Het Pachtersoproer van 1747 te Leiden Arbeid voor 150.000 werklozen in Italië. Vijf dagen woedde de storm RECHTZAKEN RESA-ARNHEM Voor de Vrouw FATAJLE-INJECTIE «i ZATERDAG 21 AUGUSTUS Overheid stond machteloos Staatkundige hervormingen plegen zich in ons land te voltrekken langs lijnen van geleidelijkheid. Slechts wei nige keren is het in onze geschiedenis voorgekomen, dat door spontane volks bewegingen hervormingen op enig ter rein werden afgedwongen en als zoda nig dienen daarom de pachtersoproe- ren in de maanden Mei en Juni van het Jaar 1747 te worden gememoreerd. Eigenlijk zonder enige voorafgaande agitatie richtte zich in vele plaatsen de volkswoede tegen de pachters der directe belastingen op vele artikelen, die tot het eerste levensonderhoud ge rekend moeten worden. .e Ongetwijfeld waren het de slechte economische omstandigheden, die ae indirecte aanleiding vormden tot het hardhandig optreden tegen de bezit tingen der pachters. De oorlog met Frankrijk had diepe wonden geslagen in het economische leven van ons land in die jaren, overstromingen hadden grote delen van ons land in vooraf gaande jaren geteisterd, veeziekten brachten op het platteland de hoer®n tot wanhoop, in de steden kwijnde de industrie. Men had van Willem IV. enige ja ren daarvoor in alle gewesten tot erf stadhouder benoemd, ingrijpende her vormingen verwacht, maar de regen tenheerschappij bleef ongebroken. Deze regentenheerschappij had het ongelukkige stelsel van belastinghef fing in het leven geroepen en zo is het te verklaren, dat de burgerij, wie eveneens deze regentenheerschappij n doom in het oog was, passief bleef, toen de volkswoede zich tegen een groep der -regentenkaste. do pachters der belastingen, richtte. Merkwaardig is het, maar uit het bovenstaande zeker verklaarbaar, dat de actie begon op 't platteland. In het Oosten van Friesland vernielde men de pachtershuisjes en dwong men het gewestelijk bestuur tot hervormingen op staatkundig gebied. Van Friesland sloeg de beweging over op andere ge westen. In Haarlem barstte weldra de furie uit, in Amsterdam moest de be weging bloedig worden onderdrukt en ook in Leiden moesten in het midden van de maand Juni de paohtershuizen het ontgelden. In het door een Leldenaar bijgehou den dagboek van dat jaar gepubliceerd in de Leidse Jaarboekjes vanaf 1914, is de volksbeweging uitvoerig geboek staafd. In dit artikel geven wij een uittreksel uit hetgeen deze Leidse in gezetene over het pachtersoproer in onze stad heeft geschreven. DE EERSTE PLUNDERINGEN. Het oproer begon in de mi&dag van de 17e Juni met de plundering van het huis van de pachter van het brand hout. Leendert Stripriaan, wonen de op de Nieuwe Rijn bij de Visbrug „alwaar de 3 haringen uythongen". Een menig te jongens begon omstreeks 1 uur met stenen dóór de ramen te gooien. „2 subst. schouten met hun diena ren" lieten toen een vleeshouwers knecht deuren en vensters sluiten, maar de rumoerige menigte liet zich daardoor niet afschrikken. De toegang tot de woning werd omstreeks 2 uur geforceerd en toen begon de volledige plundering. Stoelen, tafels, kasten, ledikanten en kabinetten werden uit de ramen van de bovenverdieping op straat geworpen, waar de verzamelde menigte ze tot spaanders sloeg en in de Rijn wierp; bedden en kussens wer den opengesneden, porcelein, aarde werk, flessen en glazen tot gruis ge slagen, koper en tin platgetrapt, boe ken en belastingpapieren verscheurd. Ook binnen werd 't huis grondig ver nield. Toen op deze wyze de volkswoede zich enigermate had gelucht, liep het ïolk de bakkerswinkels ai en dwong de bakkers het brood zonder pacht te verkopen. „Somige haalden haar schor- te vol, want het broot was doe goed koop bij haar, een blank op een halve bol minder." Intussen had 't Stadsbestuur alarm geslagen. Een compagnie burgers rrioest in het geweer komen en de wijnwer kers, de kraankruiers, de bierdragers, hoorndragers en turf dragers werden door de stadsrcermaker van stokken voor zien. Zij moesten de wacht betrekken bij het stadhuis en de andere pach terswoningen. „De