25 sprekers namen in eerste instantie Leidse begroting onder de ioupe Santf im keenJt de i DRIE LEVENS PANDA OP DE WALVISVANGST Weer een bewogen zitting in het proces Kravchenko Radio-programma 87ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Woensdag 16 Februari 1949 Tweede Blad No. 26619 Reden antwoord van B. en W. De tweede dag van de behandeling der begroting wordt geopend door de heer v. Ooyen (KVP). Hij meent, dat het sectie-verslag van kleinigheden aan elkaar hangt, die beter achterwege had- tien kunnen bhj-ven en slechts tijd doen vermorsen. Z.i. is de verdeling bij de woning- houw in het donker geschied. Hy wil <ie wethouder daarover- niet aanvallen, maar er zijn tcoh vreemde dingen, waarvan hij er een paar releveert. Ten- s'otte verdedigt hdj zijn voorstel cm al thans theaters etc. op de drie Christ, hoogtijdagen gesleten te doen blijven; zJ. wel een bijzonder gematigd voorstel, dat ?oon aanstoot geven kan en slechts een k*ein offer vraagt van andersden kenden. En -liet is ook in het belang ven bevordering van de huiselijkheid. En zodoende krijgt 'n belangrijke groep personeel die dagen ook eens een wel verdiende rust. Mevr. v. Staveren (CPN) neemt het op voor haar voorstel een consultatie bureau voor zuigelingen in de binnen stad te vestigen. H.i. is dit dringend nodig, gezien de afstanden en de be volkingstoeneming in het belang der volksgezondheid. De heer v. Iterson (Prot. Ohr.), looft B. en W. voor hun werk in 1948, alle ambtenaren inbegrepen. Spr. vraagt, wat hier gedaan is om de industrie aan te trekken en naar het resultaat? Het is" maar heel weinig; vooral de klein- industrie wordt afgestoten bij elders vergeleken. Maar groot-industrie komt e: evenmin! Spr. waarschuwt voor te grote eisen inzake aesthetica en rustig wonen; dan dreigt Leiden een dode stad te worden. Spr. herinnert aan het ge- val-Jesse. De oliegasplaag der Lichtfa brieken oordeelt spr. ernstig en hij vraagt een deskundig advies in te win nen. Verbetering van de verkeerswegen is noodzakelijk trots materiaal-gebrek. Spr. komt dan tot zijn voorstel inzake doortrekking van de Wassenaarse Weg om zo de komende hinder bij de over weg althans enigszins te kunnen op vangen. Een terrein aan de Oosterkerk straat leent zioh voor grote vergaderiji- gen ingericht te worden. Grondboring b z.i. beslist noodzakelijk om onnodige kosten te voorkomen, zie de f. 30.000, die verloren is gegaan bij de fundering- versterking van de 82 woningen aan de Zceterwoudse Singel. Nu de begroting sluit, staat er finan cieel niets meer in de weg om wonin gen te bouwen en dat blijft immers het eerst nodige. De woningnood kan im mers niet binnen 15 jaar worden op geheven, zoals hij reeds voorspelde. Mi nister In 't Veld spreekt van 1980. De montage-bouw heeft tot vele te leurstellingen geleid. Afkeuring was het algemeen oordeel reeds van een congres te Ziirioh. Was nu maar het woning- bcuwvolume bereikt, dan was het extra geweest en te aanvaarden. Nu gaat het ten koste van de gewone bouw. Leiden heeft sinds de bevrijding 83 woningen gebouwd en 103 zijn in aanbouw, doch er zjjn er 80 door oorlogsschade afge gaan. Wederopbouw! En zie dan eens naar andere plaatsen, als Schiedam, Dordrecht, Delft, Vlaardingen, Gouda enz. Deze vergelijking valt dan wel zeer bedroevend uit. Ook de particuliere bouw is elders aangemoedigd. Laat men ock hier daaraan aandacht sohenken: Dat hogere instanties steeds de plannen traineerden, staan wij dan in zo slechte reuk of stelt men elders lagere eisen, gezien de bouw elders? Spr. wil B. en W. niet beschuldigen van weinig activi teit. laten zij daarom eerlijk antwoord geven waarom het hier zo slecht gaat. Spr. heeft steeds geijverd voor lagere eisen en B. en W. zijn tenslotte toch ock die weg opgedrongen. En waarom niet meer aannemers ingeschakeld? Dat geeft tal van voordelen. Het zou alleen wat meer toezicht vragen, doch dat is het wel waard. Er moeten eindelijk eens daden komen, d.w.z. huizen. Tenslotte verklaart spr. waarom hij heeft gestemd voor het eerste plan ten Noorden van de Timorstraat. De heer Knetsch (Prot. Ohr.) dankt