Indië-probleem in Eerste Kamer Debatten in grootschen stijl! (Van onzen parlementairen Redacteur) In aanwezigheid van vele deskundi gen op de gereserveerde tribune, doch overigens zonder extra belangstel ling van het publiek, maakte de Eerste Kamer gistervoormiddag een aanvang met de behandeling van de begrooting van Overzeesche Gebieds- deelen. Woordvoerders namens K.V.P., A.R., C.H. en Vrijheid lieten zich be reids hooren en kwamen met weidoor - wrochte beschouwingen, die stegen tot het hoogste peil van parlementaire wel sprekendheid. Doch het meest werden wy getrof fen door den ernst hunner betoogen en de liefde, die daaruit sprak voor Indië en Nederland. Een liefde, waar in geen voor de anderen onderdeed. Terwfjl by alle verschil van inzicht, welke soms en met name in de pun tige redevoering van den heer Polle- ma (C.H.) tot scherpe critiek leidde, de wil tot samenwerking °n nationa le eenheid in dit nationale vraagstuk als hoofdmotief tot uiting kwam. De heer Pollema had dan ook de M. v. A. niet door minister Jonkman alleen geteekend willen zien, doch op zijn minst ook door den minister-president. En de heer Kerstens wenschte mede de aanwezigheid achter de regeeringstafel van de ministers van Buit. Zaken, Fi nanciën en Econ. Zaken. Thans zat daar alleen minister Jonkman, Na de pauze kwam ook minister Beel, 'die zich wegens ambtsbezigheden in den mor gen had laten verontschuldigen; het geen praeses Anema had verzuimd me de te deelen, met het gevolg dat de heer Pollema tevoren extra aanleiding daarin vond om te fulmineeren over gebrek aan deferentie bij de Regeering jegens de Eerste Kamer. De verleiding is groot, om uitvoerig verslag te doen van de brillante rede voeringen, waarin vaak met één streek een heele situatie werd geteekend: „De Repoeblik gaat in het rood gekleed" al dus Pollema met den titel van een der werken van Theun de Vries maar het is niet doenlijk hier te treden in alle beschouwingen over hetgeen ach ter ons ligt. Hoe verhelderend menige uiteenzetting ook was; gevolg van de langduriger voorbereiding. Wij willen ons voornamelijk bepalen tot wat zich na de Tweede-Kamerdébatten afspeelde. En dan critiseerde de heer Pollema de toespraak bij de installatie van de Commissie-Generaal door minister Jonkman, als ware er slechts sprake van een partij-politieke aangelegenheid. Op het credit van de Regeering stelde spr. het feit, dat zij in korten tijd een uitstekend leger in Indië op de been had gebracht, waardoor wij thans in staat zijn veiligheid en orde te brengen. Fel hekelde spr. de uitlatingen van den minister in de Tweede Kamer over de Indische paragraaf in de Grondwet, die goed is en met zorg destijds door regeering en parlement geredigeerd. „Hoe kan een dienaar der Kroon zóó denigreerend over de Grondwet spre ken?" riep de heer Pollema uit. Spr. wees voorts op het geringe ver schil tusschen de moties van Schouten en van de heeren Romme en v. d. Goes van Naters. De standpunten loopen niet ver uiteen. Maar de motie-Schouten zei niets ten nadeele van Linggadjati; constateerde slechts dat Linggadjati in feite prejudicieert op de Rijksconferen tie. De motie-Romme-v. d. Goes daar entegen beperkte de 17 punten tot „niets meer en niets minder" dan wat Regeering en Kamer in Dec. uitspra ken, Dat mag de minister in deze da gen wèl bedenken. Hij weet precies, wat de Tweede Kamer wil. Spr, wenschte, ter beoordeeling van het komend ber leid van den minister, een positief ant woord op de vraag, of de heer Jonk man aanvankelijk bereid was geweest, om de 17 punten zonder eenig commen taar te accepteeren? Onus Dlstrifoutaehoekje PETROLEUM VOOR KOOK- DOELEINDEN EN VERLICHTING. Het C.D.K. deelt mede, dat de onder staande bonnen van de kaarten voor pe troleum voor kookdoeleinden gedurende de maand Maart 1947 elk recht geven op het koopen van vier liter petroleum. Kaarten UA 611: bon A 17 t/m, A 20, Kaarten UB 611: bon B 09 en B 10, Kaarten UC 611: bon C 05. Voorts