Verplaatsing regeringszetel naar Londen was
van eminent historisch en politiek helang
Hef
en
vertrek van H. M. de Koningin
het Prinselijk Gezin
Geimproviseerde beschermingsmaatregelen
voor Koninklijk Huis
Tweede deel verslag Parlementaire Enquete-commissie
Aarzelingen, onvolkomenheden
eii tekortkomingen van
bet kabinet-De Geer
Onvast beleid droeg
stempel van de
formateur
685 verhoren en 1274 pagina's
jSftf Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Zaterdag 4 Juni 1949
Tweede Blad No. 267U9
(Van een bijzondere medewerker)
Heden is aan de Tweede Kamer aangeboden het tweede deel van het
verslag der parlementaire enquête-commissie regeringsbeleid 19401945.
Dat behandelt de neutraliteitspolitiek, het vertrek van de regering naar
Londen en de eerste maanden aldaar. Meer in het bijzonder gaat het
over de volgende punten van het enquête-besluit: b. De wijze, waarop in
de Ministerraad het besluit tot het overbrengen van de zetel der regering
naar het buitenland is tot stand gekomen en de daaraan gegevcft uitvoe
ring. c. De opvattingen, waardoor deze kabinetten en hun leden rich heb
ben laten leiden ten aanzien van de voortzetting van de oorlog en de
Nederlandse deelneming daaraan, d. Het aftreden van jhr mr D. J. de
Geer als minister van Algemene Zaken en van Financiën, en als voor
zitter van de Raad van Ministers, e. De aan jhr De Geer verstrekte op
dracht voor een reis naar Nederlands-Indië en het falen daarin .alsmede
de wijze, waarop hii naar Nederland heeft kunnen terugkeren.
Dit verslag is nog omvangrijker dan j matie van Augustus 1939, om een ant-
duidelijk naar voren zijn gekomen dan
uit die brochure zou kunnen worden
afgeleid.
WAAROM DADELIJK VACANTIE
IN HET SCHWARZWALD?
Het trok de aandacht, dat minister
De Geer, daags na de overdracht van
de ministerportefeuilles, op 12 Augustus
met vacantie naar het buitenland ver
trok. Ofsohoon de internationale om
standigheden toen reeds van die aard
waren, da.t men de aanwezigheid van
de Minister-President, die ook Minister
van Algemene Zaken en van Financiën
w*as, noodzakelijk oordeelde. In het rap
port der Commissie vinden wii hierover,
dat dit de meeste ministers wat vreemd
aandeed.
De oorzaak van die bevreemding of
verwondering was mede gelegen in het
feit, dat de heer De Geer juist naar
Duitsland (het Schwarzwald) ging. De
Commissie acht dit eveneens wat vreemd
en het feit, dat hij daarna (na 22 Aug.)
verre „de nog zo" krachtig mogelijke I doorgebracht, aangezien zijn huis in
handhaving van onze neutraliteit in Den Haag nog niet in gereedheid was.
de nabijziJnde oorlog" bij de kabinets-
GERBRANDY: DE KLEINE
CLEMENCEAU.
Churchill was op Gerbrandy ge
steld, zo lezen wjj in het rapport.
Hij vond hem een aardig kittig
ventje en om zyn snor en zijn kale
hoofd noemde hjj hem: „Le petit
Clemenceau". Hij had plezier als
hij hem zag. Omtrent 31 Augustus
1940 begon de gedrukte stemming
te wijken, toen men het gevoel had:
wjj zijn door het ergste heen. In
't algemeen kon men toen zeggen,
dat in de Nederlandse gemeenschap
degenen, die defaitist waren, er op
aan werden gekeken. Er waren er
niet veel.
moeilijk aanvaardbaar in de geschetste
uitermate gespannen internationale
toestand, terwijl zijn afwezigheid juist
voorviel, toen er belangrijke beslissin
gen inzake de mobilisatie moesten wor
den genomen.
De Commissie wil niet. nalaten er
thans reeds op te wijzen, dat deze hou
ding van de heer De Geer symptoma
tisch mag heten voor het later zowel
voor hem als voor het landsbelang zo
noodlottig gebleken onvermogen zioh
aan te passen aan niet met zijn denk
beelden strokende internationale ver
houdingen. Daardoor heeft de heer De
Geer bij herhaling de consequenties van
gedragingen als deze te veel onderschat.
DE HANDHAVING DER
NEUTRALITEITS
POLITIEK.
