DE KONING DER OPTOCHTEN Zij bezorgden Leiden onvergankelijke roem Vele prinsen liepen in zijn schaduw Tivee monumenten Blijvend eerbetoon aan vrijheidshelden öoste jaargang LEIDSCH DAGBLAD Vrijdag 30 September 1949 Derde Blad No. 2Ó8Ü9 J Confrontatie met de historie (Foto L.D.'Van VI.'et) „Met schade en schande werd ik grijs" Het is dit jaar precies 30 jaar ge- I leden, dat de heer Bernard de Koning te zamen met de heren W. van der Laan, E. W. Wichers Rollandet en P. Boot door de ledenvergadering werden gekozen tot bestuursleden der 3 Octo- ber-Vereeniging. Wanneer ooit een vereniging genoe gen heeft beleefd van een besluit, dan is het wel de verkiezing van dit viertal geweest. Immers de heer Van der Laan werd in 1923 tot het presidium geroepen en anno 1949 hanteert hij nog steeds met jeugdig vuur de voorzittershamer. De 'heer Rollandet is reeds vele jaren de volijverige secretaris en de heer Boot droeg slechts luttele jaren geleden het penningmeesterschap over aan de heer C. J. van Spall, doch maakt nog steeds deel uit van het bestuur. Zij allen heb ben zich zéér grote verdiensten ver worven jegens de meest populaire aller Leidse verenigingen, onze 3 October- Vereeniging. WIE AAN DE WEG TIMMERT, HEEFT BEKIJKS. Maar krachtens de positie, welke hij van stonde af aan in het bestuur heeft ingenomen, was de heer De Koning van dit viertal degene, die „het meeste be kijks" trok, althans dit bekijks het meeste stimuleerde. Want- sinds het jaar, waarin hij zijn intrede in het be stuur deed. werd aan hem de organi satie opgedragen van de grote middag optocht, welke sedert de oprichting der vereniging in 1885, het hoogtepunt der feestviering van Leidens Ontzet heeft j gevormd. Wij vonden de heer De Koning, of schoon nauwelijks hersteld van een ernstige ziekte, bereid ons het een en ander van zijn veeljarige ervaringen te vertellen. „Tja, zei de heer De Koning en hij graaide in zijn even bekende als wel verzorgde baard! die 3 October, dat wéét wat. i Eigenlijk dateren mijn officieuze be moeiingen met de 3 October-Vereeni- ging al van 10 jaar vroeger, maar mijn vader (die een goed zakenman was) achtte het uit zakelijk oogpunt niet ge wenst, dat ik eerder zitting nam in het bestuur. Hij was en niet ten on rechte! van mening, dat de daaraan bestede tijd ten koste ging van „de zaak", maar desalniettemin gaf ik als voorzitter van de toenmalige Leidse Wielrijdersvereniging „Allright" reeds lang vóór 1919 mijn medewerking aan de 3 October-Vereeniging. En wel in een mate, dat in 1909 of 1911 daar wil ik nou &f zijn het slotstuk van het vuurwerk op 3 October luidde „Hulde aan Allright"! STIPT OP TIJD! Maar als ik nu terugdenk aan die i eerste optochten in 1919, dan schaam ik me diep. Ik mag wel zeggen, dat ik met schade en schande grijs geworden ben, maar in één opzicht behoef ik me niet te schamen. Was het voordien wel eens voorgekomen, dat een 3 October - optocht inplaats van om 1 uur, om kwar.t voor drie van het beginpunt ver trok, sedert 1919 is géén optocht later I dan vijf minuten over één gestart. Vraagt U me niet hoeveel tijd en moeite de voorbereiding kostte Er zijn optochten geweest met tegen de 1000 deelnemers en geen buitenstaander kan bevroeden wat er nodig was om te zor- gen, dat deze honderdtallen doorgaans uitgelaten jongelui op tijd gekleed, ge kapt en gegrimeerd waren. Maar al doende, leert men en ik geloof Je mo gen zeggen, dat ik in al die jaren nooit I iets vergeten heb, wat de organisatie j en het vlotte verloop verstoorde." INCIDENTEN. Waren er nooit moeilijkheden? „O, ja, ik herinner me een optocht, waarin een groot aantal leden van het Leidsche Studentencorps meedeed. Bij het passeren van de Studentensociëteit I „Minerva" aan de Breestraat, bemerkte ik plotseling, terwijl ik mij in het ach- terste deel van de stoet bevond, dat de zaak stagneerde. In galop reed ik