soldaaten hebben meede aan de Wagt aanstonds moeten komen met hun volle geweer". Intussen was het volk naar de wo ning van de pachter Comelis van der Kok getrokken „synde de Pagter van het Gemaal als meede van de Wijnen en Ge disteleerde Wateren, wonende op den Nieuwen Ryn bij de Hooygraft, wiens groote heerschappye in pragt en heersugtigheydt de burgeren en inge- setenen al lange tyt in de oogen hadt gestooken". De ruiten werden met stenen inge worpen „soo hoog als sy maar konde beryken" en slechts een post soldaten voor het huis geplaatst kon onmiddel lijke plundering voorkomen. Toen deze aanval mislukt was, trok men in grote woede naar de woning van Jacob Ok- huyse, „pagter van de koffy en thee, welke woonde op de Hooglantse kerk Graft, regt over het Weeshuys". On middellijk werden de ruiten ingewor pen en met een stonnpaal begon men de deur to rameien. Op het moment dat de deur bezweek werd evenwel binnen een geweer afgeschoten en dit schot deed de menigte afdeinzen. Een patrouille kon toen de wacht voor het huis betrekken en hierdoor werd voor lopig plundering voorkomen. Rustig werd het evenwel niet. In de avonduren viel de menigte aan op het huis van de pachter Couwenhoven, „pagter van de Booter, dog in het vo rige jaar Pagter van de Turf. Dit was een man die bij de Burger gants niet gehaat was. maar als een van de beste wiert erkent, welke woonde op den Nieuwen Ryn over de Vismart naast de Hoogduytse Apotheek." Deze betrekkelijke populariteit mocht hem evenwel niet baten. De deur werd geforceerd en hierop ving de vernie ling aan, welke even grondig geschied de als bij Leendert Stripriaan. „Deese sterke woede op dat huys van den Pagter Kouwenhoven heeft geduurttot 's nagts ten 12 of 1 uuren." Blijkbaar waren de pachters ook bij de burgerij niet erg gezien. De kro niekschrijver vertelt tenminste, dat „terwijl dit huys soo erbarmelyk wiert gehavent, soo patrouljeerden telkens Burgers voorby die daar om lagten, ende hoet draayden". Ook de op het. stadhuis wachthoudende burgerij toon de geen bezorgdheid voor de eigen dommen van de pachters en verklaar de, ..dat sy niet voor de Pagters soude in de bresse springen, ofte voor haar huysen staan, ja veel minder haar te salveren van verdere onhylen." BOODSCHAP VAN PRINS WILLEM HIELP NIET. Dit besluit van de burgerij werd aan Z.K.H. Prins Willem IV meegedeeld, die daarop des nachts de luitenant- generaal Baron Van Gravestyns af vaardigde om met het stadsbestuur en de burgerij overleg te plegen. Baron Van Grovestins trachtte de burgers er van te overtuigen, „dat Syn Hoogh. sig gaarne soude hooren, dat de Bur gers haar selven wel soude gedraagen tegen haaren ovrigheytit en haar bv staan in deese omstandigheydt van tyt." De burgers evenwel antwoordden, „dat sy souden doen al wat braavc Burgers betaamde, maar voor geen Fagters in de bog springe of haar een van alle by te staan, al soude haar de duyvel haaien. Dit hebben sy alle ge- apsepteert tot driemaal toe." Met Uilenspiegel zouden de Pachters hebben kunnen zeggen: Ze mogen ons niet, maar wij hebben het er naar ge maakt. Omstreeks 2 uur die nacht werd het weer een beetje rustig in de stad, na dat nog bij Cornelis van Gasten, die bij de Plaatsteeg in de Breedstraat woonde en bij de pachter Bleyswyck in de Korssteeg de ruiten waren inge worpen. De volgende dag, Dinsdag, werd „het verdistilueerde goet van den pachter Kouwenhoven opgevist, het welk versogt en toegestaan was. Doe bevon men de soldaaten te staan aan het huys van Van der Kok, Okhuysen, Stripriaan. En alle de stokwaarders stonden nog bij Steffen. alwaar maar cenige ruyten in gesmete syn." Om 8 uur begon de menigte opnieuw cp te dringen en werd* een aanval ge daan op het huis van de korenkoper Van Ingen, wonende bij het Herepoor tje. Deze had in de strenge winter van 1740 de graanprijzen nogal opgedreven en ook dit was men blijkbaar niet vergeten. „Dog hy is gesalveert, van de Burgers onder syn soon die Vaandrig was." Toen ook een aanval op 't huis van een Brander op de Langegracht mislukt was. trok de menigte de stad