Verplaatsing regeringszetel naar Londen was van eminent historisch en politiek helang Hef en vertrek van H. M. de Koningin het Prinselijk Gezin Geimproviseerde beschermingsmaatregelen voor Koninklijk Huis Tweede deel verslag Parlementaire Enquete-commissie Aarzelingen, onvolkomenheden eii tekortkomingen van bet kabinet-De Geer Onvast beleid droeg stempel van de formateur 685 verhoren en 1274 pagina's jSftf Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Zaterdag 4 Juni 1949 Tweede Blad No. 267U9 (Van een bijzondere medewerker) Heden is aan de Tweede Kamer aangeboden het tweede deel van het verslag der parlementaire enquête-commissie regeringsbeleid 19401945. Dat behandelt de neutraliteitspolitiek, het vertrek van de regering naar Londen en de eerste maanden aldaar. Meer in het bijzonder gaat het over de volgende punten van het enquête-besluit: b. De wijze, waarop in de Ministerraad het besluit tot het overbrengen van de zetel der regering naar het buitenland is tot stand gekomen en de daaraan gegevcft uitvoe ring. c. De opvattingen, waardoor deze kabinetten en hun leden rich heb ben laten leiden ten aanzien van de voortzetting van de oorlog en de Nederlandse deelneming daaraan, d. Het aftreden van jhr mr D. J. de Geer als minister van Algemene Zaken en van Financiën, en als voor zitter van de Raad van Ministers, e. De aan jhr De Geer verstrekte op dracht voor een reis naar Nederlands-Indië en het falen daarin .alsmede de wijze, waarop hii naar Nederland heeft kunnen terugkeren. Dit verslag is nog omvangrijker dan j matie van Augustus 1939, om een ant- duidelijk naar voren zijn gekomen dan uit die brochure zou kunnen worden afgeleid. WAAROM DADELIJK VACANTIE IN HET SCHWARZWALD? Het trok de aandacht, dat minister De Geer, daags na de overdracht van de ministerportefeuilles, op 12 Augustus met vacantie naar het buitenland ver trok. Ofsohoon de internationale om standigheden toen reeds van die aard waren, da.t men de aanwezigheid van de Minister-President, die ook Minister van Algemene Zaken en van Financiën w*as, noodzakelijk oordeelde. In het rap port der Commissie vinden wii hierover, dat dit de meeste ministers wat vreemd aandeed. De oorzaak van die bevreemding of verwondering was mede gelegen in het feit, dat de heer De Geer juist naar Duitsland (het Schwarzwald) ging. De Commissie acht dit eveneens wat vreemd en het feit, dat hij daarna (na 22 Aug.) verre „de nog zo" krachtig mogelijke I doorgebracht, aangezien zijn huis in handhaving van onze neutraliteit in Den Haag nog niet in gereedheid was. de nabijziJnde oorlog" bij de kabinets- GERBRANDY: DE KLEINE CLEMENCEAU. Churchill was op Gerbrandy ge steld, zo lezen wjj in het rapport. Hij vond hem een aardig kittig ventje en om zyn snor en zijn kale hoofd noemde hjj hem: „Le petit Clemenceau". Hij had plezier als hij hem zag. Omtrent 31 Augustus 1940 begon de gedrukte stemming te wijken, toen men het gevoel had: wjj zijn door het ergste heen. In 't algemeen kon men toen zeggen, dat in de Nederlandse gemeenschap degenen, die defaitist waren, er op aan werden gekeken. Er waren er niet veel. moeilijk aanvaardbaar in de geschetste uitermate gespannen internationale toestand, terwijl zijn afwezigheid juist voorviel, toen er belangrijke beslissin gen inzake de mobilisatie moesten wor den genomen. De Commissie wil niet. nalaten er thans reeds op te wijzen, dat deze hou ding van de heer De Geer symptoma tisch mag heten voor het later zowel voor hem als voor het landsbelang zo noodlottig gebleken onvermogen zioh aan te passen aan niet met zijn denk beelden strokende internationale ver houdingen. Daardoor heeft de heer De Geer bij herhaling de consequenties van gedragingen als deze te veel onderschat. DE HANDHAVING DER NEUTRALITEITS