25 sprekers namen in eerste instantie
Leidse begroting onder de ioupe
Santf im keenJt de i
DRIE LEVENS
PANDA OP DE WALVISVANGST
Weer een bewogen zitting in het
proces Kravchenko
Radio-programma
87ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD Woensdag 16 Februari 1949
Tweede Blad No. 26619
Reden antwoord van B. en W.
De tweede dag van de behandeling
der begroting wordt geopend door de
heer v. Ooyen (KVP). Hij meent, dat
het sectie-verslag van kleinigheden aan
elkaar hangt, die beter achterwege had-
tien kunnen bhj-ven en slechts tijd doen
vermorsen.
Z.i. is de verdeling bij de woning-
houw in het donker geschied. Hy wil
<ie wethouder daarover- niet aanvallen,
maar er zijn tcoh vreemde dingen,
waarvan hij er een paar releveert. Ten-
s'otte verdedigt hdj zijn voorstel cm al
thans theaters etc. op de drie Christ,
hoogtijdagen gesleten te doen blijven;
zJ. wel een bijzonder gematigd voorstel,
dat ?oon aanstoot geven kan en slechts
een k*ein offer vraagt van andersden
kenden. En -liet is ook in het belang
ven bevordering van de huiselijkheid.
En zodoende krijgt 'n belangrijke groep
personeel die dagen ook eens een wel
verdiende rust.
Mevr. v. Staveren (CPN) neemt het
op voor haar voorstel een consultatie
bureau voor zuigelingen in de binnen
stad te vestigen. H.i. is dit dringend
nodig, gezien de afstanden en de be
volkingstoeneming in het belang der
volksgezondheid.
De heer v. Iterson (Prot. Ohr.), looft
B. en W. voor hun werk in 1948, alle
ambtenaren inbegrepen. Spr. vraagt,
wat hier gedaan is om de industrie aan
te trekken en naar het resultaat? Het
is" maar heel weinig; vooral de klein-
industrie wordt afgestoten bij elders
vergeleken. Maar groot-industrie komt
e: evenmin! Spr. waarschuwt voor te
grote eisen inzake aesthetica en rustig
wonen; dan dreigt Leiden een dode stad
te worden. Spr. herinnert aan het ge-
val-Jesse. De oliegasplaag der Lichtfa
brieken oordeelt spr. ernstig en hij
vraagt een deskundig advies in te win
nen. Verbetering van de verkeerswegen
is noodzakelijk trots materiaal-gebrek.
Spr. komt dan tot zijn voorstel inzake
doortrekking van de Wassenaarse Weg
om zo de komende hinder bij de over
weg althans enigszins te kunnen op
vangen. Een terrein aan de Oosterkerk
straat leent zioh voor grote vergaderiji-
gen ingericht te worden. Grondboring
b z.i. beslist noodzakelijk om onnodige
kosten te voorkomen, zie de f. 30.000,
die verloren is gegaan bij de fundering-
versterking van de 82 woningen aan de
Zceterwoudse Singel.
Nu de begroting sluit, staat er finan
cieel niets meer in de weg om wonin
gen te bouwen en dat blijft immers het
eerst nodige. De woningnood kan im
mers niet binnen 15 jaar worden op
geheven, zoals hij reeds voorspelde. Mi
nister In 't Veld spreekt van 1980.
De montage-bouw heeft tot vele te
leurstellingen geleid. Afkeuring was het
algemeen oordeel reeds van een congres
te Ziirioh. Was nu maar het woning-
bcuwvolume bereikt, dan was het extra
geweest en te aanvaarden. Nu gaat het
ten koste van de gewone bouw. Leiden
heeft sinds de bevrijding 83 woningen
gebouwd en 103 zijn in aanbouw, doch
er zjjn er 80 door oorlogsschade afge
gaan. Wederopbouw! En zie dan eens
naar andere plaatsen, als Schiedam,
Dordrecht, Delft, Vlaardingen, Gouda
enz. Deze vergelijking valt dan wel zeer
bedroevend uit. Ook de particuliere
bouw is elders aangemoedigd. Laat men
ock hier daaraan aandacht sohenken:
Dat hogere instanties steeds de plannen
traineerden, staan wij dan in zo slechte
reuk of stelt men elders lagere eisen,
gezien de bouw elders? Spr. wil B. en
W. niet beschuldigen van weinig activi
teit. laten zij daarom eerlijk antwoord
geven waarom het hier zo slecht gaat.
Spr. heeft steeds geijverd voor lagere
eisen en B. en W. zijn tenslotte toch
ock die weg opgedrongen. En waarom
niet meer aannemers ingeschakeld? Dat
geeft tal van voordelen. Het zou alleen
wat meer toezicht vragen, doch dat is
het wel waard. Er moeten eindelijk
eens daden komen, d.w.z. huizen.
Tenslotte verklaart spr. waarom hij
heeft gestemd voor het eerste plan ten
Noorden van de Timorstraat.
