Hoe de Sleutelstad haar Universiteit verwierf
en
375 jaar
3 October
geled
at Leiden voor het eerst op
haring en wittebrood
Een geschiedenis welke iedere Leidenaar
moet kunnen dromen
86ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD Vrijdag 30 September 1949
No. 26809
l rine aantal runderen, om de melk zo- I dari zat er niets anders op, dan eëji
I lang moeeliik gespaard. schoot er nog tweede storm al te wachten,
over. doch van dag tot dag werden er Ondertussen waren de burgers bui
en: ee eedood en het vlees in steeds klei- j JHïf
brieven en verzekerden de Prins, dat
zij zich vast en op hun eigen dapper
heid en beleid verlieten.
Filips achtte het thans raadzaam, de
amnestie ai te kondigen: hij was daar
reeds lang mee bezig geweest, dooh dit
maal was de angel met rijkelijker lok
aas voorzien. De vergiffenis werd 6 Juni
plechtig uitgevaardigd. De Koning no
digde „al zijn afgedwaalde en berouw
hebbende onderdanen uit, ora in zijn
armen terug te keren en volkomen ver
giffenis voor alle vroeger gepleegde mis
drijven te ontvangen". Met standvastige
geestdrift beantwoordden de Leidenaars
en de Prins deze huichelarij met deze
woorden: „zoo lang er één levend man
in den lande over is, zullen wij voor
onze vrijheid strijden". Een ogenblik
had de Prins gevreesd, dat de vergiffe
nis op mensen, door eindeloos lijden af
gemat, enige uitwerking zou doen, doch
die vrees bleek ongegrond. Zij werd niet
algemene en onbeperkte verachting ont
vangen, behalve door een brouwer uit
Utrecht en de zoon van een uitgeweken
kramer uit Leiden. De bevolking van
Leiden bleef d:of voor de rpepsteip en
de boodschappen van genade des Ko-
nlngs. Zekere Nederlanders, die tot de
partij des Konings behoorden en „glip
pers" genoemd werden, zonden uit het
leger vele brieven aan hun kennissen
onder de opstandelingen in de stad.
Daarin werden zij dringend en harts
tochtelijk vermaand, zich te onderwer
pen, terwijl men hen bezwoer „deernis
te hebben met hun arme grijze vaders,
met hun dochters en vrouwen". Zij be
antwoordden de lokstem der „glippers"
slechts met het volgende, dat zij op een
vel papier geschreven hadden en aan
Valdez deden toekomen:
„De vogelaar fluit zoet
Om 't vogelken te vangen".
Valdez was door dit schrijven ten
zeerste verontwaardigd en besloot in alle
gestrengheid tegen de stad op te treden.
LEIDEN'S SCHAMELE MOND
VOORRAAD.
In de stad liet de honger zich duchtig
gelden: bij het tweede beleg waren
slechts 38S runderen, 76 paarden, die
onder de stadswallen weidden, aanwezig,
verder 110 last koren, waarvan 14.000
mensen zich moesten voeden. Men ging
over tot een dagelijkse uitdeling van
een half pond vlees en been per hoofd:
later werd dit sleohts 2X& ons brood. De
klachten werden dan ook luider; daarbij
kwam nog de pest, die honderden ten
grave sleepte. Van der Does bezielde de
zijnen, trots honger en ellende, om geen
nood of dood te vrezen, de eed aan het
Vaderland en Oranje niet te schenden;
één der gewapende burgers zwoer: „eer
den linkerarm te zullen opeten, met den
rechterarm de veste te blijven verdedi
gen of, als 't niep, in brand te steken
honger over te geven". Dit besluit werd
over de wallen de Spanjaarden toege
roepen. Ook de vrouwen spoorden, met
het oog op de in Naarden, Zutfen en
De aan elkeNederlander welbekende
Spaanse veldheer Alva had tot zU~n
grote spilt niet kunnen deelnemen aan
de schandelijke ..bloedbruiloft" van
Augustus 1572 in Frankrijk, waarbij dui
zenden hugonoten het leven lieten. HU
besloot nu met ziin zoon Frederik de
Toledo het eens bezonnen werk in deze
landen voort te zetten. De zoon Toledo
veroverde Zutfen. dat schandelijk door
de berettlng werd verlaten; moord plun
dering. brandstichting en zware geld
boeten straften de bewoners voor de
korte tegenstand, aan de geweldenaars
geboden.
Vandaar ging de tocht naar Naarden;
de bezetting achtte zich niet sterk ge
noeg de aanvallers te weerstaan
or,°Tide de Doorten onder beding dat de
bevo'kinar geen overlast zou worden aan
gedaan. Toch werden de burgers in de
Gasthulskerk blieengeroeoen en de kerk
in brand eestoken. zodat allen omkwa
men.
