Minister-president Drees ontvouwt de regeringsplannen Zwaar beproefd en diep verarmd Nederland worstelt met problemen f No. 26465 WEERBERICHT Indonesië vraagt vóór alles aandaeht! Kamerleden becritiseren Grondwetsherziening 87ste Jaargang DONDERDAG 12 AUGUSTUS 1948 LEIDSCH DAGBLAD Directeur: J. W. Henny Hoofdredactie: B W Menkhorst en J Brouwer DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN f3.90 per 3 maanden; 30 cents per week Telefoon Dir. en Adm.r 25041; Red. .41507 Witte Singel 1, Lelden - Giro no.: 67055 Hst regeritogsprogram IN de hedenmiddag gehouden zitting van de Tweede Kamer heeft de nieuwe minister-president, de heer W. Drees, het regeringsprogramma voor de eerstvolgende jaren ontvouwd. Het thans optredende kabinet ka rakteriserende, gewaagde deheerDreees van een program-ministerie, dat zijn grondslag geenszins vindt in een vaste samenwerking van bepaalde parlemen taire groepen, doch dat zich tot taak stelt een zakelijk programma te ver wezenlijken, waaraan overigens geen enkele partij of fractie zioh gebonden heeft. De aard van een dergelijk kabinet komt de stabiliteit er van vanzelfspre kend niet ten goede, omdat gemakke lijker dan in een parlementair kabinet zich spanningen kunnen voordoen, welke het bestaan van het gehele mi nisterie op het spel zetten en die in de volksvertegenwoordiging andere ver houdingen denkbaar maken dan waar op de samenstelling van de minister raad is gebaseerd. Dit kabinet wij wezen er reeds eerder op draagt in zich het karak ter van een compromis, doch een com promis, dat ongetwijfeld in meerdere mate de uitspraak van de jongste ver kiezingen weerspiegelt dan welk par lementair kabinet -ook had kunnen doen. Er zijn over en weer belangrijke concessies nodig geweest om de kabi netsformateur, de heer Van Sohaik, in staat te stellen zijn opdracht tot uit voering te brengen, doch ofschoon de tijd drong, kan men toch onmogelijk zeggen, dat de kwaliteit werd geofferd aan het tempo. In het kader der natonale en inter nationale omstandigheden kan dit kabinet niet anders dan vertrouwen wekken en de grote lijnen van het toe komstig regeringsbeleid tonen duide lijk de koers, waarin zal worden ge varen. HET probleem, dat allereerst de aandacht vraagt en dat ook de aanleiding is geweest tot de jong ste kabinetswisseling, vormt de Indo nesische kwestie, waarbij de heer Drees, evenals zijn voorganger meermalen deed, zijn teleurstelling uitsprak over de houding, welke de Republiek zowel ten aanzien van de voorlopige Federale staten als ten opzichte van Nederland blijft innemen. Met name noemde de premier in dit verband de uitgebleven realisatie der Renville-bepalingen en de toenemende bestands-schendingen, waarbij zo zeide hij „veelal wel niet de republikeinse regering recht streeks betrokken is, maar waarin toch meermalen republikeinse Instanties de hand hebben". Eerlijk -gezegd kunnen wij ons deze differentiatie door de heer Drees niet goed voorstellen. Wanneer de Republiek Indonesië, zoals zij beweert te zijn, een goedgeordende staat is, behoort geen onderscheid te worden gemaakt tussen de republikeinse regering en republi keinse instanties, welke laatste toch slechts het verlengstuk en de uitvoeren de organen van de eerste behoren te zijn. Het bestaan van dergelijke tegen stellingen bewijst juist, dat zij nog lang niet is wat zij had behoren te zijn en wat zij pretendeert wèl te wezen Intussen stemmen wij volledig in met 's heren Drees' verzekering, waar hij uiting geeft aan de bereidheid van Nederland om zijn woord gestand te doen, doch dit zelfde verwacht en ver langt van de wederpartij. OP financieel-economisch terrein zal het