naar i de kop, waar ik moest constateren, dat nagenoeg alle studenten hun plaats in i de optocht hadden verlaten en zich in „Minerva" ophielden. Niet dan met de grootste moeite slaagde ik er in allen weer naar buiten te krijgen en hun plaatsen te doen hernemen. Een dergelijke ervaring beleefde ik I ln 1946, toen tijdens het keren op de Stationsweg het plotseling begon te stortregenen en een militair muziek korps aan de kop van de stoet collec- tief „Heck's lunchroom" binnenvluchtte. Twee minuten later liepen ze weer in de stoet en 5 minuten later was het weer droog Maar inmiddels waren we allemaal tot op ons hemd kletsnat KONINKLIJK BEZOEK IN 1924 HOOGTEPUNT. „Wat zijn Uw prettigste herinne- H ringen?" „Dat is moeilijk te zeggen. Een hoogtepunt was het Koninklijk bezoek I in 1924 ter gelegenheid van de 350ste herdenking van Leidens ontzet, maar eigenlijk zijn de laatste 12 jaren, waar- j in de verantwoordelijkheid hoofdzake lijk op mijn schouders rustte, alle even j mooi geweest. Natuurlijk niet voor het publiek, welks smaken nu eenmaal uit- II een lopen, maar dat toch altijd grote waardering heeft getoond voor het streven der 3 October-Vereeniging. Per soonlijk bewaar ik ook de prettigste 1 herinnering aan de samenwerking met nu wijlen Jan de Quack, de ontwerper en artistieke verzorger van de optoch ten gedurende het tijdvak 1928-1938. Na het bereiken van de 70-jarige leef tijd achtte ik het tijdstip gekomen om mijn functie als voorzitter der Op tochtcommissie* aan jongere krachten over te dragen en ik stel er veel prijs op te verklaren, dat het Bestuur in de heren N. A Commandeur en P Herfst opvolgers gevonden heeft, waarmede de gehele vereniging geluk te wensen is. Het zal U niet verwonderen, aldus besloot de heer De Koning ons prettig onderhoud, dat in verband met zijn veeljarige ervaring mijn rol nog niet geheel is uitgespeeld en dat ik achter de schermen hier en daar nog wel eens van advies kan dienen, maar als geheel bezien beschouw ik mijn 3 October - loopbaan als volbrachtEn ik zie er met heel veel genoegen en dankbaar heid op terug!" VAN DANK GESPROKEN. Op, het ogenblik, dat wij deze regelen ichrjjven, is het in verband met 's he ren De Konings recent herstel nog j geenszins zeker of zijn gezondheidstoe- 1 stand hem zal veroorloven aan de op- I tocht 1949 deel te nemen. Hij zelf gaf ons in zijn onverwoest- baar optimisme en enthousiasme de r' wens te kennen als optocht-commis- saris-te-paard te willen fungeren. Het bloed kruipt nu eenmaal waar het niet gaan kan en het zal inderdaad óók door de Leidenaars als een grote leemte worden gevoeld een 3 October-optocht door de Sleutelstedelijke straten te zien trekken zonder daarin de zozeer be kende, grijsgebaarde en hoog-gehoede figuur van de heer De Koning aan te treffen. Mogelijk zal hij zich ditmaal noodgedwongen en zijns-ondanks moe ten vergenoegen met een plaats in een der bestuursrijtuigen. Hoe het ook zijmocht één dezer beide mogelijkheden worden verwezen lijkt. dan getuige een daverend applaus der Leidse burgerij van haar grot^ er kentelijkheid voor hetgeen de heer De Koning gedurende vele decennia met onvolprezen toewijding voor ons Leids 3 Octoberfeest heeft gedaan! EEN FLAUW GRAPJE: WIE KENT HEM NÏET? De als steeds ongetwijfeld talloze stadgenoten, die in de morgenuren van 3 October een bezoek zullen brengen aan de Lakenhal, krijgen alsdan gelegenheid kennis te ne men van de nieuwste aanwinst van ons stedelijk Museum, een maqu ette van Leiden anno 1574. waarop de schansen der Spaanse beleger aars zijn aangegeven. Deze ma quette werd vervaardigd door de heer B. Bootsma. technisch ambte naar. verbonden aan de Lakenhal en vormt een waardevolle aanwinst van de collectie voorwerpen, be trekking hebbende op Leiden's be leg en ontzet als daar zijn de be kende hutspot-pot. het schilderij van Van Bree. het tapüt voorstel lende het opvaren der Geuzen- vloot. enz. