanden en maanden moeten wachten alvorens zij uit Frankrijk verder kon den reizen en velen hebben vergeefs ge wacht. Dat ls natuurlijk aanleiding ge worden tot ontevredenheid en klachten, over het eten In de vluchtelingencentra, over de steunuitkeringen, over wanbe grip, over onvriendelijke bejegening, over gebrek aan voortvarendheid, enz. Heeft de regering in Londen en heb ben haar buitenlandse vertegenwoor digers wel voldoende gedaan om d» vluchtelingen hulp te bieden? Dat heeft de P.E.C. onderzocht. De con clusie is, dat er in een enkel opzicht meer gedaan had kunnen worden, dat de steunuitkeringen in Frankrijk en lange tjjd in Zweden aan de karige kant zijn geweest, dat er niet altijd een Juist begrip heeft geheerst van dc mentaliteit der vluchtelingen, maar dat er ook onder buitengewoon moei lijke, abnormale omstandigheden, lof waardig werk Is verricht. Chaotische toestand Het rapport van de Enquête-Com- mlssie geeft enig inzicht in de moeilijk heden waaronder hulp moest worden verleend. Want in het Zuiden van Frankrijk vertoefden niet alleen Neder landse uitgewekenen, maar ook hon derdduizenden vluchtelingen uit België en Noord-Frankrijk. Toen de zomer van 1940 voorbij was, waren de moesten van de enkele tienduizenden Nederlandse uitgewekenen echter naar. ons land te ruggekeerd, behalve de Joodse Neder landers en degenen, die om andere re denen gevaar zouden lopen slachtoffer te worden van de Duitse terreur. Voor de hulpverlening aan de onge veer 2500 achtergebleven Nederlandse uitgewekenen was de positie echter moei lijker geworden, doordat op 5 Septem ber 1940 het Nederlandse gezantschap op bevel van de Franse regering zlJn werkzaamheden had moeten staken. Op 23 November 1940 volgde de sluiting van de Nederlandse consulaten, die werden vervangen door officieuze hulpbureaux Deze hadden tot taak de bescherming van de belangen van Nederlandse on derdanen, maar zij moesten zich ont- Ongeregelde toestanden in uitgestrekt gebied (Speciale berichtgeving) Het Is moeilijk een Jnlst beeld te krijgen van het aantal Nederlanders, dat zich kort voor de bevrijding van ons land bevond In de Sovjet-Unie en Oost Europa. De toenmalige Nedcrlandoe ambassadeur te Moskou, de heer C. ba ron van Breugel Douglas, kon slechts afgaan op schattingen, waarbij hij als basis heeft genomen het geschatte aantal Nederlanders, dat oorspronkelijk aanwezig heeft moeten zijn. Het aantal Nederlanders, dat zich in de Soviet Unie cn elders ln Oost-Europa bevond, ls geschat op 30.000 a 35.000 overle venden, die zich vooral ophielden in de buurt van Katowitz, Krakau. Lodz, Lublin cn andere plaatsen ln Polen. Van een geschat minimum van 30.000 Nederlanders, Is er, naar de heer van Breugel Douglas veelt'» arde. die hierbij afgaat op de zeer summiere gegevens, welke hem te Moskou van buitenaf bereikten, voor zijn vertrek uit Rusland, dat ln 1946 plaats vond, een minimum van 28.000 gerepatrieerd. Het grootste gedeelte van de uit Russisch gebied gerepatrieerde Nederlanders is "over land teruggekeerd. Door de oud-ambassadeur te Moskou Is verder gezegd over leze terugkeer, dat hij geen aanleiding had om aan te nemen, dat de Russen de Nederlanders daarbij zouden hebben tegengehouden, niet uitzondering dan van degenen, dit zij om bijzondere redenen hebben vastgehouden. Naar iJn schatting zijn er een paar duizend Nederlanders niet uit het T usslsche gtbled teruggekeerd. De meeste Nederlanders waren ln Pools of Duits gebied geconcentreerd en wel op 1000 km afstand van Mos kou. I In het jaar 1944 heeft zich op het gebied van de repatriëring weinig voorgedaan. Toen het Russische front