Minister-president Drees ontvouwt
de regeringsplannen
Zwaar beproefd en diep verarmd
Nederland worstelt met problemen
f No. 26465
WEERBERICHT
Indonesië vraagt vóór alles
aandaeht!
Kamerleden becritiseren
Grondwetsherziening
87ste Jaargang
DONDERDAG 12 AUGUSTUS 1948
LEIDSCH
DAGBLAD
Directeur: J. W. Henny
Hoofdredactie: B W Menkhorst en J Brouwer
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
f3.90 per 3 maanden; 30 cents per week
Telefoon Dir. en Adm.r 25041; Red. .41507
Witte Singel 1, Lelden - Giro no.: 67055
Hst regeritogsprogram
IN de hedenmiddag gehouden zitting
van de Tweede Kamer heeft de
nieuwe minister-president, de heer
W. Drees, het regeringsprogramma voor
de eerstvolgende jaren ontvouwd.
Het thans optredende kabinet ka
rakteriserende, gewaagde deheerDreees
van een program-ministerie, dat zijn
grondslag geenszins vindt in een vaste
samenwerking van bepaalde parlemen
taire groepen, doch dat zich tot taak
stelt een zakelijk programma te ver
wezenlijken, waaraan overigens geen
enkele partij of fractie zioh gebonden
heeft.
De aard van een dergelijk kabinet
komt de stabiliteit er van vanzelfspre
kend niet ten goede, omdat gemakke
lijker dan in een parlementair kabinet
zich spanningen kunnen voordoen,
welke het bestaan van het gehele mi
nisterie op het spel zetten en die in
de volksvertegenwoordiging andere ver
houdingen denkbaar maken dan waar
op de samenstelling van de minister
raad is gebaseerd.
Dit kabinet wij wezen er reeds
eerder op draagt in zich het karak
ter van een compromis, doch een com
promis, dat ongetwijfeld in meerdere
mate de uitspraak van de jongste ver
kiezingen weerspiegelt dan welk par
lementair kabinet -ook had kunnen
doen.
Er zijn over en weer belangrijke
concessies nodig geweest om de kabi
netsformateur, de heer Van Sohaik, in
staat te stellen zijn opdracht tot uit
voering te brengen, doch ofschoon de
tijd drong, kan men toch onmogelijk
zeggen, dat de kwaliteit werd geofferd
aan het tempo.
In het kader der natonale en inter
nationale omstandigheden kan dit
kabinet niet anders dan vertrouwen
wekken en de grote lijnen van het toe
komstig regeringsbeleid tonen duide
lijk de koers, waarin zal worden ge
varen.
HET probleem, dat allereerst de
aandacht vraagt en dat ook de
aanleiding is geweest tot de jong
ste kabinetswisseling, vormt de Indo
nesische kwestie, waarbij de heer Drees,
evenals zijn voorganger meermalen
deed, zijn teleurstelling uitsprak over
de houding, welke de Republiek zowel
ten aanzien van de voorlopige Federale
staten als ten opzichte van Nederland
blijft innemen. Met name noemde de
premier in dit verband de uitgebleven
realisatie der Renville-bepalingen en de
toenemende bestands-schendingen,
waarbij zo zeide hij „veelal wel
niet de republikeinse regering recht
streeks betrokken is, maar waarin toch
meermalen republikeinse Instanties de
hand hebben".
Eerlijk -gezegd kunnen wij ons deze
differentiatie door de heer Drees niet
goed voorstellen. Wanneer de Republiek
Indonesië, zoals zij beweert te zijn, een
goedgeordende staat is, behoort geen
onderscheid te worden gemaakt tussen
de republikeinse regering en republi
keinse instanties, welke laatste toch
slechts het verlengstuk en de uitvoeren
de organen van de eerste behoren te
zijn. Het bestaan van dergelijke tegen
stellingen bewijst juist, dat zij nog
lang niet is wat zij had behoren te zijn
en wat zij pretendeert wèl te wezen
Intussen stemmen wij volledig in
met 's heren Drees' verzekering, waar
hij uiting geeft aan de bereidheid van
Nederland om zijn woord gestand te
doen, doch dit zelfde verwacht en ver
langt van de wederpartij.