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIItlllllllHIIHIIIIIHIIIIIIIIHIHIIIIIIIII i Pieter Adriaanszoon van der Werff In 1874 werd op 3 October het derde eeuwfeest van het ontzet van Leiden op luisterrijke wijze gevierd in tegenwoor digheid van Z.M. Koning Willem III, Zijn Gemalin en talrijke hoogwaardig heidsbekleders; zij toonden daarmede, dat zij beseften, dat de grote dag van Leidens bevrijdine niet alleen voor Lei den zelf. maar voor het gehele land een dag is van grote betekenis, die door het 2. v. d. Werff op voetstuk en reliefs. 3. Een Stedenmaagd. 4. v. d. Werff en een Leidenaar. 5. v. d. Werff voor een leeuw, die een Spanjaard laat verdrinken. 6. v. d. Werff, hand in hand met de Stedemaagd. 7. v. d. Werff in parlementaire houding. 8. Minerva met een krans. „DE MAGERTE BLIJKT DUIDELIJK" Het tweede ontwerp van J. P. K. Koel man en de architect H. P. Vogel werd ontvangen geld werd bii twee kassiers in bewaring gegeven, doch één van beiden ging failliet. Gelukkig was er on- derpand, zodat de schade gering was; er werd een hypotheek genomen op een huis, dat afbrandde, doch gelukkig kwam het gestorte geld terug! HET PENNINGSKE VOOR DE WEDUWE! Een loterij werd gehouden: ds E. Lau- rillard verzond 500 circulaires naar Am sterdam. toneelvoorstellingen werden gegeven, .een tentoonstelling ingericht foto's verkocht, prof. De Vries collec teerde zelf op een studenten-réunie en eindelijk was in 1884 het geld bijeen, ja, zelfs nog een batig slot van f.4 65. dat aan een brave weduwe" ter hand werd gesteld. De keuze van de plaats leverde groot Foto L.D./Van Vliet. Het gedenkteken nabij de Jan van Hout kade eert de nagedachtenis van Prins Willem van Oranje Louis de Boisot. Jan van der Does en Jan van Houtnamen welke steeds verbonden zullen blijven aan de geschiedenis van Leidensbeleg en ontzet in 1574 m&4 Het monument in het Van der Werff park. dat de herinnering levendig houdt aan de dappere burgemeester ten tijde van Leiden's beleg. nageslacht nooit genoeg kan worden ge roemd. Een jaar tevoren, in 1873, was het denkbeeld geopperd, op 3 October 1874 een gedenkteken op te richten ter ere van de dappere verdedigers tiidens het beleg. Een commissie werd gevormd, een prijsvraag uitgeschreven voor een monu ment. een jury benoemd ter beoordeling van de ingekomen ontwerpen en getracht zou worden, de benodigde gelden bijeen te brengen. Op de prijsvraag kwamen acht ontwerpen binnen, een behoorlijk succes. Met het benoemen van een jury had men met vele moeilijkheden te kam pen en de pogingen, om de nodige gel den bijeen te brengen, leverden een po ver resultaat op ACHT ONTWERPEN. De acht ontwerpen waren: 1. Een turfdrager. op de voet gevolgd door het schilderij van de Bree, aan wezig in de Lakenhal. gekozen en uitvoerig in de pers beschre ven. Koelman had de meeste moeite ge had, om geschikte magere modellen voor reliefs te vinden, dóch hij is daarin geslaagd- want later schreef hij: „De magerte blijkt duidelijk". Aan veler verwachtingen had het ont werp niet beantwoord; men vond. dat v d. Werff te veel domineerde, terwijl hy. volgens prof. Fruin, zich bij het be leg meer een opvolger van de menigte had getoond en het in hoofdzaak aan v. d Does en Van Hoot te danken was, dat de Leidse bevolking was blijven vol harden. Nu moest opnieuw getracht worden de geldmiddelen te vinden en de plaats van het standbeeld te bepalen. De kosten bleken veel hoger te ziin dan ze oor- spronkeb'k waren geraamd. Inschrij- vinesbilietten werden rondgestuurd, een collecte langs de huizen gehouden, doch het resultaat was teleurstellend, ondanks de bijdragen van ons Vorstenhuis. Het bezwaar op; de toenmalige stads-archi- tect. Schaap, wilde de trap voor het Stadhuis wegbreken en daar het stand beeld plaatsen. Een ander verkoos het Rapenburg te