DE NIEUWE SPELLING
DE
GIFHANDEL
Grootere winsten zijn dikwijls misleidend
k
Zwijgende Wachters in Grensland
Verbeten strijd tegen de smokkelaars
De jacht op „Zwarte Piet'
Voldoening over toezegging van Minister Huysmans
Is uw Radio defect?
Voor de Jeugd
(Geschreven in de „Oude Spelling")
Vergelijken we de spelling van het
Nederlandsch met die van het Fransch
en Engelsch, dan is de onze zeker gemak
kelijk te noemen. Het moet verbazing
wekken, dat er zoo veelvuldig tegen
wordt gezondigd ondanks ons op be
hoorlijk peil staand onderwijs. Een deel
dezer spellingszonden moet heden ten
dage worden geweten aan den zonder
lingen toestand, dat (sedert 1934) de
Regeering h^t onderwijs van de „nieuwe
spelling" (de spelling-Marcfcant) op de
scholen voorschreef, terwijl zijzelve niet
alleen deze spelling negeerde, maar in
vele officieele stukken zelfs de „oude
spelling" die van De Vries en Te Win
kel eischte en dus de Jongelui, die een
ambtelijke loopbaan kozen, dwong, zich
na het verlaten der school in te werken
in een andere schrijfwijze van het Ne
derlandsch dan ze als scholieren in op
dracht dierzelfde Regeering hadden ge
leerd. De Nederlandsche pers, het be
drijfsleven enz. gingen op enkele
uitzonderingen na ook na 1934 rustig
door met het gebruik van de spelling-
De Vries en Te Winkel van ongeveer
1865. al had deze in den loop der jaren
reeds eenige veeren moeten laten.
Aan dezen ver warrenden toestand,
dien men zonder overdrijving als een
zotten wantoestand kan bestepipelen,
zal nu binnenkort een eind komen. De
„oude spelling" ta\ op 1 Mei a.s. offici
eel hebben afgedaan. Bij haar begra
fenis zal misschien menig Nederlander
een traan laten; men scheidt nu een
maal niet gaarne van een soms moei
zaam verworven bezit; en er zijn maar
weinig menschen, die, op zekeren leef
tijd gekomen, zich geheel vrij weten
van conservatisme; ten slotte: zoo iets
geheel nieuws leeren op taalgebied
eischt inspanning, en dat beseft men
wel ter dege het zal niet genoeg zijn,
de nieuwe spelling te leeren, de theorie
zal dagelijks in de praktijk moeten wor
den toegepast. Wat een bezwaren! En
wat een verspilling van energie, be
weert ongetwijfelt menig tegenstander.
Maar laten'we toch bedenken:
1). dat onze grootouders (of overgroot
ouders) na 1865 zich ook moesten
gewennen, om niet meer .kagchel
pligt, July enz. te schrijven, maar
den plicht hadden, 's winters voor de
kachel te zorgen, waarvan ze zich
in Juli niets hoefden aan te trek
ken;
2). dat eenheid van spelling een natio
naal belang is;
3). dat^dit nationale belang zelfs is
uitgedijd tot een internationaal be
lang. aangezien de „nieuwe spel
ling"', die op het punt staat haar
„Blijde Incomste" te doen. een pro
duct is van samenwerking met onze
Vlaamsche taalgenooten en dus in
den grond van de zaak onderdeel
van de heuglijke algemeene cultu-
reele en materieele samenwerking
tusschen ons en onze Zuiderburen
Het i6 te hopen, dat de herscholing
op spellingsgebied van die Nederlan
ders welke vfcór 1934 de school verlie
ten,'geen proces van langen duur zal
zijn; maar bovenal: dat onze landge-
nooten zich met verstandige gelaten
heid, zoo niet met prijzenswaardige blij
moedigheid. aan deze herscholing in de
spelling zullen onderwerpen en zich niet
door ongemotiveerde koppigheid zullen
Men verleiden tot het saboteeren van
een noodzakelijken en verstandigen Re-
geeringsmaatregel: invoering van een
heid in de spelling der Nederlandsche
taal in het geheele Nederlandsche taal
gebied.
Vergeten we niet: de nieuwe spelling
is gemakkelijker dan de oude; ze be
hoeft geen langen oefentijd, om tot
gewoonte te worden. We willen hier de
voornaamste „regels" der nieuwe spel
ling laten volgen om er den leek eenigs-
zlns wegwijs in te maken.
1. De e- en o-speiling.
Zooals men in de oude spelling aan
het einde van een open lettergreep al
tijd één a en één u schreef (varen, vu
ren), doet men dit in de nieuwe in het
vervolg ook met de e en de o; dus niet
meer leeren loopen, maar leren lopen;
men verlangt knopen aan de kleren,, die
men wil kopen. In de Chinese Zee ziet
men ook Europese schepen.