POLITIEK. Uitvoerig gaat de Commissie in op de vraag, of de politiek van de regering t er een van strikte handhaving van de formatie aan de orde is geweest, een neutraliteit is geweest. Er zijn beden- 1 Geer in zjjn in kingen gerezen van Nederlandse zijde 1946 verschenen brochure „verantwoor- en van Duitse zijde. Ondanks het feit. ding stelt. De Commissie komt tot de dat de Nederlandse regering met angst conclusie, dat deze opvattingen by de j vallige zorg de handhaving van de neu- besprekingen in Augustus 1939 minder I traliteit nastreefde. het eerste, dat ruim twee maanden 1 woord te vinden op de vraag in hoe- nog enige dagen in Beekhuizen heeft geleden verscheen. Het telt 262 blad- lijden, de bijlagen 327 bladzijden en het deel. dat de verhoren bevat 685, in totaal dus 1274 pagina's. De stof is behandeld in 31 hoofdstukken en vrij wel chronologisch gerangschikt, waar door de lezer dit verslag gemakkelijker kan verwerken dan het vorige. Bij haar onderzoek naar de boven genoemde punten moest de Commis- ook een aantal feiten en omstan digheden uit het tüdvak van vóór 10 Mei 1940 betrekken, omdat dit voor een goed begrip der dingen onvermij delijk bleek te zijn. Dit leek haar ook uitermate gewenst ie ziin ln verband met de gebeurtenissen rondom de figuur van ihr De Geer, In haar inleidine zegt de Commissie dit door het tegen deze gevoerde proces feiten bekend werden, die enerzijds een tieuw licht wierpen op de gebeurtenis- s=n, welke onmiddellijk aan de Duitse aval ziin voorafgegaan, doch anderzijds e» onvolledigheid der publicatie van deze leiten soms onjuiste voorstellingen op riepen, die tot moeilijk te verantwoorden «nclusies leidden. Het spreekt vanzelf dat er ten aanzien ran de daden van deze voormalige mi jter-president met het ooe od wiens proces een uitgebreid vooronderzoek beeft Dlaats eehad waarvan de stuk ten ter beschikking van de commissie sin gesteld voor de Commissie een jeheel andere gedragslijn heeft bestaan dan die welke gevolgd wordt in een ftrafrëchteliik onderzoek Bi| de Commissie toch ligt het zwaar dpunt van het onderzoek in het bepa- dn van de politieke aspecten der ge reide daden en in het vaststellen en kordelen van de politieke verantwoor delijkheid daarvoor. In dit deel van haar versla# heeft de Commissie zeer vele getuigenverklarin- fcn in de tekst verwerkt, daarbij we derom zo nauw mogelijk aansluiting »etend bij de woorden, welke de getui- ten hebben gebezigd. Aan het einde van haar verslag komt Commissie tot de volgende slotbe schouwing: De periode, waarvan de Commissie thans haar onderzoek heeft beëindigd, voor een belangrijk gedeelte mede bepaald door de persoon van de toen malige minister-president, jhr mr D. J. de Geer. Het spreekt vanzelf, dat het in Augustus 1939 gevormde kabinet-De Geer tot op zekere hoogte het stem pel droeg van zjjn formateur. Van de neergang van deze. voorheen alom ge respecteerde staatsman onderging het tabinet echter later evenzeer de weer slag. De moeilijkheden, die de minis ter-president had met de door de oor- br ontstane situatie, werden daardoor ook de moeilijkheden van het gehele labinct. Het kon niet uitblijven, dat, Baar de leiding faalde, ook de Minis terraad grote moeilijkheden onder bond bij het bepalen van het politieke beleid. De koers van dit beleid is niet »Uijd even vast en doelbewust geweest. Uiteindelijk draagt daarvoor natuur lijk niet slechts de minister-president, "toch het gehele kabinet verantwoor delijkheid. REGERING NAAR ENGELAND. Wanneer de Commissie tracht uit de ^Iheid van gebeurtenissen hoofd- en benzaken te scheiden, dan wil zij als der belangrijkst# beslissingen van de ;:;e!e oorlogsperiode naar voren taen ia het op 13 Mei 1940 te Hoek van Hol- genomen besluit de zetel van