Gaan gekoppelde betonblokken bonten spoorwegdwarsliggers vervangen? Economische ontwikkeling van Suriname dringend gewenst Roiid de .Veemarkt 9lste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Zaterdag 23 Augustus 1952 Tweede Blad No. 27694 Spanbetonin Alphen levert materiaal voor veelbelovende proefvakken Voortzetting van geslaagde experimenten elders in Europa (Van een onzer redacteuren] Iedere techniek en iedere bedrijfstak heeft van het ontstaan af te kampen met specifieke problemen, die de ideale oplossing steeds meer naderen naar mate de ervaring meer meespreekt in de vormgeving dier oplossing. Voor de spoorwegen is een van die problemen de directe fundering van de spoorstaven, d.w.z. in het algemeen taalgebruik: de rails. Tot voor kort hebben alle proefnemingen gefaald, om die directe fundering van houten dwarsliggers door een ander systeem te vervangen. Recente proefnemingen elders in Europa en nog lopende proeven in ons land openen de mogelijkheid, de houten dwarsliggers te vervangen door bepaalde betonconstructies. In Alphen aan den Rijn worden thans de materialen vervaardigd, waarmee de N.S. experimenteren om een weg te vinden, die ons land via invoering van beton-fundering onafhankelijk zou maken van het buitenland (dat het dwarsliggerhout levert) ten aanzien van een van de essentiële behoeften van ons spoorwegnet. Proefvakken tussen Bilthoven en Pen Dolder Tussen Bilthoven en Den Dolder op de spoorlijnen Utrecht naar Amersfoort worden momenteel enkele proefvakken gelegd, waarop dwarsliggers van diverse constructie worden getest. Deze con structies betreffen betonfunderingen van verschillende aard. Elders in Europa, vooral in Frankrijk, is men reeds eerder tot proefnemingen en definitieve toepassing in die richting gekomen. Door de jaren heen, heeft men ook in Nederland getracht een ver vanging van de houten dwarsliggers te vinden, en men heeft daarbij voorname lijk aan betonconstructies gedacht. Steeds bleek echter gewapend beton sneller te scheuren, zodat reeds voor de oorlog werd afgestapt van het idee, om SPANBETON OPENT MOGELIJKHEDEN. Na de oorlog ontstond ook in ons land, namelijk in Alphen, de span-beton- industrie, d.w.z. gewapend beton, waar in de bewapening vóór het aanbrengen van het beton aan een sterke lengte spanning wordt blootgesteld, die opge heven wordt na storting en verharding van het beton. Het beton wordt daardoor als het ware van een inwendige druk- spanning voorzien, die de draagkracht verhoogt. Men kan zich dit voorstellen aan de hand van een eenvoudig voorbeeld. Men kan een rü boeken oppakken, doch heeft grote kans, dat die rij uit eikaar zakt, dat de „bockenbalk" breekt. Die kans wordt kleiner, naar mate men de boeken aan de uiteinden sterker naar elkaar toedrukt. Houdt men de rü zeer stevig vastgeklemd, zo dat er dus een interne spanning in de bockenbalk aanwezig is, dan kan men deze zelfs gebruiken, om er iets op te zetten. Verhoging van deze in terne spanning vergroot dus de draag kracht. Zo moet men ook de grotere draagkracht van spanbeton in verge lijking met gewoon gewapend beton BUITENLANDSE ERVARINGEN. De Ned. Spoorwegen en de Alphense spanbetonfabriek hebben gezamenlijke proefnemingen opgezet, die mede steu nen op buitenlandse ervaringen en onder zoekingen. Bij de ontwikkeling van de systemen, die thans worden beproefd, heeft men1 vooral veel steun ontvangen van de Franse ingenieur Roger de Son neville van de Société National des che- mins de fèr francais, doch tevens werd een studie gemaakt van het Engelse dow-mac-systeem en Duitse systemen. Op het baanvak tussen Bilthoven en Den Dolder liggen in de proefvakken thans diverse soorten span-beton- dwarsHggcrs, die in de Alphense fa