In Lissabons straten scharrelen schoenpoetsertjes
en flaneren elegante kantoormeisjes
i
Engelsen en Vlamingen zagen eeuwen
geleden plundering in rook vervliegen
r
Een Zoeklicht
De port is duur in Portugal
Zoon 1
Emden liet buitenbeentje van de
Duitse Noordzeehavens
Vrees voor inpoldering van de Dollard
OP DE BOEKENMARKT
89ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Vrijdag 13 October 1950
Derde Blad No. 27125
(Portugese reis van onze Brusselse correspondent).
Zoals de Donau de hoofdsteden van Centraal-Europa verbindt maar toch
hun tegenstellingen niet overbrugt, noch hen samenbundelt in een machtige
federatie zó verbindt de Taag (welke de Portugezen „Tajo" noemen) de
beide delen van het eens zo machtige Iberia.
Met Spanje hadden wij even kennis gemaakt op het vliegveld van Madrid,
waar ons voor veel geld een kop slechte koffie werd geserveerd. Van de Por
tugezen vernamen wij, dat uit Spanje ,,ni bons vents, ni bons mariages"
komen, maar misschien is dit een burenruzie, die men met een korrel zout
moet nemen.
Wie, zoals wij, Lisboa, de Portugese hoofdstad, voor het eerst zag uit de
raampjes van een vliegtuig, zal de aanblik van de Taag (die op enkele kilo
meters van Madrid ontspringt) en die de grote levensader van dit arme land
is, nooit meer vergeten.
Het toestel daalde tot op enkele tientallen meters boven de baai, die daar
te glinsteren lag in een daverend zonlicht, om daarna rustig neer te glijden
op de betonnen baan van het moderne vliegveld, dat voor Schiphol niet be
hoeft onder te doen.
Brussel hadden wij een uur of zes geleden verlaten temidden van gure
winden en slagregens.nu streelde een frisse bries de verhitte kruinen der
palmbomen van de Avenida de Liberdad, de grote boulevard van Lissabon.
Rond de ministeries waaien
de geuren van vis, olie en
koloniale producten
Rondom ons golfde de drukte van de
Pra?a dos Restauradores (het Plein van
het Herstel) wiens.naam aan de
machtsovername van Balazajr. in 1928
herinnert
Portugal maakteen .prettige indruk:
prachtige Amerikaanse en Erigélsè wa
gens, voortgedreven met goede benzine,
zeer verzorgde asfaltwegen, nieuwe ge
bouwen. waaraan tot laat In de avond
wordt gewerkt, keurige arbeiderswijken,
kraaknette gordijntjes aan de ramen
van die huisjes
De mensen demonstreren niet de luxe
van Brussel of Parijs, maar ieder zit
netjes in de kleren. Van Zuidelijke non
chalance geen spoor. Veel vrouwen zijn
hi het zwart, wat daar de mode schijnt
te zjjn. In de kerken dragen de dames
zwarte hoofddoeken.
De Portugees is gemiddeld van ge
stalte. groter dan de Zuid-Fransman, en
niet zelden ziet men in het lichtbruine
gezichtblauwe ogen. wat een phy-
siek zeer aantrekkelijk geheel geeft.
Portugese schonen zijn
slank van leest
Terwijl wij wandelend door de
straten doolden, dook plotseling een
in vodden gehuld ventje van een jaar
Antwerpen, noch de Maas te Rotterdam.
Midden in de stroom lag een groot zeil
schip te wiegelen. Het bleek het Ma-
rine-schoolschip van de Staat te zijn.
Oorlogsscheepjes voeren voorbij of
brachten massa's witte marine-soldaten
aan wal. Op hun blauwe muts de glo
rievolle naam „Armada".
Ook reuzen van cargo-liners steven
den de zeer actieve haven binnen, waar
nooit wordt gestaakt. Aan de overkant
ziet men de bergen, die de Taag van
de Sado-rivier scheiden. Daar ligt Se-
tubal. de haven van de sardientjes.
Heel in de verte rees de Torre de Be-
lem op, de sterke burcht, die eeuwen
lang de ingang van de baai beschermde.
De vierkantige, massieve toren werd in
het jaar 1500 door Portugese meesters
gebouwd. Rondom dit machtig monu
ment weefde men legende en geschie
denis.