geeft bon D10 van de kaart UD 611 voor verlichtingsdoeleinden recht op 6 liter petroleum. Maar de kern van het vraagstuk is, volgens den heer Pollema. de positie der Kroon. Hij wijst op de bewoordingen daaromtrent in Grondwet en Basis overeenkomst, en op den verschillenden uitleg, daaraan door onderscheidene in stanties b.v. in de M. v. A. en door Romme gegeven. Is er verschil van in zicht? Goed. Doch men formuleere zulks dan. Als de minister het niet doet, loopt hfj kans dat de Kamer het zal doen. Spr. wenscht voortdurende controle op de verdere onderhandelin gen der Commissie-Generaal en oppert de idee. om eenige loyale Inheemschen tot minister zonder portefeuille te ma ken. De heer Stikker (P. v d. V.) wijst op de nieuwe fase, die wij met Linggadjati zijn ingegaan en beperkt zich tot de realiteit van het oogenblik. Voorshands kan hij het beleid der Regeering niet als juist aanvaarden. Hij verhaalt van zijn bevindingen in Indië gedurende een recente reis. Er heerschen in het ge bied der Repoeblik armoede, honger en terreur. Nu blijkt juist te zijn, wat Van Mook in 1945 in zijn advies aan Mount- batten schreef, dat de republikeinsche overheid een marionetten-regeering is. In Indië spreekt iedereen over de on- eenigheid in den boezem van de C.-G. Het land wordt leeggezogen; de corrup tie neemt hand over hand toe. Wij kunnen de exhorbitante kosten aan' mili taire uitgaven niet blijven dragen. De economische nood van de inheemschen dreigt tot een ineenstorting te leiden. De schendingen van het Bestand zijn niet te tolereeren. Het beleid voert tot ondergang van de volken in Indië èn in Nederland. De uitspraak der Tweede Kamer is even definitief als de weige ring ginds om te teekenen. Hoe de uit komst ook moge wezen, de regeering zal de economische omstandigheden derin- heemsche bevolking moeten verbeteren om een ineenstorting te voorkomen. - O De heer Kerstens CK.V.P.) acht de behandeling hier te lande te eenzijdig staatkundig. Hij belicht de historisch- politieke. de economische en financi- eele aspecten. Ook cultureel is er te weinig aandacht besteed. De Comm.- Generaal dient met een cultureel lid te worden uitgebreid; desnoods moet daar voor de staatsrecht-expert verdwijnen. Ook critiseert spr. het feit. dat thans opnieuw leden in de C.-G. Vorden be noemd, die geen Indische ervaring heb ben. De economische vooruitzichten kunnen niet in verdragen worden vast gelegd. De C.-G. mag dat wel beden ken. Or-2 doelstelling in Indië moet zijn een New Deal. Linggadjati is het eenige constructieve plan, dat wij ken nen. Spr's fractie is het met Linggad jati eens. Spr. vraagt, of de Regee- ringsuitleg van het accoord door de C.- G. te Batavia wel met de noodige zorg en behoedzaamheid is bekendgemaakt? De heer Kerstens besluit met te vra gen, dat de Eerste Kamer zich aanslui- te bij de Tweede en tegelijk een geluid van goeden wil late hooren, van goede trouw en van bemoedieend geloof in de vrijheid van Indonesië. De heer Algra (A.R.) brengt hulde aan de ambtenaren buiten Batavia. Hij vertrouwt, dat de regeering hun volko men ohhoudbaren levensstandaard zal verhoogen en hnn gezinnen naar Indië zal laten vertrekken. Spr. keert zich tegen zijn medeleden, die „het primaat der buitenlandsche politiek" voorstaan, en prijst het Ned. volk gelukkig, dat de Regeering deze stelling heeft afgewezen. Wij moeten ons niet door Engeland laten leiden. Waar haalt Engeland het moreele recht vandaan, om de leiding te nemen in onze interne aangelegenheden in Indië? De AR,, willen met vreugde de alge- heele ontvoogding bevorderen. Niet omdat wij niet anders zouden kunnen, doch wijl wij dat als onze taak en plicht zien. De Regeering heeft zichzelve te veel de handen gebonden, door te ver klaren geen geweld te zullen gebruiken. Het zal er toch eens van moeten ko men, om orde en rust te herstellen. Spr. eischt en blijft eischen de vrij lating van de geïnterneerden. De demo oratie dient in Indië gevestigd. Malino is goed, is voortreffelijk; maar Ling gadjati is de vijand van Malino. Spr. noemt de verklaring van v. Poll over de notulen verbijsterend; de rageeringmag wel aan de C.