Een Hoordwijks predikant in de 18de eeuw
UIT VERVLOGEN TIJDEN (VII)
Visafslag werd in de Kerk
aangekondigd
Rijnsburgse stoelemnatter belasterde
ds Yan Royen
Ondernemingen en particulieren
worden fiscaal uitgehold
Funeste gevolgen der financiële
aderlatingen
89ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Zaterdag 22 April 1950
Tweede Blad No. 26980
I Vandaag maken wy in deze rubriek eens even een „uitstapje" naar buiten
en richten wü onze blik naar Noordwük aan Zee. welke ..parel der Noordzee-
badplaatscn" zich juist in deze dagen heeft getooid in een weelderige lente-
pracht en waar de kleurrijke bloemen'apijten U links en rechts tegenlachen.
Niet aldus in het Noordwijk, dat wy U ditmaal voor de geest willen bren
gen. Zo'n echt typisch Hollands dorpje uit het midden der 18de eeuw, ge-
yormd door pl.m. 100 huizen en bewoond door 560 mensen, waarvan er 450
de Nederduytsch-Gereformeerde en 110 tot de R.K. Kerk behoren. De be-
olking was in die dagen zeer op elkander ingesteld, want lezen wij niet in
een keur van 16 October 1753 „dat niemand der Vissers, Zceluyden ofte Inge-
tencn van Noordwyck aan Zee zig mogten angageren of begeven in dienst
ran eenige Reedcrs buy ten deze plaats, op poene van niet meerder geconsi-
.ereert ende gehouden te werden voor Burgers ende Inwoondercn van wei-
femelde Dorpe, en voor altcos verstee ken te weezen van haar Burggerregt of
Inboorlingschap, en zullende nooyt by overmogentheid van de Diaconie ofte
buy ten Armen, of bv hooge ouderdom uyt de Gasthuys-goederen tot Noord-
jrrek aan Zee, gealimenteert ende onderhouden werden"?
Er waren in die dagen nog meer „INHULDIGINGE" VOND
heerlycke voorregten" en gebruiken,
ji? wel een typische kyk geven op het
even van die tijd. Van één daarvan
gaan wij U vertellen, waarvoor wij onze
{gegevens ten deie habben verzameld
uit het dooi J. Kloos geschreven ge-
Khiedkundig overzioht „Noordwijk in
den loop der eeuwen" en verder uit
een van zijn hand verschenen artikel
Jn het Leidsch Jaarboekje van 1918.
Het handelt over de kerkelijke toe
standen omstreeks 1755 en meer in het
bijzonder over de komst van ds A. van
Royen te Noordwijk aan Zee.
Al dadelijk zien wij dan, dat het be
roepen van een predikant in die tijd
niet uitsluitend een zaak des kerke-
raads was. Veeleer was deze in handen
van de ambachtsheer, die het recht
van collatie en electie 'het reoht van
een wereldlijke instantie om ^eeste^
lijken tt benoemen) had.
Krachtens een ac-coord tussen Wigbold
MAART PLAATS.
De „inhuldiginge van dé nieuwe
predikant vond op Zondag, 2 Maart
d.o.v. plaat? Nadat ds Th. van der Bell
van Rijnsburg ds Van Rcyen in de
ochtenddienst had- bevestigd, vond in
de middagdienst de intrede plaats.
Kloos verhaalt daarover het volgende:
Een typisch gezicht voor de Amsterdam-
sohe familieleden des predikants: de
vrouwen op de stoelen met kleurrijke
rokken en gep'ooide jakjes en witte
muts op het hoofd, de vooraanzittenden
voorzien met zilveren hoofdbeugel; de
mannen, in hoofdzaak visschers. geze
ten in de banken en op de achterste
stoelen, gehuld in hun visschersgewaad,
onder de preek met den platten zee
manshoed en sommige burgerluidjes
met den hoogen hoed cp het hoofd, die
telkens gelicht wordt wanneer de pre
dikant een bede uitspreekt en bij vcor-
„Noordwyk! Noordwyk! nu
aan 'tloven,
Voor Uw' nieuwen Hemeltolk,
Vorst Messias heeft van boven
U belonkt, 6 heilig Volk!
Gy, gy h'ebt. een' Man verkreegen,
Die u onderwyst en bouwd
In Jehovaas wond're wegen,
Dien Hy met Zyn' kind'ren
houd.
