Onvoldoende veiligheidsmaatregelen, armoedige opzei en technische fouten verklaren dramatische tragedie Engelsen vertrouwden Nederlanders en zorgden er eerst zelf voor niet Verklaring sluit echter scherpe critiek niet uit... Drie hoofden onder drie departementen werden drie mislukkingen Nieuw beleid wierp vruchten af „Zwitserse" en „Zweedse" wegen waren uitstekende verbindingen ZATERDAG 15 JULI Centrale Inlichtingen Dienst: Het onderzoek van de commissie heeft uitgewezen, dat vóór dc overval van Duitsland op Nederland geen enkele voorbereiding van officiële zyde is getroffen, om by een eventueel uit- wyken van de regering naar enig ander land verbindingen via geheime diensten met het bezette gebied te onderhouden, en inlichtingen uit dat gebied te verkrijgen. Mede daardoor zijn er ernstige moeilijkheden gerezen ten aanzien van de gang van zaken bij de Centrale Inlichtingen Dienst, de C.I.D., die 19 Juli 1940 in Londen werd opgericht onder verantwoordelijkheid van de minister van Justitie, Buiten landse Zaken en Defensie, dc heren Gerbrandy, Van Kleffens en Dyx- hoorn. Ten aanzien van de oprichting be treurt de commissie het gebrek aan enige voorbereiding gedurende de neutrale periode voor de Duitse inval en de oprichting onder verantwoorde lijkheid van drie ministers in plaats van de gehele ministerraad. Dc leiding van de C.I.D., die belast werd met het inwinnen van inlichtin gen uit Nederland, het contact opnemen met uit Nederland terugkerende ge heime agenten en het verzorgen van een veiligheidsdienst, d.w.z. het ver strekken van adviezen omtrent interne ring of ontslaan uit internering van verdachte Nederlanders, heeft achter eenvolgens berust bij drie hoofden en in die perioden geressorteerd onder drie departementen, namelijk Justitie, Bin nenlandse Zaken en Marine, onder ver antwoordelijkheid van de ministers Gerbrandy, Van Boeyen en Furstner. VEEL BESPROKEN VAN 'T SANT. In de eerste periode fungeerde de heer F van 't Sant, voormalig hoofd commissaris van politie te Den Haag en fungerend secretaris van H.M. de Koningin als hoofd van de dienst. De dienst was geplaatst onder de minis ter van Justitie, hetgeen de commissie onjuist acht in oorlogstijd. De onderbrenging by Justitie heeft door persoonlyke wrijvingen ten ge volge gehad, dat zelfs militaire in lichtingen van de C.I.D. niet aan het Departement van Defensie werden doorgegeven De benoeming van de heer Van 't Sant tot hoofd acht de commissie on juist. Zowel diens positie bij H.M. de Koningin als de vele geruchten die reeds in Nederland voor dc oorlog over hem de ronde deden, maakten zijn benoeming onaanvaardbaar. Bovendien heeft de heer Van 't Sant tijdens zijn functie Engelse inlichtingendiensten in formaties verstrekt over Nederlandse ministers, hetgeen onjuist is te achten. Ten aanzien van interneringen heeft hij volgens de commissie een eigen politiek gevoerd, die afweek van de politiek van de boven hem gestelde minister van Justitie. Onder deze omstandigheden groeiden de moeilijkheden en werd zijn positie onhoudbaar. De commissie be treurt, dat de regering dit eerst na een jaar heeft ingezien. „TIJDELIJK" DERKSEMA. De tweede periode van de C.I.D. liep van medio Augustus 1941 tot begin Fe bruari 1942. Als „tijdelijk" hoofd trad op de reserve-kapitein mr R. P. J- Dcrksema, terwijl de dienst onder het departement van Binnenlandse Zaken werd geplaatst. De commissie acht deze aanstelling van mr Derksema een ongewenste fi guur Mr Derksema kon niet geacht worden de materie geheel te beheersen en had in de rang van kapitein niet de entree bij hoge Engelse en Nederlandse autoriteiten, waarover