Internering van 21 personen op 4 Mei 1940
17 parachutisten werden neergeschoten
Wal deed hel kabinel van 10-14 Mei!
Onverzettelijkheid wint het van
weifelmoedigheid
Jhr De Geer had afschuw van strijd
fjÖÖFÖPUM
H00FDPUNTABLETTEN
Dr MEENK'S
Kamerleden in ar(ren)moede
Hoe bestaat het!
Voor de Vrouw
Bombardement van Rotterdam en
algehele capitulatie
ZATERDAG 4 JUNI
Frankrijks nederlaag werkte
verpletterend
Een der belangrijkste hoofdstukken
gaat over de opvattingen in het kabinet
te Londen ten aanzien van de voortzet
ting van de oorlog.
In haar conclusie maakt de Commis
sie een onderscheid tussen twee pei lo
den. waarvan de kentering is gelegen
in het vroege najaar van 1940. ZU schrijft
dan. „Nadien Ls de opvatting, dat de
oorlog tot het bittere einde, tot de vol
komen nederlaag van Duitsland moet
worden voortgezet, geleideiyk aan in
het kabinet gemeengoed geworden. Uit
de in dit hoofdstuk behandelde stof ls
wel zeer duidelijk gebleken, dat dit
voordien geenszins het geval was. De
redenen voor dit laatste zyn velen. Het
Nederlandse kabinet had op 13 Mei 1940
het land overhaast moeten verlaten.
Een dag later moest de opperbevelheb
ber. generaal Winkelman, reeds capitu
leren. En niet alleen Nederland bleek
niet in staat de Duitse overmacht te
weerstaan. België en Frankryk volgden
spoedig.
Vooral dc nederlaag van Frankrijk
maakte een verpletterende indruk.
Daarop volgde de dreiging van een
aanval op Engeland, dat, voorzover
naar buiten bleek, allerminst voorbe
reid was om de aanval af te slaan. In
deze sfeer ontstond de gedachtewis
seling tussen weifelmoedigheid en
onverzettelijkheid, beide ongetwijfeld
in verschillende gradaties aanwezig.
SLAG OM ENGELAND BRACHT
OMMEKEER.
Geheel anders werd de toestand, toen
eerst de luchtaanval op Engeland was
afgeslagen Het vertrouwen begon te
groeien. De kracht en de vastberaden
heid. door het Engelse volk aan de dag
gelegd, deelden zich in voortdurend
sterkere mate aan de anderen mede.
In het Nederlandse kabinet kwa
men bU dit alles nog persoonlüke fac
toren. In het bijzonder het feit, dat
de minister-president, wiens houding
blijkbaar door dc ineenstorting van
Frankryk beslissend is beïnvloed, niet
inzag dat het een Ideologische stryd
was, waarby het ging om de waarde
van de mens en hy slechts van me
ning was, dat voortzetting van de
oorlog tot een gemecnschappeiyke
ramp zou leiden, werkte bij de be
raadslagingen belemmerend op een
snelle kristallisering van de ideeën
over de uiteindelijke doelstellingen
van de oorlog.
Toen eenmaal de heer De Geer als
minister-president vervangen was door
een voorstander van de stryd tot het
uiterste kon het proces van het rijpen
van het Juiste inzicht In deze snellere
voortgang vinden.
REMMENDE INVLOED VAN
DE GEER.
Dat de heer De Geer op dit punt rem
mend gewerkt heeft, is, naar de com
missie meent, voldoende duidelyk ge
bleken.
Steeds zon hij op middelen om de
stryd, waarvoor hy een afschuw had,
en waarvan hy een ramp voor de
mensheid als geheel vreesde, te doen
beëindigen door middel van een vcr-
geiyk met een tegenpartij, waarmee
geen vergelyk mogelijk was.
Dat hy steeds van deze gedachte was
vervuld, biykt reeds uit zUn vermel
den van de Vrede van Amiens by zyn
bezoek aan Churchill. Het biykt on-
omstotelyk uit zyn voorstellen in Juli
1940 om contact op te nemen met
Duitsland, voorstellen, die door alle
ministers o.w. stellig toen nog ver
schillende opvattingen heersten over
de uiteindelyke doelstellingen van de
oorlog, als onmogelyk en hoogst on
gewenst werden afgewezen.
