Het beleid van het L.D. in oorlogstijd goedgekeurd EERHERSTEL Uitspraak van volkomen Zuiveringscommissie gedesavoueerd Volledige rehabilitatie Militair Iesviiegtuig bij Sferksel neergestort WEERBERICHT 87ste Jaargang DINSDAG 13 APRIL 1948 No. 26360 LEIDSCH DAGBLAD Directeur: J. W. Henny Hoofdredactie: B W Menkhorst en J. Brouwer DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN f3.90 per 3 maanden: 30 cents per week Telefoon Dir. en Adm.: 25041; Red. 21507 Witte Singel L. LeldeD - Giro no.: 67055 DE lezer vergeve het ons, dat wij ditmaal bü wijze van uitzondering op deze plaats eens niet de aan dacht vragen voor een zaak van inter nationaal of nationaal gewicht, doch voor een aangelegenheid, welke allen, die bü ons Blad betrokken zijn eigen - lük reeds sedert de Bevrijding in Mei 1945 bezig houdt. Tot juist begrip van zaken moge hier zeer in het kort nog even worden ge releveerd wat daaraan is voorafgegaan. Nadat onze toenmalige hoofdredac teur, de heer B. W. Menkhorst op 8 No vember 1943 op Duits bevel door het Departement van Volksvoorlichting, Opvoeding en Wetenschappen wegens gebrek aan medewerking in de van die zijde gewenste zin uit zfjn functie was ontslagen met gelyktijdige ontzetting uit het recht om in de journalistiek werk zaam te zün, volgde een maand later van dezelfde zyde het bevel, dat de uit gave van het „Leidsch Dagblad" met ingang van 1 Januari 1944 diende te worden gestaakt. Ofschoon reeds een der eerstvolgende dagen ondershands van departementale zy'de te kennen werd gegeven, dat dit bevel zou worden ingetrokken, wanneer commissarissen en directie bereid wa ren de aanstelling van een N.S.B.- hoofdredacteur te aanvaarden, besloot de leiding op deze suggestie niet te reageren, waarna op 31 December 1943 het verschyningsverbod van kracht werd Onmiddellijk daarna werden van di- rectiewege maatregelen genomen, o.a. door demontage, om te voorkomen, dat delen van ons machinepark naar Duits land zouden worden weggevoerd en in dienst gesteld van het propaganda-ap- paraat der Nazi's. TOEN de Bevrijding in zicht kwam, maakte de Londense regering de re geling bekend, welke zou worden toegepast ten aanzien van de verscho ning of herverschijning der Nederland se dagbladen en die heel in het kort gezegd hierop neerkwam, dat de bla den, die hetzij vrijwillig, hetzij gedwon gen, vóór 1 Januari 1943 waren opge houden te verschenen, onmiddellijk na de Bevrijding opnieuw mochten uitko men, terwijl de overige, waaronder dus ons Blad, zich eerst aan een zuiverings procedure moesten onderwerpen. Het is van belang in dit verband op te merken, dat de datum van 1 Januari 1943 door de regering volkomen wille keurig was vastgesteld en op geen en kele wijze voordien ter kennis van het Nederlandse publiek of het dagbladwe zen was gebracht. Integendeel: ieder, die in de bezet tingstijd min of meer geregeld .naar de uitzendingen van Radio-Oranje luister de, zal zich herinneren, dat onze rege ring als algemene richtlijn aanbeval de deportatie van arbeidskrachten naar Duitsland met beslistheid te saboteren, doch overigens allen aanried, „zoveel mogelijk op hun post te blüven", ten einde daardoor te voorkomen, dat lei dende posities in het bedrüfs- of amb telijke leven zouden worden bezet door Duitsland-wélgezinde elementen met alle te verwachten desastreuze gevolgen van dien. Bij herhaling heeft Radio-Oranje als officiële spreekbuis onzer wettige rege ring opgewekt om de oude posities te blijven bezetten tot het tijdstip waarop voortzetting dier werkzaamheden recht streeks zou indruisen tegen het Neder landse belang en derhalve niet verder verantwoord zou zün. Dit tijdstip achtten wij. wat ons betreft, gekomen in December 1943, toen aanvaarding van een N. S. B.