Het beleid van het L.D. in oorlogstijd
goedgekeurd
EERHERSTEL
Uitspraak van
volkomen
Zuiveringscommissie
gedesavoueerd
Volledige rehabilitatie
Militair Iesviiegtuig bij Sferksel neergestort
WEERBERICHT
87ste Jaargang
DINSDAG 13 APRIL 1948
No. 26360
LEIDSCH
DAGBLAD
Directeur: J. W. Henny
Hoofdredactie: B W Menkhorst en J. Brouwer
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
f3.90 per 3 maanden: 30 cents per week
Telefoon Dir. en Adm.: 25041; Red. 21507
Witte Singel L. LeldeD - Giro no.: 67055
DE lezer vergeve het ons, dat wij
ditmaal bü wijze van uitzondering
op deze plaats eens niet de aan
dacht vragen voor een zaak van inter
nationaal of nationaal gewicht, doch
voor een aangelegenheid, welke allen,
die bü ons Blad betrokken zijn eigen -
lük reeds sedert de Bevrijding in Mei
1945 bezig houdt.
Tot juist begrip van zaken moge hier
zeer in het kort nog even worden ge
releveerd wat daaraan is voorafgegaan.
Nadat onze toenmalige hoofdredac
teur, de heer B. W. Menkhorst op 8 No
vember 1943 op Duits bevel door het
Departement van Volksvoorlichting,
Opvoeding en Wetenschappen wegens
gebrek aan medewerking in de van die
zijde gewenste zin uit zfjn functie was
ontslagen met gelyktijdige ontzetting uit
het recht om in de journalistiek werk
zaam te zün, volgde een maand later
van dezelfde zyde het bevel, dat de uit
gave van het „Leidsch Dagblad" met
ingang van 1 Januari 1944 diende te
worden gestaakt.
Ofschoon reeds een der eerstvolgende
dagen ondershands van departementale
zy'de te kennen werd gegeven, dat dit
bevel zou worden ingetrokken, wanneer
commissarissen en directie bereid wa
ren de aanstelling van een N.S.B.-
hoofdredacteur te aanvaarden, besloot
de leiding op deze suggestie niet te
reageren, waarna op 31 December 1943
het verschyningsverbod van kracht werd
Onmiddellijk daarna werden van di-
rectiewege maatregelen genomen, o.a.
door demontage, om te voorkomen, dat
delen van ons machinepark naar Duits
land zouden worden weggevoerd en in
dienst gesteld van het propaganda-ap-
paraat der Nazi's.
TOEN de Bevrijding in zicht kwam,
maakte de Londense regering de re
geling bekend, welke zou worden
toegepast ten aanzien van de verscho
ning of herverschijning der Nederland
se dagbladen en die heel in het kort
gezegd hierop neerkwam, dat de bla
den, die hetzij vrijwillig, hetzij gedwon
gen, vóór 1 Januari 1943 waren opge
houden te verschenen, onmiddellijk na
de Bevrijding opnieuw mochten uitko
men, terwijl de overige, waaronder dus
ons Blad, zich eerst aan een zuiverings
procedure moesten onderwerpen.
Het is van belang in dit verband op
te merken, dat de datum van 1 Januari
1943 door de regering volkomen wille
keurig was vastgesteld en op geen en
kele wijze voordien ter kennis van het
Nederlandse publiek of het dagbladwe
zen was gebracht.
Integendeel: ieder, die in de bezet
tingstijd min of meer geregeld .naar de
uitzendingen van Radio-Oranje luister
de, zal zich herinneren, dat onze rege
ring als algemene richtlijn aanbeval de
deportatie van arbeidskrachten naar
Duitsland met beslistheid te saboteren,
doch overigens allen aanried, „zoveel
mogelijk op hun post te blüven", ten
einde daardoor te voorkomen, dat lei
dende posities in het bedrüfs- of amb
telijke leven zouden worden bezet door
Duitsland-wélgezinde elementen met alle
te verwachten desastreuze gevolgen van
dien.
