DE NIEUWE SPELLING DE GIFHANDEL Grootere winsten zijn dikwijls misleidend k Zwijgende Wachters in Grensland Verbeten strijd tegen de smokkelaars De jacht op „Zwarte Piet' Voldoening over toezegging van Minister Huysmans Is uw Radio defect? Voor de Jeugd (Geschreven in de „Oude Spelling") Vergelijken we de spelling van het Nederlandsch met die van het Fransch en Engelsch, dan is de onze zeker gemak kelijk te noemen. Het moet verbazing wekken, dat er zoo veelvuldig tegen wordt gezondigd ondanks ons op be hoorlijk peil staand onderwijs. Een deel dezer spellingszonden moet heden ten dage worden geweten aan den zonder lingen toestand, dat (sedert 1934) de Regeering h^t onderwijs van de „nieuwe spelling" (de spelling-Marcfcant) op de scholen voorschreef, terwijl zijzelve niet alleen deze spelling negeerde, maar in vele officieele stukken zelfs de „oude spelling" die van De Vries en Te Win kel eischte en dus de Jongelui, die een ambtelijke loopbaan kozen, dwong, zich na het verlaten der school in te werken in een andere schrijfwijze van het Ne derlandsch dan ze als scholieren in op dracht dierzelfde Regeering hadden ge leerd. De Nederlandsche pers, het be drijfsleven enz. gingen op enkele uitzonderingen na ook na 1934 rustig door met het gebruik van de spelling- De Vries en Te Winkel van ongeveer 1865. al had deze in den loop der jaren reeds eenige veeren moeten laten. Aan dezen ver warrenden toestand, dien men zonder overdrijving als een zotten wantoestand kan bestepipelen, zal nu binnenkort een eind komen. De „oude spelling" ta\ op 1 Mei a.s. offici eel hebben afgedaan. Bij haar begra fenis zal misschien menig Nederlander een traan laten; men scheidt nu een maal niet gaarne van een soms moei zaam verworven bezit; en er zijn maar weinig menschen, die, op zekeren leef tijd gekomen, zich geheel vrij weten van conservatisme; ten slotte: zoo iets geheel nieuws leeren op taalgebied eischt inspanning, en dat beseft men wel ter dege het zal niet genoeg zijn, de nieuwe spelling te leeren, de theorie zal dagelijks in de praktijk moeten wor den toegepast. Wat een bezwaren! En wat een verspilling van energie, be weert ongetwijfelt menig tegenstander. Maar laten'we toch bedenken: 1). dat onze grootouders (of overgroot ouders) na 1865 zich ook moesten gewennen, om niet meer .kagchel pligt, July enz. te schrijven, maar den plicht hadden, 's winters voor de kachel te zorgen, waarvan ze zich in Juli niets hoefden aan te trek ken; 2). dat eenheid van spelling een natio naal belang is; 3). dat^dit nationale belang zelfs is uitgedijd tot een internationaal be lang. aangezien de „nieuwe spel ling"', die op het punt staat haar „Blijde Incomste" te doen. een pro duct is van samenwerking met onze Vlaamsche taalgenooten en dus in den grond van de zaak onderdeel van de heuglijke algemeene cultu- reele en materieele samenwerking tusschen ons en onze Zuiderburen Het i6 te hopen, dat de herscholing op spellingsgebied van die Nederlan ders welke vfcór 1934 de school verlie ten,'geen proces van langen duur zal zijn; maar bovenal: dat onze landge- nooten zich met verstandige gelaten heid, zoo niet met prijzenswaardige blij moedigheid. aan deze herscholing in de spelling zullen onderwerpen en zich niet door ongemotiveerde koppigheid zullen Men verleiden tot het saboteeren van een noodzakelijken en verstandigen Re- geeringsmaatregel: invoering van een heid in de spelling der Nederlandsche taal in het geheele Nederlandsche taal gebied. Vergeten we niet: de nieuwe spelling is gemakkelijker dan de oude; ze be hoeft geen langen oefentijd, om tot gewoonte te worden. We willen hier de voornaamste „regels" der nieuwe spel ling laten volgen om er den leek eenigs- zlns wegwijs in te maken. 