-G. instructie geven, om voortaan beter op haar notulen te let ten. Publicatie der notulen blijft ge- wenscht. De heer Algra wijst dan op de ver schillende interpretaties van Kamervo tum en Regeeringsverklaring, o.a. op de mededeeling van den heer v. d. Goes Streng optreden tegen luchtvaartovertredingen. OPHEFFING VLIEGER-VERBINTENIS MOGELIJK. Bestonden reeds voorschriften en straf maatregelen terzake van luchtvaartover tredingen, verschillende feiten uit de afgeloopen maanden hebben deze over tredingen in de bijzondere belangstel ling geplaatst. Vooral de ramp, begiri October 1946 in Apeldoorn, waarbij een laag vliegend militair vliegtuig op een school neerstortte, verstigde er opnieuw de aandacht op, dat tegen plegers van dergelijke overtredingen effectiever moet worden opgetreden. De directeur der Rijksluchtvaart- school heeft thans beslist, dat dege nen onder zyn bevoegdheid^ die in ernstige mate de luchtvaartwet over treden, onherroepeUjk van hun ver bintenis als vlieger zullen worden ont heven. Voorts zijn aan de ministers van Oor log en van Marine voorstellen gedaan, welke hierop neer komen, dat tegen mi litaire overtreders soortgelijke maatre gelen zullen worden getroffen. Particulieren dienen van veronder stelde overtredingen aangifte te doen bij de plaatselijke politie, rijkspolitie of Ko ninklijke marechaussee- Prins Bernhard inspecteert te Breda. WIJST MANSCHAPPEN OP INDISCHE TAAK. Prins Bernhard bracht gisteren een bezoek aan de SR.OI. te Breda, gele gen in het kasteel, waarin voor den oor log de K.M.A. was gevestigd, ter gele genheid van de 'beëindiging van den zes- maandelijksohen opleidingscursus van een 500-tal leerlingen. De Prins werd verwelkomd door den commandant, der S.R.O.I., de «majoor J. L. H. Antoni. Na de 'begroeting van bur gerlijke en militaire autoriteiten, waar bij wjj o.a. den burgemeester van Breda, de heer B. van Slobbe, zagen, schalden commando's over het plein en werd het Wilhelmus gesipeeld door de militaire kapel, „De Pofferts" van de territoriale troepen. Vervolgens inspecteerde de Prins de door majoor C. Zaaijer ge melde aangetreden troep. Na deze in spectie richtte de Prins zich in een korte toespraak tot de manschappen. De Prins wees hen op de komende taak in Indië. „Wees steeds een voorbeeld in alle opzichten en weet dat het handha ven van orde en rust veel van u zal eischen", aldus de Prins. In het En- gelsch richtte Prins Bernhard zich daarna tot de Engelsohe officieren, die onder commando van major Fairless, als raadgevers bij de instructies waren op getreden. De Prins besloot met er op te wijzen, dat het van het ontwikkelen en uitdragen van het in de afgeloopen maanden geleerde, zal afhangen of de manschappen goede officieren zullen worden. Daarop onving de best geslaagde leer ling serg. maj. J. Steentjes uit handen van Pains Bernhard een fraai uitge voerde officierskoppel. Serg. maj. Steen tjes heeft met de Irene-Brigade de in vasie en verdere veldslagen meegemaakt. Ten slotte vond nog voor het stadhuis van Breda een parade plaats. dat de motie van hem en van den heer Romme een stuk binnenlandsche poli tiek was en de Regeeringsverklaring slechts voor binnenlandsch gebruik be stemd. Spr. besluit met te verklaren, dat wij het liever met een zelfstandig Indië kunnen wagen, dan te wachten op de rijpheid van Indië tot zelfbestuur. Als het waarachtig belang van Indië zulks vordert, dan willen wij zelfs ar moede lijden met Indië. Maar men solle niet met overeenkomsten en geve aan de Ind. volken werkelijk zelfbeschik king; spr. denkt b.v. aan de Ambon - neezen Het groote werk dat wij heb ben te'doen, is het werk der gerechtig heid. De heer Kropman (K.V.P.) deed In den aanvang der vergadering eenige mededeelingen over het bezoek der par lementaire