Het wonder tan Friar's Light Een oudejaarsverhaal, verteld door een zeeman en geschreven door JAN VAN MAASDORP Pastorie-venster „STERKTE, MIJN JONGEN" 89ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Zaterdag 30 December 1950 Vierde Blad No. 27190 Friar's Light is een klein, rotsig eilandje in de Atlantische Oceaan bij de Schotse kust, op tien mijl afstand van de armoedige vissershaven Sandy Rocks. Sandy Rocks. zand en rotsen. Veel anders is daar niet op die plek, welks bestaan aan de meeste mensen elders vrijwel onbekend is.. Het bezit geen strand, dat in de zomerdagen gasten lokt, zoals in vele andere kustplaatsen, en evenmin heeft het ook maar iets, dat op historie of romantiek kan bogen. Slechts enkele honderden gezinnen, van welke de mannen door visvangst in het levensonderhoud voorzien, bewonen deze uitloper van het schone, woeste Schot land hetwelk totaal vergeten schijnt te zijn, dat Sandy Rocks deel uitmaakt van het romantische land daarachter. Neen, van alles het minst moet men romantiek zoeken in Sandy Rocks, Het is een somber, naargeestig stuk grauwe grond, waarop de bewoners enkel door familietraditie zijn gebleven en er al de eeuwen door woonden rond de natuur lijke, gevaarlijke haven, arm en immer strijdend tegen de natuurelementen, die, eveneens de eeuwen dóór, het er op hebben gemunt, Sandy Rocks "met al wat er op is, op een welgekozen kwade Hij Sidy Rocks aan de Duivel had overgaten. Friar's Light daar midden in deJceaan geplaatst, waar de Duivel niet )ii komen. Later bouwden wijze men si op het rotsige eilandje een hoge torer waarin zij een groot licht aan- bracen om schepen, die 's nachts in donlr en in storm op zee voeren, te waacnuwen voor Sandy Rocks, waar het evaar loerde van de Duivel. Dirdoor, zo luidde het slot van de zeeanslegende, had God getoond dat Hijneer kan dan de Duivel, die voor nie de poort naar zijn zondig Rijk had geluwd cn nu door het licht van Frr's Light verhinderd werd om de zeieden in zijn demonische val te lok- kc.' ledurcnde bijna vijf jaren had Angus M Laren zijn eentonige doch belang- rce taak op het verlaten, eenzame r-seiland reeds verricht. Vijf lange ja- r.i van hopeloze, trieste afzondering \n de wereld. Zoals de bemanning van c kotter der kustwacht zeide: „verla- n door de mensen en zelfs door God, ïlijk Sandy Rocks". Toen Mc Laren, nu vijf jaren geleden, dac wee te vagen laar de post van torenwachter bij de Doch hoewel de bewoners van Sandy Wstbeveihging solliciteerde had de in- Rocks zich de duivelse toeleg van de Ipecteur, die hem kende, het hem eerlijk immer loerende zee wel bewust waren, zooigehouden. T hielden zij stand in vrome godsvrucht. J iJCi,(]0G Mc Laren volhardend in stoere eenvoud, onbe- rYV.S daa!' Seen vrolijk leven op Friar s vreesd voor dreiging en gevaar. Light en je kunt er met niemand spre- De zeelieden efhtfr, die de haven welken- bent alleen me' de de eens met de scheepssloepen moeten aan- doen. vervloeken het hellegat zoals zij het plegen te noemen. Van Sandy Rock: gaat onder de zeelieden de legende, dal het verlaten en eenzame oord ver doemd is. En wanneer hun schip Sand; Rocks passeert, verzuimen zij nooit di jonge matrozen, die hun eerste reis ma ken, die legende te vertellen: „God schiep hemel en aarde en oo het schone Schotland. Maar toen kwaï de Duivel en die zei grmnekend: ,.t mis een toegang tot mijn Rijk <S moet ik hebben." En toen schiep de Duivel Sany Rocks, opdat de zondaars, die niet vqc- bestemd waren in de hemel te woreh opgenomen, door de poort van Sady