hij zou moeten beschikken. Deze benoeming is voor de commissie des te onbegrijpelijker, daar de C.I.D. door de leiding van de heer Van 't Sant in alle mogelijke moeilijk heden was verwikkeld, waarin slechts een hoogst bekwame opvolger verande ring ten goede had kunnen brengen. Het zwaartepunt in de tijd van mr Derk sema lag voor de C.I.D. bij het veilig- heidswerk. Positief inlichtingenwerk werd ternauwernood verricht. BEWUST ONGESCHIKTE DE BRUYNE. Als derde hoofd van de C.I D. fun geerde van begin Februari 1942 tot eind Mei 1942 de kolonel der mariniers M. R. de Bruyne, terwijl de dienst onder de minister van Marine, Furstner, werd geplaatst. Tijdens deze derde periode die de commissie „weinig vruchtdragend" noemt, hebben zich ernstige conflicten voorgedaan met de Engelse diensten, naar anleiding van een bepaalde missie van de inmiddels zeer actief optredende aparte groep Hazelhoff Roelfzema. De verantwoordclykc minister liet zUn eigen dienst als het ware „in de kou" staan, en de heer Dc Bruyne, die meermalen zelf verklaard had zich niet geschikt voor de vervulling van dc hem toegewezen taak te achten, heeft daarop ontslag gevraagd en ver kregen. De mislukking van het werk van de C.I.D. in dc periode-De Bruyne meent de commissie dan ook niet in dc eerste plaats aan de heer De Bruyne te moeten wijten, doch aan de Neder landse regering, in het byzonder mi nister Furstner. Dat de weinig agenten, die in deze slotphase van de oorspronkelijke C.I.D. naar Nederland zijn uitgezonden, hun werk op uitnemende wijze hebben ver richt, is dan ook naar het oordeel van de commissie uitsluitend te danken aan de kwaliteiten, waarover deze agenten beschikten, doch zeker niet aan de ver diensten van de organisatie te Londen die hep uitzond. treffen van redelijke regelingen met Bureau inlichtingen Het falen van de C.I.D. had niet al leen mede het ontstaan van de land wegen via Zwitserland en Zweden ten gevolge, evenzeer en in veel sterker mate een reorganisatie van de inlich tingendiensten als gevolg waarvan de C.I.D. verdween en plaats maakte voor het Bureau Inlichtingen, het B.Iaan vankelijk geleid door de heer H. G Broekman, later, toen deze wegens ziek te moest heengaan, door de majoor der infanterie van het K.N.I.L. dr J. M. Som er. Dit bureau kreeg tot taak het inwin nen, verzamelen en te bevoegder plaatse doorgeven van alle inlichtingen, van belang voor de handhaving van rust en veiligheid van het Koninkrijk, de oorlogvoering, alsmede de voorbereiding tot het heroveren van Nederlands grondgebied en herstel en behoud van het wettig gezag daarover. Met de oprichting van het BI. kwam er te Londen een geheel nieuw beleid ten aanzien van het werk van dc inlichtingendienst, dat, de conclusies van de Enquête Commissie samen vattend, niet naliet vruchten af te werpen. NAUWERE SAMENWERKING MET ENGELSEN. Een van de belangrijkste resultaten van het werk van de heer Broekman ziet de commissie in het tot stand brengen van een bevredigende verhou ding tot de Engelse diensten en het die diensten Inzake de aanwijzing en opleiding van te parachuteren agenten. Alle agenten werden dan ook met me deweten van het B.I. uitgezonden, be houdens de agenten die de Engelsen speciaal belastten met het organiseren en behouden van de vluchtwegen voor ln bezet gebied neergekomen geallieer de piloten. Een van dc klachten, die ook tydens de activiteit van het B.I. bleven be staan, was evenwel de kwestie van de persoonsbewyzen. Blijkbaar zijn de Engelsen, die dit in handen hielden, er niet in geslaagd de rgenten van behooriyke valse persoonsbewyzen te voorzien. Dit is te