Amerilkaaiisclie Universiteit
vormt een gemeenschap
Staat is schuldenaar der bevolking
Is Spaarraad verantivoord, noodig en
doeltreffend
De visscherij in de afgeloopen week
PANDA EN DE MEESTER-DIEF
Is uw Radio defect?
RECHTZAKEN
Langs Amerika's Universiteiten.
Civitas-gedachte verder dan bij ons
Gemis aan godsdienstigen
grondslag.
Een dezer dagen hebben wij een on
derhoud gehad met mr. p. j. idenburg
die kort geleden op uitnoodiglng van dé
Rockefeller Foundation aan tal van
Amerikaansche universiteiten een be
zoek heeft gebracht en daar met vele
vooraanstaande persoonlijkheden uit
het universitaire leven van gedachten
heeft gewisseld over de universiteits
ontwikkeling in de naaste toekomst.
Tijdens dit bezoek, dat ongeveer drie
maanden in beslag nam. werden om de
Columbia-unlversiteit te New York de
Het verzet van Leiden
„symbool van den
menschelijken geest".
Harvard-unlversiteit te New Haven, de
universiteiten te Princeton, Ann Arbor
(Michigan), Chicago, Evanston, Toron
to en tal van wetenschappelijke tnrich-
tingen in Californië bezocht.
Mr. Idenburg, die zich bij zijn be
zoek niet alleen op de hoogte heeft
gesteld van de verschillende typen
van hooger onderwijs in de Ver. Sta
ten, maar ook de mogelijkheden on
der het oog heeft gezien, om te ko
men tot een nauwere samenwerking
tusschen de Amerikaansche en de
Leidsche academische wereld
waartoe ook in Amerika de wensch
hier en daar aanwezig is heeft
als eerste tastbaar resultaat van zijn
intermediair mogen bereiken, dat
een voorloopig „Harvard - Leyden
- Institute" werd opgericht, dat na
dere plannen voor een hartelijke
samenwerking tusschen beide uni
versiteiten zal uitwerken.
Voordat mr, Idenburg ons een in
druk gaf over het leven aan en de
inrichting van de verschillende
Amerilr-.ansche universiteiten, zeide
hij dankbaar getroffen te zijn door
de groote sympathie, welke men in
leidende kringen in dat land aan
den dag legt voor de Leidsche uni
versiteit. Met name noemde hij de
in hoogè mate waardeerende woor
den. waarin de president van de
Rockefeller Foundation, mr. R. B.
Fosdick, zich in 1944 had uitgelaten
over de wijze, waarop de Leidsche
Universiteit zich in de bezetting
heeft gedragen en waarin Leiden
werd gekenschetst „als een symbool
van den menschelijken geest". „Voor
meer dan drie en een halve eeuw
droeg het cultureele en politieke le
ven, niet alleen van Holland doch
van geheel Europa getuigenis van
den invloed van Leiden", aldus de
heer Fosdick.
Mr. Ictenburg, vertelde ons hierna het
een en ander over het ontstaan en den
historischen groei der Amerikaansche
universiteiten, waarbij hij tevens gele
genheid vond om te wijzen op de
tweeërlei soort der Amerikaansche uni
versiteiten: de particuliere en de staats-
criiversiteiten, welke een verschillend
karakter dragen.
DE AMERIKAANSCHE UNIVER
SITEIT IS EEN GEMEENSCHAP.
Toen wij hierop mr. Idenburg vroe
gen naar de gemeenschapsgedachte aan
de Amerikaansche universiteiten, ver
klaarde deze ons, dat de Amerikaansche
universiteit, veel meer dan de onze, een
gemeenschap vormt.
