Fransche toenadering in liet
Saargebied
De „bevrijding" van
den Fondsenhandel
Voor de Jeugd
De visscherij in de afgeloopen week
RECHTZAKEN
Radio-programma
Dagboek van een Parijzenaar
Nacht-express
PANDA EN DE
•DIEF
Zooals ik Duitschland terug zag
X.
1 (Van onzen specialen verslaggever).
Zóó was ik dan In het Saargebied
het gebied waar ik ook een tijdlang
had gewoond en de stemming in '35
had meegemaakt de stemming die
de Franschen als onwettig en ver-
valscht beschouwen, wat m.i. onjuist is.
Het was integendeel een der bitter-
weinige dingen waarby nu eens niet
werd gelogen, bedrogen en geknoeid. Ik
hoopte in Saarbriicken eenige oude
vrienden te vinden zij waren alle
dood, de stad was grootendeels een met
onkruid doorschoten ruïne.
En de charmante Franschen wer
den niet moede my te bezweren dat
gansch dat Saargebied hunkerde
naar een economische aansluiting.
Geen politieke. Want dat wilden z\j
zelf niet. Waarom niet? Het ant
woord moge ook ons tot overdenking
stemmen!
„Die nu van middelbaren leeftijd
zijn, willen misschien nog wel de
kinderen zullen er zeer waarschijnlijk
anders over denken en de kleinkin
deren? Die zullen allen hun best doen
er ons weer uit te smijten.
Toen ik 's avonds op mijn eentje een
kleinen zwerftocht door Saarbriicken
maakte en aan den oever van de Saar
in het zwarte water stond te turen,
hoorde ik heel in de verte een lied dat
nhj opeens weer de tijden te binnen
deed schieten toen ik hier in 1935 een
maand lang van dorp tot dorp trok en
getuige was van den door ruim 95% der
bevolking geuiten wensch om Duitsch
te zijn en Duitsch te biyven. Het was
een lied dat ons zingt van de liefde
voor dit stuk Duitschland en waarvan
een der coupletten begint met de niet
mis te verstane woorden: Deutsch ist
die Saar Deutsch immer dar". On
der mij stroomde het zwarte water en
het is vreemd, maar het was of die
kabbelende golven mij naar zich toe
trokken. Eenige dagen geleden onder
vond ik het zelfde toen ik in Coblenz,
staande op de brug over de Moezel diep
onder my dat geheimzinnige geruisch
van het stroomende water beluisterde
en in gedachten verzonken staarde in
het door het maanlicht gelig glinste
rend nat. Opeens voelde ik een hand
op mijn schouder en omziende ontdek
te ik een oude vrouw die my vroeg of
ik er soms aan dacht mij naar beneden
storten. Neen, niet bepaald, zei ik.
Ik hoorde toen van het staag sty-
gend aantal zelfmoorden, waarvan ook
de Rijn een lied kan zingen en veel ge
zien hebbend en niet minder doorvoeld,
kon ik veel begrypen.
TOESTAND IN SAARGEBIED
VIEL MEE.
Ik moet zeggen dat, by wat ik tot
dusver had gezien den toestand in het
Saargebied my meeviel. Een der Fran
sche officieren verzweeg my niet dat
men daar een politiek van „anfreun-
ding", van vriendschappelijke toenade
ring vry vertaald, volgde en al was het
er dan ook allerminst een paradys op
deze weinig paradijsachtige aarde, over
het algemeen mocht men er niet on
tevreden zijn. De Saarlanders zijn, zoo
werd my gezegd, voor verreweg het
grootste gedeelte, voorstanders der eco
nomische aaneensluiting; de wensch
daartoe zal ongetwyfeld via de maag
gaan. Maar toen ik door het kleine
stadje Merzig zwierf, ziet, tóén ontdek
te ik opeens een plakkaat dat ik nog
nergens had ontdekt en dat ik my dus
haastte op de gevoelige plaat vast te
leggen. Het was een plakkaat dat uit
ging van de M.R.S., d.w.z, van de Mou
vement Rattachement Sarre. Het was
het plakkaat van een beweging, niet
van een bepaalde Party en naar men
my wist te vertellen omvatte deze be
weging momenteel om en bij de 200.000
leden. Men ziet op dit plakkaat aan
den eenen kant de Fransche Maagd,
terwijl aan de andere zijde twee men-
schen zitten die de oogen op Ma
rianne gericht tegen elkaar zeggen:
„Een betere toekomst brengt ons
de aaneensluiting van het Saargebied
aan Frankrijk". Intusschen heeft
Frankrijk op eigen houtje bereids in
gegrepen en de Hooge Heeren voor
een nieuw probleem gesteld. Zij zijn
er van overtuigd dat het plebisciet van
'35 niet anders is geweest dan een
„acte de violence politique hitlérien
et une honteuse falsification" met
andere woorden een volkomen ver-
valsching der werkelijkheid.
ALLES DRAAIT OM VOEDSEL.