Koomt u, Noordwyk! troost te
ontbreken,
Koomt 't u qp bestiering aan,
Havsrcamp zal moed in spreken,
Die gelyk een' rots zal staan.
Wat zal belzebub nu schelden.
En zig went'len in het slyk?
Immers diergelyke Helden
Zyn de geesels van zyn ryk,
Dat Hy menig schaao ontwringen,
En in Godts genadestal.
Waar om d'Enz7en zullen zingen.
Gantsch beveiligt brengen zal."
<konjjnenvaitfcr<0. die met dezelfde
eigenschappen bekend staan. En wist
eennemds Germaarische volksstam een
Rrinio c-p het schild t° verheffen als
zijn le;'d=man. ook hier vindt de predi
kant dien volkstrek terug in Cornells
Engelss Vink. bijgenaamd de gladde,
omdat hij zoo glad in den bijbel was.
assistent uitroepsr en klapwaker die uit
hartstochtelijke eerbied en liefde vooi
zijn dominee, met opgeheven vuist kon
uitroepen:
Wie quaet spreekt van domeneer van
Roven
Die sal ik in 't schuytengat gooyen!'
Kees de gladd° had met. veie ande~en
zitn eigen Goisbeschouwing, die nog
aan Ge-maansche hartstocht doet den
ken. Hü hoorde gaarne spreken over
den donder van Gods wet" en zag het
liefst den zondaar verwezen naar „de
buitenste duiste-nis. waar vreening is en
kne-sing der tanden" Een straffende
Jehovah voldeed het me°st ziine be
spiegeling. Wanneer dominee dat on-
derwern even aanraakte in zijn preek
d'n lichtte Kees :n de kerk zichtbaar
zijn hoed, ten teeken van instemming
O dominee" riep Kees gisteren
den pastor toe ,.je bent verrl te
zacht voo»- de gemeente: als ik domi
nee was, ik zou de menschen preeken
dat ze akelig wierden!"
't Is Zondag 8 April 1759 Dominee
Van der Does en de kerkeraad van
Noordwijk aan Zee, d.d. 27 Juni 1701,
stelde bij de ene vacature de ambachts
neer „drie personen van beproefde leer
en leven" en bij de volgende vacature
fle kerkeraad een drietal samen, waar-
Wt in beide gevallen de ambachtsheer
een eligeerde. In ons geival werd ds
Abraham van Royon. afkomstig uit
Amsterdam, beroepen.
DOMINEER WERD MET DE
..MOOIJEN KAPWAGEN"
GEHAALD.
Als het beroep is aanvaard, worden
f>P Woensdag, 19 Februari 1755, de jon-
'le proponent en zijn zuster op het
oorp verwacht om in de pastorie de
laatste schikkingen te treffen en om
2jch nader met de ambtsdragers te ver
baan. Jan Flooren, de jonge kerk
meester, is reeds met „de mooijen kap-
F&gen" naar de Noordwijkerhoek om ze
rif halen van de trekschuit.
En nu laten wij de heer Kloos aan
.net woord: „Daar komen ze. 't Is bu-
ren-kijk-uitDe .Jonge domineer"
pent men al, maar zijn zuster nog niet.
.Kijk, 't is krek Free Does" (de
jongste dochter van de ambachts
heer). Zij stappen af aan de pastorie,
«aar .Tan Willemsz. van der Werf, als
oude kerkmeester hen wacht; terwijl
oe voerman eerst baan moet breken
ocpr de opeengepakte nieuws'ri ?rigen
ZiJn equipage thuis te brengen
••"rindelicke menschen, hé. déftige
«nisterdammers met munnie die kun-
MHWe'e.bben Kee!" -De juffer 'iet
p-f j eb *k 'ooren zoggen" zegt
uit de garnt „Marytje bedoel je",
^tert Jaan nekkie, „Maria klinkt
j^^^nsch", en de menigte druipt
een bezoek in de kerk komt
jwmand met fatsoenlijk uiterlijk van
-n kerbpider af, in bevuilde handen
smeer dragende. Het is de
AVa i u^lmeester Hendrik van der
aai Hij heeft het uurwerk gesmeerd,
u.arvoor hij, met het poetsen van het
voneT Jaai"lijks vier gulden trekt
Waa A, kerkmeesters. „De klok. eer-
zegt Van der Waal slaat
straatdavidsch en het uurwerk
hipr 0p Lissabon. Dat door uw tnvioed
eens de rechte tyd worde aange-
ter6?.! st[ekklng elders op deze pagina
fen Plaatsje geven.
ten
tijde van het verblijf van ds A. van
Royen te Noordwl/k aan Zee.
en nagebed en 't zingen van een p^ami Qe kerk_ met rechts de pastorie
van Datheen wordt afgezet.
