Fransche toenadering in liet Saargebied De „bevrijding" van den Fondsenhandel Voor de Jeugd De visscherij in de afgeloopen week RECHTZAKEN Radio-programma Dagboek van een Parijzenaar Nacht-express PANDA EN DE •DIEF Zooals ik Duitschland terug zag X. 1 (Van onzen specialen verslaggever). Zóó was ik dan In het Saargebied het gebied waar ik ook een tijdlang had gewoond en de stemming in '35 had meegemaakt de stemming die de Franschen als onwettig en ver- valscht beschouwen, wat m.i. onjuist is. Het was integendeel een der bitter- weinige dingen waarby nu eens niet werd gelogen, bedrogen en geknoeid. Ik hoopte in Saarbriicken eenige oude vrienden te vinden zij waren alle dood, de stad was grootendeels een met onkruid doorschoten ruïne. En de charmante Franschen wer den niet moede my te bezweren dat gansch dat Saargebied hunkerde naar een economische aansluiting. Geen politieke. Want dat wilden z\j zelf niet. Waarom niet? Het ant woord moge ook ons tot overdenking stemmen! „Die nu van middelbaren leeftijd zijn, willen misschien nog wel de kinderen zullen er zeer waarschijnlijk anders over denken en de kleinkin deren? Die zullen allen hun best doen er ons weer uit te smijten. Toen ik 's avonds op mijn eentje een kleinen zwerftocht door Saarbriicken maakte en aan den oever van de Saar in het zwarte water stond te turen, hoorde ik heel in de verte een lied dat nhj opeens weer de tijden te binnen deed schieten toen ik hier in 1935 een maand lang van dorp tot dorp trok en getuige was van den door ruim 95% der bevolking geuiten wensch om Duitsch te zijn en Duitsch te biyven. Het was een lied dat ons zingt van de liefde voor dit stuk Duitschland en waarvan een der coupletten begint met de niet mis te verstane woorden: Deutsch ist die Saar Deutsch immer dar". On der mij stroomde het zwarte water en het is vreemd, maar het was of die kabbelende golven mij naar zich toe trokken. Eenige dagen geleden onder vond ik het zelfde toen ik in Coblenz, staande op de brug over de Moezel diep onder my dat geheimzinnige geruisch van het stroomende water beluisterde en in gedachten verzonken staarde in het door het maanlicht gelig glinste rend nat. Opeens voelde ik een hand op mijn schouder en omziende ontdek te ik een oude vrouw die my vroeg of ik er soms aan dacht mij naar beneden storten. Neen, niet bepaald, zei ik. Ik hoorde toen van het staag sty- gend aantal zelfmoorden, waarvan ook de Rijn een lied kan zingen en veel ge zien hebbend en niet minder doorvoeld, kon ik veel begrypen. TOESTAND IN SAARGEBIED VIEL MEE. Ik moet zeggen dat, by wat ik tot dusver had gezien den toestand in het Saargebied my meeviel. Een der Fran sche officieren verzweeg my niet dat men daar een politiek van „anfreun- ding", van vriendschappelijke toenade ring vry vertaald, volgde en al was het er dan ook allerminst een paradys op deze weinig paradijsachtige aarde, over het algemeen mocht men er niet on tevreden zijn. De Saarlanders zijn, zoo werd my gezegd, voor verreweg het grootste gedeelte, voorstanders der eco nomische aaneensluiting; de wensch daartoe zal ongetwyfeld via de maag gaan. Maar toen ik door het kleine stadje Merzig zwierf, ziet, tóén ontdek te ik opeens een plakkaat dat ik nog nergens had ontdekt en dat ik my dus haastte op de gevoelige plaat vast te leggen. Het was een plakkaat dat uit ging van de M.R.S., d.w.z, van de Mou vement Rattachement Sarre. Het was het plakkaat van een beweging, niet van een bepaalde Party en naar men my wist te vertellen omvatte deze be weging momenteel om en bij de 200.000 leden. Men ziet op dit plakkaat aan den eenen kant de Fransche Maagd, terwijl aan de andere zijde twee men- schen zitten die de oogen op Ma rianne gericht tegen elkaar zeggen: „Een betere toekomst brengt ons de aaneensluiting van het Saargebied aan Frankrijk". Intusschen heeft Frankrijk op eigen houtje bereids in gegrepen en de Hooge Heeren voor een nieuw probleem