Amerilkaaiisclie Universiteit vormt een gemeenschap Staat is schuldenaar der bevolking Is Spaarraad verantivoord, noodig en doeltreffend De visscherij in de afgeloopen week PANDA EN DE MEESTER-DIEF Is uw Radio defect? RECHTZAKEN Langs Amerika's Universiteiten. Civitas-gedachte verder dan bij ons Gemis aan godsdienstigen grondslag. Een dezer dagen hebben wij een on derhoud gehad met mr. p. j. idenburg die kort geleden op uitnoodiglng van dé Rockefeller Foundation aan tal van Amerikaansche universiteiten een be zoek heeft gebracht en daar met vele vooraanstaande persoonlijkheden uit het universitaire leven van gedachten heeft gewisseld over de universiteits ontwikkeling in de naaste toekomst. Tijdens dit bezoek, dat ongeveer drie maanden in beslag nam. werden om de Columbia-unlversiteit te New York de Het verzet van Leiden „symbool van den menschelijken geest". Harvard-unlversiteit te New Haven, de universiteiten te Princeton, Ann Arbor (Michigan), Chicago, Evanston, Toron to en tal van wetenschappelijke tnrich- tingen in Californië bezocht. Mr. Idenburg, die zich bij zijn be zoek niet alleen op de hoogte heeft gesteld van de verschillende typen van hooger onderwijs in de Ver. Sta ten, maar ook de mogelijkheden on der het oog heeft gezien, om te ko men tot een nauwere samenwerking tusschen de Amerikaansche en de Leidsche academische wereld waartoe ook in Amerika de wensch hier en daar aanwezig is heeft als eerste tastbaar resultaat van zijn intermediair mogen bereiken, dat een voorloopig „Harvard - Leyden - Institute" werd opgericht, dat na dere plannen voor een hartelijke samenwerking tusschen beide uni versiteiten zal uitwerken. Voordat mr, Idenburg ons een in druk gaf over het leven aan en de inrichting van de verschillende Amerilr-.ansche universiteiten, zeide hij dankbaar getroffen te zijn door de groote sympathie, welke men in leidende kringen in dat land aan den dag legt voor de Leidsche uni versiteit. Met name noemde hij de in hoogè mate waardeerende woor den. waarin de president van de Rockefeller Foundation, mr. R. B. Fosdick, zich in 1944 had uitgelaten over de wijze, waarop de Leidsche Universiteit zich in de bezetting heeft gedragen en waarin Leiden werd gekenschetst „als een symbool van den menschelijken geest". „Voor meer dan drie en een halve eeuw droeg het cultureele en politieke le ven, niet alleen van Holland doch van geheel Europa getuigenis van den invloed van Leiden", aldus de heer Fosdick. Mr. Ictenburg, vertelde ons hierna het een en ander over het ontstaan en den historischen groei der Amerikaansche universiteiten, waarbij hij tevens gele genheid vond om te wijzen op de tweeërlei soort der Amerikaansche uni versiteiten: de particuliere en de staats- criiversiteiten, welke een verschillend karakter dragen. DE AMERIKAANSCHE UNIVER SITEIT IS EEN GEMEENSCHAP. Toen wij hierop mr. Idenburg vroe gen naar de gemeenschapsgedachte aan de Amerikaansche universiteiten, ver klaarde deze ons, dat de Amerikaansche universiteit, veel meer dan de onze, een gemeenschap vormt. Een verschijnsel, dat zich alleen bij de particuliere universiteiten voordoet, is de beperkte toelating en de selectie bij den aanvang. De leiding van de ge meenschap maakt uit, wie er bij zullen komen. De selectie geschiedt echter met veel zorg. Over het geheele land wordt de assistentie van de oud-alumni inge roepen, ten einde allen, die zich aan melden, persoonlijk te beschouwen en over hen uitvoerige gegevens in te win nen bij ouders, kennissen en onderwij