demoen en v. d. Werff tegenover de Universiteits-bibliotheek te plaatsen. Ook kwamen de Hoogstraat, de uitbouw voor de Waag het Pieters kerkhof in aanmerking. Eindelijk, na heel wat bezwaren te hebben overwon nen en de toezegging van de regering -te hebben verkregen voor het afstaan van grond op de Ruïne, werd op 13 April 1883 de Ruïne aangewezen. Op 9 Augustus werd met de fundering begonnen en 3 Aug. 1883 de eerste steen gelegd bij afwezigheid van de commissie. Het re gende die dag zo hevig dat alle feeste lijkheden werden afgelast. EEN DRAAIBARE BURGE MEESTER Neg was alles niet in orde: er wat ver schil van mening welke zijde van het beeld ^-""r de zo ntoegedraaid moest worden. Len hevig dispuut volgde in de pers het weekblad Uilenspiegel vond daarin aanleiding om voor te stellen, v. d Werff op een spil te zetten en hem met de zon mee te laten draaien! Ondanks al deze bezwaren werd het beeld 30 April 1884 geplaatst en door een zak aan de blikken van het publiek ont trokken. Dit gaf 3 bekende studenten aanleiding, in de nacht van 3 op 4 Sep tember, het beeld te onthullen, doch vóór de bevolking dit opmerkte, was het beeld weer „gezakt" Zo was dan einde lijk alles klaar en op 3 Oct. 1884 zou de plechtige onthulling plaats hebben, waarbij vergeten werd. de commissie, die zoveel moeilijk wefk laad verricht, uit te nodigen! Van de commissie waren in de loon der jaren vele overleden; o.a. de Ere-Voorzitter Prins Alexander, de heren A. H. Bakkerkorff. J. A. Boo gaard, A. H. v. d. Boon Mesch. B. Carts, G. J. Corts. J. M. E. Dercksen. D. T. Gevers van Endegeest. J E Goudsmit. J. E. Inckel. A. C. Quant, P. L. Tichler en A. Taliman. PROF DE VRIES SPRAK FEESTREDE UIT. Als feestredenaar trad op prof. De Vries, die. na eerst gewezen te hebben op de moeilijkheden door de commissie ondervonden, in een gloedvolle rede de herinneringen opriep uit de tijd van het beleg en de invloed schetste van de per sonen. die in 1574 de bevolking hadden weten oo te wekken de strijd tegen de viiand vol te houden en na onbeschrijfe lijk lijden de vrijhe'd wisten te verkrij gen. Ook wees hii er op. van welk groot belang het ontzet niet alleen was voor Holland, maar voor de gehele mensheid. De vrijheid van Nederland heeft heil zaam gewerkt voor de bevrijding van andere volken. Ons land wist zich een hoge rane onder de Staten van Eiu-opa te verwerven: het hielp de vrijheid handhaven, overal, waar die verdrukt of bedreigd werd. Het weerstond de over heersing van de Franse veroveraar die onze onafhankelijkheid trachtte te ver nietigen; tegenover Lodewiik XIv stelde het Willem III. die ze'fs de kroon van Engeland aanvaardde het wekte Ame rika tot een nieuw leven. Na de onthulling gaf hii een beschrij ving van het monument. Aan de voor zijde. met het wapen van Leiden gedekt, komen de hoofdlieden de eed van trouw afleggen in handen van de burgemeester met de woorden: Het Vaderland getrouwe Blijf ik tot in den dood De linkerzijde toont, de strijd bii de Boschhuizerschans. waar de hopman Kees Haviks het leven liet. Hij deed ge stand wat hij de Spanjaard had toege voegd Zoo lang wij hebben handen, ziet, Om 't eten één. één om te vechten. Zoo komen wii tot schande niet. Het derde relief stelt de binnenkomst van de Geuzenvloot voor. Boisot met zijn Zeeuwse matrozen door de uitgehon gerde bevolking met gejuich begroet; vol betekenis zijn de geplaatste regels: Nu mogen wij afdrogen Ons lang bekreten oogen. Want Leiden is ontzet. Het relief aan de rechterkant ver toont de Pieterskerk, waar de menigte zich verzamelde om uiting te geven aan het eevoel van dankbaarheid voor de redding Daar staan v. d. Werff. het hoofd in vrome ernst gebogen. Doeza, Van Hout en Boisot: mannen, vrouwen en kinderen liggen neergeknield. De predikant stamelt een dankgebed, de lofpsalm wordt aangeheven: Ik zal met al mijn hart den