streven der regering naar een zo snel mogelijk evenwicht in de betalingsbalans algemene erkenning en waardering ondervinden. De toekomsti ge economische unie met België en Luxemburg, welke op 1 Januari 1950 moet zijn verwezenlijkt, bevordert, dat het distributie-apparaat voor dat tijd stip grotendeels moet zijn verdwenen, waarover we ons slechts kunnen ver heugen evenals over de verdere inkrim ping van de overheidsbemoeiing, welke ook in ander opzicht in uitzicht wordt gesteld. De regeringsverklaring bevat verder een aantal uitspraken, welke alhoewel wij ze niet graag als „gemeenplaatsen" zouden willen kwalificeren, in feite toch weinig belangrijke nieuwe ge zichtspunten openen. Dat „ook dit kabinet uitgaat van de zedelijke beginselen, die aan onze be schaving ten grondslag liggen" zal wel niemand verwonderen evenmin als de aankondiging, dat „deze opvattingen tot uiting zullen komen in de culturele taak, die te vervullen valt". Belangrijker is de vraag op welke wijze die opvattingen tot uiting zullen komen De verklaring besluit met een krach tige oproep tot inspanning van alle krachten om Nederland weer te doen zijn „een land waar het voor allen goed is om te wonen". Prins George van Griekenland bij jubileum van Koningin Wilhelmina Naar A.F.P. uit Athene meldt, zal Prins George van Griekenland de Koninklijke familie vertegenwoordigen bij het jubileum van Koningin Wilhel mina. PLAATSELIJK REGENBUIEN. De Bilt verwacht tot morgenavond: Half tot zwaar bewolkt met plaatse lijk regenbuien. Matige tot vrij krach tige wind tussen Noord-West en Noord. Koel weer. 13 AUGUSTUS. Zon op: 5.20 uur; onder: 20.09 uur. Maan op: 16.25 uur: onder: 23 37 uur (E.K.). Hoogwater te Katwijk te 10.04 en 22.37 uur (Doodtij). Dit nummer bestaat uit zes pagina's Hedenmiddag om 1 uur las de Minis ter-President, de heer W. Drees; in de Tweede Kamer de volgende regeringsverklaring voor: EEN „PROGRAM"-MINISTERIE. Mijnheer de Voorzitter, Voor de derde maal na de bevrijding treedt een nieuw kabinet op. Weer, als twee jaar geleden, met in zich 'n zekere mate van continuïteit met hetgeen vooraf ging, maar ook in belangrijke mate van ander karakter. Alvoiens ik namens het Kabinet in enkele hoofdtrekken zal aangeven, welk beleid dit zien voorstelt te voeren, moge ik beginnen net een woord van waardering jegens n:ijn ambtsvoorganger, die in moeilijke jaren en onder wisselende omstandigheden leiding heeft gegeven aan 's lands zaken, die daarbij in het kabinet een voorlrelfelijke samen werking wist te bewaren en die heeft weten te bevorderen, dat vee1 van hetgeen twee jaar geleden in uitzicht is gesteld, Inmiddels is verwerke lijkt of in wetsontwerpen belichaamd. De formateur van Int kabinet, die zich in 's lands belang zoveel moeite heeft getroost om tot een aanvaardbare oplossing tc komen, heeft hoewel hij om te eerbiedigen redenen heeft gemeend niet als minister president te moeten optreden zich bereid verklaard deel uit te maken van het kabinet. Dat deze Kamer zich daarmede haar voorzitter ziet ontvallen, zal zij met mij ongetwijfeld voelen als een groot verlies, dat echter meer dan opgewogen wordt door de versterking van de regering, die hiervan het gevolg is. Het thans optredende Kabinet steunt niet als het vorige, op een vaste sa menwerking tussen bepaalde parlementaire groepen. Het richt zich op de verwezenlijking van een program, waarop degenen, die voor het minis terschap werden aangezocht, zich hebben verenigd. Geen party of frac tie heeft zich daaraan gebonden. Niettemin mag op grond van be sprekingen, die in 'n vroeger stadium der formatie van een nieuw kabi net werden gevoerd, de verwachting worden