Op dezen algemeenen regel zijn twee
logische uitzonderingen. Aan het eind
van een woord schrijft men, als men
een ee-klank wil uitbeelden, twee e's:
dit ter vermijding van verwarring in de
uitspraak van het woord zee en het
voornaamwoord ze; en omdat men
woorden als thee, zee, mee, twee enz
met dubbele ee schrijft, doet men dit
ook met alle woorden, hiervan gemaakt,
dus: de overzeese gebiedsdelen der
Europese landen; ik wil je meedelen,
dat we met ons tweeën de theepot te
vergeefs hebben gezocht. En zoo
heeft ook de o-regel zijn „uitzondering
omdat een ch den er aan voorafgaanden
klinker kort maakt (zie b.v. bochel,
Lochem, rochelen), moet men de lange
oo-klank voor een ch met dubbele oo
schrijven: hij was wel een goocheme
jongen, maar kon niet loochenen, dat
hy niet kon goochelen.
2. De s- en seh-spelllng.
Behalve in het achtervoegsel -isch
(Belgisch, electrisch, nieuwmodisch)
waarin ook in de nieuwe spelling de ch
niet mag worden weggelaten, schrijft
men in de nieuwe spelling nooit
meer sch, wanneer die ch niet wordt
uitgesproken, maar alleen s: men gaat
dus met zijn vleesbonnen naar de sla
ger om vlees te kopen; desgewenst eet
men vis; tussen Pasen en Pinksteren
worden de bossen groen; in Paryse
restaurants dient men Frans te spreken.
Wordt de ch achter de s uitgespro
ken, dan moet ze natuurlijk ook worden
geschreven: zou je misschien een be
schuitje lusten?
Het spreekt vanzelf, dat woorden uit
vreemde talen, in het Nederlandsch ge
bruikt, hun oorspronkelijke spelling
blijven behouden. Evenals men schreef
(en blijft schrijven) maccaroni en kerry,
blijft men speechen, houdt men een
politieke meeting of bewondert men de
kranige keeper bij een wedstrijd.
Eigenlijk zijn hiermee de regels van
de nieuwe spelling opgesomd. Men heeft
evenwel al is dit eigenlijk geen spel-
hngsquestie bij de groote opruiming
van overbodige letters in de schrijftaal
ook enkele verbuigingsuitgangen over
boord gezet, al is op dit terrein o.i. weer
te veel facultatief gesteld en niet ge
biedend voorgeschreven; men mag nog
wel een hartelijken brief schrijven aan
den aftredenden sympathieken burge
meester, maarhet is ook toege
staan. al die ennetjes weg te laten (en
de Landsregeering is van plan dit laat
ste te doen, welk voorbeeld door de
Redactie van dit Blad zal worden
gevolgd). Dit weglaten is alweer
niet toegestaan in geijkte uitdrukkin
gen, waar (bij nauwkeurig spreken) de
jf wordt uitgesproken: men zal ten
Kantore van de ontvanger, evenmin als
voor dezen, iemand van goeden huize
Ten einde onzen lezers een be
trouwbaren leidraad te bieden bij
de schrijfwijze van de Nederland
sche taal, zooals deze met ingang
van 1 Mei a.s. zal worden toegepast,
hebben wij onzen stadgenoot, den
heer B. M. Noach. leeraar ln de
Nederlandsche taal aan de Gem.
H.B.S. te dezer stede, verzocht
de spellingsregels op populaire wijze
uiteen te zetten en toe te lichten.
WIJ raden onzen lezers aan het
nevenstaande artikel uit te knippen
en te bewaren; vermoedelijk zal
het hun na 1 Mei a.s. nog wel
eens vaja pas komen!
ontzien, wanneer hij ten tweeden male
een waarschuwing heeft gekregen en
desondanks zijn belasting niet betaalt.
Hierbij zij opgemerkt, dat de liqui
datie van de bulglngs-n in de schrijf
taal tegemoet komt aan het overgroot-
ste deel van ons volk, dat geen woord
geslachten meer kent en niet weet, dat
men op een (mannelijken) stoel even
gemakkeliyk zit als op een (vrouwe
lijke) bank.
BEZWAREN TEGEN DE
NIEUWE SPELLING.
Tegenstanders van de nieuwe spel
ling verwijten haar o.a. inconsequen
ties; waarom, zoo vraagt men, is b.v.
slre
-
de ch gehandhaafd in woorden als
clectrisch. Zeker, dit is een inconse
quentie; maarvan zulke inconse
quenties zit niet alleen de oude spelling
>1, maar elke spelling, behalve de zui-
ir-phonetische, die in de praktijk vol-
rekt onbruikbaar is. Bovendien mag
men niet uit het oog verliezen, dat
deze nieuwe spelling berust op een com
promis tusschen voorstanders van de
spelling-De Vr. en Te W. en die van de
veel radicaler spelling-Kollewijn en dat
men bij een compromis nu eenmaal
moet geven en nemen. Als schijn
baar deugdelijker bezwaar hoort men
ven de zijde der tegenstanders: doordat
aan het eind van een lettergreep inden
regel nu één e en één o wordt geschre
ven, weet men niet meer, of b.v. met
kolen brandstof of groente wordt be
doeld: of bedelen moet worden opgevat
als de „werkzaamheid" van den bede
laar of het uitdeelen van gaven van
wege de Diaconie. Men veroorloVe ons
dit bezwaar als onzin te bestempelen.