Portugal heeft langer en grondiger
de Moorse invloed en bezetting ge
kend dan Spanje. Men voelt dit in de
langgerekte esj-klanken, die aan het
Portugees een on-Latijnse allure ge
ven. Het welluidende Italiaanse of
Spaanse „plaza" wordt hier kortweg
„praea" (spreek uit prasja), „mante-
quillia" (boter) wordt „manleclia".
Dan zijn er de typische Arabische na
men: Alfana (het Jodenghetto), de
voornamen Alvares Oliviera, Alcan
tara, enz.
Maar het monument, dat aan Lissa
bon zijn eigen stijl geeft, is het Castelo
Bijna duizendjarige Alliantie
met Engeland
MINISTERIES LIGGEN IN DE
BENEDENSTAD.
Een andere versie is minder vleiend
voor de Vlamingen, die er zich by het
gevecht toe beperkt zouden hebben on
der de muren een vervaariyk huilcon
cert aan te heffen omde Portu
gezen en Engelsen bij de bestorming
aan te moedigen. Een eerste vorm van
supporterdom?
Zeer talrijke banden der historie bin
den intussen het rijke Portugal van de
Middeleeuwen met Brugge, dat de eer
ste grote factorij (overigens een Portu
gees woord) van de Portugezen werd.
voor de verdeling van de koloniale pro
ducten en weefsels in West-Europa.
Op de Azoreneilanden vestigde zich
een aantal Vlaamse families en tijdens
de inquisitie vonden de Joodse families
te Antwerpen en to Amsterdam een
nieuw vaderland.
Van dit heuglijke jaar 1147 dateert
ook het Portugees-Britse bondgenoot
schap, dat nooit werd verbroken. Toen
in 1920 en 1931 een aantal heetge
bakerde Portugezen hun huizen met
het hakenkruis bevlagdcn, bij elke
nieuwe victorie van Hitier, ook toen
bleef de Portugese elite trouw aan de
duizendjarige alliantie. Dat het schier
eiland buiten de oorlog is gebleven,
wordt naast economische en andere
factoren, algemeen toegeschreven aan
de invloed van de realistische Salazar
enFranco
Interessant voor de vreemdeling zyn
in Lissabon de in Romeinse stijl ge
bouwde basiliek, de estrela, en de ka
thedraal. De Nederlandse toerist zal ver
rast opkyken als hy overal de prachtige
motieven in blauwe tegeltjes ziet, die
nu eens het leven van de grote heilige
van de stad, nameiyk de H. Antonius
van Padua. voorstellen. (Antonius was
een geboren Lisbobees en ging pas la
ter naar Italië), dan eens de kruisweg
van Jezus. Men beweert, dat de Portu
gees een bygelovig katholiek ls. dat hij
b.v. beeldjes verzamelt, die speciaal ge-
wyd werden, enz. Maar één feit consta
teert ginds iedere vreemdeling, name
iyk dat de geestelyken in Porrtugal met
veel meer eerbied en innigheid worden
begroet dan in Nederland of België.
Een eigenaardigheid van de stad
Lissabon is het feit, dat alle ministe
ries. behalve het Paleis van Salazar,
in de benedenstad zijn gevestigd. Vlak
voor de haven ligt de moderne „Pra-
?a do Comercio" met in het midden een
prachtige triomfboog, zoals op de Pa-
rijse Champs Elysees en het rui
terbeeld van de Portugcese koning
Joseph. Daar rond en op enkele hon
derden meters van de pakhuizen der
haven, van waar u de geuren van vis,
kurk, olie, koloniale producten, enz.
tcgenwaaien, daar wonen de excel
lenties, leiders van een bureaucratie,
die ook in Portugal oppermachtig is.
laag" - (N.V. Em. Querido's
Uitgevcrsmy, Amsterdam).
De veronderstelling lykt gerechtvaar
digd, dat Alfred Kossmann voor zyn
eerste roman heeft teruggegrepen op
eigen ervaringen. Voor een jong roman
schrijver Ls dit trouwens een by na on
vermijdelijke en alleszins verstandige
werkwijze, die de ontplooiing van zyn
talent het minst belemmert; de louter
op verbeelding berustende roman eist
immers een veel ryper. althans meer
ontwikkeld schrijverschap, dat in ruime
mate afhankelyk moet zyn van een
reeds gevormds persooniykheid. De cr-
varigen waarop Kossmann zijn eerste
ling heeft opgebouwd, liggen in het
o Duitsland van de jongste wereldoorlog,
ons °P- Het was cen I De lorre de Belem, welke m vroeger TOais het zich voordeed aan de aldaar
eeuwen Lissobons bescherming was.
of tien voor
6choenpoetsertje. Hij bewerkte ons
schoeisel op ongehoord vakkundige
wijze, reinigde het met olie, smeerde
het met de hand in en toen kwamen
borstel en wollen lap er nog aan te
pas. Dat kostte ons slechts enkele
escudos (20 cent).