zers. Tegenover deze numerus clausus kan men. aldus nze 'egsman, een ver schillend standpunt innemen. Eener- zijds wordt deze regeling toegejuicht, omdat zü mogelijk maakt, dat de bes ten worden uitgekozen voor de studie en dat men niet, zooals anders, afhan kelijk is van de al of niet groote aan melding. zonder dat -men rekening kan houden met de capaciteit van de oplei ding. Anderzijds wordt geklaagd over de willekeurige werking, welke aan ieder selectie-systeem eigen is en die ten ge volge heeft, dat soms goeden afvallen, omdat zij niet op hun zestiende jaar toon en wat in hen zit. Van zeer veel belang achtte mr Iden burg het. dat alle studenten onder de speciale supervisie van een docent staan, die daarvoor gedeeltelijk van zijn onderwijstaak is vrijgesteld. Hij vangt de moeilijkheden der studenten zooveel mogelijk op: persoonlijke zorgen wor den hem voorgelegd, financieels helpt hij uit den weg ruimen of organiseeren van eigen werk. bescheiden kamers. En dan beslist het lot. In dit systeem, zoo verzekerde mr. Idenburg ons. past uiteraard ook. dat de zorg vcor de gezondheid van den student, geestelijk en lichamelijk, voor rekening komt van de universiteit. De universitaire gezondheidszorg heeft in de Ver. Staten dan ook een zeer groo te uitbreiding gekregen" met eigen zie kenhuizen en eigen specialisten. In deze gemeenschap behooren de aud-alumni als een actieve groep: op hen wordt veelvuldig een beroep ge daan UNIVERSITEIT EN MAATSCHAPPIJ. Interessante mededeelingen verstrekte mr. Idenburg ons ook over het contact, dat in Amerika bestaat tusschen de uni versiteit en de maatschappij De uni-' versiteit in Amerika dient, veel meer dan bij ons. voor de opleiding van allen, die een leidende positie in het maat schappelijk leven Innemen, terwijl bij ons de maatschappii door'de gesloten heid der universiteiten andere wegen moest zoeken. In Amerika staan de uni versiteiten. vooral de staatsuniversitei ten. midden in het leven door de ..ser vice" die zij geven in den vorm van avondcursussen. correspondentie-cur sussen. radiovoordrachten en opvoed kundige films Als voorbeeld noemde mr. Idenburg de universiteit van Mi chigan te Ann Arbor. Van daar. uil zijn universitaire centra in de verschillende groote steden van Michigan ingericht, terwijl in Detroit de medewerking werd verkregen van de EEN GEESTELIJKE CRISIS. Volgens mr. Idenburg zal de gees telijke crisis aan dè Amerikaansche universiteiten want daarvan mag wel gesproken worden waar schijnlijk in de eerste jaren eer toe dan afnemen. Zij zal. tezamen met de economische crisis, welke steeds grooter vormen dreigt aan te ne men. moeten leiden tot een omme keer. waarbij het geheele systeem van opvoeding alsmede de levensop vattingen der bevolking, zullen zijn betrokken Hiervan getuigt ook dr. Hitchins. president van de universi teit van Chicago en één van de lei dende figuren in de universitaire wereld, wanneer hii in zijn „Higher Education in Amerika" 'n vurig plei-n dooi houdt voor een metaphysischen grondslag voor de universiteiten, nu een godsdienstige grondslag niet kan worden gevonden. Hij acht hiervan het wel en wee der Amerikaansche universiteiten afhankelijk. NOG GEEN WETENSCHAPPELIJK CONTACT MET DUITSCHLAND. Wij vroegen mr. Idenburg tijdens dit onderhoud ook nog of er na den oorlog al weer een wetenschappelijk contact tusschen de Amerikaansche en Duitsche universiteiten was gelegd, waarop deze ons mededeelde, dat de materieele nood in Duitsche universitaire kringen op het moment nog zoo