Bij herhaling heeft Radio-Oranje als
officiële spreekbuis onzer wettige rege
ring opgewekt om de oude posities te
blijven bezetten tot het tijdstip waarop
voortzetting dier werkzaamheden recht
streeks zou indruisen tegen het Neder
landse belang en derhalve niet verder
verantwoord zou zün.
Dit tijdstip achtten wij. wat ons
betreft, gekomen in December 1943,
toen aanvaarding van een N. S. B.-
hoofdredacteur zou hebben bete
kend, dat wü practisch geen enkele
invloed meer zouden kunnen uit
oefenen op de redactionele inhoud
en vorm van onze courant.
Uit de aard der zaak was dit laatste
ook vóór de datum van 1 Januari 1944
in steeds minderende mate het geval,
doch ondanks de talloze imperatieve
voorschriften van het toenmalige „ho
gerhand" en ondanks de onder dwang
aanvaarde, doch, dank zij een tactische
manoeuvre dezerzijds, tot een minimum
gereduceerde medewerking van een po
litieke medewerker, wiens sporadische
by'dragen bovendien steeds van een ken
teken waren voorzien, was het ons mo
gelijk het ergste gif uit ons Blad te
weren.
Het is per saldo een onomstote-
lijk feit, dat dc geringe propagan
distische waarde, welke het „Leidsch
Dagblad" in zün toenmalige vorm
voor de Duitse zaak had, het voor
naamste motief voor zün ge-dwon
gen opheffing vormde.
TOEN op 5 Mei 1945 de Bevrijding
een feit was, wisten wij dusrin ze
kere zin precies waaraan wij toe
waren; wij dienden de uitspraak van een
Zuiveringsraad af te wachten en vol
vertrouwen (want met een gerust ge
weten) zagen wü die uitspraak tegemoet.
De hierop volgende ontwikkeling was
al direct teleurstellend. Enerzijds tenge
volge van een onvoldoende voorbereiding
dezer materie door de Londense rege
ring, anderzüds door onvoldoende con-
tactmogelükheden gedurende de bezet
ting, verstreken er maanden en nog
eens maanden vooraleer deze zuiverings
raden v/aren gevormd. Eindelijk, in De
cember 1945 was het zover en op grond
van het feit, dat ons Blad op dat tijd
stip reeds gedurende büna twee jaar
was gestaakt, verkregen wij prioriteit bij
de behandeling en werd de zaak van
het „Leidsch Dagblad" op 21 December
1945 voor de Commissie voor de Pers
zuivering, ingesteld uit hoofde van het
Tüdelük Persbesluit 1945 te 's-Graven-
hage behandeld.
Haar schriftelyke uitspraak d.d. 31
December d.a.v. betekende voor alle be
trokkenen andermaal een grievende te
leurstelling.
Alle commissarissen, de hoofdredac
teur, de heer Menkhorst, de toenmalige
redacteur Stadsnieuws (thans eveneens
hoofdredacteur)de heer J Brouwer en
de procuratiehouder, de heer A. Poort
man. werden voor de tiid van één maand
ontzet uit het recht een leidende func-
tie in het dagbladbedrijf te bezetten,
terwijl de directeur, de heer J. w
Henny zelfs voor acht maanden uit dat
recht werd ontzet., niettegenstaande
laatstgenoemde in het veroordelend von-
nis werd geschetst als „iemand, die vol-
Op 22 Januari j.l. is voor de Raad van Beroep inzake de Perszuive
ring in hoger beroep behandeld de zuiveringszaak tegen J. W. Henny,
directeur va nhet Leidsch Dagblad. J. Brouwer en B. W. Menkhorst.
tijdens de jaren 19401943 resp. redacteur en hoofdredacteur. A. Poort
man. procuratiehouder en administratie-chef en A. de Koster. A. D. de
Koster en mevr. A. C. Sythoff-Plemp, commissarissen.