Er liepen armelijk gekleede volks
vrouwen met waterkruiken of manden
met groenten of vis op het hoofd. Die
vergeet men echter als de elegante,
met buitengewoon goede smaak ge
kleede kantoormeisjes op de boule
vard flaneren, Zij zijn even geverfd
en gepoetst als hun Brusselse of
Haagse zusters, maar o.i. heel wat
slanker van leest.
Op een terras dronken wy eerst een
klein glas zeer sterke koffie, daarna een
glas cerveja (een biertje). Een porto
on is t-amelyk duur; zoals overal el
ders ter wereld is het nationale product
voor het buitenland bestemd. Porto is
immers het meest belangrijke export
product, belangrijker nog dan de kurk
en de sardientjes, de harsen en de py
riet, waarmede wy het gehele gamma
der grote exportproducten genoemd
hebben).
..Bier wordt niet meer geïmporteerd",
aldus vertelde de kellner ons in slecht
Frans .dat maken we zelf. Wij hebben
ar Duitsers en Belgen als chef-brouwers
bijgehaald."
Langs Duitslands waterkant (II)
Onder de Noordzeehavens, niet alleen van Duitsland, maar ook van de
Benelux, neemt Emden een geheel aparte plaats in. In de eerste plaats slaat
het uitsluitend massa-goederen om. De voornaamste daarvan zijn het binnen
komende Zweedse ijzererts en de uitgaande Roer-steenkool. Verder wordt er
nog schroot uit- en worden granen ingevoerd.
Wil men cijfers: in 1949 was de omslag hier ruim 4 millioen ton. Voor 1950
verwacht men een niet veel grotere omslag. Het in 1938 bereikte cijfer (3
millioen ton) zal dus vooreerst wel niet bereikt worden.
Ter vergelijking kan men er op wijzen, dat in 1949 de omslag van Rotter
dam 21 millioen ton (tegen 42 millioen ton in 1938), en die van Amsterdam
in hetzelfde jaar 5 millioen ton (tegen 6 millioen ton in 1938) was.
(Van onze speciale verslaggever).
Géén concurrentie problemen
Hoe staat het, wat Emden betreft, in
dit verband met de beroemde concur-
rentie-kwestie, die zo nu en dan de re
laties tussen de Duitse Noordzeehavens
en die van de Benelux verzuurt?
Zij is gemakkelijk opgelost, of liever:
zij bestaat hier practisch met. Het op
merkelijke van de positie van Emden is.
dat het buiten het concurrentie-veld-
van de andere Noordzeehavens ligt.
Niet alleen cultureel ligt de Eemsstad
om zo te zeggen op een naad en weet
rrien niet, of men haar Duits of Neder
lands moet noemen, ook economisch-
geografisch is dat het geval. Op haar
achterland, de streek van Dortmund,
waarmee zij door het Dortmund-Eems-
kanaal rechttoe-rechtaan is verbonden,
kunnen noch Hamburg en Bremen, noch
de Benelux-havens redelijke rechten
laten gelden. De verbinding van dit
deel van het Roergebied met de zee
gaat het snelst en het goedkoopst over
Emden.
Omgekeerd geredeneerd, heeft Eraden
dus ook geen reden om zich in de nu
en dan tussen Hdmburg-Bremen en
de Benelux rijzende twisten te men
gen. Het doet het welbewust ook niet.
Het houdt zich, in het besef van zijn
beperkte, maar onbetwistbare beteke
nis voor een speciaal deel van het
Duitse binnenland, afzijdig. En het is
niet naijverig. Als er naijver is. komt
dit nog het meest van de kant van
zyn grote Duitse zusterhavens, die
moeten w orstelen om aan R(jn en
Roer vaste voet te krijgen en Emden
zijn gemakkelijke kanaalverbinding
een beetje misgunnen. In elk geval
beschouwen zy Emden als cen buiten
beentje in het gezelschap van de
Duitse Noordzeehaycns.