in Polen kwam te liggen, veranderde de situatie en kreeg men van Molotov gedaan, dat bevrijde Nederlanders naar Odessa zouden worden gedirigeerd. In kleine groepen kwamen de Ne derlanders afzakken naar Odessa. De Sovjet-autoriteiten toonden zich royaal, ook al ging het aanvankelijk een beetje stroef. De Nederlanders werden in een tre'n <«zet en zli kre gen voedsel mee: bijvoorbeeld een half schaap, zakken met grutten en theel NA DUITSLANDS INEENSTORTING Na de ineenstorting 'an Duitsland heeft men er de aandacht van de Sov jet-autoriteiten op gevestigd, dat de route over Odessa zou kunnen verval len. De Sovjet-regering heeft daarop de betrokken militaire autoriteiten in structie gegeven, om alle Nederlanders, die voor repatriëring in aanmerking kwamen, voortaan in westelijke rich ting te leiden. Hiermede trad de tweede fase van de terugkeer van Nederlan ders uit Russisch eebled aan. Nadat het repatriërlngsverdrag met Tsjecho-Slowakije tot stand was geko men, werd in de zomer van 1945 een missie, onder leiding van mr. G. A. Boon, naar Praag gezonden. Te Bam berg heeft deze missie de eerste Ne derlandse gedeporteerden aangetroffen n.l. 400 uit Theresienstadt afkomstige Joodse Nederlanders, die met treinen van Bamberg uit, naar Nederland wer den gebracht. In de buurt van Pilsen vond de mis sie, in het kamp Dobrany, onder lei ding van de Lcidse hoogleraar prof. mr. E. M. Meijers, r.og een groep uit Theresienstadt afkomstige Neder landers, ongeveer 600. Deze zijn la ter met Amerikaanse vliegtuigen naar His gebracht. Er waren zieken en ouden van dagen bi). De missie-Boon heeft in het uitge breidste en moeilijkste gedeelte van Europa haar werk verricht. De vervoer middelen waar men over beschikte waren in slechte conditie en bovendien was de benzine-voorziening slecht In Nederland werd aan zijn klachten wei nig aandacht ceschonk n. Later werd de uitrusting beter. Na 10 Mei 1945 begonnen groepen houden van officiële handelingen zoals bijvoorbeeld de afgifte en de verlen ging van paspoorten. De Fransen ver leenden in het geheim echter nog zo veel mogelijk medewerking en in het gin van 1941 werd ln onbezet Frankrijk aan nog ongeveer 1400 Nederlandse uit gewekenen steun verleend. Het voor naamste Nederlandse centrum bevond zich in de nabijheid van Toulouse. De agenten van de Vichy-regering maakten het de Nederlandse consulaire ambtenaren echter steeds moeilijker. Een Franse wet maakte het mogelijk vreemdelingen tot werken te verplich ten. De moeilijkheid werd de Nederlan ders uit de werkkampen te houden. In Augustus en September 1942 werden ook in het Zuiden van Frankrijk klopjach ten op Joden gehouden. Zij werden op gesloten in speciale Franse Jodenkam pen, maar de heer Sevenster, die con sul-generaal te Parijs was geweest, wist te bereiken, dat de Joodse Nederlan ders in de Nederlandse vluchtelingen- centra mochten blijven. Inmiddels gin gen er via Madrid en Lissabon nood kreten naar de regering ln Londen. Slachtoffers De stemming onder de vluchtelin gen in Frankrijk werd door de span ning geprikkeld. Zij wilden weg uit Frankrijk, maar Spanje en Portugal wilden hen niet toelaten ea de Ne derlandse consulaire ambtenaren kon den niet voldoende hélpen. Zo zijn er ook klachten geweest over de heer J. W. Kolkman, •'e directeur van het Nederlandse hureau te Perplraan bij de Spaanse grens. De Enquête-Com missie Is het er echter over eens. dat de heer Kolkman zich in alle opzich ten in de moeilijkste omstandigheden op dc voortreffelijkste wijze van zijn taak heeft gekweten. In December 1942 heeft hij zich genoodzaakt ge> zien zich naar Spanje te begeven, doch