Een woord heeft alleen beteekenis in
een zin; en wanneer ik in de nieuwe
spelling lees, dat er in Amsterdam zes
schepen met witte en rode kolen uit de
Langendyk zijn aangekomen, ben ik
(en is niemand) zoo naief om te mee-
nen. dat het rantsoen huisbrand nu wel
zal worden vergroot. En wie leest, dat
op den hoek van een straat al sinds
weken een arme vrouw staat te bedelen,
gaat daar, al is hij zelf nog zoo behoef
tig, niet naar toe. om bij haar met
milde gaven te worden bedeeld.
Ook t bij het gebruik van de nieuwe
spelling zal mengelukkig! niet ge
dachteloos kunnen schrijven; zoo zal
men moeten schrijvenhele, maar heelal,
leren en leraar, maar leerachtige bla
deren. wrede, maar wreedaard; dit be
rust op de verdeeling in lettergrepen,
waarop we hier niet dieper kunnen in
gaan, maarhet is alweer niets
nieuws. Want in de oude spelling schreef
men precies op dezelfde gronden ware
naast waarachtig, kwade naast kwaad
aardig; en daar heeft, behalve een
scholier, die er in een dictee mee las
tig werd gevallen, niemand ooit be
zwaar tegen gemaakt.
Neen, gelegenheid om fouten te schrij
ven blijft er ook by het gebruik van de
nieuwe spelling, wanneer men niet na
denkt, meer dan genoeg; als steenen
des aanstoots blyven o.a. de werk
woordsvormen het gehandhaafde ver
schil tusschen' de ei- en ij-spelling enz.
enz. Vraag het den onderwijzers en
leeraren, die toch sinds 1934 in school
uitsluitend met de nieuwe spelling wer
ken; ze hebben sinds 1934 hun corri-
geerpotlood nog niet kunnen pension-
neeren.
Ten slotte: voor geen enkele spelling,
hoe eenvoudig ook, is het mogelijk, re
gels te ontwerpen, waar alle woorden
der taal onder vallen. Bij de debatten
over de nieuwe spelling in ons Parle
ment heeft de Regeering beloofd, ten
spoedigste een „Woordenlijst;" le doen
verschijnen, die in alle twijfelgevallen
de oplossing zal brengen. We spreken
de hoop uit. dat met de uitgave dezer
Woordenlijst de meest mogelijke spoed
zal worden betracht, zoodat de Spelling
-1947 in den kortst mogelijken tijd Ne
derlandsch gemeengoed zal zijn gewor
den.
B. M. NOACH.
•Vw
Het gevaar
van over-investeering
(Van onzen financieelen medewerker)
Het is in deze rubriek reeds opge
merkt dat de groote winsten, welke
door vele Ned. ondernemingen over
1946 worden gepubliceerd, licht aan
leiding kunnen geven tot ongemoti
veerd optimisme. Men heeft er in be
paalde kringen en ook in het parle
ment reeds verkeerde conclusies uit
getrokken en het is daarom goed er
aan te herinneren, dat de in vele ge
vallen hoogerc cijfers in de eerste
plaats gesteld worden naast die van
1945, toen de bedrijven voor een goed
deel nog onder de oorlogsomstandig
heden gebukt gingen en voorts dat de
vennootschappelijke kapitalen meestal
no£ zyn uitgedrukt in guldens van
vóór den oorlog.
Men mag zich er zeer zeker over ver
heugen, dat het Ned. bedrijfsleven zich
in den loop van 1946 krachtig heeft
kunnen herstellen en grootere winsten
heeft kunnen behalen, maar men houde
ook hier ernstig rekening met de waar
devermindering van het geld, ten ge
volge waarvan die winsten grooter schij
nen dan ze in werkelijkheid zijn. De
vele emissies van den laatsten tijd wij
zen er op, dat de kapitaalspositie van
vele ondernemingen bij de monetaire
ontwikkeling achterop is geraakt en dat
men bij bedrljfsomzetten. welke in vele
gevallen nog aanmerkelijk kleiner zijn
dan die van voor den oorlog, belangrijk
grootere kapitalen noodig heeft.
Het dezer dagen gepubliceerde jaar
verslag van de Nationale Herstelbank,
welke instelling uit. 1946 voor F 177 mil-
lioen aan voorschotten en credieten ge
contracteerd of in behandeling had,
wyst er op, dat van dit bedrag slechts
F 81 millioen werd opgenomen en dat
het tempo der disposities de eerste
maanden van het nieuwe jaar een op
merkelijke vertraging te zien geeft als
gevolg van het feit. dat de voor de be
drijf svernieuwing zoo hoog noodige kapi
taalsgoederen nog niet konden worden
aangeschaft, terwijl ook de grondstof -
fenvoorziening nog steeds uitermate ge
brekkig is.