De Franschen begrepen drommels
goed dat de voedselvoorziening per slot
van rekening de spil is waar zoo onge
veer alles om draait en met name voor
de mijnwerkers werd dan ook zéér goed
gezorgd. Deze kregen een aantal van
pl.m. 4000 calorieën toegewezen, waren
tevreden enwerkten. En werkten
góéd. „Het zyn werkers" gelijk de Fran
sche officieren het uitdrukten en zij
wezen er my op dat de productie der
Saarmynen op het oogenblik 50% van
het totaal van voor den oorlog bedroeg.
En ook de woningtoestand had alle
aandacht der Franschen. Want toen ik
in het voor 70% verwoeste Saarlouis
was, werd my met grooten trots een
maquette getoond waarop de nieuwe
stad was afgebeeld. Ik moet zeggen het
was prachtig méér dan dat het
was zelfs wat dl te prachtig en ik kon
als goed en zuinig Groninger U weet
misschien wel, ze zeggen van ons dat
wij altijd zoo graag „de doem op de
puut" houden, hetgeen in het „Hol-
landsch" vertaald wil zeggen „de hand
op den zak"niet nalaten eens te
informeeren wie dit geweldige plan
moest betalen. Want voor niks ging het
toch zeker niet? Ja, dat kwam er in
derdaad óók nog bij en myn levendig
vertellende leidsman was van meening
dat de Amerikanen daar wel voor zou
den zorgen. Ik vermoed niet dat de
heeren daar er veel zin in zullen héb
ben" zei ik. Mijn verteller dacht even
na 'en antwoordde toen: „De Saarlan
ders"! Waar moeten die dan het geld
vandaan halen? vroeg ik en ik herin
nerde mij opeens een woord van groote
wijsheid van mijn Vader die mij des
tijds erop meende te moeten wijzen
dat ik, voor ik een gulden uitgaf, dien
pegulant eerst moest hebben verdiend!"
„Een verstandige vader" antwoordde
de vlot vertellende Franschman lachend
„en hebt U zich ook nog aan zyn raad
gehouden?". „Ik wel" zei ik.
„Nous ven-ons" luidde zijn repliek,
„wy zullen wel eens zien". Maar ik
scharrelde al myn Fransch by elkaar
en zei: Zou U niet beter kunnen zeg
gen: „Qui vivra vena?" Oftewel ,-,Wie
dan leeft, wie dan zorgt?".
Intusschen het plan was inderdaad
prachtig. Twee groote districten waren
volkomen verwoest en deze vernielde
gebieden zouden dan ook maar naar
den anderen kant van de Saar worden
overgebracht. En op het verwoeste ter
rein zouden mooie en moderne fabrie
ken worden gebouwd, terwyl de bewo
ners aardige huisjes zouden krijgen,
die ook nog zóó gebouwd, zouden wor
den, dat men geen last van de rook der
fabrieksschoorsteenen zou hebben.
Reusachtig, zei ik, alle respect voor
die plannen, maar als U het mij niet
kwalyk neemt, ik heb hier een tijdlang
gewoond en de loop van de Saar ver
hindert een dergeiyken bouw. Waarop
de Franschman zeide: Ook daaraan is
gedacht, dan zullen wy de rivier een
voudig een stuk verleggen" En nóg eens
weer grabbelend in mijn ietwat ver
bleekt Fransch reciteerde ik het beken
de woord, ik geloof van Napoleon: Im
possible n'est pas mot francais. Voor
een Franschman bestaat het woord
„onmogelyk" eenvoudig niet". Niet
waar, daar bent u toch óók van over
tuigd?
Zóó is het, zei hy en lacht te zyn
charmanten Franschen lach. Zonder te
zeggen wat hy van myn ietwat ironisch
bedoeld zinnetje dacht.
Onder al de Franschen die ik sprak
en waarmee ik urenlange gesprekken
voerde, heb ik maar betrekkelyk wei
nigen ontmoet die de Duitschers wer
kelijk kenden. Een uitzondering was de
zéér welingelichte Monsieur Pone, en
hij gaf my dan ook volkomen gelyk
toen ik hem vertelde hoe destyds na
het sluiten van het Verdrag van Ver
sailles iederen dag weer op de voorpa
gina van de Daily Mail de volgende
voortreffelijke waarschuwing verscheen.
Een waarschuwing die de wereld helaas
en nog eens helaas in den wind heeft
geslagen en die luidde:
Waarschuwing.
Deze „Jonkers" (hiermee is de land
aard van Oostpruissen bedoeld) zullen
U om den tuin leiden. Nadat zy de
halve wereld door bloedigen moord heb
ben overwonnen, zyn zy nu alweer be
zig de andere helft te overwinnen met
tranen in hun oogen en schreeuwend
om genade".
Het was Carl Rosemeier die deze
woorden heeft gesproken. Hy had het
van en oudoom van my kunnen lëeren
die altyd placht te zeggen: „Wees
trouw, vertrouw niemand".