December 1572 ging Haarlem „ten
bruiloft". De burgers, onder aanvoering
van de dappere Firdes Wybout Rip
perda wisten telkens de bestorming ge
durende 7 maanden af te slaan. 300
vrouwen, met aan het hoofd Kenau Si
mons Hasselaar, deelden in de gevaren.
Ondanks de hardnekkige verdediging
moest de stad zich overgeven en koelden
de Spanjaarden hun wraak door het
vermoorden van talrllke inwoners, onder
wie Ripperda.
Thans was Alkmaar aan de beurt, om
Noord-Holland, dat voortdurend Am
sterdam bestookte, omdat het nog steeds
de zijde van Filips hield, ten onder te
brengen; bovendien zouden de Kenne-
mers door een vloot onder Bossu. wor
den aangevallen.
ALCMARIA VICTRIX
Ondanks een vUandeüjke macht van
16.000 man boden de 1300 weerbare Alk-
maarders onder Jacob Kabeljaauw, hevige
tegenstand zodat de Spaanse soldaten
na de eerste bestorming, weigerden op
nieuw aan te vallen. Het water, de
trouwe bondgenoot dezer landen en de
eeuwige vijand van de Spanjaarden, was
mede oorzaak dat de Spanjaarden
8 October 1573, het beleg moesten op
breken
Een Duitse soldaat in het vijandelUke
leger schreef: „Ut dem Land erobern
wir das Holland nit. es sei denn Sach,
dasz man auf dem Wasser eln Armaden
hab, das zihnen nichts zunoch abkomen
LEIDEN AAN DE BEURT.
Na deze mislukking zou met nieuwe
kracht en andere middelen tegen Leiden
worden opgetreden.
Alva -had n.l na de opgedane onder
vinding en geleden verliezen bii Haar
lem en Alkmaar, voor de verder oorlog-
voerlne een nieuw stelsel ontworpen n.l.
de troepen te leggen in welgekozen kwar
tleren. waar zij de Leidenaren konden
beletten de hulpmiddelen van het plat
teland tot Zich te trekken.
„De rebellen", schreef hij aan de ko
ning, „zullen od deze wijze in hun stad
oücesloten zitten en van honeer ver
gaan. En als dan op een of andere
winternacht de sloten en singels dicht
lieeren dan eelukt 't wellicht het te
verrassen en overrompelen".
Hij zond ziin tweede bevelhebber Fran
cesco de Valdez naar Holland: zonder
veel moeite maakte deze zich meester
van 's-Gravenhage. 's-Gravenzande,
Voorschoten. Alphen en Vlaardingen.
Daarna eing hij er toe over Lelden van
alle toevoer af te sluiten.
Eén troost was er. De Spanjaarden,
niettegenstaande hun overmacht te land,
voelden zich niet zo zeker meer Het wa
ter waarmede zU oo minder plezierige
wijze kennis gemaakt hadden bU Alk
maar. zou ook nu wel weer een belang
rijk» factor voor de belegerden kunnen
worden. Doch Valdez was meester van
de Haarlemse en Leidse meren en de
naar Leiden lopende stromen. Alleen het
verkeer met Delft en .Gouda moest hij
trachten te beletten door de schansen
bij Voorschoten, Hoornbrug en Hille-
gersberg.
BELEG WORDT OPGEHEVEN
Het eerste belegd duurde van 31 Oc
tober tot 21 Mei 1574. De aanval werd
slechts flauw ingezet en 21 Maart 1574
geheel gestaakt, toen Requesens. die
Alva was opgevolgd, bericht kreeg, dat
Lodewijk van Nassau met een leger tus
sen Aken en Maastricht ons land was
binnengevallen en zou trachten zich met
het leger van de Prins van Oranje in de
Bommelerwaard te verenigen. Het leger
werd echter bij Mook verslagen en weer
lieten twee Oranjetelgen n.l. Lodewijk
en Hendrik van Nassau voor de vrUheid
van deze gewesten hun leven.
DOMME NALATIGHEID.
Gedurende de afwezigheid van 't Spaan
se leger had Lelden verzuimd, de geslon
ken voorraden aan te vullen, de omge
ving van de stad te versterken en zelfs
geweigerd Engelse troepen binnen te la
ten onder Edward Chester, die zich
daarna aan Valdez overgaven en later
naar Engeland werden teruggezonden
Niet te verwonderen is het dan ook
dat de Priris van Oranje later met recht
kon schrijven dat Leiden de hongersnood
aan 2lchzelf had te wiiten.
VALDEZ KEERT TERUG.