Rocks de hel konden bereiken'Y En als de jongmaatjes wantrouwig aan de oude matrozen vroegen waaidie poort dan was, kregen zij steevastten antwoord: „Die poort heeft de Duivel late: af- met hun motorkotter, kwam ooit van Mc Laren te weten, hoe hij er toe was gekomen om deze baan op die verlaten rots te aanvaarden. Een nors ontwijken van al hun hardnekkige pogingen, om iets uit de vreemde, zwijgende man te halen dat hun brandende nieuwsgierig heid zou kunnen bevredigen, deed hen ten leste het nutteloze van hun pogin gen inzien. Angus Mc Laren was, daar boven op die rots van Friar's Light, voor hen een Sphynx, wiens raadsel niemand wist .op te lossen. Mc Laren had op zijn ontvangtoestel de weerberichten beluisterd. „Waar schuwing aan alle posten!" had de stem gezegd. „Verwacht wordt harde, sterke wind. later aanzwellend tot storm". Arme drommels, die nu op zee zijn, dacht Mc Laren. Hij had om zes uur het licht ontstoken, dat in steeds terug kerende regelmaat de woelige zee in de felle stralenbundel opving. Geleid door een vreemde drang, welke hem de nauwe ruimte in de toren als een druk deed voelen, had hij zijn oliejas aange trokken, zijn benen in een paar rubber laarzen gestoken en zich toen, moei zaam, worstelend tegen de stormwind, door de deur naar de ommegang ge werkt. Daar stond hij, hoog op de vei lige toren, turend over het kokende op pervlak der zee, die wild bruisend te pletter liep tegen Friar's Light. Zijn handen om de reling van de ommegang geklemd, starend in de lege oneindig heid, trad Angus Mc Laren in zijn ge dachten terug. Precies een nacht als deze was het geweest, bijna op hetzelfde uur als nu, vijf jaren geleden op 30 December. mend over het dek van de rollende en stampende schuit schoven, de meester in de machinekamer, die de steeds loze wenteling van de schroef in de lucht inplaats van in het water verwenste en tenslotte ook de „ouwe", die met een grimmig gezicht naast hem stond op de brug, waar ze beiden- beschutting zoch ten tegen het hoog opspattende boeg water. „Roer een beetje aan, jong," spoorde Angus lachend de roerganger aan. die met een gezicht als een oorwurm stond te kijken. „Kappie," had hij vrolijk tot de ouwe gezegd, „morgen, uiterlijk zes uur 's avonds, ligt de schuit veilig en wel ge meerd. En dan gaan We er een gezellige ouwejaarsavond van maken met de vrouw." „Je bent gek." had de ouwe ge bromd, „we mogen blij zijn als we de schuit in de goeie richting kunnen hou den." .,Ik ben gek van de liefde," had Angus gelachen, „maar toch, kappie. ligt de schuit morgenavond aan de trossen. Angus had gelijk gekregen. Op 31 De cember, 's avonds om zes uur, lag het schip veilig gemeerd in de haven. Vro lijk de anderen bespottend om hun pes simisme waar hij, Angus Mc Laren, volkomen zeker van zijn zaak was ge weest een goed zeeman moest altijd zeker van zijn zaak zijn, meende hij lachend was hij de wal op gegaan en het treintje ingestapt, dat hem naar het huis van Janet zou voeren. In het rammelende lokaalspoortje zat Angus zich bij voorbaat te verkneute ren om het gezicht, dat zijn meisje zou zetten. Met opzet had hij haar niets la ten weten geen telegram, niets! Hij kwam zichzelf aanmelden! Janet's moeder, die de deur opende, deed hem ontstellen door haar ver schrikt gelaat en haar gebaar van wan hoop, toen zij Angus plotseling voor zich Een woord van bezinning op de Oudejaarsavond Nooit zou hij die nacht vergeten, maar nog minder de avond na die dag, die rampzalige oudejaarsavond. Vijf jaar geleden.... Acht en twintig jaar was