Welk gezegde men by den omgang
met Duitschers goed doet niet uit het
oog te verliezen.
DE MAREES VAN SWINDEREN.
Daling „zwarte prijzen"
werkt bemoedigend.
De ongedecideerde stemming en de
verminderde bedrijvigheid ter beurze
van Amsterdam, welke voor deze week
te constateeren valt, schijnt moeilijk te
rijmen met de jongste Overheidsmaat
regelen tot verdere be vry ding van den
fondsenhandel. Het was bekend, dat
twee maanden nadat de fondsen voor
de effectenregistratie zouden zyn aan
gemeld, de handel zou worden vryge-
geven in dien zin dat by verkoop de
helft van de opbrengst niet meer be
hoeft te worden geblokkeerd. Thans is
bepaald, dat ook over de opbrengst van
tusschen 31 Januari en 1 April verkoch
te fondsen op laatstgenoemden datum
vry mag worden beschikt, tenzij de fis
cus daarop conservatoir beslag legt en
de betrokken fondsen vóór 31 Januari
j.l- voor de effectenregistratie zijn aan
gemeld.
Ieder, die thans verkoopt heeft dus
de zekerheid dat hy na 1 April over
de opbrengst van zijn fondsen de vrije
beschikking zal hebben en het is niet
onwaarschijnlijk, dat deze faciliteit
deze week hier en daar tot eenig aan
bod geleid heeft.
Een verdere vergemakkelijking van
den handel is verkregen door dien voor
ruilingen, welke tot dusver op een en
denzelfden dag moestén geschieden,
thans een tijdruimte van zeven dagen
is gesteld. Voorts mag de opbrengst van
bonusaandeelen nu ook op een vrye re
kening worden geboekt, terwyl ten slotte
de verwachting bestaat dat de volgende
week met de verhandeling ter beurze
van Amerikaansche waarden zal worden
begonnen, d.w.z. dat de stukken ter
doorverkoop naar Amerika aan de ar
bitragehuizen zullen mogen worden ver
kocht.
Een en ander, zal t-z.t. ongetwijfeld
tot een verruiming van den fondsenhan
del hydragen en dat dit deze week niet
het geval was, kan mogelykerwys wor
den toegeschreven aan den invloed van
de te betalen Vermogensaanwasbelas-
ting. waarvoor de biljetten thans zyn
uitgereikt en voor de betaling waarvan
sommigen allicht, nog gelden moeten
vrymaken. Voorts hangt de Vermogens-
heffing nog steeds boven de markt,
waardoor opnieuw F F 2 milliard
aan den fiscus moet worden afgedragen,
tenzy, wat sommigen nog altyd moge
lijk achten, de Minister in verband
met de op zyn ontwerp geoefende
critlek, ten slotte nog tot intrekking
of grondige wyziging besluit.
Ook de onzekere tendentie van de
New-Yorksche beurs oefent uiteraard
op den fondsenhandel te Amsterdam
invloed uit. Er zyn tal. van vooraan
staande zakenlieden in en buiten de
V. S.. die binnen afzienbaren tyd een
economische depressie verwachten, ter
wyl volgens sommigen de eerste symp
tomen daarvan reeds zichtbaar zyn. Een
feit~"ïs, dat de prijzen der voedingsmid
delen zich in dalende richting bewegen
en sommige industrieën reeds met ver
lies werken, al staan daar lïog altyd
vele voorbeelden van het tegendeel te
genover. Hoewel een algemeene prijsda
ling in de V. S. voor de Europeesche
landen ook nadeelige gevolgen zal heb
ben, in zooverre dat de ontvangen dol-
lar-credieten met een grootere hoeveel
heid goederen zullen moeten worden te
rugbetaald, beteekent zij toch vermoede-
lyk het einde van een inflatieperiode,
waarover men zich slechts kan verheu
gen.
Ook in Frankrijk en België heeft de
prysstyging voor een prijsdaling plaats
gemaakt en de scherpe daling der z.g.
zwarte prijzen in ons land mag ook
als een bemoedigend verschijnsel wor
den beschouwd.
Gouden tientjes „doen" nog slechts
F 50 naar men zegt, tegen F 80 F 100
een tyd geleden. Belgische francs, die
officieel 6 cent waard zyn, maar niet
zoo lang geleden nog voor 15 18 ct.
werden verhandeld, gelden niet meer
dan 10 ct. en in Zwitserland is de Ne-
derlandsche Gulden den laatsten tyd
aanmerkelijk in waarde gestegen. Af ge-
RAADSELS
voor allen om uit te kiezen; de
«roteren (1116 Jaar) vyf, de
kleineren (711 Jaar) drie goede
oplossingen.
Naam. leeftijd en adres onder de raad
sels. Inzenden naar Bureau Leldsch Dag
blad of naar Wasstraat 38. tot uiterlijk
Dinsdagmorgen 9 uur,
I. (Ingezonden door Joke Vollenga)
Ik ben een meubelstuk. Verander mijn
kop, en ik ben een lekkernij.