groot is. dat deze alles överheerscht, waardoor men op het oogenblik den tijd nog niet gekomen acht voor het leggen van Intensieve we- Een der hoofdgebouwen van Princeton University. „Nassau Hall" werd dit gebouw bij de voltooiing in 1756 genoemd ter eere van Willem van Nassau. Prins van Oranje. Koning Willem III van Engeland, „voorvechter van de Britsche vrijheden" zooals gouverneur Belcher, die dezen naam voorstelde, den Engelschen Oranje-koning noemde Men kan dan ook zeggen, dat in Ame rika. anders dan bij ons, de zorg voor het slagen van den student er mede één is van de universitaire autoriteiten Zoo wordt b.v., wanneer de studie niet vlot. de oorzaak daarvan nagegaan; bij ongunstig resultaat van een examen wordt onderzocht wat hiertoe heeft ge leid. Psychologisch of psychiatrisch ad vies' wordt ingewonnen, zoo de paeda- gogische methoden tekort schieten. Kenmerkend voor de Amerikaansche universiteit is, dat zij een algemeene gemeenschap wil zijn, waarin allen, hoe hun financieele positie of de maat schappelijke standing der ouders ook is, zooveel mogelijk gelijk zijn. Deze ge meenschap is te eerder te verwerkelij ken door de samenwoning van vele stu denten in speciaal daartoe ingerichte huizen Exclusieve clubs tracht men in Amerika zooveel mogelijk te bannen. Daartegenover hebben de universiteiten een belangrijk aandeel in de organisa tie van ontspanningsverenigingen en debattingclubs. In deze laatste clubs is er ook veel contact met de leiders uit het maatschappelijk leven, die vrij re gelmatig tot debat worden uitgenoodigd. De universiteit als zoodanig ziet als taak de vorming der studenten in den ruim- sten zin des woords. Daarnaast wordt die algeheele gelijkheidsgedachte b.v. te Yale ook doorgevoerd, doordat de universiteit de kamers verdeelt. Een ieder betaalt evenveel. De studenten worden naar hun studiejaar in zekere klassen ingedeeld voor betere of meer directies van Ford en Chrysler. Ver schillende leidende figuren uit het be drijfsleven werken hier mede. Het is evenwel duidelijk, aldus mr. Idenburg, dat er op deze wijze van een universi- tairen geest, in den zin. zooals wij dien als ideaal zien, weinig overblijft. De verbreeding brengt vervlakking. DE CIVITAS-GEDACHTE. Op grond van zijn in Amerika opge dane ervaringen meent mr. Idenburg te mogen concludeeren. dat de Amerikaan sche universiteiten in de verwerkelijking van de civitas-gedachte in vele opzich ten verder zijn dan wij. Zij zijn ieder voor zich een gemeenschap voor allen, die aan de universiteit verbonden zijn en waren. In dit verband wees mr. Iden burg ons op het, vermelde, ernstig stre ven om op democratische wijze een ieder in de gemeenschap gelijkelijk te doen opnemen en om alle. studenten, on afhankelijk van hun materieele positie of hun persoonlijkheid, onder sociaal ge lijke voorwaarden aan de universiteit te doen leven. Doch anderzijds is er een gebrek aan algemeenen geestelijken inhoud, dat een realiseering van de civitas-gedachte in den dieperen, geestelijken zin des woords, onmogelijk maakt. Alle streven om dit gebrek op te heffen, blijft tot nu toe hoogst onbevredigend, omdat de universiteit, algemeen gesproken, niet de kracht bezit tot die innerlijke inspiratie, die onafwijsbare voorwaarde is voor het contact met de geestelijke waarden van alle tijden. tenschappelijke contacten met dit land. Wel bestaan er plannen een aantal, Duitsche studenten voor studie naar universiteiten in' Amerika uit te noodi- gen. De „republikeinsche" regeering, die na de laatste