II m van het „Gesticht Endegeest" r.v- Bij de Republiek op de lunch ■express PANDA EN DE MEESTER-DIEF Wat het Fonds Noodgebieden uitkeerde. STEUN BLIJFT ONMISBAAR! Het fonds noodgebieden werd in het ▼oorjaar van 1946 door den raad van beheer van Ned. Volksherstel opge richt, met het doel, de nooden op me- disch-hygiënlsch, sociaal en cultureel gebied in de door den oorlog gedesor ganiseerde gemeenschappen krachtig te bestrijden. Speciale aandacht werd in dit verband aan gezins- en Jeugd zorg gewijd. Aan gelden werd tot dusverre ruim f.2 millioen ingezameld. Het aandeel van Zuid-Holland hier in was f. 280.500. Bij de ingezamelde gelden komen nog f. 193.000.— aan collecten f. 371.00.uit hoofde van schenkingen en f. 49.000. afkomstig uit diverse gevoerde acties. Tot dusverre is f. 1.282.000.ver deeld. Hiervan ging naar de provincie Gelderland f. 541.275.Zeeland f. 313.327.—Noord-Brabant f 278.870.- Limburg f. 139.719. Door Ned, Volksherstel werden tot dusverre in noodgemeenten 10 steenen consultatiebureaus waarvan de bouw kosten f. 12.000.— per stuk bedroegen beschikbaar gesteld. Bovendien wer den- 11 Engelsche barakken gekocht, terwijl nog 5 Zweedsche barakken uit Zweden zullen komen. Wil het fonds noodgebieden in de toekomst verder daadwerkelijk kun nen bijdragen tot hulpverleening in de getroffen gebieden, dan is financi- eelen steun onmisbaar. Slechts indien de giften rijkelijk vloeien, kunnen de gestelde doelen verwezenlijkt worden. GEVELTOERISTEN ONTSNAPT EN GEPAKT. Ze liepen tegen den verkeerde aan.... In de arrestantenafdeeling van het hoofdbureau van politie te Rotterdam zaten vijf buitenlandsche zeelieden niet hun zonden te overwegen, maar wèl hoe ze zoo gauw mogelijk de plaat konden poetsen! Ze waren voor hun insluiting gefouilleerd, maar er toch in geslaagd een lepel achter te hou den. Een lepel heeft dit voordeel, dat hij ook als schroevendraaier gebruikt kan worden. Deze week hadden ze het klaar gespeeld een venster geheel uit zijn sponningen te lichten Wel stuit ten ze toen op het traliewerk, maar de vindingrijkheid van de heeren was groot. Ze peuterden een plank uit de vloer en gebruikten die als hefboom om de tralies uit haar voegen te wrin gen. Het lukte! Daarop begon een klauterpajty van de vierde étage langs den gevél naar beneden. i Maar wat beteekent dit voor een zeeman? Binnen enkele minuten stonden ze in het nachtelijk duister midden in de open vlakte, waar eens de binnenstad van Rotterdam had gelokt. Nu begon een tocht naar de haven, waar ze hun schip hoopten te bereiken. Ze schoten iemand aan om den weg te vragen, hetgeen tot reactie had. dat de aan gesprokene op zijn beurt langs den neus weg vragen ging stellen, zonder echter te vertellen, dat hij rechercheur van politie was. De politieman vond de gedragingen nogal vreemd, waagde er een telefoontje aan naar het hoofd bureau, kreeg inlichtingen over de pas plaats gehad hebbende ontvluchting, en Nu zitten opnieuw vijf buitenland sche zeelieden niet hun zonden te overwegen, maar wel hoe ze voor de tweede maal Maar ze hebben nu geen lepel meer tot hun beschikking! TROUW AAN NEDERLANDSCHE DRIEKLEUR! Op 22 Januari hebben ruim 500 Am- bonneesche. Menadoneesche en Timo- reesche militairen en oud-militairen te Makassar een afdeeling opgericht van de „Persatoean Timoer Besar" (Ver- eeniging de Groote Oost). De sprekers op deze vergadering betuigden, onder bijval van de aanwezigen, hun instem ming met de in Batavia genomen be sluiten, waarin de vereeniging zich po sitief uitsprak tegen de nieuwe staat kundige creatie „Oost-Indonesië". om dat deze „zonder het raadplegen van de volksstem" tot stand was gekomen. De vergadering wenschte voorts de Ncderlandsche driekleur en den band met Nederland voor de Groote Oost te handhaven en gebruik te maken van het recht hun in artikel drie van de ontwerp-overeenkomst van Ling- gadjati verleend, waarin bepaald wordt, dat de bevolking van eenig gc> bicdsdcel van Ned.