dé wethouder van Sociale Zaken voor zijn regeling der ambtenaren, die over het geheel goed voldoet. Spr. ziet echter nog een paar wensen. Ook spr. hoopt op spoedige instelling van de dienst commissies, ock voor het secretarie- personeel. De nieuwe regeling voor het brandweerpersoneel dient spoedig te komen. De heei- Hordijk (Prot. Ghr.) kapit telt de heer v. Oyen zelf te doen wat h\j verweet; te kernen met kleinighe den. Men vergeet inzake de huisvesting overigens te veel, dat het publiek zelf zo weinig meewerkt. Spr. heeft alle lof voor het bureau. Men moet echter geen onmogelijke eisen stellen en elkaar het leven niet zo zuur maken. De nood is immers hoog. Daarcm dient, de woning bouw ook bevorderd. De heer Schüller (P. v. d. A.) steunt het verwijt van de heer Hordijk tegen de heer Van Oyen. Dan de woningbouw. Elk gemeente bestuur zit aan een bepaald bouw volume vast. Plannen maken baat daar om niet veel, gelet op de snelle tech nische Vooruitgang. Het plan v. Iterson inzake de Wasse naarse Weg geeft z.i. weinig, daar men dan komt op de Morsweg, die nog be nauwder is dan de Rijnsburgerweg. Daar zal z.i. dan ook een betere nood voorziening kunnen worden getroffen. Is deze uitgaaf daarom finantieel ver antwoord? Te meer, daar aan de Was senaar se Weg de eerste 10 jaar niet zal worden gebouwd. Laat men de technische dienst op Endegeest (al of niet een gehele dagtaak hebbend) overbrengen bij Gemeente werken. Een dienstcommissie voor het secretarie-personeel oordeelt spr. wel nodig, zulks in overleg met het G.O. Dan ontwikkelt hij ernstige klachten over verloop van zaken in een der ge meentediensten tussen het personeel en de directie, die bovendien één politieke kleur beoordeelt. Tot schade van per soneel en gemeente. Uitvoerig licht spr. dit nader toe. De heer Piena (P. v. d. A.) waar schuwt,, dat de soberheid niet overdre ven mag worden, al blijft deze zaak. Spr. dringt aan op bevordering van de vestiging van industrie en op het bren gen van de dienstcommissies-kwestie in het G.O. binnen kort bestek en op goed toezicht op het rijtijdenbesluit. De heer Hendriks (Prot. Chr.) zag gaarne meer initiatief bij uitbreiding van het debiet der Lichtfabrieken en komt terug op het salaris van de di recteur der Volkscredietbank Wat de woningbouw betreft, thans zijn we op de goede weg, al is de achter st-and niet meer in te halen en hij dringt aan alles te doen wat mogelijk is, om de bouw blijvend te bevorderen. Voor een sociograaf voelt spr. wel, al is hij in 't algemeen tegen uitbreiding van het ambtenaren-corps. Deze kan nuttig zijn, vooral als men de Amster damse richting neemt. Voor de Leidse bruggen zou spr. gaarne beeldhouwwerk willen, mede in 't belang der kunste naars. De idee van een avondlyceum heeft zijn sympathie, al zal zo'n inrichting geld kosten. Dat de antithese de scheidingslijn zou zijn tussen de Christenen en de P. v. d. A. ontkent hij. Het is slechts een der tegenstellingen. Spr. releveert in dit verband het politieke verloop na 1945 om te doen uitkomen, hoe de P. v. d. A. een partij is geworden, .geep overkoepe ling meer is. Toch. is z.i. samenwerking mogelijk in' federalistische zin tot heil der gemeenschap. De heer Stolk (Prot. Chr.) legt de na druk dat de begroting mensenwerk is, maar hij ziet niettemin reden tot ver heugends, vooral waar deze sluitend is. Wat de toekomst zal brengen, is onbe kend. doch onvervaard moet men voort gaan. Men zal de tering naar de nering moeten zien, een politiek van realiteits zin. Ook al zullen vele wensen dan wensen blijven voorlopig. Is de begroting inderdaad sluitend? Z.i. zal het electriciteltsbedrijf ook schade ondervinden. Hebben B. en W. in dit opzicht al plannen? Hetzelfde geldt voor het gas, trots de jongste prijsverhoging. Heeft het college ook invloed gehad op het bedrag der noodvoorziening en wat is het succes van de Accountants dienst? Hoe staat het met de schuld der stad ln verhouding tot elders. De heer Key (P. v. d. A.) steunt zijn fractie-voorzitter inzake strengere lei ding der raadszittingen ook met het oog op in te dienen moties. Het betoog van