verkiezingen aan het be wind kwam, heeft echter alle uitgaven voor cultureel werk in de Amerikaan sche bezettingszone geschrapt, zoodat de uitvoering onzeker is. DE HOLLANDSC1IE INVLOED IN MICHIGAN. Ofschoon buiten dit onderwerp vallende, hebben wij mr. Idenburg ook nog ge vraagd hoe of 'het staat met den Hol- landschen invloed in Michigan. „Zooals u weet is het juist een eeuw geleden, dat. de Nederlanders onder leiding van ds. Van Raalte daar de plaats Holland hebben -gesticht. De inwoners van deze plaats zijn voor het overgroote deel af stammelingen van Nederland. Overal ziet men in deze plaats op de winkels en in de huizen Nederlandsche namen- Ik ontmoette daar een boekhandelaar, die veertig jaar geleden uit Nederland was gekomen en blij was weer eens Ne- derlandsch te kunnen spreken. Het is mij opgevallen, dat de ouderen daar onze taal nog goed spreken. Geregeld wordt er 's Zondagsmiddags dan ook nog een kerkdienst in de Nederlandsche taal gehouden. Veel gastvrijheid heb ik tij dens mijn bezoek ontvangen van den heer Wlchers van het Ned. Informatie bureau en van den heer Lubbers, den rector van het college". (Van onzen financieelen medewerker). Onze nationale armoede is thans ook in den weekstaat van de Nederland sche Bank tot uitdrukking gebracht. Tot dusver kwam daarop nog altijd een actiefpost van ruim f. 4! milliard voor als „papier op het buitenland", welke grootendeels bestond uit de Markenvcrderingen, welke de Bank tijdens het wanbeheervan Rost van Tonningen heeft moeten overnemen in ruil voor de waardevolle goederen, welke onze bezetters wel zoo vriende lijk waren van ons te „koope*,". Voor stelen stond het „Herrenvolk" immers te hoog; wat men noodig had werd „gekocht en betaald" en zoo prijk te op de balans van onze circulatiebank een actiefpost, die in werkelijkheid geen actiefpost was en die dan thans als oorlogsschade door den Staat is overge- I nomen. Voor eer. gering deel kon com pensatie worden gevonden in de „winst" welke ontstaan was door dc herwaar deering van het goud pei 1 Juli 1943 en i 2 Juli 1945, totaal ca. 260 millioen, voorts is de niet opgekomen bankbiljet ten van f. 500 en f. 1000 toen die moes ten worden ingeleverd (f.110 millioen- en de biljetten van f. 100 (f 97 mil lioen), maar het leeuwendeel van het „papier op het buitenland" is vervan gen door f. 2100 millioen schatkistpa pier van den Staat en een onopvraag bare vordering op den Staat met een rente van 1/8 van f. 1500 millioen. Doordien een paar weken geleden ca. f. 180 millioen aan de Bank werd ont trokken voor de storting van het Ko ninkrijk der Nederlanden in het Mlone- taire Fonds, waaruit t.z.t. voor viermaal het bedrag der storting credieten zullen kunnen worden opgenomen, is de goud voorraad der Nederlandsche Bank thans gedaald tot f. 630 millioen. zoodat het uitstaand bedrag bankpapier ad. f. 2722 millioen en de rekening-courantsaldl ad f. 1478 millioen thans voor 90 „ge dekt" is door vorderingen op den Staat. Het is dus opnieuw duidelijk gewor den dat de Staat de groote schuldenaar der bevolking is, want ook het van de Nederlandsche Bank overgenomen be drag komt weer bij de Staatsschuld, die daardoor tot ca. f 27 milliard stijgt. Het is daarom van het grootste belang dat de Nederlandsche Staat een sol vabele debiteur blijft en dat kan hjj alleen wanneer de volkshuishouding by machte is een zoodanig bedrag uit haar inkomsten aan den Staat af te staan, dat deze aan zijn verplichtin gen kan voldoen. Theoretisch is het natiiurlijk mogelijk dat de