DE ANDERE MINISTERS.
De commissie herinnert vervolgens
eraan, dat zy tengevolge van het voor
schrift der enquêtewet, dat haar ver
biedt vragen te stellen over de beraad
slagingen in de ministerraad, niet in
staat is de vraag te beantwoorden,
welke ministers ln de eerste periode wel
en welke niet de noodzaak om de oor
log tot het bittere einde voort te zetten,
aanvaardden.
Slechts doordat in het dossier van de
strafzaak tegen de heer De Geer enige
uittreksels uit de notulen van de mi
nisterraad aanwezig waren en doordat
soms enkele oud-ministers zelf iets
dienaangaande hebben meegedeeld, als
mede doordat een aantal ministeriële
nota's ter tafel is gekomen, valt daarop
af en toe enig licht.
Echter in het algemeen te weinig om
daaruit ten aanzien van de opvattingen
van de individuele leden van het ka-
bmet gefundeerde conclusies te kunnen
hekken.
GEHARREWAR OVER
REGERINGSCOMMUNIQUE
Zodra de regering ln Londen was
aangekomen, werd de behoefte gevoeld
Daar buiten duidelyk te maken, welk
standpunt zy Innam ten aanzien van de
capitulatie door generaal Winkelman en
de voortzetting van de strijd.
Hiertoe moest in de avond van 14
Hei een communique worden uitge
geven voor de pers in het buitenland.
,.Het was niet mogelijk", zo schryft
de heer Gerbrandy in zijn memoran
dum, de heer De Geer te krygen tot
de goedkeuring van een communique,
dat dit doorvechten duidelijk stelde".
De heer Bolkestein heeft een dulde-
ïyke herinnering aan het eindeloze ge
harrewar met de heer De Geer, zo vin
den we in het verslag. Jhr mr H. L F.
van Vredenburch, destyds gezant
schapssecretaris heeft minister Steen-
berghe er by gehaald en hem gezegd:
We hebben iemand nodig, die stevig tot
de heer De Geer kan spreken, want het
communique moet uit. Volgens de
commissie is het duidelyk geworden dat
de toenmalige minister-president cegin
de voorgestelde tekst bezwaren heeft
ontwikkeld en hardnekkig heeft volge
houden, in het bijzonder met betrek
king tot het opnemen ln het commu
nique van de mededeling dat de strijd
in Zeeland en elders zou worden voort
gezet.
MISERABELE INDRUK.
Een ander feit van soortgeiyke aard
heeft zich voorgedaan toen de heer De
Geer op 20 Mei 1940 een radio-rede tot
het Nederlandse volk zou houden en het
de overige ministers niet mogelijk is
gebleken te voren inzage van de rede te
krygen. Volgens de heer Gerbrandy was
de indruk van die rede in Engeland mi- i
serabel.
De commissie verklaart dat in die
rede passages voorkwamen, waaruit
blykt dat de heer De Geer, geheel
levend in de sfeer van de door rechts
voorschriften beheerste oorlogsvoe
ring, geen begrip bleek te hebben
voor de wijze, waarop de oorlog door
het nationaal-socialisme werd ge
voerd.
Onjuist acht de commissie het
voorts, dat hy zulk een belangrijke
redevoering de eerste van hem tot
het Nederlandse volk ln bezettings-
tyd heeft gehouden „op de oude
voet", d.w.z. zonder dat vooraf de
tekst door het kabinet was goedge
keurd.
VERDWUNEN
NAGEBRUIK VAN ONZE
BRASKAMP N.V.FABRIKANTE VAN
GENEESMID DELEN
BUISJE VAN 20STUKS SOCENT
Door Duitsers bevrijd
Uit overwegingen van veiligheid heeft
de vroegere opperbevelhebber, gïlyk be
kend, in overleg met de legering op 4
Mei 1940 gelast een aantal personen
(21) te interneren, van wie gevreesd
werd dat zy by een eventuele inval van
de vijand hulp zouden verlenen.