II. (Ingezonden door Ineke David)
Hoe leest men dit?
God
recht
recht
baas
knecht
berg
dal
III. (Dagezonden door Hans Colmjon),
Welke dieren lees je uit deze woorden?
1. melake; 2, gljret; 3. filanto; 4. rijbees;
5. kanerv,
IV. (Ingezonden door Elly Kiel) - Ver
ander van Kees één letter, van het vol
gende woord weer één, enz., tot je het
woord riem hebt. Van Kees tot en met
riem moet Je dan 7 woorden hebben.
V. (Ingezonden door Rla van Weer-
lee-) Mijn geheel ls een spreekwoord
van 27 letters. 8, 13, 10, 7. 3 ls een huls,
27, 17. 18. 23. 10 een vogel, 15. 9. 12, 22.
14, 27 een vervoermiddel voor 2 perso
nen, per 24. 25. 26, 11 kan men reizen,
1, 2. 21. 21. 6. 12. 20. 4. 5. 6. 10 ls een
vrucht van een boom. 16. 17, 18, 19. 17.
7, 14. 21 betekent: niet weten wat men
zal doen, 9, 1. 3 is een meisjesnaam.
VI. (Ingezonden door Jacoba Zwanen
burg) Ik ben een slerlilke geparfu
meerde dame. Ik draag een groen bruin
kleed, en een witte pluim siert mijn
hoofd. Wie mil brutaal de pluim van het
hoofd rukt, en mijn kleed van het lijf
scheurt, zal tranen storten bil die
schaamteloze daad. Ken Je dat Juffertje
In het groen en bruin?
VU. (Ingezonden door Beppie Bour
geois) Verborgen vruchtennamen
1. Speel eens op de piano, Otto.
2. De beker staat in de keuken. Anna.
3. Epe. Ermelo en Ede liggen In Gelder
land.
4- Hil noemde Elba na andere eilanden
bil Italië, omdat't betrekkelijk klein ls
VIII. (Ingezonden door Bep Brouwer).
Ik ben kapitein van 26 soldaten, en zon
der mil was Parijs een prijs. Wie ben ik?
OPLOSSINGEN
der raadsels uit het vorige nummer:
1. Zakgeld: 1. zwaluw, 2. Arnhem, 3.
koning. 4. gulden. 5. etmaal, 6. lad
der, 7. distel.
2. Nevelen: vel-, neen.
3. Haal, haan.
4. Sigaren: 1. s, 2. pit, 3. regen, 4 si
garen, 5. varen, 6. een, 7. n.
5. Willem Barendsz.; zand, Mlen. Ian6,
bel. wier.
6. De straat weg.
7. Do letter m.
8. Oom, oog, oor.
Beste raadselnichtjes en -neefjes,
Tjonge, wat hebben jullie kunnen
schaatsenrllden, sleeën, glilden enz. Wie
maar enigszins bruikbare schaatsen heeft,
ls er natuurlijk op vandoor gegaan. Daar
na de sneeuw met alle pleizier voor Jul
lie: alle wlntergenoegens achter elkaar.
En daarna thuis: de raadsels! Ik krijg
zeker een berg nieuwe, nu jullie zoveel
tijd hebben door de gedwongen kolenva-
cantie? Liever geen' spreekwoorden in
cijfers; die heb lk nog genoeg. Alle an
dere soorten zijn welkom. Intussen hoop
lk, dat deze vacantle van korten duur
zal zijn En Jullie?
We zijn alweer aan onze 3e ronde, 't
Gaat haast te gauw! Dus: weer aan het
raadsels oplossen, en nieuwe raadsels
maken. Tot volgende week.
Veel groeten van jullie Raadseltante,
Mevr, M. J. BOTERENBROOD.
zien van enkele technische oorzaken,
mag dit worden toegeschreven aan een
toenemend vertrouwen in de financieele
en economische positie van ons land,
nu ten gevolg van een toenemende in-
dustrieëele bedrijvigheid de export gaan
deweg stygt.
Minder goed was men deze week ter
beurze spreken over het afstooten van
F 53 millioen goud door de Nederland-
sche Bank, waarover de directie geen
mededeelingen wenscht te doen. hetgeen
reeds aanleiding gaf tot het vermoeden
dat met dit bedrag kortloopende credie-
ten zouden zyn afbetaald, hetgeen weer
op een verminderde credietwaardigheid
zou wyzen. De styging der bankbiljet
ten-circulatie per 3 Febr. met 37 mil
lioen kan aan de maand wisseling wor
den toegeschreven en behoeft daarom
nog geen nieuwe onrust te wekken, Maar
uit alles is duideiyk, dat men zijn ver
wachtingen voor het financieel en eco
nomisch herstel hier te lande nog niet
te hoog mag spannen, zoodat de meer
stabiele aandeelenmarict als een bewys
van bedachtzaamheid mag worden be
schouwd.