- hoofdredacteur zou hebben bete kend, dat wü practisch geen enkele invloed meer zouden kunnen uit oefenen op de redactionele inhoud en vorm van onze courant. Uit de aard der zaak was dit laatste ook vóór de datum van 1 Januari 1944 in steeds minderende mate het geval, doch ondanks de talloze imperatieve voorschriften van het toenmalige „ho gerhand" en ondanks de onder dwang aanvaarde, doch, dank zij een tactische manoeuvre dezerzijds, tot een minimum gereduceerde medewerking van een po litieke medewerker, wiens sporadische by'dragen bovendien steeds van een ken teken waren voorzien, was het ons mo gelijk het ergste gif uit ons Blad te weren. Het is per saldo een onomstote- lijk feit, dat dc geringe propagan distische waarde, welke het „Leidsch Dagblad" in zün toenmalige vorm voor de Duitse zaak had, het voor naamste motief voor zün ge-dwon gen opheffing vormde. TOEN op 5 Mei 1945 de Bevrijding een feit was, wisten wij dusrin ze kere zin precies waaraan wij toe waren; wij dienden de uitspraak van een Zuiveringsraad af te wachten en vol vertrouwen (want met een gerust ge weten) zagen wü die uitspraak tegemoet. De hierop volgende ontwikkeling was al direct teleurstellend. Enerzijds tenge volge van een onvoldoende voorbereiding dezer materie door de Londense rege ring, anderzüds door onvoldoende con- tactmogelükheden gedurende de bezet ting, verstreken er maanden en nog eens maanden vooraleer deze zuiverings raden v/aren gevormd. Eindelijk, in De cember 1945 was het zover en op grond van het feit, dat ons Blad op dat tijd stip reeds gedurende büna twee jaar was gestaakt, verkregen wij prioriteit bij de behandeling en werd de zaak van het „Leidsch Dagblad" op 21 December 1945 voor de Commissie voor de Pers zuivering, ingesteld uit hoofde van het Tüdelük Persbesluit 1945 te 's-Graven- hage behandeld. Haar schriftelyke uitspraak d.d. 31 December d.a.v. betekende voor alle be trokkenen andermaal een grievende te leurstelling. Alle commissarissen, de hoofdredac teur, de heer Menkhorst, de toenmalige redacteur Stadsnieuws (thans eveneens hoofdredacteur)de heer J Brouwer en de procuratiehouder, de heer A. Poort man. werden voor de tiid van één maand ontzet uit het recht een leidende func- tie in het dagbladbedrijf te bezetten, terwijl de directeur, de heer J. w Henny zelfs voor acht maanden uit dat recht werd ontzet., niettegenstaande laatstgenoemde in het veroordelend von- nis werd geschetst als „iemand, die vol- Op 22 Januari j.l. is voor de Raad van Beroep inzake de Perszuive ring in hoger beroep behandeld de zuiveringszaak tegen J. W. Henny, directeur va nhet Leidsch Dagblad. J. Brouwer en B. W. Menkhorst. tijdens de jaren 19401943 resp. redacteur en hoofdredacteur. A. Poort man. procuratiehouder en administratie-chef en A. de Koster. A. D. de Koster en mevr. A. C. Sythoff-Plemp, commissarissen. In eerste instantie was de uitspraak: de heer Herrny ontzetting uit het recht om bü een dagbladonderneming werkzaam te zijn in enige journalistieke of leidende niet-journalistieke functie, voor een tüd van acht maanden, voor alle anderen één maand, waarna een „certi ficaat van geen bezwaar" mocht worden uitgereikt., Hiertegen zün alle