uitgesproken, dat op menig punt op instemming in brede kring kan worden vertrouwd. Een vertrou wen, waartoe, naar wij hopen, ook de samenstelling van het kabinet moge bijdragen. Wordt aan kwalificatie van de aard van het kabinet behoefte gevoeld, dan zou het beste van een program-ministerie kunnen worden gespro ken. omdat uitwerking van de overeen stemming, die op de Renville was verkregen, tot nog toe niet kon wor den verwezenlijkt, als omdat de schendingen van het bestand toene men, schendingen waarbij veelal wel niet de Republikeinse regering recht streeks betrokken is, maar waarin toch meermalen Republikeinse in stanties de hand hebben. Voor een herstel van de staatkundi ge en economische eenheid in Indone sië, voor het herleven van de welvaart, voor het scheppen van een rechtsorde, zoeken, die het bereiken van dit doel kunnen vergemakkelijken. Het verwezenlijken van de economi sche unie met België en Luxemburg, acht de regering voor de toekomst van de drie landen van zeer groot gewicht. Het verheugt haar, dat ten aanzien van het tempo en de wijze van verwezen lijking der unie tussen de drie regerin gen in beginsel overeenstemming is be reikt. Nauwere samenwerking ook met West-Europa en meer in het algemeen van de zestien landen, die door het Marshall-plan tot overleg over hun eco nomische politiek zijn gebracht, is drin gend geboden. Hoe noodzakelijk het is. dat in het bijzonder ook het verkeer met Duitsland weer in normale banen geleid wordt, springt in het oog Daar naast wordt ernstig gestreefd naar toe neming van het handelsverkeer met andere landen, ook met het Oosten van Europa. BELANGRIJKE WETSONTWERPEN Onmisbaar blijft in dit verband een landbouwpolitiek, gericht op verhoging van een rationele bodemproductie, die ook aan de welvaart en aan de be staanszekerheid der producenten ten goede kan komen. Een stelselmatige ln- vesterings-, industriële- en conjunctuur- politiek zal worden gevoerd, an Ade energievoorziening wordt bijzondere aandacht besteed. Jaarlijks zal een na- VERONTRUSTENDE TOESTAND. Waar staat Nederland op het ogen blik, dat dit Kabinet het 'oewind over neemt? In menig opzicht is sinds de bevrijding grote vooruitgang te boeken geweest. Ons land en ons volk bieden een gans andere aanblik dan op het voor altijd gedenkwaardige moment, toen de bezetter na vijf jaar ons volk onderdrukt en ons land verwoest en geplunderd te hebben, zich tenslotte gewonnen meest geven. Velerlei aspec ten van het herstel wekken de bewon dering van wie na verlocp van 'n paar jaren afwezigheid ons land terugziet. De totale productie is boven de voor oorlogse omvang gestegen. De goede renvoorziening is voortdurend ver ruimd. Aan de intering cp het natio nale vermogen is een einde gekomen. De gezondheidstoestand der bevolking is al zijn er nog donkere punten, zoals b.v. de stijging van het aantal gevallen van tuberculose toch zo veel verbeterd, dat bij een hoog ge boortecijfer de sterftecijfers over de gehele linie beneden de vooroorlogse zijn gekomen en een laagterecord te zien geven. Belangrijke sociale verbe teringen zijn tot stand gekomen. Niettemin is er allerminst reden tot berusting of zelfvoldaanheid. De ma teriële nood is nog groot en de morele inzinking is nog niet geheel geweken. Nog is er bij velen een wanverhouding tussen de inkomsten en de noodzake- dlngen in ongunstige zin beïnvloed door de tegenslagen, ondervonden bij de pogingen om het Indonesische vraagstuk tot een bevredigende op lossing te brengen. Daarop zal dan ook de aandacht van regering en volksvertegenwoordiging zich in de eerste plaats hebben te richten. Op nieuw hebben wy ons in te zetten om alsnog te