Treffend en voor Emden pijnlijk
kwam dit onlangs tot uitdrukking, toen
er over die havens een documentatie-
film werd gemaakt. Toen deze klaar
was, bleek dat men Emden gewoonweg
had vergeten. De stad liet het er niet
bij zitten en nu zal de film alsnog met
de nodige meters over Emden worden
aangevuld. Het is dus bereid en ook in
Alfred Kossmann: „De Neder- j deling reliëf geven, gaat zelf meespelen:
i'VT xr T7~ :J~'" Charlotte komt om bij een bombarde
ment, haar zelfverzekerde jeugd vriend
Eugène Malherbe, Johannes' medemin
naar, verliest in de chaos zichzelf en
ook Johannes lijdt een definitieve ne
derlaag tegen zijn omgeving. Zo is
„De Nederlaag" ln zekere zin een oor
logsboek, maar zonder de onaangename
bijsmaak, die deze betiteling voor velen
heeft want men kan Kossmann geen
pessimisme, nihilisme, negativispic of
hoe men de na-oorlogse mentaliteit van
sommige jonge sohryvers noemen wil.
verwyten: daarvoor is zyn boek te op
recht. het beeld dat hij van een verval
len gemeenschap geeft te gevoelig, zijn
karaktertekening te menselijk. Hij laat
zich nergens verleiden tot cynische
kanttekeningen en hy gebruikt zijn hu-
gedwongen te werk gestelde buitenlandse 1 mor met beleid en doeltreffendheid. Dat
arbeiders. Het milieu is dan ook in de hij schrijven kan. lijdt niet de geringste
eerste plaats dat van de arbeiderskam-
pen. in het bijzonder bij spoorwegem-
I placementen. maar naarmate het vcr-
haal vordert, neemt de handeling een
ruimere vlucht, tot ten slotte de hele
Fraaie burcht beschermde
eeuwenlang Lissabon's baai
San Jorge (het Kasteel van Sint Jo
ris), dat op de hoogste der zeven heu
velen gebouwd is. Dit Romeinse cas
trum was eeuwenlang een Moorse .-
burcht. Vandaar uit verspreidde zich 111 r^ei?d^ °ïltóc ™haPP i
er in wordt betrokken, met nu eens
een blik op de bevolking zelf. haar alge
hele demoralisatie, dan weer op de toe-
standen, de bombardementen en de ont
wrichting van alle levensorde. Hef boek
Pas op 25 October 1147 verscheen de begint met het transport van een groep
Portugese bevelhebber Don Alfonso Hen-I Hollanders naar Straatsburg; onder
riques in de baai en bestormde de burcht ben bevinden zich twee centrals figu-
van de zeezijde. Hij had een bondge- ren; de student Johannes, wiens vage
nootschap gesloten met Engelse en pogingen tot zelfbehoud hem steeds
Vlaamse kruisvaardeis. die hem mili- minder weerbaar maken, en de domme,
taire hulp hadden beloofd.... op voor- verwaande Bill, het type van de oppor- Johannes
waarde, dat zy na de overwinning de tunist en de door dik en dun op zijn
de Moorse cultuur, daar was het cen
trum van de ongenadige bezetting van
Iberia lang nadat de Arabische legers i
in Poitiers verslagen waren.
twijfel: de scène van het grote bom
bardement, waarbij Charlotte omkomt,
is een voortreffelyk staaltje van be-
schryvingskunst strak, scherp, zonder
melodramatisch effectbejag of literaire
bombast., waartoe zo'n scène maav al te
gemakkelijk aanleiding geeft. Een ander
bewQs van Kossmans ingetogenheid en
goede smaak. wanneer zijn verhaal dra-
- i j i de. v®rf gekomen. Aahvankdijk dient r de2e wereld valt te bereiken al is de
stad zouden mogen plunderen. Op zyn eigen egoïsme^ vertrouwende^ Tuasi- J de schryver hem j manier waarop niet altijd even hartvel -
en
(niet die van onlangs)
Een baard siërt de man hogelijk!
Zij toch maakt van de man pas cen echte man.
Hoe verwonderlijk dus, dat slechts zó weinig mannen baarden dragen.
Vroeger was dat anders
Kijk in de musea: talloos zijn de .ridders-van-de-kouseband gehar-
naste figuren, edellieden, prinsen, koningen en keizers, allen met een
baard getooid.
Maar ook de gewone man.