gesteld. Zij zijn er van overtuigd dat het plebisciet van '35 niet anders is geweest dan een „acte de violence politique hitlérien et une honteuse falsification" met andere woorden een volkomen ver- valsching der werkelijkheid. ALLES DRAAIT OM VOEDSEL. De Franschen begrepen drommels goed dat de voedselvoorziening per slot van rekening de spil is waar zoo onge veer alles om draait en met name voor de mijnwerkers werd dan ook zéér goed gezorgd. Deze kregen een aantal van pl.m. 4000 calorieën toegewezen, waren tevreden enwerkten. En werkten góéd. „Het zyn werkers" gelijk de Fran sche officieren het uitdrukten en zij wezen er my op dat de productie der Saarmynen op het oogenblik 50% van het totaal van voor den oorlog bedroeg. En ook de woningtoestand had alle aandacht der Franschen. Want toen ik in het voor 70% verwoeste Saarlouis was, werd my met grooten trots een maquette getoond waarop de nieuwe stad was afgebeeld. Ik moet zeggen het was prachtig méér dan dat het was zelfs wat dl te prachtig en ik kon als goed en zuinig Groninger U weet misschien wel, ze zeggen van ons dat wij altijd zoo graag „de doem op de puut" houden, hetgeen in het „Hol- landsch" vertaald wil zeggen „de hand op den zak"niet nalaten eens te informeeren wie dit geweldige plan moest betalen. Want voor niks ging het toch zeker niet? Ja, dat kwam er in derdaad óók nog bij en myn levendig vertellende leidsman was van meening dat de Amerikanen daar wel voor zou den zorgen. Ik vermoed niet dat de heeren daar er veel zin in zullen héb ben" zei ik. Mijn verteller dacht even na 'en antwoordde toen: „De Saarlan ders"! Waar moeten die dan het geld vandaan halen? vroeg ik en ik herin nerde mij opeens een woord van groote wijsheid van mijn Vader die mij des tijds erop meende te moeten wijzen dat ik, voor ik een gulden uitgaf, dien pegulant eerst moest hebben verdiend!" „Een verstandige vader" antwoordde de vlot vertellende Franschman lachend „en hebt U zich ook nog aan zyn raad gehouden?". „Ik wel" zei ik. „Nous ven-ons" luidde zijn repliek, „wy zullen wel eens zien". Maar ik scharrelde al myn Fransch by elkaar en zei: Zou U niet beter kunnen zeg gen: „Qui vivra vena?" Oftewel ,-,Wie dan leeft, wie dan zorgt?". Intusschen het plan was inderdaad prachtig. Twee groote districten waren volkomen verwoest en deze vernielde gebieden zouden dan ook maar naar den anderen kant van de Saar worden overgebracht. En op het verwoeste ter rein zouden mooie en moderne fabrie ken worden gebouwd, terwyl de bewo ners aardige huisjes zouden krijgen, die ook nog zóó gebouwd, zouden wor den, dat men geen last van de rook der fabrieksschoorsteenen zou hebben. Reusachtig, zei ik, alle respect voor die plannen, maar als U het mij niet kwalyk neemt, ik heb hier een tijdlang gewoond en de loop van de Saar ver hindert een dergeiyken bouw. Waarop de Franschman zeide: Ook daaraan is gedacht, dan zullen wy de rivier een voudig een stuk verleggen" En nóg eens weer grabbelend in mijn ietwat ver bleekt Fransch reciteerde ik het beken de woord, ik geloof van Napoleon: Im possible n'est pas mot francais. Voor een Franschman bestaat het woord „onmogelyk" eenvoudig niet". Niet waar, daar bent u toch óók van over tuigd? Zóó is het, zei hy en lacht te zyn charmanten Franschen lach. Zonder te zeggen wat hy van myn ietwat ironisch bedoeld zinnetje dacht. Onder al de Franschen die ik sprak en waarmee ik urenlange gesprekken voerde, heb ik maar betrekkelyk wei nigen ontmoet die de Duitschers wer kelijk kenden. Een uitzondering was de zéér welingelichte Monsieur Pone, en hij gaf my dan ook volkomen gelyk toen ik hem vertelde hoe destyds na het sluiten van het Verdrag van Ver sailles iederen dag weer op de voorpa gina van de Daily Mail de volgende voortreffelijke waarschuwing verscheen. Een waarschuwing die de wereld helaas en nog eens helaas in den wind heeft geslagen en die luidde: Waarschuwing. Deze „Jonkers" (hiermee is de