De heer Knetsch (Prot. Ohr.) dankt
dé wethouder van Sociale Zaken voor
zijn regeling der ambtenaren, die over
het geheel goed voldoet. Spr. ziet echter
nog een paar wensen. Ook spr. hoopt
op spoedige instelling van de dienst
commissies, ock voor het secretarie-
personeel. De nieuwe regeling voor het
brandweerpersoneel dient spoedig te
komen.
De heei- Hordijk (Prot. Ghr.) kapit
telt de heer v. Oyen zelf te doen wat
h\j verweet; te kernen met kleinighe
den. Men vergeet inzake de huisvesting
overigens te veel, dat het publiek zelf
zo weinig meewerkt. Spr. heeft alle lof
voor het bureau. Men moet echter geen
onmogelijke eisen stellen en elkaar het
leven niet zo zuur maken. De nood is
immers hoog. Daarcm dient, de woning
bouw ook bevorderd.
De heer Schüller (P. v. d. A.) steunt
het verwijt van de heer Hordijk tegen
de heer Van Oyen.
Dan de woningbouw. Elk gemeente
bestuur zit aan een bepaald bouw
volume vast. Plannen maken baat daar
om niet veel, gelet op de snelle tech
nische Vooruitgang.
Het plan v. Iterson inzake de Wasse
naarse Weg geeft z.i. weinig, daar men
dan komt op de Morsweg, die nog be
nauwder is dan de Rijnsburgerweg.
Daar zal z.i. dan ook een betere nood
voorziening kunnen worden getroffen.
Is deze uitgaaf daarom finantieel ver
antwoord? Te meer, daar aan de Was
senaar se Weg de eerste 10 jaar niet zal
worden gebouwd.
Laat men de technische dienst op
Endegeest (al of niet een gehele dagtaak
hebbend) overbrengen bij Gemeente
werken. Een dienstcommissie voor het
secretarie-personeel oordeelt spr. wel
nodig, zulks in overleg met het G.O.
Dan ontwikkelt hij ernstige klachten
over verloop van zaken in een der ge
meentediensten tussen het personeel en
de directie, die bovendien één politieke
kleur beoordeelt. Tot schade van per
soneel en gemeente. Uitvoerig licht spr.
dit nader toe.
De heer Piena (P. v. d. A.) waar
schuwt,, dat de soberheid niet overdre
ven mag worden, al blijft deze zaak.
Spr. dringt aan op bevordering van de
vestiging van industrie en op het bren
gen van de dienstcommissies-kwestie in
het G.O. binnen kort bestek en op goed
toezicht op het rijtijdenbesluit.
De heer Hendriks (Prot. Chr.) zag
gaarne meer initiatief bij uitbreiding
van het debiet der Lichtfabrieken en
komt terug op het salaris van de di
recteur der Volkscredietbank
Wat de woningbouw betreft, thans
zijn we op de goede weg, al is de achter
st-and niet meer in te halen en hij
dringt aan alles te doen wat mogelijk is,
om de bouw blijvend te bevorderen.
Voor een sociograaf voelt spr. wel, al
is hij in 't algemeen tegen uitbreiding
van het ambtenaren-corps. Deze kan
nuttig zijn, vooral als men de Amster
damse richting neemt. Voor de Leidse
bruggen zou spr. gaarne beeldhouwwerk
willen, mede in 't belang der kunste
naars.
De idee van een avondlyceum heeft
zijn sympathie, al zal zo'n inrichting
geld kosten.
Dat de antithese de scheidingslijn zou
zijn tussen de Christenen en de P. v.
d. A. ontkent hij. Het is slechts een der
tegenstellingen. Spr. releveert in dit
verband het politieke verloop na 1945
om te doen uitkomen, hoe de P. v. d. A.
een partij is geworden, .geep overkoepe
ling meer is. Toch. is z.i. samenwerking
mogelijk in' federalistische zin tot heil
der gemeenschap.
De heer Stolk (Prot. Chr.) legt de na
druk dat de begroting mensenwerk is,
maar hij ziet niettemin reden tot ver
heugends, vooral waar deze sluitend is.
Wat de toekomst zal brengen, is onbe
kend. doch onvervaard moet men voort
gaan.
Men zal de tering naar de nering
moeten zien, een politiek van realiteits
zin. Ook al zullen vele wensen dan
wensen blijven voorlopig.
Is de begroting inderdaad sluitend?
Z.i. zal het electriciteltsbedrijf ook
schade ondervinden. Hebben B. en W.
in dit opzicht al plannen? Hetzelfde
geldt voor het gas, trots de jongste
prijsverhoging.
Heeft het college ook invloed gehad
op het bedrag der noodvoorziening en
wat is het succes van de Accountants
dienst? Hoe staat het met de schuld der
stad ln verhouding tot elders.
De heer Key (P. v. d. A.) steunt zijn
fractie-voorzitter inzake strengere lei
ding der raadszittingen ook met het oog
op in te dienen moties. Het betoog van
de heer Goslings inzake ae G G. en
GD. wordt door hem volledig onder
schreven Speciaal vraagt hij echter nog
contact tussen deze dienst en de zieken
huizen in geval van spoedgevallen.