Een verschijnsel, dat zich alleen bij
de particuliere universiteiten voordoet,
is de beperkte toelating en de selectie
bij den aanvang. De leiding van de ge
meenschap maakt uit, wie er bij zullen
komen. De selectie geschiedt echter met
veel zorg. Over het geheele land wordt
de assistentie van de oud-alumni inge
roepen, ten einde allen, die zich aan
melden, persoonlijk te beschouwen en
over hen uitvoerige gegevens in te win
nen bij ouders, kennissen en onderwij
zers. Tegenover deze numerus clausus
kan men. aldus nze 'egsman, een ver
schillend standpunt innemen. Eener-
zijds wordt deze regeling toegejuicht,
omdat zü mogelijk maakt, dat de bes
ten worden uitgekozen voor de studie
en dat men niet, zooals anders, afhan
kelijk is van de al of niet groote aan
melding. zonder dat -men rekening kan
houden met de capaciteit van de oplei
ding. Anderzijds wordt geklaagd over de
willekeurige werking, welke aan ieder
selectie-systeem eigen is en die ten ge
volge heeft, dat soms goeden afvallen,
omdat zij niet op hun zestiende jaar
toon en wat in hen zit.
Van zeer veel belang achtte mr Iden
burg het. dat alle studenten onder de
speciale supervisie van een docent
staan, die daarvoor gedeeltelijk van zijn
onderwijstaak is vrijgesteld. Hij vangt
de moeilijkheden der studenten zooveel
mogelijk op: persoonlijke zorgen wor
den hem voorgelegd, financieels helpt
hij uit den weg ruimen of organiseeren
van eigen werk.
bescheiden kamers. En dan beslist het
lot. In dit systeem, zoo verzekerde mr.
Idenburg ons. past uiteraard ook. dat
de zorg vcor de gezondheid van den
student, geestelijk en lichamelijk, voor
rekening komt van de universiteit. De
universitaire gezondheidszorg heeft in
de Ver. Staten dan ook een zeer groo
te uitbreiding gekregen" met eigen zie
kenhuizen en eigen specialisten.
In deze gemeenschap behooren de
aud-alumni als een actieve groep: op
hen wordt veelvuldig een beroep ge
daan
UNIVERSITEIT EN
MAATSCHAPPIJ.
Interessante mededeelingen verstrekte
mr. Idenburg ons ook over het contact,
dat in Amerika bestaat tusschen de uni
versiteit en de maatschappij De uni-'
versiteit in Amerika dient, veel meer
dan bij ons. voor de opleiding van allen,
die een leidende positie in het maat
schappelijk leven Innemen, terwijl bij
ons de maatschappii door'de gesloten
heid der universiteiten andere wegen
moest zoeken. In Amerika staan de uni
versiteiten. vooral de staatsuniversitei
ten. midden in het leven door de ..ser
vice" die zij geven in den vorm van
avondcursussen. correspondentie-cur
sussen. radiovoordrachten en opvoed
kundige films Als voorbeeld noemde
mr. Idenburg de universiteit van Mi
chigan te Ann Arbor.
Van daar. uil zijn universitaire centra
in de verschillende groote steden van
Michigan ingericht, terwijl in Detroit
de medewerking werd verkregen van de
EEN GEESTELIJKE CRISIS.
Volgens mr. Idenburg zal de gees
telijke crisis aan dè Amerikaansche
universiteiten want daarvan mag
wel gesproken worden waar
schijnlijk in de eerste jaren eer toe
dan afnemen. Zij zal. tezamen met
de economische crisis, welke steeds
grooter vormen dreigt aan te ne
men. moeten leiden tot een omme
keer. waarbij het geheele systeem
van opvoeding alsmede de levensop
vattingen der bevolking, zullen zijn
betrokken Hiervan getuigt ook dr.
Hitchins. president van de universi
teit van Chicago en één van de lei
dende figuren in de universitaire
wereld, wanneer hii in zijn „Higher
Education in Amerika" 'n vurig plei-n
dooi houdt voor een metaphysischen
grondslag voor de universiteiten, nu
een godsdienstige grondslag niet kan
worden gevonden. Hij acht hiervan
het wel en wee der Amerikaansche
universiteiten afhankelijk.
NOG GEEN WETENSCHAPPELIJK
CONTACT MET DUITSCHLAND.