In de Pyreneeën is hij in han den van de Duitsers gevallen. Hij Is In Duitse gevangenschap omgekomen. De heer Testers van het Neder landse bureau te Toulouse is op 15 Sep' tember 1942 door de Duitsers gevangen genomen en in gevangenschap overle> den. De Joodse kolonel Llsbonne, di Franse commandant van het Neder landse arbeldscentrum te Chêteauneuf- les-Balns. Is door de Duitsers opgepakt, omdat hij zoveel Nederlanders had la ten weglopen. Hij ls naar de gaskamer gebracht. Toch waren ook over hen klachten vernomen over slapheid, wan- beerlp. enz. De heer M. H. C. J a n s e, die kanse lier aan het Nederlandse gezantschap te Parijs was geweest en zich heeft be moeid met de steunuitkeringen, ts later ook gevangen genomen, evenals me] Mouwen, die hem opvolgde, maar zU hehhen de kampen in Duitsland over leefd. Nederlanders uit Sudetenland naar Praag te komen. In °en riar weken kwamen 20.000 tot 30.000 refugé's bln- Het waren hoofzakelijk „displaced persons" en tewerkgestelden. De Tle- chische regering heeft, aldus de me ning van de missie, prachtig voor hen gezorgd. Zij werden in scholen onder gebracht en er was voortreffelijk voed sel. 4 Op grond van hetgeen de Enquête- Commissie is gebleken met betrek king tot de repatriëring van Neder landse gedeporteerden uit Rusland en de door Rusland bezette gebieden, is zij van oordeel, dat deze meer dan die uit andere streken onderhevig is geweest aan moeilijkheden, welke niet alleen veroorzaakt werdeD door de uitgestrektheid van het terrein, waaruit gerepatrieerd moest worden, doch ook door de toenmalige vrij ongeregelde toeslander ln het mid den en Oosten van Europa en de no- llliekc verhoudingen. Degenen, die zich met repatriëringswerkzaamhe den daar hebben bezig gehouden, kunnen geen tekortkomingen verwe ten worden Zij meent met name, dat zowel de heer van Breugel Douglas, als door de Comm's«le-Roon bevre digende resultaten zjjn verkregen. ook de Duitsers en de Engelsen moesten worden betrokken. Maar eindelijk kwam het tooh zover, dat ln Januari 1945 de eerste twee schepen uit Zweden konden vertrekken. „WU hebben daarvoor moeten vechten", heeft prof. Gcrbrandy ver klaard. Later zijn nog drie schepen gevolgd. Bij aankomst in Delfzijl moest alles in binnenschepen worden overgeladen en door de vorst heeft het toen nog lang geduurd voor het voedsel in het Westen aankwam. De Zweedse regering heeft voor een waarde van 5 millioen kronen aan voed sel geschonken, terwijl de Nederlandse regering voor Ti millioen kronen had gekocht. Tezamen met de 2 millioen kronen van het Zweeds-Nederlandse hulpcomité ls voor een totale waaide van 14Vmillioen kronen bijeenge bracht. In totaal zijn 12.887 ton voedsel naar Nederland gebracht. Tussen Ne derland en Zweden was voor dit doel een credietovereenikomst gesloten van 75 millioen kronen. Later volgde nog een crediet van 25 millioen kronen. nant", die uit Lissabon kwam, bij Go thenburg was vastgelopen. Later ls dit schip opgestoomd naar Den Helder, waar het Juist bU de bevrijding zijn lading kon lossen. Dit was de laatste zending van de relief-actie. Illlllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Minister Beyen, een man met een hart In de oorlogsjaren gaven de En- gelspii geen toestemming voor geld zendingen naar bezet gebied voor hulp aan Nederlandse uitgewekenen. In rilt verband wordt ln het Jongste rnpport van de Pariementalre-Enqué- te-Commlssle ook de naam genoemd van mr J. W. Beyen. de tegenwoor dige minister van Buitenlandse Za ken. Terloops wordt althans Ju een alinea geschreven: „Bovendien toonde op 21 December 1042 een ambtenaar van de Britse