in en Of ebben sy alle Grutters, Kruy- niers, koekbakkers winkels gedwongen alles sonder Pagt te verkopen of uyte- meten. Doe begon het wat te ver te gaan, want elk bang wiert van om geplundert te worden. Daarom deese voornoemde winkels het goet voor halv geit verkogten." STADSBESTUUR TRACHT IN TE GRIJPEN. Het Stadsbestuur vaardigde hierop een placaau uit, waarbij het vermaan de „s'ig haar selve in rust en stilte te begeven, en daar en boven een yder hem moet wagten om weeder eenige waaren af te persen op poene van op de daad betrap worde of na de tijd van die sullen moge werde geatrap- peert, als verstoorders van de gemee- ne rust sullen worden gestraft." Dit was evenwel olie op het vuur „want na dat het afgelesen was, soo begon het gemeen veel heviger te wor den, gingen na de Pagter Arnoldus Moriaanhooft, woonende schuyns over de Mare Poort, alwaar eenige glaasen ingeworpen wierden. Maar deese guyt verdagvaarde het volk op 's ander daags en dan sou hy haar alle tracte- i>en. Onderwyl bergde 'hy syn goet." IN STAAT VAN VERDEDIGING. Op dat moment ontstond in de stad het gerucht, „dat er versohyde schuy- ten met Haarlemmers kwaamen af- safcken om de Leydenaars te helpen" (in Haarlem was het pachtersoproer enige dagen tevoren uitgebroken. Kw). Dat gerucht .zette Leiden m rep en rcér. De brandklok werd geluid en op dit „luyden van de klok kwaamen alle de Burgers in de waapenen en .besette hun wyken en loopplaatsen." De stadspoorten werden gesloten en de sleutels door de portiers „welke van 2 soldaaten met de banjonette op de snaphaan daar tusschen wierden ge- leyt" naar het stadhuis gebracht. Het bleek een loos gerucht te zijn geweest, maar het gevolg van het on der de wapenen komen der burgerij was toch, dat die middag geen verdere ongeregeldheden plaats vonden. De bierdragers,* korendragers en turfara- gers moesten evenwel die nacht „in de Boere of Rijnlantse vuurschaar haar sauve garde houde" om by de hand te zijn, evenals de soldaten, die in de stadhuispoort werden geconsig neerd. DE FURIE BRAK LOS. De derde dag verliep eveneens rus tig, maar des Donderdags zou het op roer zyn hoogtepunt bereiken. Om kwart voor elf begon weer de brand klok te luiden, maar te laat versche nen de burgers op hun posten, want inmiddels waren „de soldaten, die ge- posteert stonde voor het huis van De Cok die waaren als weggejaagt en kragdadig met straat steenen begroet, dat sy daar niet koste daar niet blyve de halte houden, maar moesten het gemeen voorby laten passeren. Want nu kwamen sy met stokke en latten voor den dag en sommige hadden daar messen aan gebonden." Alle poorten waren weer gesloten, maar de burgerij kwam met in ver deer. Nu moest het huis van Van der Cok het ontgelden. De kroniekschry- ver schryft hiervan, „dat men niet hoeft te geloven dat er magnifieker huis in de gantse stad - van Lyden staat. Daarom wiert het genaamt het Paleis van Venetien." De toegang tot 't huis aan de Ryn- zyde bleek niet te forceren. Echter bleek dat een „huys staande op de Hooygraft vooraan op' het hoekje van de poort van het hofje met het groote convoyeerde". Met een stormpaal werd dit huisje geopend en aldus kwamen de bestormers op de „plaats van het grooten huys. sloegen meediaat het kostelyke fontein aan stukken." De duivenhokken werden tot spaanders gemaakt, de hanen en hennen en an dere vreemdsoortige vogels de nek ge broken en allps wat los en vast stond in deze bhjkbaar zeer fraaie lusthof met de grond gelyk gemaakt. Toen werden de deuren aan de Rijnzyde geopend en drong de menig te naar binnen. Wat eet- en drinkbaar was werd verorberd en toen de furie ook daardoor aangewakkerd was, werd ook dit huis grondig vernield. Niet alleen het huisraad en alles wat ver der draagbaar was werd vernield, men begon ook het huis zelf af te breken. De kronieksohryver vertelt: „sy braa- ken alle de planken van de solder tot spaanders. Een curieuze trap werd van syn leening berooft. De kostelykste- kaamers en vertrekken, die op de we- relt kunnen gebouwt werde, deselve wierden van hunne siermante solders