land aard van Oostpruissen bedoeld) zullen U om den tuin leiden. Nadat zy de halve wereld door bloedigen moord heb ben overwonnen, zyn zy nu alweer be zig de andere helft te overwinnen met tranen in hun oogen en schreeuwend om genade". Het was Carl Rosemeier die deze woorden heeft gesproken. Hy had het van en oudoom van my kunnen lëeren die altyd placht te zeggen: „Wees trouw, vertrouw niemand". Welk gezegde men by den omgang met Duitschers goed doet niet uit het oog te verliezen. DE MAREES VAN SWINDEREN. Daling „zwarte prijzen" werkt bemoedigend. De ongedecideerde stemming en de verminderde bedrijvigheid ter beurze van Amsterdam, welke voor deze week te constateeren valt, schijnt moeilijk te rijmen met de jongste Overheidsmaat regelen tot verdere be vry ding van den fondsenhandel. Het was bekend, dat twee maanden nadat de fondsen voor de effectenregistratie zouden zyn aan gemeld, de handel zou worden vryge- geven in dien zin dat by verkoop de helft van de opbrengst niet meer be hoeft te worden geblokkeerd. Thans is bepaald, dat ook over de opbrengst van tusschen 31 Januari en 1 April verkoch te fondsen op laatstgenoemden datum vry mag worden beschikt, tenzij de fis cus daarop conservatoir beslag legt en de betrokken fondsen vóór 31 Januari j.l- voor de effectenregistratie zijn aan gemeld. Ieder, die thans verkoopt heeft dus de zekerheid dat hy na 1 April over de opbrengst van zijn fondsen de vrije beschikking zal hebben en het is niet onwaarschijnlijk, dat deze faciliteit deze week hier en daar tot eenig aan bod geleid heeft. Een verdere vergemakkelijking van den handel is verkregen door dien voor ruilingen, welke tot dusver op een en denzelfden dag moestén geschieden, thans een tijdruimte van zeven dagen is gesteld. Voorts mag de opbrengst van bonusaandeelen nu ook op een vrye re kening worden geboekt, terwyl ten slotte de verwachting bestaat dat de volgende week met de verhandeling ter beurze van Amerikaansche waarden zal worden begonnen, d.w.z. dat de stukken ter doorverkoop naar Amerika aan de ar bitragehuizen zullen mogen worden ver kocht. Een en ander, zal t-z.t. ongetwijfeld tot een verruiming van den fondsenhan del hydragen en dat dit deze week niet het geval was, kan mogelykerwys wor den toegeschreven aan den invloed van de te betalen Vermogensaanwasbelas- ting. waarvoor de biljetten thans zyn uitgereikt en voor de betaling waarvan sommigen allicht, nog gelden moeten vrymaken. Voorts hangt de Vermogens- heffing nog steeds boven de markt, waardoor opnieuw F F 2 milliard aan den fiscus moet worden afgedragen, tenzy, wat sommigen nog altyd moge lijk achten, de Minister in verband met de op zyn ontwerp geoefende critlek, ten slotte nog tot intrekking of grondige wyziging besluit. Ook de onzekere tendentie van de New-Yorksche beurs oefent uiteraard op den fondsenhandel te Amsterdam invloed uit. Er zyn tal. van vooraan staande zakenlieden in en buiten de V. S.. die binnen afzienbaren tyd een economische depressie verwachten, ter wyl volgens sommigen de eerste symp tomen daarvan reeds zichtbaar zyn. Een feit~"ïs, dat de prijzen der voedingsmid delen zich in dalende richting bewegen en sommige industrieën reeds met ver lies werken, al staan daar lïog altyd vele voorbeelden van het tegendeel te genover. Hoewel een algemeene prijsda ling in de V. S. voor de Europeesche landen ook nadeelige gevolgen zal heb ben, in zooverre dat de ontvangen dol- lar-credieten met een grootere hoeveel heid goederen zullen moeten worden te rugbetaald, beteekent zij toch vermoede- lyk het einde van een inflatieperiode, waarover men zich slechts kan verheu gen. Ook in Frankrijk en België heeft de prysstyging voor een prijsdaling plaats gemaakt en de scherpe daling der z.g. zwarte prijzen in ons land mag ook als een bemoedigend verschijnsel wor den beschouwd. Gouden tientjes „doen" nog slechts F 50 naar men zegt, tegen F 80 F 100 een tyd geleden. Belgische