de String naar Engeland te verplaatsen. °U feit heeft de gehele verdere oor- •^oerine van Nederland beheerst Het r^ft de invloed van Nederland in de kdqenootschappeliike beraadslagingen ''•-zekerd, de organisatie van de activi st. van marine en koopvaardij in de fnjd ter zee mogelijk gemaakt, het in- jsnationale prestige van Nederland gehouden, aan het verzet in het *®tte gebied een onontbeerlijke morele daadwerkelijke steun verleend en slotte de mogelijkheid geschapen tot effectieve voorbereiding van de be dding en het herstel van Nederland. denke zich tlechts in. wat het lot Nederland geweest zou zijn. indien J besluit niet genomen en de regering 2 banden der Duitsers gevallen zou zijn. Het wil de Commissie dan ook voor enen. dat het tiidig verplaatsen van ®e zetel der regering een daad is ge lest van eminent historisch en po- Mek belang, zodat het besluit daar- als een van de belangrijkste credit- Ipsten op de balans van de verrich ten van het kabinet moet worden beschouwd. DE FIGUUR YAN DE GEER. In de hierboven aangehaalde condu it verklaart de Commissie, dat het ^biiiet tot op zekere hoogte het stem- 'f droeg van zijn formateur. Zij be- föt haar uitvoerig gedocumenteerde en nauwgezette erweging getuigende dan ook met de kabinetsfor- Dr F. C. Gerretson, buitengewoon hoogleraar aan de Utrechtse Universi teit. heeft in een brief aan de Commissie zich tot tolk gemaakt van de ongerust heid in Nederlandse „staatkundige krin gen, die zeer dicht bij de regering ston den en die over het algemeen als zeer welingelicht mochten gelden". De heer Gerretson is later door de Commissie gehoord. De voorstelling van zaken was aldus, dat de ministers Van Kleffens, Dyxhoorn en De Geer, „voor druk van Duitsland bezweken," de Duitsers op zettelijk de doortocht door het Zuiden van Nederland geopend, althans verge makkelijkt hadden. Na een uitvoerig onderzoek is, naar de overtuiging der commissie, geen grondslag van de ver dachtmaking uit de zg. staatkundige kringen,' zoals deze door de heer Gerret son ten tonele is gevoerd, aanwezig ge weest. Generaal winkelman kreeg van de heer De Geer wat hij vroeg. Van Duitse zijde heeft men voort durend een opvallende openbare be langstelling voor dc Nederlandse neu traliteitspolitiek gehad. Van die kant brak een stortvloed van grove be schuldigingen van neutraüteitsbreuk los in de vroege ochtend van de 10de Mei 1940. Uit tal van na de oorlog gepubliceerde documenten Inzake de aanvalsplannen van dc Duitse rege ring is reeds duidelijk gebleken, dat de voorbereidingen tot verstoring van de vrede eenzijdig van Duitse zijde hebben plaats gevonden, o.a. in de vonnissen van het internationale mi litaire tribunaal te Neurenberg en van het United States Military Tribunal te Neurenberg. De Commissie-Sillevis Is met betrekking tot de Nederlandse inlichtingendienst tot de conclusie ge komen. dat deze nimmer op enigerlei wijze heeft samengewerkt met de En gelse Secret Intelligence Service of met dergelijke diensten in Frankrijk en België. TWIJFEL VAN DE GEER EN ANDEREN. Een lang hoofdstuk behandelt de op vattingen ten aanzien van de voortzet ting van de oorlog, waarmede wij in het begin van de Londense periode komen. Kabinetszitting te Londen. Links op de voorgrond de toenmalige minister president jhr De Geer. Gereleveerd wordt de proclamatie, waar mede Koningin Wilhelmina zich, na aankomst te Londen, tot het Neder landse volk richtte en waarin de mo tieven tot het vertrek uit Nederland werden aangegeven en tevens de nieuwe taak en doelstelling van de regering m het algemeen werden aangeduid. In den beginne is er in Londen een zekere twijfel in het kabinet geweest aan de juistheid van de gedachte, dat deze oorlog tot het bittere einde moest wor den voortgezet. Eerst