pogen tot een resultaat te komen, aanvaardbaar zowel voor de grote meerderheid van 't Neder landse volk als voor Indonesië. TELEURSTELLENDE VER HOUDING TOT REPUBLIEK. Nederland heeft zich verbonden me de te werken tot het scheppen van nieuwe staatkundige verhoudingen, waarbij zullen worden gevormd de vrije en sou/ereine Ver. Staten van Indonesië, in een hechte en duurzame Unie, gelijkwaardig ve-conden met het Koninkrijk der Nederlanden, een Unie, die door eigen >rganen ae gemeen schappelijke belangen der deelnemers op verschillende gebieden zal beharti gen. Wij verheugen ons er in, dat wij juist dezer dagen bespre Is'ngen hebben krnnen voeren m?t een delegatie int de negara's en daerars. reeds gevormd buiten de Republiek, gebieden waar veelal een verblijdende opleving waar te nemen. Deze besprekingen hebben de overtuiging versterkt, dat met vertegenwoordigers* van deze ge bieden overeenstemming zal worden Het ministerie DreesVan Schaik is gisterochtend voor het eerst na de be ëdiging van de nieuwe ministers bijeengekomen. Zittend van links naar rechts: Schokking, Stikker, Van Schaik, Drees, Rutten en Sassen. Staande van links naar rechts: Lieftinck, Wijers, In 't Veld, Joekes, Mansholt, v. d Brinck, Van .Maarseveen (voor de heer Van Maarseveen staat dr Prinsen, secretaris van de ministerraad), Götzen en Dutilh (adj. secr.). Foto ANP-v. d. W. lijke uitgaven. Er is nog schaarste aan bereikt. Een overeenstemming, die zal belangrijke goederen en nog jaren zul-j zijn na te streven, allereerst ten op- len wij gebukt gaan onder een woning nood, die hoge menselijke waarden in gevaar brengt. Bovendien is de economische toe stand in wezen veel ernstiger dan in het algemeen wordt begrepen. Het verkregen levenspeil, dat nog door zo velen als onbevredigend wordt ge voeld, kunnen wy nog niet uit eigen kracht handhaven. De tegenstellingen in ons volk zijn scherper dan wij in de tijd der be zetting mochten hopen, ook als wij ons ten volle rekenschap gaven van de blijvende diepgaande verschillen in levensovertuiging, die ons volk kenmerken. De toestand in de wereld is veront rustend en drukt zijn stempel ook op de verhoudingen in Nederland. Voor alles echter worden die verhou- zichte van de instelling in overgan-gs- i tijd van een waarlijk Indonesische fe- I derale interim-regering en vervolgens ten opzichte van de inrichting der I Ver. Staten van Indonesië en de vor- mmg der gelijktijdig tot stand te bren gen Unie. Indien zonder voorbehoud i komt vast te staan, dat in de Unie de i beide delen, die haar gaan vormen, I ten volle gelijkgerechtigd zullen zijn en dus ook de organen van paritaire sa- i menstelling, zal de vrees kunnen wor den weggenomen, dat de staatsrechte- i lijke figuur van een reëele Koninklijke Unie, met bindend gezag cp haar ccm- petentieveld van de eigen organen, een poging zou betekenen om in andere vorm een Nederlands overwicht te bestendigen. Uitermate teleurstellend blijft de verhouding tot de Republiek, zowel De Keizer van Iran, Mohammed Heze Pahlavi heeft te Parijs een bezoek ge bracht aan de Moskée. Daar werd de vorst ontvangen door Si Kadour Ben Gabrit en verscheidene andere Mohammedaanse en Franse autoriteiten. Foto ANP-Afp. die waarborgen biedt voor allen, is het van groot belang, dat de Republiek op korte termyn haar plaats inneemt in de Ver. Staten van Indonesë, die bezig zijn zich te vormen. Nu enerzijds ver- tegenwoordigers van de gebieden, die I aan de conferentie in Bandoeng deel nemen, een beroep doen op de mede werking der Republiek, anderzijds de Commissie van Goede Diensten in ge deeltelijk nieuwe samenstelling haar pogingen zal hervatten om overeen