In eerste instantie was de uitspraak: de heer Herrny ontzetting
uit het recht om bü een dagbladonderneming werkzaam te zijn in enige
journalistieke of leidende niet-journalistieke functie, voor een tüd
van acht maanden, voor alle anderen één maand, waarna een „certi
ficaat van geen bezwaar" mocht worden uitgereikt.,
Hiertegen zün alle betrokke ïen, van oordeel, dat hun hiermede
een onverdiende blaam trof, in verzet gekomen en de Raad van Beroep
heeft thans volgend vonnis gewezen:
De Raad van Beroep, uitspraak doende: Vernietigt de uitspraak
van de Commissie voor de Perszuivering d.d. 31 December 1945 betref
fende J. W. Henny, J. Brouwer, B.W. Menkhorst, A. Poortman, A. de
Koster, A. D. de Koster en Mevrouw A. C. Sijthoff-Plemp en be
paalt, dat geen maatregel van ontzetting als bedoeld in artikel 2 Wet
Noodvoorziening Perswezen van 28 Juni 1947 H 211 op de betrokkenen
voornoemd za! worden toegepast; Verstaat mitsdien, dat het hun
inmiddels reeds uitgereikte certificaat van geen bezwaar zyn kracht
behoudt.
Aldus gewezen te 's-Gravenhage door mr A. W. J. van Vrijberghe
de Coningh, fungerend voorzitter, mr dr A. L. Scholtens en S. W-
Mclchior, leden, in tegenwoordigheid van mr J. A. K. Leistikow, ad
junct-Secretaris, op 10 April 1948.
Wat het eerstè betreft merkt immers
de Raad van Beroep op, dat het zou
zyn een algeheel negeren van de reali
teit. indien men zou willen betogen, dat
het publiek in geen enkel opzicht be
hoefte had aan noch was gebaat door
het verschünen van een dagblad, dat
zich niet geheel en over de totale lün
van vreemde smetten vrij wist te hou
den. In meer dan één opzicht toch was
het Nederlandse Volk ook gedurende de
jaren der bezetting aangewezen op het
lezen van dagbladen en waren daar
mede zowel de materiële als de niet-
materiële belangen van het volk ge
diend- De illegale bladen welke uiter
aard volle waardering verdienen kon
den in de beginperiode van hun ver-
schünen in het geheel niet, irt lagere
jaren slechts ten dele in die behoefte
voorzien. Dat ten deze mede vitale be
langen van het aan een courant werk
zame personeel waren gemoeid, in dier
voege, dat voortzetting van het bedrijf
het mogelükerwijze vrijwaarde voor te
werkstelling in Duitsland behoeft geen
betoog. En ten slotte mocht ongetwü-
feld bü de beleidsvraag mede een rol
spelen het streven de outillage van het
bedrüf in stand te houden en het po
gen deze dóór de oorlog heen te slepen,
d w.z. haar te redden van een meer of
minder vergaande beroving door de be
zetter, welke ingeval van een stilleggen
van de courant in ernstige mate dreigde.
Het vorenstaande voert tot de navol
gende slotsom.
Bü alles, wat van een dagblad door de
bezetter werd geëist, hadden de betrok
kenen zich telkens weer te stellen voor
de vraag van afweging van enerzyds
De motivering
Nadat de Raad van Beroep de gang
van zaken heeft gereleveerd en de grie
ven en overwegingen-heeft gememoreerd,
komt djt college tot de volgende con
clusie:
Op de voorgrond dient te worden ge
steld, dat Directeur en Hoofdredacteur
gedurende de bezettingsjaren zich als
eerste en duurste plicht hadden voor
ogen te houden het zich onthouden van
het vervullen van hun taak op zodanige
wijze. dat mede daardoor nationaal-so-
ciallstische beginselen of denkbeelden
ingang zouden kunnen vinden en in het
algemeen van het bevorderen van de
vyandelijke propaganda en van de doel
stellingen van dë vijand. De uiterste
consequentie van dit standpunt ware
stellig geweest het algeheel stopzetten
van de uitgave en de verschüning van
een dagblad, zodra dit zich onder dwang
der vijandelijke bezetting en de van
harentwege génomen maatregelen ge
noodzaakt zag ook maar In enig opzicht
dienstbaar te zyn of te worden gemaakt
aan een en/of ander bijwege van in het
dagblad op te nemen artikelen, foto's
en/of advertenties.