hij geweest en eerste stuurman bij de Blue Cross Line. Als eenvoudige scheepsjongen begonnen, door ijver en bekwaamheid opgeklommen tot derde, tweede en eerste stuurman. Nu had hij de Kapiteinshui in zijn zak en met Gods wil zou hij na deze reis overstappen op een van de kleine schepen der kust vaart en daar zijn scepter zwaaien als Kapitein Angus Mc Laren. Wat Mc La ren nog gelukkiger maakte dan zijn be vordering was echter dat hij zijn ver loofde, nog juist op de laatste dag van gebroken, omdat die te deftig was/oor zo'n armzalig oord, maar de gan; liet hij, zoals hij die had aangelegd at is die lange rotsige strook, die in ze-uit loopt Door de Oceaan omspoeld, is-Yiar's Light niet meer dan een verzmeling van wat kale rotsen, die bij eb en op pervlakte van nauwelijks honder meter in het vierkant telt. Bij vloed '<jn alle rotsen onder de zeespiegel verwenen, op één enkele na, die hoog boen de andere uitsteekt. Daar op Friar's Light is het og een zamer en triester dan in Sand Rocks. Bloeien er in de zomer in de chamele tuintjes achter de armoedige visershut- ten in Sandy Rocks nog anerónen en viooltjes, op Friar's Light is de leven vernietigd. Maar de zeelieden mogen ikn veel kwaad spreken van Sandy locks, zij moeten eerlijk bekennen, cit Friar's Light menig zeeman bij storiweer be hoed heeft voor een ontijdig 5'raf in de golven van de Grote Ocean. Want daar boven op de hoogste ros. die alle aanslagen van zee en orkanende eeuwen door tartend weerstond, stat de vuur toren. En al mocht die dan ook trillen in al zijn stalen geledingen vanneer de kokende golven, aangevuurddoor zware Noordwesters, op Friar's Ljjht in beu kende aanvallen hun cnoriie krachten beproefden, zij hebben löh nimmer kans gezien, ook niaar een centimeter van het trotse Friar's Ligh>te bemach tigen. Neen, zeiden de zeeliedci met eerbie dig ontzag, dit moest ge.egd worden: al had de Duivel dan ook Sandy Rocks gesticht om een toegang-tot de hel te hebben, God had bewezei machtiger te De hoge hoed ligt klaar, met de zwarte handschoenen, en sa- ipen met de zakbijbel van de dominee vor men ze het bekende stilleven- er is van daag een begrafenis. Daar kojnt de wijk- oud'erling de tuin al Instappen en even la ter gaan ze samen op 'weg, dominee en ouder ling. Iedere keer is het weer een ander huis, waar ze heen gaan, een andere fa milie, die op hun komst zit te wachten, andere mensen waarmee ge lezen en gebeden wordt, en waar het Evangelie gebracht wordt, juist in hün omstandigheden, die toch altijd weer anders zijn, al is de dood het steeds aanwezige en onveranderlijke ele ment-. Maar dan, op 't Kerk hof, wordt die groep mensen altijd weer aangevuld door een andere, die steeds de zelfde is: de vaste klanten van iedere be grafenis! „Kijk" denkt de dominee, „daar heb je ze weer. Die missen nooit-. Hoe zouden ze er eigenlijk altijd ma er de tijd voor hebben?!" En 'merkwaardig als hij op oudejaars avond de Kansel be klimt cn de natuurlijk stampvolle kerk rond kijkt, denkt hij iets dergelijks: „daar zit ten ze weer". Zij, die alleen, of vrijwel al leen. oudejaarsavond- preken horenvoor wie die preek hetzelf de betekent als de schaal oliebollen: die eet ge' toch meestal ook niet in Augustus en evenjnin ga je zo maar in 't wilde weg midden in de zomer naar de kerk! Maar op 31 December zou je ze geen van bei den graag missen, de oliebollen niet èn de kerkdienst niet-. Beide zijn ze onmisbaar voor de gewenste sfeer. De dominee ziet ze zitten, en even denkt hij aan zijn bcgrafe- nisklanten. Deze oude