stemming te bevorderen, moge dezer zijds opnieuw worden uitgesproken en ook practisch tot uiting gebraoht, dat Nederland ten volle bereid is zijn woord gestand te doen, maar ditzelf de verwacht en verlangt van de we derpartij- Ten aanzien van de andere Overzee se Gebiedsdelen wordt het overleg voortgezet, dat reeds geleid heeft tot verheugende voorlopige resultaten, die de zekerheid geven, dat Nederland. Suriname en de Nederlandse Antillen met volle instemming van deze voor inwendige aangelegenheden zelfstan dig geworden gebieden, een verenigd koninkrijk zullen zijn. Ook bij dit over leg is gebleken, van hoeveel belang het is, dat bij Nederland de wil voorzit de mentaliteit en de aspiraties van de volkeren overzee te begrijpen en daar aan zoveel megehjk recht te doen we dervaren. De regering vertrouwt, dat de Sta- ten-Genèraal zullen willen medewer ken tot een zer snelle afdoening in tweede lezing van de Grondwetsherzie ning. die voltooiing van de op gang zijnde ontwikkeling mogelijk moet ma ken, en daarna tot een spoedige be handeling van een wetsontwerp tot het instellen van een Federale Interim regering in Indonesië. BETALINGSBALANS MOET IN EVENWICHT KOMEN. De algemene toestand van ons land besprekend, gewaagde ik er reeds van, dat deze met name in economisch op zicht zorgelijk is. Om zo snel mogelijk onze volkskracht te herstellen en de wederopbouw te verzekeren, is invoer op ongekend grote schaal nodig geweest en ook thans nog onvermijdelijk. Daartegenover was aan vankelijk slechts een geringe uitvoer mogelijk, terwijl de inkomsten aan bui tenlandse betaalmiddelen, vroeger voortvloeiend uit ons verkeer met Indië en met Duitsland, vrijwel waren wegge vallen en onze koopvaardijvloot voor 'n groot deel in de grond was geboord. Zo is het nodig geweest de tekorten aan te vullen door credieten en door een deel te gebruiken van wat nog resteer de aan goud, aan bezit van buitenland se effecten en andere deviezenbronnen. Ten slotte bleef een groot tekort op onze betalingsbalans bestaan, dat spoe dig zou hebben moeten leiden tot in krimping van onze bedrijvigheid en ver laging van ons levenspeil, als niet de hulp van de Ver. Staten aan Europa de mogelijkheid van een overbrugging der moeilijkheden had geopend. Wij moeten echter voortdurend het oog gericht houden op de noodzaak om over enkele jaren zonder deze hulp onze betalingsbalans in evenwicht te brengen, wiJ het mogelijk zyn een snel groeiende bevolking een redelijk bestaan te verzekeren en arbeidsge legenheid te waarborgen. De uiterste krachtsinspanning van ons volk zal daartoe nodig zijn. De regering zal het hare doen om allen daarvan te doordringen en tevens om wegen te tionaal budget worden opgesteld dat het parlement zal worden overgelegd. De regering vertrouwt, dat de Sta- ten-Generaal bereid zullen zyn mede te werken tot spoedige behandeling van de wetsontwerpen inzake bedrijfs organisatie en ondernemingsraden, waarna de indiening van wetten tot instelling van een aantal product- en bedrijfschappen zal worden bevor derd, opdat de overheidsbemoeiingen, welke daarvoor naar haar aard in aanmerking komen, zullen kunnen worden overgebracht naar het geor ganiseerde bedrijfsleven, met waar borging van het algemeen belang. Naarmate de goederenvoorziening het toelaat zal het distributiestelsel worden geliquideerd waardoor de noodzakelijke verruiming van de bewegingsvrijheid van het bedrijfsleven zal worden be vorderd. Ook aan verdere inkrimping van het overheidsapparaat, die de rege ring met kracht nastreeft, zal dit ten goede komen.. Een gezonde ontwikke ling van de middenstand, in detailhan del, zowel als ambacht, zal