commissie aan de West, waarvan hij voorzitter was. Men was daar hartelijk ontvangen en vond aller - wege liefde voor hét Oranjehuis en dankbaarheid jegens de Staten-Gene- r^al. Er bestond geen uniformiteit in de meeningen over aard en omvang der hervormingen; maar wel een soort wan trouwen, dat men no? lang zou moeten wachten. Praeses Anema ten slotte las nog een danktelegram voor van het Prinselijk Gezin voor de gelukwenschen bij de ge- -"•te van Prinses Marijke. Heden voortzetting> XXV- Het stond zoo doodnuchter in de krant: „de overtocht over het ijs van de groote rivieren is op sommige plaat sen voor personenauto's mogelijk". Dat is nu alweer een tijdje geleden, en ik weet niet of het nóg zoo is. Dat interesseert mij ook heelemaal niet en ik raad U aan, lezer, er ook geen inter esse voor te hebben, het althans niet te gaan probeeren. Werkelijk, doe het niet. Het is ge vaarlijk. In ieder geval voor Uw hart! O Aleer Ik deze volstrekte zekerheid had opgedaan heb ik het niet onverdeelde genoegen gesmaakt in een vrij oud en nogal open brikje langs de ingesneeuw de en be-ijsde dijken te kruipen naar een punt, waar ik dit stukje wintertoe- risme niet alleen in gedachten in de krant doch in werkelijkheid in een auto zou kunnen uithalen. Uren toeren door de witte eenzaam heid, nauwelijks meer wetend wó,ér te rijden, kwam ik eindelijk bij een bordje „Overtocht personenauto's riïogelijk". Niemand te bekennen. Het had kort tevoren gesneeuwd en er waren geen overtuigende auto-spo ren. Vaag staken uit het bevroren ijs- dek boomtakken overeind, op het eerste gezicht doelloos verspreid tusschen antarctische ijsbergen en sneeuwvelden. Ik ben uit mijn wagen gestegen en heb eens rondgeneusd, liep zelfs enkele tientallen meters de rivier op, eigenlijk met de stille hoop dat het zou kraken, om met zelfrespect mijn verantwoorde lijkheidsbesef als argument te kunnen gebruiken om het waagstuk toch maar niet uit te halen. Maar het kraakte niet, en ik ben weer in mijn auto gaan zitten. Toen begon mijn hart. Nu moet U weten dat mijn hart vol gens mijn vrienden op een vrij goede plaats zit, en dat ik mij niet ieder oogenblik positief bewust ben van de aanwezigheid van dit orgaan, zoodat kennissen die niet myn vrienden zijn mij wel eens harteloos noemen. Toen ik m'n motor echter aanzette, was ik mij zeer wel bewust, een hart te bezitten. Het zat in m'n schoenen. En het klopte in m'n keel. Aan den overkant lokte een vriendelijk dorpje, waar wellicht een hartig slokje te halen was en mis schien zelfs een hartspecialist woonde. Dus schakelde ik in en tufte angstvallig den dijk af. Het ijs kraakte niet. Angstig schuifelde de auto van boom tak tot boomtak, die naar ik slechts vermoedde den weg moesten aange ven. Ineens zag ik geen tak meer. Voor mij: een ijsberg. Links: ijs en sneeuw. Rechts: sneeuw en ijs. Ik stopte. Toen stopte ook mijn hart. Ik hoorde een gil, die mij in de ooren klonk als een waarschuwing voor nabij doodelijk gevaar. Ik durfde mij nauwe lijks bewegen, draaide mij voorzichtig om, teneinde naar achteren te kijken, van waar het geluid geklonken had. Iets kan in graden stilstaan. Mijn hart bewees dat door nóg stiller .te gaan staan, toen ik vijftig meter achter mijn auto drie druk gesticuleerende mannen zag komen aanrennen. Gillend alsof zij mij wilden redden van een wissen dood. Heel voorzichtig steeg ik uit, waarna ik geen voet meer durfde verzetten uit angst, onmiddellijk in een verborgen wak te trappen. Toen bereikten de mannen mij en een van hen hijgde: „Hé, je moet nog vyf en dertig cent betalen voor den overtocht!" Och, mijn hart is weer gaan kloppen. Vooral toen ik een woedend gebaar maakte zonder om den aard van mijn ondergrond te denken, en daardoor te vallen. Toen klopte mijn hart overal en overtuigend- Bovendien produceerde het enkele welgemeende verwenschingen. Het zat ineens erg hoog. Ongeveer op m'n tong. Om het weer naar beneden te spoe len heb ik aan