betreuren, vooral gezien de prestaties die inmiddels on der heel wat moeiiyker omstandig heden in Nederland zelf werden ge leverd. JUISTE VOORBEREIDING VAN VOORTREFFELIJK WERK. De commissie is van oordeel, dat het B I. er over het algemeen in is geslaagd het Juiste type agenten te recruteren en dat het de uitzending van de agen ten en hun Instructie naar behoren heeft voorbereid. De commissie meent, in verband met dc uiteenzetting van de functionnc- ring van het B.I., niet nader te moe ten ingaan op dc prestaties van de verschillende agenten. Het werk dat zy hebben verricht spreekt voor zich zelf. De offers die hunnerzuds ge bracht zyn, zijn zeer groot Door het B.I. zijn 43 agenten uitgezonden. Twee van hen verongelukten op weg naar Nederland en vijftien anderen von den dc dood. hetzy in een vuurge vecht met de vijand. Iietzü na hun arrestatie door fusillering of op an dere wijze. By de p a r a c h u- tering is geen enkele van deze agenten in handen van de v ij and gevallen! De verbetering hield aan. ook by daarna actieve Nederlandse instanties als het Bureau Bijzondere Opdrachten (tegenhanger van de S.O.E.). Het Englandspiel: J Wilt U Uw security check g I gebruiken H Als illustratie van de slordig- §j E heid, waarmee de Engelse dien- sten met het al of niet gebruiken 1 van de security check" omspron- E E gen, vermelden wij uit het rapport van de commissie het geval dat E j| een der agenten in gevangenschap onder toezicht der Duitsers een |j bericht zond zonder security E s check. j§ De reactie van Londen was niet .zwijgen én weten dat deze agent niet meer vrij opereerde" maar een laconieke opmerking E ,,wilt U voortaan Uw security E E check gebruiken ^iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii'/^" Illegale werkers luisteren naar de radio. Een slagzin over Radio Oranje leek zo'n betrouwbare aankondiging, zon veilig baken om op te varen. Maar hoevelen vonden er de dood door Over land ging het beter: Faalde in dc eerste jaren van de oorlog de C.I.D. in het scheppen van bevredigende verbindingen met het bezette gebied, van het bezette ge bied uit werden succesvolle pogin gen in lit werk gesteld, om andere wyzc stevige verbindingslynen met Londen op te bouwen, namelyk de „Zweedse" en de „Zwitserse" wegen. De commissie uit byzondere waarde ring, voor wat in dit verband ge presteerd is door de Delfzljlse arts L. A. Oosterhuis. .centrale figuur van een ondergrondse groep, de consulge- neraal te Stockholm A. M. de Jong. de kustvaartkapiteins Roossien en Pilon voor wat betreft de Zweedse weg en dr W. A. Visser 't Hooft, de In Genève wonende algemeen secre taris van de Wereldraad der kerken, de secretaris-generaal van het de partement van algemene oorlogvoe ring Lovink. en mej- Kohlbrugge, die een voortreffciyke koeriersdienst van het bezette gebied naar Genève tot stand bracht cn onderhield. ZWEEDSE WEG FUNGEERDE IN 1942 EN 1943. De heer Oosterhuis te Delfzijl maak te zijn goede connecties met kust- vaarderskringen dienstbaar aan de ver bindingen met Engeland, door met be hulp van kustvaarders, die door de Duitses in hun eigen belang aanvanke lijk niet in de vrije vaart op de Oost zee werden belemmerd, alle mogelijke ïnlichtingenmatenaal naar St-ockholm te verzenden. Daar werd het door de consulgeneraal De Jong met behulp van de Britse instanties te Stockholm naar Engeland doorgezonden. Omge keerd heeft ook Engeland van deze dienst gebruik gemaakt. Ten slotte kreeg de heer Oosterhuis ook de be schikking over enige zenders. De Ne derlandse illegale pers vond via Stock holm een weg naar Londen, omgekeerd kwam het Londense Vrij Nederland vla