na verloop van enige maanden is, mede door het af treden van de minister-president jhr De Geer. klaarheid in deze gekomen. Zoals prof. Gerbrandy het uitdruk te. heeft het „houdt vol tot het bittere einde" zijn geboorteweeën gehad. Naar de persoonlijke indruk van minister Van den Tempel was de heer De Geer na de val van Frankrijk er van over tuigd, dat de oorlog verloren was en hij stond zeker niet alleen daarin. Er was bij meer leden van het kabinet twijfel dienaangaande. GROTE TERNEERGESLAGEN- HEID. In een grote leegstaande slaapkamer fn Grosvenor House werden de verga deringen van de Ministerraad gehouden. Daar werkten ook de heren Van Asch van Wijck en Van Angeren. Aanvankelijk werden alle correspon dentie en elk wetsontwerp gemaakt op hotelpapier. Na enige tijd kwam er een juffrouw, die wel telefoneerde, maar niet kon typen. Men had geen staats bladen, geen staatscourant. Wanneer er iets moest worden gedrukt, moest men naar de zetter gaan en naast hem gaan zitten om iedere letter voor te lezen en na te gaan of het goed was (een be langrijke verbetering in deze uiterst primitieve huisvesting-outillage trad in, toen het regeringsapparaat in Stratton House kon worden ondergebracht). Men had geen ambtenaren genoeg, een be perkte keus en daardoor werd er ook veel gebruik gemaakt van employé's van de Unilever e.a. De voorzitter van de Raad van Be stuur van deze N.Vde heer Rijkons, verklaarde dat de ministers in de eerste weken in een buitengewoon moeilijk parket zaten, zonder enig apparaat of enige organisatie. Het Tweede Kamer lid Schaepman, die ook in Londen was, deelde mede, dat zijn Indruk was, dat de regering de eerste twee maanden helemaal werd geleid door de Unilever. Van de eerste oorlogsdagen af tot het weggaan van de heer De Geer. zo ver klaarde de heer Rijkens bestond er in de Hollandse kolonie een grote terneer geslagenheid. Te groot militair optimisme: Gerekend op strijd van minstens drie maanden Door de vroegere Nederlandse rege ring zijn maatregelen genomen, met het oog op een eventuele inval. Waren deze op grotere schaal in de ambtenarenwe reld bekend geweest, dan zouden zij tij dens de bezetting belangrijker effect ge sorteerd hebben Vier uur lang met z'n tienen in het donker op het stro van Den Haag naar IJmuiden in een pantserauto van de Ned. Bank. De heer C. de Vos van Steenwijk, verband met parachutisten te gevaar- vice-admiraal b.d., deelde aan de Com- lijk zou zijn, is deze toen niet door missie mede. dat hem reeds maanden gegaan. De volgende dagen heeft hij voor het uitbreken van de oorlog was niets meer gehoord, daar hij buiten alle besprekingen werd gehouden. Op Zondag te 19 uur vertrok men op klaarlichte dag van de hoge wal. dus door de tuinpoort achter het Paleis Noordeinde te Den Haag. Een onaan genaam ogenblik voor de prinselijke familie was de overtocht met de pont te Velzen, toen Duitse vliegtuigen bo ven hen kwamen. Men heeft vier uur voor de autoreis nodig gehad. Het gezelschap, bestaande uit: het Prinselijk gezin, freule Feith, de gouvernante, mevr. Röell methaar kind, de heer en mevr. De Vos van Steen- wijk, en de heer v. Holthe, thans vice- admiraal, zat op stro in een pant serwagen van de Nederlandsche bank. verteld, dat het Prinselijk gezin naar Frankrijk zou gaan, als het noodzake lijk zou blijken ons land te verlaten. Toen hü 10 Mei 1940 aan het Hof kwam hij was adjudant in buiten gewone dienst en had derhalve sinds het verlaten van zijn dienst geen re laties meer met het Hof gehad wist hij eigenlijk nog niet waarheen het Hof zou vertrekken. Het was nog niet uit gemaakt. of de leden naar Frankrijk of naar Engeland zouden uitwijken Het definitieve plan is eerst daarna ont staan. Op de avond van 10 Mei omstreeks elf uur is reeds