De deviezennood springt hier wel dui
delijk ln het oog en staat aan de nieu
we investeeringen in den weg. waaruit
de conclusie kan worden getrokken dat,
zoo deze belemmering kon worden op
geheven, zoowel op de Herstelbank als
op de kapitaalmarkt door de Ned. be
drijven in nog veel grooteren omvang
een beroep zou worden gedaah.
Geleidelijk zullen de kapitalen der
bedrijven zich by de waardeverminde
ring van den gulden moeten aanpas
sen en zoolang zij dit niet hebben
kunnen doen, zijn de groote winst
cijfers over 1946 derhah^ta nIster H^smans niet slecht hebben ge-
cyiers oyer Km. aernane in veie ge- txnffpn Mnfrp ,Hri hPh-PirW>iiiir nniimic.
vallen misleidend.
Zoo heeft bijv. de Werkspoor, die in
1945 een verlies leed van F 3.6 millioen,
gedurende de eerste tien maanden van
1946 weer F 1.6 millioen verdiend en
thans voor niet minder dan F 41 mil
lioen werken onderhanden, maar het
kapitaal van F 8% millioen wordt met
F 41/£ millioen verhoogd door de uitgifte
van aandeelen k 130 Ook een kleiner
bedrijf, dat op een prachtig verleden
kan wijzen, de Kon. Nederl. Grofsmede
rij. komt met een aandeelenemissie van
F 500.000 en de stroom van nieuwe emis
sies zal ongetwijfeld nog geruimen tijd
aanhouden en sterker worden naarmate
het mogelijk blijft, de bedrijven weer
tot den vroegeren omvang uit te brei
den en de noodige aankoopen van
grondstoffen en kapitaalgoederen te ef-
fectueeren.
Terecht wyst de directie der Her
stelbank er in haar verslag op, dat
het gevaar voor „ovcrinvesteering" uit
nieuwe middelen niet denkbeeldig is.
Nieuwe investeeringen immers zyn al
leen gerechtvaardigd, wanneer de on
derneming kan rekenen op een aan
houden van de gunstige conjunctuur
en de uit die investeeringen voort
vloeiende extra baten kan aanwenden
tot extra afschrijvingen.
Ook hiermede zal bij de beoordeeling
van de dividendvooruitzichten op de
aandeelenmarkt moeten worden gere
kend, gelijk ook de regeering blijkbaar
bereid is met betrekking tot de belas
tingen. welke op de winst drukken, bij
zondere faciliteiten te verleenen voor
zoover die winst voor extra afschrijving
wordt gebruikt.
Want dat de gunstige conjunctuur zal
aanhouden, kan natuurlijk niet wor
den verwacht. Zelfs de economische
stelsels, welke in dezen tijd worden
toegepast, bicden daarvoor geen waar
borg en ook in de naaste toekomst zal
de conjunctuurcyclus ongetwijfeld zijn
hoogtepunten en laagtepunten kennen.
Dit is een reden temeer om de kunst
matige belemmeringen, welke thans
het bedrijfsleven nog in vele opzichten
bemoeilijken, zoo spoedig mogelijk weg
te nemen en er in elk geval voor te
waken, dat het geen nieuwe hinder
palen in den weg worden gelegd.
In dit opzicht heeft het ook op de
beurs groote voldoening gewekt, dat mi
nister Huysmans zich in de Eerste Ka
mer gekeerd heeft tegen socialistische
experimenten en aan het Ned. bedrijfs
leven een grootere bedrijfsvryheid heeft
in uitzicht gesteld. Hy wordt daarin
krachtig gesteund door zyn Belgischen
collega, die in tal van sectoren de han
delsvrijheid heeft hersteld, ten einde op
die wyze het verantwoordeiykheidsbesef
van den ondernemer te stimuleeren en
den persoonlijken ondernemlngsdrang te
bevorderen.
De beurs meent dat we het met mi-
Ingezonden Mededeeling.
Bel 24244
DE RADIOTECHNISCHE DIENST
I.E.M.C.O. N.V., - NIEUWE RIJN 32
Repareert vlug, betrouwbaar, vakkundig
RAADSELS
voor allen om uit te kiezen; de grote-
ren (1116 jaar) vyf. de kleineren
(7—11 jaar) drie goede oplossingen.
Naam, leeftijd en adres onder de raad
sels.
Inzenden naar Bureau „Leldsch Dag
blad" of naar Wasstraat 38, tot uiterlijk
Dinsdagmorgen 9 uur.
I. (Ingezonden door Neeltje Borreman)
Mijn eerste deel is van leer, myn
tweede is leer, en mijn geheel dient om
myn eerste te maken.
n. (Ingezonden door Ida Moleman)
Myn geheel noemt een spreekwoord van
41 letters. Maar het moet uitgezocht wor
den ln namen van steden en dorpen.
6. 1. 21. 18. 27. 5. 11. 10, 32. 5 is een
plaats in Noord-Holland. 22. 40, 7. 36,
37, 13 een stad ln Zuid-Holland; 23, 39,
41, 17, 4. 28, 15 een plaats ln Zeeland:
19, 28, 20 plaats ln Gelderland; 16, 1, 8,
37,'35 plaats en eiland in Zeeland; 17, 7,
30, 30, 12, 21, 36 plaats in Limburg; 33, 4,
25, 37, 8 dorp bij Rotterdam; 29, 9, 24, 2,
34, 34, 5 een plaats ln Noord-Holland;
31. 15, 38. 3, 27, 35 een plaats ln Overysel:
14, 12, 12, 21, 22, 40, 18 hoofdstad van
Noord-Hol land.