1. De e- en o-speiling. Zooals men in de oude spelling aan het einde van een open lettergreep al tijd één a en één u schreef (varen, vu ren), doet men dit in de nieuwe in het vervolg ook met de e en de o; dus niet meer leeren loopen, maar leren lopen; men verlangt knopen aan de kleren,, die men wil kopen. In de Chinese Zee ziet men ook Europese schepen. Op dezen algemeenen regel zijn twee logische uitzonderingen. Aan het eind van een woord schrijft men, als men een ee-klank wil uitbeelden, twee e's: dit ter vermijding van verwarring in de uitspraak van het woord zee en het voornaamwoord ze; en omdat men woorden als thee, zee, mee, twee enz met dubbele ee schrijft, doet men dit ook met alle woorden, hiervan gemaakt, dus: de overzeese gebiedsdelen der Europese landen; ik wil je meedelen, dat we met ons tweeën de theepot te vergeefs hebben gezocht. En zoo heeft ook de o-regel zijn „uitzondering omdat een ch den er aan voorafgaanden klinker kort maakt (zie b.v. bochel, Lochem, rochelen), moet men de lange oo-klank voor een ch met dubbele oo schrijven: hij was wel een goocheme jongen, maar kon niet loochenen, dat hy niet kon goochelen. 2. De s- en seh-spelllng. Behalve in het achtervoegsel -isch (Belgisch, electrisch, nieuwmodisch) waarin ook in de nieuwe spelling de ch niet mag worden weggelaten, schrijft men in de nieuwe spelling nooit meer sch, wanneer die ch niet wordt uitgesproken, maar alleen s: men gaat dus met zijn vleesbonnen naar de sla ger om vlees te kopen; desgewenst eet men vis; tussen Pasen en Pinksteren worden de bossen groen; in Paryse restaurants dient men Frans te spreken. Wordt de ch achter de s uitgespro ken, dan moet ze natuurlijk ook worden geschreven: zou je misschien een be schuitje lusten? Het spreekt vanzelf, dat woorden uit vreemde talen, in het Nederlandsch ge bruikt, hun oorspronkelijke spelling blijven behouden. Evenals men schreef (en blijft schrijven) maccaroni en kerry, blijft men speechen, houdt men een politieke meeting of bewondert men de kranige keeper bij een wedstrijd. Eigenlijk zijn hiermee de regels van de nieuwe spelling opgesomd. Men heeft evenwel al is dit eigenlijk geen spel- hngsquestie bij de groote opruiming van overbodige letters in de schrijftaal ook enkele verbuigingsuitgangen over boord gezet, al is op dit terrein o.i. weer te veel facultatief gesteld en niet ge biedend voorgeschreven; men mag nog wel een hartelijken brief schrijven aan den aftredenden sympathieken burge meester, maarhet is ook toege staan. al die ennetjes weg te laten (en de Landsregeering is van plan dit laat ste te doen, welk voorbeeld door de Redactie van dit Blad zal worden gevolgd). Dit weglaten is alweer niet toegestaan in geijkte uitdrukkin gen, waar (bij nauwkeurig spreken) de jf wordt uitgesproken: men zal ten Kantore van de ontvanger, evenmin als voor dezen, iemand van goeden huize Ten einde onzen lezers een be trouwbaren leidraad te bieden bij de schrijfwijze van de Nederland sche taal, zooals deze met ingang van 1 Mei a.s. zal worden toegepast, hebben wij onzen stadgenoot, den heer B. M. Noach. leeraar ln de Nederlandsche taal aan de Gem. H.B.S. te dezer stede, verzocht de spellingsregels op populaire wijze uiteen te zetten en toe te lichten. WIJ raden onzen lezers aan het nevenstaande artikel uit te knippen en te bewaren; vermoedelijk zal het hun na 1 Mei a.s. nog wel eens vaja pas komen! ontzien, wanneer hij ten tweeden male een waarschuwing heeft gekregen en desondanks zijn belasting niet betaalt. Hierbij zij opgemerkt, dat de liqui datie van de bulglngs-n in de schrijf taal tegemoet komt aan het overgroot- ste deel van ons volk, dat geen woord geslachten meer kent en niet weet, dat men op een (mannelijken) stoel even gemakkeliyk zit als op een (vrouwe lijke) bank. BEZWAREN TEGEN DE NIEUWE SPELLING. Tegenstanders van de nieuwe spel ling verwijten haar o.a. inconsequen ties; waarom, zoo vraagt men, is b.v. slre - de ch gehandhaafd in woorden als clectrisch. Zeker, dit is een inconse quentie; maarvan zulke inconse quenties zit niet alleen de oude spelling >1, maar elke spelling, behalve de zui- ir-phonetische, die in de praktijk vol- rekt onbruikbaar is. Bovendien mag men niet uit het oog verliezen, dat deze nieuwe spelling berust op een com promis tusschen voorstanders van de spelling-De Vr. en Te W. en die van de veel radicaler spelling-Kollewijn en dat men bij een compromis nu eenmaal moet geven en nemen. Als schijn baar deugdelijker bezwaar hoort men ven de zijde der tegenstanders: doordat aan het eind van een lettergreep inden regel nu één e en één o wordt geschre ven, weet men niet meer, of b.v. met kolen brandstof of groente wordt be doeld: of bedelen moet worden opgevat als de „werkzaamheid" van den bede laar of het uitdeelen van gaven van wege de Diaconie. Men veroorloVe ons dit bezwaar als onzin te bestempelen. Een woord heeft alleen beteekenis in een zin; en wanneer ik in de nieuwe spelling lees, dat er in Amsterdam zes schepen met witte en rode kolen uit de Langendyk zijn aangekomen, ben ik (en is niemand) zoo naief om te mee- nen. dat het rantsoen huisbrand nu wel zal worden vergroot. En wie leest, dat op den hoek van een straat al sinds weken een arme vrouw staat te bedelen, gaat daar, al is hij zelf nog zoo behoef tig, niet naar toe. om bij haar met milde gaven te worden bedeeld. Ook t bij het gebruik van de nieuwe spelling zal mengelukkig! niet ge dachteloos kunnen schrijven; zoo zal men moeten schrijvenhele, maar heelal, leren en leraar, maar leerachtige bla deren. wrede, maar wreedaard; dit be rust op de verdeeling in lettergrepen, waarop we hier niet dieper kunnen in gaan, maarhet is alweer niets nieuws. Want in de oude spelling schreef men precies op dezelfde gronden ware naast waarachtig, kwade naast kwaad aardig; en daar heeft, behalve een scholier, die er in een dictee mee las tig werd gevallen, niemand ooit be zwaar tegen gemaakt. Neen, gelegenheid om fouten te schrij ven blijft er ook by het gebruik van de nieuwe spelling, wanneer men niet na denkt, meer dan genoeg; als steenen des aanstoots blyven o.a. de werk woordsvormen het gehandhaafde ver schil tusschen' de ei- en ij-spelling enz. enz. Vraag het den onderwijzers en leeraren, die toch sinds 1934 in school uitsluitend met de nieuwe spelling wer ken; ze hebben sinds 1934 hun corri- geerpotlood nog niet kunnen pension- neeren. Ten slotte: voor geen enkele spelling, hoe eenvoudig ook, is het mogelijk, re gels te ontwerpen, waar alle woorden der taal onder vallen. Bij de debatten over de nieuwe spelling in ons Parle ment heeft de Regeering beloofd, ten spoedigste een „Woordenlijst;" le doen verschijnen, die in alle twijfelgevallen de oplossing zal brengen. We spreken de hoop uit. dat met de uitgave dezer Woordenlijst de meest mogelijke spoed zal worden betracht, zoodat de Spelling -1947 in den kortst mogelijken tijd Ne derlandsch gemeengoed zal zijn gewor den. B. M. NOACH. •Vw Het gevaar van over-investeering (Van onzen financieelen medewerker) Het is in deze rubriek reeds opge merkt dat de groote winsten, welke door vele Ned. ondernemingen over 1946 worden gepubliceerd, licht aan leiding kunnen geven tot ongemoti veerd optimisme. Men heeft er in be paalde kringen en ook in het parle ment reeds verkeerde conclusies uit getrokken en het is daarom goed er aan te herinneren, dat de in vele ge vallen hoogerc cijfers in de eerste plaats gesteld worden naast die van 1945, toen de bedrijven voor een goed deel nog onder de oorlogsomstandig heden gebukt gingen en voorts dat de vennootschappelijke kapitalen meestal no£ zyn uitgedrukt in guldens van vóór den oorlog. Men mag zich er zeer zeker over ver heugen, dat het Ned. bedrijfsleven zich in den loop van 1946 krachtig heeft kunnen herstellen en grootere winsten heeft kunnen behalen, maar men houde ook hier ernstig rekening met de waar devermindering van het geld, ten ge volge waarvan die winsten grooter schij nen dan ze in werkelijkheid zijn. De vele emissies van den laatsten tijd wij zen er op, dat de kapitaalspositie van vele ondernemingen bij de monetaire ontwikkeling achterop is geraakt en dat men bij bedrljfsomzetten. welke in vele gevallen nog aanmerkelijk kleiner zijn dan die van voor den oorlog, belangrijk grootere kapitalen noodig heeft. Het dezer dagen gepubliceerde jaar verslag van de Nationale Herstelbank, welke instelling uit. 1946 voor F 177 mil- lioen aan voorschotten en credieten ge contracteerd of in behandeling had, wyst er op, dat van dit bedrag slechts F 81 millioen werd opgenomen en dat het tempo der disposities de eerste maanden van het nieuwe jaar een op merkelijke