Op de 26ste Mei 1574 verscheen Valdez
weder voor Leiden en thans zou de stad
een zware beproeving ondergaan. In de
stad bevond zich weinig krijgsvolk. ..vrij
buiters" en vüf vendels burgerij onder
bevel van Jan van der Does. Heer van
NoordwUk. De stad steunde hoofdzake
lijk oo de dapoerhejd harer inwoners
binnen de wallen en de nimmer slapende
geestkracht van Prins Willem. Hij haast
te zich de burgers od te beuren en te
bemoedigen. HU maakte hen indachtig
dat zii niet voor zich zeiven alleen ge
reed stonden te strijden, maar dat het
lot van Holland en van toekomstige ge
slachten van de uitslag der worsteling
zou afhangen. Onsterfelijke roem zou
hun deel ziin. indien zii een moed aan
de dag legden, hun landaard en de heilige
zaak van de godsdienst en de vrijheid
waardig.
„HOUDT HET 3 MAANDEN VOL".
Hij smeekte hen, ten minste drie
maanden vol te houden met de verze
kering, dat hU binnen dat tUdsverloop
de middelen zou beramen tot hun ver-1 dringende en milde aanbiedingen aan
lossing. De burgers antwoordden kloek-1 de burgers toe, indien zU de stad wilden
moedig en vol vertrouwen op deze zend- overgeven en 's Konings gezag erken
nen; maar zUn voorstellen werden met
stilzwUgende verachting ontvangen, niet
tegenstaande de nood al hoger steeg.
ZU verkozen liever op de wakkerheid
van de Prins en hun eigen kloekmoe
digheid te bouwen dan op de honing
zoete woorden, die vroeger aan de poor
ten van Haarlem en Naarden waren ge
hoord.
3 Augustus ging de Prins in persoon
de IJsel langs tot Capelle en deed on
der zUn toezicht de dy'k op zestien plaat
sen doorsteken; de zee begon zich over
het land uit te gieten; in al de voor
naamste plaatsen van de omtrek werd
voorraad bUeen verzameld en ook bij de
tweehonderd vaartuigen, die te Rotter
dam, Delfshaven en andere plaatsen in
gereedheid waren gebraoht, om Leiden
over het overstroomde land te naderen.
„DE DRIE MAANDEN ZIJN OM".
De burgers van Leiden begonnen on
geduldig te worden. 12 Augustus ontvin
gen zU een brief van de Prins, die hen
tot kloeke tegen/weer aanmoedigde en
haar spoedig ontzet beloofde, waarop zU
hem op 21 Aug. lieten weten, dat zij
thans hun oorspronkelUke belofte ver
vuld hadden, daar zU het twee maanden
met brood en de derde maand met ar
moede hadden -volgehouden. Op diezelfde
dag ontvingen ze weer een brief, op last
van de Prins geschreven, die thans in
Rotterdam ernstig ziek lag, waarin hU
meldde, dat de dUken doorgestoken wa
ren. De brief werd openlijk op de markt
gelezen en Burgemeester Van der Werff
liet de stadsmuzikanten door de stad
trekken; vreugdeschoten werden gelost
en voor een korte tUd vierde de honge
rende bevolking feest tot grote verba
zing van de belegeraars.
Valdez begon zich niet op z'n gemak
te gevoelen en raadpleegde zijn bevel
hebbers, het landvolk en de glippers,
die hem volkomen gerust stelden Zelfs
in de stad durfden de weinige ko-
ningsgezinden hun medeburgers stout
moedig" te tergen door hun de onge
rijmdheid voor te houden van de hoop
op ontzet. „Gaat op den toren, gij
Geuskens" riepen zU hun sarrend toe,
,en zegt ons, of gU het Maaswater ziet
komen tot uwe verlossing".
DE PRINS OP HET ZIEKBED.
De ziekte van de Prins had haar
hoogste toppunt bereikt. Hij lag te Rot
terdam in overspannen toestand. De ge
neesheren, die hem behandelden, kwa
men omtrent hun inzicht in zUn ziekte
hierin overeen, dat zU een gevolg was
van overspanning en neerslachtigheid en
allen te genezen, door al. wat hem be
kommeren en vermoeien kon, uit zUn
gedachten te bannen. ZUn gedachten
bleven evenwel bU Leiden; het was hem
onmogelUk het oor voor de noodkreet
der stad te sluiten. Daarom zond hU van
zijn ziekbedwoorden van raad en be
moediging aan de burgerU en aan Ad
miraal Boisot, de bevelhebber der vloot,
uitvoerige bevelen en waarschuwingen
toe. Tegen het eind van Augustus was
een los gerucht tot hem doorgedrongen,
De schrijver van dit artikel de heer
W, v. d. Laan.
en te verlaten, dan de stad wegensdat. Leiden bezweken was en hoewel hU
weigerde aan het vertelsel geloof te
slaan, werd zUn toestand er door ver
ergerd Doch toen 27 Augustus boden
uit Leiden met moeite bU hem wisten,.
schansen. Al deze dorpen en schansen
waren bezet met oud-gediende troepen
des Konings, terwUl de macht der be
legeraars viermaal zo sterk was als die,
welke tot ontzet kwam opdagen
LANDSCHEIDING WORDT
BEZET.