geslecht, dewelke soo superbe tegen het verwulfsel van boeven waare ge maakt, sommige van plysterwerk, an dere van fraay schilderwerk, andere van planeel en lofwerk. Maar nu had geen fraajigheydt plaats. Alle deese curieuze verwulfsels syn op deze wyse gehandelt. Als vooreerst de beste ka mer, daar de Pagter in cognito plag te spreken, daar sloeg het canailje ae engelse schoorsteen aan gruys en ver nielde de vaststaande postelyn kassen. De staande en leggende ysere plaaten wierden tot klyne stukjes géslagen dat men soude seggen het is onmogelyk, dog evenwel waar, want ik het selvs hebt gesien. Maar onbegrypelyk hoe knaphandig het gemeen de bekken van de pompen ja selvs de slingers aan stukken te slaan. Ja het volk ging aan in dat huys of er de duivel syn bruyloft hiel." MET DE GROND GELIJK. Intussen had een andere groep de tellers- en schrijvershuisjes in de stad met de grond gelijk gemaakt. Toen de „actie" by Kek geëindigd was, trok men naar het huls van Ok huysen op de Hooglandse Kerkgracht en vernielde dit even grondig als dat van Kok. Zelfs de chaisen en arresle- den in de stading, welke op de Mid delweg uitkwam, werden tot spaan ders gemaakt. Men vond in het huis van Okhuysen een flink gevulde wijn kelder en het laat zich voorstellen.dat niemand de meed had de volksmenig te, die aldus „geladen" was, durfde tegenhouden toen deze optrok tegen de woning van Arent van Bleyswyk in de Lange Korssteeg. Na een uur storm gelepen te hebben (blykbaar waren deuren en vensters wel zeer hecht ge sloten) kon de menigte ook in dit huis binnendringen. Het werd even grondig verwoest als dat van de andere pach ters. Toen by Bleyswyk niets meer te vernielen viel, trok men naar de wo ning van Steffens, waar zelfs de voor gevel tot de tweede verdieping toe werd afgebroken. En ook Arnoldus Moriaanhooft had geen succes gehad met zyn belofte van tractatle des an deren daags, 's Avonds omstreeks half tienwerd ook zyn huis vrywel afge broken. Meubelen en verdere inventa ris had hij evenwel al in veiligheid weten te brengen. Op de vyfde dag, Vrijdag de1 21e Juni werd by placaat verordend, dat de invordering van de pachten werd op geschort, evenals dit cje 14e t€. Haar" lem was geschied. Onregelmatigheden deden zich verder niet voor. Het pach tersoproer te Leiden was geëindigd. Kw. „WEN'N DIE LEUTE NICHT HÖREN WOLLEN, MUSS ES KNALLEN". Ex-Beauftragte stond terecht. De ex-Beauftragte voor Overyssel, K. G. G. Weidlich, had zich voor het Bij zonder Gerechtshof te Zwolle te ver antwoorden voor het op 28 Sept. 1944 doen fusilleren van een drietal Kam penaren, dat geweigerd had mede te werken aan de graafwerkzaamheden aan de IJssellinle. Het ging om deze vraag: heeft W. aan de beruchte SD-man Lütkenhus opdracht gegeven in Kampen enige mensen te fusilleren, ja of neen? Verdachte W., 45 jaar, correct in zyn uiterlijk en correct in zyn ant woorden. gaf steeds een trommelvuur van „nein's" ten beste en Lütkenhus zeide steeds even positief „jawohl". Joseph Schreieder, die 25 Sept. 1944 in Zwolle aankwam en daar de chef van Lütkenhus met rijn SD-comman- óo werd, was als getuige gedagvaard. Hoewel Schreieder' zeer breedvoerig in zyn verklaringen btreffende de taak van de SD was, kon hy toch geen con creet antwoord geven op de vraag of de Beauftragte W. wel of niet opdracht tot fusilleren aan Lütkenhus gegeven zol hebben. Wel stond het volgens Schreieder vast, dat de Beauftragte in verband met de bouw van de IJssel- linie, van Seyss Inquart de bevoegd heid had gekregen voor bepaalde op- Ingezonden Mededeling EXAMENOPLEIDING Hoofdakte - Fr.. D. Engels L. O. (Bekende Schriftelijke Cursus) drachten over SD mensen te kunnen beschikken. Lütkenhus zelf verklaarde, dat W. hem onder vier ogen de opdracht had verstrekt. „Wenn'die Leute nicht horen wollen, muss es knallen", zou W. ge zegd hebben. Hoe het ook zy, Lütkenhus begaf zich met enige van zyn SD'ers naar Kampen en vermoordde daar op de binnenplaats van de Korenmarkt-ka zerne drie Kampenaren. De procureur-fiscaal, mr L. de Walle, achtte het bewijs geleverd, dat W. de