III. (Ingezonden door Gerard Verhoog)
In de hokjes de ge
tallen van 1 tot en
met 9 lh te vullen,
zo. dat van links
naar rechts en van
boven naar beneden
en ln schuine rich
ting de som 15 is.
Elk getal mag slechts
één maai gebruikt
worden.
IV (Ingezonden door Pim van Kuyven-
hoven) Verborgen vruchten 1. Zeg.
Jan. Je moet die rommel zelf opruimen.
2. Mijn zusje kreeg met Kerstfeest een
mooi boek. 3. Die speren komen uit Afri
ka. 4. Met het Ijs hebben we genoten
van schaatsenryden.
V (Ingezonden door Joke van Dlest)
Mijn geheel ls een groot zeeschip van 7
letters. 5, 2. 3, 4 ls een afgekorte meisjes,
naam: 2, 2, 4 een deel van Je hoofd;
7. 6. 1, 5 een soort bergplaats, ook slaap
plaats voor huisdieren.
VI. (Ingezonden door Jannle Zonne
veldWie gaat uit, en bhjf t toch thuis?
VII (Ingezonden door Wlily Rijnhart)
'tls ln de vrouw, maar"niet ln den man,
'tls ln de kroes, maar niet ln kan.
't Is ln het varken, maar niet ln het spek,
'tls wel in Je rug. maar niet ln Je nek.
Vin. (Ingezonden door Bep Brouwer)
Welk sprookje lees Je hieruit?
ejoordonrso.
OPLOSSINGEN
der raadsels uit het vorige nummer.
1. 1. Alkmaar; 2. Tlel- 3.' Woerden; 4.
Gouda; 5. Londen.
2. De letter e.
3. Tlengemeten; tien, eg, en, meteen.
4. Levertraan.
5. Zoals het klokj© thuis tikt, tikt het
nergens. Ik, inkt, haar, Trianon, hak,
stoel, tegels, gas, Je, ziek. Jet, te,
hut.
6. Tamboer.
7. Overgrootvader (moeder); o, ver, groot,
vader (moeder).
8. Netty; 1. noot; 2. ezel; 3. teen; 4. toga;
5. ijzer.
Onze prijsraadsels
De drie prijzen voor de groteren zyn
na loting toegekend aan:
Hans Colmjon, 11 Jaar.
Leuntje v. d. Plas, 15 Jaar.
C'lara Ouwersloot, 13 Jaar.
De drie prUzen voor de kleineren
zyn na loting toegekend aan:
Janna v. d. Marei, 10 jaar.
p Tina Zandbergen, 9 .jaar.
Ellle Brandt (Bllderdykstr. 12),
8 Jaar.
De prijzen kunnen a.s. Woensdag
tu-sschen 12 en 1 of tusschen 4 en
5 uur aan ons Bureau worden af
gehaald Red. „L. D."
GOEDE OPLOSSINGEN
van de raadsels voor de groteren önt-
vangen van:
Cor van Duyvenbode. Maria van Duy-
venbode. Pirn van Kuyvenhoven, Llly v.
Nlerop, Nico Glasbergen, Herbert Gay-
kema. Gerrlt Kuyk, Jamüe Kriek, Nelly
Wessellng, Bep Zandbergen, Corrle Zand
bergen. Leunt.'e v. d. Plas. Plet Redél,
Elsje Verllnd, Willy Vavler. Jan Ravens-
bergen. Rie Roozendaal. Gerard Wenneker,
Een journalist op avontuur.
/Speoiale reportage).
Drie mannen zeulen moeizaam voort
door het wijde Bi-abantsche land: twee
kommiezen van dé douane en een jour
nalist! In den prillen avond was hy er
by hoe de in het grys-groen gekleede
groep van beambten, die een merkwaar
dige gelykenis toont met onze soldaten
van vóór den oorlog, in een zevental pa
trouilles werd gesplitst voor de nachte-
lyke bewaking van het grensterrein na-
by Budel, dat als het centrum van den
veesmokkel mag worden beschouwd. En
na een korte kennismaking begon het
avontuur dat in al ^jn soberheid een
klaar beeld zou geven van de ontzagge-
lyke moeiiykheden waarmede onze man
nen in Grensland te kampen hebben
Myn begeleiders zijn twee jonge ke
rels. bescheiden en intelligent, de één
met de onderwyzersacte in z'n zak, maar
vol enthousiasme voor het werk waar
aan hy zich thans gegeven heeft. Beiden
hebben zij in hun blik en houding dat
resolute, dat het kenmerk is van den
man. die gewoon is zelfstandig plotse
linge en belangryke besluiten te nemen!