Stockholm naar ons land. In zeker op zicht was er ook samenwerking tussen de Zweedse en de Zwitserse weg. Aan de activiteit langs deze weg. die in Juni 1942 begon, kwr helaas een einde door het oprollen van de verzets groep van de heer Oosterhuis eind Juli 1943, over welke aangelegenheid de commissie geen oordeei wil yeyen, aangezien de schuld daarvan door een gerechtelijk onderzoek dient te worden uitgemaakt. Voorts werd later de kust vaart wel ernstig belemmerd ZWITSERSE WEG LIEP VAST DOOR DE POLITIEK. De Zwitserse weg was ontstaan door persoonlijke correspondentie van de heer Visser 't Hooft, die deze. als stem mingsbeeld van het bezette gebied, wel eens doorzond naar Londen Minister president Gerbrandy heeft zeer wel het belang onderkend van de via deze weg steeds groeiende inlichtingen over Ne derland, en heeft de heer Visser 't Hooft naar Londen ontboden voor een I bespreking. Van die tijd af, medio 1942, I functionneerde deze inlichtingendienst voortreffelijk, mede door de nauwe sa- menwerking tussen de heer Visser 't Hooft en de heer Lovink in Londen, benevens door het voortreffelijke koe- rierswerk van mej. Kohlbrugge. die juist omstreeks die tijd kans zag een regelmatige verbinding over land tus sen ons land en Genève tot stand te brengen en nadien te onderhouden. Uiteindelijk gooide de politiek roet in het eten. Er ontstonden moeilijkhe den over politieke inlichtingen, die naar Londen werden doorgegeven, in welk verband volgens het oordeel van ae commissie de heer Six, chef-staf van de ODeen onjuiste houding heeft aangenomen, en mede daardoor de waarde van deze inlichtingendienst heeft verkleind. Naast deze oorspronkelijke Zwitserse weg heeft nog een tweede weg via Zwitserland gelopen, echter slechts kor te tijd en daardoor van minder belang Stimulering van verzet: Verkeerd ministerieel inzicht over S.O.E. Naast de verschillende inlichtingen diensten te Londen bestond er een ge heel ander soort diensten, die eveneens met het bezette gebied verbinding on derhielden, namelijk die ter stimulering van het verzet. Aanvankelijk hielden alleen de Engel sen zich hiermee bezig. In Augustus 1940 hadden zij een dienst opgericht, ge naamd Special Operations Executive (SOE). Deze stelde zich In de eerste plaats ten doel het plegen van sabotage in het door de vijand bezette gebied. Voorts hield hU zich bezig met het or ganiseren van ondergrondse legers, die bij de komende invasie zouden moeten optreden. Hij stond geheel los van de Britse Inlichtingendienst, de S.I.S. Ook was er geen overkoepelende instantie, die de arbeid van SOE en SIS coördi neerde. Niet alleen was er geen Nederlandse dienst op het gebied van het stimuleren van het verzet, doch gedurende de eer ste jaren van de oorlog bestond er prac tised zelfs geen samenwerking tussen SOE en enigerlei Nederlandse dienst. De Nederlandse CID heeft nimmer contact met SOE gehad. De toenmalige chef van de Nederlandse sectie van laatstge noemde dienst, de heer Laming, weiger de zelfs op enigerlei wijze in aanraking te komen met de CID-chef, de heer Van 't Sant, als hij inlichtingen nodig had over de plaatselijke situatie in Ne derland of over uit te zenden Neder landse agenten. Dan ging hij naar de Nederlandse, minister van Oorlog, de heer Dijxhoorn! De Enquête-Commissie is van oordeel, dat deze minister terecht in de aanvang SOE behulpzaam was by het recruteren van Nederlandse agenten. Het heeft de Commissie echter bevreemd, dat de heer Dijxhoorn blijkbaar niet voldoende heeft ingezien, dat het hier ging om een para-militaire taak, die viel buiten de coördinatie welke men door de oprich ting van de