jaarsavond-stamgas ten zijn niet precies dezelfde personen. Al lerminst! De laatsten zijn over bet algemeen bepaald dèf tiger, maar wat hebben ze veel met elkaar gemeen! En is 't niet iets. wat eigenlijk zelfs in leder mens verborgen zit, maar wat zich bij de een anders uit dan bij de andere? Of je nu beslist iets wilt mee beleven van de dood van een mens, of dc officiële plechtige ter aardebestelling van het oudejaar niet wilt missen, is er niet- in beide gevallen een vaag gevoel van onbe hagen en onrust over de kortheid en broos heid van het leven en, vooral op ouderjaars- avond, over het feit dat het in eigen leven weer niet zo heel best in orde is geweest? „Merkwaardig" denkt, de dominee weer, ter wijl hij gaat staan, want de gemeente is toe aan de laatste woorden van „Uren, dagen,- maanden, ja rencn hij gaat zijn preek beginnen zouden ze nu nooit in de gaten krijgen, dat wat ze toch altijd weer te horen krijgen, bij die gelegenheden, juist die onrust en vage angst zou moeten weg nemen, omdat het rust en blijheid en zeker heid wil geven. Als ze dat zouden gaan zien, gingen ze misschien wel nooit meer naar begrafenissen, en kwa men ze het hele jaar door in de kerk! rotsen en de vuurtoren. Menigeen vóór jou gaf het na enkele maanden reeds op." Doch de goedgemeende raadgevingen van de inspecteur, die een man als Angus Mc Laren eigenlijk te goed achtte voor de post van torenwachter op Friar's Light, sloegen uiteen tegen de stoere, onwrikbare gestalte van Mc La ren. die, zoals de inspecteur later ver telde. daar voor hem stond als Friar's Light zelf een rots, waartegen zijn waarschuwingen, als de golven van de Oceaan uiteenvlogen tot bruisend schuim. Niemand in Sandy Rocks, noch de mannen van de kustwacht, die Mc Laren op geregelde tijdén van priviand dan de~Duïvei/"want Hij had, "nadat en wat hij meer nodig had, voorzagen het jaar zou kunnen omhelzen. Hij zou Angus Mc Laren had het zich in zijn hoofd gezet en wat hij zich voornam dééd hij ook nadat ze de laatste oude jaarsdag als verloofden zouden hebben gevierd, op de dag na Nieuwjaarsdag Janet naar het gemeentehuis vergezel len, zodat hij, vóór hij als kapitein op zijn nieuwe schip zou overstappen, haar zijn vrouw kon noemen. Vijf jaren geleden.... het was toen precies hetzelfde hondenweer als van avond. Dc bemann-ing had gruwelijk lopen vloeken omdat ze geen van allen konden geloven dat het schip de thuis haven vóór Jiet Nieuwe Jaar zou berei ken. Maar Mc Laren had ze allemaal uitgelachen de matrozen, die grom- (Foto L.D.'Van Vliet) zag staan. „Angusbracht zij er met moeite uit. „O, AngusDaarna Daarna barstte de vrouw uit in een jammerlijk schreien. Toen hij, bijna ruw de vrouw terzijde schuivend, de kamer binnentrad, zag hij het mei§je bij de tafel staan, doods bleek en zwijgend, zich vasthoudend aan een stoel voor haar ogen een blauwe bril. Hij was op haar toe gevlogen, had ondanks haar heftig verweer de bril van haar ogen gerukt. Toen was de hemel van zijn toekomstig geluk ingestort. „Blind..,." stamelde hij, terwijl hij wankelend achteruit week. Hij had haar in zijn sterke armen genomen, maar zijn omhelzing, die hen de grote vreugde van het weerzien had moeten schenken, deed beiden verzinken in een zwarte afgrond van leed. Versuft toeluisterend had hij het droevig verhaal aangehoord: hoe zij door een zware vrachtauto was aange reden, en dagen bewusteloos was ge weest. Toen ze weer tot bewustzijn was gekomen, bleek dat ze blind was gewor den, getroffen door een schok, die haar gezichtszenuwen had