Over het aantal te arresteren perso
nen ls een verschil van mening geweest
met het Dep. van Justitie, waar men
reeds maandenlang aan een urgentie-
ïyst had gewerkt, waarop enkele hon
derden namen stonden. Uit verklarin
gen van generaal Winkelman en de
heer Gerbrandy, alsmede van de heer
Van Angeren, destyds secretaris-gene
raal van Justitie, blykt dat dit verschil
in wezen ging om de aan te leggen cri
teria. Justitie wilde rekening houden
met de politieke gezindheid ip het al
gemeen, terwyl generaal Winkelman
alle personen wilde la*en arresteren, die
joor hun uitlatingen of gedragingen
evaar voor ons land konden opleveren
Het is gebleken dat minister-presi
dent De Geer eigenlijk gewenst zou
hebben dat er niet alleen NSB'ers,
maar ook communisten zouden wor
den gearresteerd, zulks met het oog
op de indruk, die het anders in
Duitsland zou maken. Of dit in een
kabinetszitting gezegd is, kon door de
enquête-commissie niet vastgesteld
worden. De heer Gerbrandy achtte
het waarschynlijk dat jhr Dc Geer
dit in kleine kring geuit heeft. Mi
nister De Geer daarentegen verklaar
de dat generaal Winkelman met zijn
lyst van te in'ornrren personen ln de
ministerraad kwam, waar deze onge
wijzigd is geaccepteerd.
Het verhaal over
Von Sponeck onjuist
De schrik, die dc Harenaars op 10
Mei 1940 overviel, toen zy by het
ochtendgloren ruw gewekt werden
door het bulderen van het afweerge
schut, het ronken van vliegtuigen en
het ratelen van machinegeweren,
werd nog opgevoerd toen zij op ver
schillende plaatsen aan de rand van
de stad zwermen blanke bolle para
chutes zagen neerzweven. Dat was
geen oefening, dat was bittere werke-
ïykheld: ook over ons was de oorlog
gekomen!
Maar de benauwenis, vermengd met
woede, maakte gauw plaats voor vol
doening en vertrouwen, toen men menig
valscherm niet meer zweven zag, maar
écht vallen!
„MUTTI, MUTTI" EN MUIZEN-
GEPIEP.
Ze hingen in de bomen, verward in
hun valscherm-touwen, de Duitse jagers,
die door hun misdadige regering tegen
het neutrale Nederland waren uitge
stuurd, en riepen radeloos om hun moe
der „Mutti, Mutti". Die hadden het tot
het Haagse Bos gebracht. Dat was ver
der dan het vliegtuig, dat over Voor
burg kwam aangeronkt: de afweer op
het VUC-veld begon nydig te blaffen,
en weer was het raak, de Junker ver
loor snel hoogte, waggelde en stortte
dan neer in de Adelheidstraat. Het was
toeri 7.10 uujr in de morgen.
Onder hejj „laaien van de vlammen
klonk het gekerm 'der inzittenden als
het gepiep van een nest. muizen. Toen
was het afgelopen: „17 Duitsers waren
er geweest";
In zyn te Londen vervaardigde „Over
zicht van de gebeurtenissen tijdens de
oorlogsdagen van 10—14 Mei 1940"
maakte de heer Van Kleffens melding
van dit neerschieten van een vliegtuig.
Hij vertelt dat zioh daarin een generaal
bevond, die gedood werd, en wiens in
structies op hem werden gevonden, die
bewezen dat generaal Von Sponeck
zo luidde zyn naam orders had om
Den Haag op de eerste dag van de in
vasie te veroveren.
Wanneer de Hollanders zich over
gaven. moest hy hen behandelen als
de Denen een maand te voren behan
deld waren. Dan kwam er een ere
wacht voor het Kon. Paleis. Maar als
do Hollanders volhardden in hun
verdediging, dan moesten de Ko
ningin en haar ministers per trans
portvliegtuig naar Berlijn worden
overgebracht, waar zij behandeld zou
den worden overeenkomstig hun wei
gering zich over te geven. Het paard
voor de triomfale intocht van de ge
neraal had het lot van zijn meester
gedeeld, aldus de heer Van Kleffens.