De Prins had bevel gegeven om de
nacht tussen 10 en 11 September werd
zulks bU verrassing en meesterlUk ten
uitvoer gebracht, zonder één man te
verliezen. BU het aanbreken van de dag
zagen de Spanjaarden hun misslag, die
zU hadden begaan met dit bolwe<?; zo
zwak verdedigd te laten en uit twee
dorpen, die dicht bU de dtfk lagen,
stroomden nu de troepen toe, om het
verlorene te herwinnen. Een hete strUd
had er plaats, maar de Nederlanders
hadden zich al te vast genesteld. ZU
brachten de vUand een volslagen nu-
derlaag toe. Dit eerste treffen strekte
tot een onderpand van hetgeen deze
mensen, die hun broeders kwamen ver
lossen, met opoffering van goed en
leven, besloten waren te doen.
Toen de dUk bezet was, liet men geen
tijd verloren gaan, om die op vele plaat
sen door te steken, een werk, dat onder
de ogen van de vijand ten uitvoer werd
gebracht. Sedert was er een week vei,
lopen en de vloot lag roerloos in ondiep
water, na nog geen twee mijlen te
hebben afgelegd De wind die uit het
Oosten kwam, deed het water eer val
len, dan rUzen. Alles zag er donker uit,
toen gelukkig op 18 September de wind
naar het N.W. doorschoot en het drie
dagen lang stormde. Snel rezen nu de
wateren en voor het eind van de tweede
dag waren de schepen weder vlot en
voeren in de richting van de stad. Tus
sen Zoetermeer en Benthuizen lag nog
een sterke Spaanse legermacht, doch
door plotselinge schrik verbijsterd, sloeg
de vijand op de vlucht. De Spaanse
soldaten, hoe dapper ook te land waren
geen matrozen en hadden in gevechten
ter zee. bijkans zonder uitzondering, het
onderspit gedolven. De gehele vijande-
lUke macht was nu in de onmiddellUke
nabUheid van Leiden teruggedreven in
Zoeterwoude, Lammen en Leiderdorp,
waar Valdez zUn hoofdkwartier had.
Nogmaals had de vloot van Boisot met
tegenspoed te,1 kampen; het water, op
gezweept door een O. wind, begon
weder te zakken, zodat weldra het ge
hele eskader weer op het droge zat Da
gen lang lag de vloot in de ondiepte.
Oranje snelde, zodra hU van het ziekbed
kon opstaan, toe en kwam nu bil de
vloot aan boord. ZUn tegenwoordigheid
nere hoeveelheden uitgedeeld. Rampza-
j Heen. van honger schier bezweken, dron
gen zich rond de slachthuizen, betwis
ten elkaar de afval en lekten het bloed
fat over de erond vloeide, eretie op.
Vrouwen en kinderen zag men de
,r,s9 dae in de goten en od de mest
tenen naar voedsel zoeken, dat zii met
woeste drift aan de hongeriee honden
betwistten. De dage'Ukse sterfte was
reseliik; moeders vielen dood od straat,
met hare kinderen dood od de arm. In
menie huis vonden de wachts op hun
ronde een geheel huiseezin van lijken,
vader, moeder en kinderen naast elkaar
uiteestrekt. De nest waarde door de stad:
van zes- tot achtduizend mensen bezwe-
en er enkel onder die eeduchte gesel.
Toch hield het volk vastbesloten vol en
^orden vrouwen en mannen elkaar
i aan om de uitheemse vijand, uit de stad
te keren.
Opnieuw stroomden van Valdez, die
het hachelijke van zUn toestand inzag,
daeeliiks brieven in de stad. daar de vij
and al milder in het beloven werd naar
mate hii besefte, dat het water zUn
slachtoffers bos uit ziin hand kon red
den. De inwoners wezen ziin aanbiedin
gen met verachting van de hand: Leiden
was groots in zijn wanhoop. Wel hoorde
men nu en dan gemar over de stiifhoof-
d gheid der regering en werd er een liik
voor de deur van de Burgemeester ge
leed. als een sprakeloos eetuiee tegen
ziin onbuigzaamheid. Een menigte volks
had zich bU de Hooglandse kerk verza
meld. Daa^ stond de Burgemeester, een
rUzige, magere, indrukwekkende ge
stalte. met rustige, eerbied vorderende
blik. Hii zwaaide met ziin breedgerande
hoed om stilte te eebieden en r'chtte
wachting. Door middel van een duif,
hadden zU nauwkeurig kennis gekregen
van de toestand. Een aantal van hen
vergezelde 's avonds de Burgemeester
naar de wallen. TerwUl hU naar de
kant van Lammen wees, riep hU^
„Ginds, achter die schans, is brood en
vlees en broeders bU duizenden. Moet
dat alles door ae Spanjaard vernield
worden, of zullen wij onze vrienden te
hulp sohieten?" „WU willen de schans
met de nagels stuk krabben," was het
antwoord „eer dat het verwachte ont
zet ons ontwrongen zou worden." Er
werd besloten, dat men. in verband
met de bewegingen van Boisot, met
het krieken van de dag tegen Lammen
een uitval beproeven zou.