verlamd, zo had een professor gezegd. Slechts door -een wonder, meende deze: een nieuwe schok, een grote angst, zou er kans zijn, dat zij het gezicht ooit weer terug zou krijgen Hij was heen gegaan, nadat hij Janet vergeefs getracht had te bewegen toch met hem te trouwen. Hij had haar be zworen, dat hij alleen van haar zou kunnen houden. Ze had zijn dappere woorden, stil schreiend, aangehoord. „Wat voordeel heeft de mens van al zijn arbeid, die hij arbeidt onder de zon". Norman Mailer geeft in zijn oor logsroman „The naked and the death" de soldaat Ridges dit bij belwoord in de mond als hij, Rid ges, het dode lichaam van een van zijn vriender ziet meevoeren door de felle stroom van een bergbeek. Het is de zinloze on dergang van een levend bloed warm mens in de onherbergzaam heid van de Jungle, op een van de eilandjes waai de Amerikanen slaags zijn met de Jappen tijdens hun titanische onderneming om springend van eiland op eiland de Jappen in het nauw te drijven. De passage uit Mailers roman, die ik zo juist beschreef komt voor aan het eind van zijn verhaal en onderschrijft nog eens de zin van het geheel: de mens en niet alleen de mens in de oorlog, is een vol komen ontluisterde. De Neder landse vertaling heeft als titel: „Held?n zonder glorie'Maar het zou misschien beter zijn om te vertalen: „De Ontluisterde en de Dood". Nu het gebeuren. Er is een klei ne groep verkenners aan land ge zet achter de Japanse linies Zij moeten door het oerwoud heen dringen om gegevens over de vij andelijke stellingen te verzamelen. Hun gevaarlijk werk is bedoeld als de voorbereiding van een grootscheepse actie, waarbij de vijand van twee kanten getroffen zal worden. Vreselijk is hun tocht door het oerwoua. en hun pogin gen een bergtop te bestijgen om dichter bij de Jappen te komen, vragen een bovenmenselijke in spanning. De bevelvoerende offi cier sneuvelt. Zijn lichaam blijft liggen tussen het hoge gras eenzaam en verloren. Wilson, een van de soldaten, krijgt e°n maag schot, vier van zijr. kameraden worstelen met de baar, waarop hij ligt, de weg. terug naar het strand. Onderweg sterft hij en als ze proberen het lijk over een berg beek te krijgen, wordt de dode door de stroom gegrepen en mee gevoerd. Uiteindelijk komen zeven verkenners terug in het kampe ment, aan de andere kant van het eiland. Onderweg worden ze overvallen door de mededeling, dat de middelste Japanse Unies inge stort zijn. Tijdens de laatste be wogen dagen was men de ver kenners volkomen vergeten. Af en toe denkt nog iemand aan de doden maar ook dat gaat voorbij. De ontluisterde mens en de dood dat is het thema, niet alleen van veel oorlogslitteratuur. Ook het toneel, en vele romans hou den zich hiermede bezig. Wat voordeel heeft een mens van al zijn arbeid, die hij arbeidt onder de zon? Ons is het gegeven op geen plaats te rusten. Er wank'len en vallen lijdende mensen. Blindelings, van het ene uur na het andere. Als watei van rots tot rots geworpen. Jarenlang, in het onzekere naar beneden (Hölderlin) Een modern kunstenaar heeft de mens getekend, de ene helft van zijn gelaat zwart en de andere helft blank. Hij bedoelt daarmee uitdrukking te geven aan het we zen van deze eeuw, dat de mens met zijn dood leeft en tegelijker tijd vervuld blijft van het diepe verlangen om het leven vast te houden. Het zou ons geheel op nieuw duidelijk moeten worden, dat het de moeite waard is om te leven. Wij willen toch In de grond van de zaak veel meer dan „de hand beschermend om het hoofd vouwen." Wij willen weten, dat het leven