De Raad van Beroep ziet evenwel niet
voorbü, dat bij het bepalen van het be
leid te dezer zake nog een andere factor
in aanmerking diende te worden geno
men, te weten de verantwoordelükheid
tegenover het courantenlezend publiek,
alsmede tegenover het personeel, dat
aan de courant werkzaam was en tegen
over de outillage van het bedrüf.
ledig anti-Duits was en is ingesteld", Nederlands dagblad in bezettingstijd
„de Commissie niet twijfelt aan zün kon zünIk acht enige strafmaat-
goed-vaderlandse gezindheid" en „de regel tegen een der betrokkenen dan
betrokkene in ander verband uitstekend ook volstrekt overbodig"....
werk in het belang van het vaderland
Niettemin was de Commissie van oor- I T/"^«fee
deel. „dat de heer Henny zich bü zijn J>^dat de e ^oorden na de t%ee
beleid te veel door de belangen van het
bedrijf had laten leiden". Wanneer, zo
betoogde zij, de bezetter het bedryf zou
hebben gesloten, dan zou het odium van
die maatregelen op de bezetter zün ge
vallen en niet op -het bestuur der on
derneming, dat slechts zijn Nederlandse
plicht zou hebben gedaan".
M. a. w.: wanneer tengevolge van de
stillegging van het bedrijf in een vroe
ger stadium personeel naar Duitsland
zou zün gedeporteerd hetgeen overi
gens noch vóór, noch na 1 Januari 1944
is geschied!!! dan zou naar het in
zicht der Commissie noch het college
van commissarissen, noch de directie
daarvoor verantwoordelijkheid hebben
gedragen
Voor een dergelüke opvatting van ver
antwoordelijkheidsbesef kunnen wij wei
nig bewondering koesteren!
DE tot dusverre dramatische ont
wikkeling begint voor de betrok
kenen blijmoediger aspecten aan te
nemen, wanneer anderhalf jaar nadat
op 1 Februari 1946 het „Leidsch Dag
blad" opnieuw is verschenen, de moge;
lijkheld van hoger beroep wordt gescha
pen, welke tot dat tijdstip ontbrak. Al
len, gekrenkt in hun eer en nnHonale
gevoelens, maken er onmiddellijk ge
bruik van en op 22 Januari i.l. die^t
hun zaak. wederom als een der eerste
dagbladen in den lande, voor de Raad
van Beroep te Den Haag. Het verhoor
duurt niet lang, de getuige-deskundige.
mr. van Haersma Buma wiens
functie te vergelüken is met die van
de ambtenaar van het Oüenbaar Mi
nisterie in een gewone procedure
zegt: „Er zün dagbladen, die in het
eerste ctifUum van de n-rs»--•-•■«•mg bü
gebrek aan juris"—^ntie en vergelü-
kin^sob'^ten te zijn gestraft en
andere dio te licht z"n 1 Het
..Leidsch Dagblad" behoort. oneret"mft»id
tot de porshhedrieJde categorie. Nu ik
diepgaand kennis genomen heb van de
inhoud van tal ^an dagbladen, welke In
Nederland tijdens de oorloesiaren zy'n
verschenen, schroom ik niet te zeggen,
dat ik het „Leidsch Dagblad" een voor-
treffelü'k voorbeeld acht van hoe een
jaar o.i. onverdiend gedragen
blaam ons als muziek in de oren klon
ken en voor ons de officiële erkenning
vormden, dat het tijdens de bezetting
gevoerde beleid juist was geweest'.'
Nogmaals: U vergeve het ons, dat wy
ditmaal Uw aandacht zolang hebben
gevraagd voor een min of meer privé-
aangelegenheid.
Maar ze zat óns, die uit hoofde van
onze functie in de Jaren 1940 t/m 1943
onder permanente druk van de bezetter
en zün handlangers schier dagelijks
voor gewetensconflicten werden gesteld
in een mate en een* omvang, waarvan
buitenstaanders zich bezwaarlyk een
voorstelling kunnen vormen, en die wü,
de omstandigheden en mogelijkheden
zorgvuldig tegen elkaar afwegende, naar
eer en geweten hebben trachten op te
lossen, tot hiér!