de heer Goslings inzake ae G G. en GD. wordt door hem volledig onder schreven Speciaal vraagt hij echter nog contact tussen deze dienst en de zieken huizen in geval van spoedgevallen. Het verkeer laat veel te wensen over, nader geeft hij voorbeelden daarvan, vooral in de Breestraat en ln de Boer- haavelaan, terwijl de Plantsoendienst bij kruispunten gevaarlijk struikgewas heeft geplant. De heer De Hosson (KVP) brengt het college alle hulde. Toch heeft hij enige .wénsen, b.v. een billijke regeling der marktgelden in verhouding tot de ne ringdoenden. Demping van het water tussen Karnemelksbrug en Korenbeurs lijkt hem van groot belang. De heer Riemens (P. v. d. A.) vraagt meer tijd voor de rapporteurs van het sectie-verslag. Zijn vraag of het overleg met de middenstands-centrale gunstig heeft gewerkt, is niet beantwoord. In zake de gedupeerde tuinders in de Bosch- huizerpolder kwam z.i. eveneens een te vaag antwoord. Met de cultuur-gronden moet men zuinig zijn. Waarom Leiden geen tuinbouwschool? Ten slotte bestrijdt spr. de opmerkin gen van de heer Hendrliks inzake de tegenstellingen tussen P. v. d. A. en de Chris telijken. De heer Frohwein, de 25e en laatste spreker, (WD)1 dankt speciaal de wet houder van financiën voor de goede sa menwerking, al was er soms yfèl eens meningsverschil. Tussen directies en accountantsdienst moet eveneens een goede verstandhou ding bestaan, anders krijgt men geen goede resultaten. Dit aan het adres van de heer Wilmer, die hij ook op enige andere punten bestrijdt. Een rapport hoe de gaspryskosten kunnen worden gedrukt door reserves van economische aard hoopt hij binnen een half jaar te zien voorgelegd. Spr. bepleit dan enige toelagen voor de directeur der Volkscredietbank, hetgeen hem dubbel en dwars toekomt. De toestand bij de middenstand gaat thans per dag en uur achteruit, faillis sementsaanvragen zijn aan de orde van de dag. De middenstand dient daarom zoveel mogelijk de hand boven het hoofd te worden gehouden. Hij heeft het veel zwaarder dan menig arbeider. Spr. komt vervolgens tot zijn geopperd idee, de Stadszaal niet meer te verhu ren aan de communisten, hetgeen B. en W. niet willen aanvaarden, zolang de partij niet verboden is. Z.i. mag de overheid niet geven een eigen zaal voor een actie, tegen de staat gericht, hetgeen heel iets anders is als een verbod van een particuliere zaal ge bruik te maken, hetgeen ook spr. zou afkeuren. Ten slotte bepleit hij zijn standpunt tegenover de ingediende voorstellen. Het voorstel Van Oven zal hij niet steunen, daar ieder even veel recht heeft zijn tijd te besteden als hij zelf wil. Om 7 minuten voor halfzes is de be handeling der begroting hiermede in eerste Instantie geëindigd. B. en W. zou den daarop aan het woord zijn geko men, doch op verzoek van wethouder Menken wordt de zitting dan geschorst tot hedenmiddag. Een Russisch generaal getuigt Uitroepen als „leugens" en „veria- der' klonken gisteren door de reent-s- zaal te Parys, geuit door een Sovjet- Russische legergeneraal en Kravchen ko. De officier-generaal Leonid Roe- denko, niet te verwan-en met generaal Roman Andrevich Roedenko, de Sov jet-Russische openbare aanklager in 't proces te Neurenberg, getuigde tegen Kravchenko. Roedenko was inderty^ hoofd van de Sovjet-aankoopmissie te Washington, waartoe ook Kravchenko behoorde, voordat hij zijn Sovjet-bur gerschap opgaf. Roedenko zeide; „Ik beschouw Kravchenko als een verrader van zijn land, een oorlogsmisdadiger en een misdadiger volgens de gewone wet. Daarom zou hij moeten terechtstaan voor een militaire tribunaal in de Sovjet-unie. 3 'April 1944," aldus de generaal, „vernam ik uit de kranten, dat de ingenieur van de derde rang Kravchenko zijn militaire eed had ge broken en was gedeserteerd-" Gene raal Roedenko beschuldigde Kravchen ko er van te behoren tot een groep, die een nieuwe wereldoorlog wilde ont ketenen en voegde er aan toe dat „het Sovjet-volk naar vrede dorst. Wij zijn in beslag genomen door de vreedzame wederopbouw. De Sovjet-bladen noch het volk spreken over oorlog." Kravchenko: „Met dat alles hebben jullie toch