opdracht gegeven had. De eis luidde 10 jaar met aftrek. De verdediger meende, d^t het be- wys niet geleverd was en vroeg vrij spraak en onmlddellyke invrijheidstel ling. Het Hof willigde het verzoek tot invryheidstelling niet in en besloot op 1 September uitspraak te doen. De inmaak van tomaten Het Voorlichtingsbureau van de Voe dingsraad meldt: Op velerlei wyze kan men tomaten inmaken. De hele vruchten kunnen in flessen worden gesteriliseerd, maar ook kan men zelf purée of het sap van deze vitaminenrijke vrucht inmaken. Voor hen, die voor de komende win termaanden voor een baby wat toma tensap voorhanden willen hebben, ver dient het aanbeveling, dit te pasteuri seren of in te maken in kleine- flesjes. Daardoor voorkomt men, dat resten sap enige dagen in een geopende fles bewaard moeten worden, waardoor ze licht schimmelen. Een snelle bereiding en zo kort mo gelijke verhitting zyn van groot belang voor het vitamine C-gehalte, dat de tomaat zo waardevol maakt voor de gezondheid. Het vitamine C is immers slecht bestand tegen hitte en tegen het blootstellen aan de lucht. Hier volgen enige bereidingswijzen: TOMATEN IN UITGEZWA- VELDE FLESSEN: De tomaten wassen, in vieren snyden en in een goed gesloten pan snel tot moes koken. De massa door een zeef wry ven, zodat de pitten achterblyven. Het tomatensap weer aan de kook brengen en zo snel mogeiyk in goed uitgezwavelde flessen overdoen. Voor het uitzwavelen een brandend stukje zwavellint in de flessen brengen en dit met de kurk er in klemmen. Wan neer de flessen vol met zwaveldamp zyn, het lint er uit halen en ln een kommetje met water dompelen om' het te blussen. De flessen met de kurk sluiten en 10 minuten omgekeerd laten staan, om ook de kurk te reinigen. De zwaveldamp uit de flessen laten ont snappen. Dan de flessen vullen met het tomatensap en ze met de kurken sluiten. Deze bysnyden en de flessen tot en met de bovenste rand in ge» smolten, lak, kaarsvet of paraffine dom pelen. Wanneer men de inmaak dan gebruikt, de lak, het kaarsvet of de paraffine er voorzichtig afhalen en bewaren,voor een volgende inmaak. HET PASTEURISEREN VAN TOMATEN SAP De tomaten wassen, in vieren snyden en in een goed gesloten pan vlug tot moes koken. De massa door een zeef wry ven, zodat de pitten achterblyven. Het topiatensap in goed schoonge maakte flessen overdoen. De flessen niet te vol vullen. De uitgekookte kur ken losjs op de flessen plaatsen en door een touwtje kruisgewys over de kurk en om de hals van de fles te binden, beletten, dat deze tydens het pasteuriseren van de flessen springen. De flessen in een steriliseerketel, een wasketel of een pan met een treef, een I plankje of 'een visplaat zetten. De I ketel of pan met water vullen, totdat I dit reikt ter hoogte van de vulling der 1 flessen. Het geheel by een tempera- tuur van 80 gr. C. een half uur pas teuriseren. Hierna de kurken stevig in ae flessen drukken en deze luchtdicht 1 afsluiten door de flessen (tot en) met I de bovenste rand in gesmolten lak, pa- 1 raffine of kaarsvet te dompelen. Nieuwe huizen worden verloot (Van onze Romeinse correspondent) Het zevenjaren plan van de Italiaan se minister van arbeid, Fanfani, dat ten doel had een begin te maken met de be- stryding der werkloosheid, de spaarzin te doen herleven en de inflatie te bestry - den. is na lange debatten door het par lement aangenomerl, zy het in sterk ge- wyzigde vorm. In de tweede helft van September zal de senaat het plan in behandeling nemen. De oppositie der communisten is sterk geweest en heeft tot op grote hoogte suc ces gehad Het oorspronkelyk plan wilde een deel. dertig tot vyftig procent, der ..dertiende maand" (de maand gratifi catie, welke ieder arbeider of ambtenaar omstreeks Kerstmis ontvangt) omzetten in rentegevende spaarbonnen. Van dat De FEUILLETON door Q. PATRICK. (Vertaald uit het Engels) 22) Hy had haar uitgelegd, dat hy dat d&d, om snel extra energie op te wekken. Dat leek my niet erg overtui gend. Knudsen had altyd energie ge noeg van ziohzelf en zelfs als hy een extra dosis nodig gehad had, zou