Het verkeer laat veel te wensen over,
nader geeft hij voorbeelden daarvan,
vooral in de Breestraat en ln de Boer-
haavelaan, terwijl de Plantsoendienst
bij kruispunten gevaarlijk struikgewas
heeft geplant.
De heer De Hosson (KVP) brengt het
college alle hulde. Toch heeft hij enige
.wénsen, b.v. een billijke regeling der
marktgelden in verhouding tot de ne
ringdoenden.
Demping van het water tussen
Karnemelksbrug en Korenbeurs lijkt
hem van groot belang.
De heer Riemens (P. v. d. A.) vraagt
meer tijd voor de rapporteurs van het
sectie-verslag. Zijn vraag of het overleg
met de middenstands-centrale gunstig
heeft gewerkt, is niet beantwoord. In
zake de gedupeerde tuinders in de Bosch-
huizerpolder kwam z.i. eveneens een te
vaag antwoord. Met de cultuur-gronden
moet men zuinig zijn. Waarom Leiden
geen tuinbouwschool?
Ten slotte bestrijdt spr. de opmerkin
gen van de heer Hendrliks inzake de
tegenstellingen tussen P. v. d. A. en de
Chris telijken.
De heer Frohwein, de 25e en laatste
spreker, (WD)1 dankt speciaal de wet
houder van financiën voor de goede sa
menwerking, al was er soms yfèl eens
meningsverschil.
Tussen directies en accountantsdienst
moet eveneens een goede verstandhou
ding bestaan, anders krijgt men geen
goede resultaten. Dit aan het adres van
de heer Wilmer, die hij ook op enige
andere punten bestrijdt.
Een rapport hoe de gaspryskosten
kunnen worden gedrukt door reserves
van economische aard hoopt hij binnen
een half jaar te zien voorgelegd.
Spr. bepleit dan enige toelagen voor de
directeur der Volkscredietbank, hetgeen
hem dubbel en dwars toekomt.
De toestand bij de middenstand gaat
thans per dag en uur achteruit, faillis
sementsaanvragen zijn aan de orde van
de dag. De middenstand dient daarom
zoveel mogelijk de hand boven het hoofd
te worden gehouden. Hij heeft het veel
zwaarder dan menig arbeider.
Spr. komt vervolgens tot zijn geopperd
idee, de Stadszaal niet meer te verhu
ren aan de communisten, hetgeen B. en
W. niet willen aanvaarden, zolang de
partij niet verboden is.
Z.i. mag de overheid niet geven een
eigen zaal voor een actie, tegen de staat
gericht, hetgeen heel iets anders is als
een verbod van een particuliere zaal ge
bruik te maken, hetgeen ook spr. zou
afkeuren.
Ten slotte bepleit hij zijn standpunt
tegenover de ingediende voorstellen. Het
voorstel Van Oven zal hij niet steunen,
daar ieder even veel recht heeft zijn
tijd te besteden als hij zelf wil.
Om 7 minuten voor halfzes is de be
handeling der begroting hiermede in
eerste Instantie geëindigd. B. en W. zou
den daarop aan het woord zijn geko
men, doch op verzoek van wethouder
Menken wordt de zitting dan geschorst
tot hedenmiddag.
Een Russisch generaal getuigt
Uitroepen als „leugens" en „veria-
der' klonken gisteren door de reent-s-
zaal te Parys, geuit door een Sovjet-
Russische legergeneraal en Kravchen
ko. De officier-generaal Leonid Roe-
denko, niet te verwan-en met generaal
Roman Andrevich Roedenko, de Sov
jet-Russische openbare aanklager in 't
proces te Neurenberg, getuigde tegen
Kravchenko. Roedenko was inderty^
hoofd van de Sovjet-aankoopmissie te
Washington, waartoe ook Kravchenko
behoorde, voordat hij zijn Sovjet-bur
gerschap opgaf. Roedenko zeide; „Ik
beschouw Kravchenko als een verrader
van zijn land, een oorlogsmisdadiger en
een misdadiger volgens de gewone wet.
Daarom zou hij moeten terechtstaan
voor een militaire tribunaal in de
Sovjet-unie. 3 'April 1944," aldus de
generaal, „vernam ik uit de kranten,
dat de ingenieur van de derde rang
Kravchenko zijn militaire eed had ge
broken en was gedeserteerd-" Gene
raal Roedenko beschuldigde Kravchen
ko er van te behoren tot een groep,
die een nieuwe wereldoorlog wilde ont
ketenen en voegde er aan toe dat „het
Sovjet-volk naar vrede dorst. Wij zijn
in beslag genomen door de vreedzame
wederopbouw. De Sovjet-bladen noch
het volk spreken over oorlog."
Kravchenko: „Met dat alles hebben
jullie toch maar heel Oost-Europa op
geslokt." (Hilariteit in de zaal).
Generaal Roedenko: „Wij zijn bezig
met plannen om rivieren, die naar het
Noorden stromen naar het Zuiden te
laten stromen en oasen ln de woestij
nen te scheppen."