maar heel Oost-Europa op geslokt." (Hilariteit in de zaal). Generaal Roedenko: „Wij zijn bezig met plannen om rivieren, die naar het Noorden stromen naar het Zuiden te laten stromen en oasen ln de woestij nen te scheppen." Kravchenko: „Jullie zouden je beter bezig kunnen houden met de vrijheid van de mens in plaats van met oasen in woestijnen." (Opnieuw hilariteit en applaus op de publieke tribune). Generaal Roedenko verzocht hierop om maatregelen togen interrupties. De voorzitter van de rechtbank, Durk- heim zeide de zaal te zullen doen ont ruimen indien „er geen einde kwam aan het onbehoorlijke gedrag tegenover een generaal van 'n vreemde mogendheid Generaal Roedenko: „Als militair weet ik beter dan wie ook, dat de Sov- jetbegroting vóór alles is gewijd aan de vreedzame ontwikkeling van het land." Generaal Roedenko verzocht de rech ter verder zonder interrupties zijn ver klaringen te mogen afleggen. „Krav- crenko heeft mij een lakei van de dic tatuur genoemd aldus Roedenko. Toen deze zin in het Frans was vertaald zei de rechter Durkheim: „Dat heb ik niet gehoord. Ik versta geen Russisch." Generaal Roedenko: „Bedreigingen maken mij niet bang." Rechter Durkheim: „Dat hebben wij ook geen ogenblik verondersteld." Ondervraagd over Kravchenko's ver klaring in zijn boek, dat Kravchenko een hoge functionaris was van de raad van volkscommissarissen van de U. S. S. R., gaf de generaal ten antwoord, dat hij leidende functionarissen van de raad persoonlijk kende maar nog nim mer gehoord had, dat Kravchenko zich onder hen bevond. De advocaat van Kravchenko, mr Izard, verklaarde, dat volgens het in ternationale recht een man, die in een geallieerd land deserteert, uitgeleverd kan worden. Hy vroeg waarom Roedeh- ko de regering der V. S. onder het be wind van Roosevelt beschuldigde van het steunen van desertie. Generaal Roedenko antwoordde: „Ik beschuldig niemand. Wat betreft de vraaag waarom Kravchenko niet werd uitgeleverd, verklaar ik, dat er reac- tionnaire machten waren, die voldoen de invloed hadden om dit te kunnen beletten." Hij geloofde niet, dat president Roo sevelt zich bezig gehouden zou hebben met „dergelijke onbelangrijke zaken als Kravchenko." Roedenko deelde Izard mede, dat hij een beroepssoldaat was en niet een sol daat, die de rang had behaald door po litieke of andere redenen tijdens de oorlog. Izard vroeg: „Wat zou er met Krav chenko gebeuren, als hij in de Sovjet unie zou zijn en over Stalin zou spre ken als hij in zijn boek doet?" Roe denko antwoordde: „Geen Sovjet-bur ger zou op een dergelijke manier over Stalin kunnen spreken." Kravchenko stond op om een verklaring af te leg gen, doch de president waarschuwde hem: „Ik zal geen beledigingen- tegen over deze getuige toesta^i." Kravchen ko antwoordde: ,Zk ken geen woord, dat beledigender is dan verrader De president: „Dat is een van de dingen, waar het in dit proces om gaat en daarom is het woord verrader toege staan." Zich tot Roedenko wendend zeide de president, dat hy hem als een getuige voor de verdediging zou behandelen. Claude Morgan, directeur van het Franse weekblad „Les Lettres frangai- ses" zeide vervolgens: „Het is een eer voor „Les Lettres frangaises" om als getuige een held van Stalingrad te hebben." Kravchenko: „Ik moet hem als een marionet behandelen. Hy is een poli tieke generaal, een vertegenwoordiger van de Sovjet-Russische communisti sche party en niet een vertegenwoor diger van het leger. Hy is geen be roepssoldaat. Dat nij hier in uniform verschijnt, is een maskerade om In druk te maken op het publiek.'' Met nog meer stemverheffing en zwaaiend met zyn armen riep Kravchenko uit: „Te Stalingrad stierven duizenden van mijn landgenoten. Zij stierven voor Rusland en niet voor Stalin. Maar hij (Roedenko) maakte daar gebruik van om zyn gouden epauletten en medail les te krijgen." Mr Nordmann van de verdediging stond op en protesteerde hevig, uitroe pend: „Hij verwierf zijn rang te Sta lingrad hoed af voor het rode leger." Enige minuten lang werd er door elkaar geroepen, zodat men niet meer kon horen wat er gezegd werd. Kravchenko sprak