„Zwygen", zegt de aanvoerder, „is
allereerste eisch. Zwijgen en., niet roo-
ken!" En met die korte Instructie is
myn opleiding voor de jacht op smok
kelaars blykbaar voltooid.
Achter elkaar in ganzenmarsch zwoe
gen wy door het terrein; springend over
slootjes en» greppels, klimmend over
prikkeldraad en glibberend langs bol
ronde wallekanten, waar het my af en
toe byna onmogelijk is myn evenwicht
te bewaren en het tempo bij te beenen
van de douanen, hoewel die nog een
fiets bij zich hebben, welke oVer alle
barricades moet worden meegedragen!
In de snel vallende duisternis wordt de
oriëntatie allengs moeilijker; weggetjes
zyn niet meer te onderschelden en nat
te greppels lyken bedriegelyk veel op
verharde paden door de rimboe..! Het
geen ik ontdek als ik een scherp fluit
signaal meen te hooren. my snel om
draaien me slechts aan een bad te
onttrekken weet door my ruggelings te
gen. den grond te werpen
Vlak achter my herken ik het sissend
geluid van eenjnensch, die een lachbui
nauweiyks te onderdrukken weet....
SMOKKELWEER.
Meer dan een uur ploeteren wy rond,
links en rechts, kris-kras door land en
bosch, stilstaand daar waar ik kruis
punten van paadjes vermoed, dolend
om de schuren en boerderyen. Uit zwart-
gryze luchten plenst de eene stortbui
na de andere, storm giert over het land
en van achter de bosschen bij de grens
flitsen onophoudelyk helle lichtschijn
sels omhoog, die fantastische effecten
sorteer en tegen den roetzwarten hemel.
„Smokkelweer". bepeins ik
„Smokkelweertje"!. fluistert de man
met-de-fiets als hij ongemerkt is bly
ven stil staan en lk my, gansch onvoor
bereid. boven op man en rywiel stort!
„Smokkelweertje..... en het zal vroeg
donker worden vanavond!"
Die laatste opmerking verbystert mU
volkomen omdat „zwarter dan zwart"
ten slotte toch onmogeiyk moet worden
geacht....
In het tactische krygsplan van mijn
begeleiders vervul ik de misschien be
scheiden. maar voor my allerminst ge-
makkeiyke functie van „waarnemer".
Het is niet een voudig voor de douane
om een zoo uitgebreid grensgebied met
eenige kans op succes te bewaken en te
moeiiyker wordt hun taak als heel het
dorp een broeinest van smokkelaars is
onder wie het vak van vader op zoon is
overgegaan, en het vijandelyk leger
voortreffeiyk is georganiseerd! Spionnen
stellen zich op tot bij de douane-kanto
ren om den gang der beambten te con-
tróleeren, voórloopers verkennen het
terrein by het naar de grens voeren van
het vee. dat tydeiyk in een van de tien
tallen boerderyen is ondergebracht en
honden verklappen meer dan eens de
komst der douanes,als ze een poging wil
len doen o mby een der stallen pools
hoogte te nemen. List moet tegenover
list worden gesteld. Daarom trekken de
kommiezen telkens weer naar andere ob
servatieposten in de ongeveer drie kilo
meter breede strook, welke iedere pa
trouille te controleeren heeft, en verdee-
len zy hun overigens al bescheiden
macht door eiken man een aparten post
te doen innemen!
ZWIJGEN
Als myn begeleiders even hebben staan
fluisteren en naar ik later verneem
de fiets aan een slootkant hebben ge
borgen, zijn wy Ineens nog maar met
ons tweeën. Ongeveer een kilometer
zwoegen wy verder, din by een bosch-
je - kryg lk het bevel: „duiken"! En
als een goed gedisciplineerd soldaat
,duik" ik. Om ons tegen storm en regen
te beschermen hebben wy ons gehuld in
lange soldatenmantels, die by^ans tot
op den grond hangen, en dat geeft eén
aa'dige beschutting. Wat ook noodig ls,
want by het boschje. waar wy pos!tie
hebben gekozen, ls het zand tot mod-
deV geworden en om my heen vosiond
speur ik plassen naar allen kant
Myn metgezel fluistert my in dat wy
hier een heele vlakte kunnen overzien
en ik ben beleefd genoeg om hem niet
tegen te spreken. Een paadje voert dia
gonaal door het land naar de grens en
veesmokkelaars in deze omgeving zullen
er langs moeten omdat zy met hun
smokkelwaar nu eenmaal moeliyk over
NIEUWE UITGAVEN.
Bil de Universitaire Pers alhier ver
scheen van de hand van onzen stadge
noot prof dr. C. de Boer „Syntaxe du
francais moderne", een uitvoerige we
tenschappelijke verhandeling, welke de
auteur tilden» de bezettingsjaren schreef
en die inzonderheid dé belangstelling
verdient van docenten aan gymnasia,
hoogere burgerscholen en lycea.