-Indië langs demo- cratlschen weg kan te kennen geven niet of nog niet tot de Ver. Staten van Indonesië te willen toetreden. Vijftig jaar krankzinnigenverpleging te Leiden mimi Van bewaarinstituut tot inrichting van psychiatrische behandeling Als het as. Maandag vijftig jaar geleden zal zijn, dat de eerste pa- tiénten in 't gesticht „Endegeest" ter verpleging werden opgenomen, zal tevens het feit kunnen worden her dacht hoe voor een gelijk aantal ja ren Leiden het gelukkig Initiatief nam om de zorg van de krankzin nigenverpleging ter hand te nemen. Leiden, dat zich in den loop der jaren aan deze verpleging zeer veel gelegen heeft laten liggen en ook de meest moderne methode van onder zoek en behandeling heeft willen toepassen, kan zich bij dit gouden jubileum beroepen op een inrich ting, welke niet meer, zooals eer tijds, het karakter van een bewaar instituut draagt, maar op een in richting, waar naast een zoo vlot mogelijke genezing gestreefd wordt naar het aankweeken van het ver antwoordelijkheidsgevoel en het so ciaal inzicht der patiënten. Dat Lei- Aan den gemeente-architect, ir. H. Paul, werd opgedragen plannen te ont werpen voor een inrichting voor 350 3fle klas patiënten en waarbij het paviljoen- systeem zou worden gevolgd. In den loop van het jaar 1897 kwam het gesticht, dat in tegenstelling met den opzet aan 377 patiënten plaats bood, gereed. Het was een modern gebouw met vele pavil joens, een ruime, centraal gelegen, keu ken, wasscherfj, linnenkamer etc., etc. Het kasteel, van welks stijlvolle tot het verleden nog zoo sterk sprekende in richting wij met belangstelling kennis hebben kunnen nemen, kreeg een drie ledige functie; directeurswoning, admi nistratiegebouw en magazijn. In later jaren, is hier de directeurswoning ko men te vervallen en het vrijkomende,ge deelte eveneens voor administratiedoel einden ingericht. HOE HET GROEIDE.... Dat de opening van deze inrichting in jfljjfpafr 1 - - V ,1 m Het uit de zeventiende eeuw dateerende kasteel „Endegeest", waarin thans de administratiegebouwen van deze jubileerende inrichting gevestigd zijn. den, toen op het eind der vorige eeuw allerwege getracht werd de krankzinnigenverpleging op hooger peil te brengen, daarin niet achter heeft willen blijven, is een feit, dat bij dit halve eeuwfeest zeker dient te worden gememoreerd. Leiden met haar universiteit en haar vele we tenschappelijke inrichtingen, heeft ook op dit terrein een goed in. en doorzicht gehad. Het was de geneesheer-directeur van „Endegeest", dr. C. P. J. Stotijn, die ons in verband met dit gouden jubileum een dezer dagen voor een persconferentie op het uit de zeventiende eeuw datee rende kasteel „Endegeest" uitnoodigde, bij welke gelegenheid hij ons vele inte ressante bijzonderheden over de tot standkoming en verderen uitbouw van deze inrichting heeft verteld. LEIDEN OF DORDRECHT. Tegen het einde van de negentiende eeuw, aldus onze zegsman, bestonden er zoowel in Leiden als in Dordrecht plan nen om te komen tot stichting van een krankzinnigengesticht. Mede in verband met de belangen der universiteit werd toen aan Leiden de voorkeur gegeven, een omstandigheid, waarover wij ons thans niet gelukkig genoeg kunnen prijzen. Het was op 10 April 1895, dat de ge meenteraad van Leiden met algemeene stemmen tot stichting van een derge lijke inrichting besloot, terwijl op 12 Juli van dat jaar Ged. Staten van Zuid Holland het besluit namen de helft in de oprichtingskosten bij te dragen. Aan vankelijk bestond