vervolgens over 't verdrag tussen Stalin en Hitier Toen hij was uitgesproken, vroeg Roedenko of het hof hem nog nodig had. De pre sident: „U kunt blijven en u kunt ook gaan." Mr Izard: „Hij heeft duizend K.M. gereisd en kan toch zeker wel nog een kwartiei blijven." Generaal Roedenko en zijn attaché verlieten de zaal door een deur achter de bank der rechters. Andere Sovjet-getuigen, o.w. de vroe gere mevrouw Kravchenko. gingen door een zij-uitgang de zaa 1 uit. Hierop stond het hof op voor een pauze. De communistiséhe afgevaardigde Fernand Grenier verklaarde tegenover Redter, dat een man de vroegere me vrouw Kravchenko met een mes be dreigd had. Deze man was verscheidene keren met exemplaren van het boek van Kravchenko op Sovjet-getuigen af gekomen en had hun verzocht hun na men er in te schrijven. Toen zij wei gerden bedreigde de man hen met een mes. De voormalige mevrouw Krav chenko bevestigde hetgeen Grenier ver klaard had. Een andere Russische ge tuige. Romanov, zeide dat alle Sovjet- getuigen verscheidene keren door twee mannen waren bedreigd. Hy beschreef het mes als „Fins" een breed jacht mes. Reuter verneemt, dat de bedoelde man ook Kravchenko heet. Hij zeide (Adv.) FEUILLETON door DAVID GARTH Op de lange stalen pier heerste de gewone opgewekte drukte, die onver brekelijk verbonden schijnt te zijn aan het binnenkomen van een transatlan- «che stomer groepjes, die luidruch tig hun blijdschap over een wederzien Kenbaar maakten, kruiers, die hun ba gagetrucks tussen de mensenmenigte door laveerden, stewards in witte jas- les. die met handbagage de loopbrug gen afstroomden en onbewogen doua niers, die met de ontvangen declaratie formulieren in de hand het openen van Koffers en handtassen afwachtten. Onder de letter „C""was een oase Tan rust, waar een lang, slank meisje, jnet een fijn getekend ovaal gezichtje, dat op een overeind gezette koffer ge iten was. rustig toekeek, hoe een oouane-inspecteur haar bagage aan een buitengewoon grondig onderzoek onder wierp. Te midden van al de drukte en het lawaai om haar heen scheen zij kalm en volkomen op haar gemak. Een uiterst correct gekleed, reeds grijzend heer, slenterde voorbij, terwijl hij zijn wandelstok tiissen zijn vingers liet gaaien en bekeek haar met onopval lende belangstelling. Zij was keurig en naar de laatste mode gekleed in een Ja-s van luipaarden vel met een grote groen zijden sjaal om haar hals ge- Knoopt en een klein groen hoedje, ver sierd met een grote zilveren gesp zover over haar donker bruine haar getrok- *jen, dat het één oog bijna geheel be dekte. Ja. zy was een buitengewoon aantrekkelijk meisje, maar dat was het "let, wat de onberispelijk geklede Ro ger Norroy speciaal aantrok, zy had het beroemde Puan-medaillon in haar oent en dat was iets, wat hij zelf juist heel graag had willen hebben. En hij woest zich al heel erg vergissen, als niet bezig was te trachten het door oe douane te smokkelen. Smokkelen was iets. waarvan Roger «orroy een van 's werelds grootste opponenten was en dit meisje was hum tot. dusver onbekend geweest. Hii wist, zij het beroemde Yuan Jade-stuk wek aangegeven had want hij had speciaal de moeite genomen, om een dem bekende steward aan boord een grote ooi te geven, om haar declara tieformulier uit het kantoor van de Purser te halen, onder voorwendsel, dat %er nog iets aan wilde toevoegen. '■Un donkere ogen sloegen haar nauw keurig gade en zijn blikken gingen voortdurend tussen haar en de douane inspecteur heen en weer. Of zy een beroepssmokkelaarster of een amatrice was, deed er niet toe zij was blijk baar zichzelf volkomen meester. Zij het eenvoudig haar ovale kinnetje op een wit gehandschoende hand rusten en wachtte geduldig tot het onderzoek afgelopen zou zijn. Fontaine Carsden uit New-York. „Een dergelijk meisje zou ik kunnen gebruiken", mompelde Roger Norroy nadenkend. De inspecteur had zich opgericht en haar aangesproken. Zy knikte, stond op en samen gingen zij de pier af naar het bureau van de Hoofdinspecteur. Men had de douane betreffende Fon taine Carsden blijkbaar een tip gege ven. Zy zouden haar nu waarschijnlijk