Treasury, de lieer W. L. Frascr, In een vriendschappelijk briefje aan mr •I. \V. Beyen, financieel adviseur van de Nederlandse regering te Londen, zich begaan met de Nederlanders ln het voormalig onbezette gebied van Frankrijk, die naa-r twee kanten wa ren afgesneden van Inkomsten. In die brief opperde de heer Fraser de mo gelijkheid tot geldzendingen aan be paalde personen In Frankrijk en hU verklaarde zlcli bereid eens te spre ken over de wijze, waarop dit zou knnnen geschieden". „De minister van Financiën, nan wie de heer Beyen liet schrijven van de heer Frascr blijkbaar heeft over handigd, zonder er afschrift van aan zl|n ambtgenoten van Binnenlandse en van Buitenlandse Zaken enz. De Enqucte-Commlssle schenkt verder geen aandacht aan dc activi teit van mr Beyen In deze aangele genheid. maar er bllllct toch uit. dat hl) begaan Is geweest met liet lot van de vluchtelingen In Frankrllk en daarom met de heer Frascr er over heeft gesproken, waarna hij aan de bevoegde Instantie het resultaat er van heeft meegedeeld. Illllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Zuinigheid niet gewaardeerd Er zijn in Zuid-Frankrijk onder de Nederlandse uitgewekenen nogal eens klachten geweest over de karige steun uitkering, die per dag 20 francs bedroeg voor het gezinshoofd en 13 francs voor de verdere gezinsleden, (kinderen bene den de 12 jaar 8 francs). Bovendien werden dokters- en apothekersrekenin gen betaald en huursteun verleend tob ten hoogste 300 francs per maand (da franc was toen 5 cent). De ontevredenheid over de hoogte van deze steunuitkeringen groeide doordat do uitgewekenen uit Zwitserland en Spanje enthousiaste brieven ontvingen, volgens welke de Nederlandse vluchtelingen daar ln goede hotels en pensions wer den ondergebracht en ln Zwitserland zelfs ski-lessen konden nemen en ten- nls-raokets kopen. De vluchtelingen In Frankrijk klaagden dan. maar de heer Seven ster werd te VIchy op het Ministerie van Binnenlandse Zaken ontboden, waar hem werd verteld, dat de steun uitkeringen aan de Nederlanders te hoog waren en meer bedroegen dan de steun aan de vrouwen van Franse krijgsgevangenen. Het was moeilijk zonder bezwaar van de Vichy-regering over de steunbedra gen te kunnen beschikken; het was bo vendien moeilijk voldoende geld uit Londen los te krijgen omdat men daar vreesde dat bij een bezetting van geheel Frankrijk het geld In Duitse handen zou vallen. Toen FrankrUk Inderdaad geheel werd bezet en er nog ongeveer 1200 Ne derlandse uitgewekenen moesten wor den ondersteund, werden de financiële problemen nog groter Maar In de krin gen van de vluchtelingen wist men niets of onvoldoende van de moeilijkheden van de baas" en zijn medewerkers en men klaagde. De Enquête-Commissie ls tot de me ning gekomen, dat de heer Sevenster er naar gestreefd heeft een zo groot mjge- Hjke zuinigheid te betrachten ten einde de tekorten, die ontstonden door de toe neming van nieuwe vluchtelingen, zo laag mogelijk te houden. Hoewel de commissie niet met zekerheid kan vast stellen of de verleende toelagen ontoe reikend zijn geweest, heeft zij wel de Indruk gekregen, dat zulks het geval is geweest, en zeker ls zij van mening dat de bedragen karig waren. De heer Se venster had naar haar oordeel met meer nadruk dan hij heeft gedaan, kunnen aandringen op vermeerdering van de geldzendingen om de steunuitkeringen te kunnen verhogen Overigens ls de Fnquète-Commissie van oorrtepl dat de heer Sevenster onder oneekena moei- liike oms'andlsrhpden zich op "prdien- stelilke wijze van ztfn taak heeft ge kweten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1952 | | pagina 6