Uitvoerig gaat de Commissie in op de
vraag, of de politiek van de regering
t er een van strikte handhaving van de
formatie aan de orde is geweest, een neutraliteit is geweest. Er zijn beden-
1 Geer in zjjn in kingen gerezen van Nederlandse zijde
1946 verschenen brochure „verantwoor- en van Duitse zijde. Ondanks het feit.
ding stelt. De Commissie komt tot de dat de Nederlandse regering met angst
conclusie, dat deze opvattingen by de j vallige zorg de handhaving van de neu-
besprekingen in Augustus 1939 minder I traliteit nastreefde.
het eerste, dat ruim twee maanden 1 woord te vinden op de vraag in hoe- nog enige dagen in Beekhuizen heeft
geleden verscheen. Het telt 262 blad-
lijden, de bijlagen 327 bladzijden en
het deel. dat de verhoren bevat 685, in
totaal dus 1274 pagina's. De stof is
behandeld in 31 hoofdstukken en vrij
wel chronologisch gerangschikt, waar
door de lezer dit verslag gemakkelijker
kan verwerken dan het vorige.
Bij haar onderzoek naar de boven
genoemde punten moest de Commis-
ook een aantal feiten en omstan
digheden uit het tüdvak van vóór
10 Mei 1940 betrekken, omdat dit voor
een goed begrip der dingen onvermij
delijk bleek te zijn.
Dit leek haar ook uitermate gewenst
ie ziin ln verband met de gebeurtenissen
rondom de figuur van ihr De Geer,
In haar inleidine zegt de Commissie
dit door het tegen deze gevoerde proces
feiten bekend werden, die enerzijds een
tieuw licht wierpen op de gebeurtenis-
s=n, welke onmiddellijk aan de Duitse
aval ziin voorafgegaan, doch anderzijds
e» onvolledigheid der publicatie van deze
leiten soms onjuiste voorstellingen op
riepen, die tot moeilijk te verantwoorden
«nclusies leidden.
Het spreekt vanzelf dat er ten aanzien
ran de daden van deze voormalige mi
jter-president met het ooe od wiens
proces een uitgebreid vooronderzoek
beeft Dlaats eehad waarvan de stuk
ten ter beschikking van de commissie
sin gesteld voor de Commissie een
jeheel andere gedragslijn heeft bestaan
dan die welke gevolgd wordt in een
ftrafrëchteliik onderzoek
Bi| de Commissie toch ligt het zwaar
dpunt van het onderzoek in het bepa-
dn van de politieke aspecten der ge
reide daden en in het vaststellen en
kordelen van de politieke verantwoor
delijkheid daarvoor.
In dit deel van haar versla# heeft de
Commissie zeer vele getuigenverklarin-
fcn in de tekst verwerkt, daarbij we
derom zo nauw mogelijk aansluiting
»etend bij de woorden, welke de getui-
ten hebben gebezigd.
Aan het einde van haar verslag komt
Commissie tot de volgende slotbe
schouwing:
De periode, waarvan de Commissie
thans haar onderzoek heeft beëindigd,
voor een belangrijk gedeelte mede
bepaald door de persoon van de toen
malige minister-president, jhr mr D.
J. de Geer.
Het spreekt vanzelf, dat het in
Augustus 1939 gevormde kabinet-De
Geer tot op zekere hoogte het stem
pel droeg van zjjn formateur. Van de
neergang van deze. voorheen alom ge
respecteerde staatsman onderging het
tabinet echter later evenzeer de weer
slag. De moeilijkheden, die de minis
ter-president had met de door de oor-
br ontstane situatie, werden daardoor
ook de moeilijkheden van het gehele
labinct. Het kon niet uitblijven, dat,
Baar de leiding faalde, ook de Minis
terraad grote moeilijkheden onder
bond bij het bepalen van het politieke
beleid. De koers van dit beleid is niet
»Uijd even vast en doelbewust geweest.
Uiteindelijk draagt daarvoor natuur
lijk niet slechts de minister-president,
"toch het gehele kabinet verantwoor
delijkheid.
REGERING NAAR ENGELAND.
Wanneer de Commissie tracht uit de
^Iheid van gebeurtenissen hoofd- en
benzaken te scheiden, dan wil zij als
der belangrijkst# beslissingen van de
;:;e!e oorlogsperiode naar voren taen
ia het op 13 Mei 1940 te Hoek van Hol-
genomen besluit de zetel van de
String naar Engeland te verplaatsen.