de overzijde het voorge nomen hartige slokje genuttigd, na in driftige vaart om de ijsberg te zfjn ge slingerd en zonder acht te slaan 'op boomtakken den overkant te hebben bereikt. Werkelijk lezer, doe het niet. Het is ongezond voor Uw hart. De schijnbaar eeuwige vorst blijft ook de internationale politiek verdringen uit het middelpunt der publieke belangstel ling. Nu ja, er gebeurt ook niet zoo heel veel, behoudens in de Londensche be sprekingen over Duitschland. maar daar hooren wij niet veel over. Er zijn echter booze tongen die be weren, dat zekere landen aan de Noord zee een duivelsche straf hebben be dacht voor onze Oosterburen: Ze zouden hun koloniën terugkrijgen. Maar Nederland heeft zich in d.e kou behoudens warm te loopen over kolo niale erfenissen ook nog kunnen war men aan een feest dat klonk als de klokken, die de geboorte in Soestdyk verkondigden. Amerika heeft bij die gelegenheid nog weer eens getoond, het land der onbe grensde mogelijkheden te zyn. Dinsdag 18 Februari werd Prinses Maryke ge boren, docji Maandag 17 Februari zond een Nederlander in Amerika reeds een gelukstelegram naar Soestdyk. Toen de PJC-zender het nieuws Dinsdagmorgen om vyf uur omriep was het n.l. in Ame rika Maandagavond. Tóch een merkwaardig telegram én tóch het land der onbegrensde moge- ïykheden. Tot slot willen wy U verklaren, waar om deze rubriek vorige week niet ver scheen. Dat komt omdat de meeste en beste moppen bestemd zyn voor export naar het buitenland. Wanneer U dus een restantje hebt: U weet waar U het kwyt kunt. Maatregelen tegen veelvuldige echtscheiding. INSTELLING STAATSCOMMISSIE. Eenige dagen geleden heeft de Minis ter van Justitie te zijnen departemente een commissie geïnstalleerd, die tot taak heeft om de vraag te bestudeeren, welke wettelyke maatregelen zouden kunnen worden genomen, ten einde het euvel der veelvuldige echtscheidingen tegen te gaan. Als voorzitter der commissie treedt op mr. H. de Bie, president van de Arr.- Rechtbank te Rotterdam; als leden de heeren mr. J, A. L. M. Loeff, advocaat en procureur te Rotterdam; mr. H. Schadee, lid en plv. voorzitter van den Voogdyraad te Rotterdam en mevrouw mr. L. C. Schönfeld-Polano, raadadvi seur in algemeenen dienst by het Mi nisterie van Justitie. Het secretariaat wordt waargenomen door mr, C. A. de Meyere, werkzaam aan het Ministerie van Justitie. Inlijving dienstplichtigen 3, 5 en 8 R.I. De chef van den generalen staf deelt mede, dat de inlijving als dienstplich tige op 3 Maart a.s. by het 3e regiment Infanterie te Bergen op Zoom, het 5e regiment Infanterie te Schalkhaar en het 8e regiment infanterie te Amers foort wegens byzondere omstandighe den tot nader order is uitgesteld. De datum van inhjving zal te zyner tijd worden bekend gemaakt. Ingezonden Mededeeling Slapen ho-maar - Pijn des te meer! Als ge slaapt voelt ge Uw rheumatische pynen niet, maar juist die pynen ver oorzaken Uw slapeloosheid. En zóó verzwakt Uw gestel en weerstandsver mogen nog méér. Begin daarom zoo gauw mogelyk die weldadige kruschen- kuur. K&ischen brengt Uw bloedzuive rende organen tot krachtiger werking. De pijnverwekkende onzuiverheden ver- dwynen, omdat 't bloed krachtiger stroomt. Pynen vallen van U af, luste loosheid verdwynt, kortom ge wordt al gauw weer veerkrachtig en fit. Kru- schen Salts is verkrygb. by alle Apoth, en Drog. Fabr. Griffiths Hughes Ltd., Manchester (Engeland). Prins Bernhard begroet de „Jan van Galen". Hr. Ms. torpedojager „Jan van Galen" is gistermiddag te Amsterdam binnenge- loopen, na op 20 Januari uit Indonesië vertrokken te zijn. De commandant zeemacht, schout by nacht J. A. Gauw, die in Hoek van Hol land aan boord was gekomen, maakte den tocht tot IJmuiden mede. Onderweg sprak hij de bemanning toe. Prins Bernhard was ter verwelkoming aanwezig en inspecteerde de beman ning. Daarna hield de Prins een korte begroetingsrede. De Prins vertoefde een halfuur aan boord van den torpedojager. De aankomst werd opgeluisterd door de marinekapel. Het ongeluk met een Ned.