Heer, Blijmoedig geven lof en eer. Behalve de reliefs, komen aan het ge denkteken nog voor 3 wapenschilden van Rijnland. Delfland en Schieland. Deze 3 waterschappen aarzelden niet. aan de roepstem van de Prins gehoor te geven, om de dijken door te steken, zü brachten daardoor een eeweldig offer, doch verklaarden: .Liever verdronken land. dan verloren land" Oo het voetstuk troont ln volle groot heid het beeld van de onvergelijkelijke Burgemeester P A v. d Werff als ver tegenwoordiger van de burgerij, die Hol land heeft, behouden. Zijn vaste wil en onwankelbaar vertrouwen hebben zijn medeburgers bezield, getroost en bemoe digd: zijn naam zal blijven voortleven bii het verre nageslacht. Hij staat daar in kalme, ernstige houding, blootshoofd, met de Oranje- sjerp omgord, met de burgemeesters mantel omhangen, de linkerhand aan Lelden ls niet bepaald rijk geze gend met monumenten. Vergissen wil ons niet dan blijft hun aantal tot 4 beperktVan der Werff. Boerhaave, Rembrandt en dat aan de Jan van Houtkade. 50 van dit momimentenbezlt houdt verband met Leiden's grote vrijheidsstrijd uit de 16e eeuw. De even populaire als vitale voor zitter der 3 October-Verenlglng. do heer W. van der Laan. vertelt nier naast lets van hun ontstaan en ge schiedenis. het gevest van de degen, met afge wende rechteram. gebalde vuist, met stroeve blik. als antwoord tot de vij and: „Nooit". Met een dankwoord aan allen, die hun medewerking bii het tot stand komen van het monument hadden verleend en na zang door een kinderkoor, werd het standbeeld overgedragen aan het Ge meentebestuur. In de tegenwoordige fraaie omgeving is het een sieraad voor Leiden. Monument Plantsoen- Jan van Houtkade Meermalen waren er stemmen opge gaan. om een gedenkteken op te richten voor de mannen, die met v. d. Werff, al hun krachten hadden gegeven voor het behoud van Leiden. Hun namen waren: de Prins van Oranje, v. d. Does, Van Hout en Boisot. Toen nu het plan bestond 3 October 1924 als 350 jarige herdenkingsdag van Leiden op bijzon dere wijze te vieren, temeer, nu de Ko ningin aan het verzoek der 3 Oct. Ver. had voldaan om die dag met Z.K.H. Prins Hendrik in Leiden te komen, werd door enkele heren de mogelijkheid be sproken. om oo die dag een monument te plaatsen ter ere van bovengenoemde mannen. Een commissie betaande uit de heren prof. P. J. Blok. prof. dr Knappert, mr dr J. C. Overvoorde en ondergete kende werkte de plannen daartoe uit, trachtte de benodigde gelden te innen en verzocht enkele kunstenaars een ont werp te willen inzenden. Al ging alles n et even gemakkelijk, toch waren de moeilijkheden minder eroot dan van de commissie in 1883. ook al. daardat een minder groot geldelijk bedrag vereist werd. dat binnen korte tijd was bijeen gebracht WAAR? De vraag was nu waar het monument te plaatsen. Allerlei voorstellen kwamen daartoe ter tafel, totdat besloten werd, de historische plek in het Plantsoen aan te wijzen. Immers, vanaf dat punt had de bevolking de Geuzenvloot zien nade ren en het geschut gehoord. In de on- m ddelli'ke nabijheid staat nog het kruit huis „Oostenrijk" als overblijfsel van het aloude muurwerk welks Ineenstor ting in de laatstp nacht van het beleg de in de Lammenschans gelegerde vij and opschrikte en de uit de slaap ge wekte stedeling in de oren klonk als het begin van het einde. Op deze plek stond, toen 20 jaar geleden, al eeuwen lang op een oud bastion een hoge molen, die de naam ..Oranjeboom" droeg. Na de kerkdienst op 3 October 1924 laegaven H.M de Koningin en Prins ^Hendrik met gevolg zich naar deze plek. waar zii door de commissie werden ont vangen en prof. P. J. Blok een red# hield. Hii herinnerde er eerst aan waarom deze olek gekozen en tot oprichting van het gedenkteken besloten was. Ook we^s hU «r m. «venals prof Fruln te 1883,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1949 | | pagina 9