francs, die officieel 6 cent waard zyn, maar niet zoo lang geleden nog voor 15 18 ct. werden verhandeld, gelden niet meer dan 10 ct. en in Zwitserland is de Ne- derlandsche Gulden den laatsten tyd aanmerkelijk in waarde gestegen. Af ge- RAADSELS voor allen om uit te kiezen; de «roteren (1116 Jaar) vyf, de kleineren (711 Jaar) drie goede oplossingen. Naam. leeftijd en adres onder de raad sels. Inzenden naar Bureau Leldsch Dag blad of naar Wasstraat 38. tot uiterlijk Dinsdagmorgen 9 uur, I. (Ingezonden door Joke Vollenga) Ik ben een meubelstuk. Verander mijn kop, en ik ben een lekkernij. II. (Ingezonden door Ineke David) Hoe leest men dit? God recht recht baas knecht berg dal III. (Dagezonden door Hans Colmjon), Welke dieren lees je uit deze woorden? 1. melake; 2, gljret; 3. filanto; 4. rijbees; 5. kanerv, IV. (Ingezonden door Elly Kiel) - Ver ander van Kees één letter, van het vol gende woord weer één, enz., tot je het woord riem hebt. Van Kees tot en met riem moet Je dan 7 woorden hebben. V. (Ingezonden door Rla van Weer- lee-) Mijn geheel ls een spreekwoord van 27 letters. 8, 13, 10, 7. 3 ls een huls, 27, 17. 18. 23. 10 een vogel, 15. 9. 12, 22. 14, 27 een vervoermiddel voor 2 perso nen, per 24. 25. 26, 11 kan men reizen, 1, 2. 21. 21. 6. 12. 20. 4. 5. 6. 10 ls een vrucht van een boom. 16. 17, 18, 19. 17. 7, 14. 21 betekent: niet weten wat men zal doen, 9, 1. 3 is een meisjesnaam. VI. (Ingezonden door Jacoba Zwanen burg) Ik ben een slerlilke geparfu meerde dame. Ik draag een groen bruin kleed, en een witte pluim siert mijn hoofd. Wie mil brutaal de pluim van het hoofd rukt, en mijn kleed van het lijf scheurt, zal tranen storten bil die schaamteloze daad. Ken Je dat Juffertje In het groen en bruin? VU. (Ingezonden door Beppie Bour geois) Verborgen vruchtennamen 1. Speel eens op de piano, Otto. 2. De beker staat in de keuken. Anna. 3. Epe. Ermelo en Ede liggen In Gelder land. 4- Hil noemde Elba na andere eilanden bil Italië, omdat't betrekkelijk klein ls VIII. (Ingezonden door Bep Brouwer). Ik ben kapitein van 26 soldaten, en zon der mil was Parijs een prijs. Wie ben ik? OPLOSSINGEN der raadsels uit het vorige nummer: 1. Zakgeld: 1. zwaluw, 2. Arnhem, 3. koning. 4. gulden. 5. etmaal, 6. lad der, 7. distel. 2. Nevelen: vel-, neen. 3. Haal, haan. 4. Sigaren: 1. s, 2. pit, 3. regen, 4 si garen, 5. varen, 6. een, 7. n. 5. Willem Barendsz.; zand, Mlen. Ian6, bel. wier. 6. De straat weg. 7. Do letter m. 8. Oom, oog, oor. Beste raadselnichtjes en -neefjes, Tjonge, wat hebben jullie kunnen schaatsenrllden, sleeën, glilden enz. Wie maar enigszins bruikbare schaatsen heeft, ls er natuurlijk op vandoor gegaan. Daar na de sneeuw met alle pleizier voor Jul lie: alle wlntergenoegens achter elkaar. En daarna thuis: de raadsels! Ik krijg zeker een berg nieuwe, nu jullie zoveel tijd hebben door de gedwongen kolenva- cantie? Liever geen' spreekwoorden in cijfers; die heb lk nog genoeg. Alle an dere soorten zijn welkom. Intussen hoop lk, dat deze vacantle van korten duur zal zijn En Jullie? We zijn alweer aan onze 3e ronde, 't Gaat haast te gauw! Dus: weer aan het raadsels oplossen, en nieuwe raadsels maken. Tot volgende week. Veel groeten van jullie Raadseltante, Mevr, M. J. BOTERENBROOD. zien van enkele technische oorzaken, mag dit worden toegeschreven aan een toenemend vertrouwen in de financieele en economische positie van ons land, nu ten gevolg van een toenemende in- dustrieëele bedrijvigheid de export gaan deweg stygt. Minder goed was men deze week ter beurze spreken over het afstooten van F 53 millioen goud door de Nederland- sche Bank, waarover de directie geen mededeelingen wenscht te doen. hetgeen reeds aanleiding gaf tot het vermoeden dat met dit bedrag kortloopende credie- ten zouden zyn afbetaald, hetgeen weer op een verminderde credietwaardigheid zou wyzen. De styging der bankbiljet ten-circulatie per 3 Febr. met 37 mil lioen kan aan de maand