-Indisch vliegtuig. In aansluiting op het bericht over het verongelukken van een Ned.-Ind. Dakota vliegtuig wordt nog vernomen: Vacantiegangers aan de kust zagen, hoe de machine op drie mijl buiten de kust m brand vloog. Het toestel ver loor snel hoogte, terwyl een vleugel afbrak, waarna het vliegtuig brandend neerstortte. Door de hooge zee kon men er niet in slagen een reddingsboot in zee te sturen. De Nederlandsche auto riteiten in Brisbane hebben verklaard, dat de machine een proefvlucht maak te. 6 leden van de bemanning kwamen om het leven. NIJMEGEN'S WEDEROPBOUW. Arbeiders- en montage woningen. Binnenkort zal te Nymegen een begin gemaakt worden met den bouw van 101 permanente arbeiderswoningen. In Maart kan de aanbesteding verwacht worden van 73 arbeiderswoningen, ter- wyi aan de gemeente Nymegen nog 18 Oostenrijksche huizen zyn toegezegd. Binnenkort zal met den bouw van een groot aantal montagewoningen begonnen worden. Ongeveer 250 van deze wonin gen zullen op het Galgenveld komen. De gemeenteraad van Nymegen heeft een voorstel van B. en W. aangenomen tot, het verleenen van een crediet van f. 945.000 voor den aanleg van een ha ven- en industriebedrijf aan het Maas- en Waalkanaal, De kosten zullen voor ruim 1/3 gedeelte ten rtste van het Ryk komen. FEUILLETON. Roman door Winston Graham. 55) zy keek my van opzy onder haar wim pers aan. Zooals Engelsche vrouwen, nietwaar? Eerst lok je me op glad y's en dan lach je me nog uit ook! Nee, Robert, zoo meende ik het niet. Ik zou het werkeiyk graag weten. Ik voelde me een beetje rood worden. Nu, goed dan, zooals Engelsche vrou wen. Aan mij is zeker niets rustigs, zei ze peinzend, zelfs myn uiterlyk niet. Wees toch alsjeblieft niet zoo dwaas! Ener blyft je in een leven als dit immers niets anders over dan je uit te putten. Zoo. zei ze koeltjes, vind flj, dat ik my uitput? Is dat soms niet zoo? O. ja.... En je rookt ook te veel. En dan. Ga verder. Het interesseert my werkeiyk. Ik dacht aan Andrews- Nee, de rest gaat my niet aan. Gaat myn leven je eigenlyk heele maal wel iets aan? Nee, Maar ik zou graag willen, dal hetIk zweeg. Spreek je nu als wetenschappelijk mensch 'of als een vriend die het goed met my meent? Als geen van beiden. Klopt, zei ze. zoo klonk het ook heelemaal niet. Ik bied je myn verontschuldiging aan. voegde ik er aan toe. Als ik on aardig ben. moet je dat maar aan die hersenschudding van my toeschrijven Bovendien zyn er menschen, die je beter raad kunnen geven. Menschen. die er het recht toe hebben. Andere menschen? Nuof vergis ik my? Bijvoorbeeld? Het gaat mfj immers niets aan. Je zult zelf wel het beste weten, wat Je doen moet. Dat heb ik tot dusver ook altyd ge meend. Over wien heb je het eigenlyk? Ik gaf geen antwoord. Ik zag in haar bruine oogen een verbaasden en bijna vyandigen blik. Denk je aan myn stiefvader? Je begrijpt me opzettelyk verkeerd, zei ik wanhopig. Denk alsjeblieft niet, dat ik je er eenig verwijt van maken zal. En je hoeft ook niet te gelooven, dat ik my tusschen jullie zal dringen. Ik bedoel natuurlyk Andrews- Andrews?, zei ze met wyd open gesperde oogen. waarom Andrews? Haar onschuldig-doen werkte op mijn zenuwen. Het heeft immers geen zin er over te spreken. Laten we die kwestie laten rusten. Vergeet maar, dat ik er over begonnen ben. Zy staarde my aan. Ik krijg van Andrews opdrachten voor myn werk, maar hij heeft in myn privé-leven Toen zweeg zy plotseling. Och, natuurlyk, wat dom van my! Er kwam een lichte blos op haar wan gen. Maar Andrews heeft my toch beloofd, je de kwestie uit te leggen. Dat is toch al te gek Je hoeft heelemaal geen moeite te doen- Ik heb alle reden, dat misverstand op te helderen. Na de toespelingen, die je hebt gemaaktRobert, het spyt me, dat ik zoo langzaam van begrip ben geweest. Toen we elkaar op dien mid dag by Andrews voor het eerst ontmoet ten. kwam ik in peignoir uit de slaap kamer