betrokke ïen, van oordeel, dat hun hiermede een onverdiende blaam trof, in verzet gekomen en de Raad van Beroep heeft thans volgend vonnis gewezen: De Raad van Beroep, uitspraak doende: Vernietigt de uitspraak van de Commissie voor de Perszuivering d.d. 31 December 1945 betref fende J. W. Henny, J. Brouwer, B.W. Menkhorst, A. Poortman, A. de Koster, A. D. de Koster en Mevrouw A. C. Sijthoff-Plemp en be paalt, dat geen maatregel van ontzetting als bedoeld in artikel 2 Wet Noodvoorziening Perswezen van 28 Juni 1947 H 211 op de betrokkenen voornoemd za! worden toegepast; Verstaat mitsdien, dat het hun inmiddels reeds uitgereikte certificaat van geen bezwaar zyn kracht behoudt. Aldus gewezen te 's-Gravenhage door mr A. W. J. van Vrijberghe de Coningh, fungerend voorzitter, mr dr A. L. Scholtens en S. W- Mclchior, leden, in tegenwoordigheid van mr J. A. K. Leistikow, ad junct-Secretaris, op 10 April 1948. Wat het eerstè betreft merkt immers de Raad van Beroep op, dat het zou zyn een algeheel negeren van de reali teit. indien men zou willen betogen, dat het publiek in geen enkel opzicht be hoefte had aan noch was gebaat door het verschünen van een dagblad, dat zich niet geheel en over de totale lün van vreemde smetten vrij wist te hou den. In meer dan één opzicht toch was het Nederlandse Volk ook gedurende de jaren der bezetting aangewezen op het lezen van dagbladen en waren daar mede zowel de materiële als de niet- materiële belangen van het volk ge diend- De illegale bladen welke uiter aard volle waardering verdienen kon den in de beginperiode van hun ver- schünen in het geheel niet, irt lagere jaren slechts ten dele in die behoefte voorzien. Dat ten deze mede vitale be langen van het aan een courant werk zame personeel waren gemoeid, in dier voege, dat voortzetting van het bedrijf het mogelükerwijze vrijwaarde voor te werkstelling in Duitsland behoeft geen betoog. En ten slotte mocht ongetwü- feld bü de beleidsvraag mede een rol spelen het streven de outillage van het bedrüf in stand te houden en het po gen deze dóór de oorlog heen te slepen, d w.z. haar te redden van een meer of minder vergaande beroving door de be zetter, welke ingeval van een stilleggen van de courant in ernstige mate dreigde. Het vorenstaande voert tot de navol gende slotsom. Bü alles, wat van een dagblad door de bezetter werd geëist, hadden de betrok kenen zich telkens weer te stellen voor de vraag van afweging van enerzyds De motivering Nadat de Raad van Beroep de gang van zaken heeft gereleveerd en de grie ven en overwegingen-heeft gememoreerd, komt djt college tot de volgende con clusie: Op de voorgrond dient te worden ge steld, dat Directeur en Hoofdredacteur gedurende de bezettingsjaren zich als eerste en duurste plicht hadden voor ogen te houden het zich onthouden van het vervullen van hun taak op zodanige wijze. dat mede daardoor nationaal-so- ciallstische beginselen of denkbeelden ingang zouden kunnen vinden en in het algemeen van het bevorderen van de vyandelijke propaganda en van de doel stellingen van dë vijand. De uiterste consequentie van dit standpunt ware stellig geweest het algeheel stopzetten van de uitgave en de verschüning van een dagblad, zodra dit zich onder dwang der vijandelijke bezetting en de van harentwege génomen maatregelen ge noodzaakt zag ook maar In enig opzicht dienstbaar te zyn of te worden gemaakt aan een en/of ander bijwege van in het dagblad op te nemen artikelen, foto's en/of