Kravchenko: „Jullie zouden je beter
bezig kunnen houden met de vrijheid
van de mens in plaats van met oasen
in woestijnen." (Opnieuw hilariteit en
applaus op de publieke tribune).
Generaal Roedenko verzocht hierop
om maatregelen togen interrupties.
De voorzitter van de rechtbank, Durk-
heim zeide de zaal te zullen doen ont
ruimen indien „er geen einde kwam aan
het onbehoorlijke gedrag tegenover een
generaal van 'n vreemde mogendheid
Generaal Roedenko: „Als militair
weet ik beter dan wie ook, dat de Sov-
jetbegroting vóór alles is gewijd aan
de vreedzame ontwikkeling van het
land."
Generaal Roedenko verzocht de rech
ter verder zonder interrupties zijn ver
klaringen te mogen afleggen. „Krav-
crenko heeft mij een lakei van de dic
tatuur genoemd aldus Roedenko. Toen
deze zin in het Frans was vertaald zei
de rechter Durkheim: „Dat heb ik niet
gehoord. Ik versta geen Russisch."
Generaal Roedenko: „Bedreigingen
maken mij niet bang."
Rechter Durkheim: „Dat hebben wij
ook geen ogenblik verondersteld."
Ondervraagd over Kravchenko's ver
klaring in zijn boek, dat Kravchenko
een hoge functionaris was van de raad
van volkscommissarissen van de U. S.
S. R., gaf de generaal ten antwoord, dat
hij leidende functionarissen van de
raad persoonlijk kende maar nog nim
mer gehoord had, dat Kravchenko zich
onder hen bevond.
De advocaat van Kravchenko, mr
Izard, verklaarde, dat volgens het in
ternationale recht een man, die in een
geallieerd land deserteert, uitgeleverd
kan worden. Hy vroeg waarom Roedeh-
ko de regering der V. S. onder het be
wind van Roosevelt beschuldigde van
het steunen van desertie.
Generaal Roedenko antwoordde: „Ik
beschuldig niemand. Wat betreft de
vraaag waarom Kravchenko niet werd
uitgeleverd, verklaar ik, dat er reac-
tionnaire machten waren, die voldoen
de invloed hadden om dit te kunnen
beletten."
Hij geloofde niet, dat president Roo
sevelt zich bezig gehouden zou hebben
met „dergelijke onbelangrijke zaken als
Kravchenko."
Roedenko deelde Izard mede, dat hij
een beroepssoldaat was en niet een sol
daat, die de rang had behaald door po
litieke of andere redenen tijdens de
oorlog.
Izard vroeg: „Wat zou er met Krav
chenko gebeuren, als hij in de Sovjet
unie zou zijn en over Stalin zou spre
ken als hij in zijn boek doet?" Roe
denko antwoordde: „Geen Sovjet-bur
ger zou op een dergelijke manier over
Stalin kunnen spreken." Kravchenko
stond op om een verklaring af te leg
gen, doch de president waarschuwde
hem: „Ik zal geen beledigingen- tegen
over deze getuige toesta^i." Kravchen
ko antwoordde: ,Zk ken geen woord,
dat beledigender is dan verrader De
president: „Dat is een van de dingen,
waar het in dit proces om gaat en
daarom is het woord verrader toege
staan."
Zich tot Roedenko wendend zeide de
president, dat hy hem als een getuige
voor de verdediging zou behandelen.
Claude Morgan, directeur van het
Franse weekblad „Les Lettres frangai-
ses" zeide vervolgens: „Het is een eer
voor „Les Lettres frangaises" om als
getuige een held van Stalingrad te
hebben."
Kravchenko: „Ik moet hem als een
marionet behandelen. Hy is een poli
tieke generaal, een vertegenwoordiger
van de Sovjet-Russische communisti
sche party en niet een vertegenwoor
diger van het leger. Hy is geen be
roepssoldaat. Dat nij hier in uniform
verschijnt, is een maskerade om In
druk te maken op het publiek.'' Met
nog meer stemverheffing en zwaaiend
met zyn armen riep Kravchenko uit:
„Te Stalingrad stierven duizenden van
mijn landgenoten. Zij stierven voor
Rusland en niet voor Stalin. Maar hij
(Roedenko) maakte daar gebruik van
om zyn gouden epauletten en medail
les te krijgen."
Mr Nordmann van de verdediging
stond op en protesteerde hevig, uitroe
pend: „Hij verwierf zijn rang te Sta
lingrad hoed af voor het rode leger."
Enige minuten lang werd er door
elkaar geroepen, zodat men niet meer
kon horen wat er gezegd werd.
Kravchenko sprak vervolgens over 't
verdrag tussen Stalin en Hitier Toen
hij was uitgesproken, vroeg Roedenko
of het hof hem nog nodig had. De pre
sident: „U kunt blijven en u kunt ook
gaan."
Mr Izard: „Hij heeft duizend K.M.
gereisd en kan toch zeker wel nog een
kwartiei blijven."
Generaal Roedenko en zijn attaché
verlieten de zaal door een deur achter
de bank der rechters.