wel te pakken krijgen, tenzij De hoofdinspecteur verwachtte haar blykbaar. „Niets in haar bagage. Grady?", vroeg hij kortaf aan de inspecteur. ..All right; dat dacht lk trouwens wel. Kyk eens hier. Miss Carsden. als u ons nu eens vertelde, waarom u dat jade-me daillon van de DeLacey Galeries uit de Rue de la Paix niet aangegeven heeft?" „Dat wat?", vroeg Miss Carsden hoffelijk. De hoofdinspecteur nam een papier van zijn lessenaar op en wierp er een enkele blik op. „Jade-medaillon, vervaardigd door de beroemde Chinese kunstenaar Yuan, waarvan definitief vastgesteld is, dat het' aan wylen de Keizerin Weduwe heeft toebehoord. Zeer waardevol voor werp". Hy keek haar even aan. „wy weten, dat u het gekocht heeft, wy hebben nu eenmaal wegen, om derge lijke dingen te weten te komen." Het mesje zat op haar gemak in haar stoel, haar lange slanke benen over elkaar geslagen, terwyl haar flink rood aangezette jonge mond zich vertrok in een ietwat sarcastische glimlach. „Heb ik dat gekocht? Bent u daar zeker van, inspecteur?" „Kijk eens hier, Miss Carsden", zei hy kortaf, terwyl hy zioh over zijn les senaar tot haar voorover boog. „Het nalaten van het aangeven van aan in komende rechten onderworpen aanko pen wordt een gewoonte van u. Dit is nu de vierde keer, dat u nagelaten heeft, om iets aan te geven, waarvan wij we ten, dat u het gekocht had. De laatste keer was het die zeldzame zwarte opaal van Edouardo en Co. nu is het dat Yuan jade-medaillon. U bent er tot dusver nog tussen uit gekomen, maar het moet nu uit zijn. Ik zal u moeten verzoeken, om u te onderwer pen aan een onderzoek aan den lijve". „Dat lijkt mij in strijd met onze grondwet", wierp het meisje tegen. „Ik voel niets voor dat idee. Het gaat ten slotte om het principe van de zaak". „Weigert u, Miss Carsden?" zy dacht even na. „Neen", zei zy aarzelend. „Ik geloof het niet, als u het nodig acht. Maar het is een vervelende geschiedenis". „U hebt ons ook al heel wat verveeld, Miss Carsden" gaf hy grimmig ten ant woord en sloeg op een bel, waarna een verpleegster in het kantoor verscheen. „De verpleegster zal verder met u afhandelen, Miss Carsden", zei hy. Fontaine stond op en volgde de ver pleegster naar de kleedkamer. „Ik wens, dat er nota van genomen wordt, dat. ik tegen deze onaangename en nutteloze plagery protest aanteken", riep zy hem nog achteloos over haar schouder toe. Gedurende een paar minuten bleven de twee Inspecteurs zwygend wachten. Toen keek Grady zyn superieur vra gend aan. „Denkt u werkelyk, dat zy het heeft?" „Denken!" De hoofdinspecteur snoof verachtelijk. „Luister eens, Grady, zy is geen gemakkeiyk type, zoals de meeste van die chique amateur-smokkelaars, zy heeft hersens, die meid. Heel wat hersens ook en wie met haar poker 41). „Er zit verandering in het weer", stelde stuurman Stomp vast, terwyl hij met de harpoenier in de hut van de kapitein, die hij zich maar vast had toegeëigend, zat te praten. „Het ziet er wel naar uit, dat we spoedig vlot zullen komen. Nog een paar weken, dan zyn we thuis en dan hebben we een behoor- !yke duit verdiend" „Ja", grynsde de harpoenier, „daar kunnen we gerust een poosje stil van gaan leven. Dat heb je toch maar prachtig voor elkaar gebokst". Ondertussen was de bemanning van de „Jonas" begonnen, alles in gereed heid te brengen voor het aan boord hysen van de walvissen. „Dat zal nog niets meevallen", mop perde er eentje, „die stuurman kon best zelf ook eens een liandje uit zijn mouw steken. Maar als je het my vraagt, ge loof ik, dat hy vies van werken is". Terwyl ze bezig waren om de touwen te bevestigen, klonk- er ineens een eigen aardig gerommel en plotseling begon de grootste walvis te spreken. „Uw kapitein!" baste het dier. „Waar is Uw kapitein? Ik wil Uw kapitein spreken!" wil spelen, dient verdraaid goed uit zijn doppen te kyken". „Maar", zei Grady op onzekere toon, „is zy niet de kleindochter van hoe heet hy ook weer? Na-thaniël Carsden, de mynmagnaat? Waarom wil zy eigéniyk smokkelen?" De hoofdinspecteur haalde zyn vin gers door zyn grijze haren. „Hoe weet ik dat? Misschien heeft zy een erfeiyke