worden be vorderd. SLUITENDE BEGROTING IN 1940? De regering geeft zich ten volle re kenschap van de ernst van de finan ciële toestand. Hoewel de niet-sluitende betalingsbalans inlezen degTOOtstege varen oplevert, kan ook in een niet- sluitende begroting, die in de eerste tijd na de bevrijding onvermijdelijk was, niet blijvend worden berust. Zonder tekort te doen aan de be vordering der volkswelvaart cn aan de eisen der sociale rechtvaardigheid vertrouwt de regering aan de Staten- Generaal voor het jaar 1949 weder een nagenoeg sluitende begroting te kunnen voorleggen, behalve voor zo ver betreft de kapitaalsuitgaven, waar- voor naar hun aard mag worden ge leend cn het tekort van het land- bouwcgalisatiefonds. Uiteraard behoort echter ook dit laatste tekort, voor zo ver het niet door geleidelijke vermin dering der subsidies kan worden op geheven, zo spoedig mogelijk uit do gewone middelen te worden bestreden Efficiëncy cn soberheid in de publieke dienst zullen met kracht worden be vorderd. In sociaal opzicht zal op de ingeslagen weg worden voortgegaan. Een construc tieve loon- en prijspolitiek zal worden gevoerd. Op meer bestaanszekerheid en het wegnemen van te grote tegenstel lingen bij de inkomstenverdeling blijft het oog gericht. Daarbij wordt mede ge dacht aan de gezinsbelangen met name die der kinderrijke gezinnen, zowel bij de belasting-politiek, als bij het sociaal beleid. Ook een krachtige woningpoli- tiek is uit dit oogpunt van grote bete kenis. Binnen het raam van 't financieel en sociaal mogelijke en in coördinatie met de plannen van daarvoor in aanmerking komende mogendheden zal voortge- werkt worden aan de opbouw van een effectieve, wel-geördende, goed geleide strijdmacht Gestreefd wordt naar het spoedig herstellen van normale toestanden op het gebied van het recht en de rechts bedeling en naar liquidatie van door oorlog en bezetting op dit gebied ver oorzaakte abnormale toestanden. Ook dit kabinet gaat uit van do zedelijke beginselen, die aan onze be schaving ten grondslag liggen. Dit sluit de erkenning in, dat het Chris tendom voor zeer grote groepen van ons volk de bron is, waaruit zy hun geestelijke krachten putten en welks zedelijke normen door vele aanhan gers van andere dan Christelijke over tuiging eveneens worden aanvaard. DE CULTURELE TAAK. Deze opvattingen zullen tot uiting ko men ook in de culturele taak, die to vervullen valt. waarbij de regering, zo vel ten aanzien van het onderwijs, als 5ij velerlei wetenschappelijke en kunst zinnige arbeid, opwekkend en bevorde- -end werkzaam kan zijn zonder tot zich te trekken wat, naar zijn aard, niet van staatswege dient te geschieden. Verdere toepassing van de gedachte der financiële gelijkstelling, met name voor het Middelbaar en Voorbereidend Hoger Onderwijs en het Buitengewoon Lager Onderwijs, zal worden bevorderd. Een uitputtend overzicht van het pro gram en van de voornemens der rege ring is hiermede niet gegeven. De Troonrede en de behandeling der be groting zullen gelegenheid geven tot verdere uitwerking. Ik heb voornamelijk het licht willen laten vallen op een aan tal hoofdpunten, waaronder er zijn, die de bestaansmogelijkheden van ons volk raken. UITERSTE INSPANNING NOODZAKELIJK. Op het ogenblik, dat H.M. Koningin Wilhelmina op het punt staat de Kroon, die zij een halve eeuw op waar lijk vorstelijke wyzc heeft gedragen, over te dragen aan H. K. H. Prinses Juliana, als Regentes reeds door ons volk met zoveel vertrouwen begroet, worstelt Nederland met problemen, waarvan de oplossing over de toe komst van het Koninkrijk en van ons volk zal beslissen. Wij zullen ons tot het uiterste moe ten inspannen om