OP financieel-economisch terrein zal
het streven der regering naar een
zo snel mogelijk evenwicht in de
betalingsbalans algemene erkenning en
waardering ondervinden. De toekomsti
ge economische unie met België en
Luxemburg, welke op 1 Januari 1950
moet zijn verwezenlijkt, bevordert, dat
het distributie-apparaat voor dat tijd
stip grotendeels moet zijn verdwenen,
waarover we ons slechts kunnen ver
heugen evenals over de verdere inkrim
ping van de overheidsbemoeiing, welke
ook in ander opzicht in uitzicht wordt
gesteld.
De regeringsverklaring bevat verder
een aantal uitspraken, welke alhoewel
wij ze niet graag als „gemeenplaatsen"
zouden willen kwalificeren, in feite
toch weinig belangrijke nieuwe ge
zichtspunten openen.
Dat „ook dit kabinet uitgaat van de
zedelijke beginselen, die aan onze be
schaving ten grondslag liggen" zal wel
niemand verwonderen evenmin als de
aankondiging, dat „deze opvattingen
tot uiting zullen komen in de culturele
taak, die te vervullen valt".
Belangrijker is de vraag op welke
wijze die opvattingen tot uiting zullen
komen
De verklaring besluit met een krach
tige oproep tot inspanning van alle
krachten om Nederland weer te doen
zijn „een land waar het voor allen goed
is om te wonen".
Prins George van Griekenland
bij jubileum
van Koningin Wilhelmina
Naar A.F.P. uit Athene meldt, zal
Prins George van Griekenland de
Koninklijke familie vertegenwoordigen
bij het jubileum van Koningin Wilhel
mina.
PLAATSELIJK REGENBUIEN.
De Bilt verwacht tot morgenavond:
Half tot zwaar bewolkt met plaatse
lijk regenbuien. Matige tot vrij krach
tige wind tussen Noord-West en Noord.
Koel weer.
13 AUGUSTUS.
Zon op: 5.20 uur; onder: 20.09 uur.
Maan op: 16.25 uur: onder: 23 37 uur
(E.K.).
Hoogwater te Katwijk te 10.04 en
22.37 uur (Doodtij).
Dit nummer bestaat uit zes pagina's
Hedenmiddag om 1 uur las de Minis ter-President, de heer W. Drees; in
de Tweede Kamer de volgende regeringsverklaring voor:
EEN „PROGRAM"-MINISTERIE.
Mijnheer de Voorzitter,
Voor de derde maal na de bevrijding treedt een nieuw kabinet op. Weer,
als twee jaar geleden, met in zich 'n zekere mate van continuïteit met
hetgeen vooraf ging, maar ook in belangrijke mate van ander karakter.
Alvoiens ik namens het Kabinet in enkele hoofdtrekken zal aangeven,
welk beleid dit zien voorstelt te voeren, moge ik beginnen net een
woord van waardering jegens n:ijn ambtsvoorganger, die in moeilijke
jaren en onder wisselende omstandigheden leiding heeft gegeven aan
's lands zaken, die daarbij in het kabinet een voorlrelfelijke samen
werking wist te bewaren en die heeft weten te bevorderen, dat vee1 van
hetgeen twee jaar geleden in uitzicht is gesteld, Inmiddels is verwerke
lijkt of in wetsontwerpen belichaamd.
De formateur van Int kabinet, die zich in 's lands belang zoveel moeite
heeft getroost om tot een aanvaardbare oplossing tc komen, heeft
hoewel hij om te eerbiedigen redenen heeft gemeend niet als minister
president te moeten optreden zich bereid verklaard deel uit te maken
van het kabinet. Dat deze Kamer zich daarmede haar voorzitter ziet
ontvallen, zal zij met mij ongetwijfeld voelen als een groot verlies, dat
echter meer dan opgewogen wordt door de versterking van de regering,
die hiervan het gevolg is.
Het thans optredende Kabinet steunt niet als het vorige, op een vaste sa
menwerking tussen bepaalde parlementaire groepen. Het richt zich op de
verwezenlijking van een program, waarop degenen, die voor het minis
terschap werden aangezocht, zich hebben verenigd. Geen party of frac
tie heeft zich daaraan gebonden. Niettemin mag op grond van be
sprekingen, die in 'n vroeger stadium der formatie van een nieuw kabi
net werden gevoerd, de verwachting worden uitgesproken, dat op menig
punt op instemming in brede kring kan worden vertrouwd. Een vertrou
wen, waartoe, naar wij hopen, ook de samenstelling van het kabinet
moge bijdragen.