De jeugdige predikant vertolkt zijn
inwendige gestalte met een woord van
Paulus tot de gemeente van Ephese;
„My de allerminste van alle de heylige
is dese genade gegeven, om onder de
Heydenen door 't Euangelium te-^ver-
kondigen den onnaspeurlicken rijck-
dom Christl" (Eph. 3:8).
Nauwelijks is deze treffende dienst
geëindigd of de rust des sabbats
ncmt ook een einde. Hermanus Je-
roenz. Waasdorp kondigt met bekken
slag aan dat er aanstonds vischafslag
wordt gehouden aan het strand.
De predikant staat paf Een onderzoek
brengt aan het licht, dat des morgens
twee pinken van den leeder-ouderhng
Ary van der Cloet en één van Jacobus
Zonneveld, een Katholieke reeder, van
de kantvisscherij waren aangekomen en
de afslag is uitgesteld geworden tot na
den intreedienst. Een nader onderzoek
geeft hem een blik in de „Keur en Or
donnantie op de Sondagviering tot
Noortwijk aai; Zee" van dato 18 Octo
ber 1753, waarin hy leest;
„Eerstelijk dat op Sonda'Je geen Zee-
schuyten of Pinken, het sij omme te
vlsschen ofte om visch in zee te koopen
en over te neemen, zullen ve:mogen
aftevaren, immers niet vóór de dienst
Gods sal syn geeyndlgt.
„Ten tweeden dat op Sondaagen geen
afslag van visch sal mogen werden ge
houden voor en aleer d'namiddag-pre-
dicatie en de dienst Gods sal syn geeyn-
digt, ten ware eenige schuyten, met
visch geladen, aan quaamen. welke niet
sonder pe^ykel met haar last konden
blijven leggen, In welk geval men alvo
rens de permissie van den Officier dezei
Heerlijkheyd sal moeten vragen.
Bij een particulier bezoek den volgen
den dag aan den reeder Krijn van dei
Meulen ziet de pastor een streng Voe-
tiaansch boek liggen, getiteld: „Cate
chisatie. grondige ende eenvoudige on-
derwysinge over de leere des Chr Ca-
techismi" door Cornelis Poudroyen, op
gedragen aan en gezift en hervormd
door Gisbertus Voetius Hij wijst zijn
vriend in het stuk van „den Sabbath'
op de volgende vragen:
„Soude men des Sondaghs wel mogen
de vischmTckten. vleeschme: ckten en
elck andere merekten houden? Ant
woord: „Neen".
„De visch konde bederven, so se stom
tot 's maendaghs?" Antwoord: ..Dat
baet niet".
„O dominee" zegt van der Meulen
„Voetius en Poudroyen hebben nooir
des zondags schuiten met visch aan
wal gehad".
Bij zyn eerste huisbezoeken leert hij
met welgevallen kennen de van der
Me ui ens, de Pluggen, de van Duynen.
forsche mannen met blonde haren, op
gewassen tegen alle ongemakken der
natuur, openhartig, gastvrij en getrouw
Hij merkt onder hen op hartstochtige
wildjagers, stroopers, en brengt hun
oorsprong over tot de oude Caninefaten
houdt voorbereiding tot het heilig
avondmaal. Onder zijn gehoor bevindt
zich een „buytengemeenter" met het
doel om den leeraar te onderzoeken of
hij wel de „beproefde waarheyt" aan
het licht bracht en „bevinding" kende.
Als gladde Kees. die in dezen tijd meer
malen als „hondenslager" dienst deed
en den vreemden Rhynsburger had in
gelaten. gewetfen had dat diens doel was
den dominee af te kammen, had hij
hem zeker naar ,,'t schuytengat" ver
wezen.