het plan het gesticht te bouwen op het zgn. Raamland onder de gemeente Zoeterwoude. doch toen zich voor de gemeente Leiden de gelegenheid voordeed het landgoed „Endegeest" aan te koopen, werd dit laatste voor het op te richten gesticht bestemd. een groote behoefte voorzag, blijkt- wel duidelijk uit de uitbreiding (in 1903) van het gesticht met het- sanatorium „Rhijngeest". dat voor 88 zenuwzieke pa tiënten werd bestemd. Eenige jaren later (in 1911) kwam de afdeeling voor jeug dige zwakzinnigen „Voorgeest" tot stand. Verder vermelden wij hier nog in volg orde van opening: 1917 weidepaviljoen voor oude en bedlegerige patiënten. 1920 centrale werkplaatsen, 1923 broeder- en zusterhuis, 1925 nieuwe centrale keuken, 1928 F-pavUjoens en ten slotte in 1935 een modern recreatiegebouw. En ook thans weer is de ruimte veel te klein en zou men gaarne overgaan tot den bouw van nog enkele paviljoens en vooral van een royale centrale werk plaats. Kon men vóór vijftig jaar, zoo als gemeld, 377 patiënten opnemen, in den loop der jaren is dit aantal, voor wat „Endegeest" betreft tot- 543 uitge breid en wel 249 mannelijke en 294 vrouwelijke patiënten, daarnaast zijn in .Voorgeest" 180 jeugdige zwakzinnigen on dergebracht. terwijl In „Rhijngeest" mo menteel 80 patiënten worden verpleegd. Het aantal inwonende personeelsleden bedraagt thans 131, terwijl er 137 uit wonend zijn. De sterkte van het ver plegend personeel is momenteel 153, ter wijl er nog 27 vacatures van verplegend personeel zijn te vervullen. „ENDEGEEST" EEN DORP OP ZICHZELF. Wie voor een oogenblik deze getallen op zich laat inwerken, zal het ons moe ten toegeven, dat „Endegeest", met een totale bezetting van ruim.-1200 menschen (patiënten en personeel), een dorp* op zichzelf kan worden genoemd. Uw ver slaggever, die bij zijn bezoek eenige uren lang tusschen deze wonderlijke, maar elkander toch ook weer best ver staande „dorpsgemeenschap" heeft mo gen vertoeven, is hefc meer dan één keer opgevallen hoe hier alles een sfeer van rust en tevredenheid ademt. Wat al ge noeglijke stemming op de vrouwenza lenen wat een knusse gemoede lijkheid in de mannenvertrekkenen dan die centrale werkplaatsen, waar het leven van den arbeid in vlechterij, schoenmakerij, kleermakerij timmer mans- en schilderswerkplaats, zijn ge- - - stagen gang gaat. Voorts de kweekerij, Overzeesche Gebiedsdelen, dat eenige waar ook al de' wil tot werken gevon- leden gaarne zouden willen vernemen, De notulen der Commissie- Generaal. WAAROM NIET TEF INZAGE GELEGD? Wij ontleenen aan het voorloopig ver slag der Eerste Kamer over de begroo ting 1947 van het Departement den wordt. „Endegeest"een dorp in het dorp, maar ookeen plaats, waar barm hartigheid en naastenliefde u overal te- genstralen. WIE AAN „ENDEGEEST" LEIDING GAVEN. Rest ons ten slotte nog een opgave te geven van hen die aan dit mooie en menschlievende werk hun beste krach ten hebben gegeven. Als eerste genees heer-directeur deed dr. J. L. Dobberke op 1 September 1896 zijn intrede, die in 1900 werd opgevolgd door dr. J. C. Th. Scheffer. wiens functie reeds in 1906 werd overgenomen door dr. J. v. d. Kolk. Ruim een en twintig jaar heeft dr. v. d. Kolk het geneesheer-directeurschap waargenomen, totdat hij in Juli 1928 werd opgevolgd door dr. F. J. Stuurman. Op 31 Juli 1943 legde dr. Stuurman zijn functie neer en werd dr H. W. Borger- hoff Mulder met de waarneming belast. Vanaf 1 Januari 1946 treedt dr. C. P. J. Stotijn als geneesheer-directeur op. De psychiatrische kliniek, welke in het Sanatorium „Rhijngeest" gevestigd is en onder aparte leiding staat, werd van 1899 tot 1930 bestuurd door prof. dr. G. Jelgersma, waarna prof. dr. E. A. D. E. Carp met de leiding werd belast. Het