Wij vroegen mr. Idenburg tijdens dit
onderhoud ook nog of er na den oorlog
al weer een wetenschappelijk contact
tusschen de Amerikaansche en Duitsche
universiteiten was gelegd, waarop deze
ons mededeelde, dat de materieele nood
in Duitsche universitaire kringen op het
moment nog zoo groot is. dat deze alles
överheerscht, waardoor men op het
oogenblik den tijd nog niet gekomen
acht voor het leggen van Intensieve we-
Een der hoofdgebouwen van Princeton University. „Nassau Hall" werd dit gebouw bij de voltooiing in 1756 genoemd
ter eere van Willem van Nassau. Prins van Oranje. Koning Willem III van Engeland, „voorvechter van de Britsche
vrijheden" zooals gouverneur Belcher, die dezen naam voorstelde, den Engelschen Oranje-koning noemde
Men kan dan ook zeggen, dat in Ame
rika. anders dan bij ons, de zorg voor
het slagen van den student er mede
één is van de universitaire autoriteiten
Zoo wordt b.v., wanneer de studie niet
vlot. de oorzaak daarvan nagegaan; bij
ongunstig resultaat van een examen
wordt onderzocht wat hiertoe heeft ge
leid. Psychologisch of psychiatrisch ad
vies' wordt ingewonnen, zoo de paeda-
gogische methoden tekort schieten.
Kenmerkend voor de Amerikaansche
universiteit is, dat zij een algemeene
gemeenschap wil zijn, waarin allen, hoe
hun financieele positie of de maat
schappelijke standing der ouders ook is,
zooveel mogelijk gelijk zijn. Deze ge
meenschap is te eerder te verwerkelij
ken door de samenwoning van vele stu
denten in speciaal daartoe ingerichte
huizen Exclusieve clubs tracht men in
Amerika zooveel mogelijk te bannen.
Daartegenover hebben de universiteiten
een belangrijk aandeel in de organisa
tie van ontspanningsverenigingen en
debattingclubs. In deze laatste clubs is
er ook veel contact met de leiders uit
het maatschappelijk leven, die vrij re
gelmatig tot debat worden uitgenoodigd.
De universiteit als zoodanig ziet als taak
de vorming der studenten in den ruim-
sten zin des woords. Daarnaast wordt
die algeheele gelijkheidsgedachte b.v.
te Yale ook doorgevoerd, doordat de
universiteit de kamers verdeelt. Een
ieder betaalt evenveel. De studenten
worden naar hun studiejaar in zekere
klassen ingedeeld voor betere of meer
directies van Ford en Chrysler. Ver
schillende leidende figuren uit het be
drijfsleven werken hier mede. Het is
evenwel duidelijk, aldus mr. Idenburg,
dat er op deze wijze van een universi-
tairen geest, in den zin. zooals wij dien
als ideaal zien, weinig overblijft. De
verbreeding brengt vervlakking.
DE CIVITAS-GEDACHTE.
Op grond van zijn in Amerika opge
dane ervaringen meent mr. Idenburg te
mogen concludeeren. dat de Amerikaan
sche universiteiten in de verwerkelijking
van de civitas-gedachte in vele opzich
ten verder zijn dan wij. Zij zijn ieder
voor zich een gemeenschap voor allen,
die aan de universiteit verbonden zijn
en waren. In dit verband wees mr. Iden
burg ons op het, vermelde, ernstig stre
ven om op democratische wijze een
ieder in de gemeenschap gelijkelijk te
doen opnemen en om alle. studenten, on
afhankelijk van hun materieele positie
of hun persoonlijkheid, onder sociaal ge
lijke voorwaarden aan de universiteit te
doen leven.
Doch anderzijds is er een gebrek aan
algemeenen geestelijken inhoud, dat een
realiseering van de civitas-gedachte in
den dieperen, geestelijken zin des
woords, onmogelijk maakt. Alle streven
om dit gebrek op te heffen, blijft tot nu
toe hoogst onbevredigend, omdat de
universiteit, algemeen gesproken, niet de
kracht bezit tot die innerlijke inspiratie,
die onafwijsbare voorwaarde is voor het
contact met de geestelijke waarden van
alle tijden.
tenschappelijke contacten met dit land.
Wel bestaan er plannen een aantal,
Duitsche studenten voor studie naar
universiteiten in' Amerika uit te noodi-
gen. De „republikeinsche" regeering, die
na de laatste verkiezingen aan het be
wind kwam, heeft echter alle uitgaven
voor cultureel werk in de Amerikaan
sche bezettingszone geschrapt, zoodat de
uitvoering onzeker is.
DE HOLLANDSC1IE INVLOED
IN MICHIGAN.