advertenties. De Raad van Beroep ziet evenwel niet voorbü, dat bij het bepalen van het be leid te dezer zake nog een andere factor in aanmerking diende te worden geno men, te weten de verantwoordelükheid tegenover het courantenlezend publiek, alsmede tegenover het personeel, dat aan de courant werkzaam was en tegen over de outillage van het bedrüf. ledig anti-Duits was en is ingesteld", Nederlands dagblad in bezettingstijd „de Commissie niet twijfelt aan zün kon zünIk acht enige strafmaat- goed-vaderlandse gezindheid" en „de regel tegen een der betrokkenen dan betrokkene in ander verband uitstekend ook volstrekt overbodig".... werk in het belang van het vaderland Niettemin was de Commissie van oor- I T/"^«fee deel. „dat de heer Henny zich bü zijn J>^dat de e ^oorden na de t%ee beleid te veel door de belangen van het bedrijf had laten leiden". Wanneer, zo betoogde zij, de bezetter het bedryf zou hebben gesloten, dan zou het odium van die maatregelen op de bezetter zün ge vallen en niet op -het bestuur der on derneming, dat slechts zijn Nederlandse plicht zou hebben gedaan". M. a. w.: wanneer tengevolge van de stillegging van het bedrijf in een vroe ger stadium personeel naar Duitsland zou zün gedeporteerd hetgeen overi gens noch vóór, noch na 1 Januari 1944 is geschied!!! dan zou naar het in zicht der Commissie noch het college van commissarissen, noch de directie daarvoor verantwoordelijkheid hebben gedragen Voor een dergelüke opvatting van ver antwoordelijkheidsbesef kunnen wij wei nig bewondering koesteren! DE tot dusverre dramatische ont wikkeling begint voor de betrok kenen blijmoediger aspecten aan te nemen, wanneer anderhalf jaar nadat op 1 Februari 1946 het „Leidsch Dag blad" opnieuw is verschenen, de moge; lijkheld van hoger beroep wordt gescha pen, welke tot dat tijdstip ontbrak. Al len, gekrenkt in hun eer en nnHonale gevoelens, maken er onmiddellijk ge bruik van en op 22 Januari i.l. die^t hun zaak. wederom als een der eerste dagbladen in den lande, voor de Raad van Beroep te Den Haag. Het verhoor duurt niet lang, de getuige-deskundige. mr. van Haersma Buma wiens functie te vergelüken is met die van de ambtenaar van het Oüenbaar Mi nisterie in een gewone procedure zegt: „Er zün dagbladen, die in het eerste ctifUum van de n-rs»--•-•■«•mg bü gebrek aan juris"—^ntie en vergelü- kin^sob'^ten te zijn gestraft en andere dio te licht z"n 1 Het ..Leidsch Dagblad" behoort. oneret"mft»id tot de porshhedrieJde categorie. Nu ik diepgaand kennis genomen heb van de inhoud van tal ^an dagbladen, welke In Nederland tijdens de oorloesiaren zy'n verschenen, schroom ik niet te zeggen, dat ik het „Leidsch Dagblad" een voor- treffelü'k voorbeeld acht van hoe een jaar o.i. onverdiend gedragen blaam ons als muziek in de oren klon ken en voor ons de officiële erkenning vormden, dat het tijdens de bezetting gevoerde beleid juist was geweest'.' Nogmaals: U vergeve het ons, dat wy ditmaal Uw aandacht zolang hebben gevraagd voor een min of meer privé- aangelegenheid. Maar ze zat óns, die uit hoofde van onze functie in de Jaren 1940 t/m 1943 onder permanente druk van de bezetter en zün handlangers schier dagelijks voor gewetensconflicten werden gesteld in een mate en een* omvang, waarvan buitenstaanders zich bezwaarlyk een voorstelling kunnen vormen, en die wü, de omstandigheden en mogelijkheden zorgvuldig tegen elkaar afwegende, naar eer en geweten hebben trachten op te lossen, tot hiér! Maar hoezeer wy ons ook