wisseling wor den toegeschreven en behoeft daarom nog geen nieuwe onrust te wekken, Maar uit alles is duideiyk, dat men zijn ver wachtingen voor het financieel en eco nomisch herstel hier te lande nog niet te hoog mag spannen, zoodat de meer stabiele aandeelenmarict als een bewys van bedachtzaamheid mag worden be schouwd. Ten slotte moge worden gereleveerd, dat de zeer vaste stemming voor aan- deelen Koninklijke als een gunstige aan% wyzing voor de geheele markt wordt be schouwd. Vorst belemmert aanvoer. (Van onzen •deeku,n,iri#en medewerker). Het visacbsrybedrijf werd in de afge loopen week ten zeerste belemmerd door de lievigs koude. Er zijn maar weinig schepen op zee en men heeft er veel last van den harden oostenwind, waardoor het vlsschen veelal onmogelijk wordt. De aanvoeren waren dan ook zeer gering. Met het haring-trekken op de Belg, kust ging het deze. week weer Iets beter en mettegenstaan men ook daar zeer te kampen heeft met het slechte weder, gingen er weer aardige besommingen uit. Zooals reeds bekend werd gemaakt, ls de harlngblokkade grootendeels opgehe ven, waardoor de particuliere handel dus v;eer aan bod komt. Ramingen omtrent den totalen voorraad loopen nogal uiteen, maar deze zou toch nog wel kunnen mee vallen. De consumptie ls wel is waar sterk toegenomen, maar over drie maan den komen de Hollands olie Nieuwe weer en voor deze tussohen liggende periode zal er hoogstwaarschijnlijk wel voldoende haring aanwezig blijken te zijn. In UmUiLden ls thans een regeling tot stand gekomen, waarby de lossers een vast weekloon uitbetaald zal worden van f, 35.verhoogd met een premie van 5 ct. per f 100,besomming. Bovendien ontvangt Iedere losser per losbeurt 4 Kg. vlsoh tot een maximum van 12 Kg. per week. Dit laatste punt kon om tech nische redenen nog niet geregeld wor den als wel gewen echt wordt. En aange zien Juist de zoodjeskwestie in het ver leden als de voornaamste bron van zeer veel kwaad kon worden aangemerkt, ls het van het grootste belang, dat ook hiervoor een definitieve regeling wordt getroffen. Ingezonden Mededeeling VAN VADER OP ZOON.1 Vroeger had het winkelen een aparte, bekoring. Als moeder' naar den kruidenier ging was dat steeds een blij weerzien vari oude, vertrouwde dingen. Reeds bij den Ingang van het gezellige straatje zag zij het uithangbord met den bekenden naam, die on-j veranderd bleef van vader op zoon. Wanneer men de deur openstiet gingerA een A vrooltjk belletje over en uit den winkel kwam\Vj^die heerlijke geur tegemoet van'alle goede dingen der aarde^yan^specerijen uit verre landen, van verschgebrande koffie en geurige thee.^F Zooals vroeger vindt U de kwa^t liteitsartikelen in een vertrouwde sfeer bij De Gruyter. die reeds vier geslachten lang van vader op zoon zich beijvert steeds weer opnieuw het beste aan zijn klan ten te biedenS Reeds grootmoe der kende de groote koffiebussen in de winkels van De Gruyter de koffie-en theezaak. Zpoali 'vroegerl DE BLAUWE-ZAND AFFAIRE. Ontslag van rechtsvervolging gevraagd- Het Gerechtshof t$ Den Haag behan delde gisteren opnieuw de zaak van P. Melchers, die geruimen tyd vóór den oorlog tot 10 dagen gevangenisstraf is veroordeeld omdat hij Mussert tydens diens bezoek aan het Blauwe Zand in Amsterdam-Noord een klap in het ge laat zou hebben gegeven. Na de bevrij ding diende Melchers een revisieverzoek in by den Hoogen Raad, die de zaak verwees naar het Haagsche hof. Getuigen verklaarden, dat zy door mobilisatie niet in staat waren geweest, destyds de juiste toedracht te vertellen. Thans vroeg de Advocaat-Generaal mr. Hoyer. ontslag van rechtsvervolging, uitspraak over 14 dagen. VOOR ZONDAG 9 FEBRUARI. Hilversum I (301 M.) NCRV 8.30— 9.30: dienst uit Begijnhofkapel Haarlem, voorg. ds. F. R. A. Henkels: KRO (Frlesohe dag) 10.0011.30: Pontificale Hoogmis in Nicolaaskerk te St. Nlcolaasga; 12.03 12.15: orgelspel in Martinikerk Bolsward door W. Zonderland; 12.3013.00: koffie met Friesche koek; 14.0015.30: Friesch radio prentenboek; 16.3017.00: zlekenlof uit St. Antoniuszlekenhuls te Sneek; NCRV 17.00—18.30: dienst uit kerkzoal Baptisten Gemeente A'dam, voorg. d^, K. Relling; KRO: 20.15—22.00: Friesche avond; 22.3-524.00; Elne kleine Nacht- musik. Hilversum II (415 M.) VARA 9.30— 10.00: verzoekprogramma; 10.1510.40: Omroepkamerkoor; 11.1512.00: Triangel: AVRO 12.0012.30: London Palladium Orkest; 13.15—13.50: Aeolian Sextet; 14,30 16.30: orchestre Colonne; VARA 17.00 17.30: GG cabaret; VPRO 19,00—20.00; prot. studlodienst, voorg. dr. \V. R. M; Noord'hoff; AVRO 20.1520.40: populair Zondagavond concert; 20.4021.00: plano duo Schutte en De Raaff; 21.0021.3(1: hersengymnastiek; 21,3022.00: lievelings melodieën; 22 0022.35: deel VI hoorspel „Dombey en Zoon"; 22.3523.00: Iersche liederen; 23.1523.35: pianospel van Pierre Palla; 23.3524.00: Paul Robeson zingt. VOOR MAANDAG 10 FEBRUAMr Hilversum I (301 M.) NCRV 0.15— 9.30: ziekenbezoek; 10.3011.00; morgen dienst o. 1. v. d6. A. C. Dledeitks; 12.00 13.00: Marinierskapel; 13.1614.00: Celesta ensemble; 15.00—15.30: BBC Midland Light Orchestra; 17.4518.00: Rijk Over zee; 20,0820,45: orgelconcert W. Mennes ln Waalkerk A'dam; 20.45—21.10: veel ge vraagde platen; 21.3022.00: cello-duetten 22.3022.45: Richard Crooks, tenor; 23.00 24.00: avondconcert. Hilversum II (415 M.) VARA 8.15— 9.30: gramofoonmuzlek; VPRO 10.00— 10.20: morgenwyding door ds. A. L. Broer; VARA 10.2011.00: zlekenprogramma; 12.0012.30: Johan Jong, orgel; 12.35— 13.00: Attentla; 13.2014.00: Accordeon orkest; 15.4516,30; werken van Rach maninoff; 19.3020.00: Metropole-orkest; 20.1520.45: Otto de Nobel 80 Jaar; 20.45 22.10: hoorspel „Onze stad', 22.10 23.00: Radio Phllh. Ork.; 23.15—24.00: lichte dlscoklanken. NIEUWE UITGAVEN. B11 H. E, Stenfert Kroese's Uitgevers- my. alhier verscheen het eerato nummer van „Forum Aeademlale", een algemeen Ned.erian.dsoh Studentenblad onder voor- loopige hoofdredactie van mej. J. E. Boon, J. F, Glastra von Loon, D. F. Romein, H. van Run en J, G. Sauveplamne, DE ZUIVERING DER LETTERKUNDIGEN. De Fransche letterkundigen zyn 't over de zuivering in hun gelederen nog op geen stukken na eens. Daags na de bevryding publiceerde het Comité Na tional des Ecrivains, waarin vrijwel alle schrijvers van beteekenis, van Mauriac- tot Aragon, vereenigd wa- ren, een waschiyst van onwaardigen, met wie het geen enkel professioneel of persoonlijk contact meer wilde on derhouden. Sedert die manifestatie van eensgezindheid hebben verschil lende literatoren, onder wie Duhamel, Mauriac, Tharaud, Paulhan en Schlum berger, zich afgescheiden, aangezien zy van meening waren, dat collega's, tegen wie de Justitie geen termen tot vervolging had gevonden, opnieuw in de nationale gemeenschap moesten worden opgenomen. Bovendien was het verbod weinig effectief gebleken, aangezien schrijvers als Montherlant in Engeland en Giono en Jouhandeau in Zwitserland of Canada konden ver- schynen en aldus tóch hun Fransche publiek wisten te bereiken. Vercors, de schrijvSb van „de Stilte der Zee", die zyn naam als illegaal schrijver heeft gevestigd, antwoordt op die bezwaren, dat er beginselen van menscheiyken Onze Parysche correspondent, medeslachtoffer van de papier- schaarschte, scheurde enkele blocnotevellen uit zyn dagboeken stuurde ons die op. wy publicee- ren er hier enkele van. FEUILLETON. Roman door Winston Graham. 