briek zijn vervaardigd, alsmede een proefvak met uit Duitsland geïmpor teerde dwarsliggers. Niet alleen de constructie van de dwarsligger zelve wordt hier beproefd, ook verschillende methoden t.a.v. de zeer belangrijke bevestiging van spoorstaaf op dwars ligger. De verwachting is, dat een deel dier proeven slaagt, en met name ver wacht men veel van het systeem van twee betonblokken, verbonden door een niet voor-gespannen ijzeren staaf, de zogenaamde „R.S. betonblokdwars- liggers". ECONOMISCH EN TECHNISCH VAN BELANG. In tweeërlei opzicht zijn deze experi menten van grote betekenis. De kosten van betonnen dwarsliggers liggen onge veer op hetzelfde niveau als die van de gebruikelijke houten. De levensduur van de betonnen dwarsliggers moet nog be proefd' worden, (van een houten bedraagt deze 15 jaar). Belangrijk is echter in economisch opzicht, dat ons land alle dwarsliggers-hout moet importeren, ter wijl wij ten aanzien van betonnen dwars liggers niet op het buitenland zijn aan gewezen. Er kunnen tijden komen, waar in dit op grond van economische of poli tieke omstandigheden van zeer groot belang is. Er is echter ook een technisch voor deel aan betonnen dwarsliggers. Slechts die dwarsliggers en slechts door toepas sing daarvan mogelijke bevestigings methoden- van de spoorstaven zullen het op den duur mogelijk maken, over zeer lange afstanden de spoorstaven aan elkaar te, lassen, en zo te komen tot het voegloze spoor. Dit veraangenaamt niet alleen het reizen, doch het voorkomen van het voortdurende stoten van de wie len op de spoorstaaf-afscheidingen be perkt in sterke mate de slijtage zowel van het rijdend als het vaste materiaal. In Frankrijk en Duitsland heeft men reeds grote baanvakken, waar op een dergelijke manier spoorstaven over een lengte van kilometers aan elkaar zijn gelast. De energie-besparing die daaruit voortvloeit is ook zeker niet te veron achtzamen. Slagen de proeven, en besluiten de spoorwegen in het groot tot toepassing van betondwarsliggers over te gaan, dan zal hiervoor waarschijnlijk een aparte fabriek moeten worden opge richt. Over de vorm en plaats van die industrie staat echter nog niets vast De spoorwegen voeren bij de ontwik keling van dit project een zeer voor zichtige politiek, zodat in de naaste toekomst ook nog geen stappen in die richting te verwachten zjjn. Algemene vervanging van de houten dwarsliggers door betonnen zou een om vangrijk werk zijn. Dat kan men zich voorstellen, wanneer men weet, dat er 1600 dwarsliggers per kilometer gebruikt moeten worden, en dat het spoornet meer dan 3000 kilometer lang is. waar van het grootste deel bovendien-nog dub bel spoor is, terwijl ook de emplacemen ten nog vele honderden kilometers spoorbaan tellen. De productie van blokken voor de R.S.- dwarsliggers geschiedt bij Spanbeton in Alphen thans in een tempo van 100 per acnt uur. Zij worden vervaardigd in een machine, die al direct de „kip" gedoopt is. Deze machine „legt" in een regelma tig tempo als het ware de betonblokken. In grote hoeveelheden liggen de gekoppelde blokken op een terrein bij Alphens station op transport naar de proefvakken te wachten. CENTRALE OPSLAG NODIG. Het voltooide product ligt thans voor het vervoer naar de proefvakken op geslagen bü het Alphense station. Bü productie in het groot, zou naar een ander opslagterrein moeten worden uitgekeken. In Boskoop is een geschikt terrein voorhanden, waar niet minder dan 75.000 stuks zouden kunnen wor den opgeslagen, hetgeen overigens nog niet voldoende is voor een luttele 50 kilometer. Ir Roger Sonneville, zal op 2 Septem ber a.s. op de Rubber-stichting te Delft een inleiding houden over zijn ervarin gen met de door de S N.C F. in samen werking met het „Institut Frangais du Caoutchouc" te Parijs ontwikkelde spoor wegonderleggers. Deze zijn speciaal be stemd voor gebruik bij betonnen-dwars liggers. Na de inleiding van de heer Sonneville zal ir Deenik. hoofd van de bovenbouw der Nederlandse Spoorwegen, een over zicht geven van de verschillende proef nemingen, die reeds met rubberplaatjes door de Nederlandse Spoorwegen zijn genomen op de proefvakken met beton dwarsliggers. Betekenis van het bankbedrijf van groot belang Surinaamse gulden doet agio ten opzichte van Nederlandse OVan onze financiële medewerker) De jaarverslagen ran onze grote banken zijn niet alleen interessant voor dc aandeelhouders om te weten hoe de resultaten zijn geweest en op welk dividend mag worden gerekend, ook voor hen, die niet rechtstreeks bü die instellingen zij betrokken, trekken, verdienen althans, de jaarverslagen de aandacht zowel wegens de deskundige beschouwingen over dc economische en financiële vraagstukken van dc dag, als de statistische gegevens, welke zjj bevatten. Verslagen als die van de Nederlandse Bank en de Javasche Bank, de centrale instellingen voor Nederland en Indone sië. bieden elk jaar weer een duidelijk beeld van de financiële, economische en monetaire ontwikkeling in genoemde landen en dienen als een betrouwbare bron van statistisch materiaal, waaruit ten aanzien van de vele aspecten van het economisch leven kan worden geput. Zo vindt men bijv. in het verslag van ae Hollandse Bank voor Z.-Amerika, welke zich vooral in de laatste jaren krachtig heeft ontwikkeld belangwekkende over zichten van de toestand in Argentinië, Brazilië, Chili, Palestina en andere lan den, waarheen zich de belangensfeer van de betrokken instelling heeft uitgestrekt en gelijksoortige beschouwingen over In donesië, Suriname, De Nederlandse An tillen, pe Maleise Federatie en Singa pore, India, Pakistan, Birma, Hongkong, •lopan,. Saoedi-Arabië, Kenia en Tan- Sanjlka treft men aan in de jaarversla gen van de Nederlandse Handel Mij. Men geeft zich er doorgaans te wei- Pi? rekenschap van hoe uitgestrekt het arbeidsveld en hoe wijdvertakt de wer kingssfeer van het bankbedrijf is en *elke onschatbare diensten het aan de opbouw en uitbreiding van de interna tionale handel bewijst. Vooral in deze tild met zijn talloze problemen en com- P,beatles op het gebied van de finan ciële en monetaire verhoudingen tussen oe verschillende landen is een goed ge- eiö en goed functionnerend bankbedrijf aen absolute voorwaarde van de com merciële en industriële ontwikkeling van *en land. Bovenstaande regelen werden ons in de pen gegeven bij het lezen van wat in het jongste jaarverslag van de Ne derlandse Handel Mij over Suriname wordt medegedeeld en waaruit blijkt welke een belangrijke plaats deze in stelling in het economisch bestel van dat land inneemt. Suriname is voor de oorlog wel eens het stiefkind van Ne derland genoemd, maar na de tweede wereldoorlog is van Nederlandse züde een toenemende belangstelling voor dit overzeesche gebiedsdeel aan de dag gelegd. Niet alleen de staatkundige positie van Suriname als één van de weinige ons overgebleven „koloniën" is sindsdien een onderwerp van diep gaande bespreking, ook de economi sche toestand van Suriname is meer onder de aandacht gekomen. Met name is dit gebleken uit het in stellen van het Welvaartsfonds Surina me bij de wet van 1 Aug. 1947. waaraan door de Nederlandse regering een bedrag van f. 40 millioen werd beschikbaar ge steld. In het verslag van de Ned. Handel Mjj wordt medegedeeld dat, hoewel het beschikbare kapitaal op zich zelf onvol doende is om Suriname volledige eco nomisch op te bouwen en slechts de grondslager? kunnen worden gelegd voor het inhalen van de achterstand op ve lerlei