Ten slotte moge worden gereleveerd,
dat de zeer vaste stemming voor aan-
deelen Koninklijke als een gunstige aan%
wyzing voor de geheele markt wordt be
schouwd.
Vorst belemmert aanvoer.
(Van onzen •deeku,n,iri#en medewerker).
Het visacbsrybedrijf werd in de afge
loopen week ten zeerste belemmerd door
de lievigs koude. Er zijn maar weinig
schepen op zee en men heeft er veel last
van den harden oostenwind, waardoor
het vlsschen veelal onmogelijk wordt. De
aanvoeren waren dan ook zeer gering.
Met het haring-trekken op de Belg, kust
ging het deze. week weer Iets beter en
mettegenstaan men ook daar zeer te
kampen heeft met het slechte weder,
gingen er weer aardige besommingen uit.
Zooals reeds bekend werd gemaakt, ls
de harlngblokkade grootendeels opgehe
ven, waardoor de particuliere handel dus
v;eer aan bod komt. Ramingen omtrent
den totalen voorraad loopen nogal uiteen,
maar deze zou toch nog wel kunnen mee
vallen. De consumptie ls wel is waar
sterk toegenomen, maar over drie maan
den komen de Hollands olie Nieuwe weer
en voor deze tussohen liggende periode
zal er hoogstwaarschijnlijk wel voldoende
haring aanwezig blijken te zijn.
In UmUiLden ls thans een regeling tot
stand gekomen, waarby de lossers een
vast weekloon uitbetaald zal worden van
f, 35.verhoogd met een premie van
5 ct. per f 100,besomming. Bovendien
ontvangt Iedere losser per losbeurt 4 Kg.
vlsoh tot een maximum van 12 Kg. per
week. Dit laatste punt kon om tech
nische redenen nog niet geregeld wor
den als wel gewen echt wordt. En aange
zien Juist de zoodjeskwestie in het ver
leden als de voornaamste bron van zeer
veel kwaad kon worden aangemerkt, ls
het van het grootste belang, dat ook
hiervoor een definitieve regeling wordt
getroffen.
Ingezonden Mededeeling
VAN VADER OP ZOON.1
Vroeger had het winkelen een
aparte, bekoring. Als moeder'
naar den kruidenier ging was
dat steeds een blij weerzien vari
oude, vertrouwde dingen. Reeds
bij den Ingang van het gezellige
straatje zag zij het uithangbord
met den bekenden naam, die on-j
veranderd bleef van vader op
zoon. Wanneer men de deur
openstiet gingerA een A vrooltjk
belletje over en uit den winkel
kwam\Vj^die heerlijke geur
tegemoet van'alle goede dingen
der aarde^yan^specerijen uit
verre landen, van verschgebrande
koffie en geurige thee.^F
Zooals vroeger vindt U de kwa^t
liteitsartikelen in een vertrouwde
sfeer bij De Gruyter. die reeds
vier geslachten lang van vader
op zoon zich beijvert steeds weer
opnieuw het beste aan zijn klan
ten te biedenS Reeds grootmoe
der kende de groote koffiebussen
in de winkels van De Gruyter
de koffie-en theezaak. Zpoali
'vroegerl
DE BLAUWE-ZAND AFFAIRE.
Ontslag van rechtsvervolging gevraagd-
Het Gerechtshof t$ Den Haag behan
delde gisteren opnieuw de zaak van P.
Melchers, die geruimen tyd vóór den
oorlog tot 10 dagen gevangenisstraf is
veroordeeld omdat hij Mussert tydens
diens bezoek aan het Blauwe Zand in
Amsterdam-Noord een klap in het ge
laat zou hebben gegeven. Na de bevrij
ding diende Melchers een revisieverzoek
in by den Hoogen Raad, die de zaak
verwees naar het Haagsche hof.
Getuigen verklaarden, dat zy door
mobilisatie niet in staat waren geweest,
destyds de juiste toedracht te vertellen.
Thans vroeg de Advocaat-Generaal
mr. Hoyer. ontslag van rechtsvervolging,
uitspraak over 14 dagen.
VOOR ZONDAG 9 FEBRUARI.
Hilversum I (301 M.) NCRV 8.30—
9.30: dienst uit Begijnhofkapel Haarlem,
voorg. ds. F. R. A. Henkels: KRO (Frlesohe
dag) 10.0011.30: Pontificale Hoogmis in
Nicolaaskerk te St. Nlcolaasga; 12.03
12.15: orgelspel in Martinikerk Bolsward
door W. Zonderland; 12.3013.00: koffie
met Friesche koek; 14.0015.30: Friesch
radio prentenboek; 16.3017.00: zlekenlof
uit St. Antoniuszlekenhuls te Sneek;
NCRV 17.00—18.30: dienst uit kerkzoal
Baptisten Gemeente A'dam, voorg. d^, K.