Wordt aan kwalificatie van de aard van het kabinet behoefte gevoeld,
dan zou het beste van een program-ministerie kunnen worden gespro
ken.
omdat uitwerking van de overeen
stemming, die op de Renville was
verkregen, tot nog toe niet kon wor
den verwezenlijkt, als omdat de
schendingen van het bestand toene
men, schendingen waarbij veelal wel
niet de Republikeinse regering recht
streeks betrokken is, maar waarin
toch meermalen Republikeinse in
stanties de hand hebben.
Voor een herstel van de staatkundi
ge en economische eenheid in Indone
sië, voor het herleven van de welvaart,
voor het scheppen van een rechtsorde,
zoeken, die het bereiken van dit doel
kunnen vergemakkelijken.
Het verwezenlijken van de economi
sche unie met België en Luxemburg,
acht de regering voor de toekomst van
de drie landen van zeer groot gewicht.
Het verheugt haar, dat ten aanzien van
het tempo en de wijze van verwezen
lijking der unie tussen de drie regerin
gen in beginsel overeenstemming is be
reikt. Nauwere samenwerking ook met
West-Europa en meer in het algemeen
van de zestien landen, die door het
Marshall-plan tot overleg over hun eco
nomische politiek zijn gebracht, is drin
gend geboden. Hoe noodzakelijk het is.
dat in het bijzonder ook het verkeer
met Duitsland weer in normale banen
geleid wordt, springt in het oog Daar
naast wordt ernstig gestreefd naar toe
neming van het handelsverkeer met
andere landen, ook met het Oosten van
Europa.
BELANGRIJKE WETSONTWERPEN
Onmisbaar blijft in dit verband een
landbouwpolitiek, gericht op verhoging
van een rationele bodemproductie, die
ook aan de welvaart en aan de be
staanszekerheid der producenten ten
goede kan komen. Een stelselmatige ln-
vesterings-, industriële- en conjunctuur-
politiek zal worden gevoerd, an Ade
energievoorziening wordt bijzondere
aandacht besteed. Jaarlijks zal een na-
VERONTRUSTENDE
TOESTAND.
Waar staat Nederland op het ogen
blik, dat dit Kabinet het 'oewind over
neemt? In menig opzicht is sinds de
bevrijding grote vooruitgang te boeken
geweest. Ons land en ons volk bieden
een gans andere aanblik dan op het
voor altijd gedenkwaardige moment,
toen de bezetter na vijf jaar ons volk
onderdrukt en ons land verwoest en
geplunderd te hebben, zich tenslotte
gewonnen meest geven. Velerlei aspec
ten van het herstel wekken de bewon
dering van wie na verlocp van 'n paar
jaren afwezigheid ons land terugziet.
De totale productie is boven de voor
oorlogse omvang gestegen. De goede
renvoorziening is voortdurend ver
ruimd. Aan de intering cp het natio
nale vermogen is een einde gekomen.
De gezondheidstoestand der bevolking
is al zijn er nog donkere punten,
zoals b.v. de stijging van het aantal
gevallen van tuberculose toch zo
veel verbeterd, dat bij een hoog ge
boortecijfer de sterftecijfers over de
gehele linie beneden de vooroorlogse
zijn gekomen en een laagterecord te
zien geven. Belangrijke sociale verbe
teringen zijn tot stand gekomen.
Niettemin is er allerminst reden tot
berusting of zelfvoldaanheid. De ma
teriële nood is nog groot en de morele
inzinking is nog niet geheel geweken.
Nog is er bij velen een wanverhouding
tussen de inkomsten en de noodzake-
dlngen in ongunstige zin beïnvloed
door de tegenslagen, ondervonden bij
de pogingen om het Indonesische
vraagstuk tot een bevredigende op
lossing te brengen. Daarop zal dan
ook de aandacht van regering en
volksvertegenwoordiging zich in de
eerste plaats hebben te richten. Op
nieuw hebben wy ons in te zetten
om alsnog te pogen tot een resultaat
te komen, aanvaardbaar zowel voor
de grote meerderheid van 't Neder
landse volk als voor Indonesië.