Andere Sovjet-getuigen, o.w. de vroe
gere mevrouw Kravchenko. gingen door
een zij-uitgang de zaa 1 uit. Hierop
stond het hof op voor een pauze.
De communistiséhe afgevaardigde
Fernand Grenier verklaarde tegenover
Redter, dat een man de vroegere me
vrouw Kravchenko met een mes be
dreigd had. Deze man was verscheidene
keren met exemplaren van het boek
van Kravchenko op Sovjet-getuigen af
gekomen en had hun verzocht hun na
men er in te schrijven. Toen zij wei
gerden bedreigde de man hen met een
mes. De voormalige mevrouw Krav
chenko bevestigde hetgeen Grenier ver
klaard had. Een andere Russische ge
tuige. Romanov, zeide dat alle Sovjet-
getuigen verscheidene keren door twee
mannen waren bedreigd. Hy beschreef
het mes als „Fins" een breed jacht
mes.
Reuter verneemt, dat de bedoelde
man ook Kravchenko heet. Hij zeide
(Adv.)
FEUILLETON
door DAVID GARTH
Op de lange stalen pier heerste de
gewone opgewekte drukte, die onver
brekelijk verbonden schijnt te zijn aan
het binnenkomen van een transatlan-
«che stomer groepjes, die luidruch
tig hun blijdschap over een wederzien
Kenbaar maakten, kruiers, die hun ba
gagetrucks tussen de mensenmenigte
door laveerden, stewards in witte jas-
les. die met handbagage de loopbrug
gen afstroomden en onbewogen doua
niers, die met de ontvangen declaratie
formulieren in de hand het openen van
Koffers en handtassen afwachtten.
Onder de letter „C""was een oase
Tan rust, waar een lang, slank meisje,
jnet een fijn getekend ovaal gezichtje,
dat op een overeind gezette koffer ge
iten was. rustig toekeek, hoe een
oouane-inspecteur haar bagage aan een
buitengewoon grondig onderzoek onder
wierp.
Te midden van al de drukte en het
lawaai om haar heen scheen zij kalm
en volkomen op haar gemak. Een
uiterst correct gekleed, reeds grijzend
heer, slenterde voorbij, terwijl hij zijn
wandelstok tiissen zijn vingers liet
gaaien en bekeek haar met onopval
lende belangstelling. Zij was keurig en
naar de laatste mode gekleed in een
Ja-s van luipaarden vel met een grote
groen zijden sjaal om haar hals ge-
Knoopt en een klein groen hoedje, ver
sierd met een grote zilveren gesp zover
over haar donker bruine haar getrok-
*jen, dat het één oog bijna geheel be
dekte. Ja. zy was een buitengewoon
aantrekkelijk meisje, maar dat was het
"let, wat de onberispelijk geklede Ro
ger Norroy speciaal aantrok, zy had
het beroemde Puan-medaillon in haar
oent en dat was iets, wat hij zelf juist
heel graag had willen hebben. En hij
woest zich al heel erg vergissen, als
niet bezig was te trachten het door
oe douane te smokkelen.
Smokkelen was iets. waarvan Roger
«orroy een van 's werelds grootste
opponenten was en dit meisje was hum
tot. dusver onbekend geweest. Hii wist,
zij het beroemde Yuan Jade-stuk
wek aangegeven had want hij had
speciaal de moeite genomen, om een
dem bekende steward aan boord een
grote ooi te geven, om haar declara
tieformulier uit het kantoor van de
Purser te halen, onder voorwendsel, dat
%er nog iets aan wilde toevoegen.
'■Un donkere ogen sloegen haar nauw
keurig gade en zijn blikken gingen
voortdurend tussen haar en de douane
inspecteur heen en weer. Of zy een
beroepssmokkelaarster of een amatrice
was, deed er niet toe zij was blijk
baar zichzelf volkomen meester. Zij
het eenvoudig haar ovale kinnetje op
een wit gehandschoende hand rusten
en wachtte geduldig tot het onderzoek
afgelopen zou zijn. Fontaine Carsden
uit New-York.
„Een dergelijk meisje zou ik kunnen
gebruiken", mompelde Roger Norroy
nadenkend.
De inspecteur had zich opgericht en
haar aangesproken. Zy knikte, stond
op en samen gingen zij de pier af naar
het bureau van de Hoofdinspecteur.
Men had de douane betreffende Fon
taine Carsden blijkbaar een tip gege
ven. Zy zouden haar nu waarschijnlijk
wel te pakken krijgen, tenzij
De hoofdinspecteur verwachtte haar
blykbaar.
„Niets in haar bagage. Grady?",
vroeg hij kortaf aan de inspecteur. ..All
right; dat dacht lk trouwens wel. Kyk
eens hier. Miss Carsden. als u ons nu
eens vertelde, waarom u dat jade-me
daillon van de DeLacey Galeries uit de
Rue de la Paix niet aangegeven heeft?"
„Dat wat?", vroeg Miss Carsden
hoffelijk.
De hoofdinspecteur nam een papier
van zijn lessenaar op en wierp er een
enkele blik op.