Zelfs de parade-uniformen voor deze
gelegenheid waren al meegenomen.
Dit is niet juist gebleken. De Com
missie heeft alle mogelyke getuigen
ter zake gehoord doch kon niet tot
enig zeker resultaat komen. Wel zijn
er documenten buitgemaakt en zelfs
twee dossiers, waarvan het ene zeker
uit het vliegtuig afkomstig is, dat in
de Adelheidstraat werd neergeschoten.
Het andere is zeer waarschijnlyk ge
vonden op het lijk van een op Ockcn-
burg tussen Den Haag en Loosduinen
gesneuvelde Duitse officier. Deze was
evenwel geen generaal en zeker niet
Von Sponeck. Die devisiecommandant
is wel op Ockenburg neergekomen,
maar is al strydende met het over
schot van zyn mannen teruggedron
gen tot Overschle, waar hy klem zat,
toen Rotterdam op 14 Mei capitu
leerde.
By de stukken bevindt zich een
„Fahndungsliste" met de namen van
personen, die terstond by de aankomst
der Duitsers gearresteerd mossten wor
den. Doch deze vermeldde niet de Ko
ningin en de regeringspersonen. Wel
was er een plattegrond van Den Haag
by met 23 gemerkte punten, met als
eerste het Palels aan het Noordeinde
en als tweede het hoofdkwartier van de
Opperbevelhebber.
Uit het dossier blijkt, dat de mili
taire attaché van het Duitse gezant
schap in April en Mei een groot aantal
gegevens aan het O.K.W. te Beriyn had
opgegeven. Op 9 April meldde hy b.v.
dat „das Tronfolgepar kein elgsnes Pa
lais lm Haag besitat, sondern bei Aufen-
halt im Haag die Schlösser der Kö-
nigin mitbewohnt.
Het Tweede Kamerlid de heer Schaapman werd door de regering te Londen
niet als Kamerlid erkend. Hij vroeg haar toen hem te willen betalen, daar hij op
regeringsverzoek naar Londen was gekomen. De heer De Geer heeft hem toen
bij monde van minister Van Boeyen.... een rijksdaalder per dag aangeboden.
(De ministers zelf ontvingen behalve hun salaris, kinderbijslag, enz. een ver
blijfsvergoeding van 414 pond, dat is f.54 per dog) aldus de heer Schaepman
voor de Enquête-commissie
Het Eerste Kamerlid prof. dr Van Embden, ln de nacht van 13 op 14 Mei
1940 op een vissersboot naar Engeland uitgeweken, kreeg na heel veel soebatten
twee maanden salaris als hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam van
de Londense regering voorgeschoten. Voor de rest moest hy maar zien, waarvan
hy zoU leven, zo verklaarde prof. Van Embden voor de Commissie
Prof. dr Veraart, hoogleraar en Rector Magnificus van de Technische Hoge
school te Delft en oud-lid van de Tweede Kamer, mocht van de regering, ten
einde in zyn levensonderhoud te Londen te voorzien, eerst de Staatscourant
corrigeren en opmaken.
Toen maakte hy promotie: hy kreeg enige bemoeienis met detentiegevallen
van Nederlanders. Daarop verzorgde hy de comptabiliteit van het zeer kleine
Departement van Justitie. Ten slotte kreeg hij de zorg voor de uitgave van het
Staatsblad. Hiermede verdiende de hoogleraar 14 pond per weak een salaris on
geveer geiyk aan dat van een adjudant-onderofficier.
Eindelij-k gaf men hem een betere functie, nJ. die van economisch adviseur
van de Minister van Alg. Oorlogsvoering. Doch hy werd als zodanig ontslagen
wegens een artikel in het Lindense „Vry Nederland", getiteld „Het constitu
tionele vraagstuk".
De Commissie is van mening aldus het rapport dat het bovenstaande
blijk geeft van weinig deferentie van de zyde der regering tegenover de leden
van de Staten-Generaal. Maar wat zal straks het verweer zijn voor de géld-
smyterij te Londen, als daarop het enquête-licht wordt geworpen?