vertraging te zien geeft als gevolg van het feit. dat de voor de be drijf svernieuwing zoo hoog noodige kapi taalsgoederen nog niet konden worden aangeschaft, terwijl ook de grondstof - fenvoorziening nog steeds uitermate ge brekkig is. De deviezennood springt hier wel dui delijk ln het oog en staat aan de nieu we investeeringen in den weg. waaruit de conclusie kan worden getrokken dat, zoo deze belemmering kon worden op geheven, zoowel op de Herstelbank als op de kapitaalmarkt door de Ned. be drijven in nog veel grooteren omvang een beroep zou worden gedaah. Geleidelijk zullen de kapitalen der bedrijven zich by de waardeverminde ring van den gulden moeten aanpas sen en zoolang zij dit niet hebben kunnen doen, zijn de groote winst cijfers over 1946 derhah^ta nIster H^smans niet slecht hebben ge- cyiers oyer Km. aernane in veie ge- txnffpn Mnfrp ,Hri hPh-PirW>iiiir nniimic. vallen misleidend. Zoo heeft bijv. de Werkspoor, die in 1945 een verlies leed van F 3.6 millioen, gedurende de eerste tien maanden van 1946 weer F 1.6 millioen verdiend en thans voor niet minder dan F 41 mil lioen werken onderhanden, maar het kapitaal van F 8% millioen wordt met F 41/£ millioen verhoogd door de uitgifte van aandeelen k 130 Ook een kleiner bedrijf, dat op een prachtig verleden kan wijzen, de Kon. Nederl. Grofsmede rij. komt met een aandeelenemissie van F 500.000 en de stroom van nieuwe emis sies zal ongetwijfeld nog geruimen tijd aanhouden en sterker worden naarmate het mogelijk blijft, de bedrijven weer tot den vroegeren omvang uit te brei den en de noodige aankoopen van grondstoffen en kapitaalgoederen te ef- fectueeren. Terecht wyst de directie der Her stelbank er in haar verslag op, dat het gevaar voor „ovcrinvesteering" uit nieuwe middelen niet denkbeeldig is. Nieuwe investeeringen immers zyn al leen gerechtvaardigd, wanneer de on derneming kan rekenen op een aan houden van de gunstige conjunctuur en de uit die investeeringen voort vloeiende extra baten kan aanwenden tot extra afschrijvingen. Ook hiermede zal bij de beoordeeling van de dividendvooruitzichten op de aandeelenmarkt moeten worden gere kend, gelijk ook de regeering blijkbaar bereid is met betrekking tot de belas tingen. welke op de winst drukken, bij zondere faciliteiten te verleenen voor zoover die winst voor extra afschrijving wordt gebruikt. Want dat de gunstige conjunctuur zal aanhouden, kan natuurlijk niet wor den verwacht. Zelfs de economische stelsels, welke in dezen tijd worden toegepast, bicden daarvoor geen waar borg en ook in de naaste toekomst zal de conjunctuurcyclus ongetwijfeld zijn hoogtepunten en laagtepunten kennen. Dit is een reden temeer om de kunst matige belemmeringen, welke thans het bedrijfsleven nog in vele opzichten bemoeilijken, zoo spoedig mogelijk weg te nemen en er in elk geval voor te waken, dat het geen nieuwe hinder palen in den weg worden gelegd. In dit opzicht heeft het ook op de beurs groote voldoening gewekt, dat mi nister Huysmans zich in de Eerste Ka mer gekeerd heeft tegen socialistische experimenten en aan het Ned. bedrijfs leven een grootere bedrijfsvryheid heeft in uitzicht gesteld. Hy wordt daarin krachtig gesteund door zyn Belgischen collega, die in tal van sectoren de han delsvrijheid heeft hersteld, ten einde op die wyze het verantwoordeiykheidsbesef van den ondernemer te stimuleeren en den persoonlijken ondernemlngsdrang te bevorderen. De beurs meent dat we het met mi- Ingezonden Mededeeling. Bel 24244 DE RADIOTECHNISCHE DIENST I.E.M.C.O. N.V., - NIEUWE RIJN 32 Repareert vlug, betrouwbaar, vakkundig RAADSELS voor allen om uit te kiezen; de grote- ren (1116 jaar) vyf. de kleineren (7—11 jaar) drie goede oplossingen. Naam, leeftijd en adres onder de raad sels. Inzenden naar Bureau „Leldsch Dag blad" of naar Wasstraat 38, tot uiterlijk Dinsdagmorgen 9 uur. I. (Ingezonden door Neeltje Borreman) Mijn eerste deel is van leer, myn tweede is leer, en mijn geheel dient om myn eerste te maken. n. (Ingezonden door Ida Moleman) Myn geheel noemt een spreekwoord van 41 letters. Maar het moet uitgezocht wor den ln namen van steden en dorpen. 