°U feit heeft de gehele verdere oor-
•^oerine van Nederland beheerst Het
r^ft de invloed van Nederland in de
kdqenootschappeliike beraadslagingen
''•-zekerd, de organisatie van de activi
st. van marine en koopvaardij in de
fnjd ter zee mogelijk gemaakt, het in-
jsnationale prestige van Nederland
gehouden, aan het verzet in het
*®tte gebied een onontbeerlijke morele
daadwerkelijke steun verleend en
slotte de mogelijkheid geschapen tot
effectieve voorbereiding van de be
dding en het herstel van Nederland.
denke zich tlechts in. wat het lot
Nederland geweest zou zijn. indien
J besluit niet genomen en de regering
2 banden der Duitsers gevallen zou zijn.
Het wil de Commissie dan ook voor
enen. dat het tiidig verplaatsen van
®e zetel der regering een daad is ge
lest van eminent historisch en po-
Mek belang, zodat het besluit daar-
als een van de belangrijkste credit-
Ipsten op de balans van de verrich
ten van het kabinet moet worden
beschouwd.
DE FIGUUR YAN DE GEER.
In de hierboven aangehaalde condu
it verklaart de Commissie, dat het
^biiiet tot op zekere hoogte het stem-
'f droeg van zijn formateur. Zij be-
föt haar uitvoerig gedocumenteerde en
nauwgezette erweging getuigende
dan ook met de kabinetsfor-
Dr F. C. Gerretson, buitengewoon
hoogleraar aan de Utrechtse Universi
teit. heeft in een brief aan de Commissie
zich tot tolk gemaakt van de ongerust
heid in Nederlandse „staatkundige krin
gen, die zeer dicht bij de regering ston
den en die over het algemeen als zeer
welingelicht mochten gelden". De heer
Gerretson is later door de Commissie
gehoord. De voorstelling van zaken was
aldus, dat de ministers Van Kleffens,
Dyxhoorn en De Geer, „voor druk van
Duitsland bezweken," de Duitsers op
zettelijk de doortocht door het Zuiden
van Nederland geopend, althans verge
makkelijkt hadden. Na een uitvoerig
onderzoek is, naar de overtuiging der
commissie, geen grondslag van de ver
dachtmaking uit de zg. staatkundige
kringen,' zoals deze door de heer Gerret
son ten tonele is gevoerd, aanwezig ge
weest. Generaal winkelman kreeg van
de heer De Geer wat hij vroeg.
Van Duitse zijde heeft men voort
durend een opvallende openbare be
langstelling voor dc Nederlandse neu
traliteitspolitiek gehad. Van die kant
brak een stortvloed van grove be
schuldigingen van neutraüteitsbreuk
los in de vroege ochtend van de 10de
Mei 1940. Uit tal van na de oorlog
gepubliceerde documenten Inzake de
aanvalsplannen van dc Duitse rege
ring is reeds duidelijk gebleken, dat
de voorbereidingen tot verstoring van
de vrede eenzijdig van Duitse zijde
hebben plaats gevonden, o.a. in de
vonnissen van het internationale mi
litaire tribunaal te Neurenberg en van
het United States Military Tribunal
te Neurenberg. De Commissie-Sillevis
Is met betrekking tot de Nederlandse
inlichtingendienst tot de conclusie ge
komen. dat deze nimmer op enigerlei
wijze heeft samengewerkt met de En
gelse Secret Intelligence Service of
met dergelijke diensten in Frankrijk
en België.
TWIJFEL VAN DE GEER
EN ANDEREN.
Een lang hoofdstuk behandelt de op
vattingen ten aanzien van de voortzet
ting van de oorlog, waarmede wij in het
begin van de Londense periode komen.
Kabinetszitting te Londen. Links op de voorgrond de toenmalige minister
president jhr De Geer.
Gereleveerd wordt de proclamatie, waar
mede Koningin Wilhelmina zich, na
aankomst te Londen, tot het Neder
landse volk richtte en waarin de mo
tieven tot het vertrek uit Nederland
werden aangegeven en tevens de nieuwe
taak en doelstelling van de regering m
het algemeen werden aangeduid. In den
beginne is er in Londen een zekere
twijfel in het kabinet geweest aan de
juistheid van de gedachte, dat deze
oorlog tot het bittere einde moest wor
den voortgezet. Eerst na verloop van
enige maanden is, mede door het af
treden van de minister-president jhr De
Geer. klaarheid in deze gekomen.