Maar ik heb Andrews toch gevróAgd het je uit te leggen. En hy heeft het me beloofd. Hij moet het ab soluut vergeten hebben. Die geschiedenis gaat my immers niets aan, zei ik stug. Maar het gaat m y aan. Een oogen blik leek het alsof zy niet wist. of zy boos of verlegen moest kyken- Ik kan my niet voorstellen, dat hy het je met opzet niet heeft verklaard. Wij hadden immers geen enkele reden om iets te verbergen. Luister eens. Robert, het zit zoo: Ik koop altijd een massa japon nen. Dat is werkeiyk een stokpaardje van mij. Meestal koop ik ze by Lorenzo Co. in Milaan. Af en toe breng ik een bezoek aan den winkel om nieuwe mo dellen te passen. Maar heel dikwyis zen den zy my ook een collectie ter keuze naar Venetië. Veel van de nieuwe mo dellen, die ik ontvang, zijn aan den zoom en de schouders geborduurd of aan de halsuitsnyding hebben zy by- voorbeeld een bloempatroon of iets der- geiyks- Als ik de japonnen ontvangen heb, trek ik ze dadelijk aan en ga naar het huis van Andrews. Daar trek ik in de zijkamer mijn japon uit en wacht, in mijn peignoir, tot Andrews de codes ontcyferd heeft, die er op geborduurd zyn. Op die manier komen wy gewo'on- lyk in het bezit van informaties over de Italiaansche luchtmacht. En zoo kre gen we ook het bericht over de confe rentie 54). Panda liet zich in de schatkamer zakken en keek rond „Vermoei U niet met de grote kisten!" zei de vos aan de andere kant van het vaam. „Reik my de kleine kistjes toe. werp verder losse munten en kleinodiën naar buiten en verschaf my enkele zakken die ge ginds gewis zult aantreffen!" Panda deed zoals de vos hem zei en >egon te werken. Al gauw rinkelden de goudmunten en de diamanten om Joris heen op de grond en de vos hoefde niets anders te doen dan de schatten in zak ken to scheppen. „Bravo, aardig ventje! mompelde hy tevreden. „Ga zo voort, dan zyn wy over een half uurtje genoeg gevorderd. Het is niet nodig, dat wy de ganse schat van Koning Emmeric medevoe ren. Wat wij behoeven, is een bewys voor Zyne Majesteit, dat wy de vind plaats van deze snuisterijen kennen!" Ik keek naar de ry hooge populieren, wier toppen zich scherp tegen de lucht afteekenden. Maar ik drufde niet te spreken. Hij heeft my toch beloofd, het je te vertellen, zei Jane weer, Waarschyniyk heeft hy het dan doodgewoon vergeten, omdat hij heelemaal geen waarde aan het voorval heeft gehecht, Haar wangen waren nog altyd een beetje rood. Ik dacht er over na. of ik haar zou zeggen, hoeveel vreugde my haar woor den gaven- Maar ik vertrouwde mijzelf eigenlyk niet. Ik was zoo volkomen over tuigd geweest van het denkbeeld, dat zy een intiemere relatie met Andrews had, een feit, dat ik haatte en steeds weer poogde te vergeten dat haar verkla ring my niet voldoende was. Als ik ech ter had laten merken, dat ik twyfelde aan haar woorden, zou dat gelyk ge staan hebben met een beleediging. En als ik dien twyfel niet tot. uiting bracht en myn gedachten eenvoudig voor mij hield, beleedigde ik haar nog meer. Ik weet wel, ging zy met zachte stem verder, dat Andrews zeer gevoelig voor vrouwen is. Maar ik ben nu toe vallig zyn type niet. Afgezien van het feit. dat hy ook het miine niet is! En wèt Andrews ook mag zyn, het zou nooit in zyn hoofd opkomen om zyn werk niet gescheiden te houden vanzyn ge noegen. Ik dacht weer terug aan dien middag. Nu waren er een heele reeks dingen, die my raadselachtig hadden geleken, opge lost. Bijvoorbeeld de vraag, waarom Andrews geen enkel bezwaar tegen mijn groeiende genegenheid voor het meisje scheen te hebben. Was zy hem dan vol komen onverschillig? Ik wilde nu blies weten! Wat bedoelde Andrews vanmorgen, vroeg ik. toen hy zei, dat hij er op rekende, dat je zijn opdracht zou uit voeren? Nu. mocht.hij die opmerking niet maken? Ongetwyfeld. maar hy scheen by- zonderen nadruk op de woorden te leg gen. alsof hy dacht, dat je zijn bevel misschien niet heelemaal tot zyn tevre denheid zou opvolgen- Ik begreep dat als (Wordt