Nederlandse CID ln het inlichtingenwerk beoogde en dat men dus diende te komen tot de oprichting van een met de SOE corresponderende De Flitspuit In haar rapport doet de commis sie enige mededelingen over de zen der „De Flitspuit", die in de oor logsjaren in bezet gebied bijzon dere aandacht trok omdat men al gemeen de indruk kreeg, dat dit een in Nederland gevestigde ge heime zender was (vanwege de aotualiteit van het nieuws en de juiste sfeer der uitzendingen). Het blijkt dat deze Flitspuit een door de Engelse S.O.E. verzorgde zender was, die onder leiding stond van de heren Laming en Sluyser. Beiden kenden de verhoudingen in Nederland zeer goed, en wisten daardoor veelal de Juiste snaar te raken. De gegevens voor de berich ten van de Flitspuit kregen zij zo snel, doordat de Engelsen via Stockholm binnen 24 uur de be langrijkste inhoud van alle moge lijke Nederlandse bladen kregen doorgezonden. Het was een moeilijk deductiewerk, uit de beschikbare gegevens goede berichten samen te stellen, dooh 'het feit, dat men in Nederland over het algemeen dacht dat deze zender wel ergens in Ne derland moest staan, toont, dat dit moeilijke werk met succes is ver richt. Met het aftreden van de heer Laming als hoofd van de Neder landse sectie van de S.O.E. is de Flitspuit ter ziele gegaan. Nederlandse dienst gelyk deze later ook heeft bestaan teneinde de Ne derlandse medezeggenschap in dit werk zo goed mogelijk tot haar recht te deen komen. Toegegeven kan worden, aldus de Commissie, dat men daarby wel enige moeilijkheden zou hebben moeten over winnen, daar er zoals de heer La ming heeft medegedeeld in de aan vang van Engelse zijde enig wantrouwen tegen de Nederlandse regering heeft be staan (mede in verband met de affaire De Geer). De heer Laming is al in September 1941 afgetreden als hoofd der Neder landse sectie van SOE. Hij was het na melijk eens met klachten van mr Ter Haar en diverse aspirant-agenten, die ontevreden waren over de veiligheids maatregelen. Maar hy kon bij zijn su perieuren niet voldoende gehoor vinden. De verstrekte valse persoonsbewijzen voldeden niet aan redelijke eisen. De agenten kregen zilvergeld mee, toen dit in Nederland reeds buiten circulatie was, enz.l Gelijk in de aanvang van dit summiere verslag over het gedetailleerde en omvangrijke rapport van de Commissie gezegd, is het ondoenlijk in het kader van een krant alle gegevens te verschaffen, die nodig zijn om een volledig inzicht te verkrijgen in het Englandspiel en zijn oorzaken. Het rapport van de commissie behandelt eerst de organisatie en werkwijze, benevens enigszins de resultaten daarvan, van de inlichtingen- en verbindingsdiensten en -wegen tussen Engeland en bezet Nederland. In het kader daarvan moet het England spiel worden gezien. De materie van dit eerste deel van het rapport hebben wij in voorgaande artikelen zó kort moeten behandelen, dat de subtiele ge gevens, nodig voor beoordeling van het dramatische Englandspiel, daarin toch niet konden worden verwerkt. Wij zullen ons in de beoordeling zelf derhalve ook tot de grote lijnen beperken in de hoop, dat de uiteindelijke conclusie van een gezien haar samenstelling volkomen objectieve commissie het vertrouwen van onze lezers zal genieten. Waar dit vertrouwen ontbreekt past ons slechts dit ene advies: getroost U de moeite, de 3000 pagina's van het rapport van de commissie nauwgezet te bestuderen. Een advies, dat ook wanneer er wel vertrouwen bestaat in het oordeel van de commissie zeker gericht wordt tot allen, die op enigerlei wijze met het Englandspiel en zijn tragische gevolgen te maken hebben gehad. Zij vooral