Rijk heeft in deze kliniek de beschik king over een twintigtal plaatsen voor patiënten en tevens een aantal vertrek ken, welke voor onderzoek en behande ling bestemd zijn- DE PSYCHIATRISCHE BEHANDEDING. Aan het einde van ons onderhoud heeft dr. Stotijn ons nog enkele prin cipes van de tegenwoordige psychia trische behandeling medegedeeld* Zoo is het streven er op gericht om een zoo snel mogelijke genezing te verkrijgen en de patiënten zoo spoedig mogelijk te ontslaan. Om dit te kunnen bereiken is een intensieve toepassing van alle moderne methoden van onderzoek en behandeling en bovendien een uitge breide en consciëntieuze nazorg noodza kelijk. Als gevolg van dit principe is de verpleegd uur korter geworden. De goede gestichten hebben tegenwoordig dan ook een veel meer vlottende bevolking dan vroeger. Van bewaaiinrichting zijn zy tot behandelinrichting geworden Vervolgens deelde dr. Stotijn méde, dat. men de patiënten" een zoo groot mogelijke vrijheid toestaat, verschil- lend al naar den aard en den ernst van de psychiatrische afwijking. Aan ge- stelde regels wordt echter krachtig de hand gehouden. Er wordt een beroep gedaan op het verantwoordelijkheidsge voel der patiënten en gestreefd naar het aankweeken van sociale gevoelens. In plaats van het bevel is gekomen het redelijk overleg. Dwang en bewaking worden tot het. noodzakelijke minimum beperkt. Vele patiënten genieten een groote mate van vrijheid en mogen zich op bepaalde tijden vrij buiten het ge stichtsterrein bewegen. Voor alle pa tiënten tracht men adaequaten arbeid te vinden. Men tracht de patiënten te activeeren en hen tot geregelden arbeid op te voeden. ..Endegeest" met zijn uitgebreide parken en bouwlanden, wel ke 50 H.A. beslaan, biedt voor velen een uitstekende werkgelegenheid. Op gelukkige wijze wordt deze aangevuld door de werkmogelykheden in de cen trale werkplaatsen. DE HERDENKING VAN HET JUBILEUM. De officieele herdenking van dit gou den jubileum zal a s. Maandagmiddag, half drie. in het recreatiegebouw plaats vinden, in aansluiting waarop om half vijf in het kasteel „Endegeest" een re ceptie wordt gehouden, 's Avonds vindt voor het personeel een feestelijke bij eenkomst plaats, waarna ten slotte op Donderdagavond de patiënten feest zul len vieren. Benoemingen in den Hoogen Raad. Naar wij vernemen zijn benoemd tot l-aadsheeren in den Hoogen Raad der Nederlanden: mr. H. F. F. Dubois, di recteur van 's Rijks Belastingen eri Do meinen, te 's-Gravenhage; prof. mr. M. P. Vrij, hoogleeraar in de rechts geleerdheid te Groningen; mr. T. Y. Boltjes, raadsheer in het Gerechtshof te Amsterdam en mr. F. J. de Jong, rechter in de Rechtbank te 's-Graven- hage. waarom de regeering niet zelf heeft na gegaan. of de toelichting der Commis sie-Generaal naar geest en letter met de notulen overeenstemt..Vooral acht ten ztj zulks van belang \met het oog op de positie der Kroon. Andere leden, zich hierbij aansluiten de maakten er op opmerkzaam, dat de Inhoud van de bedoelde notulen in bree- deren kring, dan waaruit de Commissie- Generaal bestaat, bekend is. De com missie van rapporteurs wijst er naar aanleiding van de bovenstaande opmer kingen op. dat „Elseviers Weekblad" na het afdeelingsonderzoek fragmenten uit de genoemde notulen gepubliceerd heeft. In verband hiermede acht zij het gewenscht, dat die notulen of af schriften er van worden nedcrgelegd ter griffie, ter inzage van de leden. Zulks zou uitermate verhelderend kunnen werken, te meer daar men uit fragmenten vaak een minder juiste voorstelling van hetgeen in werkelijk heid is verhandeld, ontvangt. AFZONDERLIJKE NOTA PROF. MOLENAAR, Het verslag gaat vergezeld van een afzonderlijke nota van het lid der Ka mer, prof Molenaar <P. v.d. V.), waarin