verheugen over dit eerherstel, er blyft toch altüd de wrange nasmaak van het niet te her stellen onrecht, dat ons bedryf is aan gedaan en dat ons onberekenbare scha de heeft berokkend doordat dezerzijds niet onmiddellijk na de Bevrijding het werk van dc wederopbouw kon worden aangepakt en het terrein van Mei 1945 tot Februari 1946 mot?c worden overge laten aan een enorm aantal bladen cn blaadies. waarvan de meeste niet voor hun taak berekend bleken en dan ook even hard verdwenen als zy waren op gekomen. Het stemt niettemin tot dankbaar heid, dat wü ondanks deze aanvan kelijke achterstand de oude plaats in de Sleutelstad en omgeving heb ben heroverd en ons als vanouds wederom mogen noemen het meest gelezen Blad van Lelden en om streken! En voor het overige verwyzen wü U gaarne naar de hierboven afgedrukte officiële uitspraak van de Raad van Beroep, welke wij hedenmorgen tot onze grote vreugde en voor U hopelük begrij- pelüke voldoening, in onze brievenbus vonden. voerzoverre het betreft zün functie bü gaf. z^Hs nadat de directeur van ge- het Leidsch Dagblad, of aan de Com- noemde N.V., de heer Pannevis, de missarissen van dit blad. i N-S.B.'er Vermeulen had aangesteld Ten aanzien van de betrokkene Brou- eerst als waarnemend hoofdredacteur wer overweegt de Raad van Beroep dat en vervolgens als hoofdredacteur, over- Brouwer voornoemd sleohts enkele ar- i weegt de Raad van Beroep, dat de tikelen heeft geschreven, welke aan een lezing van de genoemde betrokkene zekere critlek zouden kunnen worden Henny te dezer zake als Juist moet onderworpen, dcch dat deze, gezien in worden aanvaard, nu de onjuistheid het licht van het vorenstaande, waar hun voormelde eerste en, duurste plicht en anderzüds de andere voormelde be langen, welke bü een besluit tot al dan niet verder verschünen waren betrok ken. Voor wat het eerste betreft spreekt de Raad van Beroep als zün oordeel onomwonden uit, dat de betrokkenen zich bijzonderlük voor ogen hadden te houden de taak en roeping van de pers, te weten een behoorlüke en onpartydige voorlichting van het publiek, waaraan verbonden de van haar uitgaande op- en Tl0ed op hT 1?- SSTst™"'b^ioteIT'allen"aan te* 'blijven. 7.P VS PPIlllf np Ppt-c "7o1f con on anrior in -r.. i_:- -,1^, J., hy overigens zich geheel aan de leiding van het blad heeft geconformeerd, ook te zynen aanzien oplegging van een maatregel van ontzetting niet valt te rechtvaardigen. De betrokkene Poortman bezat ten aanzien der advertenties slechts een zeer beperkte zelfstandigheid en heeft in overleg met zün directie verkeerde advertenties buiten het dagblad ge houden, wanneer en zo vaak als dit redelükerwüze in verband met de andere Commissarissen, kwetsbaar we- voorbesproken beleidsvraag mogelük gens het herbergen van onderduikers, was, weshalve geen termen bestaan te bevreesd was de aandacht op zich te zijnen aanzien een ontzetting uit te vestigen, waarna Commissarissen ter- spreken. waarmede immers aan hem I wille van hun onderlinge solidariteit daarvan niet is gebleken en geen ter men zün bevonden aan de betrouw baarheid van die lezing te twyfelen. Die voorstelling van zaken komt hier op neer, dat genoemde heer Henny te dier zake werd gesteld voor een vol dongen feit in dier voege, dat hü van die benoeming eerst kennis kreeg, na dat deze was geschied. Een aftreden op die grond heeft hü nog ln overweging genomen, doch hü besloot daarvan af te zien, wijl een der zers, gelük de Pers zelf een en ander