gebied .tooti sinds het moment van oprichting grote activiteit werd ont plooid, zowel op het gebied van de eco nomische ontwikkeling, als ten aanzien van de verbetering van sociale toestan den. Met behulp van het Welvaartsfonds zijn o.m. vier polders aangelegd, waar van een, de Prins Bernhardpolder voor al bedoeld is als proefstation voor de toekomstige landbouwbedrijven. Ook op het gebied van de bosbouw en het cre- dietwgzen 'Volkscredietbank) heeft het Welvaartsfonds reeds goed werk ver richt. Voorts is er de Stichting voor de Ontwikkeling van de Machinale Land bouw in Suriname, welke de nieuwe polders in cultuur zal brengen en de Stichting Planbureau Suriname, die voor de Interbank een rapport heeft opge steld dat een uitvoerige ontleding om vat van de economische structuur en dat als grondslag voor een uitgebreid ontwikkelingplan heeft ingediend. Het voorstel van de Interbank is dat de fi nanciering van het z.g. minimum-plan voor f. 40 millioen door de regering van Suriname zal geschieden, voor f. 40 mil lioen door een lening van Nederland en voor f. 20 millioen door het buitenland. Dat de economische ontwikkeling van Suriname dringend nodig is om de bevolking van ca. 215.000 zielen, w.o. slechts 2300 Europeanen, tot gro tere welvaart te brengen, blükt wel uit het feit dat ondanks een waarde- stijging van de export met f. 8 mil lioen, de Surinaamse handelsbalans, die in 1937/39 nagenoeg evenwichtig was, in 1951 nog een passief van f. 6 millioen aanwees. Daar ook van de z.g. onzichtbare export (diensten enz) nau welijks sprake is en de kapitaalsover drachten naar Suriname uiterst ge ring zijn, moet heiaas naar beperking van de invoer worden gestreefd zolang de hiervoor genoemde ontwikkelings plannen nog niet tot een grotere pro ductie hebben geleid. De agrarische en industriële betekenis van Suriname is zeer klein. De voor naamste bron van inkomsten levert nog altijd de bauxietwinning, dat in steeds toenemende hoeveelheden door de Su rinaamse Bauxiet Mij en Billiton Mjj wordt verkregen. Na bauxiet is houtvoor Suriname het belangrijkste exportarti kel De verdere ontsluiting van economi sche hulpbronnen is voor Suriname uitermate gewenst en het mag verblij dend worden genoemd dal! zich ook in het afgelopen jaar in de vestiging van nieuwe industrieën (Bruinzeel Suriname Houtmij), de uitbreiding van de woning bouw en de oprichting van de Volkscre dietbank en de Surinaamse Hypotheek bank een nieuwe economische activiteit heeft ontwikkeld, waarin ook het gewo ne bankbedrijf een belangrijk aandeel had. Dit blijkt wel uit de grotere vraag naar credlet aan de ene kant en de ster ke toeneming van de rekeningcourant- saldi aan de Sndere kant. Het feit dat de "vnloon. hoewel uiteraard zpcr belangrijk groter dan voor de oorlog, gedurende de laatste jaren niet is geste gen en uit, 1951 zelfs lager was dan in 1946, wijst op een gezonde monetaire si tuatie, welke ook wordt geïllustreerd door het agio van de Surinaamse gulden ten opzichte van de Nederlandse. Congres Genootschap voor Reclame (Speciale berichtgeving). Het Genootschap voor Reclame zal op 11 en 12 September a.s. in Krasnapolsky te Amsterdam haar 15e Reclamecongres houden. Het congres, dat door Prins Bernhard geopend wordt, komt dit maal in het teken van de reclame van Nederland in het buitenland te staan. De eerste congres-dag staat ln het teken van de reclame voor goederen, terwijl de tweede dag de propaganda voor Nederlandse dienstverlening ter sprake zal komen. Zo zal het programma van de eerste dag de volgende sprekers en onderwer pen omvatten: mr W. H. Fockema Andreae (president Kon. Ned. Jaar beurs): „Onder Nederlandse vlag". De heer Walter Roozen directeur afd. Centraal