Staat een zoo groot deel van de baten der volkshuishouding tot zich trekt, dat zijn budget geen tqkort aan wijst. maar dat zou dan weer tot gevolg hebben dat de volkshuishouding zou worden ondermijnd, hetgeen ten slotte ook de staatsfinanciën zou ruïneeren Het gaat dus in de eerste plaats ow een gezonde volkshuishouding, waaraan door den Staat niet meer mag worden onttrokken dan uiterst noodzakelijk is voor het budgetair evenwicht en waar uit ook de kapitaalsuitgaven moeten worden gefinancierd voor het instand houden en vernieuwen van het produc tie-apparaat onzer bedrijven, m.a.w., be halve dat uit dit volksinkomen de be volking moet leven en de staatsuitgaven moet bekostigen, dient er te worden ge spaard. Minister Lieftinck heeft bü verschil lende gelegenheden op den noodzaak daarvan gewezen en wil nu den spaar zin der bevolking bevorderen door het Instellen van een Nationale Spaarraad blijkens zijn jongste legislatieve creatie, de Spaarwet 1947. Zijn toelichting daarop zal ieder wel bekend -burger kunnen onderschrijven. Het is noodig, zoo zegt hij. dat een be langrijk deel van het nationaal inko men niet wordt besteed voor consump tieve doeleinden, doch in plaats daar van voor de financiering van den we deropbouw. Ieder moet in zijn eigen be lang niet meer aanschaffen dan hü dringend noodig heeft, hetgeen hem het voordeel van rentewinst brengt en tot lagere prijzen en een betere kwali- teit der goederén kan leiden. Volkomen eens, Excellentie! Maar we vragen ons toch af of het daartoe noodig is dat weer een nieuw staatsorgaan wordt geschapen met twee daaraan ondergeschikte instan ties, nl. een bureau en een Commissie van Toezicht, met een nieuwe forma tie ambtenaren en een aantal kanto ren, een en ander uitteraard ten koste van de Staatsbegrootlng. Is het waarlijk noodzakelijk en ver antwoord dat in dit geval de 1 ">st voor de baat uitgaat? De minister wil de bestaande Spaar banken geen concurrentie aandoen, en spreekt van „additioneele" besparingen, maar wanneer men ziet dat de totale spaarinleg bij de spaarbanken en boe renleenbanken in 1946 van f. 5226 mil lioen tot f. 4285 millioen is teruggeloo- pen en dat ook in Januari per saldo bij de Rijkspostspaarbank weer meer is te rugbetaald dan ingelegd, komt de vraag op of er thans van ..additioneele be sparingen sprake kan zijn. Uit een onderzoek in Amsterdam naar de kosten van levensonderhoud van 75 gezinnen met een gemiddeld in komen van f. 57.71 per week, is ge bleken dat f. 64,50 per week werd uit gegeven en al zal er ontegenzeggelijk nog een categorie der bevolking z(jn, die thans sparen kan, hebben we daarvoor thans een nieuwe spaarin- stelling noodig naast de Rijkspost spaarbank, de particuliere Spaarban ken en de Boerenleenbanken? En zal die nieuwe spaarinstelling aan haar doel kunnen beantwoorden zonder de bestaande banken concurrentie aan te doen? Er zou hier veel meer over kunnen worden gezegd dan waartoe de ruimte in deze rubriek plaats biedt, maar het komt ons vooralsnog voor dat aan een Nationalen Spaarraad in ons land geen behoefte bestaat en het door den Mi nister 'beoogde doel evengoed en beter, kan worden bereikt door het scheppen van zoodanige voorwaarden voor spa ren en beleggen, dat de bevolking daar door tot sparen en beleggen wordt ge prikkeld- In de allereerste plaats is daarvoor noodig een terugkeer van vol komen vertrouwen in de solvabiliteit van den Staat, in de waardevastheid van ons geld en in de rechtszekerheid van het kapitaal, waartoe de Overheid wel in de