in de voor-oorlogse jaren tot devies had en waarop zij prat ging. In dat opzicht schroomt de Raad van Beroep niet aan de Pers ten aanzien van haar houding gedurende de oorlogsjaren hogere eisen te stellen dan aan, het overige bedrijfs leven, daarmede verwerpende het in de aangelegenheid der perszuivering door de pers veelvuldig gedaan beroep op de gestie van het bedrijfsleven in diezelf de jaren. Een en ander leidt ertoe, dat aan de bij de uitgifte van een dagblad, betrok kenen de eis ware te stellen van het doen van al datgene, wat in hun ver mogen lag de courant vrü te houden van voor vaderlandslievende lezers aan stotelijke en voor de goede Nederland se zaak schadelüke artikelen, foto's en advertenties en by aldien dit een en ander niet absoluut bereikbaar was, hun bedrüf slechts voort te zetten, zolang de courant voor het publiek leesbaar bleef en geen ergernis bij dat publiek opwekte. Op de wüze en mate, waarin de courant is komen te staan onder de invloed der bezetting, komt het ten deze aan. In het licht van het vorenstaande komt het de Raad van Beroep voor, dat niet zonder meer als verwerpelük moet worden beschouwd het beleid van de directie met betrekking tot haar aan vaarding van de politieke medewerker, zulks ter vermüding van verderstrek kende en meer funeste gevolgen. Dat evenwel die aanvaarding met zich bracht, dat dubbele waakzaamheid was geboden met betrekking tot de inhoud en de algemene indruk van het Leidsch Dagblad ligt voor de hand. Met de des kundige is de Raad van oordeel dat de hoofdredacteur van het Leidsch Dag blad metyolle medewerking van zün directeur en andere redactieleden ge zegd kan worden naar redelijke eisen te zün geslaagd in zijn streven de courant leesbaar en zonder aanstoot te houden voor zyn goedgezind publiek, ondanks de daarin opgenomen artikelen van de politieke redacteur, welke overigens be hoorlijk als zodanig werden aangeduid en gesigneerd, aanvankelijk met letters, later met een speciaal vignet. De bezichtiging door de Raad van. Beroep van de leggers van het Leidsch Dagblad geven tot het uitspreken van dit oerdeel grond, bijzonderlyk door de door die leggers gevestigde gunstige in druk bywege van vergelyking met die van vele andere bladen. Toen in 1943 een ontwikkeling in ongunstige zin dreigde in dier voege, dat het blad zou worden verboden, ten zij -zou worden aanvaard een N.S.B.- hoofdredacteur, is niet gepoogd dit ver bod ongedaan te maken, doch werd de uitgifte gestaakt, gehjk toen niet alleen verantwoord, doch zelfs gebc.. Mede uit die gestie blü'kt. dat de be trokkenen tot het laatste toe hun ver antwoordelijkheid ten aanzien van alle tendeze in aanmerking komende be langen ten volle hebben beseft en in de practijk gebracht, niet aarzelende de consequenties te aanvaarden van wat na afweging van die belangen geraden voorkwam. Op grond van al het vorenstaande Is de Raad van Beroep van oordeel, dat geen gronden bestaan tot het opleggen van een maatregel van ontzetting aan de hoofdredacteur, aan de directeur aangelegd dan aan de directeur. Ten aanzien van de aangelegenheid In aanmerking nemende, dat aan die andere Commissarissen van de Uitge vers Maatschajppy Arnhem N.V. geen maatregel van ontzetting werd opge legd, Is de Raad van Beroep van oor van de bestendiging door de betrokkene i deel in overeenstemming met het Her.ny van zün functie van gedele- daartoe strekkend advies van de des- geerd Commissaris der Uitgevers Maat- i kundige dat