„Jade-medaillon, vervaardigd door de
beroemde Chinese kunstenaar Yuan,
waarvan definitief vastgesteld is, dat
het' aan wylen de Keizerin Weduwe
heeft toebehoord. Zeer waardevol voor
werp". Hy keek haar even aan. „wy
weten, dat u het gekocht heeft, wy
hebben nu eenmaal wegen, om derge
lijke dingen te weten te komen."
Het mesje zat op haar gemak in
haar stoel, haar lange slanke benen over
elkaar geslagen, terwyl haar flink rood
aangezette jonge mond zich vertrok in
een ietwat sarcastische glimlach.
„Heb ik dat gekocht? Bent u daar
zeker van, inspecteur?"
„Kijk eens hier, Miss Carsden", zei
hy kortaf, terwyl hy zioh over zijn les
senaar tot haar voorover boog. „Het
nalaten van het aangeven van aan in
komende rechten onderworpen aanko
pen wordt een gewoonte van u. Dit is
nu de vierde keer, dat u nagelaten heeft,
om iets aan te geven, waarvan wij we
ten, dat u het gekocht had. De laatste
keer was het die zeldzame zwarte
opaal van Edouardo en Co. nu is
het dat Yuan jade-medaillon. U bent
er tot dusver nog tussen uit gekomen,
maar het moet nu uit zijn. Ik zal u
moeten verzoeken, om u te onderwer
pen aan een onderzoek aan den lijve".
„Dat lijkt mij in strijd met onze
grondwet", wierp het meisje tegen. „Ik
voel niets voor dat idee. Het gaat ten
slotte om het principe van de zaak".
„Weigert u, Miss Carsden?"
zy dacht even na.
„Neen", zei zy aarzelend. „Ik geloof
het niet, als u het nodig acht. Maar het
is een vervelende geschiedenis".
„U hebt ons ook al heel wat verveeld,
Miss Carsden" gaf hy grimmig ten ant
woord en sloeg op een bel, waarna een
verpleegster in het kantoor verscheen.
„De verpleegster zal verder met u
afhandelen, Miss Carsden", zei hy.
Fontaine stond op en volgde de ver
pleegster naar de kleedkamer.
„Ik wens, dat er nota van genomen
wordt, dat. ik tegen deze onaangename
en nutteloze plagery protest aanteken",
riep zy hem nog achteloos over haar
schouder toe.
Gedurende een paar minuten bleven
de twee Inspecteurs zwygend wachten.
Toen keek Grady zyn superieur vra
gend aan.
„Denkt u werkelyk, dat zy het heeft?"
„Denken!" De hoofdinspecteur snoof
verachtelijk. „Luister eens, Grady, zy is
geen gemakkeiyk type, zoals de meeste
van die chique amateur-smokkelaars,
zy heeft hersens, die meid. Heel wat
hersens ook en wie met haar poker
41). „Er zit verandering in het weer",
stelde stuurman Stomp vast, terwyl hij
met de harpoenier in de hut van de
kapitein, die hij zich maar vast had
toegeëigend, zat te praten. „Het ziet er
wel naar uit, dat we spoedig vlot zullen
komen. Nog een paar weken, dan zyn
we thuis en dan hebben we een behoor-
!yke duit verdiend"
„Ja", grynsde de harpoenier, „daar
kunnen we gerust een poosje stil van
gaan leven. Dat heb je toch maar
prachtig voor elkaar gebokst".
Ondertussen was de bemanning van
de „Jonas" begonnen, alles in gereed
heid te brengen voor het aan boord
hysen van de walvissen.
„Dat zal nog niets meevallen", mop
perde er eentje, „die stuurman kon best
zelf ook eens een liandje uit zijn mouw
steken. Maar als je het my vraagt, ge
loof ik, dat hy vies van werken is".
Terwyl ze bezig waren om de touwen
te bevestigen, klonk- er ineens een eigen
aardig gerommel en plotseling begon
de grootste walvis te spreken.
„Uw kapitein!" baste het dier. „Waar
is Uw kapitein? Ik wil Uw kapitein
spreken!"
wil spelen, dient verdraaid goed uit zijn
doppen te kyken".
„Maar", zei Grady op onzekere
toon, „is zy niet de kleindochter van
hoe heet hy ook weer? Na-thaniël
Carsden, de mynmagnaat? Waarom wil
zy eigéniyk smokkelen?"
De hoofdinspecteur haalde zyn vin
gers door zyn grijze haren.
„Hoe weet ik dat? Misschien heeft
zy een erfeiyke belasting in die rich
tingWel, zuster?"
„Niets aan de hand", gaf de ver
pleegster ten antwoord. „Als zy het
ding heeft, heeft zy het doorgeslikt,
Daar kunt u van op aan".
„Wat zeg je me daarvan?" mompel
de de hoofdinspecteur.
„Misschien heeft zy het ding ten
slotte toch niet meegebracht", opperde
Gray.
„Ja, misschien. En misschien heeft zy
ëen paar nieuwe trucs uitgedacht.
Miss Carsden verscheen weer, een
van haar witte handschoenen aantrek
kend.