Beste raadselnichtjes en -neefjes,
Dit ls „de" krant van d« maand voor
Jullie 1 Zy brengt zes geluksvogels die
AW4W!141xa<H «cu.iiBn.ei iik feliciteer met dit buitenkansje.'Velen
Suze Overbeek, Clara Ouwersloot, Oreetjé °.nzeJltrlnK,jï,)n ?°k al 8«lutkle 6a-
Dorrepaal, Gerda Doorn, Lleste GUsman I w,oest: dc andaren h°P«n weer op de
Ineke David,Dickie Brandt, Neeltle Bor- Jleuw« prtlsraadsels, waarmee we nu een
reman, Coble Botermans, Betele Balkenen- aanvan8 maken. Doe 4 weken trouw mee,
de, Mia Bekooy, Jannetje Haasnoot, Arend Je
slooten en prikkeldraad kunnen gaan.
Tegen den verren einder heeft de git
zwarte hemel een zilveren streep gela
ten en neergedoken op den grond kun
je zoo zegt de douane! alle sil
houetten volkomen onderscheiden.
Dan zitten wy dicht by een en zwygen.
Om ons heen is het brullende geloei van
den orkaan, het schetterende gekwaak
van duizenden kikkers en de stage drup
van den regen, die van myn doorweek
ten hoed op myn schoenen komt en
persé myn voetzooien schynt te moeten
opfrisschen!
Merkwaardige menschen: die douanes,
getraind tot in de perfectie! „Embus-
kadedienst" is één van hun leervakken
en zU brengen het hier in praktyk, d.w.z.
onbeweeglijk'zitten. uren achtereen, zon
der ae praten of te rooken. zonder het
minste gerucht.Zóó stil is m&n met
gezel. dat ik af en toe een hand uit
steek om my de zekerheid te verschaf
fen dat ook hy inmiddels niet in het
luchtledige is verdwenen! En al turend
rondom, waarby ik allerlei geheimzin
nige gestalten meen te bespeuren, die
bij den kommies niet de geringste re
actie veroorzaken, bepeins ik wat er met
mij gebeuren zal als er steaks soms
smokkelaars komen en de kommiezen tot
ingrUpen worden genoopt. Een journa
list is een mensch, die voor zyn werk
vele gevaren riskeert, maar hoe moet ik
deelnemen aan een stormloop over een
terrein waar ik heg noch steg onder
scheiden kan en vermoedelyk geen tien
meter van myn observatiepost zal ko
men zonder een duikeling te hebben ge
maakt? Vertelde een der inspecteurs mU
dien morgen niet dat by de mergelaf-
graving te Eysden zelfs een kommies
door lichteffecten van de maan was mis
leid en zeventig meter omlaag ls ge
stort
Winnetou en de Grijze Wolf zyn eens
groote spoorzoekers geweest, maar deze
mannen van de douane zullen myn on-
uitwischbare bewondering hebben als zy
by dit noodweer en in deze onbeschrijf
lijke duisternis in staat zouden biyken
te zyn zich met succes snel te verplaat
sen.
DE KOMMIES SLOEG TOE!
Het toeval kan toch zoo wonderlyk
zyn. Want nóg heb ik het probleem voor
my zelf niet opgelost of met een ruk
staat de man naast my op de been. In
een flits sohiet zyn schim voorby. ik
hoor stemmen en een nadrukkelijk be
velen binnen de minuut doemt de
douane weer op. twee mannen met zyn
pistool voor zich uit dryvend die geen
papieren zeggen te hebben. Belgen zün
en volgens hun verklaringen terugkeeren
van een clandestien maar onschuldig fa
milie-bezoek! In Grensland vertoeven
nooit anders dan onschuldige menschen.
Intusschen zün zy op 50 meter van de
grens gestrand en de marechaussee zal
verder wel pogen na te vorschen wat er
waar ls van hun beweringen.
En nu verbaasd niets my meer: zoo
min het feit. dat er het volgend moment
een andere patrouille verschynt, die de
Belgen overneemt en wegbrengt dan wel
het plotseling weer opduiken van den
tweeden man van onze eigen groep.
Niettegenstaande wy na de arrestaties
een geheel andere positie hebben bezet,
wordt een langdurige zwygkuur plotse
ling onderbroken door een scherp, maar
onderdrukt „psst". vlak achter ons.
„Psst" antwoordt myn metgezel terwyi
hy zich rustig omdraait, en ik zal wel
nooit begrypen hoe de man-met-de-fiets
ons heeft kunnen ontdekken op een
plaats, welke niet by afspraak ls be
paald.
Llchteiyk rillend van kou. huiverend
in de natte kragen van ons loodzwaar
geworden mantels, gaan wy weer op
pad. Dat „op pad gaan" is stellig voor
den journalist wat al te schilderachtig
uitgedrukt. Maar hy moge een goede
tip geven voor wie ooit ln dezelfde cri-
tieke omstandigheden mocht komen te
verkeeren. en wel deze: „Plant uw sta
rende blik op het wittè deel vaa het
achterspatbord van het douane-rijwiel
en kleef er als het ware volkomen aan
vast. Gy zult struikelen en strompelen
en zoo nu en dan uw moede ledematen
wat onvoorbereid uitstrekken in een plas
(zoodat oude kleeren op een dergeiyken
tocht verkiesiyk zyn!) maar als ge heel
snel weer opkrabbelt zult ge misschien
nog juist ln staat zyn dat witte vlekje
te ontwaren en het weer te bereiken.