6. 1. 21. 18. 27. 5. 11. 10, 32. 5 is een plaats in Noord-Holland. 22. 40, 7. 36, 37, 13 een stad ln Zuid-Holland; 23, 39, 41, 17, 4. 28, 15 een plaats ln Zeeland: 19, 28, 20 plaats ln Gelderland; 16, 1, 8, 37,'35 plaats en eiland in Zeeland; 17, 7, 30, 30, 12, 21, 36 plaats in Limburg; 33, 4, 25, 37, 8 dorp bij Rotterdam; 29, 9, 24, 2, 34, 34, 5 een plaats ln Noord-Holland; 31. 15, 38. 3, 27, 35 een plaats ln Overysel: 14, 12, 12, 21, 22, 40, 18 hoofdstad van Noord-Hol land. III. (Ingezonden door Gerard Verhoog) In de hokjes de ge tallen van 1 tot en met 9 lh te vullen, zo. dat van links naar rechts en van boven naar beneden en ln schuine rich ting de som 15 is. Elk getal mag slechts één maai gebruikt worden. IV (Ingezonden door Pim van Kuyven- hoven) Verborgen vruchten 1. Zeg. Jan. Je moet die rommel zelf opruimen. 2. Mijn zusje kreeg met Kerstfeest een mooi boek. 3. Die speren komen uit Afri ka. 4. Met het Ijs hebben we genoten van schaatsenryden. V (Ingezonden door Joke van Dlest) Mijn geheel ls een groot zeeschip van 7 letters. 5, 2. 3, 4 ls een afgekorte meisjes, naam: 2, 2, 4 een deel van Je hoofd; 7. 6. 1, 5 een soort bergplaats, ook slaap plaats voor huisdieren. VI. (Ingezonden door Jannle Zonne veldWie gaat uit, en bhjf t toch thuis? VII (Ingezonden door Wlily Rijnhart) 'tls ln de vrouw, maar"niet ln den man, 'tls ln de kroes, maar niet ln kan. 't Is ln het varken, maar niet ln het spek, 'tls wel in Je rug. maar niet ln Je nek. Vin. (Ingezonden door Bep Brouwer) Welk sprookje lees Je hieruit? ejoordonrso. OPLOSSINGEN der raadsels uit het vorige nummer. 1. 1. Alkmaar; 2. Tlel- 3.' Woerden; 4. Gouda; 5. Londen. 2. De letter e. 3. Tlengemeten; tien, eg, en, meteen. 4. Levertraan. 5. Zoals het klokj© thuis tikt, tikt het nergens. Ik, inkt, haar, Trianon, hak, stoel, tegels, gas, Je, ziek. Jet, te, hut. 6. Tamboer. 7. Overgrootvader (moeder); o, ver, groot, vader (moeder). 8. Netty; 1. noot; 2. ezel; 3. teen; 4. toga; 5. ijzer. Onze prijsraadsels De drie prijzen voor de groteren zyn na loting toegekend aan: Hans Colmjon, 11 Jaar. Leuntje v. d. Plas, 15 Jaar. C'lara Ouwersloot, 13 Jaar. De drie prUzen voor de kleineren zyn na loting toegekend aan: Janna v. d. Marei, 10 jaar. p Tina Zandbergen, 9 .jaar. Ellle Brandt (Bllderdykstr. 12), 8 Jaar. De prijzen kunnen a.s. Woensdag tu-sschen 12 en 1 of tusschen 4 en 5 uur aan ons Bureau worden af gehaald Red. „L. D." GOEDE OPLOSSINGEN van de raadsels voor de groteren önt- vangen van: Cor van Duyvenbode. Maria van Duy- venbode. Pirn van Kuyvenhoven, Llly v. Nlerop, Nico Glasbergen, Herbert Gay- kema. Gerrlt Kuyk, Jamüe Kriek, Nelly Wessellng, Bep Zandbergen, Corrle Zand bergen. Leunt.'e v. d. Plas. Plet Redél, Elsje Verllnd, Willy Vavler. Jan Ravens- bergen. Rie Roozendaal. Gerard Wenneker, Een journalist op avontuur. /Speoiale reportage). Drie mannen zeulen moeizaam voort door het wijde Bi-abantsche land: twee kommiezen van dé douane en een jour nalist! In den prillen avond was hy er by hoe de in het grys-groen gekleede groep van beambten, die een merkwaar dige gelykenis toont met onze soldaten van vóór den oorlog, in een zevental pa trouilles werd gesplitst voor de nachte- lyke bewaking van het grensterrein na- by Budel, dat als het centrum van den veesmokkel mag worden beschouwd. En na een korte kennismaking begon het avontuur dat in al ^jn soberheid een klaar beeld zou geven van de ontzagge- lyke moeiiykheden waarmede onze man nen in Grensland te kampen hebben Myn begeleiders zijn twee jonge ke rels. bescheiden en intelligent, de één met de onderwyzersacte in z'n zak, maar vol enthousiasme voor het werk waar aan hy zich thans gegeven heeft. Beiden hebben zij in hun blik en houding dat resolute, dat het kenmerk is van den man. die gewoon is zelfstandig plotse linge en belangryke besluiten te nemen! „Zwygen", zegt de aanvoerder, „is allereerste eisch. Zwijgen en., niet roo- ken!" En met die korte Instructie is myn opleiding voor de jacht op smok kelaars blykbaar voltooid. Achter elkaar in ganzenmarsch zwoe gen wy door het terrein; springend over slootjes en» greppels, klimmend over