Relling; KRO: 20.15—22.00: Friesche
avond; 22.3-524.00; Elne kleine Nacht-
musik.
Hilversum II (415 M.) VARA 9.30—
10.00: verzoekprogramma; 10.1510.40:
Omroepkamerkoor; 11.1512.00: Triangel:
AVRO 12.0012.30: London Palladium
Orkest; 13.15—13.50: Aeolian Sextet; 14,30
16.30: orchestre Colonne; VARA 17.00
17.30: GG cabaret; VPRO 19,00—20.00;
prot. studlodienst, voorg. dr. \V. R. M;
Noord'hoff; AVRO 20.1520.40: populair
Zondagavond concert; 20.4021.00: plano
duo Schutte en De Raaff; 21.0021.3(1:
hersengymnastiek; 21,3022.00: lievelings
melodieën; 22 0022.35: deel VI hoorspel
„Dombey en Zoon"; 22.3523.00: Iersche
liederen; 23.1523.35: pianospel van
Pierre Palla; 23.3524.00: Paul Robeson
zingt.
VOOR MAANDAG 10 FEBRUAMr
Hilversum I (301 M.) NCRV 0.15—
9.30: ziekenbezoek; 10.3011.00; morgen
dienst o. 1. v. d6. A. C. Dledeitks; 12.00
13.00: Marinierskapel; 13.1614.00: Celesta
ensemble; 15.00—15.30: BBC Midland
Light Orchestra; 17.4518.00: Rijk Over
zee; 20,0820,45: orgelconcert W. Mennes
ln Waalkerk A'dam; 20.45—21.10: veel ge
vraagde platen; 21.3022.00: cello-duetten
22.3022.45: Richard Crooks, tenor; 23.00
24.00: avondconcert.
Hilversum II (415 M.) VARA 8.15—
9.30: gramofoonmuzlek; VPRO 10.00—
10.20: morgenwyding door ds. A. L. Broer;
VARA 10.2011.00: zlekenprogramma;
12.0012.30: Johan Jong, orgel; 12.35—
13.00: Attentla; 13.2014.00: Accordeon
orkest; 15.4516,30; werken van Rach
maninoff; 19.3020.00: Metropole-orkest;
20.1520.45: Otto de Nobel 80 Jaar; 20.45
22.10: hoorspel „Onze stad', 22.10
23.00: Radio Phllh. Ork.; 23.15—24.00:
lichte dlscoklanken.
NIEUWE UITGAVEN.
B11 H. E, Stenfert Kroese's Uitgevers-
my. alhier verscheen het eerato nummer
van „Forum Aeademlale", een algemeen
Ned.erian.dsoh Studentenblad onder voor-
loopige hoofdredactie van mej. J. E. Boon,
J. F, Glastra von Loon, D. F. Romein, H.
van Run en J, G. Sauveplamne,
DE ZUIVERING DER
LETTERKUNDIGEN.
De Fransche letterkundigen zyn 't
over de zuivering in hun gelederen nog
op geen stukken na eens. Daags na de
bevryding publiceerde het Comité Na
tional des Ecrivains, waarin vrijwel
alle schrijvers van beteekenis, van
Mauriac- tot Aragon, vereenigd wa-
ren, een waschiyst van onwaardigen,
met wie het geen enkel professioneel
of persoonlijk contact meer wilde on
derhouden. Sedert die manifestatie
van eensgezindheid hebben verschil
lende literatoren, onder wie Duhamel,
Mauriac, Tharaud, Paulhan en Schlum
berger, zich afgescheiden, aangezien
zy van meening waren, dat collega's,
tegen wie de Justitie geen termen tot
vervolging had gevonden, opnieuw in
de nationale gemeenschap moesten
worden opgenomen. Bovendien was
het verbod weinig effectief gebleken,
aangezien schrijvers als Montherlant
in Engeland en Giono en Jouhandeau
in Zwitserland of Canada konden ver-
schynen en aldus tóch hun Fransche
publiek wisten te bereiken. Vercors, de
schrijvSb van „de Stilte der Zee", die
zyn naam als illegaal schrijver heeft
gevestigd, antwoordt op die bezwaren,
dat er beginselen van menscheiyken
Onze Parysche correspondent,
medeslachtoffer van de papier-
schaarschte, scheurde enkele
blocnotevellen uit zyn dagboeken
stuurde ons die op. wy publicee-
ren er hier enkele van.
FEUILLETON.
Roman door Winston Graham.
41)
Dat is heel vriendeiyk van u, meng
de zich een derde in het gesprek, maar
aangezien signor Bottari een vriend van
my is, denk ik er niet aan. hem naar
het ziekenhuis te laten brongen, terwyl
mijn huis hier vlakby is. De spreker
dempte zyn stem. U moet weten, dat
hy een belangrijke opdracht van de
Admiraliteit heeft, jn wy willen liever
niet, dat het in Milaan bekend wordt.