41) Dat is heel vriendeiyk van u, meng de zich een derde in het gesprek, maar aangezien signor Bottari een vriend van my is, denk ik er niet aan. hem naar het ziekenhuis te laten brongen, terwyl mijn huis hier vlakby is. De spreker dempte zyn stem. U moet weten, dat hy een belangrijke opdracht van de Admiraliteit heeft, jn wy willen liever niet, dat het in Milaan bekend wordt. O, zoo! Ja. in dat geval zal ik er natuuriyk het zwygen toe doen. Als u nog een oogenblik geduld hebt, kunnen wy hem naar de auto dragen. Het is, geloof ik, niet noodig, dat wy nog langer wachten. Het zal hem wel geen kwaad doen, dis wc hem een paar stappen dragen. Zooais u wilt. Ik voelde mij kinderiyk blij over alles wat zy deden om my te verzorgen. Natuurlijk, als Signor Bottari had ik er immers recht op, want de Admiraliteit is, vooral in oorlogstyd, een belangryke instelling. Maar ik was immers heelemaal signor Bottari niet. Ik heette Robert Mencken, vroeger was ik chemicus en nu spion. Toen ik mij hiervan bewust werd, sperde ik mijn oogen open. Wy bevonden ons nog altyd in denl tuin. Dat myn gezicht nat was, kwam' niet door het bloed, maar het was water. De beide Duitschers bogen zich juist over mij heen en wilden my opbeuren. Achter hen stonden nog twee personen, die ik ook had hooren spreken. Het wa ren een kleine Italiaan, die er uitzag als een intelectueel, en een groote, don kere man, met een dik. zelfgenoegzaam gezicht. Ik kende ze geen van beiden. Het werd zwart voor myn oogen en myn oogleden vielen weer dicht. Ze namen mij onder de armen, doch lk verzette mij daar heftig tegen. Nee. hijgde ik, ik protesteer Maar ze droegen mij al weg. Ik trap pelde met' mijn voeten. Stop even, beval de dokter. Hij schijnt pyn te hebben. Leg hem een oogenblik neer. Och, dat is niets, zei de ander on geduldig, alleen nerveuze storingen, dat komt door den schok. Nu goed, een oogenblik dan. Ik wil hem even onderzoeken. Ik voelde, dat het gezicht van den dokter zich over my heen boog. Hebt u ergens pijn? Kunt u" ge woon adem halen? Uitstekend, zei ik met inspanning van alle kracht, die ln mij was. Laat u mij hier maar liggen. Over tien mi nutenalles weer goed. Dat was een tactische fout. Menschen, die gewond zijn, willen hun omgeving altijd wys maken, dat hun niets man keert. Natuuriyk, natuuriyk, maar u zult toch een dag of drie rust moeten hou den. Uw vriend is zoo beminnelijk ge weest, u zijn huis aan te bieden. Als u er niets tegen hebt, zullen deze mannen u nu naar den auto dragen. De pyn kwam van myn achterhoofd. Natuuriyk. Dat was niet het gevolg van het ongeluk, maar van den slag met den kolf van den revolver, dien een van mijn „vrienden" my had toegebracht en wel degene' die mij nu zoo vriendelyk in den rug steunde. Ik hief afwerend myn hand op. Geen vriend.... Dezen heer, bedoel ik, zei de dokter. Ik raapte al myn krachten, die lang zaam weer terugkeerden, byeen en staarde den grooten man aan. Hebhemnog nooit.... gezienzoolangals ik.... leefDe groote man haalde zijn schouders op en keek den dokter aan. Blijkbaar heeft de schok hem erger van streek gemaakt dan wy dachten. De dokter keek mij peinzend aan. Ja, dat schijnt wel. Als u het mij vraagt, hoort die man in het ziekenhuis thuis. Hy zal aen paar dagen in obser vatie moeten Ziekenhuis, bracht ik uit, ja, zie kenhuis. Op dat oogenblik kwamen de om standers in beweging. Ik ving het woord „ambalanza" op. 39). Al gauw vonden z° den kamer heer die dienst, had en Joris steide zich héél beleefd voor. „Goeden avond, goede vrienden" zei hy. „Ik ben Joris, baron Goe'dbloed van Maupertuus. Heb de goedheid mij aan te dienen by Zijne Majesteit! My en mijn secretaris Panda! Zeg, dat Einmeric's schat zo goed als gevonden is! Haast U!" „Eh.... hm uche, uche!" zei de ka merheer. die afkeurend naar Joris' ge rafelde jas keek. „Ehgae maer op deze bank zitten! Ik zal eens eh zien wat ik doen kan ehbaron!" Panda en de vos gingen zitten terwyl de kamerheer met deftige passen weg liep. Joris bekeek peinzend de lappen op zyn mouwen. „Ik weet het niet zeker, maar het komt my voor, dat ik een minder een voudig costuum had moeten aandoen!" mompelde hij. „Helaasmyn hof kleed is in de lommerdHélaas!" Ik sta gr op, begon de groote kerel weer, dat signor Bottari by ons wordt gebracht. Het is toch idioot, hem voor een onbeduidend hersenschuddlnkje naar een ziekenhuis te brengen! Bovendien moet zijn opdracht ook nog geheim ge houden