„Mag ik nu gaan?", vroeg zy be
leefd.
„Ja", zei de hoofdinspecteur. „Maar
denk er om, Miss Carsden, dat het een
gevaariyk spelletje is. om te trachten
de douane der Ver. Staten om de tuin
te leiden".
Zij bleef in de deur staan en keek hem
met een effen gezicht aan.
„Een dergeiyke vervolging", zei zy
op zacht verwijtende toon, „zou my er
van terughouden om verdere uitstapjes
naar Europa te gaan maken. Werke
lyk, inspecteur!"
Toen glimlachte zij en ging naar bui
ten de pier op, waar haar lange slanke
gestalte i\ de menigte verdween. De
hoofdinspecteur sloeg met zijn vuist op
de lessenaar.
„Dat mens Is een genie!" riep hij ln
wanhoop uit.
De oude Nathaniel Carsden had tot
zijn achtenzeventigste jaar geregeld
commissarisvergaderingen geleid en
•.oep had hij het idee gekregen, dat hy
oud werd en had zich teruggetrokken
als het actieve hoofd van zijn spoor
weg-, mijnen- en hout-keizerryk. Dat
was nu twee jaar geleden en hy had
er nog steeds bitter berouw van.
Want niet alleen had hy niet veel te
doen, maar het gaf hem ook de gele
genheid, om zyn herinneringen op te
halen de herinneringen aan het grote
wetteloze Zuidwesten van zijn Jeugd,
aan de mannen, die in die tijden met
hem over de vlakten waren getrokken,
de nederzettingen, die nu steden gewor
den waren, de animo en de srryd van
die vroiyke jeugddagen van boeven,
vrederechters, goudkoorts en de voort -
schryding van het smews verkeer
(Wordt vervolgd) I
te Charkoi geboren en geen familie van
Victor Kravchenko te zijn.
De volgende getuige is Jean Her
mann. Hy geeft een breedvoerige be-
schryving van de journalistiek, zoals
deze in de Verenigde Staten wordt be<-
dreven en stipt aan, dat het ginds de
gewoonte is het werk te verdelen en de
artikelen van de reporters by te wer
ken. Volgens deze methode is, denkt
hy eveneens het werk van Kravchenko
ontstaan. Getuige meent, dat de
mensjewiki,# die naar de Verenigde
Staten zyn uitgeweken en van wie er
tydens de oorlog velen Duitsgezind wa
ren, Kravchenko in ruime mate heb
ben geholpen by het schryven van zyn
boek.
De volgende getuige is Wladimir Pos
ner een Franse schryver van Russische
afkomst, die talrijke werken van Tol
stoi heeft vertaald. „Dit boek," zo zegt
hy, „lykt veel meer op een Amerikaans
product dan onverschillig welk boek,
dat in Rusland is geschreven. Toen ik
het las, stelde ik vast. dat de taal hon
derd procent Amerikaans is."
Posner haalt voorbeelden aan en
maakt een vergelyking tussen de uit
gave in het Engels en die in het Frans.
Hy wyst er op. dat er formules zyn,
welke men in het Russisch niet vertalen
kan. Op grond hiervan meent getuige
te kunnen verklaren, dat het origineel
in het Engels is geschreven. De voor
zitter stelt hierop voor, dat het hand
schrift door de burgerlyke party zal
worden overgelegd.
Mr Izard verklaart: „Alle documen
ten zullen te gelegener tyd aan de
rechtbank worden voorgelegd."
Posner zet zyn betoog voort en zegt,
dat tal van uitdrukkingen „Ameri
kanismen" zyn. Ook de mentaliteit, die
by de uitwerking van het bedoelde deel
heeft voorgezeten, is volgens hem ty
pisch Amerikaans. Na enkele ..chrono
logische vergissingen" te hebben aan
gewezen zegt Posner zich er over te
verwonderen, dat in een gesprek met
de vader van Kravchenko in „Ik ver
koos de vryheid" "een passus uit Vol
taire wordt aangehaald.
Kravchenko antwoordt; „Dit citaat is
ontleend aan „La pucelle des Orleans"
van Voltaire.
Wurmser schaterlacht en zegt zich
er over te verbazen, dat de Oekrainse
boeren Voltaire zo goed hebben ge
kend.
Mr Izard besluit uit het getuigenis
van Posner,1 dat ln ieder geval de
schryver van het artikel, getekend Sim
Thomas, een onwaarheid heeft ver
kondigd. „Sim Thomas heeft," zo ver
klaart hy .geschreven dat het boek
van mijn cliënt door mensiewlki was
ongesteld. Voor my nu zyn de mensie-
wiki geen Amerikanen, maar wel Sla
ven en er zou voor hen geen enkele
reden bestaan hebben om Amerikaanse
uitdrukkingen te gebruiken,"
Zuid-Korea in Veiligheidsraad
Met de stemmen van de Sovjet-unie
en de Oekraine tegen heeft de Veilig
heidsraad gisteravond besloten het ver
zoek van Zuid-Korea om toelating tot
de V.N. door te geven aan de commissie
voor het lidmaatschap. Voor de stem
ming verzette de Amerikaanse afge
vaardigde Warren Austin zich tegen een
Sovjet-beschuldiging, dat de jongste
verkiezingen in het door de V.S. bezette
Zuid-Korea „uiterst vervalst" waren en
dat de Zuidkoreaanse regering een „ma
rionettenregiem, sterk gemaakt door de
bajonetten van de bezettingsstry dkrach-
ten", was.