vervolgd) Herbeplanting Walcheren thans onmogelijk. RECORDWINTER IS DE SCHULDIGE Naai* wy van het bestuur der Stich ting „Nieuw Walcheren" vernemen zul len ook in 1947 geen groene boome'n en struiken op Walcheren te zien zyn. Als de winter van 1946-^7 een normale was geweest, zouden nu de spaden reeds diep den grond in zyn gestoken en hon derden nyvere handen bezig zijn de terreinen, die het eerst in aanmerking kwamen, plantryp te maken. Tegen dezen recordwinter is echter zelfs 't. schoonste plan niet opgewassen. Reeds half December stond Zeeland op de schaats. Thans staat Maart voor de deur en de kanalen liggen nog altyd in kluisters, de vorst zit diep in den grond en zal er de eerste weken niet uit zijn en zelfs als op groote schaal extra werkkrachten zouden worden in gezet. zou het niet mogelyk zyn om voor den 8sten April den bodem plant ryp te maken. Thans is besloten om het begin der herbeplanting van Walcheren uit te stellen tot het najaar en eveneens de tentoonstelling „Een jaar Walcheren" naar dit tydstip te verschuiven. Dat dit voor de geheele bevolking van Walcheren een groote teleurstelling be- teekent, spreekt vanzelf. Nu zal het voorjaar 1948 worden, eer er weer boomen botten op de plaatsen, waar 18 maanden lang het water van de Noordzee stroomde. De boomen-actie verdient intusschen nog veel steun. Het gironummer Is 371300. De tuinbouw en de vorst WIJZIGING VAN HET TEELTPLAN NOODZAKELIJK. (Van onzen Westlandschen correspondent) De hardnekkige en harde winter heeft voor den tuinbouw wel ernstige gevol gen. Reeds de eerste harde vorst-perlo- de vernietigde in het Westland ongeveer de helft van het plantmateriaal van sla en bloemkool, doch men had nog hoop door snellen nieuwen uitzaai, van die teelt althans nog iets terecht te kunnen brengen. Na dien heeft de vorst zich her haald, en opnieuw het nog aanwezige plantmateriaal gehavend, zoodat er vele bedryven zijn, die nu totaal geen enkele voorraad meer bezitten. Het wordt inmiddels te laat om nog aan nieuwen uitzaai te denken, en het feit dat minder kolen beschikbaar ko men, dan aanvankeiyk werd toegezegd veroorzaakt, dat van forceeren der cul tuur niet zooveel zal komen. Als gevolg van al die factoren, zyn nu vele tuinders' besloten de heele voor cultuur van sla en bloemkool te laten vervallen, en meteen aan de tomaten teelt te beginnen. Deze jonge planten moeten langzamerhand „getrokken" worden, hetgeen dus ook verwarming van de kassen vraagt. Een steeds grooter geworden probleem, het opzetten van de eerste cultures, is door den winter opgelost; zy het dan ook op een zeer schadeiyke wijze. Immers de export van vroege sla en bloemkool was altyd van groote beteekenis voor ons land. DE EEN VERRIED DEN ANDER. Zoo liepen allen tegen de lamp. De eerste inbraak, na den oorlog in Rotterdam gepleegd, waarby bij den kastelein F. een brandkast openge scheurd en een bedrag van f. 50.000.— ontvreemd werd, is thans opgehelderd. De politie, die onmiddeliyk in de zaak gemengd werd, nam de bezoekers van het café van F. eens onder de loupe en de verdenking viel daarbij op den 33- jarlgen stamgast J. S. Aanvankeiyk ontkende deze, maar toen hij hoorde dat zijn kornuiten van zyn buit mooi weer speelden, terwyl zyn vrouw en kinderen armoe leden, bekende hy al les. Met zijn vriend J. van I. was het idee voor de inbraak gerypt en zy na men tot uitvoering van hun voorne mens nog twee andere zware jongens in den arm. onder wie de bekende „slappe Toon" uit Den Haag. alsook twee experts, t.w de 56-j. J. c. H. K. en de 39-j. D. van der M. Het heele stel bestond uit Hagenaars, zy kregen on- eenigheid, vooral toen bleek, dat de „slappe" een groot deel van de buit achterover had gedrukt De één is toen den ander gaan verraden. Alle daders zitten nu achter slot en grendel. De heeren hebben er echter goed van geleefd en van het geld is dan ook niet veel over gebleven!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1947 | | pagina 2