Ofschoon buiten dit onderwerp vallende,
hebben wij mr. Idenburg ook nog ge
vraagd hoe of 'het staat met den Hol-
landschen invloed in Michigan. „Zooals
u weet is het juist een eeuw geleden,
dat. de Nederlanders onder leiding van
ds. Van Raalte daar de plaats Holland
hebben -gesticht. De inwoners van deze
plaats zijn voor het overgroote deel af
stammelingen van Nederland. Overal
ziet men in deze plaats op de winkels
en in de huizen Nederlandsche namen-
Ik ontmoette daar een boekhandelaar,
die veertig jaar geleden uit Nederland
was gekomen en blij was weer eens Ne-
derlandsch te kunnen spreken. Het is
mij opgevallen, dat de ouderen daar
onze taal nog goed spreken. Geregeld
wordt er 's Zondagsmiddags dan ook nog
een kerkdienst in de Nederlandsche taal
gehouden. Veel gastvrijheid heb ik tij
dens mijn bezoek ontvangen van den
heer Wlchers van het Ned. Informatie
bureau en van den heer Lubbers, den
rector van het college".
(Van onzen financieelen medewerker).
Onze nationale armoede is thans ook
in den weekstaat van de Nederland
sche Bank tot uitdrukking gebracht.
Tot dusver kwam daarop nog altijd
een actiefpost van ruim f. 4! milliard
voor als „papier op het buitenland",
welke grootendeels bestond uit de
Markenvcrderingen, welke de Bank
tijdens het wanbeheervan Rost van
Tonningen heeft moeten overnemen
in ruil voor de waardevolle goederen,
welke onze bezetters wel zoo vriende
lijk waren van ons te „koope*,".
Voor stelen stond het „Herrenvolk"
immers te hoog; wat men noodig had
werd „gekocht en betaald" en zoo prijk
te op de balans van onze circulatiebank
een actiefpost, die in werkelijkheid geen
actiefpost was en die dan thans als
oorlogsschade door den Staat is overge-
I nomen. Voor eer. gering deel kon com
pensatie worden gevonden in de „winst"
welke ontstaan was door dc herwaar
deering van het goud pei 1 Juli 1943 en
i 2 Juli 1945, totaal ca. 260 millioen,
voorts is de niet opgekomen bankbiljet
ten van f. 500 en f. 1000 toen die moes
ten worden ingeleverd (f.110 millioen-
en de biljetten van f. 100 (f 97 mil
lioen), maar het leeuwendeel van het
„papier op het buitenland" is vervan
gen door f. 2100 millioen schatkistpa
pier van den Staat en een onopvraag
bare vordering op den Staat met een
rente van 1/8 van f. 1500 millioen.
Doordien een paar weken geleden ca.
f. 180 millioen aan de Bank werd ont
trokken voor de storting van het Ko
ninkrijk der Nederlanden in het Mlone-
taire Fonds, waaruit t.z.t. voor viermaal
het bedrag der storting credieten zullen
kunnen worden opgenomen, is de goud
voorraad der Nederlandsche Bank thans
gedaald tot f. 630 millioen. zoodat het
uitstaand bedrag bankpapier ad. f. 2722
millioen en de rekening-courantsaldl ad
f. 1478 millioen thans voor 90 „ge
dekt" is door vorderingen op den Staat.
Het is dus opnieuw duidelijk gewor
den dat de Staat de groote schuldenaar
der bevolking is, want ook het van de
Nederlandsche Bank overgenomen be
drag komt weer bij de Staatsschuld, die
daardoor tot ca. f 27 milliard stijgt.
Het is daarom van het grootste belang
dat de Nederlandsche Staat een sol
vabele debiteur blijft en dat kan hjj
alleen wanneer de volkshuishouding
by machte is een zoodanig bedrag uit
haar inkomsten aan den Staat af te
staan, dat deze aan zijn verplichtin
gen kan voldoen.