deze dieper ingaat op Nederlands taak in Indië Prof. Molenaar acht overne ming van deze taak, thans reeds, voor de Indonesiërs te zwaar. Voorts acht hij de mogelijkheid aanwezig om een her ziening der staatsorde binnen het raam van het Koninkrijk der Nederlanden alsnog in overweging te nemen, opdat het koninkrijk ln staat worde gesteld, eerst de taak te vervullen, waarvoor zijn Westersche roeping hem stelt, n.l. in al zijn gebiedsdeelen orde en rust te verzekeren. EEN GEVAARLIJK STEL „LIFTERS". Hachelijk avontuur van Nederlander. De Nederlander De Jongh, die per auto naar Brussel reed, nam onderweg twee mannen op, die vroegen mee te mogen rijden. Eén ging naast, de an der achter hem zitten. Nabij de ge meente Wolverten beval een der indi viduen. den heer De Jongh te stoppen, de ander plaatste hem een revolver in de hals. Inplaats van te stoppen, gaf de heer De Jongh vol gas. Het schot ging af, doch door de plotselinge ruk naar voren, werd de heer De Jongh slechts licht aan 't oor gewond. Toen hij remde, vluchtten de onverlaten. De heer De Jongh begaf zich hierop in allerijl naar een bureau van de Bel gische Rijkswacht. Twèe gendarmes na men in zijn auto plaats en onmiddellijk zette men de beide roovers na. Zij wer den ten slotte ontdekt in een sloot. Het betrof Albert Gillissen, geboren in 1915 en Rene Berlingen, geboren in 1927. Beiden zijn achter slot en grendel gezet. COMMISSIE-GENERAAL BIJ SJAHRIR. Gistermiddag heeft opnieuw een bij eenkomst tusschen de Commissie-Gene raal en de Indonesische delegatie plaats gehad, thans ten huize van Sjahrir. Er werd echter geen communiqué ver strekt. Hedenmiddag zal wederom ver gaderd worden. Adj. Regeeringscommissaris Radiowezen. Naar wij vernemen, is zeer spoed% de benoeming te verwachten van mr. Ph. de Vries, secretaris van de Stich ting Radio Nederland, tot adjunct- regeeringscommissaris voor het Radio wezen. Bruggen bij Padang opgeblazen. EVENALS HET STATION VAN BOEDOERAN. De Nederlandsche militaire woord voerder te Batavia heeft heden o.a. ver klaard: Op 20/1 hebben de Nederland sche troepen nabij Padang een actie in gezet ten Oosten van het Bandjir-ka naal, Deze actie was noodzakelijk, om dat Republikeinsche mortieren op 18/1 de stad onder vuur hadden genomen, waarbij twee bruggen van het Bandjir kanaal werden opgeblazen. Een groote hoeveelheid wapens, w.o. mortieren en een stuk geschut, werd in beslag geno men. Het op de TRI buitgemaakte voedsel werd onder de stadsbevolking verdeeld. De stad is tharis rustig. De door de Republikeinen toegezegde aan voer van steenkolen heeft niet plaats gehad. In den'sector van Soerabaja heeft een Nederlandsche patrouille bij Kemasan een aanval van een 40 man sterke ben de met mitrailleurs afgeslagen. Het door de Republikeinen als stelling in gerichte station van Boedoeran Is door. Nederlandsche troepen opgeblazen. Bij al de hier genoemde gevechtshan delingen viel aan Nederlandsche zijde één doode en werden 8 militairen ge wond, Soekawati's vertrek één dag uitgesteld. Wegens een defect aan het vliegtuig zal de president van Oost-Indonesië, Soekawati, heden niet naar Nederland vertrekken. Zijn vertrek is een dag uit* gesteld, EIGENAARDIGE DEVIEZENSMOKKEL. Fietsbanden zonder lucht! Het kan vreemd loopen in de we reld! Nog gekker echter kan het wan neer het per fiets gebéiirt, aldus dó Nederl. Mercuur. Twee advocaten uit Brussel werden bij het passeeren van de grens door de douane aangehouden, terwijl zij tracht ten zich gewoon voor te doen. Aange zien juist dit meestal de aandacht trekt, dacht de douane „wie is het die zoo hoog gezeten bij mij de grens passeeren wil" - weshalve hij zyn goud- gegallonneerde mouw omhoog stak en het tweetal beduidde, van