een poging gedaan om weg te komen doch daar er toen ge ruchten binnen kwamen dat de reis in In de auto was het pikdonker. Voor en achter werd deze geëscorteerd door een wagen met mariniers en matrozen. Van een directe aanval op de stoet ls hem niets bekend. Omtrent elf uur kwamen zij aan in IJmuiden. waar 'n Engelse torpedojager lag, die direct na het aan boord gaan van het ge zelschap vertrok. Volgens de heer Dc Vos van Steenwijk is het zeker, dat de commandant van dit schip tevo ren opdracht had gekregen, om het prinselijk gezin te halen. ZIGZAG DOOR NEDERLAND Op 13 Mei 1940 te ongeveer 10 uur vertrok een stoet van enige auto's van het paleis Noordeinde te Den Haag. In de eerste auto bevond zich de Konin gin, naast haar jhr De Jonge van Elle- meel. en op de twee strapontins de heer Phaff, generaal majoor b. d., aan wiens verklaringen voor de commissie wij dit verhaal ontlenen, en de ordon nans officier jhr Van Lawick van Pabst. Verder maakten deel uit van het gezelschap Jhr Beelaerts van Blokland, vice-president van de Raad van State, jhr Van Tets van Goudrlaan, direc teur van het kabinet van H.M., mej. van Rhijn van Alkemade. en de heer Van 't Sant, tevoren hoofdcommissa ris van politie te Den Haag. die plaats hadden gsnomen in de tweede auto. Er was een escorte vooruit en er volgde een vrachtauto met een mitrailleur, al dus was geregeld door generaal Van Andel, commandant van de Vesting Holland. De heren De Jonge van Ellemeet, Phaff en Van Lawick van Pabst had den alle drie een geladen pistool in de hand om. wanneer er iets zou ge beuren. de Koningin te beschermen. Daar men geen ogenblik zeker was, dat er geen parachutisten zouden zijn onder en tussen de mensen, die waren samen gestroomd en merkten wat er ge beurde. was er opdracht gegeven dat iedereen met de handen in de hoogte moest gaan staan. Tijdens de tocht naar Hoek van Holland hebben zich gelukkig geen incidenten voorgedaan. Slechts is een paar keer de oorspronke lijke route gewijzigd en moest men een omweg maken. In Hoek van Holland bleek een tor pedojager te liggen. Allen stonden op de kade tegen een loods bs wachten, daar er nog allerlei maatregelen geno men moesten worden. Terwijl zy daar stonden, kwamen Duitse vliegtuigen over, waaruit een bom werd geworpen, die neerkwam vlak achter de loods, waartegen H.M. en haar gezelschap beschutting had den gezocht. Gelukkig bleven allen ongedeerd. VOOR HET EERST ENGELAND ALS DOEL. De tocht op zee zelf was zeer gevaar lijk, daar de reis door een mijnenveld In verband hiermee is door de Com missie de vraag gesteld, of er behalve de maatregelen die tot een eventuele evacuatie binnen de Vesting Holland leidden, voor 10 Mei 1940 nog andere voorbereidingen zijn getroffen op het gebied van de bescherming van de Ko ningin en de leden van het Kon. Huis en de leden van het kabinet, in het bij zonder met het oog op een mogelijk vertrek naar het buitenland. Hierop is ontkennend geantwoord. Alle ministers waren eenstemmig in hun verklaring, dat, voor zover van voorbereiding sprake is geweest, deze slechts in de laatste dagen, onmiddel lijk voorafgaande aan Jiet vertrek en na inval der Duitse troepen, heeft plaats gehad. Volgens minister Dyxhoorn zijn er geen bijzondere maatregelen genomen. Zij zaten in de Vesting Holland betrek kelijk vèilig. Enige maanden voordat de oorlog uitbrak, is verplaatsing van de zetel der regering naar elders door de ministerraad, op zijn voorstel, ter sprake gebracht. Er is echter geen uitvoering gegeven aan het maken van een plan. Alles was er op berekend, aldus de heer Gerbrandy, dat men achter de Waterlinie enige tijd stand kon hou den, Niemand heeft vermoed, dat de periode van strijd maar 5 dagen zou duren. Militairen hadden hem verze kerd, dat