O, zoo! Ja. in dat geval zal ik er
natuuriyk het zwygen toe doen. Als u
nog een oogenblik geduld hebt, kunnen
wy hem naar de auto dragen.
Het is, geloof ik, niet noodig, dat
wy nog langer wachten. Het zal hem
wel geen kwaad doen, dis wc hem een
paar stappen dragen.
Zooais u wilt.
Ik voelde mij kinderiyk blij over alles
wat zy deden om my te verzorgen.
Natuurlijk, als Signor Bottari had ik er
immers recht op, want de Admiraliteit
is, vooral in oorlogstyd, een belangryke
instelling.
Maar ik was immers heelemaal signor
Bottari niet. Ik heette Robert Mencken,
vroeger was ik chemicus en nu spion.
Toen ik mij hiervan bewust werd, sperde
ik mijn oogen open.
Wy bevonden ons nog altyd in denl
tuin. Dat myn gezicht nat was, kwam'
niet door het bloed, maar het was water.
De beide Duitschers bogen zich juist
over mij heen en wilden my opbeuren.
Achter hen stonden nog twee personen,
die ik ook had hooren spreken. Het wa
ren een kleine Italiaan, die er uitzag
als een intelectueel, en een groote, don
kere man, met een dik. zelfgenoegzaam
gezicht. Ik kende ze geen van beiden.
Het werd zwart voor myn oogen en myn
oogleden vielen weer dicht.
Ze namen mij onder de armen, doch
lk verzette mij daar heftig tegen.
Nee. hijgde ik, ik protesteer
Maar ze droegen mij al weg. Ik trap
pelde met' mijn voeten.
Stop even, beval de dokter. Hij
schijnt pyn te hebben. Leg hem een
oogenblik neer.
Och, dat is niets, zei de ander on
geduldig, alleen nerveuze storingen, dat
komt door den schok.
Nu goed, een oogenblik dan. Ik wil
hem even onderzoeken.
Ik voelde, dat het gezicht van den
dokter zich over my heen boog.
Hebt u ergens pijn? Kunt u" ge
woon adem halen?
Uitstekend, zei ik met inspanning
van alle kracht, die ln mij was. Laat
u mij hier maar liggen. Over tien mi
nutenalles weer goed.
Dat was een tactische fout. Menschen,
die gewond zijn, willen hun omgeving
altijd wys maken, dat hun niets man
keert.
Natuuriyk, natuuriyk, maar u zult
toch een dag of drie rust moeten hou
den. Uw vriend is zoo beminnelijk ge
weest, u zijn huis aan te bieden. Als u
er niets tegen hebt, zullen deze mannen
u nu naar den auto dragen.
De pyn kwam van myn achterhoofd.
Natuuriyk. Dat was niet het gevolg van
het ongeluk, maar van den slag met den
kolf van den revolver, dien een van mijn
„vrienden" my had toegebracht en wel
degene' die mij nu zoo vriendelyk in den
rug steunde. Ik hief afwerend myn
hand op.
Geen vriend....
Dezen heer, bedoel ik, zei de
dokter.
Ik raapte al myn krachten, die lang
zaam weer terugkeerden, byeen en
staarde den grooten man aan.
Hebhemnog nooit....
gezienzoolangals ik....
leefDe groote man haalde zijn
schouders op en keek den dokter aan.
Blijkbaar heeft de schok hem erger
van streek gemaakt dan wy dachten.
De dokter keek mij peinzend aan.
Ja, dat schijnt wel. Als u het mij
vraagt, hoort die man in het ziekenhuis
thuis. Hy zal aen paar dagen in obser
vatie moeten
Ziekenhuis, bracht ik uit, ja, zie
kenhuis.
Op dat oogenblik kwamen de om
standers in beweging. Ik ving het woord
„ambalanza" op.
39). Al gauw vonden z° den kamer
heer die dienst, had en Joris steide
zich héél beleefd voor.
„Goeden avond, goede vrienden" zei
hy. „Ik ben Joris, baron Goe'dbloed
van Maupertuus. Heb de goedheid mij
aan te dienen by Zijne Majesteit! My
en mijn secretaris Panda! Zeg, dat
Einmeric's schat zo goed als gevonden
is! Haast U!"
„Eh.... hm uche, uche!" zei de ka
merheer. die afkeurend naar Joris' ge
rafelde jas keek. „Ehgae maer op
deze bank zitten! Ik zal eens eh
zien wat ik doen kan ehbaron!"
Panda en de vos gingen zitten terwyl
de kamerheer met deftige passen weg
liep. Joris bekeek peinzend de lappen
op zyn mouwen.
„Ik weet het niet zeker, maar het
komt my voor, dat ik een minder een
voudig costuum had moeten aandoen!"
mompelde hij. „Helaasmyn hof
kleed is in de lommerdHélaas!"