Maar hoezeer wy ons ook verheugen
over dit eerherstel, er blyft toch altüd
de wrange nasmaak van het niet te her
stellen onrecht, dat ons bedryf is aan
gedaan en dat ons onberekenbare scha
de heeft berokkend doordat dezerzijds
niet onmiddellijk na de Bevrijding het
werk van dc wederopbouw kon worden
aangepakt en het terrein van Mei 1945
tot Februari 1946 mot?c worden overge
laten aan een enorm aantal bladen cn
blaadies. waarvan de meeste niet voor
hun taak berekend bleken en dan ook
even hard verdwenen als zy waren op
gekomen.
Het stemt niettemin tot dankbaar
heid, dat wü ondanks deze aanvan
kelijke achterstand de oude plaats
in de Sleutelstad en omgeving heb
ben heroverd en ons als vanouds
wederom mogen noemen het meest
gelezen Blad van Lelden en om
streken!
En voor het overige verwyzen wü U
gaarne naar de hierboven afgedrukte
officiële uitspraak van de Raad van
Beroep, welke wij hedenmorgen tot onze
grote vreugde en voor U hopelük begrij-
pelüke voldoening, in onze brievenbus
vonden.
voerzoverre het betreft zün functie bü gaf. z^Hs nadat de directeur van ge-
het Leidsch Dagblad, of aan de Com- noemde N.V., de heer Pannevis, de
missarissen van dit blad. i N-S.B.'er Vermeulen had aangesteld
Ten aanzien van de betrokkene Brou- eerst als waarnemend hoofdredacteur
wer overweegt de Raad van Beroep dat en vervolgens als hoofdredacteur, over-
Brouwer voornoemd sleohts enkele ar- i weegt de Raad van Beroep, dat de
tikelen heeft geschreven, welke aan een lezing van de genoemde betrokkene
zekere critlek zouden kunnen worden Henny te dezer zake als Juist moet
onderworpen, dcch dat deze, gezien in worden aanvaard, nu de onjuistheid
het licht van het vorenstaande, waar
hun voormelde eerste en, duurste plicht
en anderzüds de andere voormelde be
langen, welke bü een besluit tot al dan
niet verder verschünen waren betrok
ken.
Voor wat het eerste betreft spreekt
de Raad van Beroep als zün oordeel
onomwonden uit, dat de betrokkenen
zich bijzonderlük voor ogen hadden te
houden de taak en roeping van de pers,
te weten een behoorlüke en onpartydige
voorlichting van het publiek, waaraan
verbonden de van haar uitgaande op-
en Tl0ed op hT 1?- SSTst™"'b^ioteIT'allen"aan te* 'blijven.
7.P VS PPIlllf np Ppt-c "7o1f con on anrior in -r.. i_:- -,1^, J.,
hy overigens zich geheel aan de leiding
van het blad heeft geconformeerd, ook
te zynen aanzien oplegging van een
maatregel van ontzetting niet valt te
rechtvaardigen.
De betrokkene Poortman bezat ten
aanzien der advertenties slechts een
zeer beperkte zelfstandigheid en heeft
in overleg met zün directie verkeerde
advertenties buiten het dagblad ge
houden, wanneer en zo vaak als dit
redelükerwüze in verband met de andere Commissarissen, kwetsbaar we-
voorbesproken beleidsvraag mogelük gens het herbergen van onderduikers,
was, weshalve geen termen bestaan te bevreesd was de aandacht op zich te
zijnen aanzien een ontzetting uit te vestigen, waarna Commissarissen ter-
spreken. waarmede immers aan hem I wille van hun onderlinge solidariteit
daarvan niet is gebleken en geen ter
men zün bevonden aan de betrouw
baarheid van die lezing te twyfelen.
Die voorstelling van zaken komt hier
op neer, dat genoemde heer Henny te
dier zake werd gesteld voor een vol
dongen feit in dier voege, dat hü van
die benoeming eerst kennis kreeg, na
dat deze was geschied.