hy zeker niet aan de suiker geknabbeld hebben, maar het hele klontje hebben opgegeten. Hoe meer ik er over dacht, des te meer drong zich de reden aan my op, waarom Knudsen altyd suiker by zich droeg. Hy boog zich over de lessenaar en schoof de vier suiker klontjes naar voren, die Rona uit de jassen van de ohiruxg gehaald ïiad. Ik was er zeker van, dat wy op het goede spoor waren, toen wy deze in Knudsen's zakken vonden. Hy keek even naar dr Broderick. Het is nog niet zo lang geleden, dat ik me dicijnen studeerde en diagnoses leerdr maken, en wel hier in het ziekenhuis. Het probleem bleek heel wat eenvou diger te zyn, dan de vragen, die wy op ons jaarlyks examen kregen. Dr Knudsen was in geen geval te zwaar, maar hy bepaalde zich tot een dieet, dat weinig koolhydraten bevatte. Hy gebruikte geen suiker by zyn maalty- den en toch droeg hy steeds klontjes suiker by zich, waaraan hy af en toe knabbelde. Hy zweeg weer en opstaande, ging hy naar het medicynkastje. Hy nam een kleine doos van de bovenste plank en legde die op de tafel. Het doosje opensohuivend, vertoonde hy twee met rubber gesloten ampullen. Hier is naar myn mening het mteindeiyke be wijs. Dit speciale middel tfordt in de chirurgie nooit gebruikt. Ik kan my geen gelegenheid herinneren, waarin wy het in de laatste zes maanden no dig hebben gehad. En tooh is er altyd eén pakje van in dit kastje en is dit laatste pakje half verbruikt. Er is slechts één conclusie mogeiyk. Dr Knudsen moet het zelf gebruikt heb ben. Dr Broderick had met sty gen de ver bazing naar de ampullen zitten ky- ken. Insuline! riep hy uit. Precies. De rest is een kwestie van elimineren. De patiënt, die alle suiker uit zyn diëet elimineert; een patiënt, die insuline gebruikt, een pa tiënt, die altyd suiker bij zich draagt. Oliver keek Ellsworth scherp aan. Zelfs en neuroloog kan het ant woord op die vraag geven, nietwaar? Hugh Ellsworth keek hem strak aan. Je hebt je stelling zeer handig op gebouwd, zou ik zeggen, Lord. Je be doelt natuurlyk, dat Knudsen diabeti- ous was? Juist. Dat is het geheim, dat hy zo zorgvuldig verborgen hield en dat alleen bekend was aan de man, die hem vermoordde. Dr Knudsen had sui kerziekte Oliver Lord, die zich nu zeer zeker voelde, was opgestaan en stond lang en breedgeschouderd achter de lesse naar. Inspecteur Heath strak aanziend, ging hij voort: Ik had zoeven geen tyd, om u een voldoende verklaring van suikerziekte te geven. In de eerste plaats ls het van zeer groot belang, dat de patiënt min stens eens per dag een injectie van in suline neemt. Dit houdt hun bloed- suiker op het juiste gehalte en voor komt -het gevaar van diabetische co ma. Maar er is altyd nog een ander gevaar, zelfs nadat de insullne-ei^en van een bepaald individu nauwkeurig zyn vastgesteld. Er is altijd het ge vaar van een te grote dosis, die als gevolg heeft hetgeen wy kennen als insuline-schok. Dat is de reden, dat ieder diabeticus steeds een klontje sui ker of het equivalent er van by zich draagt. Als hy ooit een abnormale reactie op zyn injectie opmerkt, is het voor hem al een soort routine, om op suiker te knabbelenhëtgèen het effect van de insuline matigt. Hij streek met de hand door zyn dikke rode haar. De hele opzet wordt nu duideiyk nietwaar? De man, die mevr. Broderick geld afperste, wist, dat dr Knudsen dibeticus was. Hij wendde zich tot Ellsworth. Ik weet er niet veel van, maar ik geloof, dat •hyoscine vry wel uitsluitend in de neu rologie gebruikt wordt, nietwaar? Maar zelfs dan nog, zou het voor geen van. ons erg moeilijk geweest zyn, om hier in het ziekenhuis er wat van te pak ken te krijgen en een oplossing van hyoscine zou even kleurloos zyn als insuline en even gemakkeiyk in te sluiten, nietwaar? Hugh Ellsworth knikte. Dat is volkomen juist. En het zou niet moeilijk zyn, om de rubberkapjes van sommige ampul len af te nemen en een oplossing van hyoscine in de plaats van de insuline te doen. Zodra dat gedaan was, had -de moordenaar niets anders te doen, dan een vergiftigde ampulle in Knud- sen's aangebrokeninsuline-voorraad