Ziet hun portretten: trots streken deze „mannen" de hand door hun
steeds welig groeiende, goh ende haardos.
De zachte vacht gaf zelfs de drager van de meest energicloze, terug-
wijkende kin de allure een verbeten strijder te zijn.
En de destijds
zo afhankelijke
vrouw bewonder-
de er hem boven- EE
mate om! EE
Toen heeft op
éénmaal de he- EE
renmode anders
gedecreteerd:
„geen baard meer,
want dat is niks".
Of was het mis-
schien de schuld
van meneer Gi-
lette?
Feit is, dat de
baard terugge-
drongen werd en
thans nog slechts
sporadisch haar
brillante invloed
laat gelden. jE
Er zyn nog „dur-
vers", maar ge
moet ze zoeken
onder de avontu-
riers. de Pool- §E
vaarders of de
onderzoekers der
Thibetaanse bin-
nenlanden.
De geciviliseer-
de maatschappij
doét er niet meer
aan: de „dcca- EE
dentie" van het
huidige manne-
lijke geslacht ma-
nifesteert zich
met voorliefde EE
door een poes- EE
gladde, keurig geschoren kaak, waarover dan de tere vrouwehand flu-
EE weelzacht strijken mag, zonder dat de baardprik dit 'lieve handje schcn-
EE den kanEE
Nu is daar dan die oorlog in Korea. E5
En ge vraagt natuurlijk, wat die baard en vooral het opschrift „Vader
en zoon" (niet van onlangs) daarmee te maken heeft. Ej
Wel, wanneer ge naar Korea gaat, is er niet zo maar op elk moment
een scheermes of Gilette bij de hand.
Daarom vond een der opvarenden van Zijne Majesteits „Belfast", die
de invasie op Korea meemaakte, het gemakkelijker het fiere voorbeeld
van zijn vaderen te volgen.
Hij liet z'n baard vrijmoedig staan en keerde terug met de vervoerende
haarpracht van zijn illuster voorgeslacht.
Maar zijn zoontje, dat Vader wég zag trekken met het in de 20ste
eeuw gebruikelijke roze kinnetje kón maar niet goed begrijpen dat 't
zijn éigen vader was, die hem bij thuiskomst weer lachend in de armen
nam en hoog boven zich uittilde, om te zien hoe geweldig dat zoontje
van hem in die Koreaanse tijd gegroeid was.
Over-en-weer bekeken deze niet-abstracte Vader en zoon elkaar: het s
■E zoontje vindt die baard een héél angstig geval, de vader is blij z'n
kereltje terug te zien.
Vader's pak heeft het ventje al aan: zal misschien de machtige baard
in z'n latere leven nog volgen?
{E Hóe gauw kunnen man en kind veranderen: en er is heus geen ee
Koreaanse oorlog voor nodig, om dat te constateren!
§j FANTASIO. I
iiiillllliiiiiiiiliiiiililllllllllllllliiiiilillliiiilllllllllllllllllllllllllllllillilllllliililiiiiiliiillliiiiiiiilllllllilillilllinillilllllllllllillllllirH
die Emden op zijn achterste benen heeft
doen staan. En daarbij waren niet
Hanseatische, maar Nederlandse aan
spraken de aanleiding. De zaak lijkt nu
weer gesust, maar daar het Nederlandse
publiek er weinig over gehoord heeft,
is het wellicht goed, er nog even op te
rug te komen.
Minister Stikker heeft er een jaar
geleden met een Bremer journalist nog
een principieel gesprek over gehad, dat
hier als uiterst gewichtig is opgevat.
Het betreft de Dollard-kwestie.
Zoals men weet, heeft de Nederlandse
regering na de oorlog aangedrongen op
zekere grensregulaties in het gebied
van de Eemsmond. Ook in de Tweede
Kamer is daarover gesproken. In hoofd
zaak kwamen zij neer op een inpolde
ring van de Dollard en in verband
daarmee op een verlegging van de Ne
derlands-Duitse grens meer naar het
Oosten. Ook was er sprake van over
name van het eiland Borkum dopr Ne
derland. Wat het laatste betreft, heeft
Minister Stikker via de betreffende
journalist de Noord-Duitsers definitief
gerustgesteld. De inpoldering wilde hij
echter niet van de baan weten. Volgens
de Minister had Nederland elke vier
kante meter landbouwgrond nodig en
bestonden er plannen om de Dollard
evenzo droog te leggen als de Zuider
zee. Daar echter de Dollard gedeeltelijk
binnen de Duitse grens valt, zou dat
cen nieuwe grensregeling vereisen en
daarvoor hoopt hij op de medewerking
van een Duitse regering. Tot zover het
interview uit 1949.