Des avonds is er gezelschap of kon-
ventikol bij Maartje Cornelisdr. Admi
raal, weduwe van Jacob van der Deyl,
waar o.m tegenwoordig zijn Adriaantje
Duin, vrouw van Jan Kaak, Krijntje
Meeuwenoort, vrouw van Klaas Bom
en Neeltje Plug, vrouw van Huyg Over-
duyn; tevens Cornelis van der Deyl,
zoon. en Cornelis van Dobbe, schoon
zoon der genoemde weduwe, terwijl als
voorganger fungeert Johannes van der
Linden, een stoelenmatter van Rhyns-
burg. Aanvang te 9 ure, sluiting half
12. want Maartje hield steeds haar
kaarsje lang brandende
DE PREDIKANT ONDER HET
„VILMES".
Na het uitroepen van een gebed, waar
in de Heere zeer familiair wo'dt aan
gesproken, zingt men een psalm van
Datheen en leest de oefenaar een capit-
tel uit Gods woord Ofschoon het doel
der vergadering gewoonlijk heet elkan
der op te bouwen in het geloof door
onderling te verhalen wat de Hee:e aan
zijne ziel gedaan heeft, wordt heden de
predikant onder het vilmes genomen
en door den oefenaar-stoelenmatter
aangetoond dat hij geen de minste
kennis aan zyneygenzigzelven heeft".
Hij zette de zielen bij de voorbereiding
aan het we k en stelde derhalve eene
„paapsché leer", voor.
,.'t Is treurig" zegt vrouw Kaak
„hij is een kloosterwaardt met al zyn
Wgijnen". (de mannenkerkeraadsleden
n.l
Kees Dobbe ergerde zich in hooge
mate aan ds uitingen omtrent den lee
raar en zegt de lastergesprekken dezer
vergadering openbaar te maken.
De predikant, wicn ter oore gekomen
is dat er reeds meermalen geheime sa
menkomsten zijn belegd door zekere
personen, waarin een vreemde stoelen
maker voorging en welke convenfcikelen
krachtens ds kerkorde verboden zijn.
verbindt zich om met den jongsten
broeder ouderling Hendrik van der
Werf die leden te bezoeken en hun „op
het vriendelijkst en bedaard te versoe
ken van de vooschreevene tsa men kom
sten volstrekt aftezien" opdat alle er
gernis geweerd kan worden
DE RUST KEERT WEER.
De kerkeraad besluit voorts om den
baljuw en schout Adrlaan Hoogop Jr.
hiervan kennis te geven en hem advies
te verzoeken hoe met den lasteraar te
handelen, en aan ds van der Bell te
Rhynsburg zijn beklag in te brengen
omtrent de houding van Van der Lin
den, met gevolg dat de baljuw belocft
zorg te dragen dat er geen samenkom
sten meer ri° rust zulleh verstoren en
ds van der Bell den stoelenmatter voor
zijn kerke.aad zal dagen.
Aldus geschiedde en daarmeds keerde
de rust terug.
HJIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlb'
REDDER
LEVENS.
VAN 100 MENSEN-
't Jaar 1781 heeft den naam van ds
Abraham van Royen doen vereeuwigen
In de rol der historie.
't Is Februari 1781. Een zware noord
wester storm, den 12den opgekomen,
houdt vier dagen aan.
Op Vrydag 16 Fcb-uari, kort nadat
de dorpsschoolmeester Pi'ter Dcele-
man tLs voormiddag te elf ur*», in
qualitrit a's koster, de kerkklok heeft
geluid, hoort men uit zee aanhou
dend schieten uit zwaren mond. Een
schip in nood!
't Gcheele do~p komt op de been „Is
't een Enerlsch *rhip?" luidt de eer
st? vraag. Men ziet h°t stranden ten
noorden des dorps. Jawel, het schlint
een driemaster, de groote- en be
zaansmast zyn wggeslpgen, alle boo
ten en sloepen ziin vrjo'-en, 't is het
Engelsch-Ooslindlseh schip ..General
Barker". Angstige kreten hoort men
op het wrak s'aken. Is rr redding
mogelijk? Ziet, welk een branding!
Daar treedt de bijna 51-ja.rige pre
dikant van Royen cp hst strand naar
voren en ziende een schipbreukeling
bijna moedernaakt oo een stuk hout
aandrijven, worstelt hij door de bran-
Dat bericht heeft me goed ge
daan!
Het stond er zo losjes-weg „Voor
het éérst geen examenkoorts"!
Want de jongelui, die in Rotter
dam het Middelbaar Onderwijs
willen volgen, behoeven zich niet
meer te onderwerpen aan een
examen, maar zullen een tijdlang
geobserveerd worden.