de betrokkene Henny schappy Arnhem N.V. te Arnhem, wel- ter zake niet met een maatregel van ke N.V. de Arnhemsohe Courant uit- ontzetting behoort te worden getroffen. Tüdens de onthulling van het monument voor wijlen President Roosevelt op het Grosvenor Square te Londen, welke onthulling ln tegenwoordigheid van mevrouw Roosevelt geschiedde, was de gehele Engelse Kon. Familie, het kabi net en Churchill aanwezig. Een overzicht tüdens de plechtigheid. De Engelse Koning legt een krans. Eerlijn wordt niet verlaten Majoor-generaal Brownjohn, plaats vervangend Brits militair gouverneur, heeft het Covjet-Russische verzoek, de Britse hulppost voor auto's aan de auto weg Berlün-Helmstedt op te heffen, in gewilligd. De Engelse autoriteiten be houden zich echter het recht voor op grond van de indertijd getroffen rege ling de post aan het begin van de nieu we winter weer te openen, Britse functionarissen verwachten van de te openen Sovjet-Russische re paratie-inrichtingen niet veel baat voor het Engelse autoverkeer, daar de Britse wagens andere reserve-onderdelen en reparatiewerktuigen nodig hebben. Waarschijnlyk zullen de Engelsen thans een soort „wegenwacht" instellen. Uit betrouwbare bron wordt verno men, dat het Britse militaire vrachtver voer van Berlyn naar de Britse zone voor onbepaalde tüd is gestaakt. Sedert de invoering van de nieuwe Russische voorschriften werd voor het vervoeren van militaire vracht van spe ciale wagons gebruik gemaakt, die ach- Piloot bij duikvlucht op slag gedood Gistermiddag om 12 uur is te Sterksel, (gem. Maarheeze), naby het klooster Providentia een militair Iesviiegtuig (een Harvard) van het vliegkamp Gil- ze Ryen neergestort. De piloot, de 24-j. korporaal leerling- vlieger A. W. M. Mensink uit Bussum werd op slag gedood. Reeds diverse malen voerde hü stunts uit boven Sterksel, waar zijn verloofde woont en ook gistermiddag was dit het geval. Door een te lage duikvlucht kwam het toestel in de fruitbomen van het klooster terecht, sloeg over de kop en werd totaal vernield. De motor werd brandend uit het toestel geslingerd. Het stoffelük over schot van de verongelukte werd naar Gilze Rijen overgebracht. Zijn stoffelijk overschot zal morgen te Bussem, ter aarde worden besteld. Nader vernemen wij, dat het toestel zich reeds geruime tüd geschat wordt ongeveer een uur in de lucht boven het dorp bevond. Het dook herhaalde- lük tot een hoogte van 25 meter., cir kelde dan in een straal van ca. 2 kun. rond het klooster om daarna weer op te trekken, aldus vertelde ons een oog getuige. Zyn verloofde woont ongeveer een kilometer van het klooster. Nadat het toestel over de kop gesla gen was. schoten onmiddellijk de broe ders van het klooster toe teneinde hulp te bieden. De rector van het huis heeft het slachtoffer, dat zwaar gewond was, nog de sacramenten der stervenden kunnen toedienen. De brand in de weggeslingerde motor werd door de broeders met zand ge blust. Dadelük na het ongeval waren de burgemeester van de gemeente Maar heeze, de militaire politie en de rijks politie op de plaats van het ongeval. Korporaal A. W. M. Mensink was in 1945 als oorlogsvrijwilliger in het be vrijde Zuidelüke deel van het land in dienst getreden. Reeds vrij spoedig werd hij gedetacheerd bij de militaire lucht vaart in Indië. Na begin 1946 gerepa trieerd te zyn, kwam hü in de vlieger opleiding. Laatstelük was korporaal Mensink op Gilze Rijen gestatlonneerd, waar hü het laatste gedeelte van zün