In Emden heeft men van de Neder
landse aanspraken gerild en spreekt
men nog gaarne van het Damocles-
zwaard, dat boven stad en haven
hangt. Juist voor die vredelievende
inpoldering is men het meest be
vreesd. Men ziet daarin het einde van
zijn bestaan en verwacht er voor ge
heel Oost-Friesland catastrofale ge
volgen van omdat men aanneemt, dat
bij inpoldering de haven zal dicht
slibben. Nederlandse verzekeringen
van het tegendeel worden niet geloofd.
Emden is erg zuinig op zijn haven en
het herinnert zich nog de grootste tra
gedie uit zijn geschiedenis, groter ook
dan die van 6 September 1944. die het
niet door mensen, maar door de natuur
werd aangedaan: in 1583 koos de Eems
zich bij een doorbraak onverhoeds een
nieuwe bedding en degradeerde de
stad. die korte jaren tevoren nog meer
handelsschepen had gehad dan geheel
Engeland, tot een niet meer per schip
bereikbaar landstadje.
Later hervond Emden zijn toegang
tot de zee. Het koestert deze toegang en
smeekt nu Neptunus. dat de snode Ne
derlandse plannen geen werkelijkheid
mogen worden.
staat om voor zijn rechten op te komen
als het nodig is. Overigens zoekt Emden
zijn kracht meer in werken dan in dis
cussiëren, meer in de prestatie dan in
het memorandum.
Emden op zijn achterste
benen
Nu heeft zich echter juist in de na
oorlogse jaren een kwestie voorgedaan,
afstuurt, maar dan is het alsof hij zyn
oorspronkelijke opzet laat varen en zich
verdertevreden stelt met een. overi
gens knappe en indringende, beschrij
ving van toestanden en mensen, waar
zijn eigen -persoonlijkheid niet meer ge
heel achter staat (vandaar misschien
de vaag blijvende Johannes), die hij als
schryver wél, maar als mens niet aan
kan. Hetgeen trouwens niet te verwon
deren valt.
Niettemin is dit een debuut dat er
zijn mag. Als verhaal is het boeiend, af
wisselend en belangwekkend om de on
miskenbare authenticiteit ervan, die
vertrouwen geeft in de zuivere en per
soonlijke visie van de auteur op de door
hem beleefde toestanden en problemen,
die er uit voortvloeien zyn stijl heeft
reeds een zeer eigen klank en hy be
schikt over een intelligente opmer
kingsgave. Kortom, „De Nederlaag" is.
ondanks de weinig opwekkende inhoud,
een prettige verrassing en als de
qualificatie „veelbelovend jong schrij-
niet zo'n cliché-term was zou zij
de auteur van dit boek in geen opzicht
misstaan.
Hans Martin: „De grote dwaas
heid" - .(H. P. Leopolds Ullgc-
versmü N.V., 's-Gravenhage)
Wie op het omslag van dit boek ken
nis neemt van de loopbaan van de
auteur, kan niet anders dan respect voe
len voor de merkwaardige en veelzijdige
figuur van Hans Martin. Aanvankelijk
journalist (op zijn drie-en-twintigste
jaar al correspondent van de N.R.Ct.!),
trad hU in 1921 in dienst van de K L M.
die hy verleden jaar als directeur ver
liet. Hij was de man van de luchtlijn
AmsterdamBatavia, een organisator
matische hoogtepunten bereikt. Ls het van grote allure, en het is juist deze
verhoor van Simon Coster, culminerende kant van hem die in zijn jongste ro-
in de bekentenis van een moord, die man. .De grote dwaasheid", tot uiting
hy niet heeft gepleegd En zo zyn er komt. Want dit levensverhaal van Fran-
meer passages, die behoren tot het pols Serrurier, de eenvoudige Hollandse
beste moderne proza uit onze literatuur jongen die een der machtigste industri-
Natuurlyk staan daar wel enige te- eleri van Frankryk wordt bewijst wel
kortkomingen tegenover. De figuur van zeer gronal-, wat er me. een groo( or.