Zoals prof. Gerbrandy het uitdruk
te. heeft het „houdt vol tot het bittere
einde" zijn geboorteweeën gehad. Naar
de persoonlijke indruk van minister
Van den Tempel was de heer De Geer
na de val van Frankrijk er van over
tuigd, dat de oorlog verloren was en
hij stond zeker niet alleen daarin. Er
was bij meer leden van het kabinet
twijfel dienaangaande.
GROTE TERNEERGESLAGEN-
HEID.
In een grote leegstaande slaapkamer
fn Grosvenor House werden de verga
deringen van de Ministerraad gehouden.
Daar werkten ook de heren Van Asch
van Wijck en Van Angeren.
Aanvankelijk werden alle correspon
dentie en elk wetsontwerp gemaakt op
hotelpapier. Na enige tijd kwam er een
juffrouw, die wel telefoneerde, maar
niet kon typen. Men had geen staats
bladen, geen staatscourant. Wanneer er
iets moest worden gedrukt, moest men
naar de zetter gaan en naast hem gaan
zitten om iedere letter voor te lezen en
na te gaan of het goed was (een be
langrijke verbetering in deze uiterst
primitieve huisvesting-outillage trad in,
toen het regeringsapparaat in Stratton
House kon worden ondergebracht). Men
had geen ambtenaren genoeg, een be
perkte keus en daardoor werd er ook
veel gebruik gemaakt van employé's van
de Unilever e.a.
De voorzitter van de Raad van Be
stuur van deze N.Vde heer Rijkons,
verklaarde dat de ministers in de eerste
weken in een buitengewoon moeilijk
parket zaten, zonder enig apparaat of
enige organisatie. Het Tweede Kamer
lid Schaepman, die ook in Londen was,
deelde mede, dat zijn Indruk was, dat
de regering de eerste twee maanden
helemaal werd geleid door de Unilever.
Van de eerste oorlogsdagen af tot het
weggaan van de heer De Geer. zo ver
klaarde de heer Rijkens bestond er in
de Hollandse kolonie een grote terneer
geslagenheid.
Te groot militair optimisme:
Gerekend op strijd van
minstens drie maanden
Door de vroegere Nederlandse rege
ring zijn maatregelen genomen, met het
oog op een eventuele inval. Waren deze
op grotere schaal in de ambtenarenwe
reld bekend geweest, dan zouden zij tij
dens de bezetting belangrijker effect ge
sorteerd hebben
Vier uur lang met z'n tienen in het donker
op het stro van Den Haag naar IJmuiden
in een pantserauto van de Ned. Bank.
De heer C. de Vos van Steenwijk, verband met parachutisten te gevaar-
vice-admiraal b.d., deelde aan de Com- lijk zou zijn, is deze toen niet door
missie mede. dat hem reeds maanden gegaan. De volgende dagen heeft hij
voor het uitbreken van de oorlog was niets meer gehoord, daar hij buiten alle
besprekingen werd gehouden.
Op Zondag te 19 uur vertrok men op
klaarlichte dag van de hoge wal. dus
door de tuinpoort achter het Paleis
Noordeinde te Den Haag. Een onaan
genaam ogenblik voor de prinselijke
familie was de overtocht met de pont
te Velzen, toen Duitse vliegtuigen bo
ven hen kwamen. Men heeft vier uur
voor de autoreis nodig gehad.
Het gezelschap, bestaande uit: het
Prinselijk gezin, freule Feith, de
gouvernante, mevr. Röell methaar kind,
de heer en mevr. De Vos van Steen-
wijk, en de heer v. Holthe, thans vice-
admiraal, zat op stro in een pant
serwagen van de Nederlandsche bank.
verteld, dat het Prinselijk gezin naar
Frankrijk zou gaan, als het noodzake
lijk zou blijken ons land te verlaten.
Toen hü 10 Mei 1940 aan het Hof
kwam hij was adjudant in buiten
gewone dienst en had derhalve sinds
het verlaten van zijn dienst geen re
laties meer met het Hof gehad wist
hij eigenlijk nog niet waarheen het Hof
zou vertrekken. Het was nog niet uit
gemaakt. of de leden naar Frankrijk of
naar Engeland zouden uitwijken Het
definitieve plan is eerst daarna ont
staan.