EEN ANGSTIGE NACHT....
Een stikdonkere nacht brak aan, vol
angst voor de Spanjaarden, voor de
vloot en Leidens burgerU; een lange
optocht van lichten zag men in het
holst van de nacht uit de schans ko
men en dwars over de donkere plas
varen. De ganse stadsmuur tussen de
Koepoort en de toren vati Bourgondië
stortte met geweldig gekraak in. Dt
verschrikte burgers meenden, dat dt
Spanjaards hen eindelUk overrompelo
hadden, de Spanjaards verbeeldden
zich, dat het gedruis een wanhopige
uitval der burgers te beduiden had.
Alles was onzeker en geheimzinnig.
EN EEN BLIJDE DAG.
EindelUk brak, na een met spanning
doorgebrachte nacht, de dag aan en de
admiraal Boisot maakte zich tot de
aanval gereed. Binnen de schans heer
ste een doodse stilte, die tot vreselUke
vermoedens aanleiding gaf. Plotseling
bijna letterlijk bewaard ziin eebleven
en zeker niet door het nageslacht ver-
an moeen worden.
tot hen die gedenkwaardige woorden, die bespeurde men een man, die tot aan
w.« mi- i j ui de door water waadde, van
Lammen naar de vloot, terwUl men te-
gelUk een knaap, geheel alleen, van
HISTORISCHE WOORDEN, boven uit de schans met zUn muts zag
Ze luidden: zwaaien. Het geheim was opgelost. De
„Wat wilt gii. vrienden? Waarom
mort uril dat wii onze belofte niet
breken en de stad aan de Spanjaards
overgeven. Een lot nog afgrijselijker
Spanjaarden waren des nachts, door
schrik verbUsterd, gevlucht. De lichten,
die men des nachts in beweging had
^tlI ltuc gezien, waren de lantaarns der aftrek-
dan de doodstriid. die zii nu verduurt.kende Spanjaarden en de knaap, die
wacht u. Ik heb een eed gedaan, de thans ten teken van zegepraal van de
- borstwering wuifde, was alleen van dat
schouwspel getuige geweest,
Valdez had, toen hU zelf uit Leider
dorp vlood, aan kolonel Borgla bevel
gezonden, met al de zUnen uit Lam
menschans af te trekken. Zo hadden de
Spanjaarden hun aftocht gemaakt op
hetzelfde ogenblik, dat een buitenge
woon toeval een gehele zUde der stads
wal geslecht had en hun daardoor de
toegang tot de stad geopend had. Het
gedruis van het instorten der muren
had slechts nieuwe bezorgdheid ge
wekt; zU hadden geloofd, dat de bur
gers ln het donker uitgetogen waren,
om de naderende vloot in het werk der
vernieling bU te staan. Nadat dus alle
hinderpalen uit de weg waren geruimd,
dreef de vloot Lammen voorbU en voer
op in de morgen van Zondag 3 October
door de Vliet de stad binnen.
stad te houden en God geve mü
kracht, dien «restand te doen. Ik kan
maar eens sterven hetzij door uwe
handen, door die van den vijand of
door de hand Gods. Mijn eigen lot Is
mil onverschillig. niet dat der stad,
aan miin zorg toevertrouwd. Ik weet.
dat wii va« honeer zullen omkomen,
als er niet sDoedie ontzet oodaagt:
maar de h^n^T^ood is vckieseliik bo
ven den dood der schande; en andere
keuze is er niet. Uwe bedreigingen ont
roeren mii niet; mij nleven is tot uwe
beschikking. Hier is miin degen, door
boor mii daarmee het hart en ver
deelt miin vleesch onder u. Neemt
mün lichaam om uwen honger te stil-
doch verwacht geen overgave, zoo lang
ik nog in leven ben".
ZIJ MISTEN HUN UITWER
KING NIET.