De heer Molenaar, destijds hoofd van
het interneringskamp in het forc ..Prins
Frederik", te Ooltgensplaat, waar de
21 arrestan'en werden ondergebracht,
bevestigde voor de commissie, dat er
enkele vooraanstaande communisten by
waren. Ook de toenmalige luitenant K.
Punter, die aan de heer Molenaar was
toegevoegd verklaart zulks.
DE LIJST VAN 21.
De 21 op 4 Mei gearresteerde perso
nen waren: P A. E. Lalieu, Amster
dam. J. H. Feldmeyer, Utrecht. J. J.
Arendse, Delft. G. Kossen. Nijmegen, H.
J. W. van Dillen en H A van Hilten,
belden Arnhem. F. E H Jelinger, Haar
lem, J. A. Niks. Arnhem, mr M M.
Rost van Tonningen, Den Haag. J. van
de Hoonaard. Rotterdam, J. Proost.
Rotterdam, W. N. A. Kröller Rotter
dam. A van der Oord, Den Haag, W.
Th. M. Oeelen. Eindhoven. A. G. Bou
ten en A. J. Fey. beiden Rotterdam, J.
B Wolrink. Apeldoorn en G. Hasper-
hoven, Enschedé. P. H J. van Duinen,
Waalre en K M. Thomas. Eindhoven.
De commissie heeft zich ook bezig
gehouden met de vraag op welke wyze
zy weer Zijn vrygekomen en hoe zij
in Nederland konden terugkeren. Ach
teraf is gebleken dat de 21 na de capi
tulatie zijn gaan zwerven. In Sluis
voegde zich een aantal Protestantse Jó
den bij hen, zodat de groep zich uit
breidde tot ongeveer 200 a 300 man. De
bewaking werd versterkt Op gerequi-
reerde vrachtauto's zijn zy door België
getrokken en nadien verzeild geraakt in
Bethune, in Noord-Frankryk.
Onderweg werd de heer Molenaar ge
vangen genomen. D? groep ging door
o.ider leiding van luitenant mr M- de
Groot, die in Zeeland by de groep was
gekomen Men kwam terecht in het in
terneringskamp te Ambleteuse, waar de
21 gevangenen werden afgeleverd. De
gevangenen konden daar biyven, doch
zelf moest de bewaking doorreizen naar
Limoges.
De vrylating van de gevangenen later,
was het gevolg van het feit dat de
Duitsers by verrassing de gehele s'reek
cvein)» esterden. De Duitsers bevrydden
de geïnterneerden uit het kamp te Am
bleteuse.
JHR DE GEER'S VOORSTEL.
Naar aanleiding van de verklaring
\an oe heer Gerbrandy, als zou het
mede-interneren van communisten door
de h^er De Geer zijn gewenst met het
oog op Duitsland, heeft de commissie
aan de leden van het toenmalige kabi
net en aan generaal Winkelman vragen
gesteld. Velen wisten hier niets van,
doch het standpunt van generaal Win
kelman was iets genuanceerder. Hy
wilde niet tegenspreken dat misschien
het woord communist door de heer De
Geer of anderen is genoemd. Hy ont
kende echter dat een opvallende aan
drang van jhr De Geer zou zijn uit
gegaan. De heren Albarda. Welter, Van
Kleffens en Steenberghe hebben er
nooit van gehoord, of herinneren het
zich niet.
Het resultaat van dit onderzoek is
derhalve dat. alleen de lieer Gerbran
dy een positieve verklaring heeft af
gelegd over een door jhr De Geer ge
uit motief, welke verklaring echter
door de heer De Geer even positief
als onjuist fs afgewezen. De commis
sie kan onder de gegeven omstandig
heden niet anders doen dan in deze
een „non liquet" (gaat niet op) uit
spreken.
VELE KLEINTJES - EEN GROOT
GEHEEL!
Het Voor'lchtlngsbureau van de Voe-
dingsraao meldt:
Zuinigheid is nog steeds een zaak.
waaraan we niet licht te veel aandacht
kunnen besteden.