Nederland te doen zijn een land waar het voor allen goed Is te wonen en om de verhouding tot de gebieden over zee te vestigen op een nieuwe grondslag, die er allereerst een moet zijn van onderling vertrouwen en van wil tot samenwerking op voet van gelijkheid. Wij moeten onze productie, onze scheep- en luchtvaart, onze handel, ons verkeer met overzee, zowel als met het vasteland van Europa, opvoeren tot een peil, waarop het bestaan ook van een snel toenemende bevolking kan worden verzekerd. Wij hebben mede te werken aan de nauwere aaneensluiting der naburige volken en tevens, waar mogelijk, tot de groei ener Internationale rechtsorde bij te dragen op een wyze, de hoge tradi ties van ons land waardig. VEERKRACHT NIET VERLOREN! Wy zijn zwaar beproefd en diep ver armd, maar wy hebben onze veer kracht niet verloren. Grote moeilijk heden, maar ook grote mogelijkheden liggen voor ons. Moge het ons gege ven zyn, steunende op hogere begin selen, ondanks de sterke verschillen in staatkundige overtuiging die in ons volk leven, gezamenlijk de kracht te ontwikkelen, die ons opgewassen doet zyn tegen de zware, maar groot se taak, die Nederland in dit tijds gewricht heeft te vervullen. Vragen over nieuwe rechtsorde Gisteren is het verslag verschenen over de gecombineerde wetsontwerpen tot Grondwetsherziening. De voorgestelde veranderingen be troffen de vestiging van een nieuwe rechtsorde binnen het Koninkrijk, de vaststelling van het inkomen van dc afgetreden Koning of Koningin, de Invoering van het instituut der staats secretarissen en de regeling van de mogelijkheid, om grondwettelijke be voegdheden van bepaalde burgerlijke gezagsorganen over te dragen op an dere organen van deze aard. Uit het verslag blijkt, dat sommige leden ernstige bezwaren opperden tegen de overijlde indiening der wetsontwer pen bij de Kamer in haar oude samen stelling, hetgeen huns inziens geenszins noodzakelijk was. Anderen daarentegen zyn van mening, dat het verloop van zaken haast vereist, dat het demission- naire kabinet niet verantwoord zou zijn geweest, het ontwerp later dan strikt nodig in te dienen. Zeer vele leden achten het staats rechtelijk onhoudbaar de stemming over dc ontwerpen afhankelijk te stellen van aard en beleid van het nieuwe kabinet. Het is constitutioneel gezond, dat het parlement te zijner tijd bij en over de uitvoering rekenschap vraagt en even tueel zijn veroordeling uitspreekt. Thans kunnen echter geen vragen worden ge steld, waarvan de beantwoording ofwel afhankelijk is van de latere Rondetafel conferentie ofwel met het algemeen re geringsbeleid in verband kan staan. Zeer vele leden zijn weinig Ingenomen met het voorschrift der twee-derde meerderheid, omdat daardoor aan een minderheid in de Staten-Generaal een onevenredig overwicht wordt toegekend en het verstarringsgevaar wordt bevor derd. Zij menen dat de Nederlanders hun wensen alleen bij vrijwillige in stemming der Indonesische volkeren kunnen realiseren en de consequenties van het aanvaarden van het vrije over leg als basis voor de nieuwe structuur zonder reserves hebben te accepteren. De eis van vrijwilligheid in de Konink lijke rede moet zijn volle gewicht be houden. Overigens wordt in het voorlopig ver slag, voornamelijk van oppositionele zijde, stilgestaan bij het wetsvoorstel betreffende de nieuwe rechtsorde, waar bij, ln verband met de motie-Tilanus de regering een achttiental vragen wordt gesteld wat haar verdere plan nen ten aanzien van de uitwerking betreft. Ook worden vragen gesteld over d« verantwoordelijkheid van de staatsse cretarissen voor de Kamer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1948 | | pagina 1