prikkeldraad en glibberend langs bol ronde wallekanten, waar het my af en toe byna onmogelijk is myn evenwicht te bewaren en het tempo bij te beenen van de douanen, hoewel die nog een fiets bij zich hebben, welke oVer alle barricades moet worden meegedragen! In de snel vallende duisternis wordt de oriëntatie allengs moeilijker; weggetjes zyn niet meer te onderschelden en nat te greppels lyken bedriegelyk veel op verharde paden door de rimboe..! Het geen ik ontdek als ik een scherp fluit signaal meen te hooren. my snel om draaien me slechts aan een bad te onttrekken weet door my ruggelings te gen. den grond te werpen Vlak achter my herken ik het sissend geluid van eenjnensch, die een lachbui nauweiyks te onderdrukken weet.... SMOKKELWEER. Meer dan een uur ploeteren wy rond, links en rechts, kris-kras door land en bosch, stilstaand daar waar ik kruis punten van paadjes vermoed, dolend om de schuren en boerderyen. Uit zwart- gryze luchten plenst de eene stortbui na de andere, storm giert over het land en van achter de bosschen bij de grens flitsen onophoudelyk helle lichtschijn sels omhoog, die fantastische effecten sorteer en tegen den roetzwarten hemel. „Smokkelweer". bepeins ik „Smokkelweertje"!. fluistert de man met-de-fiets als hij ongemerkt is bly ven stil staan en lk my, gansch onvoor bereid. boven op man en rywiel stort! „Smokkelweertje..... en het zal vroeg donker worden vanavond!" Die laatste opmerking verbystert mU volkomen omdat „zwarter dan zwart" ten slotte toch onmogeiyk moet worden geacht.... In het tactische krygsplan van mijn begeleiders vervul ik de misschien be scheiden. maar voor my allerminst ge- makkeiyke functie van „waarnemer". Het is niet een voudig voor de douane om een zoo uitgebreid grensgebied met eenige kans op succes te bewaken en te moeiiyker wordt hun taak als heel het dorp een broeinest van smokkelaars is onder wie het vak van vader op zoon is overgegaan, en het vijandelyk leger voortreffeiyk is georganiseerd! Spionnen stellen zich op tot bij de douane-kanto ren om den gang der beambten te con- tróleeren, voórloopers verkennen het terrein by het naar de grens voeren van het vee. dat tydeiyk in een van de tien tallen boerderyen is ondergebracht en honden verklappen meer dan eens de komst der douanes,als ze een poging wil len doen o mby een der stallen pools hoogte te nemen. List moet tegenover list worden gesteld. Daarom trekken de kommiezen telkens weer naar andere ob servatieposten in de ongeveer drie kilo meter breede strook, welke iedere pa trouille te controleeren heeft, en verdee- len zy hun overigens al bescheiden macht door eiken man een aparten post te doen innemen! ZWIJGEN Als myn begeleiders even hebben staan fluisteren en naar ik later verneem de fiets aan een slootkant hebben ge borgen, zijn wy Ineens nog maar met ons tweeën. Ongeveer een kilometer zwoegen wy verder, din by een bosch- je - kryg lk het bevel: „duiken"! En als een goed gedisciplineerd soldaat ,duik" ik. Om ons tegen storm en regen te beschermen hebben wy ons gehuld in lange soldatenmantels, die by^ans tot op den grond hangen, en dat geeft eén aa'dige beschutting. Wat ook noodig ls, want by het boschje. waar wy pos!tie hebben gekozen, ls het zand tot mod- deV geworden en om my heen vosiond speur ik plassen naar allen kant Myn metgezel fluistert my in dat wy hier een heele vlakte kunnen overzien en ik ben beleefd genoeg om hem niet tegen te spreken. Een paadje voert dia gonaal door het land naar de grens en veesmokkelaars in deze omgeving zullen er langs moeten omdat zy met hun smokkelwaar nu eenmaal moeliyk over NIEUWE UITGAVEN. Bil de Universitaire Pers alhier ver scheen van de hand van onzen stadge noot prof dr. C. de Boer „Syntaxe du francais moderne", een uitvoerige we tenschappelijke verhandeling, welke de auteur tilden» de bezettingsjaren schreef en die inzonderheid dé belangstelling verdient van docenten aan gymnasia, hoogere burgerscholen en lycea. Beste raadselnichtjes en -neefjes, Dit ls „de" krant van d« maand voor Jullie 1 Zy brengt zes geluksvogels die AW4W!141xa<H «cu.iiBn.ei iik feliciteer met dit buitenkansje.'Velen Suze Overbeek, Clara Ouwersloot, Oreetjé °.nzeJltrlnK,jï,)n ?