zullen meer willen weten dan een overzicht van de conclusies en een korte samenvatting van hun motivering. Conclusies, die overigens in enkele woorden weergegeven, luiden: Onvoldoende veiligheidsmaatregelen, armoedige opzet en technische fou ten van de door Engelse en Nederlandse zijde georganiseerde diensten hebben dit grootste drama van het Nederlands verzet mogelijk gemaakt. De fouten in de praktijk van het seinspel komen voor rekening van de Engelsen, de ver antwoordelijkheid bij de Nederlandse instanties en autoriteiten betreft in hoofdzaak het nalaten van organiseren van eigen deskundige diensten of het niet tot stand brengen van een bevredigende samenwerking met de Engelsen, waardoor iedere controle op de practijk ontbrak. Ondeugdelijke security checks werden bovendien niet in acht genomen Elders in deze pagina's geven wij een overzicht over het „Englandspiel in korte trekken": de Duitsers arresteerden geparachuteerde agenten, gebruikten hun zenders zich voordoende als die agenten om contact te onderhouden met de Engelse geheime diensten, en kregen inllohtingen over volgende pa rachuteringen, wapenzendingen, illegale organisaties in Nederland etc., waarvan nieuwe arrestaties meestal leidende tot de dood van de gearresteerden het gevolg waren. Zoiets mag uiteraard niet mogelijk zijn. Er waren dan ook allerlei voorzor gen getroffen. De agenten zouden hun berichten via hun geheime zenders in code zenden, zodat afluistering door de Duitsers hun geen gegevens zou ver strekken. Wanneer zij gevangen zouden worden genomen, en door afpersing hun code zouden moeten prysgeven en de Duitsers hadden martelmethoden, die het prysgeven van de kostbaarste en heiligste zaken konden bewerkstelligen dan nog was er een „veiligheidsgren- del", de „security check". De agenten hadden alle zulk een oheok: de aanwij zing om een bepaalde letter b.v. fout te seinen, of het zoveelste woord in een telegram te verminken, of een nietszeg gende phrase in te lassen etc. indien zij in vryheid zonden. Werden zij gear resteerd en gaven zij onder hoge druk nun code prijs, dan nog zou men in En geland weten, dat dc door hun of na mens hen uitgeonden berichten niet te vertrouwen waren, omdat zij verzonden waren zonder die Security Check. De gevangen agenten zonden zonder die check En wanneer zij vroegen om zending van nieuwe agenten, werden die gezon den. En Engeland kondigde zending van agenten en materiaal aan over die lijnen. „Hoe is da.t mogelijk geweest?" dat is de grote vraag van het Englandspiel. HOLLANDERS HADDEN GEEN CONTROLE EN WISTEN VAN NIETS. Aan het slot van een reeks beschou wingen laat de commissie een aantal op merkingen over het zendverkeer volgen uit het rapport dat de heren H. Koot, J. A. Verkuyl en A. W. baron de Vos van Steenwijk, als deskundigen aan haar hebben uitgebracht betreffende de crytografische en verbindingsteohnische problemen, welke zich hebben voorge daan bij het contact tussen de regering te Londen en het bezette Nederlandse gebied, in hoofdzaak ten tijde van het Englandspiel. De Nederlanders hadden geen be moeienis met de technische verzor ging van de verbindingen, ook niet met de vorm der ontvangen telegram men. Zy ontvingen slechts de zake lijke inhoud en konden derhalve het gebruik der security checks niet con troleren, noch door ondeskundig heid de waarde dier checks beoor delen. MASSA-ONTVANGST IN STRIJD MET SUBTIELE ZAAK. De commissie-Koot somt een aantal technsohe fouten op, die in Engeland gemaakt werden. Onder meer maakt zij de opmerking dat het feit dat de radio verbindingen der Nederlandse agenten gedurende een zo lange tyd door