het leven wk&rd is. Tooh ken ik geen moderne roman of toneelstuk, dat ook maar ergens heenwyst naar deze totaal nieuwe visie op het leven. Elkerlijc kent de dood als de meest reële gestalt-e en meer ontdekt men niet Het is allerminst mijn bedoeling om van uit sombere overpeinzingen van de oudejaarsdag de sprong te doen naar het Evangelie als de enige mogelijkheid om het leven opnieuw te ontdekken. Her. Evangelie heeft zijn eigen dynamiek en het is ten enenmale onmogelijk om van uit welke menselijke overweging dan ook het bevrijdende van de Christelijke boodschap te vinden. Het Evangelie schept zichzelf een klankboden een openheid. Het is nog altijd de verkondiging van Jezus Christus. Hij zelf draagt. Zijn waarheid naar mensen toe. Hijzelf doordringt de Zijnen ervan dat het leven van de mens zoals hij is, kansloos is, „door de dood begeleid wordt." Hij zelf is de Heer over alle tijd en over alle menselijk le ven, werken, dienen, offeren. De vreze des Heren is het beginsel van alle wijsheid van alle wijsheid over de mens en over de wereld. M. W. J. G. ^IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIf?. Langzaam ging de nacht voorbij. De andere dag, teen de storm voorbij was en de zee wat kalmer, ving hij een be richt van de marconist op, dat het schip liet waarschijnlijk zou houden. Doch daarna, toen het weer avond was gewor den kwam het sein: „Het schip breekt en zinkt-, we gaan in de boten". Enkele uren later bespeurde hij een sloep, die door roeiei's in de richting van Friar's light werd geroeid. Hij bad in stilte, dat de kerels het zouden volbrengen voor een ranke sloep als deze was de zee al tijd nog te woelig. En aan zijn bede werd voldaan. Het lukte de mannen ten slot te de boot in een geul tussen de rotsen te sturen. felle schrik of een grote angst, had zich in verbinding gesteld, met een oogspe cialist in Amerika, die een grote ver maardheid bezat en reeds enkele blin den het gezicht teruggegeven had. Hij was van oordeel, dat die medicus in dit geval wellicht redding zou kunnen bren gen. En zij had toegegeven aan de drang van de professor om naar Ameiika te gaan en zich daar onder behandeling te stellen.- Evenwel werd het vaartuig door de storm over^anen en op de rot sen geworpen. Toen men. het schip ver liet en in de boten gmg, was net een paniek. Kiemand lette op de jammeren de, hulpeloze vrouw, die ruw werd ver drongen een ieder vocht om eigen Daarna was ze wonderlijk kalm geivor- den en had hem getoond, dat zij, als dochter van de zee, niet minder dapper was. „Nee, jongen, ik mag dit zware offer van jou niet verlangen, hoe ik je liefde voor mij ook waardeer. Zó wil ik je vrouw niet worden. Ik moet berusten in mijn lot. Alleen door een wonder zal ik weer kunnen zien heeft die professor gezegd. Misschienze glimlachte mat met die vreemde glimlach, welke alleen blinden in hun aanvaarde leed kunnen tonen, „misschien gebeurt dat wonder nog eens. Wie kan zeggen, wat God met ons vóór heeft. En dano, Angus, ga nu weg...." Omdat het meisje, ook na zijn her haalde pogingen haar over te halen toch met hem te trouwen, hardnekkig bleef weigeren, was hij vertrokken. Maar hij had niet de moed gehad als kapitein zonder zijn vrouw zijn nieuwe schip'te betreden.. Zijn leven en zijn tobkomst waren vernietigd. Hij was ge gaan en Janet kwam nooit te weten waarheen Nu stond Angus Mc Laren op de rondgang van Friar's Light en tuurde in de nacht, die zwart was als zijn her inneringen aan die rampzalige oude jaarsavond van vijf jaar geleden. Hij voelde zich oud