bijvoorbeeld is onvoldoende ganlsatielalen; en een beetje geluk in
"Y¥ ft?' jdrTr,iTSfr Martina beker.de vlotte vertil-
in de loop van het \e,haal laat hij hem .m... .ve-- me' 70'n verh.il veel marl
telkens schieten, alsof hij opziet tegen met zon verhaal «el raad
mn0"/^.".^" °".aan:.^ir.lede leze.' niet moeiluk maakt en hem
Daartussendoor kryg> men te
zien hoe Francois zyn machtig concern
Oosters werd daarover 2£er lang ge- mtellecteuel. Om hen heen groeperen
praat. Weldra bleek, dat de ..bruine zich allengs meer figuren, niet alleen de
honden van heidenen" het daarboven j lotgenoten uit het kamp en hun Duitse
zó warm kregen door de aanvallen van I bewakers, maai ook „buitenstaanders",
de Portugezen en Engelsen, dat zij zoals het meisje Charlotte op wie Jo-
voorstelden zich over te geven. Maar j hannes verliefd words, haar vrienden
dat. viel niet in de smaak van de zeer en vriendinnen, terwyl de handeling zich hebbelijkheden, als het Droestlachen en i..„-
Katholieke Engelsen en Flamenco'sverplaatst naar Heidelberg en Franx- heurwiegen. die zyn onbenullige eigen-
Volgens de krijgswet van die ttjd moch- fort. Met dat al tvordt geleidelijk ook dunk moeten accentueren, maken van „„bouwt en i„
ten de steden dip capituleerden, lm- het accent verlegd: het leven van de hem een nogal onmogelijke figuur, grond iaf opbouwt, en in deze
mers niet g°plunderd worden. De kruis- buitenlandse arbeiders in Duitsland .waarin de schrijver een onmacht de- i^deJ^n toon. de schiyver zich van, Jakob Kaiser, de West-Duitse jnlnls-
vaarders zagen een vette bult reeds wordt door de schryver steeds nauwer monstreert om de levensvatbaarheid i ^?,vgr0" Ler* V£°r Zl ri ?le (?ehcel Dul^la»d
ontsnappen. Ten slotte werd besloten, j verbonden met het leven van de Duit- van zyn mensen onder controle te blii- te Dwaasheid is dan oo<c m menig op- betreffeii. heeft in een radiorede de
dat de inwoners van d° bevrijde" stad sers zelf. en wel des te sterker naarmate ven houden. Ditzelfde uit zich soms ook zicht- aan-i-rekkslyxs on-tspannings.ee- I Oost-Duitsers opgeroepen zich op Zon-
WEST-DUITSE BONDSREGERING
ROEPT OOST-DUITSERS OP
NIET TE STEMMEN.
vrijwiUig(?> alle waardeob.iecten, geid,
I iuwelenT tapiiten enz. zouden inleveren. logshandelingpn dreigender en directer opzettelyk stereotiepe vuilbekkerU der
Toen dit gebeurd was. aldus leert de 1 vormen aannemen in bombardementen arbeiders. En dan is er de vraag of de
Portugese kroniek gingen de Engelsen en de naderende opmars der geallieerde schrijver met dit boek eieenlilk wel vol
uit ons hotelraam kykend ontdekten en'hun Vlaamse'vrienden echter nog legers. De achtergrc-nd van de totale I l"die heeft eez°gd wat hij zeggen wild-,
'smorgens opnieuw de Taag. Zo tot een extra-plundering over. welke oorlog, aanvankelyk niet meer dan de Tn he* eerste deel kriigt men namellik
*e&d en machtig is de Schelde niet in i niet voor de poes moet zyn geweest.... coulissen, die het toneel van de han- I de indruk, dat hy zeer bepaald op iets
het verval onherroepeiyk wordt, de oor- in rtiilo^han-llehed^n. zoals de al te tuur. die behendig tussen Kunst en 1 dag bij de verkiezingen van stemming
- 1 -vu—u - te onthouden, of een ongeldige stem uit
te brengen.
„Iedere tegenstem is een nieuw be-
wys voor uw tyrannie, dat de bevolking
van de Oosteiyke zone niet van hua
I heerschappij gediend is", zo zeide hy.
Kitsch door zeilt al schynt zy de eer
ste meer te schuwen dan de tweede. Wie
plezier beleefde aan .Vrijgevochten" en
„Getijden" kan het met dit boek gerust
nog eens proberen.
H J. S.