hun hooge zitplaats af te komen. Nadat aan dit vriendelijk verzoek tegemoet gekomen was, werd het tweetal onder de loupe genomen. Dit verliep Jiaar tevreden heid: het tweetal weru zuiver bevon den. Edoch ook de fiets werd door den ambtenaar met zijn gewoonlijk zoo vriendelijken blik bekeken en te licht bevonden. De adners zoo vrien delijke blik veranderde eensklaps. Er werd lont geroken! Na een kort maar hevig onderzoek vielen de banden van de fiets door de mand. De inhoud hiervan was niet zoo lucthig als anders maar hij bleek te bestaan uit 9.967 pon den sterling. 60.000 Belgische francs, 600 Portugeesche escudo's en 90 000 Fransche francs. De advocaten mogen nu hun eigen zaak voor de rechtbank gaan bepleiten! Medan, 7 Januari 1947. (Van onzen specialen verslaggever). ,Maanda& 23 December zijn acht Nederlandsche militaire en civiele auto riteiten uit Medan bij de republiek op de lunch geweest. Het gebeurde op Ini tiatief van den regeeringsadviseur voor politieke zaken op Sumatra, den resi dent dr. J. van der Velde, die zoo'n „makanan toenadering" niet ondienstig vond Men ging onder zwaar escorte' van de TRI naar Pematang Siantar, waar de republikeinsche gouverneur Teukoe Hassan de gastheer was. De visite had een allergenoegelijkst ver loop. Precies een week later brak de republikeinsche commandant zijn woord en klonken de vuurstooten der mitrail leurs in plaats van vriendelijke stem men. Tot het gezelschap, dat dien 23sten December de republiek in ging, be hoorde ook de bekende Delische jour nalist Klooster, thans hoofd van den legervoorlichtingsdienst in Medan en tevens redacteur van het dagblad FEUILLETON Roman door Winston Graham. 29) De donkere hemel wemelde van zoek lichten en schijnwerpers, die onvermoei baar heen en wee- gleden. In de verte zag ik den oranje-rooden gloed van een hevigen brand. De bliksemschichten, die ik door de gesloten gordijnen had mee- nen waar te nemen en die mij aan een onweer hadden doen denken, waren niet anders dan het afweergeschut geweest. Boven dit nachtelijk tafereel verhief zich de maan, die kleiner leek dan gewoon lijk, en overstroomd^ de aarde met haar licht. Den man, die schijnbaar op de tram had staan wachten, zag ik niet meer op die plek. Ik keek op mijn hor loge. Het was twee uur. Zoo werd mijn nachtrust door iets anders verstoord. Boven mij, langs het donkere firmament, vlogen de mannen, die de taal van mijn moeder spraken en die van verre gekomen waren om dezen aanval te ondernemen. Het kwam mij voor, dat het bombardement pas begon nen was. Het doel. dat zij zochten, moest in de buitenwijken van de stad liggen. Het was zacht buiten en even later trok ik mijn kamerjas aan om rustig naar het schouwspel te kunnen kijken. De an dere hotelgasten volgden al spoedig mijn voorbeeld. Maar het geblaf van het af- weervuur werd steeds heftiger en op een oogenblik begon er een zwaar stuk ge schut vlak tegenover ons zich te roeren, zoodat wij ln onze kamers vluchtten. Het was juist op tijd, want al spoedig regende het granaatsplinters. In de gang hoorde ik stemmen. Een zware mannenstem beval dc overige gas ten op opgewonden toon om zich in vei ligheid te brengen in de kelders. Maar een ander raadde juist het tegenover gestelde aan De discussie werd steeds heftiger en dreigde in kracht het bom bardement te zullen overtreffen. Toen vloog met een grimmig gedreun een van de vliegtuigen Juist over ons dak en ver wijderde zich met brullende motoren. De stemmen in de gang waren verstomd. Ik keek naar buiten en zag een wit gloeiende magnesiumvlam op de tram rails. Bulten op het portaal hoorde ik een vrouw in het Italiaansch schreeuwen: O. ik kan het niet meer verdra gen Na een kwartier verstomde het kabaal. Nog