te schuiven. Hy nam het doosje op. Zoals u ziet, heeft dit doosje een schuifdeksel, dat maar naar één kant opengaat. Dat betekent, dat de patlën de ampullen waarschynlijk gebruiken zal, in de volgorde, waarin zij in de doos liggen. Calculerend, op één ampulle per dag, zou het voor de moordenaar by na ma thematisch zeker zijn vast te stellen en dat geruime tijd van te voren wanneer de dood zou plaats hebben. Hy haalde even de schouders op. Rona zag de chef op dat' klontje suiker knabbelen vlak voor de operatie. Klaarblykeiyk had hy juist geno- men.wat hy als zyn normale insuline- injectie beschouwde. Hy veelde, dat er iets niet in orde was, vermoedde een te grote dosis en zoals alle andere dia betici, nam hij onmiddellijk suiker. Het was een duivelse en ihgenleuse manier om een moord te begaan. Dr Knudsen werd er toe gebracht zichzelf te ver giftigen, terwyl zijn moordenaar, als hy dat gewild had, by wijze van spre ken in Timbuctoo had kunnen zyn. Dank u, dr Lord, onderbrak Jim hem, meteen aller aandacht van de jonge internist afleidend. De grijze ogen van de inspecteur keken de man nen voor hem scherp aan. U heeft dr Lord's theorie gehoord. Binnen zeer korte tyd hoop ik de bewyzen te heb ben, dat zyn theorie juist was. Hy zweeg even en voegde er toen bedaard aan toe. Het zal u wel interesseren, 29). „Niet zo somber!" zei Panda glimlachend. „Ik heb de jas van Joris Goedbloed! Toen ik naar beneden -viel heb ik die stevig vast gehouden en daardoor heb ik hem uitgetrokken!" „Sakkerloot!" zei de oude goudzoe ker. „Maar wat hebben we daar aan? Wat moeten wc met een oude, vleze jas doen? Wil jy die soms aantrekken?" „Nee, dank jewel!" zei Panda. „Maar de kaart zit in de zak van die Jas! En daarom zei ik: Niet zo somber! Hier is het ding, kyk maar!" „Hoe is het mogelyk!" zei oude Nick. „Sakkerloot! Dat is knap gedaan, groentje! Nu kunnen we vooruit!" „Het is bar!" zei op datzelfde mo ment Joris Goedbloed, bóven op de rots. „Niet alleen heeft dat kleine manneke myn rokcostuum meegenomen, maar tevens ook de kaart, die er in zat. Kom mee, collega! We moeten naar beneden om één en ander op te halen!" De beide schurken begonnen, danig uit hun humeur in de kloof af te da len dat ik reeds de bewyzen heb, dat de moordenaar van dr Knudsen en mevr. Broderick op het ogenblik in deze ka mer zit. Hy' had, ging Heath rustig voort, twee zeer aanwysbare feiten, te zy- nen laste. In de eerste plaats, was hy op de hoogte met de ziekte-geschiede nis van Linette Clint, die als een diep medisch geheim bewaard was. Ells worth als de dokter, die haar behan delde, had klaarblykeiyk alle feiten tot zijn beschikking. Maar hy is niet de enige, die van de verkeerde diag nose betreffende epilepse kon afwe ten. Dr Vner, die de medische kaar ten byhqudt, zou ook de kans hebben alle rapporten betreffênde juffrouw Clint te zien en als de stiefvader van 't meisje, zou dr Broderick er wellicht van zyn vrouw over gehoord kunnen hebben. Theoretisch gezien, zou ieder van deze drie mensen de nodige ken nis gehad kunnen hebben, om mevr. Broderick te chanteren. Hy nam een potlood op en tikte er mee op de lessenaar. Het tweede feit ls echter alleen toepasselijk op de moordenaar zelf. Slechts één van u wist, dat dr Knudsen diabetious was. Dat maakte het voor de moordenaar mogelyk, om het misdryf te begaan. Maar het heeft ons ook in staat ge steld het op te lossen. Onder het korte blonde haar stond het gezicht van de Inspecteur strak en hard. Het is gemakkeiyk te begrij pen, wat de moordenaar deze middag deed, toen hy er in slaagde het bureau van dr Knudsen binnen te glippen, nadat deze gestorven was. Hij begreep r.atuurlyk, dat zyn moord uit de verte succes had gehad. Zijn enige overbiy- vende taak was nu nog, om de juiste methode van de moord te verbergen. Hij had nog wat extra-hyoscine in zijn bezit. Hij zag de half lege koffiekop en begreep, dat hy door de hyoscine caarin ie gooien, een perfect rookgor- dyn om zich hoen optrok. Waarschijnlijk was zyn volgende 'op- weging, om in de prullenmand naai de lege ampulle te