De woorden van de kloeke Burgemees
ter wekten nieuwe moed in de harten
dergenen, die hem hoorden en een da
verende kreet van bijval en strUdlust
ging er op uit de hongerige, maar in
eeestdrift ontstoken menigte. ZU ver
lieten het Dlein. na de overheid opnieuw
trouw te hebben gezworen en beklom
men weder toren en kanteel, om tiaar de
naderende vloot u't te zien. Van de wal
len tartten zU opnieuw de vijand uit „GU
noemt ons ratteneters en het is zoo. Zoo
lang dan als gil een hond hoort blaffen
binnen onze wallen, kunt ge weten, dat
de stad volhoudt. En wanneer alles ver
teerd was. zi.it verzekerd, dat wij onzen
linkerarm zouden opeten en met den
rester onze vrouwen en kinderen, gods
Tiuuncu en iwuucicii. Kuuj- xomen wera. ue voorraaen weraen
dienst en vrijheid tegei^ den vreemden I het St. Jacobsgasthuis opgeslagen
„LEIDEN ONTZET, HOL
LAND GERED!"
De wallen waren opgepropt met de
hongerende bevolking, terwUl de vloot
door de grachten roeide. Van de vaar
tuigen wierp men brood onder de me
nigte. De arme schepsels, die twee
maanden lang geen gezond voedsel ge
proefd hadden, vingen gretig die geze
gende gift op, die te mild werd uitge
reikt. Velen stikten door de gulzigheid,
waarmede zU het brood verslonden, an
deren werden ziek ten gevolge van de
plotselinge overgang van hongersnood
tot volle verzadiging; doch dit waren
slechts enkele gevallen, waarvan her
haling door voorzorgsmaatregelen voor
komen werd. De voorraden werden in
dwingeland verdedigen." Zulke stoute
taal. daee'ilks van de borstweringen de
vUand toegebeten, deed Valdez genoeg
zaam zien. hoe we'nig kans hij had om
Leiden, hetzij met geweld, hetzij met
list. te veroveren. „Evengoed" riepen de
Spanjaarden aan de burgers toe. ..kon de
Prins van Oranje de sterren van de he
mel eriioen als den Oceaan voorLeydens
wallen brengen tot uw ontzet".
AANHOUDENDE OOSTENWIND.
Op 25 September streek een duif in de
stad neer met een brief van Boisot
Daarin werd de toestand der vloot in be
moedigende bewoordingen beschreven en
de inwoners de verzekering gegeven, dat
binnen zeer weinige dagen het lang ver
wacht ontzet aan hun poort zou zijn. De
brief werd openlijk op het marktplein
voorgelezen en de klokken werden var.
vreugde eeluid. Die zelfde dag woei een
krachtige wind uit het Oosten: het wa
ter viel weder aanhoudend en Boisot
vandaar had- door de stadsregering een
geregelde uitdeling plaats.
DANKDIENST IN
PIETERSKERK.
De Admiraal werd, toen hU aan wal
stapte, door de regering hartelUk ver
welkomd. OnmiddellUk daarop werd een
plechtige dankdienst ingesteld. Over
heid en burgers, woeste Zeeuwen, uit
geteerde schutters, matrozen, vrouwen
en kinderen stroomden nu allen naar de
Pieterskerk, om God te danken voor de
redding Na het dankgebed liet de pre
dikant Pieter Cornelisz. de verloste bur
gerU aanheffen:
Heer ick wil U uyt 's hertengrond
Prijsen en overal doen kondt
Uw wonderen ln alle wUcken.
Het loflied werd plotseling afgebro
ken, terwUl de menigte als kinderen
schreide.
De Prins kreeg de blUde tijding om
was wanhopig. Hii schreef de Prins, datt#ee uur, terwijl hl) de mlddagdienst
Het bekende schilderij van de Antwerpse schilder Van Bree uit de Lakenhal, dat het moment weergeeft
waarop burgemeester Pieter Adriaanszoon van der Werff aan de burgerij zijn degen aanbiedt, opdat zijn
tichaam de hongerige me nigte tot spijs kan dienen.
Foto Leidsch Dagblad/Van Vliet.
Haarlem gepleegde gruwelen, haar man
nen aan tot moed en volharding en sta
ken flink de handen uit de mouwen.
Eén harer, nog wel de vrouw van een
„glipper" wist aan welgezinden in Lei
den de verraderlUke aanslag van de
Spanjaarden mede te delen en daardoor
te verUdelen.
PLANNEN VAN DE PRINS.
De Prins hield zUn verbhjf hoofdza-
kelUk in Delft en Rotterdam; hU was
overtuigd, dat niets dan het doorsteken
der dUken de stad kon redden; de dUken
langs Maas en IJsel waren nog in han
den van de Prins. HU besloot die door
te steken, terwUl tegelUkertijd de grote
sluizen van Rotterdam, Schiedam en
Delfshaven moesten worden opengezet.