En met de resultaten van die
observatie-periode kunnen zij 't al
of niet doen.
Een wijs besluit!
Jaar na jaar immers heeft hpif
Nederland voor examens in de
piepzak gezeten voor de andere
helft.
Zomer na zomer zijn hele gene
raties door de zeef gegaan.
Zij hebben de hoogste tempera
turen door die ellendige examen
koorts opgelopen
Ik herinner me al die verschrik
kingen als de dag van gisteren.
Wanneer me 's nachts een nacht
merrie komt bezoeken, krijg ik
nog glibberige na-rillingen bij de
gedachte aan die ellendige dagen,
waarin je door de stoomwals van
dat beangstigende eindexamen
ging.
Ik wéét 't wel: de gecommitteer
den méénden 't zo kwaad niet,
maar ze zaten dan toch maar vóór
je met hun akelige strikvragen.
Je kon 't heus niet helpen, wan
neer het herinneringsvermogen bij
hun overweldigende aanblik op de
loop ging.
Alles wat ik 's morgens vroeg
bij een opwekkend kopje thee nog
opdreunen kon leek vervlogen, zo
dra de strenge „jury van drie"
met rollende ogen haar stormloop
op het armzalig slachtoffer begon.
Dat was 't ene deel van het
examen
De schriftelijke helft was zo mo
gelijk nog kwellender: daar een
zaam en alleen te zitten met een
blank velletje papier, dat vól
moest zonder van iemand een
steuntje te ontvangen: te turen
naar de serie medeslachtoffers, die
op een kilometer afstand zaten en
aan 't pennen waren, zonder iets
van hun wetenschap te kunnen
verraden en dan stomweg door
't raam te kyken in de hoop. dat
de inspiratie eindelijk óók voor
jezelf zou komen, het waren lij
densuren zonder weerga
Niet te vergeten de loerende sur
veillant, die in dat lijden zélfs nog
een soort behagen scheen te heb
ben
Ach: laat ik er niet aan terug
denken!
Het feit, dat Fantasio tóch z'n
eindexamen haalde, bewijst dat de
inspiratie tenslotte gekomen is.
Maar vraag niet hoeveel zweet
droppels dat gekost heeft, hoeveel
zenuwrillingen, hoeveel zielsel-
lende!
Ik heb met mijn diploma even
verheugd gezwaaid als indertijd
Chamberlain toen hij uit Godes-
berg van Hitier terugkwam. Maar
ik zou het evenmin als hij
nooit meer over willen doen: dót
verzeker ik U!
Het ergste is. dat ik zonder dat
papiertje nü evenveel weet als
mét.
Want van al die kostelijke
schoolwetenschap is maar een
kriezeltje blijven hangen.
Ik gun niemand de koortsige
examenhei, waarin ik vertoefd heb.
Daarom heeft 't bericht mij goed
gedaan: „wat ge niet wilt dat U
geschiedt, doe dat ook een ander
niet".
En al weet ik best. dat de reden
voor de „observatie" niet ligt in
de overweging de jeugd geen exa
menkoorts te bezorgen maar om
een „beter en vollediger inzicht te
krijgen va naanleg en capaciteiten
der candidaten", hiermee wordt
toch wél toegegeven, dat men dit
inzicht op een examen toe hte on
volledig krijgt.
Waarmee ik maar zeggen wil,
dat examens ook in dit opzicht
dikwijls onzinnige dingen zijn,
waarmee het van nu af aan mis
schien dank zij de verhelderde
inzichten ener „verlichte eeuw"
zal afgelopen zijn!
Een der weinige triomfen in een
benarde tijd!
FANTASIO.
Hiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiirn
ding heen. g ijpt hem uit de golven,
dekt zijn naaktheid met een eigen kle
dingstuk, b engt hem aan de pastorie,
voorziet hem van drooge kleeding en
wijst een bed aan.
Fluks op het terrein des gevaars te
ruggekomen, w°tot hij zijn buurman
Schonevelt en den scheepsbouwmeester
van der Schalk op om eenige hunner
pinken tot redding zeewaarts te laten
met aanbod om uit eigen b'urs de on
kosten daarvan te bestrijden
Zoodra het eenigszins vallende water
kans van slagen biedt neemt men zijn
voorstel aan en ijlings trekt het volk in
de weer om enkele bommen aan laag
water te brengen, hetwelk gelukt D?
lee-aar begeeft zich in heiligen ijver
aan boord van een der vaartuigen, moe
digt zijn mannen aan tot het redden
van menschenlevens, met gevolg dat
ongeveer honderd personen behouden
aan wal wo den gezet.