zoeken, die de dosis hyoscine bevat had. Er was nog maar één ding, dat hy verwyderen moest, om zich volkomen safe-te gevoelen. De doos met ampullen was geen ernstige bedreiging, daar het voor een dokter zeer normaal is. om zo iets in zyn me dicynkastje te hebben. Maar er was nog iets, dat buitengewoon belangrijk was het injectie-spuitje, dat dr Knudsen gebruikt had, om zichzelf de vergiftigde injectie toe te dienen. Hy zweeg. Iedereen in de kamer keek hem in gespannen verwachting aan. (Wordt vervolgd) spaargeld, ongeveer 50 milliard per jaar, zou de staal in de loop van zeven jaar huizen doen bouwen tot een totaal van 1,300.000 vertrekken, welke onder de spaarders verloot zouden worden. De critiek van links richtte zich voor- namelyk op twee punten: de „dertiende maand" is een onaantastbare verovering der werknemers en dient voor het doen van extra-uitgaven en ter viering van het Kerstfeest. Het oorspronkelyk plan zou de arbeiders voor 85, de staat voor 5 en de werkgevers voor ongeveer 10 procent doen bijdrager^ in de kosten. En hoewel de voordelen uitsluitend de ar beidersklasse en de werklozen ten goede komen, vond men die verdeling onbil- Ujk. Op beide punten heeft de regering toegegeven. De wet. zoals die door het parlement werd aangenomen, laat de „dertiende maand" intact, doch vraagt van alle arbeiders en ambtenaren een bydrage van 1 procent van.het maan- deiyks inkomen. Voor elke op die wyze gestorte duizend lire krijgt de arbeider een spaarbon, welke zeven procent ren te geeft. Tussen 1948 en 1955 heeft men kans op zulk een bon één der huizen te trekken, welke jaarlijks op 1 Mei zullen worden verloot. Dat huisje kan men met kleine bedragen afbetalen en het wordt binnen 25 jaar volledig eigendom van de winnaar. De bonnen die niet door het lot worden .begunstigd, worden tus sen 1955 en 1973 uitgeloot en dan met samengestelde interest uitbetaald. Deze nieuwe wyze van financieren zou nooit de vereiste vijftig milliard per jaar kunnen opbrengen. Daarom wordt nu ook de werkgever by het plan be trokken. Hy moet- iedere maand een be drag storten geliik aan dat van zijn gp- zamenliike werknemers, maar.k fonds pérdu. Dit verhoogt dus alweer, zy het met Slechts I procent, de kosten voor sociale voorzieningen, die een Italiaance werkgever moet bestryden. Die koeten zijnvan 70 tot 75 procent der uitge keerde lonen. Ma.w.: het loon van een kerkman is van 1000 tot 1400 lire er dag. Voor elke 1000 lire moet de werk gever ïioe ongeveer 750 lire storten voor de verschillende sociale bemoeiingen. Dit wordt nu weer een procent verhoogd. De beide grote bezwaren der commu nisten tegen het plan Fanfani zyn dus weggevallen. Dat zij er desondanks te genstemden, is meer een principe-kwes tie: het voorstel komt van een katho lieke minister en is dus verwerpeiyk. TOCH NOG ONVOLDOENDE? Van liberale zyde wordt ook critiek vernomen. Men acht in die kringen het plan onvoldoende. Het zal werk verschaf fen aan 150.000 werklozen, doch er rijn er 2 millioen. Er zullen 1.300.000 ver trekken worden gebouwd in zeven jaar, maar de bevolkingstoename is 4 00 000 per jaar zodat men tenminste 250.000 woonruimten per jaar moet bouwen, wil het reeds zeer grote gebrek aan wonin gen niet nog groter worden. De deskun digen schatten de behoefte aan woon ruimte op zes'tot tien millioen vertak ken Fanfani antwoordt, dat dit plan eerst een begin is de*- sociale wetgeving van de regering De Gasperi. Naar gefluisterd wordt is de eigenlijke ontwerper van het nlan een Tsjechi^h econoom Miroslav Svetska. die in 1946 een bopk heeft uitgegeven ..Het recht op arbeid" Fanfani kwam met deze ka tholieke econoom in correspondentie en deze kwam naar Italië, waar hii nu als uite-wekene verblijf houdt. Met dit plan bpgint de algehele her vorming der sociale structuur van Tta- lië. de hervorming die de Chrisfen- Democraten hebben beloofd en zui!°n voltrekken", zei de spreker der commo de van rapporteurs in het parlement. Het klinkt in leder gsval veelbelovend..

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1948 | | pagina 6