TELEURSTELLENDE VER
HOUDING TOT REPUBLIEK.
Nederland heeft zich verbonden me
de te werken tot het scheppen van
nieuwe staatkundige verhoudingen,
waarbij zullen worden gevormd de
vrije en sou/ereine Ver. Staten van
Indonesië, in een hechte en duurzame
Unie, gelijkwaardig ve-conden met het
Koninkrijk der Nederlanden, een Unie,
die door eigen >rganen ae gemeen
schappelijke belangen der deelnemers
op verschillende gebieden zal beharti
gen.
Wij verheugen ons er in, dat wij
juist dezer dagen bespre Is'ngen hebben
krnnen voeren m?t een delegatie int
de negara's en daerars. reeds gevormd
buiten de Republiek, gebieden waar
veelal een verblijdende opleving
waar te nemen. Deze besprekingen
hebben de overtuiging versterkt, dat
met vertegenwoordigers* van deze ge
bieden overeenstemming zal worden
Het ministerie DreesVan Schaik is gisterochtend voor het eerst na de be
ëdiging van de nieuwe ministers bijeengekomen. Zittend van links naar rechts:
Schokking, Stikker, Van Schaik, Drees, Rutten en Sassen. Staande van links
naar rechts: Lieftinck, Wijers, In 't Veld, Joekes, Mansholt, v. d Brinck, Van
.Maarseveen (voor de heer Van Maarseveen staat dr Prinsen, secretaris van de
ministerraad), Götzen en Dutilh (adj. secr.). Foto ANP-v. d. W.
lijke uitgaven. Er is nog schaarste aan bereikt. Een overeenstemming, die zal
belangrijke goederen en nog jaren zul-j zijn na te streven, allereerst ten op-
len wij gebukt gaan onder een woning
nood, die hoge menselijke waarden in
gevaar brengt.
Bovendien is de economische toe
stand in wezen veel ernstiger dan in
het algemeen wordt begrepen. Het
verkregen levenspeil, dat nog door
zo velen als onbevredigend wordt ge
voeld, kunnen wy nog niet uit eigen
kracht handhaven.
De tegenstellingen in ons volk zijn
scherper dan wij in de tijd der be
zetting mochten hopen, ook als wij
ons ten volle rekenschap gaven van
de blijvende diepgaande verschillen
in levensovertuiging, die ons volk
kenmerken.
De toestand in de wereld is veront
rustend en drukt zijn stempel ook op
de verhoudingen in Nederland.
Voor alles echter worden die verhou-
zichte van de instelling in overgan-gs-
i tijd van een waarlijk Indonesische fe-
I derale interim-regering en vervolgens
ten opzichte van de inrichting der
I Ver. Staten van Indonesië en de vor-
mmg der gelijktijdig tot stand te bren
gen Unie. Indien zonder voorbehoud
i komt vast te staan, dat in de Unie de
i beide delen, die haar gaan vormen,
I ten volle gelijkgerechtigd zullen zijn en
dus ook de organen van paritaire sa-
i menstelling, zal de vrees kunnen wor
den weggenomen, dat de staatsrechte-
i lijke figuur van een reëele Koninklijke
Unie, met bindend gezag cp haar ccm-
petentieveld van de eigen organen, een
poging zou betekenen om in andere
vorm een Nederlands overwicht te
bestendigen.
Uitermate teleurstellend blijft de
verhouding tot de Republiek, zowel
De Keizer van Iran, Mohammed Heze Pahlavi heeft te Parijs een bezoek ge
bracht aan de Moskée. Daar werd de vorst ontvangen door Si Kadour Ben
Gabrit en verscheidene andere Mohammedaanse en Franse autoriteiten.