Een aftreden op die grond heeft hü
nog ln overweging genomen, doch hü
besloot daarvan af te zien, wijl een der
zers, gelük de Pers zelf een en ander in
de voor-oorlogse jaren tot devies had
en waarop zij prat ging. In dat opzicht
schroomt de Raad van Beroep niet aan
de Pers ten aanzien van haar houding
gedurende de oorlogsjaren hogere eisen
te stellen dan aan, het overige bedrijfs
leven, daarmede verwerpende het in de
aangelegenheid der perszuivering door
de pers veelvuldig gedaan beroep op de
gestie van het bedrijfsleven in diezelf
de jaren.
Een en ander leidt ertoe, dat aan de
bij de uitgifte van een dagblad, betrok
kenen de eis ware te stellen van het
doen van al datgene, wat in hun ver
mogen lag de courant vrü te houden
van voor vaderlandslievende lezers aan
stotelijke en voor de goede Nederland
se zaak schadelüke artikelen, foto's en
advertenties en by aldien dit een en
ander niet absoluut bereikbaar was, hun
bedrüf slechts voort te zetten, zolang
de courant voor het publiek leesbaar
bleef en geen ergernis bij dat publiek
opwekte. Op de wüze en mate, waarin
de courant is komen te staan onder de
invloed der bezetting, komt het ten deze
aan.
In het licht van het vorenstaande
komt het de Raad van Beroep voor, dat
niet zonder meer als verwerpelük moet
worden beschouwd het beleid van de
directie met betrekking tot haar aan
vaarding van de politieke medewerker,
zulks ter vermüding van verderstrek
kende en meer funeste gevolgen. Dat
evenwel die aanvaarding met zich
bracht, dat dubbele waakzaamheid was
geboden met betrekking tot de inhoud
en de algemene indruk van het Leidsch
Dagblad ligt voor de hand. Met de des
kundige is de Raad van oordeel dat de
hoofdredacteur van het Leidsch Dag
blad metyolle medewerking van zün
directeur en andere redactieleden ge
zegd kan worden naar redelijke eisen te
zün geslaagd in zijn streven de courant
leesbaar en zonder aanstoot te houden
voor zyn goedgezind publiek, ondanks
de daarin opgenomen artikelen van de
politieke redacteur, welke overigens be
hoorlijk als zodanig werden aangeduid
en gesigneerd, aanvankelijk met letters,
later met een speciaal vignet.
De bezichtiging door de Raad van.
Beroep van de leggers van het Leidsch
Dagblad geven tot het uitspreken van
dit oerdeel grond, bijzonderlyk door de
door die leggers gevestigde gunstige in
druk bywege van vergelyking met die
van vele andere bladen.
Toen in 1943 een ontwikkeling in
ongunstige zin dreigde in dier voege,
dat het blad zou worden verboden, ten
zij -zou worden aanvaard een N.S.B.-
hoofdredacteur, is niet gepoogd dit ver
bod ongedaan te maken, doch werd de
uitgifte gestaakt, gehjk toen niet alleen
verantwoord, doch zelfs gebc..
Mede uit die gestie blü'kt. dat de be
trokkenen tot het laatste toe hun ver
antwoordelijkheid ten aanzien van alle
tendeze in aanmerking komende be
langen ten volle hebben beseft en in de
practijk gebracht, niet aarzelende de
consequenties te aanvaarden van wat
na afweging van die belangen geraden
voorkwam.
Op grond van al het vorenstaande Is
de Raad van Beroep van oordeel, dat
geen gronden bestaan tot het opleggen
van een maatregel van ontzetting aan
de hoofdredacteur, aan de directeur
aangelegd dan aan de directeur.
Ten aanzien van de aangelegenheid
In aanmerking nemende, dat aan die
andere Commissarissen van de Uitge
vers Maatschajppy Arnhem N.V. geen
maatregel van ontzetting werd opge
legd, Is de Raad van Beroep van oor
van de bestendiging door de betrokkene i deel in overeenstemming met het
Her.ny van zün functie van gedele- daartoe strekkend advies van de des-
geerd Commissaris der Uitgevers Maat- i kundige dat de betrokkene Henny
schappy Arnhem N.V. te Arnhem, wel- ter zake niet met een maatregel van
ke N.V. de Arnhemsohe Courant uit- ontzetting behoort te worden getroffen.