Theoretisch is het natiiurlijk mogelijk
dat de Staat een zoo groot deel van de
baten der volkshuishouding tot zich
trekt, dat zijn budget geen tqkort aan
wijst. maar dat zou dan weer tot gevolg
hebben dat de volkshuishouding zou
worden ondermijnd, hetgeen ten slotte
ook de staatsfinanciën zou ruïneeren
Het gaat dus in de eerste plaats ow
een gezonde volkshuishouding, waaraan
door den Staat niet meer mag worden
onttrokken dan uiterst noodzakelijk is
voor het budgetair evenwicht en waar
uit ook de kapitaalsuitgaven moeten
worden gefinancierd voor het instand
houden en vernieuwen van het produc
tie-apparaat onzer bedrijven, m.a.w., be
halve dat uit dit volksinkomen de be
volking moet leven en de staatsuitgaven
moet bekostigen, dient er te worden ge
spaard.
Minister Lieftinck heeft bü verschil
lende gelegenheden op den noodzaak
daarvan gewezen en wil nu den spaar
zin der bevolking bevorderen door het
Instellen van een Nationale Spaarraad
blijkens zijn jongste legislatieve creatie,
de Spaarwet 1947.
Zijn toelichting daarop zal ieder wel
bekend -burger kunnen onderschrijven.
Het is noodig, zoo zegt hij. dat een be
langrijk deel van het nationaal inko
men niet wordt besteed voor consump
tieve doeleinden, doch in plaats daar
van voor de financiering van den we
deropbouw. Ieder moet in zijn eigen be
lang niet meer aanschaffen dan hü
dringend noodig heeft, hetgeen hem
het voordeel van rentewinst brengt en
tot lagere prijzen en een betere kwali-
teit der goederén kan leiden.
Volkomen eens, Excellentie!
Maar we vragen ons toch af of het
daartoe noodig is dat weer een nieuw
staatsorgaan wordt geschapen met
twee daaraan ondergeschikte instan
ties, nl. een bureau en een Commissie
van Toezicht, met een nieuwe forma
tie ambtenaren en een aantal kanto
ren, een en ander uitteraard ten
koste van de Staatsbegrootlng.
Is het waarlijk noodzakelijk en ver
antwoord dat in dit geval de 1 ">st voor
de baat uitgaat?
De minister wil de bestaande Spaar
banken geen concurrentie aandoen, en
spreekt van „additioneele" besparingen,
maar wanneer men ziet dat de totale
spaarinleg bij de spaarbanken en boe
renleenbanken in 1946 van f. 5226 mil
lioen tot f. 4285 millioen is teruggeloo-
pen en dat ook in Januari per saldo bij
de Rijkspostspaarbank weer meer is te
rugbetaald dan ingelegd, komt de vraag
op of er thans van ..additioneele be
sparingen sprake kan zijn.
Uit een onderzoek in Amsterdam naar
de kosten van levensonderhoud van
75 gezinnen met een gemiddeld in
komen van f. 57.71 per week, is ge
bleken dat f. 64,50 per week werd uit
gegeven en al zal er ontegenzeggelijk
nog een categorie der bevolking z(jn,
die thans sparen kan, hebben we
daarvoor thans een nieuwe spaarin-
stelling noodig naast de Rijkspost
spaarbank, de particuliere Spaarban
ken en de Boerenleenbanken? En zal
die nieuwe spaarinstelling aan haar
doel kunnen beantwoorden zonder de
bestaande banken concurrentie aan
te doen?
Er zou hier veel meer over kunnen
worden gezegd dan waartoe de ruimte
in deze rubriek plaats biedt, maar het
komt ons vooralsnog voor dat aan een
Nationalen Spaarraad in ons land geen
behoefte bestaat en het door den Mi
nister 'beoogde doel evengoed en beter,
kan worden bereikt door het scheppen
van zoodanige voorwaarden voor spa
ren en beleggen, dat de bevolking daar
door tot sparen en beleggen wordt ge
prikkeld- In de allereerste plaats is
daarvoor noodig een terugkeer van vol
komen vertrouwen in de solvabiliteit
van den Staat, in de waardevastheid
van ons geld en in de rechtszekerheid
van het kapitaal, waartoe de Overheid
wel in de allereerste plaats kan bijdra
gen en waarop zij zich in veel sterkere
mate zal moeten richten dan tot dus
ver het geval is. Want naarmate dit
vertrouwen terugkeert, zullen, waar mo
gelijk. ook de besparingen térugkeeren,
omdat de spaarzin, één onzer oude
volksdeugden, bij een groot deel van
onze bevolking nog niet verloren is ge
gaan.