allereerste plaats kan bijdra gen en waarop zij zich in veel sterkere mate zal moeten richten dan tot dus ver het geval is. Want naarmate dit vertrouwen terugkeert, zullen, waar mo gelijk. ook de besparingen térugkeeren, omdat de spaarzin, één onzer oude volksdeugden, bij een groot deel van onze bevolking nog niet verloren is ge gaan. Bevredigende vangsten. (Van onzen deskundigen medewerker) Werden in het begin van deze week uit zee nog allerlei klaagtonen verno men over de koude, geleidelijk is het weer ook -daar wat soepeler geworden, wat zeer bevordelijk was voor de vis scherij. De vangsten waren over het al gemeen zeer bevredigend en er gingen goede besommingen uit. Fijne visch wordt er nog weinig gevangen, doch daar zal ongetwijfeld verbetering in ko men. zoodra de weersgesteldheid weer normaal wordt. FEUILLETON Roman door Winston Graham. 69) Wie is die man? Hij heeft het schot gehoord. Breng hem hier binnen. Wacht even. Eerst den S-S.-er. Ik wachtte. Hij kwam oogenblikkehjk terug. Vooruit! Ik sleurde den Zwitser half overeind, zoodat hij op zijn voeten stond, en gaf hem een duw de gang in. Bij het zien van Andrews' revolver was "hij lijkbleek geworden en dreigde bewusteloos ineen te'zinken. Nog een paar minuten eerder was ik bang geweest om in den volgenden cou pé te kijken, maar nu kon mij dat al niets meer schelen. De S.S.-man lag bewusteloos op de bank. De kleine secretaris hurkte haast op zijn voeten; zijn bril stond scheef en naast zijn neus had hy een hevig bloe dende wond. Tegenover hem zat Dwlght, met een revolver op hem gericht Geen spoor van dr. Von Riehl. Toen bemerkte ik. dat het raampje open stond en de koude nachtlucht uit het donker naar binnen woei Dwight's mond trok een beetje. Doe de deur achter Je dicht, beval Andrews, en help me eens dien rommel af te doen. Toen voegde hij er in het Duitsch aan toe: Den eersten, die een kik geeft of zich verroert, schiet ik neer. Nadat ik de deur had gesloten, hielp ik hem den rugzak af te doen. Daar za ten stevige touwen in. proppen die klaar voor het gebruik waren en een paar kleine wiggen. Die stootte hy dadelijk onder.de deuren, zoodat ze niet open konden ghjden Toen haalde hy de tou wen te voorschyn en begon cie drie ge vangenen te binden. Het leek alsof hij by den kleinen secretaris byzonder zyn best deed; de man steunde en wrong zich Toen de twee mannen er als een stuk bagage bij lagen, schoof Dwight hem de actentasch van Von Rlehl over d- '-«ink toe Hu begon den inhoud te d meken en verscheurde de paoieren in kleine stukjes, die hij uit het raam liet fladderen. De revolver lag naast hem op de bank. Toen het tweetal behooriyk gebonden en van proppen voorzien was. en alleen de bewustelooze S.S.-er nog overbleef, wendde Andrews zich tot mij: Nou, jy kunt Jane op de hoogte gaan stellen en breng dan die vrouw hierheen- Daar hebben wü uw of Dwight's hulp by noodig zei ik We moeten wachtposten hebben. Andrews keek op van de actentasch en staarde mij aan. Je hebt gehjk. Ik kom. Iets gevonden, Dwight? Ja, antwoordde deze. Ik merkte, dat hy een hoestaanval onderdrukte. Samen knevelden wij den S.S.