°k al 8«lutkle 6a- Dorrepaal, Gerda Doorn, Lleste GUsman I w,oest: dc andaren h°P«n weer op de Ineke David,Dickie Brandt, Neeltle Bor- Jleuw« prtlsraadsels, waarmee we nu een reman, Coble Botermans, Betele Balkenen- aanvan8 maken. Doe 4 weken trouw mee, de, Mia Bekooy, Jannetje Haasnoot, Arend Je slooten en prikkeldraad kunnen gaan. Tegen den verren einder heeft de git zwarte hemel een zilveren streep gela ten en neergedoken op den grond kun je zoo zegt de douane! alle sil houetten volkomen onderscheiden. Dan zitten wy dicht by een en zwygen. Om ons heen is het brullende geloei van den orkaan, het schetterende gekwaak van duizenden kikkers en de stage drup van den regen, die van myn doorweek ten hoed op myn schoenen komt en persé myn voetzooien schynt te moeten opfrisschen! Merkwaardige menschen: die douanes, getraind tot in de perfectie! „Embus- kadedienst" is één van hun leervakken en zU brengen het hier in praktyk, d.w.z. onbeweeglijk'zitten. uren achtereen, zon der ae praten of te rooken. zonder het minste gerucht.Zóó stil is m&n met gezel. dat ik af en toe een hand uit steek om my de zekerheid te verschaf fen dat ook hy inmiddels niet in het luchtledige is verdwenen! En al turend rondom, waarby ik allerlei geheimzin nige gestalten meen te bespeuren, die bij den kommies niet de geringste re actie veroorzaken, bepeins ik wat er met mij gebeuren zal als er steaks soms smokkelaars komen en de kommiezen tot ingrUpen worden genoopt. Een journa list is een mensch, die voor zyn werk vele gevaren riskeert, maar hoe moet ik deelnemen aan een stormloop over een terrein waar ik heg noch steg onder scheiden kan en vermoedelyk geen tien meter van myn observatiepost zal ko men zonder een duikeling te hebben ge maakt? Vertelde een der inspecteurs mU dien morgen niet dat by de mergelaf- graving te Eysden zelfs een kommies door lichteffecten van de maan was mis leid en zeventig meter omlaag ls ge stort Winnetou en de Grijze Wolf zyn eens groote spoorzoekers geweest, maar deze mannen van de douane zullen myn on- uitwischbare bewondering hebben als zy by dit noodweer en in deze onbeschrijf lijke duisternis in staat zouden biyken te zyn zich met succes snel te verplaat sen. DE KOMMIES SLOEG TOE! Het toeval kan toch zoo wonderlyk zyn. Want nóg heb ik het probleem voor my zelf niet opgelost of met een ruk staat de man naast my op de been. In een flits sohiet zyn schim voorby. ik hoor stemmen en een nadrukkelijk be velen binnen de minuut doemt de douane weer op. twee mannen met zyn pistool voor zich uit dryvend die geen papieren zeggen te hebben. Belgen zün en volgens hun verklaringen terugkeeren van een clandestien maar onschuldig fa milie-bezoek! In Grensland vertoeven nooit anders dan onschuldige menschen. Intusschen zün zy op 50 meter van de grens gestrand en de marechaussee zal verder wel pogen na te vorschen wat er waar ls van hun beweringen. En nu verbaasd niets my meer: zoo min het feit. dat er het volgend moment een andere patrouille verschynt, die de Belgen overneemt en wegbrengt dan wel het plotseling weer opduiken van den tweeden man van onze eigen groep. Niettegenstaande wy na de arrestaties een geheel andere positie hebben bezet, wordt een langdurige zwygkuur plotse ling onderbroken door een scherp, maar onderdrukt „psst". vlak achter ons. „Psst" antwoordt myn metgezel terwyi hy zich rustig omdraait, en ik zal wel nooit begrypen hoe de man-met-de-fiets ons heeft kunnen ontdekken op een plaats, welke niet by afspraak ls be paald. Llchteiyk rillend van kou. huiverend in de natte kragen van ons loodzwaar geworden mantels, gaan wy weer op pad. Dat „op pad gaan" is stellig voor den journalist wat al te schilderachtig uitgedrukt. Maar hy moge een goede tip geven voor wie ooit ln dezelfde cri- tieke omstandigheden mocht komen te verkeeren. en wel deze: „Plant uw sta rende blik op het wittè deel vaa het achterspatbord van het douane-rijwiel en kleef er als het ware volkomen aan vast. Gy zult struikelen en strompelen en zoo nu en dan uw moede ledematen wat onvoorbereid