Tüdens de onthulling van het monument voor wijlen President Roosevelt op
het Grosvenor Square te Londen, welke onthulling ln tegenwoordigheid van
mevrouw Roosevelt geschiedde, was de gehele Engelse Kon. Familie, het kabi
net en Churchill aanwezig. Een overzicht tüdens de plechtigheid. De Engelse
Koning legt een krans.
Eerlijn wordt niet verlaten
Majoor-generaal Brownjohn, plaats
vervangend Brits militair gouverneur,
heeft het Covjet-Russische verzoek, de
Britse hulppost voor auto's aan de auto
weg Berlün-Helmstedt op te heffen, in
gewilligd. De Engelse autoriteiten be
houden zich echter het recht voor op
grond van de indertijd getroffen rege
ling de post aan het begin van de nieu
we winter weer te openen,
Britse functionarissen verwachten
van de te openen Sovjet-Russische re
paratie-inrichtingen niet veel baat voor
het Engelse autoverkeer, daar de Britse
wagens andere reserve-onderdelen en
reparatiewerktuigen nodig hebben.
Waarschijnlyk zullen de Engelsen thans
een soort „wegenwacht" instellen.
Uit betrouwbare bron wordt verno
men, dat het Britse militaire vrachtver
voer van Berlyn naar de Britse zone
voor onbepaalde tüd is gestaakt.
Sedert de invoering van de nieuwe
Russische voorschriften werd voor het
vervoeren van militaire vracht van spe
ciale wagons gebruik gemaakt, die ach-
Piloot bij duikvlucht
op slag gedood
Gistermiddag om 12 uur is te Sterksel,
(gem. Maarheeze), naby het klooster
Providentia een militair Iesviiegtuig
(een Harvard) van het vliegkamp Gil-
ze Ryen neergestort.
De piloot, de 24-j. korporaal leerling-
vlieger A. W. M. Mensink uit Bussum
werd op slag gedood.
Reeds diverse malen voerde hü stunts
uit boven Sterksel, waar zijn verloofde
woont en ook gistermiddag was dit het
geval.
Door een te lage duikvlucht kwam het
toestel in de fruitbomen van het
klooster terecht, sloeg over de kop en
werd totaal vernield.
De motor werd brandend uit het
toestel geslingerd. Het stoffelük over
schot van de verongelukte werd naar
Gilze Rijen overgebracht.
Zijn stoffelijk overschot zal morgen te
Bussem, ter aarde worden besteld.
Nader vernemen wij, dat het toestel
zich reeds geruime tüd geschat wordt
ongeveer een uur in de lucht boven
het dorp bevond. Het dook herhaalde-
lük tot een hoogte van 25 meter., cir
kelde dan in een straal van ca. 2 kun.
rond het klooster om daarna weer op
te trekken, aldus vertelde ons een oog
getuige.
Zyn verloofde woont ongeveer een
kilometer van het klooster.
Nadat het toestel over de kop gesla
gen was. schoten onmiddellijk de broe
ders van het klooster toe teneinde hulp
te bieden. De rector van het huis heeft
het slachtoffer, dat zwaar gewond was,
nog de sacramenten der stervenden
kunnen toedienen.
De brand in de weggeslingerde motor
werd door de broeders met zand ge
blust.
Dadelük na het ongeval waren de
burgemeester van de gemeente Maar
heeze, de militaire politie en de rijks
politie op de plaats van het ongeval.
Korporaal A. W. M. Mensink was in
1945 als oorlogsvrijwilliger in het be
vrijde Zuidelüke deel van het land in
dienst getreden. Reeds vrij spoedig werd
hij gedetacheerd bij de militaire lucht
vaart in Indië. Na begin 1946 gerepa
trieerd te zyn, kwam hü in de vlieger
opleiding. Laatstelük was korporaal
Mensink op Gilze Rijen gestatlonneerd,
waar hü het laatste gedeelte van zün
vliegeropleiding, het stadium van solo-
I vluchten, nog moest voltooien. In Juli
zou hy aan het examen voor het mili
taire vliegerbrevet deelnemen.