Bloembollen-Comité: „Collec tieve reclame in de vreemde", mr B. J. Geveke (directeur Economische Voor lichting en Exportbevordering): „Re clame als middel tot exportvergroting" en de Amerikaan E. Stoetzner, de di recteur der buitenlandse advertentie- afdeling der New York Times, over „Public relations and public relations advertising". Op de tweede dag zullen o.m. het woord voeren mr L. H. Slotemaker, di recteur buitenlandse betrekkingen der K.L.M., over „Nederlands verkeer in de vreemde", en de heer Bouwman (direc teur Lissone Lindeman) over: „Indus trieel Tourisme". De belangstelling voor het komende congres is thans al reeds vrij goed. Dodelijke val van 8 meter Tijdens herstelwerkzaamheden aan het dak van de Montessorischool „Kastanje hof aan de St. Jozefstraat te Tilburg, is de 63-jarige koperslager-loodgieter H. Willekens van een hoogte van 8 meter naar beneden gevallen. De man kwam met het hoofd op de stenen terecht en was op slag dood. RIJKSPLUIMVEETEELTCONSULENT VERDRONKEN Bij het baden in zee is gistermiddag te Scheveningen verdronken ir. J. J. Janssen uit Venlo, Rijkspluimveeteelt- consulent voor Limburg. De heer Jans sen, die de zwemkunst niet machtig was, was te ver in zee gegaan. Kunstmatige ademhaling werd nog toegepast, doch vergeefs. Ir Janssen bereikte de leeftijd van 55 jaar. Wanneer het mogelyk blükt de no dige gelden voor dc ontwikkeling van Suriname bijeen te brengen, kan dit land na verloop van tijd ook voor Ne derland een groter afzetgebied vor men. Tot dusver heeft de invoer uit Nederland nog niet weer het procen tuele peil van voor de oorlog bereikt. In 1937/39 was dit 37 pet., in 1951 28.4 pet., terwül dat van de V.S. 38 heeft bedragen. In 1953: 80.000 immigranten naar Australië De Australische minister van Arbeid en Immigratie de heer Harold Holt, bracht een bezoek aan minister Joekes en had een conferentie met dc Com missaris voor Emigratie mr Haveman. Tüdcns een persconferentie verklaarde hü, dat Australië van plan is in 1953 slechts 80.000 immigranten op te ne men, in plaats van 150.000. In hoeverre deze inkrimping effect zal hebben op het totaal der toe te laten Nederlan ders kon hü nog niet zeggen. In het algemeen zullen in de naaste toekomst metaalbewerkers en geschool- Een kijkje op het werk aan een proefvak tussen Bilthoven en Den Dolder. Op speciaal geconstru- eerde wagens worden de dwars- liggers aangevoerd. Op de voor- grond zijn zij duidelijk onder de rails te zien. De sporen links heb ben nog houten dwarsliggers* de landarbeiders de beste kansen heb ben om in Australië t« worden toege laten. Het inkrimpen van het aantal immi granten ziet de minister als van tijde lijke aard. Het is niet zozeer het gevolg van de lichte werkloosheid, die op het ogenblik te bespeuren is of van de eco nomische omstandigheden, dan wel van het feit, dat de immigratie van de staat zelve op het ogenblik te hoge investe ringen eist. Van de Internationale Herstelbank is 100 millioen dollar geleend en men hoopt in de komende jaren per jaar 50 millioen te kunnen lenen. Deze dollars dekken echter de behoefte aan geld1 bij lange na niet. Nu de prijzen, al zijn ze goed. van. wol, tarwe, suiker en zuivelproducten tot een normaal niveau gezakt zijn, hoe wel de afzet prima ls, wordt minder be lasting opgebracht, zodat ook minder geïnvesteerd kan worden in openbare werken. Het Australische Ministerie van Financiën verwacht, dat de tijdelijke inzinking op de arbeidsmarkt in Sep tember of October zal verdwijnen. Dan zullen de geïmporteerde voorraden uit de tijd van de hoge wolprijzen ongeveer op zijn, waardoor de eigen textiel industrie weer werkkrachten zal kunnen aantrekken. Het Australische invoer programma is verkleind, mede om werk