Bevredigende vangsten.
(Van onzen deskundigen
medewerker)
Werden in het begin van deze week
uit zee nog allerlei klaagtonen verno
men over de koude, geleidelijk is het
weer ook -daar wat soepeler geworden,
wat zeer bevordelijk was voor de vis
scherij. De vangsten waren over het al
gemeen zeer bevredigend en er gingen
goede besommingen uit. Fijne visch
wordt er nog weinig gevangen, doch
daar zal ongetwijfeld verbetering in ko
men. zoodra de weersgesteldheid weer
normaal wordt.
FEUILLETON
Roman door Winston Graham.
69)
Wie is die man?
Hij heeft het schot gehoord.
Breng hem hier binnen. Wacht
even. Eerst den S-S.-er.
Ik wachtte. Hij kwam oogenblikkehjk
terug.
Vooruit!
Ik sleurde den Zwitser half overeind,
zoodat hij op zijn voeten stond, en gaf
hem een duw de gang in. Bij het zien
van Andrews' revolver was "hij lijkbleek
geworden en dreigde bewusteloos ineen
te'zinken.
Nog een paar minuten eerder was ik
bang geweest om in den volgenden cou
pé te kijken, maar nu kon mij dat al
niets meer schelen.
De S.S.-man lag bewusteloos op de
bank. De kleine secretaris hurkte haast
op zijn voeten; zijn bril stond scheef en
naast zijn neus had hy een hevig bloe
dende wond. Tegenover hem zat Dwlght,
met een revolver op hem gericht
Geen spoor van dr. Von Riehl. Toen
bemerkte ik. dat het raampje open
stond en de koude nachtlucht uit het
donker naar binnen woei
Dwight's mond trok een beetje.
Doe de deur achter Je dicht, beval
Andrews, en help me eens dien rommel
af te doen. Toen voegde hij er in het
Duitsch aan toe: Den eersten, die
een kik geeft of zich verroert, schiet ik
neer.
Nadat ik de deur had gesloten, hielp
ik hem den rugzak af te doen. Daar za
ten stevige touwen in. proppen die klaar
voor het gebruik waren en een paar
kleine wiggen. Die stootte hy dadelijk
onder.de deuren, zoodat ze niet open
konden ghjden Toen haalde hy de tou
wen te voorschyn en begon cie drie ge
vangenen te binden. Het leek alsof hij
by den kleinen secretaris byzonder zyn
best deed; de man steunde en wrong
zich Toen de twee mannen er als een
stuk bagage bij lagen, schoof Dwight
hem de actentasch van Von Rlehl over
d- '-«ink toe Hu begon den inhoud te
d meken en verscheurde de paoieren
in kleine stukjes, die hij uit het raam
liet fladderen. De revolver lag naast
hem op de bank.
Toen het tweetal behooriyk gebonden
en van proppen voorzien was. en alleen
de bewustelooze S.S.-er nog overbleef,
wendde Andrews zich tot mij:
Nou, jy kunt Jane op de hoogte
gaan stellen en breng dan die vrouw
hierheen-
Daar hebben wü uw of Dwight's
hulp by noodig zei ik We moeten
wachtposten hebben.
Andrews keek op van de actentasch
en staarde mij aan. Je hebt gehjk. Ik
kom. Iets gevonden, Dwight?
Ja, antwoordde deze. Ik merkte,
dat hy een hoestaanval onderdrukte.
Samen knevelden wij den S.S.-man
nog. Deze bloedde nog altyd uit den
mond Ik zocht naar de oorzaak en ont
dekte. dat hü zich op zun tong gebeten
had. Dat had de plotselinge geweldige
slag van ^Andrews bewerkt. Andrews,
met zjjn zachte handen
Hy keek op zun horloge. Over vier
minuten komen wy uit den tunnel.
Vooruit nu
Wy verlieten den coupé, liepen den
gang dooi-, drukten ons tegen den wand
om ruimte te maken voor een paar ele
gante dames en sloegen onze oogen neer.
Ik ging als eerste verder en kwam in
den volgenden wagen by de deur. waar
achter Jane en juffrouw Volkmann wa
ren verborgen.