DE BUITENGEWONE ALG.
VERGADERING DER V.N.
Nederlandse vertegenwoordigers.
In de buitengewone algemene verga
dering van de V.N., die Vrüdag a.s. te
ter de passagierstreinen werden gekop
peld. Met het oog op de te vervoeren
hoeveelheid was het laten ryden van
goederentreinen niet verantwoord. De
Russen hebben echter tegen deze wüze
van vervoer bezwaar gemaafct.
Officieel wordt gemeld, dat noch de
Brits-Amerikaanse, noch de Russische
autoriteiten stappen doen om tot een
bespreking van de nieuwe verkeersrege
ling te komen.
De Brits-Amerikaanse autoriteiten
hebben opdracht gegeven, BerUjns
grootste electrische centrale, die in
Juni 1945 door de Russen is leegge
haald, opnieuw in te richten.
Dit nieuws werd door de Berlüners
met vreugde begroet als een bewüs, dat
de westelijke mogendheden besloten zün
in Berlün te blyven.
Amerikaanse
mijnwerkersstaking geëindigd
PENSIOEN-EISEN GEDEELTELIJK
INGEWILLIGD.
De staking in de Amerikaanse münen
Is afgelopen. John Lewis heeft de
400.000 stakende münwerkers meege
deeld, dat hun verzoek inzake de pen
sioenen is Ingewilligd.
Lewis heeft echter een gedeelte van
zün eis moeten laten vallen. Het pen
sioen van 100 dollar per maand zal vol
gens het voorlopig aangenomen voor
stel van senator Bridges, beheerder van
het mijnwerkerswelvaartsfonds, niet op
60- doch op 62-jarige leeftyd worden
toegekend aan münwerkers, die 20 jaar
dienst hebben gedaan; bovendien al
leen aan diegenen, die in münen werk
zaam waren, welke büdragen aan het
welvaartsfonds, en niet aan alle ver
enigde mijnwerkers, zoals door Lewis
was voorgesteld.
Men kwam tot deze overeenstemming
juist voordat Lewis en zün bond voor
de rechtbank moest verschünen om
zich te verdedigen tegen de beschuldi
ging, dat hü de staking niet had af
gelast.
Lewis heeft nu bevel gekregen Woens
dagmorgen te verschijnen, daar de bü-
legging van het geschil „niets uitstaan
de heeft met de veronachtzaming van
het gerechtshof inzake de staking".
MINDER KOUD DES NACHTS.
De Bilt verwacht tot morgenavond:
Voor het Noorden van het land: veel
overdrijvende wolkenbanken maar over
wegend droog weer. Zachter des nachts.
New York zal büeenkomen ter nadere j overdag ongeveer dezelfde temperatuur
bestudering van het vraagstuk van het als vandaag Meest matige wind uit
toekomstig bestuur van Palestina, zal I Westelyke richtingen,
ons land vertegenwoordigd zün door jhr. Voor het Zuiden van net land: Op
J. W. M Snouck Hurgronjc. bui.enge- I vele plaatsen nog tameliik heldere nacht
woon gezant en gevolmachtigo minister, met hier en daar vormine van nevel of
permanent vertegen /oordigei van Ne- j mistbanken en büna nergens nachtvorst
derland bü de V.N, dr J G de Beus. meer Mo-gen ov-rdae wat m*er bewol-
ambassaderaad bü «te permanente ver
tegenwoordiging van Nederland bü de
V.N., de heer A 1 Spits, oud-gouver
neur van Sumatra terwijl jhr. mr. L.
Quarles van Ufford ambassade-secreta
ris, 2e klasse bij de permanente verte
genwoordiging van Nederland bij de
V Nals deskundige, tevens secretaris
deel van de delegatie zal uitmaken.
kin? dan vandaag Droog weer Zwakke
tot matige wind ui' ,,7octelüke richtin
gen.
14 APRIL.
Zon op- 5.46 uur; onder: 19.35 uur.
Maan op: 7.57 uur; onder: 0.49 bot.
'N.M
Hoog water te Katwük te 6.35 eix
18.57 uur.