belasting in die rich tingWel, zuster?" „Niets aan de hand", gaf de ver pleegster ten antwoord. „Als zy het ding heeft, heeft zy het doorgeslikt, Daar kunt u van op aan". „Wat zeg je me daarvan?" mompel de de hoofdinspecteur. „Misschien heeft zy het ding ten slotte toch niet meegebracht", opperde Gray. „Ja, misschien. En misschien heeft zy ëen paar nieuwe trucs uitgedacht. Miss Carsden verscheen weer, een van haar witte handschoenen aantrek kend. „Mag ik nu gaan?", vroeg zy be leefd. „Ja", zei de hoofdinspecteur. „Maar denk er om, Miss Carsden, dat het een gevaariyk spelletje is. om te trachten de douane der Ver. Staten om de tuin te leiden". Zij bleef in de deur staan en keek hem met een effen gezicht aan. „Een dergeiyke vervolging", zei zy op zacht verwijtende toon, „zou my er van terughouden om verdere uitstapjes naar Europa te gaan maken. Werke lyk, inspecteur!" Toen glimlachte zij en ging naar bui ten de pier op, waar haar lange slanke gestalte i\ de menigte verdween. De hoofdinspecteur sloeg met zijn vuist op de lessenaar. „Dat mens Is een genie!" riep hij ln wanhoop uit. De oude Nathaniel Carsden had tot zijn achtenzeventigste jaar geregeld commissarisvergaderingen geleid en •.oep had hij het idee gekregen, dat hy oud werd en had zich teruggetrokken als het actieve hoofd van zijn spoor weg-, mijnen- en hout-keizerryk. Dat was nu twee jaar geleden en hy had er nog steeds bitter berouw van. Want niet alleen had hy niet veel te doen, maar het gaf hem ook de gele genheid, om zyn herinneringen op te halen de herinneringen aan het grote wetteloze Zuidwesten van zijn Jeugd, aan de mannen, die in die tijden met hem over de vlakten waren getrokken, de nederzettingen, die nu steden gewor den waren, de animo en de srryd van die vroiyke jeugddagen van boeven, vrederechters, goudkoorts en de voort - schryding van het smews verkeer (Wordt vervolgd) I te Charkoi geboren en geen familie van Victor Kravchenko te zijn. De volgende getuige is Jean Her mann. Hy geeft een breedvoerige be- schryving van de journalistiek, zoals deze in de Verenigde Staten wordt be<- dreven en stipt aan, dat het ginds de gewoonte is het werk te verdelen en de artikelen van de reporters by te wer ken. Volgens deze methode is, denkt hy eveneens het werk van Kravchenko ontstaan. Getuige meent, dat de mensjewiki,# die naar de Verenigde Staten zyn uitgeweken en van wie er tydens de oorlog velen Duitsgezind wa ren, Kravchenko in ruime mate heb ben geholpen by het schryven van zyn boek. De volgende getuige is Wladimir Pos ner een Franse schryver van Russische afkomst, die talrijke werken van Tol stoi heeft vertaald. „Dit boek," zo zegt hy, „lykt veel meer op een Amerikaans product dan onverschillig welk boek, dat in Rusland is geschreven. Toen ik het las, stelde ik vast. dat de taal hon derd procent Amerikaans is." Posner haalt voorbeelden aan en maakt een vergelyking tussen de uit gave in het Engels en die in het Frans. Hy wyst er op. dat er formules zyn, welke men in het Russisch niet vertalen kan. Op grond hiervan meent getuige te kunnen verklaren, dat het origineel in het Engels is geschreven. De voor zitter stelt hierop voor, dat het hand schrift door de burgerlyke party zal worden overgelegd. Mr Izard verklaart: „Alle documen ten zullen te gelegener tyd aan de rechtbank worden voorgelegd." Posner zet zyn betoog voort en zegt, dat tal van uitdrukkingen „Ameri kanismen" zyn. Ook de mentaliteit, die by de uitwerking van het bedoelde deel heeft voorgezeten, is volgens hem ty pisch Amerikaans. Na enkele ..chrono logische vergissingen" te hebben aan gewezen zegt Posner zich er over te verwonderen, dat in een gesprek met de vader van Kravchenko in „Ik ver koos de vryheid" "een passus uit Vol taire wordt aangehaald. Kravchenko antwoordt; „Dit citaat is ontleend aan „La pucelle des Orleans" van Voltaire. Wurmser schaterlacht en zegt zich er over te verbazen, dat de Oekrainse boeren Voltaire zo goed hebben ge kend. Mr Izard besluit uit het getuigenis van Posner,1 dat ln ieder geval de schryver van het artikel, getekend Sim Thomas, een onwaarheid heeft