Op de avond van 10 Mei omstreeks
elf uur is reeds een poging gedaan om
weg te komen doch daar er toen ge
ruchten binnen kwamen dat de reis in
In de auto was het pikdonker. Voor
en achter werd deze geëscorteerd
door een wagen met mariniers en
matrozen.
Van een directe aanval op de stoet ls
hem niets bekend. Omtrent elf uur
kwamen zij aan in IJmuiden. waar 'n
Engelse torpedojager lag, die direct
na het aan boord gaan van het ge
zelschap vertrok. Volgens de heer Dc
Vos van Steenwijk is het zeker, dat
de commandant van dit schip tevo
ren opdracht had gekregen, om het
prinselijk gezin te halen.
ZIGZAG DOOR NEDERLAND
Op 13 Mei 1940 te ongeveer 10 uur
vertrok een stoet van enige auto's van
het paleis Noordeinde te Den Haag. In
de eerste auto bevond zich de Konin
gin, naast haar jhr De Jonge van Elle-
meel. en op de twee strapontins de
heer Phaff, generaal majoor b. d., aan
wiens verklaringen voor de commissie
wij dit verhaal ontlenen, en de ordon
nans officier jhr Van Lawick van
Pabst. Verder maakten deel uit van het
gezelschap Jhr Beelaerts van Blokland,
vice-president van de Raad van State,
jhr Van Tets van Goudrlaan, direc
teur van het kabinet van H.M., mej.
van Rhijn van Alkemade. en de heer
Van 't Sant, tevoren hoofdcommissa
ris van politie te Den Haag. die plaats
hadden gsnomen in de tweede auto. Er
was een escorte vooruit en er volgde
een vrachtauto met een mitrailleur, al
dus was geregeld door generaal Van
Andel, commandant van de Vesting
Holland.
De heren De Jonge van Ellemeet,
Phaff en Van Lawick van Pabst had
den alle drie een geladen pistool in de
hand om. wanneer er iets zou ge
beuren. de Koningin te beschermen.
Daar men geen ogenblik zeker was, dat
er geen parachutisten zouden zijn onder
en tussen de mensen, die waren samen
gestroomd en merkten wat er ge
beurde. was er opdracht gegeven dat
iedereen met de handen in de hoogte
moest gaan staan. Tijdens de tocht
naar Hoek van Holland hebben zich
gelukkig geen incidenten voorgedaan.
Slechts is een paar keer de oorspronke
lijke route gewijzigd en moest men een
omweg maken.
In Hoek van Holland bleek een tor
pedojager te liggen. Allen stonden op
de kade tegen een loods bs wachten,
daar er nog allerlei maatregelen geno
men moesten worden.
Terwijl zy daar stonden, kwamen
Duitse vliegtuigen over, waaruit een
bom werd geworpen, die neerkwam
vlak achter de loods, waartegen H.M.
en haar gezelschap beschutting had
den gezocht.
Gelukkig bleven allen ongedeerd.
VOOR HET EERST ENGELAND
ALS DOEL.
De tocht op zee zelf was zeer gevaar
lijk, daar de reis door een mijnenveld
In verband hiermee is door de Com
missie de vraag gesteld, of er behalve
de maatregelen die tot een eventuele
evacuatie binnen de Vesting Holland
leidden, voor 10 Mei 1940 nog andere
voorbereidingen zijn getroffen op het
gebied van de bescherming van de Ko
ningin en de leden van het Kon. Huis
en de leden van het kabinet, in het bij
zonder met het oog op een mogelijk
vertrek naar het buitenland.
Hierop is ontkennend geantwoord.
Alle ministers waren eenstemmig in
hun verklaring, dat, voor zover van
voorbereiding sprake is geweest, deze
slechts in de laatste dagen, onmiddel
lijk voorafgaande aan Jiet vertrek en
na inval der Duitse troepen, heeft
plaats gehad.
Volgens minister Dyxhoorn zijn er
geen bijzondere maatregelen genomen.
Zij zaten in de Vesting Holland betrek
kelijk vèilig. Enige maanden voordat de
oorlog uitbrak, is verplaatsing van de
zetel der regering naar elders door de
ministerraad, op zijn voorstel, ter sprake
gebracht. Er is echter geen uitvoering
gegeven aan het maken van een plan.
Alles was er op berekend, aldus de
heer Gerbrandy, dat men achter de
Waterlinie enige tijd stand kon hou
den, Niemand heeft vermoed, dat de
periode van strijd maar 5 dagen zou
duren. Militairen hadden hem verze
kerd, dat op ten minste 3 maanden
gerekend kon worden.