Slechts vijftien personen blijken ver-
d-onken te zijn.
Is er van de zelfopofferende liefde des
leeraars en zijne dorpsgenooten nog
notitie gehouden? O ja! Het bestuur
der Engelsch-Oostindische compagnie
heeft zyn agenten te Amste-dam last
gegeven om aan pastor van Royen 200
guinjes (f. 2500) en aan de Noordwij-
ke-s. die met hem de hand der redding
hebben uitgestoken. 100 guinjfs ten ge
schenke aan te bieden Omdat ds van
Royen geen terugbetaling verlangde van
de onkosten, op het reddingswerk ge-
vaHen. vereerde hct bestuur van
het „Fonds ten behoeve onder krijgs
gevangenen in Engeland" hem met
een zilveren theepot en een zilveren
melkkan.
Na nog negen jaren in zyn geestelij
ken dienst op zijn geliefde zeeplaats ge
arbeid te hebben gevoeld*1 ds van Royen
zich op 60-jarigen leeftijd niet meer in
staat zijn werk naar behooren voort te
zetten en verzocht hij, aan de Staten
van Holland en West-Friesland om het
genot van zijn ambtsrust, welk „emeri
taat salvo honore et stipendio" hem
door de Staten, bij resolutie van 8 April
1790, gunstig is toegestaan.
Hierop nam hij den 4en Juli 1790, des
namiddags, afscheid van zijne gemeen
te. die hij 35 Jaren had gediend.
Hij bracht zijn domicilie over naar
Noo.dwijkbinnen, huize „Zylrust" aan
den Achterweg en mocht daar, buiten
zyn verwachting, nog 28 jaren de rust
des ouderdoms genieten. Op de 10de
Juni 1818 overleed hij en werd begraven
te NoordwiJk-binnen in de Hervormde
kerk, waar nog zijn grafsteen de kort-
naïve inscriptie vertoont: „Hier legd
Domin: A. van Royen".
Te hoge belasting verteert eigen bron:
Industrialisatie-schema blijft
dientengevolge achter.
(Van onze financiële medewerker).
Het is gelukkig nog geen 1952, maar
het wordt wel steeds duidelyker dat
naarmate de fatale datum voor de Mar
shallhulp nadert, de Wcsteuropesc
landen voor grotere moeilijkheden zul
len komen te staan.
De betalingsbalans van Engeland i$ in
1949 weliswaar aanmerkelijk verbeterd
het tekort liep van 105 mill, tot 70
millloen terug deze' verbetering had
voornamelijk betrekking op de verhou
ding tot de Sterlinglanden; het tekort
op de balans met de dollarlanden bleef
nagenoeg gelijk, n.l. 275 millioen. De
Engelse politiek zal dus ongetwijfeld ge
richt blijven op een verdere inkrimping
van de importen uit de V. S. en een uit
breiding van de export naar de nieuwe
wereld, een strijd, waarin de Westeuro-
pese landen elkaar thans op het felst
bekampen.
Nederland verkeert in soortgelijke
omstandigheden, maar terwijl de nieu
we Engelse begroting met een overschot
sluit, zit Minister Lieftinck voor 1950
nog met een flink tekort ondanks de
rigoureuze belastingdruk, die gelyk be
kend. de schatkist in 1949 aan gewone
en bijzondere heffingen ca. f.5 milliard
in het laatje heeft gebracht.
Nu de abnormaal grote winsten van
de eerste na-oorlogse jaren bij vele
bedrijven tot het verleden behoren en
in het algemeen de concurrentie in
binnen- en buitenland toeneemt, stuit
Ie onevenredig hoge belastingdruk be-
rrypelykerwijs op toenemend verzet
n treden de funeste gevolgen van de fi
nanciële aderlatingen duidelijker aan
bet licht. Vooral nu dc fiscus bezig is
ijn achterstand in te halen, worden
cle bedrijven trouwens ook parti
culieren financieel uitgeho'd "n lo
pen zij met de financiering var nieu
we investeringen, waarop ter wille
van de industrialisatie van regerings
wege wordt aangedrongen, vast.