ver kondigd. „Sim Thomas heeft," zo ver klaart hy .geschreven dat het boek van mijn cliënt door mensiewlki was ongesteld. Voor my nu zyn de mensie- wiki geen Amerikanen, maar wel Sla ven en er zou voor hen geen enkele reden bestaan hebben om Amerikaanse uitdrukkingen te gebruiken," Zuid-Korea in Veiligheidsraad Met de stemmen van de Sovjet-unie en de Oekraine tegen heeft de Veilig heidsraad gisteravond besloten het ver zoek van Zuid-Korea om toelating tot de V.N. door te geven aan de commissie voor het lidmaatschap. Voor de stem ming verzette de Amerikaanse afge vaardigde Warren Austin zich tegen een Sovjet-beschuldiging, dat de jongste verkiezingen in het door de V.S. bezette Zuid-Korea „uiterst vervalst" waren en dat de Zuidkoreaanse regering een „ma rionettenregiem, sterk gemaakt door de bajonetten van de bezettingsstry dkrach- ten", was. Jacob Malik, die deze beschuldiging uitte, verklaarde voorts, dat het regiem in Zuid-Korea door de V.S. was inge steld om „hun monopolisten sterk te maken en Zuid-Korea te maken tot een imperialistische militaristische v basis voor de Ver. St.". Austin verklaarde, dat hy verbaasd, was „dit afschuweiyke verhaal over dwang" op Zuid-Korea te horen. De raad had tevoren een verzoek van de Sovjet-unie, om de aanvrage van Zuid-Korea van de agenda te voeren, verworpen. VOOR DONDERDAG 17 FEBRUARI. Hilversum I (301 M.) KRO 7.00: nieuws; 7.15: ochtendgymnastiek; 7.30. Frltz Krelsler, vlooi, 7.45: morgengebed en liturgische kalender; 8.00: nieuws; 8715: pluk de dag; 9.00: voor de vrouw; 9.05: muziek houdt fit; 9.40: schoolradio; NCRV 10 00. Kamerorkest; 10.15: morgendienst door ds A. D. Meeter; 10.45: Westminster Central Hall Cholr. KRO 11.00: de Zonne bloem; 11.40: schoolradio; 12.00: Angelus; 12 03; Reger-Bruckner cyclus; 12.30: mede delingen; 12.33: Amusements orkest; 12.55: zonnewijzer; 13.00: nieuws; 13.25: Amuse ments orkest; 13.45: roeromme; NCRV 14.00: Metropole orkest; 14.40: even onder ons; 15.00: cantate „Die Tageszelten": 16.00: bijbellezing; 16.40: muziek van Bach; 17.00: radio jeugdjournaal; 17.30: overzicht der vocale kwartetllteratuur; 18,00: Leger des Hells-kwartler; 18.15: land- en tuinbouw; 18.30: Ned. stryd- krachten; 19.00: nieuws; 19.15: Nederlandse, organisten; 19.30: actueel geluld; 19.45: RVD antwoordt; 20.00 nieuws; 20.05: proloog; 20.15: studlo-steravond; 21.30: famlllecompetltle; 2200: gram.muzlek; 22.05: de vaart der volken; 22.25: liederen uit Valerius Gedenck Clanck; 22.45: avond overdenking; 23.00: nieuws: 23.1524.00: Philadelphia Symphonic Orkest Hilversum II (41ff*M.) AVRO 7.00: nieuws: 7.15: gram.muzlek; 7.50: dag opening; 8.00: nieuws; 8.15: ochtendvarla; 8.55: korte gesprekken; 900: gram.muzlek: 9 30: waterstanden; 9.35: een lied gaat de wereld rond; 10.00: morgenwijding door ds R. v. d. Mast; 10.15: arbeidsvitaminen; 10.50: kleutertje luister; 11.00: gram. muzlek; 11.45: uit de wereldpers: 12.00: trio Jan Hofmeester; 12.30: mededelingen; 12.33: ln 't spionnetje; 12.38: piano én orgel: 13.00: nieuws; 13.15: mededelingen; 13.20: The Avroleans: 14.00: van de hak op de tak; 14.20: sollstenconcert; 15.00: voor zieken en gezonden; 16.00: van vier tot vijf; 17 00: welkom vreemdeling: 17.20: welk dier deze week?; 17.30: tips voor modelvliegtuigbouwers; 17.35: The Klli- ma's; 17.50: wat wil Je weten; 18.00: nieuws: 18.15: sportpraatje; 18.30: Songs of sorrow, hope and Glory; 19.00: radlo- strlp; 19.10: avondschool; 19.45: ballet; 20.00: nieuws: 20.05: radio zoeklicht: 20.15: Radio Phllharmonlsch Orkest; 21.00: Mijlpalen, hoorspel: 22.30: Monte Rey zingt; 22.45: pijlers van Neerlands wel vaart; 23.00: nieuws; 23.1524.00: Arturo Toscanlnl dirigeert bekende werken. AGENDA WOENSDAG: Gerecht 10: Splrltlsch Genootschap, 7.45 uur nam. Llsse: Bloemententoonstelling. 10 uur1 voorm.9 uur nam. DONDERDAG: Llsse: Bloemententoonstelling. 10 uur voorm.9 uur nam. Stadszaal. Residentie-orkest. Pianist Hans Henkcmans. 8 uur nam. LI do: Bellamy Cultuur centrum „Geef ons het recht om te leven", 9 uur nam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1949 | | pagina 5