Ook minister De Geer verklaarde, dat
geen maatregel op dit gebied te voren
genomen, noch overwogen was.
De heer Van Kleffens daarentegen
wees op de bunkers in de tuin van het
Paleis Noordelnde en bij het Huis ten
Bosch, Voor de regering waren forten
in de Haarlemmermeer ln gereedheid
gebracht.
De heer Snouok Hurgronje kon
slechts zeggen, dat alles geïmproviseerd
was.
Dc Commissie heeft over het alge
meen de Indruk, dat de regering zich
te zeer door militair optimisme heeft
laten leiden, toen zij voor 10 Mei 1940
verder gaande maatregelen ter be
scherming van Koningin en leden van
het kabinet achterwege heeft gelaten.
De maatregelen, welke later nog ge
nomen zijn, zyn dan ook geïmprovi
seerd en onder drang van de gebeur
tenissen tot stand gekomen. Wat ge
schied is, was niet van grote bete
kenis
Prinses Juliana met Prinses Beatrix voor de schuilkelder bij Huis ten Bosch
(Foto Wereldkroniek).
had, als gevolg waarvan het dwaas
heid werd gevonden eerst naar Mis
singen te gaan. Het besluit werd nu
genomen zich onmiddellijk naar En
geland te begeven. Dit was het eer
ste moment, dat het woord Engeland
als doel van de reis werd uitgespro
ken.
In de late namiddag kwam het schip
nioaT.,M„ in Ur.c\r 115 Harwich. Daar stond een extra trein
"kSJ?5™. ÏL„rl?I Waar. waarheen het hose gezelschap
zich begaf, nadat het was ontvangen
toen nog niet bekend was. Een officier
van de marine-reserve kreeg het com
mando over de Britse jager. Intussen
had men telefonisch van de marine
staf de ligging van het mijnenveld op
gekregen. waarna men full spsed er
door heen is gevaren. Er is verder niet
gebombardeerd en men heeft geen
vliegtuigen meer gezien.
Het schip was op weg naar Vlis-
singen, aldus vertelde jhr Beelaerts
van Blokland verder in aanvulling
door een Engels admiraal, dis daar het
commando voerde. Te ongeveer 8 uur
arriveerde men in Londen. Na onge
veer drie weken betrok H.M. een eigen
huis aan Eaton Square,
HET KABINET SCHOOT
TE KORT.
Ds commissie constateert tot haar
teleurstelling op belangrijke punten te
gengestelde verklaringen, met name
Koningin Wilhelmina neemt afscheid van Prinses Juliana bij het vertrek
van de laatste naar Engeland. (Foto Wereldkroniek).
op bovenstaand verslag van de heer over de vraag, welke de bemoeiingen
Phaff, met uiteindelijke bestemming ziin geweest van het kabinet met het
Breskens, toen er een radiobericht
kwam, dat deze plaats bliikbaar door
de Duitsers was uitgekozen om er
bommen op te werpen. Er heeft toen
een bespreking met H.M. plaats ge
vertrek van de Koningin. En het ver
trek van het prinselijk gezin is geheel
buiten het kabinet omgegaan, dat ln
deze ook geen enkel initiatief heeft ont
wikkeld. Slechts de heer Van Kleffens
heeft er enige bemoeienis mee gehad.
Coördinatie van het beleid van het
kabinet en dat van het Kon. Huis
was in deze uit staatsrechtelijk oog
punt van het grootste belang ge
weest ten aanzien van de Koningin
met betrekking tot haar persoon en
de taak welke zy in het staatsbestel
heeft te vervullen, en ten aanzien
van het Prinselijk gezin voor wat be
treft het belang van de voortzetting
der dynastie.
HULDE AAN DE BRITSE
MARINE.
De Commissie brengt hulde aan de
Britse marine voor haar grote aandeel
in de redding van de Kon. familie.
Het ware aantrekkelijker geweest, in
dien de Nederlandse marine zich van
deze gevaarlijke doch eervolle taak had
kunnen kwijten. Marinedeskundigen
ziin echter van mening, dat dit tech
nisch onmogelijk was: een gedeelte van
onze vloot was reeds naar Engeland
overgestoken (en bestond uit voor die
taak ongeschikte schepen) Een ander
deel verleende actieve medewerking aaA
de strijd in Nederland.