Het kan dan ook niet verwonderen,
dat de industrialisatie tot dusver niet
onbelangryk by het destijds door Mi
nister Van den Brink opgestelde sche
ma is ten achter gebleven.
Gerekend was, dat bij een totaal In
vesteringsschema van f. 5700 millioen
voor de periode 1948Juli 1952, voor
tenminste f 1200 millioen in nieuwbouw
en uitbreiding van gebouwen voor de
nijverheid moest worden geïnvesteerd
Tot 1 Jan. 1950 blijkt echter niet meer
dan f. 320 millioen voor dat doel te zUn
uitgegeven, waarbij men dan nog in
aanmerking moet nemen dat vele inves
teringen werden geforceerd, omdat men
anders nog een groter deel van de winst
aan de fiscus had moeten afdragen. De
ervaring bij de banken is dat vele be
drijven, niet het minst de kleinere, over
onvoldoende middelen beschikken om
hun in geldswaarde aanmerkelijk ge
stegen omzetten te financieren, terwijl
de banken, gelijk byv. uit de textiel
industrie wordt gemeld, op hun beurt,
bevreesd geworden voor een conjunc
tuursomslag de credietschroef strak
ker aandraaien en proberen diverse
faciliteiten in te trekken.
Prof. Dr P. J. A Adriani heeft dezer
dagen in een lezing voor de Nederl. MIJ.
voor Nijverheid en Handel de juiste op
merking gemaakt, dat de Nederlandse
fiscus er van moet worden doordron
gen, dat de
continuïteit van de 'onderneming ver
der reikt dan die van de eigenaar, d.
w.z. dat aan de belastingbron grotere
betekenis moet worden gehecht dan
aan de persoon van de eigenaar, dat.
om het nog anders te zeggen de In
standhouding van het bedrijf en zyn
rentabiliteit de allereerste voorwaarde
van nationale welvaart is.
Het nieuwe wetsvoorstel, dat de In de
onderneming aanwezige stille reserves
bij het overlijden van de eigenaar wil
belasten. Is niet alleen onjuist, maar
in vele gevallen fnuikend, omdat het'in
vele gevallen de mogelijkheid tot voort
zetting van het bedrijf ten enenmale
afsnijdt Een aantal belastingconsulen
ten heeft hierover een adres aan de
Tweede Kamer gericht, waarin met
voorbeelden wordt geïllustreerd dat de
belasting op de door de fiscus gecreëer
de fictieve liquidatiewinst dodelijke li-
quiditeitsmoeilijkheden kan doen ont
staan. Volgens Prof. Adriani komen der
gelijke absurditeiten in Engeland, Frank
rijk en België niet voor en zijn reser
veringen voor nuttige uitbreidingen
daar bijvoorbeeld geheel van belasting
vrijgesteld.
Afgezien van de wenselijkheid om de
belastngdruk in het algemeen te verla
gen, zullen dergelijke „plooien" moeten
worden gladgestreken om te voorkomen
dat het Nederlandse bedrijfsleven, dat
toch reeds met grote moeilijkheden te
kampen heeft, in zijn voortbestaan en
ontwikkeling wordt verlamd.
Dat een belasting bij te hoge druk
tenslotte haar eigen bron verteert cn
dus haar doel voorbijstreeft, Is al reeds
gebleken uit dc teruggang bjj de ac-
cijnsen op tabak en gedistilleerd, bij
de vermakelijkheidsbelasting en uit
de werkloosheid In de betrokken be
drijven, gevolgen, waarvoor de rege
ring vroeger herhaaldelijk is gewaar
schuwd.
Maar ook ten aanzien van de directe
belastingen geldt dezelfde „natuurwet"
dat belastingdruk boven een bepaalde
grens, de belastingopbrengst doet ver
minderen. hetgeen trouwens door Mi
nister Lieftinck In theorie ls toe
gegeven. Maar ook met goede theorieën
bevordert men niet de nationale econo
mie. als ze niet In de practijk worden
toegepast.
We spreken nu maar niet over de
noodzaak van particuliere besparingen,
waarop wij meer dan eens hebben ge
wezen en waarover genoemde professor
ook een hartig woordje heeft gezegd.
Ook hier helpen geen van hogerhand
geleide spaaracties, wanneer spaargel
den, bedrijfspensioenen en uitkeringen
van levensverzekering dermate worden
belast, dat het effect voor een groot deel
verdwijnt.