Heeft U er byv. wel eens aan gedacht,
hoeveel brandstof verknoeid wordt door
onzuinig koken? Volgens een onderzoek
hiernaar moet dit verlies voor alle ge
zinnen in ons land tezamen iaarlyks in
de mlllloenen lopen I Ook daarom ls
het. dat wy U steeds weer op het hart
drukken: kook groenten en aardappe
len met weinig water. En temper de
warmtebron, zodra de inhoud van de
pand kookt. Meen niet. dat het eten
eerder gaar zal zyn, wanneer het „hard"
kookt: meer dan kooktemperatuur kan
het daardoor immers niet bereiken! Bo
vendien voorkomt U. door de vlam ty-
dlz laag te draaien, aanbranden, over
koken en onnodig siyten van Uw pan
nen.
Een ander punt van belang ls het
schoonmaken van groenten en aardap
pelen: oefen U ln dun schillen en gooi
als regel niets weg. dat gaaf en fris is.
Groene plantendelen plegen de meeste
vitamines te bevatten; gebruik dus ook
b.v. de uiteinden van prei en de bui
tenste bladeren van andyvle zoveel mo
gelijk, Hardgroene bladeren van kropsla,
die rauw minder sraakeiyk zijn, kunt
U even stoven.
Restjes aangemaakte bloem of andere
bindmiddelen zijn vaak de volgende dag
niet meer bruikbaar Neem dus niet
meer dan direct nodig ls; desnoods kunt
U een overschotje ln vla of pap ver
werken.
In vele gezinnen verdwynen wekeiyks
liters overgebleven thee door de goot
steen. Dit is heel Jammer, want thee be
hoort tot onze duurste genotmiddelen.
Beter geriskeerd, dat U tekort komt, dan
steeds te veel te maken; een extra kopje
ls vlug genoeg gezet!
Ten slotte nog lets over het brood:
gebruik het op, ook al kunt U er nu
zoveel van krijgen, als U hebben wilt!
Van oud brood kan men talloze lekkere
dingen maken: wentelteefles, broodpao,
een schoteltje met appels of ander fruit,
wat „soldaatjes" by de spinazie. Als
straks de nieuwe haring komt, zal ze
heeriyk smaken op toast: dunne sneetjes
oud brood, geroosterd (b.v. ln een gas
vlam) of gebakken ln de koekepan Eüi
paneermeel kunt U maken, door geroos
terd brood fijn te rollen met een fles of
decgrol; zo spaart U beschultkrulm of
pakjes paneermeel uit.
Wy besluiten met een recept (voor
vier personen) van een zeer smakeiyk
broodschoteltje.
Broodschoteltje: (van resten brood).
200 g. (4 dikke sneden) oud brood, 1
kopje bessensap of appelsaf), 1 kopje
melk, wat gesmolten boter of marga
rine, Iets zout, vruchten, 50 k 75 g. sui
ker, wat beschultkrulm of paneermeel.
Het brood ln dobbelsteentjes snyden.
Het vermengen met de melk, de suiker
wat zout, en de gesmolten boter or
margarine. Er vervolgens het bew.ensap
of appelsap en wat vruchten (rozynen,
krenten, stukjes gedroogde en geweekte
pruimen, of verse vruchten, zóals bes
sen, frambozen, aardbeien, appel) door
roeren en de massa overdoen in een
vuurvast schoteltje. Het schoteltje
bestrooien met beschultkrulm of pa
neermeel en in de oven warm en bruin
laten worden.
Een huilende
Von Zech Burkersroda
Tegen drie uur in de nacht van Don
derdag op Vrydag kreeg minister Van
Kleffens bericht uit Brussel, dat Schaer-
beek gebombardeerd werd. Kort daarop
ontving minister Dyxhoorn melding van
bet bombardement onzer vliegvelden
Waalhaven en Bergen
Te ongeveer 5 uur kwam de minister
raad byeen ten huize van de minister
president en ontwierp de heer De Geer
de proclamatie van de Koningin aan
het Nederlandse volk. Hoewel een ieder
natuuriyk zeer onder de indruk was
van het gebeurde, zo vertelt de heer
q. Tempel, was de stemming volkomen
kalm en zakelyk.