en moe toen hij terugging in de toren en legde de hoofd telefoon aan zijn oren. Maar verschrikt sprong hij echter op. S.OS.! S O S. klik te de mic.ofocn. Snel nam hij de posi tie op van hst m nood verkerende schip. Het bleek cp enkele mijlen afstand var Sandy Rocks op de rotsen te zijn gelo pen. Hij vloog weer naar buiten en zag nu, :n het licht van de toren, heel vaag de omtrekken van een schip. Bijna voel de hij zich schuldig, dat hij het niet eerder had bemerkt, zij het dan dat hij toch machteloos zou zijn geweest. Weet je, Janet, welke dag het van daag is „Eerst die vrouw!" schreeuwden zc hem toe toen hij afdaalde van de rots. Hij nam een tengere gestalte, die in ten deken gewikkeld was, in zijn sterke armen en droeg haar de toren ln de roeiers kwamen achteraan. Toen hij de vrouw op zijn bed had gelegd, keerde hij haar de rug toe om de mannen bin nen te halen, die verkleumd waren van kou. Zorg maar eerst voor haar," zei er een, .ze is buiten westen geel haar iets warms." Maar de vrouw was inmiddels bij ge komen en terwijl ze verbaasd om zich heen keek, zei ze tot de vuurtorenwach ter, die met zijn rug naar haar toege keerd stond: „Waar 'oen ik hier eigenlijk?" Met .een ruk keerde Angus Mc Laren zich om. Die stem. Met wijd opengesperde ogen zagen de man en de vrouw elkander spiakeloos aan. Toen opeens, schalde het door de torenruimte: Janet! Je ziet me! Je kunt zien!" En daarna, de stem van de vrouw, als een kreet: Agnus! Ja. ik ziè je, AgnusO, Agnus, 'net wonder is gebeurd. God heeft mijn gebeden verhoord." De roeiers staarden stom van verba zing naar de vouw. die dat wisten ze allen blind was. Zwijgend stonden zij bij eikaar In het kort vertelde de vrouw aan Agnus, die alles tegelijk wilde weten hoe zij op Friar's Light was gekomen. De professor die haar indertijd hud ge zegd, dat zij een kans had, weer ziende te worden door een sterke emotie, een leven. Ze hoorde hoe de anderen ln de boten gingen. Ze werd radeloos van angst, iuid gillend strompelde ze tastend jond in de donkere gang. waar niemand haar meer scheen te zien. Toen voelde ze zich plotseling optillen door een ma troos die haar wegdroeg Dit was alles was zij nog wist. De roeiers, die het vreemde verhaal mede hadden aangehoord trokken zich. zwijgend terug. „Friar's Light mompelen ze, en ze ontbloten eerbiedig het hoofd. Terwiil uit haar ziende ogen nu de bevrijdende tranen om het wondere ge luk vloeiden, knielde Angus Mc Laren, naast de vouw neer. HU streelde haar en kuste haar ogen, in welke hij nu weer de glans van voeger zag stralen. „Weet je, Janet," vroeg hij haar, „wel ke dag het vandaag is?" Ze lachte blij en zei: „Ja jongen, het ls Oudejaarsavond dit is de avond van vyf Jaar geleden, D" dag na Nieuwjaar gaan we trouwen." En dit is dan het verhaal van ae won- cierbaarliike genezing van de bruid van Angus Mc Laren. Als heden ten dage een schip langs de woeste kust van Schotland vaart en de oudere zeelieden de schepplngslegende van Sandy Rocks cn Friar's Light aan de jonge matrozen vertellen, zeggen ze er altijd bil. dat de genezing van Janet. Mc Laren 't bewijs ic. dat het scheppingsverhaal geen zee- mansfartasie is. ..De Duivel", zeggen ze dan. had de boat met de roeiers naai Ssndv Rocks gelokh maar God heeft hem zijn prooi ontrukt en de l.oot naar F-iar\- Light geleid. Daar, op Friar's Light, schonk God de bruid van Angus Mc La*-en het licht in haar ogen. omdat Angus gedu rende vijf Jaren Zijn gebied had be waakt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1950 | | pagina 15