op ten minste 3 maanden gerekend kon worden. Ook minister De Geer verklaarde, dat geen maatregel op dit gebied te voren genomen, noch overwogen was. De heer Van Kleffens daarentegen wees op de bunkers in de tuin van het Paleis Noordelnde en bij het Huis ten Bosch, Voor de regering waren forten in de Haarlemmermeer ln gereedheid gebracht. De heer Snouok Hurgronje kon slechts zeggen, dat alles geïmproviseerd was. Dc Commissie heeft over het alge meen de Indruk, dat de regering zich te zeer door militair optimisme heeft laten leiden, toen zij voor 10 Mei 1940 verder gaande maatregelen ter be scherming van Koningin en leden van het kabinet achterwege heeft gelaten. De maatregelen, welke later nog ge nomen zijn, zyn dan ook geïmprovi seerd en onder drang van de gebeur tenissen tot stand gekomen. Wat ge schied is, was niet van grote bete kenis Prinses Juliana met Prinses Beatrix voor de schuilkelder bij Huis ten Bosch (Foto Wereldkroniek). had, als gevolg waarvan het dwaas heid werd gevonden eerst naar Mis singen te gaan. Het besluit werd nu genomen zich onmiddellijk naar En geland te begeven. Dit was het eer ste moment, dat het woord Engeland als doel van de reis werd uitgespro ken. In de late namiddag kwam het schip nioaT.,M„ in Ur.c\r 115 Harwich. Daar stond een extra trein "kSJ?5™. ÏL„rl?I Waar. waarheen het hose gezelschap zich begaf, nadat het was ontvangen toen nog niet bekend was. Een officier van de marine-reserve kreeg het com mando over de Britse jager. Intussen had men telefonisch van de marine staf de ligging van het mijnenveld op gekregen. waarna men full spsed er door heen is gevaren. Er is verder niet gebombardeerd en men heeft geen vliegtuigen meer gezien. Het schip was op weg naar Vlis- singen, aldus vertelde jhr Beelaerts van Blokland verder in aanvulling door een Engels admiraal, dis daar het commando voerde. Te ongeveer 8 uur arriveerde men in Londen. Na onge veer drie weken betrok H.M. een eigen huis aan Eaton Square, HET KABINET SCHOOT TE KORT. Ds commissie constateert tot haar teleurstelling op belangrijke punten te gengestelde verklaringen, met name Koningin Wilhelmina neemt afscheid van Prinses Juliana bij het vertrek van de laatste naar Engeland. (Foto Wereldkroniek). op bovenstaand verslag van de heer over de vraag, welke de bemoeiingen Phaff, met uiteindelijke bestemming ziin geweest van het kabinet met het Breskens, toen er een radiobericht kwam, dat deze plaats bliikbaar door de Duitsers was uitgekozen om er bommen op te werpen. Er heeft toen een bespreking met H.M. plaats ge vertrek van de Koningin. En het ver trek van het prinselijk gezin is geheel buiten het kabinet omgegaan, dat ln deze ook geen enkel initiatief heeft ont wikkeld. Slechts de heer Van Kleffens heeft er enige bemoeienis mee gehad. Coördinatie van het beleid van het kabinet en dat van het Kon. Huis was in deze uit staatsrechtelijk oog punt van het grootste belang ge weest ten aanzien van de Koningin met betrekking tot haar persoon en de taak welke zy in het staatsbestel heeft te vervullen, en ten aanzien van het Prinselijk gezin voor wat be treft het belang van de voortzetting der dynastie. HULDE AAN DE BRITSE MARINE. De Commissie brengt hulde aan de Britse marine voor haar grote aandeel in de redding van de Kon. familie. Het ware aantrekkelijker geweest, in dien de Nederlandse marine zich van deze gevaarlijke doch eervolle taak had kunnen kwijten. Marinedeskundigen ziin echter van mening, dat dit tech nisch onmogelijk was: een gedeelte van onze vloot was reeds naar Engeland overgestoken (en bestond uit voor die taak ongeschikte schepen) Een ander deel verleende actieve medewerking aaA de strijd in Nederland.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1949 | | pagina 5