altijd zochten de schijnwerpers den nachtelijken hemel af, en de branden laaiden hooger, maar het geschut zweeg. Ik besloot, voordat ik weer naar mijn bed ging, het sein af te wachten, dat alles weer veilig was. Maar reeds na een half uur kon men opnieuw het ontzaglijke ge dreun van naderende vliegtuigen hooren. Gedurende dezen tweeden aanval bleef ik op mijn bed een sigaret zitten rooken. En ofschoon deze aanval veel heftiger was dan de eerste, was ik geen oogenblik bang. Dat was eigenlijk onlogisch, aan gezien Engelsche bommen even doodeiyk zijn en even onaangenaam kunnen wor den als de kogels van de Gestapo. De golf ging voorbij, maar reeds na een korte onderbreking begon het bom bardement opnieuw. Ik besloot mijn kleeren aan te trekken. Daarop rookte Ik nog een sigaret. Het geschut hield weer op en ditmaal scheen het werkelijk voorgoed te zijn. Ik wachtte nog een half uur. Toen begon ik langzaam mijn das te strikken. Terwijl ik hiermede bezig was„ rinkelde de tele foon op de tafel. Ik dacht, dat het een of andere vraag of inlichting van de hoteldirectie zou zijn en nam den hoorn op. Mag ik kapitein Bonini aan de tele- flbn hebben? vroeg een stem. Ik wist eigenlijk niet goed, of ik ant- antwoorden zou: Daar spreekt uander den hoorn opgehangen had. mee.. Maar ten slotte zei ik: Ka pitein Bonini is hier niet. Met wien spreek ik dan? T- Met den particulieren secretaris van kapitein Bonini. Weet u, waai- ik den kapitein berei ken kan? Voor zoover ik weet, bevindt hij zich nog in Venetië. Met wien heb ik het genoegen? Met den secretaris van professor Brayda. Ik dacht, dat kapitein Bonini in Milaan was. Professor Brayda. De man, wiens werk ik morgen te zien zou krijgen, Hij komt morgen met den ochtend trein. Misschien kan ik hem een bood schap tan u overbrengen? Ik hoorde niets en het leek alsof de 26). „Van nu af aan zal alles an ders worden!" riep Joris Goedbloed, terwijl hij zijn tranen droogde en Pan da omarmde. „Uw goede invloed zal van mij een beter iemand maken! Nimmermeer zal Ik Iets doen waarover gij ontstemd zoudt kunnen zijn! Dat beloof ik u! Wij gaan samen als eerlijke en ach tenswaardige lieden de schat van ko ning Emerik zoeken en vinden! Wan neer ik mij op straat vertoon, zullen de voorbijgangers mompelen: Daar schrijdt J. Goedbloed, het Voorbeeld van onze Rechtschapen Stad! Kom mee. vriendje! Wij gaan op weg! Gij laat den baas van dit logement aan zijn lot over en begeleidt mij op mijn nieuwe prijzenswaardige loopbaan als een Lichtend Voorbeeld!" Panda begreep niet precies, wat Jo ris allemaal zei, maar hij vond het toch wel prettig, dat de vos zo veel spijt had en een beter leven wilde beginnen. „Op deze manier doe ik toch goed werk!" dacht hij, terwijl hij achter Joris aanliep naar de deftige buiten wijken van de stad. - Ik vrees, dat de kwestie zóó drin gend is, dat er niet tot morgen gewacht kan worden. Wat is er dan aan de hand?" vroeg ik hardnekkig. U kuilt het mij gerust vertellen, want kapitein Bonini vertrouwt mij volkomen. Weer ontstond er een stilte, maar nu hoorde ik gefluister van stemmen. En klonk daar ook weer niet het gedreun van motoren? Hallo, zei een stem. Hallo! —Met den secretaris van professor Brayda. Dus kapitein Bonini is niet in Milaan? Neen, in Venetië. Hij komt hier morgen met den eersten trein aan. Wat hebt u hem mede te deelen? Ja. mee te deelen Het huis en het laboratorium van professor Brayda zijn door een bom verwoest. Wij pro- beeren nu op alle mogelijke manieren in contact te komen met der heeren. die de conferentie zouden hebben bijgewoond. Zouden hebben b ij g e-' woond? Dat is ontzettend, zei ik, Isis professor Brayda ongedeerd? -Nee, zwaar gewond. Adieu. Nog een oogenblik, zei ik snel Ja? Ik