De schade aan de landen, aan de dor
pen, aan het. in bloei staande veldgewas
zou ontzaglUk zUn. doch hU was verze
kerd, dat geen ander middel Leiden en
met die stad geheel Hollandvan de
ondergang kon redden. ZUn heldere
vertogen en hartstochtelijke welspre
kendheid overwonnen alle tegenstand.
Midden Juli gaven de Staten hun vol
ledige toestemming en onmiddellUk on
dernam men de uitvoering. „Liever land
verdronken dan verloren", riepen de
warme vaderlanders met geestdrift uit.
Er kwam in behoorlU'ke vorm een le
ning tot stand; behalve deze voorlopige
gelden stonden de Staten nog 45.000
kronen per maand toe en een belang-
rUke som werd bUeengebracht door de
aanzienlUke vrouwen des lands, die haar
zilverwerk, kleinodiën en kostbaar huis
raad afstonden
Opnieuw zond Valdez op 30 Juli uiterst
te komen en hem mededeelden, dat verspreidde algemene vreugde; zUn taal
Leiden nog stand hield, begon van dat
uur af de Prins te beteren en schreef hU
enkele dagen later: „God zal mU veror
denen al wat voor mUn best en mUne
zaligheld ncodig is. HU zal mU geen
zwaarder last opleggen, dan dit broze
lijf dragen kan".
DE GEUZENVLOOT.
De aanstalten tot het ontzet der stad,
welke gedurende de ziekte van de Prins
vertraagd waren, werden nu met kracht
weder opgevat. Op 1 Sept. kwam Admi
raal Boisot met een klein aantal sche
pen en 800 oud-gediende matrozen uit
Zeeland aan. Het was een wild en ruw
slag volk. Gehouwen, gekorven en zelfs
verminkt in de onophoudelijke gevech
ten, waarin zU hun leven hadden door
gebracht, met zilveren halve manen op
hun mutsen. Wjjd en zUd befaam^, zo
wel om hun wreedheid als om hun be
drevenheid op zee. was het voorkomen
dier Watergeuzen zonderling als ver-
schrikkelUk. Het was bekend, dat zU
nooit kwartier gaven noch verzochten;
want zU gingen slechts ten strUde op
leven en dood en hadden gezworen,
noch burger, Koning noch Keizer, noch
Paus, Indien die in hun handen vielen,
te sparen.
Meer dan tweehonderd vaartuigen
waren thans bUeen, bemand met 2500
man. Thans werd er met het werk ernst
gemaakt. De vloot voer gemakkelUk
door tot aan de Landscheiding, nog
geen vU'f mUlen van Leiden, doch hier
werd haar voortgang gestuit. De toe
gang tot de stad was omgeven door
vele sterke wallen, tussen de Landschei
ding en Leiden bevonden zich verschei
dene dUken, die het water keerden; op
de lage vlakten lagen vele dorpen en 62
ingeval een sterke en gunstige wind hun
niet onmiddellUk te hulp kwam, het
vruchteloos zou wezen verder nog iets
te beproeven en dat men dan noodwen-
die de onderneming zou moeten opge
ven. Dochde wind kwam hen te
hulp. Een hevige storm kwam in de
nacht van 1 op 2 Octobej uit het N.W.
opzetten, draaide na weinJge uren nog
geweldiger uit het Z.W. Het water werd
met woedend geweld landwaarts gejaagd
en verhief zich met onweerstaanbaar ge
weld over de dijken. Geen tijd werd er
Verzuimd.
DE BEVRIJDING NADERT!
De Kerkweg. die volgens Prinsen be
vel doorgestoken was. werd thans geheel
overstroomd en de vloot hervatte te
bezielde het ontmoedigd volk met
nieuwe hoop. De woeste Zeeuwen lieten
zich door de Prins als kinderen gezeg
gen. HU verkende de gehele omtrek en
gaf bevel de laatste hinderpaal, de Kerk. -
weg te slechten, welke aan de vloot de middernacht, te midden van de storm cn
toegang tot de stad versperde. Na lang J 1 rT~~1,J"
beraad met Boisot keerde hU naar
Delft terug.
BURGERIJ RAAKT UITGEPUT.
Ondertussen lag de belegerde stad te
zieltogen. De burgers hadden vele dagen
lang in een staat van onzekerheid ver
keerd; volkomen bewust, dat de vloot
tot ontzet onderweg was. ZU hadden uit
het schijnsel der brandende dorpen op
gemaakt. hoeverre zij was voortgeste-
vend; zij hadden haar geschut horen
bulderen, doch sedert had alles weder
een duister en akelig voorkomen gekre
gen; hooD en vrees hadden elkaar afge
wisseld. Men wist in de stad dat de wind
ongunstig was en met het aanbreken
van elke dag was ieders ooe verlangend
naar de windvaantjes der kerktorens
gekeerd Zolang de Oostelijke bries aan
hield. waren de belegerden, als zii in ge
spannen verwachting op torens en daken
stonden, verzekerd, dat zii vruchteloos'
moesten uitzien naar de gewenste gol
ven.