Vóór het toilet stond een heer te
wachten
Versteld bleef ik stilstaan. Ik moest
mijn best doen om mün gelaat in be
dwang te houden. De man keek mij een
oogenblik verbaasd aan en rookte toen
zwügend verder. Andrews hield zich cp
den achtergrond- Toen ik halverwege
de volgende gang stond, keek ik om-
Ik aarzelde een oogenblik en wendde
my toen tot den vreemde.
Neemt u my niet kwalijk, dat ik
my er mee bemoei, zei ik in het Itali-
aansch. maar ik geloof, dat er in den
volgenden wagon een toilet vrü is.
Hy nam zü'n sigaret uit den mond en
keek mij weer aan. Hy was keurig ge
kleed; een opgewonden mannetje met
een zelfgenoegzaam gezicht.
O ja? Maar ik wacht hier al een
paar minuten. Biybaar verdacht hij er
mij van. dat ik vóór hem naar binnen
wilde gaan en hem weer een tUdlang
zou laten wachten.
Het spijt mij werkelijk vreeselijk
voor u. zei ik en poogde een vriendehjk
lachje op mijn gezicht te krugen, wat
mij jammerhjk mislukte. Ook mijn stem
had ik niet heelemaal in .bedwang.
Ziet u.. mun vrouw is daarbinnen. Zij
kan heelemaal niet tegen reizen en
wordt altüd wagenziek. En dan vooral
dit traject met al die spiralen- Ze kan
nog wel een uur op het toilet blijven.
Och. Hy was nog altyd niet hee
lemaal overtuigd. Maar nadat, hü mü
nog eens van top tot teen bekeken had.
scheen hy tot de slotsom te komen, dat
ik er niet*de man naar was om voor
68). „Hier is de schatkamer! riep
de schatbewaarder. „De schatkamer des
konings! Kük, die kisten daar zijn leeg
gehaald, die zakken zijn omgekeerd!!
Er is hier ingebroken!!!" „Diefstal"
bulderde de hofmaarschalk. .,Er is hier
een dief geweest!"
„Maar, goede lieden!" suste Joris.
,Dat kan toch niet! Overal staan hier
soldaten en de schildwachten om deze
geweiven te oewakenGeen muis zou
hier kunnen binnendringen!"
„Bah!" riep de hofmaarschalk. „Er
is nog een geheime ingang en de kaart
is eveneens ontvreemd!"
Panda zei niets. Hu had direct gezien,
dat deze schatkamer de zelfde was als
die waaruit hij zelf de munten en dia
manten had gehaald. Hij begreep nu.
hoe Joris iedereen had bedrogen enden
koning naa biy gemaakt met zun eigen
schatten! En ook snapte hy nu, hoe Jo
ris ineens aan die kaart gekomen was.
Die had hij natuuriyk in het paleis zelf
gestolen! Maar Joris zelf had nu ook in
de gaten, dat hij er in gelopen was.
..Laat my peinzen!" zei hü naden
kend.
zoo'n kleinigheid een kinderachtig truc-
je te gebruiken. Zoo. dank u wel, dan
zal ik uw raad maar opvolgen.
Ik was ongeloofeiyk dankbaar, dat hü
mün verhaal had geloofd, -- Wy heb
ben al van alles geprobeerd. Allerlei
speciale middelenGlucose en al
dien rommel meer. Maar het helpt alle
maal niets-
De man stond weer stil en trok aan
zun sigaret. Ik merkte, dat hy van na
ture een vriendeiyk mensch was en
schold mü zelf voor een dwaas.
Mün schoonmoeder, vertelde hy,
werd vroeger lederen keer ziek, als zü
van Pesaro naar Triëst ging. En die reis
moest zij ongeveer twee- of driemaal
per jaar maken, aangezien mün, schoon
vader toentertijd directeur van een
stoomvaartmaatschappu wis. die een
dienst onderhield tusschen Venetië en
Triëst. Ongetwijfeld was het comfort,
dat de passagiers op zijn lijn genoten,
de voornaamste reden voor de popu-
lairiteit van Pesaro en
Natduriyk. zei ik.