Wanneer men weet dat bij een bevol
kingstoename van 150.000 zielen Der jaar
f. Its milliard per jaar moet worden be
spaard om ons nationaal vermogen per
hoofd der bevolking op peil te houden,
ls verder commentaar overbodig.
Rond de Veemarkt
De veehandel heeft een slechte week
achter de rug en als de yoortekenen ons
niet bedriegen, dan is een algemene
prijsdaling van het vee lang niet denk
beeldig. Immers de zuivelafzet is al zo
veel moeilijker geworden. Boter- en
kaasprijzen zijn sterk In dalende lijn en
de laatste veetelling geeft een flinke
aanwas van onze veestapel te zien In
een Jaar tfjds zelfs IW,. en nu werkt
een schrale groei van het gras in de
maand April de vraag naar weideves
ook nog wat tegen.
Zeer groot waren de aanvoeren deze
week vooral en men ontmoette een sterk
verminderde kooplust voor het rundvee.
Niet alleen het weidevee was minder in
trek maar tegen aller verwachting in
blfjft de aanvoer van slachtvee nog ta-
meliik goed 'momenteel en het vleesge
bruik is door de hoge prijzen sterk af
genomen. Gevolg ook een zeer kalme
vraag en de aanvoerders kregen deze
week dan ook ten opzichte van de vraag
prijzen geen van alle hun zin.
Het enigste dat nog onveranderd hoog
in prys bleef was een uitmuntende ge-
bruikskoe met goede pap-eren en t bc.
vrij. maar voor de rest was het voor
alles minder. De handel die om deze
tijd veel vee duur ln handen heeft, moest
dan ook een veer laten. Vooral aan de
minder goede coorten weidekoeien moest
men er een f. 40f. 50.- per stuk aan
laten zitten, doch de slachtdieren waren
ook al gauw f 50 - Der stuk goedkoper
dan vorige week. We noteerden voor
kalf- en melkkoeien f. 600—f 900 -. de
extra beste kwaliteiten nog tot f. 1000.-.
Vaarzen f. 500—f. 725 -, pinken f.359—
f 475.-. Graskalveren f.220f.280 Wei
dekoeien f. 425f 675. enkele extra bes
ten ook nog Iets daarboven. Slachtvee
f 2.10f 2.50. Prima tot f. 2.80 per kg ge
slacht gewicht. Vette Stieren f.2 20—
f. 2.40 per kg geslacht gewicht. Plm 1000
stuks slachtvee werd deze week levend
Ingevoerd uit diverse landen, n.l. Frank
rijk. Ierland en Denemarken. Deze con
currentie doet zich ook gevoelen.
De nuchtere kalverenmarkt verliep
vooral bij de aanvang dezer week nog
wel willig en prilshoudend maar het ar
tikel kon geslacht niet zo vlot worden
verkocht, met het gevolg, een flauwe af
loop op het einde van de week Gisteren
hier op de Leidse markt ook even een
strekzame handel. Mooi fokkers werden
overal veel gevraagd en brachten een
beste prils op. Notering slachtkalveren
f.28—f.45.-; fokkers f.60f.90- per
stuk.
Met het wolvee ging het nog heel kalm
ln de verkoop. Er was wat meer aanvoer
van Ooien met lammeren en ook waren
er thans uit het Noorden des lands
jonge weidelammeren aangevoerd Han
del lui met hoge vraagprijzen. Ooien met
2 lammeren f. 135f. 150; vette schapen
f. 85f. 100.- ook wat voor export ge
kocht. Weidelammeren f. 30.—f. 38 - per
suik.
De vette aikenshandel is de'.® et k
ook niet zo rooskleurig verlopen De aan
voeren nemen ook hier toe en drukken
gaandeweg op de prijzen. We noteerden
dan ook gemiddeld 5 cent per kg lager
dan de vorige week f. 1.58— f. 1.62 voor
de goede soorten en f. 1.50f. 1.55 voor
het lichtere goed. Zeugen f. 1.40f.1.46
per kg, alles levend gewicht.
De Daarden zjln deze week nog be
hoorlijk prijshoudend verhandeld kun
nen worden. Vooral een .kwalitelts-
oaard" bleef zowel voor het gebruik als
voor de slacht zeer goed verkoopbaar,
f 500— f 900.- tot f. 1000 - toe konden we
noteren per s*uk. of voor de slachtoaar-
den van f. 1.50-f. 1.90 per kg geslacht ge
wicht.