vliegeropleiding, het stadium van solo- I vluchten, nog moest voltooien. In Juli zou hy aan het examen voor het mili taire vliegerbrevet deelnemen. DE BUITENGEWONE ALG. VERGADERING DER V.N. Nederlandse vertegenwoordigers. In de buitengewone algemene verga dering van de V.N., die Vrüdag a.s. te ter de passagierstreinen werden gekop peld. Met het oog op de te vervoeren hoeveelheid was het laten ryden van goederentreinen niet verantwoord. De Russen hebben echter tegen deze wüze van vervoer bezwaar gemaafct. Officieel wordt gemeld, dat noch de Brits-Amerikaanse, noch de Russische autoriteiten stappen doen om tot een bespreking van de nieuwe verkeersrege ling te komen. De Brits-Amerikaanse autoriteiten hebben opdracht gegeven, BerUjns grootste electrische centrale, die in Juni 1945 door de Russen is leegge haald, opnieuw in te richten. Dit nieuws werd door de Berlüners met vreugde begroet als een bewüs, dat de westelijke mogendheden besloten zün in Berlün te blyven. Amerikaanse mijnwerkersstaking geëindigd PENSIOEN-EISEN GEDEELTELIJK INGEWILLIGD. De staking in de Amerikaanse münen Is afgelopen. John Lewis heeft de 400.000 stakende münwerkers meege deeld, dat hun verzoek inzake de pen sioenen is Ingewilligd. Lewis heeft echter een gedeelte van zün eis moeten laten vallen. Het pen sioen van 100 dollar per maand zal vol gens het voorlopig aangenomen voor stel van senator Bridges, beheerder van het mijnwerkerswelvaartsfonds, niet op 60- doch op 62-jarige leeftyd worden toegekend aan münwerkers, die 20 jaar dienst hebben gedaan; bovendien al leen aan diegenen, die in münen werk zaam waren, welke büdragen aan het welvaartsfonds, en niet aan alle ver enigde mijnwerkers, zoals door Lewis was voorgesteld. Men kwam tot deze overeenstemming juist voordat Lewis en zün bond voor de rechtbank moest verschünen om zich te verdedigen tegen de beschuldi ging, dat hü de staking niet had af gelast. Lewis heeft nu bevel gekregen Woens dagmorgen te verschijnen, daar de bü- legging van het geschil „niets uitstaan de heeft met de veronachtzaming van het gerechtshof inzake de staking". MINDER KOUD DES NACHTS. De Bilt verwacht tot morgenavond: Voor het Noorden van het land: veel overdrijvende wolkenbanken maar over wegend droog weer. Zachter des nachts. New York zal büeenkomen ter nadere j overdag ongeveer dezelfde temperatuur bestudering van het vraagstuk van het als vandaag Meest matige wind uit toekomstig bestuur van Palestina, zal I Westelyke richtingen, ons land vertegenwoordigd zün door jhr. Voor het Zuiden van net land: Op J. W. M Snouck Hurgronjc. bui.enge- I vele plaatsen nog tameliik heldere nacht woon gezant en gevolmachtigo minister, met hier en daar vormine van nevel of permanent vertegen /oordigei van Ne- j mistbanken en büna nergens nachtvorst derland bü de V.N, dr J G de Beus. meer Mo-gen ov-rdae wat m*er bewol- ambassaderaad bü «te permanente ver tegenwoordiging van Nederland bü de V.N., de heer A 1 Spits, oud-gouver neur van Sumatra terwijl jhr. mr. L. Quarles van Ufford ambassade-secreta ris, 2e klasse bij de permanente verte genwoordiging van Nederland bij de V Nals deskundige, tevens secretaris deel van de delegatie zal uitmaken. kin? dan vandaag Droog weer Zwakke tot matige wind ui' ,,7octelüke richtin gen. 14 APRIL. Zon op- 5.46 uur; onder: 19.35 uur. Maan op: 7.57 uur; onder: 0.49 bot. 'N.M Hoog water te Katwük te 6.35 eix 18.57 uur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1948 | | pagina 1