ben bereid om direct zelf te komen. Misschien is dat goed? U kunt toch niets uitrichten, nee, het heeft geen zin. Professor Brayda wil alleen ln contact komen met de hoofd personen. Dank u zeer Ik zou ook aan de conferentie deel genomen hebben, zei ik. Ik ben ge machtigdHallo! Maar de verbinding was verbroken. Boven de stad bromden weer tallooze vliegtuigen. Ik zocht op den tast mijn weg naar de vestibule van het hotel. Voor zoover ik beneden kon zien, in het maanlicht, dat door het groote glazen portaal viel. was er niemand. Het geschut, vuurde alleen nog maar af en toe. zonder eenig systeem, alsof de bedienende manschap pen er geheel niet zeker van waren of er nog eenig object binnen hun bereik was. (Wordt vervolgd) ..Medan-Bulletin". Hü gaf zijn in drukken van dit eerste Nederlandsche bezoek aan het Sumatraansche bin nenland, en het was een triest beeld, dat de eens zoo welvarende Oostkust bood- Van alle kanten grijnsden ar moede en verwaarloozing den reiziger te&en de bevolking was in lom pen en vodden gehuldverwaar loosde ondernemingen schier on berijdbare wegenarmoede alom... HOE LANG NOG? De vraag rijst, hoe lang dit allemaal nog duren moet. nog duren k&n. Wat de politiek-militaire zijde van het geval betreft, hebben wy hier op Sumatra te maken met een camarilla aan het hoofd van een verwilderde jeugd, op wie ab soluut- geen staat te maken valt, zooals het verraad van kolonel Sitompoel den 30sten December bewees. Van een ge disciplineerd republikeinsch leger is geen sprake. Elke politieke party heeft hier zyn strijdorganisatie, en al die Laskar Rajats zijn langzamerhand ster ker dan de TRI. Jappen (er loopen er in Sumatra nog een 600 vrij rond) ge ven instructie en bedienen de artillerie te zamen met een 300-tal Britsch-Indi- sche deserteurs. Wapens Japansche Britsche, Nederlandsche zyn er ge noeg. De enorme voorraad rubber, die by de Japansche capitulatie op Suma tra s Oostkust was, is compleet door Chmeesche smokkelaars naar Singa pore en Penang afgevoerd in ruil voor oorlogstuig. De republiek heeft hier ook een aantal vliegvelden, waarvan de voornaamste bij Kotaradja en Pa- lembang gelegen zyn. Een Ncderlandsche Lockheed, vol passagiers en onbewapend, kwam onlangs op weg van Singapore naar Medan drie Japansche bommen werpers tegen, en kon zyn bela gers slechts kwijt raken door snel een duik te maken, de wolken in. Deze bonte verzameling van At- jehers. Batakkers. Javanen, Jap pen en Britsch-Indiërs, grooten- deels vechtend uit eigenbaat en voor een gering percentage door echt nationalisme bezield, trekt onmiddellyk één lijn, wanneer generaal Soedirman In Djocja zegt, dat het republikein sche geduld ten einde loopt. Trachten Sjahrir. Sjarlfoeddin of zelfs Soekar- no in hoogst eigen persoon echter hun Sumatraansche vrienden tot kalmte te manen, dan is het succes nihil. Zoo wordt zelfs het geduld van den meest vooruitstrevenden Nederlander wel eens op een te zware proef gesteld. ALS VAN MOOK NIET OPPAST. Van Mook zeide- in zyn oudejaarstoe- spraak, die als een antwoord aan Soe dirman kon worden beschouwd en di rect beïnvloed was door de woordbreuk van Sitompoel, dat „geen duurzame ge bouwen kunnen worden opgetrokken vóór de bodem gezuiverd is". Hij had met deze rede een groot succes iry Ne- derlandschen kring, zóó zelfs, dat in Batavia het mopje ging: „Als Van Mook niet oppast, wordt hy nog po pulair!' Want steeds sterker wordt het besef, dat met deze verwilderde Las kar Rajats geen zaken valt te doen. En tusschen TRI en Laskar Ra jat is er nauwelijks nog verschil De bodem dient gezuiverd, alvorens hier aan „opbouw" kan worden gedacht. Het onkruid woekert snel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1947 | | pagina 2