Lukt dat niet en een onverwacht
schot, dat klinkt als een paukenslag in
het concert van de kikkers, kan u in pa
niek half in een sloot doen tuimelen!
dan moge de beoefening van den em-
baskade-dienst u worden aanbevolen!
Zwyg en wacht! De douane zal u red
den zoodra hy over den lach-hik heen
Is en althans een schyn van hoffelyk-
held tegenover u kan bewaren....
dan neem Je deel aan de loting na afloop.
En Je naam komt dan in de krant blj^ de
troffen. Moge zyn betrekkelijk optimis
me ten aanzien van de Nederlandsche
deviezenpo3itie. welke naar zijn meening
niet slechter is dan driekwart jaar ge
leden. niet worden beschaamd.
Haasnoot, Maria v. d Marei, Ida Mole
man. Jan Mentlnk, Frans Mentlnk,,
Adrlaan Derks, Hans Colmjon, Bea Vonk
Gré van Zwleten, Alle Smolders, Ca-
thrientje van Til. Corrle Schaart. Har-
mlen Voorhoeve. Henk v. d Veer, Truusje
van Leeuwen.
En van de kleineren:
Anton Mentlnk, Nettle Derka, Willy
Kole, Eliy Brandt, Joke v. Dlest. Helena
Jonker. Tinie Hoogervorst, Fietje v. d.
■Bom. Rietje Balkenende. Ellle Brandt
Frans Bouter. Ada van Zwieten. Tina duidelijk" naam "en adré«"ir ob'TÖt
tenTecÏTi'k VCrWa°M Wle ®°ede °P-
^Ieu%ll7ïui«tkeSmèml«"Sr! j gegr°" n" )U"'e Raad
Janna v. d. Marei. j Mevr. M. J. BOTERENBROOD.
goede oplossers. Helaas z\Jn er nog velen,
die het niet volhouden geregeld ln te
sturen. Dat is Jammer, want dan mag je
niet meeloten. Daarvoor moet Je minstens
drie keer present zyn. Die ongeregelde
klantjes moeten er wat meer werk voor
over hebben! Ik hoop hen volgende keer
ook by de goede oplossers te kunnen
plaatsen
Ik schreef al eerder: als enveloppen be
zwaarlijk zyn ln dezen tyc, js een toege-
vouwen^ blaadje papier 70ldoende._maar
vol
ALS MUGGEN OM DE KAARS.
In de verte twinkelt lokkend het groo
te licht van het douane-kantoor, waar
de verharde weg is en veiligheid. Als
muggen om de kaars dwarrelen wij er
echter omheen, nu links, dan rechts,
soms wegkruipend als een fletser na
dert omdat hij een voorlooper kan zijn,
en altyd speurend naar alle kanten. Uit
een arbeidershuisje schynt licht naar
buiten. Een nog Jonge vrouw zit by een
schamele lamp en breit.De douanes
kyken onbescheiden naar binnen en de
journalist kykt mee, bly eindeiyk ook
eens wat te kunnen zien. „Koosje is weer
op pad" mompelt één van de mannen;
zyn moeder zit altyd op tot hy terug
keert". „Koosje". zoo hoorde ik later is
een zestienjarige Jongen, die een functie
heeft als voorlooper. voor de smokke
laars onschatbare diensten verricht en
er voor het gezin een alleszins behoor-
ïyk inkomen aan verdient, al is de groo
te winst natuurlijk voor de „heeren ach
ter de schermen".
Eenig lawaai in de verte vraagt de op
merkzaamheid. Is de fiets er niet voor
om er op te stappen en ginds snel even
poolshoogte te nemen, al gaat het dan
langs een parcours waar een „normaal"
mensch onder omstandigheden als op
dezen avond geen minuut kan loopen
zonder zijn leven in gevaar te hebben
gebracht?
MET DIEP ONTZAG.
Na prompt vyf uur zyn de kommiezen
terug op het douane-kantoor hoewel er
geen blik ls geslagen op het horloge.
Nieuwe patrouilles staan gereed voor
vertrek; de terugkomenden schudden
zioh als poedels het water van het lijf,
steken een cigaret- open wachten
zwygena tot een dienstauto hen komt
halen voor het vervoer naar huis. «Niets
beleefd, vannacht" is het eenige wat er
wordt gezegd en de journalist is te zeer
overrompeld door de vele Indrukken om
hen tegen te spreken. Maar als hy af
scheid neemt van deze mannen die ook
by de meest barre koude en in de diep-
ste sneeuw hun taak zonder haperen zUn
blyven verrichten zóó dat er in meer
dan een geval sprake is geweest van be
vroren ledematen dan poogt hij is
zyn handdruk althans iets te leggen van
het diepe ontzag, dat hij daar in de rim
boe van Budel heeft gekregen voor onze
zwygende wachters in Gtensland