RATTEN VORMEN LEKKERNIJ.
Onder dat geduldig wachten, kwamen
zij letterlijk van honger om. want zelfs
de ellende te Haarlem verduurd
de duisternis, de tocht naar Zoeterwoude
en Zwieten. Toen zU aan enige ondiepten
kwam, sprongen de Zeeuwen over
boord en zetten hun schouders onder elk
vaartuig om ze verder te helpen. Twee
hinderpalen stonden de Geuzen nog in
de weg; de schansen van Zoeterwoude
en Lammen. Als sterke bolwerken, beide
eoed van troepen en geschut voorzien,
liet het zich aanzien, dat zii de lichte
vaartuigen der Zeeuwen, geducht zouden
ontvangen, maar de verbijstering, welke
tot dusverre de vijand voor de opdagende
reddlngsvloot uitgedreven had. was tot
Zoeterwoude doorgedrongen. Nauwelijks
was de vloot in het gezicht .of de Span
jaarden stroomden vroeg in de morgen
de schans uit en vloden langs een weg
die in de richtine van den Haag leidde.
Die weg verdween snel in de golven en
honderden zonken
stroom
in de kerk te Delft bUwoonde. De
vreugde van de Prins is gemakkelUk te
begrUpen en zodra de preek ten einde
was, stelde hU de pas ontvangen brief
aan de predikant ter hand, om die aan
de gemeente voor te lezen.
PRINS WILLEM IN LEIDEN.
De volgende dag begaf hU zich naar
Leiden, ondanks de smeekbeden van
zUn vrienden, die bezorgd waren, dat
hU de lucht zou inademen van een
stad, waar zo vele duizenden aan de
pest waren gestorven.
Nooit had hU getwUfeld aan zUn
eigen moed en die zUner landgenoten.
Kort vóór het beleg had hU gezegd: „In
Gods naam, het zU zoo! In allen geval
zullen wU de eer hebben van te hebben
gedaan, wat geen natie ooit te voren
deed. Zo lang de arme ingezetenen hiers
zonder hulp, blUven volharden, zal het
de Spanjaarden nog de helft van Spanje
kosten, vóór dat zU ons ten onder kun
nen brengen."
DE BELONING.
Na een korte poos was Leiden tot zijn
vorige staat teruggekeerd. De Prins
had, met goedvinden der Staten, aan de
stad als beloning voor haar lUden, een
tiendaagse jaarmartct toegestaan zonder
tollen of belastingen en als een ander
blijk van dankbaarheid werd er be
sloten, dat er terstond binnen haar
veste een Hogeschool zou worden op
gericht. De Universiteit werd met rUke
inkomsten begiftigd en op 8 Februari
1575 opgericht. Na een t(jd van bUna
De eerste schans was nu bemachtigd.
Lammen stond nog overeind. Het liet
zich aanzien, alsof de onderneming
eindelUk toch nog in het gezioht van
375 jaar is zij nog steeds een sieraad
in de verraderlUke der wetenschap voor stad en land en
beroemd over de gehele wereld. En zo
is het thans 3 October 375 jaar geleden,
dat Leiden werd ontzet. Het had ge
toond, wat door moed, volharding, op
offering, trouw aan het gegeven woord.
de verlangde haven, schipbreuk zou 1 starTdv^stig geloot en'ïiëfde voor het
lyden Boisot het de vloot op eerbiedl- vaderland gewrocht kan worden. Het is
ge afstand ankeren en de schans I daarom nle6, verwonderen dat de a
nauwkeurig verkennen, die hJJ maar al SSdSfdoor de Snkarf door
alle Jaren heen. als een dankbare her
had te sterk vond. Op moedeloze toon
noch die diepte, noch die overspanning schreef hij aan de Prins, dat het zU'n j .®en aanK|j>a
bereikt, waartoe Leiden thans gekomen voornemen was, om zo mogelUk de i0 .~?r l F de 3 Oo-
- - -- - volgende dag de schans te veroveren. ^r, v"e"'8tog. feestelijk wordt her.
was Brood, maalkoeken. paarder.vlees
was volstrekt niet meer te vindenhon
den. katten, ratten en ander ongedierte,
werden als lekkernij gebruikt. Een ge-
öoch werd hU genoodzaakt te wUken,
Landscheiding, die nog anderhalve voet
boven water stond, te bezetten. In de
W. v d. LAAN,
Voorz. 3 Oct. Vet.