de Duitsers (personeel van de Funkliber- wachujigsstelle der Ordnungspolizei) konden worden gebruikt mede zijn oor zaak vindt in een groot aantal fouten van verbindingstechnische aard. Aan Britse zyde werkte S.O.E. met slechts één radiostation, dat de cor respondentie gaande hield met zeer vele agenten op het vasteland van Europa. Deze armoedige opzet gaf tot een groot aantal ongewenste procedu res aanleiding. Aan de geparachuteerde agenten was b.v. gezegd, dat zelfs hun „handschrift" van seinen een aanduiding kon zyn of zij zelf of anderen onder hun naam sein den, zodat ook deze „veillgheidsfactor" nog gold, al zouden de Duitsers in het bezit zijn van hun securityoheck. De uitzendingen der talloze agenten op het vasteland werden echter opgenomen door marconisten, die nooh van de „seinhandschriften" kennis droegen, noch door de veelheid van hun contac ten daarover hadden kunnen oordelen. „UW TELEGRAM D.D. ZOVEEL EN ZOVEEL Terwijl tooh elke agent in de gele genheid had moeten zyn om elk wille keurig tydstip in de lucht te komen en verbinding te maken met dit „home station" waren zij daarentegen gebon den aan vaste zendtijden, driemaal per week. Wanneer men daarnaast stelt, dat de agent gebonden was aan een zeer klein aantal vaste onveranderlijke golf lengten dan is het duidelijk, dat het de vijand wel erg gemakkelijk gemaakt werd hem te controleren, te peilen en gevangen te nemen. Bovendien werkte dit home-station op een en dezelfde golflengte, vaak met, 20 a 30 agenten, verwisselde tijdens dit werken van eigen roepletters, kortom compromitteerde op deze wijze zijn eigen roepnamen en elk station, dat met hem werkte. Een andere fout, die gemaakt werd, bestond hierin, dat door Enge land in zyn telegrammen gerefereerd werd aan vorige telegrammen door blote vermelding van het nummer of de datum van dat telegram. Hierdoor waren de agenten gedwongen hun oude telegrammen te bewaren, het geen uit de aard der zaak zeer ge- vaarlyk was ÉÊN FOUTE LETTER IN EEN ZEE VAN ONDUIDELIJKHEDEN. Het systeem van security checks, mee gegeven aan de agenten van S.O.Ewas al zeer eenvoudig, doch evenzo zeer on deugdelijk, Het bestond uit het foutief seinen van een bepaalde letter van het telegram. Het zal duidelijk zyn,, dat de geco deerde telegrammen over de zwakke agentenzendertjes zelden geheel cor rect in Engeland werden ontvangen, en dat uit dien hoofde een foutief geseinde letter al heel weinig bew'U1 van betrouwbaarheid leverde. Even goed zal het duidelijk zijn, dat een dergelijke check een eenvoudige prooi was voor crypto-analyse en ver- volgens door de vijand gemakkelijk kon worden nagebootst. Ten slotte moet er op gewezen worden, dat wanneer de Duitsers eenmaal met het bestaan van deze soort security check op de hoogte waren, zij hem uit elke agent konden „lospersen"! Over de methoden daartoe willen wij hier niet uitweiden TYPERENDE ZORGELOOSHEID. Alhoewel dus het systeem der secu rity cheeks al weinig voldeed aan de eisen, die men aan deze soort van waarmerking moest stellen, liet S.O.E. bovendien nog na de vereiste controle op de security checks uit te oefenen en aan het uitblyven van deze checks de juiste gevolgtrekking vast te kno pen. Deze tekortkoming had dramati sche gevolgen en moet wel als het be gin van het England-splel worden beschouwd. Zeer vreemd is deze omis sie, gezien in het licht van de instruc ties, die de agenten op de Britse scho len ontvingen. Immers grondig werd daar iedere agent op het hart gedrukt, dat hy by gevangenneming door de Duitsers alles kon prtfigeven, dc*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1950 | | pagina 10