Tegen zes uur kwam het bericht,
dat de Duitse gezant de minister van
Bult. Zaken een boodschap wilde over
handigen op het departement. De heer
Winkelman ging in op
ongetekend stuk
Ter bestrijding van de voorstelling
van zaken, destyds door Seyss Inquart
in een rede te Rotterdam gegeven, ver
haalde generaal Winkelman ln een
schrijven d.d. 27 Juni 1940 q.a. aan de
Rotterdamse raadsleden de' toedracht
van het bombardement op Rotterdam,
waaruit blykt, dat. indien de Duitsers
het voornemen hebben gehad, het bom
bardement niet te doen doorgaan, de
capitulatie te Rysoord. - De aankomst van
generaal Winkelman (links).
I hunnerzyds daartoe getroffen regeling
gefaald heeft en dat de aan Rotterdam
toegebrachte schade in geen geval ls te
wyten aan mindere besluitvaardigheid
van Nederlandse zyde".
WAS GENERAAL WINKELMAN
TE VOORZICHTIG.
De burgemeester van Rotterdam, de
de heer Oud, vond de beslissing van ge
neraal Winkelman om niet in te gaan
op een ongetekend stuk aanvechtbaar.
Het gevaar voor mystificatie achtte de
heer Oud namelijk niet mogelyk, aan
gezien het stuk was overgebrac-ht door
een Duits officier met een witte vlag,
overeenkomstig krygsgebruik geblind
doekt. Deze man had de boodschap ook
mondeling kunnen overbrengen.
Prof. Francois, raadsadviseur van
Bui-t. Zaken, verklaarde desgevraagd,
dat er weliswaar in het volkenrecht
geen enkele regel Is die eist, dat een
ultimatum ondertekend moet zyn, doch
dat uiteraard buiten twijfel moet staan
dat het stuk werkeiyk afkomstig is van
degene, van wie wordt gepretendeerd
dat het afkomstig zou wezen. Spreker
achtte het alleszins gerechtvaardigd, dat
de opperbevelhebber aan de authentici
teit van het stuk twyfelde en zich eerst
zekerheid wilde verschaffen.
De Duitsers vonden dat trouwens
zelf ook niet gek en hebben een nieuw
papier gegeven en een nieuwe termyn
gesteld. Bovendien acht prof. Fran
cois de mogelijkheid ener mystificatie
niet uitgesloten: lagere Duitse offi
cieren zouden best een poging hebben
kunnen wagen in de hoop: misschien
lopen de Nederlanders er in.
TWEEDE BOMBARDEMENT
VOORKOMEN?
Merkwaardig is voorts het verslag,
dat de heer Oud doet van een bespre
king in September 1940 met generaal
Brandend Rotterdam.
Student, waarin deze ontkende dat het
bombardement zou zyn afgelast. En hy
voegde aan zyn ontkenning toe: „U zult
het tweede bombardement bedoelen"
Uit het gesprek bleek toen, dat Rotter
dam opnieuw gebombardeerd zou zyn
's avonds om 7 uur, als de stad niet
zou zyn overgegeven.
DE ONDERTEKENING TE
RIJSOORD.
's Avonds te ongeveer halfnegen wer
den de voorwaarden voor de overgave
aan generaal Von Küchler punt voor
punt voorgelezen. Tegen een enkele
heeft generaal Winkelman bezwaar ge
maakt .waarna de tekst werd gewyzigd
(de bepaling omtrent de Nederlandse
vliegtuigbemanningen in het buitenland.
Deze zouden eerst als franc-tireurs wor
den beschouwd).
Alvorens zyn handtekening te plaat
sen heeft generaal Winkelman nog
twee punten naar voren gebracht, n.l.
dat luit.-generaal Schuurman buiten
gevangenschap moest biyven, daar hy
niet ln actieve dienst was, en verder
dat een deel van het materieel in de
avond van 14 Mei vernield was. Belde
punten zyn aanvaard.
WAPENS NEERLEGGEN
WAS ONVERMIJDELIJK
Inzake het afwyzen van een ongete
kend ultimatum nadert de grootst mo
gelyke meerderheid der Commissie meer
tot het inzicht van de heren Winkel
man en Francois dan tot dat van de
heer Oud. (Dit is ln deze tweede publi
catie het enige geval, dat de commissie
niet tot eenstemmigheid kon komen).