-man nog. Deze bloedde nog altyd uit den mond Ik zocht naar de oorzaak en ont dekte. dat hü zich op zun tong gebeten had. Dat had de plotselinge geweldige slag van ^Andrews bewerkt. Andrews, met zjjn zachte handen Hy keek op zun horloge. Over vier minuten komen wy uit den tunnel. Vooruit nu Wy verlieten den coupé, liepen den gang dooi-, drukten ons tegen den wand om ruimte te maken voor een paar ele gante dames en sloegen onze oogen neer. Ik ging als eerste verder en kwam in den volgenden wagen by de deur. waar achter Jane en juffrouw Volkmann wa ren verborgen. Vóór het toilet stond een heer te wachten Versteld bleef ik stilstaan. Ik moest mijn best doen om mün gelaat in be dwang te houden. De man keek mij een oogenblik verbaasd aan en rookte toen zwügend verder. Andrews hield zich cp den achtergrond- Toen ik halverwege de volgende gang stond, keek ik om- Ik aarzelde een oogenblik en wendde my toen tot den vreemde. Neemt u my niet kwalijk, dat ik my er mee bemoei, zei ik in het Itali- aansch. maar ik geloof, dat er in den volgenden wagon een toilet vrü is. Hy nam zü'n sigaret uit den mond en keek mij weer aan. Hy was keurig ge kleed; een opgewonden mannetje met een zelfgenoegzaam gezicht. O ja? Maar ik wacht hier al een paar minuten. Biybaar verdacht hij er mij van. dat ik vóór hem naar binnen wilde gaan en hem weer een tUdlang zou laten wachten. Het spijt mij werkelijk vreeselijk voor u. zei ik en poogde een vriendehjk lachje op mijn gezicht te krugen, wat mij jammerhjk mislukte. Ook mijn stem had ik niet heelemaal in .bedwang. Ziet u.. mun vrouw is daarbinnen. Zij kan heelemaal niet tegen reizen en wordt altüd wagenziek. En dan vooral dit traject met al die spiralen- Ze kan nog wel een uur op het toilet blijven. Och. Hy was nog altyd niet hee lemaal overtuigd. Maar nadat, hü mü nog eens van top tot teen bekeken had. scheen hy tot de slotsom te komen, dat ik er niet*de man naar was om voor 68). „Hier is de schatkamer! riep de schatbewaarder. „De schatkamer des konings! Kük, die kisten daar zijn leeg gehaald, die zakken zijn omgekeerd!! Er is hier ingebroken!!!" „Diefstal" bulderde de hofmaarschalk. .,Er is hier een dief geweest!" „Maar, goede lieden!" suste Joris. ,Dat kan toch niet! Overal staan hier soldaten en de schildwachten om deze geweiven te oewakenGeen muis zou hier kunnen binnendringen!" „Bah!" riep de hofmaarschalk. „Er is nog een geheime ingang en de kaart is eveneens ontvreemd!" Panda zei niets. Hu had direct gezien, dat deze schatkamer de zelfde was als die waaruit hij zelf de munten en dia manten had gehaald. Hij begreep nu. hoe Joris iedereen had bedrogen enden koning naa biy gemaakt met zun eigen schatten! En ook snapte hy nu, hoe Jo ris ineens aan die kaart gekomen was. Die had hij natuuriyk in het paleis zelf gestolen! Maar Joris zelf had nu ook in de gaten, dat hij er in gelopen was. ..Laat my peinzen!" zei hü naden kend. zoo'n kleinigheid een kinderachtig truc- je te gebruiken. Zoo. dank u wel, dan zal ik uw raad maar opvolgen. Ik was ongeloofeiyk dankbaar, dat hü mün verhaal had geloofd, -- Wy heb ben al van alles geprobeerd. Allerlei speciale middelenGlucose en al dien rommel meer. Maar het helpt alle maal niets- De man stond weer stil en trok aan zun sigaret. Ik merkte, dat hy van na ture een vriendeiyk mensch was en schold mü zelf voor een dwaas. Mün schoonmoeder, vertelde hy, werd vroeger lederen keer ziek, als zü van Pesaro naar Triëst ging. En die reis moest zij ongeveer twee- of driemaal per jaar maken, aangezien mün, schoon vader toentertijd directeur van een stoomvaartmaatschappu wis. die een dienst onderhield tusschen Venetië en Triëst. Ongetwijfeld was het comfort, dat de passagiers op zijn lijn genoten, de voornaamste reden voor de popu- lairiteit van Pesaro en Natduriyk. zei ik. Vooral in den zomer was het veel prettiger, dat kunt u van mij aannemen, en veel korter en goedkooper, om van Triëst