Jacob Malik, die deze beschuldiging
uitte, verklaarde voorts, dat het regiem
in Zuid-Korea door de V.S. was inge
steld om „hun monopolisten sterk te
maken en Zuid-Korea te maken tot een
imperialistische militaristische v basis
voor de Ver. St.".
Austin verklaarde, dat hy verbaasd,
was „dit afschuweiyke verhaal over
dwang" op Zuid-Korea te horen.
De raad had tevoren een verzoek van
de Sovjet-unie, om de aanvrage van
Zuid-Korea van de agenda te voeren,
verworpen.
VOOR DONDERDAG 17 FEBRUARI.
Hilversum I (301 M.) KRO 7.00:
nieuws; 7.15: ochtendgymnastiek; 7.30.
Frltz Krelsler, vlooi, 7.45: morgengebed en
liturgische kalender; 8.00: nieuws; 8715:
pluk de dag; 9.00: voor de vrouw; 9.05:
muziek houdt fit; 9.40: schoolradio; NCRV
10 00. Kamerorkest; 10.15: morgendienst
door ds A. D. Meeter; 10.45: Westminster
Central Hall Cholr. KRO 11.00: de Zonne
bloem; 11.40: schoolradio; 12.00: Angelus;
12 03; Reger-Bruckner cyclus; 12.30: mede
delingen; 12.33: Amusements orkest; 12.55:
zonnewijzer; 13.00: nieuws; 13.25: Amuse
ments orkest; 13.45: roeromme; NCRV
14.00: Metropole orkest; 14.40: even onder
ons; 15.00: cantate „Die Tageszelten":
16.00: bijbellezing; 16.40: muziek van
Bach; 17.00: radio jeugdjournaal; 17.30:
overzicht der vocale kwartetllteratuur;
18,00: Leger des Hells-kwartler; 18.15:
land- en tuinbouw; 18.30: Ned. stryd-
krachten; 19.00: nieuws; 19.15: Nederlandse,
organisten; 19.30: actueel geluld; 19.45:
RVD antwoordt; 20.00 nieuws; 20.05:
proloog; 20.15: studlo-steravond; 21.30:
famlllecompetltle; 2200: gram.muzlek;
22.05: de vaart der volken; 22.25: liederen
uit Valerius Gedenck Clanck; 22.45: avond
overdenking; 23.00: nieuws: 23.1524.00:
Philadelphia Symphonic Orkest
Hilversum II (41ff*M.) AVRO 7.00:
nieuws: 7.15: gram.muzlek; 7.50: dag
opening; 8.00: nieuws; 8.15: ochtendvarla;
8.55: korte gesprekken; 900: gram.muzlek:
9 30: waterstanden; 9.35: een lied gaat de
wereld rond; 10.00: morgenwijding door ds
R. v. d. Mast; 10.15: arbeidsvitaminen;
10.50: kleutertje luister; 11.00: gram.
muzlek; 11.45: uit de wereldpers: 12.00:
trio Jan Hofmeester; 12.30: mededelingen;
12.33: ln 't spionnetje; 12.38: piano én
orgel: 13.00: nieuws; 13.15: mededelingen;
13.20: The Avroleans: 14.00: van de hak
op de tak; 14.20: sollstenconcert; 15.00:
voor zieken en gezonden; 16.00: van vier
tot vijf; 17 00: welkom vreemdeling: 17.20:
welk dier deze week?; 17.30: tips voor
modelvliegtuigbouwers; 17.35: The Klli-
ma's; 17.50: wat wil Je weten; 18.00:
nieuws: 18.15: sportpraatje; 18.30: Songs
of sorrow, hope and Glory; 19.00: radlo-
strlp; 19.10: avondschool; 19.45: ballet;
20.00: nieuws: 20.05: radio zoeklicht:
20.15: Radio Phllharmonlsch Orkest; 21.00:
Mijlpalen, hoorspel: 22.30: Monte Rey
zingt; 22.45: pijlers van Neerlands wel
vaart; 23.00: nieuws; 23.1524.00: Arturo
Toscanlnl dirigeert bekende werken.
AGENDA
WOENSDAG:
Gerecht 10: Splrltlsch Genootschap, 7.45
uur nam.
Llsse: Bloemententoonstelling. 10 uur1
voorm.9 uur nam.
DONDERDAG:
Llsse: Bloemententoonstelling. 10 uur
voorm.9 uur nam.
Stadszaal. Residentie-orkest. Pianist
Hans Henkcmans. 8 uur nam.
LI do: Bellamy Cultuur centrum „Geef
ons het recht om te leven", 9 uur nam.