Alzijdige beschouwing door by uit
stek deskundigen en afstand nemen,
zoals dat alleen door verloop van tyd
mogelijk is, zullen voor een gerecht
vaardigd en definitief oordeel om
trent het bombardement van Rotter
dam nodig zijn.
Ten aanzien van het besluit om, met
uitzondering van Zeeland, algemeen
de wapens neer te leggen, is de Com
missie van oordeel, dat dit op dat
moment onvermijdelijk was ten einde
land en volk te sparen voor een on
overzienbare catastrofe, die militair
geen voordeel zou hebben opgeleverd.
Von Zech Burkersroda, aldus vertelde
de heer Van Kleffens, kon niet pra
ten, daar hy maar zat te huJlen. Hy
had een briefje by zich, dat hy niet
kon voorlezen cn daarom maar over
handigde. Het deed mededeling van
het oprukken ener geweldige Duitse
krijgsmacht en dat Nederland zich
maar moest overgeven. De heer Van
Kleffens formuleerde zyn antwoord
schriftelyk: aan het verzoek der
Duitse regering kon niet worden vol
daan en derhalve zou Nederland zich
beschouwen als in oorlog met Duits
land.
De ministerraad besloot daarop, dat
dc heren Van Kleffens en Weiter zich
naar Londen en Parijs zouden bege
ven ter verkryging van hulp. Dit be
sluit werd binnen enkele uren uitge
voerd.
PANIEK IN SCHUILKELDER.
Inmiddels had de ministerraad zich
op Initiatief van de heer v. d .Tempel
verplaatst naar het Bezuidenhout, waar
de Departementen van Ec. Zaken wa
ren gevestigd. Het byeenbiyven der mi
nisters werd wenseiyk geacht om snel
leder ogenblik beslissingen te kunnen
nemen. Omtrent de sfeer, die, naarmate
de berichten minder gunstig werden,
hier ging heersen, vertelt de heer Dyx
hoorn enige bijzonderheden, die een
licht werpen op de stemming, waarin
de omgeving van het kabinet verkeerde
en waaronder het kabinet moest wer
ken. Er was vooreerst het zonderlinge
bericht, dat er giftige bonbons en siga
retten werden verspreid. De giftige bon
bons had natuuriyk niemand gezien en
de giftige sigaret, die gebracht werd,
was er een van een vry onbekend merk,
dat, naar bleek, de heer Hirschfeld
placht te roken. Op een gegeven ogen
blik werd er zelfs „gas" en „brand" ge
roepen. Vanwege het luchtalarm zat
alles toen weer in de schuilkelders, waar
vele dames zaten te snikken
GEEN GEALLIEERDE HULP.
In de vroege namiddag van Zondag
12 Mei werd de toestand critlek geacht.
Premier De Geer zond namens de mi
nisterraad een telegram aan de Engelse
regering om onmiddeliyke hulp, daar
anders de strijd zou moeten worden ge
staakt. Dit telegram ging via de te Lon
den om hulp vertoevende heer Van Klef
fens. Doch laat in de avond kwam het
antwoord, dat op Britse hulp weinig
viel te rekenen. Wat gezonden was, o.a.
een kleine afdeling Engelse troepen naar
IJmuiden. was geschied tegen de wil en
dank van generaal Gamelin, opperbe
velhebber der geallieerde strydkrachten.
VERTREK NAAR LONDEN.
Nadat besloten was dat de stryd
zou moeten worden gestaakt, zodra
verder weerstand bieden doelloos en
nutteloos zou zyn, kwam de gedachte
op, dat ook het kabinet Den Haag
moest verlaten. De opperbevelhebber
was er tegen. Langdurige discussies,
waarbij men niet tot eenstemmigheid
geraakte, leidden er ten slotte toe, dat
het kabinet te 12.30 uur Maandag
eveneens naar de Hoek vertrok.
Omstreeks 19 uur vertrok de Engelse
destroyer Windsor met onze minister»
en kwam Dinsdag 14 Mei te ca. 9 uur
te Tilbury ln Engeland aan.