Ik sta gr op, begon de groote kerel
weer, dat signor Bottari by ons wordt
gebracht. Het is toch idioot, hem voor
een onbeduidend hersenschuddlnkje naar
een ziekenhuis te brengen! Bovendien
moet zijn opdracht ook nog geheim ge
houden worden. Ik zal dadeiyk mijn
huisdokter laten komen, die hem dan
verder kan behandelen. Stuurt u die
ambulance maar weer terug.
Nu had hy ook een fout gemaakt, door
te beweren, dat het niet noodig was my
naar het ziekenhuis te brengen.
In deze kwestie, zei de dokter, moet
1 k beslissen. Het geval ls nu zóó, dat u
onmogelijk de verantwoordelykheid op
u kunt nemen. Ik ben verantwoordeiyk
voor dezen gewonde, of hy uw vriend is
of niet. Waarschyniyk woont hij niet
hier, maar in Turijn. Bovendien heeft
hy zelf den wensch te kennen gegeven,
om in het ziekenhuis onderzocht te
worden.
Zeker, zeker, kon ik nog Juist
zeggen.
Zooals u ziet, hU ls het er volkomen
mee eens. Ik vrees, dat ik hier niet lan
ger over kan praten. U moogt natuurlijk
met hem meegaan, als u wilt.
De groote kerel werd rood van woede.
Een oogenblik leek het er op, alsof hij
opnieuw wilde protesteeren. Maar toen
scheen hij te besluiten de zaak op haar
beloop te laten. Hy haalde verachteiyk
zyn schouders op en baande zich een
weg door de menigte.
Voor myn hoofd, dat vreeseiyk pyn
deed. was het een ware weldaad hem te
zien verdwynen. Er waren waarscüynlyk
nog wel ergere dingen dan een paar uur
in een ziekenhuis door te brengen. Dat
stond my duideiyk voor oogen.
Daarom stribbelde ik heelemaal niet
meer tegen, toen de mannen van de am
bulance kwamen, my opbeurden, op de
draagbaar legden en naar den auto
droegen. Het laatste wat ik van de
„plaats des onheils" zag, was een in
elkaar gedeukte muur en het wiel van
een taxi, dat omhoog stak.
(Wordt vervolgd)
patriotischen en moreelen aard be
staan, welke ln de afgeloopen donkere
jaren door zekere groote figuren zijn
verraden.
Vooral de jongeren, die in hen geloof
den. hebben zy onnoemeiyk veel kwaad
berokkend. Om die redenen, zoo besluit
Vercors, hebben deze mannnen thans
voor óns afgedaan; niet qua talent dat
soms heel groot was maar dat hen d&&r-
om juist een hoogere verantwoordelyk
heid opdroeg, maar als mensch.
Duhamel. Paulhan en anderen wyzen
er dan weer op, dat in hun dagen ook
Villon, Rimbaud en Romain Rolland
conflicten met de openbare meening
hadden. Maar wie zou vandaag nog stel
ling willen nemen tegen déze geesten,
dat wil zeggen: tegen hun werk dat het
algemeen bezit van het Fransche volk is
geworden? Laten we maar weer gaan
schrijven, meent Paulhan de tegenwoor
dige leider van de Nouvelle Revue Fran-
gaise, en het gendarmpje spelen aan
anderen overltaten.
m 9
ARME WERELD.
Maurice Maeterliock is 80 jaar gewor
den. En dus is hy in Amerika waar hy
zich op een eiland teruggetrokken heeft,
geïnterviewd. In een Fransch literair
blad. dat dit artikel overnam, lees ik
de volgende zinnen: Axel, de koning
uit mijn drama Pelléas et Mélisande,
heb ik Indertyd de volgende woorden
in den mond gelegd: „Ware ik God,
ik zou compassie hebben met het hart
der menschen". Vandaag zou ik hebben
geschreven: „Als ik God was, zou ik me
schamen den mensch geschapen te heb
ben".
Arme wereld, waarin een schrijver in
zyn nadagen een dergeiyke rectificatie
voorstelt.
Ik heb de laatste twee tooneelstukken
bygewoond van Jean-Paul Sartre, den
profeet van de nieuwe richting, welke
door sommigen als de levensleer van het
nieuwe Frankryk wordt beschouwd. Men
moet erkennen dat Sartre weet hoe een
drama in elkaar zit. Hy weet 't zelfs te
goed. Het stuk. welks titel in de Pary
sche metrogangen niet mocht worden
geafficheerd en die ik hier, verzach
tend, maar als „de respectueuse lichte
kooi" zal vertalen doet denken aan
een Grand-Guignol-epos met philoso-
phische saus overgoten. Maar juist door
die tweeslachtigheid voldoet 't dunkt
me, noch den habitué van dit vermaarde
Parysche theater van griezelstukken,
die naar zyn smaak téveel omslachtig
commentaar moet slikken, noch den
wijsgeer, wiens aandacht door bloed en
martelscènes van het centraal conili*
wordt afgeleid.
Parijs, 21 Januari 1947.