uitstrekken in een plas (zoodat oude kleeren op een dergeiyken tocht verkiesiyk zyn!) maar als ge heel snel weer opkrabbelt zult ge misschien nog juist ln staat zyn dat witte vlekje te ontwaren en het weer te bereiken. Lukt dat niet en een onverwacht schot, dat klinkt als een paukenslag in het concert van de kikkers, kan u in pa niek half in een sloot doen tuimelen! dan moge de beoefening van den em- baskade-dienst u worden aanbevolen! Zwyg en wacht! De douane zal u red den zoodra hy over den lach-hik heen Is en althans een schyn van hoffelyk- held tegenover u kan bewaren.... dan neem Je deel aan de loting na afloop. En Je naam komt dan in de krant blj^ de troffen. Moge zyn betrekkelijk optimis me ten aanzien van de Nederlandsche deviezenpo3itie. welke naar zijn meening niet slechter is dan driekwart jaar ge leden. niet worden beschaamd. Haasnoot, Maria v. d Marei, Ida Mole man. Jan Mentlnk, Frans Mentlnk,, Adrlaan Derks, Hans Colmjon, Bea Vonk Gré van Zwleten, Alle Smolders, Ca- thrientje van Til. Corrle Schaart. Har- mlen Voorhoeve. Henk v. d Veer, Truusje van Leeuwen. En van de kleineren: Anton Mentlnk, Nettle Derka, Willy Kole, Eliy Brandt, Joke v. Dlest. Helena Jonker. Tinie Hoogervorst, Fietje v. d. ■Bom. Rietje Balkenende. Ellle Brandt Frans Bouter. Ada van Zwieten. Tina duidelijk" naam "en adré«"ir ob'TÖt tenTecÏTi'k VCrWa°M Wle ®°ede °P- ^Ieu%ll7ïui«tkeSmèml«"Sr! j gegr°" n" )U"'e Raad Janna v. d. Marei. j Mevr. M. J. BOTERENBROOD. goede oplossers. Helaas z\Jn er nog velen, die het niet volhouden geregeld ln te sturen. Dat is Jammer, want dan mag je niet meeloten. Daarvoor moet Je minstens drie keer present zyn. Die ongeregelde klantjes moeten er wat meer werk voor over hebben! Ik hoop hen volgende keer ook by de goede oplossers te kunnen plaatsen Ik schreef al eerder: als enveloppen be zwaarlijk zyn ln dezen tyc, js een toege- vouwen^ blaadje papier 70ldoende._maar vol ALS MUGGEN OM DE KAARS. In de verte twinkelt lokkend het groo te licht van het douane-kantoor, waar de verharde weg is en veiligheid. Als muggen om de kaars dwarrelen wij er echter omheen, nu links, dan rechts, soms wegkruipend als een fletser na dert omdat hij een voorlooper kan zijn, en altyd speurend naar alle kanten. Uit een arbeidershuisje schynt licht naar buiten. Een nog Jonge vrouw zit by een schamele lamp en breit.De douanes kyken onbescheiden naar binnen en de journalist kykt mee, bly eindeiyk ook eens wat te kunnen zien. „Koosje is weer op pad" mompelt één van de mannen; zyn moeder zit altyd op tot hy terug keert". „Koosje". zoo hoorde ik later is een zestienjarige Jongen, die een functie heeft als voorlooper. voor de smokke laars onschatbare diensten verricht en er voor het gezin een alleszins behoor- ïyk inkomen aan verdient, al is de groo te winst natuurlijk voor de „heeren ach ter de schermen". Eenig lawaai in de verte vraagt de op merkzaamheid. Is de fiets er niet voor om er op te stappen en ginds snel even poolshoogte te nemen, al gaat het dan langs een parcours waar een „normaal" mensch onder omstandigheden als op dezen avond geen minuut kan loopen zonder zijn leven in gevaar te hebben gebracht? MET DIEP ONTZAG. Na prompt vyf uur zyn de kommiezen terug op het douane-kantoor hoewel er geen blik ls geslagen op het horloge. Nieuwe patrouilles staan gereed voor vertrek; de terugkomenden schudden zioh als poedels het water van het lijf, steken een cigaret- open wachten zwygena tot een dienstauto hen komt halen voor het vervoer naar huis. «Niets beleefd, vannacht" is het eenige wat er wordt gezegd en de journalist is te zeer overrompeld door de vele Indrukken om hen tegen te spreken. Maar als hy af scheid neemt van deze mannen die ook by de meest barre koude en in de diep- ste sneeuw hun taak zonder haperen zUn blyven verrichten zóó dat er in meer dan een geval sprake is geweest van be vroren ledematen dan poogt hij is zyn handdruk althans iets te leggen van het diepe ontzag, dat hij daar in de rim boe van Budel heeft gekregen voor onze zwygende wachters in Gtensland

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1947 | | pagina 5