Foto ANP-Afp.
die waarborgen biedt voor allen, is het
van groot belang, dat de Republiek op
korte termyn haar plaats inneemt in
de Ver. Staten van Indonesë, die bezig
zijn zich te vormen. Nu enerzijds ver-
tegenwoordigers van de gebieden, die I
aan de conferentie in Bandoeng deel
nemen, een beroep doen op de mede
werking der Republiek, anderzijds de
Commissie van Goede Diensten in ge
deeltelijk nieuwe samenstelling haar
pogingen zal hervatten om overeen
stemming te bevorderen, moge dezer
zijds opnieuw worden uitgesproken en
ook practisch tot uiting gebraoht,
dat Nederland ten volle bereid is zijn
woord gestand te doen, maar ditzelf
de verwacht en verlangt van de we
derpartij-
Ten aanzien van de andere Overzee
se Gebiedsdelen wordt het overleg
voortgezet, dat reeds geleid heeft tot
verheugende voorlopige resultaten, die
de zekerheid geven, dat Nederland.
Suriname en de Nederlandse Antillen
met volle instemming van deze voor
inwendige aangelegenheden zelfstan
dig geworden gebieden, een verenigd
koninkrijk zullen zijn. Ook bij dit over
leg is gebleken, van hoeveel belang het
is, dat bij Nederland de wil voorzit de
mentaliteit en de aspiraties van de
volkeren overzee te begrijpen en daar
aan zoveel megehjk recht te doen we
dervaren.
De regering vertrouwt, dat de Sta-
ten-Genèraal zullen willen medewer
ken tot een zer snelle afdoening in
tweede lezing van de Grondwetsherzie
ning. die voltooiing van de op gang
zijnde ontwikkeling mogelijk moet ma
ken, en daarna tot een spoedige be
handeling van een wetsontwerp tot het
instellen van een Federale Interim
regering in Indonesië.
BETALINGSBALANS MOET IN
EVENWICHT KOMEN.
De algemene toestand van ons land
besprekend, gewaagde ik er reeds van,
dat deze met name in economisch op
zicht zorgelijk is.
Om zo snel mogelijk onze volkskracht
te herstellen en de wederopbouw te
verzekeren, is invoer op ongekend grote
schaal nodig geweest en ook thans nog
onvermijdelijk. Daartegenover was aan
vankelijk slechts een geringe uitvoer
mogelijk, terwijl de inkomsten aan bui
tenlandse betaalmiddelen, vroeger
voortvloeiend uit ons verkeer met Indië
en met Duitsland, vrijwel waren wegge
vallen en onze koopvaardijvloot voor 'n
groot deel in de grond was geboord. Zo
is het nodig geweest de tekorten aan
te vullen door credieten en door een
deel te gebruiken van wat nog resteer
de aan goud, aan bezit van buitenland
se effecten en andere deviezenbronnen.
Ten slotte bleef een groot tekort op
onze betalingsbalans bestaan, dat spoe
dig zou hebben moeten leiden tot in
krimping van onze bedrijvigheid en ver
laging van ons levenspeil, als niet de
hulp van de Ver. Staten aan Europa
de mogelijkheid van een overbrugging
der moeilijkheden had geopend.
Wij moeten echter voortdurend het
oog gericht houden op de noodzaak
om over enkele jaren zonder deze hulp
onze betalingsbalans in evenwicht te
brengen, wiJ het mogelijk zyn een
snel groeiende bevolking een redelijk
bestaan te verzekeren en arbeidsge
legenheid te waarborgen. De uiterste
krachtsinspanning van ons volk zal
daartoe nodig zijn. De regering zal
het hare doen om allen daarvan te
doordringen en tevens om wegen te
tionaal budget worden opgesteld dat
het parlement zal worden overgelegd.
De regering vertrouwt, dat de Sta-
ten-Generaal bereid zullen zyn mede
te werken tot spoedige behandeling
van de wetsontwerpen inzake bedrijfs
organisatie en ondernemingsraden,
waarna de indiening van wetten tot
instelling van een aantal product- en
bedrijfschappen zal worden bevor
derd, opdat de overheidsbemoeiingen,
welke daarvoor naar haar aard in
aanmerking komen, zullen kunnen
worden overgebracht naar het geor
ganiseerde bedrijfsleven, met waar
borging van het algemeen belang.
Naarmate de goederenvoorziening het
toelaat zal het distributiestelsel worden
geliquideerd waardoor de noodzakelijke
verruiming van de bewegingsvrijheid
van het bedrijfsleven zal worden be
vorderd. Ook aan verdere inkrimping
van het overheidsapparaat, die de rege
ring met kracht nastreeft, zal dit ten
goede komen.. Een gezonde ontwikke
ling van de middenstand, in detailhan
del, zowel als ambacht, zal worden be
vorderd.