loosheid uit het land t« houden. Gistermiddag ls een 4-Jarig jongetje In de Naaldwijksestraat te Den Haag, waar, hij woonde, door een zes wiel Ige vrachtauto uit Zwijndrecht aangereden. Het slachtoffer overleed ter plaatse. Hat ventje was bezig de straat over te steken, doch had niet op het naderend verkeer gelet. Duur varkensvlees een stimulans voor de prijzen van slachtvee Het gaat met de ruiming van het slachtvee uit de weiden dit zomerseizoen zeer gelijkmatig. De aanvoeren zijn van week tot week vrij stabiel en hoewel er door de slagers zeer geklaagd wordt over geringe omzetten in de slagerijen, zien we toch de markten geregeld schoon geruimd en vallen de noteringen op door een constante gelijkmatigheid. De afgelopen week maakte hierop ook niet veel uitzondering. Alleen waren de aan voeren hier en daar even ruimer, doch desondanks had de verkoop toch een be vredigend verloop. Alles kon worden ge plaatst. De hoge pryzen van het varkensvlees zijn hierop wel van invloed en deze zal zeer zeker ook in de komende maanden van invloed blijven, want slachtrijpe varkens liggen er op het moment niet veel. Stemmen gaan er reeds op om de export van varkensvlees, zoals hammen en schouders, die nogal beduidend is, tijdelijk stop te zetten. Wij betwijfelen echter sterk of de re gering hiertoe zal overgaan, want men zal niet graag het risico lopen een ver overde markt te verliezen. De gebruiksveehandel vertoonde deze week een tamelük vaste lijn. Hier waren de aanvoeren ongeveer dezelfde als de week tevoren. Beste kwaliteiten, vooral geschikte kalfkoeien voor export waren zeer gezocht, doch hiervan zijn de aan voeren Juist niet zo groot. Het gevolg is, dat de prijzen weer hoog waren, doch in de midden en mindere kwaliteiten, zowel kalf- als melkvee, waren de prij zen met hoger en had de handel een kalm verloop. Jong fokvee vrijwel on veranderd; kalme handel met dezelfde prijzen. Prima guste koeien zijn ln alle ver houdingen wel het meest hoog in prijs. We zien daar niet veel verandering in komen en de stalmesters krijgen dus dure beesten op stal! Voor de slager, maar in het bijzonder ook voor de con sument, geen prettige vooruitzichten voor de komende winter. Wat de huidige prijzen betreft, no teerden we voor slachtvee, als meest ge middelde prijs f. 2.80—2.90, extra kwali teit f.3; misschien een enkele hier nog even boven. Voor de 2e en 3de soorten werd van f. 2.60—2.75 besteed. Magere slachtkoeien f. 2.402.50; stieren f. 2.60 f. 2.85. Alles per kg geslacht gewicht. Kalf- en melkkoeien f.7001100. Ex tra beste exportkoeien tot f. 1200. Vaar zen f.600900. Pinken f.400550. Gras kalveren f. 250—375. Guste koeien f 550— 850; extra beste nog wel iets meer. Vette kalveren werden vlotter verkocht met veel vraag voor export, waren de prijzen even hoger. F. 1.902.40 per kg levend gewicht. Nuchtere kalveren waren overal weer schaars aangeboden en vlot verkocht met hoge prijzen: f. 1.551.65 per kg levend. Het wolvee ging even beter dan de week tevoren. Lammeren wat duur der. Vette lammeren f. 8085. Voor ex tra beste werd nog tot aan f.100 toa besteed. De varkens waren zeer goed te ver kopen en beduidend duurder, nl. f.2.68 —2.72 per kg sohoon gewicht; zware vette soorten f.2.642.66. Fijne zeugen f.2.52—2.55 per kg geslacht. Zouters gingen mede wat ln prijs opwaarts. Spek en reuzel blijven nog slecht te plaatsen. Ook de export, wil nog niet vlotten. De paardenmarkt was voor jonge paarden goed prijshoudend. Oudere paarden kalm en evenals de slachtpaarden vrijwel prijshoudend. Er worden ncgal wat slachtpaarden inge voerd uit Polen, Denemarken en Duits land, terwijl de uitvoer niet veel bete kent.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1952 | | pagina 3