Vooral in den zomer was het veel
prettiger, dat kunt u van mij aannemen,
en veel korter en goedkooper, om van
Triëst en ae omgeving daarvan de reis
per boot te maken, dan het heele stuk
over land te gaan. Maar dat moet Je
natuuriyk op de kaart nakyken. anders
is het moeiiyk aan te nemen. Nu. zooals
ik u al zei, mijn schoonmoeder had een
paar maal per jaar gelegenheid dien
tocht te maken. Maar ik kan u verzeke
ren. dat zü geen reclame was voor de
maatschappij In ieder geval had zu
par.t noch deel aan de factoren waar
door de lijn zoo populair was! De heele
reis moest zü in haar hut bhjven, zelfs
bij het kalmste weer, als er geen zuchtje
wind was.
Ja, dat zun ellendige dingen, zei ik,
terwijl ik mün hand op de deurklink
wilde leggen.
Mijn vrouw vertelt mij altijd, dat
mün schoonvader dat begrüpt u wel -
dit als een nadeel voelde voor het suc
ces van zün bootdienst en op den duur
stond hy er op. dat zün vrouw een of
anderen specialist zou raadplegen. Nu,
deze specialist, een dokter in Milaan,
die werkelijk beroemd was geworden en
zich metterwoon ergens aan de kust
had gevestigd, onderzocht mijn schoon
moeder en raadde haar aan een goj-del
te dragen
De trein had den tunnel verlaten.
(Wordt vervolgd)
De markt bleek bü deze grootere aan
voeren nog weinig stabiliteit te bezit
ten. Dinsdag lagen de noteeringen voor
de meeste soorten beduidend onder de
max. prijzen-. Later in de week toonden
zu meer weerstand en gingen de mees
te partüen tegen den max.prüs van de
hand. Alleen voor grove schol bestond
weinig animo.
Van de gelegenheid om in England
te markten werd een veelvuldig gebruik
gemaakt. Voor de loggers werden er
echter percentsgewüs veel minder li
centies uitgereikt dan voor de stoom
trawlers, wat economisch geziep, voor
Nederland nadeelig is. aangezien 'de log
gers in Engeland gasolle kunnen laden
en van daaruit dus weer direct ter vis
scherij kunnen uitvaren, terwyi voor de
stoomtrawlers geen kolen ter beschik
king gesteld worden, zoodat deze na
verkocht te hebben, eerst weer' naar
IJmuiden moeten om te bunkeren.
Allengs wordt weer een aanvang ge
maakt met het klaarmaken voor de ha
ringvisschef Op dit gebied is een groo
te achterstand in te halen, aangezien
nog een groot aantal netten bulten op
het veld ligt. waar nog heel wat aan
gedaan moet worden.
De uitvaartdatum zal dit jaar waar-
schüniyk op 13 Mei gesteld worden, wat
vroeg genoeg is om goede maatjes aan
te brengen. Of het aantal schepen of
netten beperkt zal worden, ls nog niet
uitgemaakt. Voor deze vroegvisscherü
bestaat veel animo.
Op het gebied van den haringhandel
gaat het nog kalm toe. Uit het binnen
land viel iets meer vraag te constatee-
ren. hetgeen te verwachten was. Ook
gaat er nog geregeld wat naar België,
maar over het algemeen wordt er door
de handelaars weinig activiteit aan den
dag gelegd, met het oog op de geringe
voorraden, aangezien aan eenige vraag
van beteekenis toch niet zou kunnen
worden voldaan.
Ingezonden Mededeeling.
Be) 24244
DE RADIOTECHNISCHE DIENST
I.E.M.C.O. N.V., - NIEUWE RUN 32
Repareert vlug, betrouwbaar, vakkundig
ZIJN EIGEN ZOON VERBADEN.
K. H. Kuyt uit Amsterdam ls door het
Bijzonder Gerechtshof veroordeeld tot 10
Jaar gewai-genisstraf met aftrek van voor
arrest en ontzetting udt alle openbare
reohten voor den tijd van het leven. Hy
had ln April 1942 aan den inlichtingen
dienst van den S.D. medegedeeld dat zijn
eigen zoon met de heeren H. Loggen en
J. J. Geertsema betrokken waren by cm
vervaardiging van zoogenaamde Molotof-
bommen. Zijn zoon heeft ten gevolge van
dit verraad den dood gevonden