SLUITENDE BEGROTING
IN 1940?
De regering geeft zich ten volle re
kenschap van de ernst van de finan
ciële toestand. Hoewel de niet-sluitende
betalingsbalans inlezen degTOOtstege
varen oplevert, kan ook in een niet-
sluitende begroting, die in de eerste tijd
na de bevrijding onvermijdelijk was,
niet blijvend worden berust.
Zonder tekort te doen aan de be
vordering der volkswelvaart cn aan de
eisen der sociale rechtvaardigheid
vertrouwt de regering aan de Staten-
Generaal voor het jaar 1949 weder
een nagenoeg sluitende begroting te
kunnen voorleggen, behalve voor zo
ver betreft de kapitaalsuitgaven, waar-
voor naar hun aard mag worden ge
leend cn het tekort van het land-
bouwcgalisatiefonds. Uiteraard behoort
echter ook dit laatste tekort, voor zo
ver het niet door geleidelijke vermin
dering der subsidies kan worden op
geheven, zo spoedig mogelijk uit do
gewone middelen te worden bestreden
Efficiëncy cn soberheid in de publieke
dienst zullen met kracht worden be
vorderd.
In sociaal opzicht zal op de ingeslagen
weg worden voortgegaan. Een construc
tieve loon- en prijspolitiek zal worden
gevoerd. Op meer bestaanszekerheid en
het wegnemen van te grote tegenstel
lingen bij de inkomstenverdeling blijft
het oog gericht. Daarbij wordt mede ge
dacht aan de gezinsbelangen met name
die der kinderrijke gezinnen, zowel bij
de belasting-politiek, als bij het sociaal
beleid. Ook een krachtige woningpoli-
tiek is uit dit oogpunt van grote bete
kenis.
Binnen het raam van 't financieel en
sociaal mogelijke en in coördinatie met
de plannen van daarvoor in aanmerking
komende mogendheden zal voortge-
werkt worden aan de opbouw van een
effectieve, wel-geördende, goed geleide
strijdmacht
Gestreefd wordt naar het spoedig
herstellen van normale toestanden op
het gebied van het recht en de rechts
bedeling en naar liquidatie van door
oorlog en bezetting op dit gebied ver
oorzaakte abnormale toestanden.
Ook dit kabinet gaat uit van do
zedelijke beginselen, die aan onze be
schaving ten grondslag liggen. Dit
sluit de erkenning in, dat het Chris
tendom voor zeer grote groepen van
ons volk de bron is, waaruit zy hun
geestelijke krachten putten en welks
zedelijke normen door vele aanhan
gers van andere dan Christelijke over
tuiging eveneens worden aanvaard.
DE CULTURELE TAAK.
Deze opvattingen zullen tot uiting ko
men ook in de culturele taak, die to
vervullen valt. waarbij de regering, zo
vel ten aanzien van het onderwijs, als
5ij velerlei wetenschappelijke en kunst
zinnige arbeid, opwekkend en bevorde-
-end werkzaam kan zijn zonder tot zich
te trekken wat, naar zijn aard, niet
van staatswege dient te geschieden.
Verdere toepassing van de gedachte
der financiële gelijkstelling, met name
voor het Middelbaar en Voorbereidend
Hoger Onderwijs en het Buitengewoon
Lager Onderwijs, zal worden bevorderd.
Een uitputtend overzicht van het pro
gram en van de voornemens der rege
ring is hiermede niet gegeven. De
Troonrede en de behandeling der be
groting zullen gelegenheid geven tot
verdere uitwerking. Ik heb voornamelijk
het licht willen laten vallen op een aan
tal hoofdpunten, waaronder er zijn, die
de bestaansmogelijkheden van ons volk
raken.
UITERSTE INSPANNING
NOODZAKELIJK.
Op het ogenblik, dat H.M. Koningin
Wilhelmina op het punt staat de
Kroon, die zij een halve eeuw op waar
lijk vorstelijke wyzc heeft gedragen,
over te dragen aan H. K. H. Prinses
Juliana, als Regentes reeds door ons
volk met zoveel vertrouwen begroet,
worstelt Nederland met problemen,
waarvan de oplossing over de toe
komst van het Koninkrijk en van ons
volk zal beslissen.