worden. Ik zal dadeiyk mijn huisdokter laten komen, die hem dan verder kan behandelen. Stuurt u die ambulance maar weer terug. Nu had hy ook een fout gemaakt, door te beweren, dat het niet noodig was my naar het ziekenhuis te brengen. In deze kwestie, zei de dokter, moet 1 k beslissen. Het geval ls nu zóó, dat u onmogelijk de verantwoordelykheid op u kunt nemen. Ik ben verantwoordeiyk voor dezen gewonde, of hy uw vriend is of niet. Waarschyniyk woont hij niet hier, maar in Turijn. Bovendien heeft hy zelf den wensch te kennen gegeven, om in het ziekenhuis onderzocht te worden. Zeker, zeker, kon ik nog Juist zeggen. Zooals u ziet, hU ls het er volkomen mee eens. Ik vrees, dat ik hier niet lan ger over kan praten. U moogt natuurlijk met hem meegaan, als u wilt. De groote kerel werd rood van woede. Een oogenblik leek het er op, alsof hij opnieuw wilde protesteeren. Maar toen scheen hij te besluiten de zaak op haar beloop te laten. Hy haalde verachteiyk zyn schouders op en baande zich een weg door de menigte. Voor myn hoofd, dat vreeseiyk pyn deed. was het een ware weldaad hem te zien verdwynen. Er waren waarscüynlyk nog wel ergere dingen dan een paar uur in een ziekenhuis door te brengen. Dat stond my duideiyk voor oogen. Daarom stribbelde ik heelemaal niet meer tegen, toen de mannen van de am bulance kwamen, my opbeurden, op de draagbaar legden en naar den auto droegen. Het laatste wat ik van de „plaats des onheils" zag, was een in elkaar gedeukte muur en het wiel van een taxi, dat omhoog stak. (Wordt vervolgd) patriotischen en moreelen aard be staan, welke ln de afgeloopen donkere jaren door zekere groote figuren zijn verraden. Vooral de jongeren, die in hen geloof den. hebben zy onnoemeiyk veel kwaad berokkend. Om die redenen, zoo besluit Vercors, hebben deze mannnen thans voor óns afgedaan; niet qua talent dat soms heel groot was maar dat hen d&&r- om juist een hoogere verantwoordelyk heid opdroeg, maar als mensch. Duhamel. Paulhan en anderen wyzen er dan weer op, dat in hun dagen ook Villon, Rimbaud en Romain Rolland conflicten met de openbare meening hadden. Maar wie zou vandaag nog stel ling willen nemen tegen déze geesten, dat wil zeggen: tegen hun werk dat het algemeen bezit van het Fransche volk is geworden? Laten we maar weer gaan schrijven, meent Paulhan de tegenwoor dige leider van de Nouvelle Revue Fran- gaise, en het gendarmpje spelen aan anderen overltaten. m 9 ARME WERELD. Maurice Maeterliock is 80 jaar gewor den. En dus is hy in Amerika waar hy zich op een eiland teruggetrokken heeft, geïnterviewd. In een Fransch literair blad. dat dit artikel overnam, lees ik de volgende zinnen: Axel, de koning uit mijn drama Pelléas et Mélisande, heb ik Indertyd de volgende woorden in den mond gelegd: „Ware ik God, ik zou compassie hebben met het hart der menschen". Vandaag zou ik hebben geschreven: „Als ik God was, zou ik me schamen den mensch geschapen te heb ben". Arme wereld, waarin een schrijver in zyn nadagen een dergeiyke rectificatie voorstelt. Ik heb de laatste twee tooneelstukken bygewoond van Jean-Paul Sartre, den profeet van de nieuwe richting, welke door sommigen als de levensleer van het nieuwe Frankryk wordt beschouwd. Men moet erkennen dat Sartre weet hoe een drama in elkaar zit. Hy weet 't zelfs te goed. Het stuk. welks titel in de Pary sche metrogangen niet mocht worden geafficheerd en die ik hier, verzach tend, maar als „de respectueuse lichte kooi" zal vertalen doet denken aan een Grand-Guignol-epos met philoso- phische saus overgoten. Maar juist door die tweeslachtigheid voldoet 't dunkt me, noch den habitué van dit vermaarde Parysche theater van griezelstukken, die naar zyn smaak téveel omslachtig commentaar moet slikken, noch den wijsgeer, wiens aandacht door bloed en martelscènes van het centraal conili* wordt afgeleid. Parijs, 21 Januari 1947.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1947 | | pagina 5