en ae omgeving daarvan de reis per boot te maken, dan het heele stuk over land te gaan. Maar dat moet Je natuuriyk op de kaart nakyken. anders is het moeiiyk aan te nemen. Nu. zooals ik u al zei, mijn schoonmoeder had een paar maal per jaar gelegenheid dien tocht te maken. Maar ik kan u verzeke ren. dat zü geen reclame was voor de maatschappij In ieder geval had zu par.t noch deel aan de factoren waar door de lijn zoo populair was! De heele reis moest zü in haar hut bhjven, zelfs bij het kalmste weer, als er geen zuchtje wind was. Ja, dat zun ellendige dingen, zei ik, terwijl ik mün hand op de deurklink wilde leggen. Mijn vrouw vertelt mij altijd, dat mün schoonvader dat begrüpt u wel - dit als een nadeel voelde voor het suc ces van zün bootdienst en op den duur stond hy er op. dat zün vrouw een of anderen specialist zou raadplegen. Nu, deze specialist, een dokter in Milaan, die werkelijk beroemd was geworden en zich metterwoon ergens aan de kust had gevestigd, onderzocht mijn schoon moeder en raadde haar aan een goj-del te dragen De trein had den tunnel verlaten. (Wordt vervolgd) De markt bleek bü deze grootere aan voeren nog weinig stabiliteit te bezit ten. Dinsdag lagen de noteeringen voor de meeste soorten beduidend onder de max. prijzen-. Later in de week toonden zu meer weerstand en gingen de mees te partüen tegen den max.prüs van de hand. Alleen voor grove schol bestond weinig animo. Van de gelegenheid om in England te markten werd een veelvuldig gebruik gemaakt. Voor de loggers werden er echter percentsgewüs veel minder li centies uitgereikt dan voor de stoom trawlers, wat economisch geziep, voor Nederland nadeelig is. aangezien 'de log gers in Engeland gasolle kunnen laden en van daaruit dus weer direct ter vis scherij kunnen uitvaren, terwyi voor de stoomtrawlers geen kolen ter beschik king gesteld worden, zoodat deze na verkocht te hebben, eerst weer' naar IJmuiden moeten om te bunkeren. Allengs wordt weer een aanvang ge maakt met het klaarmaken voor de ha ringvisschef Op dit gebied is een groo te achterstand in te halen, aangezien nog een groot aantal netten bulten op het veld ligt. waar nog heel wat aan gedaan moet worden. De uitvaartdatum zal dit jaar waar- schüniyk op 13 Mei gesteld worden, wat vroeg genoeg is om goede maatjes aan te brengen. Of het aantal schepen of netten beperkt zal worden, ls nog niet uitgemaakt. Voor deze vroegvisscherü bestaat veel animo. Op het gebied van den haringhandel gaat het nog kalm toe. Uit het binnen land viel iets meer vraag te constatee- ren. hetgeen te verwachten was. Ook gaat er nog geregeld wat naar België, maar over het algemeen wordt er door de handelaars weinig activiteit aan den dag gelegd, met het oog op de geringe voorraden, aangezien aan eenige vraag van beteekenis toch niet zou kunnen worden voldaan. Ingezonden Mededeeling. Be) 24244 DE RADIOTECHNISCHE DIENST I.E.M.C.O. N.V., - NIEUWE RUN 32 Repareert vlug, betrouwbaar, vakkundig ZIJN EIGEN ZOON VERBADEN. K. H. Kuyt uit Amsterdam ls door het Bijzonder Gerechtshof veroordeeld tot 10 Jaar gewai-genisstraf met aftrek van voor arrest en ontzetting udt alle openbare reohten voor den tijd van het leven. Hy had ln April 1942 aan den inlichtingen dienst van den S.D. medegedeeld dat zijn eigen zoon met de heeren H. Loggen en J. J. Geertsema betrokken waren by cm vervaardiging van zoogenaamde Molotof- bommen. Zijn zoon heeft ten gevolge van dit verraad den dood gevonden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1947 | | pagina 5