Wij zullen ons tot het uiterste moe
ten inspannen om Nederland te doen
zijn een land waar het voor allen goed
Is te wonen en om de verhouding tot
de gebieden over zee te vestigen op een
nieuwe grondslag, die er allereerst een
moet zijn van onderling vertrouwen en
van wil tot samenwerking op voet van
gelijkheid.
Wij moeten onze productie, onze
scheep- en luchtvaart, onze handel,
ons verkeer met overzee, zowel als met
het vasteland van Europa, opvoeren tot
een peil, waarop het bestaan ook van
een snel toenemende bevolking kan
worden verzekerd.
Wij hebben mede te werken aan de
nauwere aaneensluiting der naburige
volken en tevens, waar mogelijk, tot de
groei ener Internationale rechtsorde bij
te dragen op een wyze, de hoge tradi
ties van ons land waardig.
VEERKRACHT NIET VERLOREN!
Wy zijn zwaar beproefd en diep ver
armd, maar wy hebben onze veer
kracht niet verloren. Grote moeilijk
heden, maar ook grote mogelijkheden
liggen voor ons. Moge het ons gege
ven zyn, steunende op hogere begin
selen, ondanks de sterke verschillen
in staatkundige overtuiging die in
ons volk leven, gezamenlijk de kracht
te ontwikkelen, die ons opgewassen
doet zyn tegen de zware, maar groot
se taak, die Nederland in dit tijds
gewricht heeft te vervullen.
Vragen over nieuwe rechtsorde
Gisteren is het verslag verschenen
over de gecombineerde wetsontwerpen
tot Grondwetsherziening.
De voorgestelde veranderingen be
troffen de vestiging van een nieuwe
rechtsorde binnen het Koninkrijk, de
vaststelling van het inkomen van dc
afgetreden Koning of Koningin, de
Invoering van het instituut der staats
secretarissen en de regeling van de
mogelijkheid, om grondwettelijke be
voegdheden van bepaalde burgerlijke
gezagsorganen over te dragen op an
dere organen van deze aard.
Uit het verslag blijkt, dat sommige
leden ernstige bezwaren opperden tegen
de overijlde indiening der wetsontwer
pen bij de Kamer in haar oude samen
stelling, hetgeen huns inziens geenszins
noodzakelijk was. Anderen daarentegen
zyn van mening, dat het verloop van
zaken haast vereist, dat het demission-
naire kabinet niet verantwoord zou
zijn geweest, het ontwerp later dan
strikt nodig in te dienen.
Zeer vele leden achten het staats
rechtelijk onhoudbaar de stemming
over dc ontwerpen afhankelijk te
stellen van aard en beleid van het
nieuwe kabinet.
Het is constitutioneel gezond, dat het
parlement te zijner tijd bij en over de
uitvoering rekenschap vraagt en even
tueel zijn veroordeling uitspreekt. Thans
kunnen echter geen vragen worden ge
steld, waarvan de beantwoording ofwel
afhankelijk is van de latere Rondetafel
conferentie ofwel met het algemeen re
geringsbeleid in verband kan staan.
Zeer vele leden zijn weinig Ingenomen
met het voorschrift der twee-derde
meerderheid, omdat daardoor aan een
minderheid in de Staten-Generaal een
onevenredig overwicht wordt toegekend
en het verstarringsgevaar wordt bevor
derd. Zij menen dat de Nederlanders
hun wensen alleen bij vrijwillige in
stemming der Indonesische volkeren
kunnen realiseren en de consequenties
van het aanvaarden van het vrije over
leg als basis voor de nieuwe structuur
zonder reserves hebben te accepteren.
De eis van vrijwilligheid in de Konink
lijke rede moet zijn volle gewicht be
houden.
Overigens wordt in het voorlopig ver
slag, voornamelijk van oppositionele
zijde, stilgestaan bij het wetsvoorstel
betreffende de nieuwe rechtsorde, waar
bij, ln verband met de motie-Tilanus
de regering een achttiental vragen
wordt gesteld wat haar verdere plan
nen ten aanzien van de uitwerking
betreft.
Ook worden vragen gesteld over d«
verantwoordelijkheid van de staatsse
cretarissen voor de Kamer.