II
m
van het „Gesticht Endegeest"
r.v-
Bij de Republiek op de lunch
■express
PANDA EN DE MEESTER-DIEF
Wat het Fonds Noodgebieden
uitkeerde.
STEUN BLIJFT ONMISBAAR!
Het fonds noodgebieden werd in het
▼oorjaar van 1946 door den raad van
beheer van Ned. Volksherstel opge
richt, met het doel, de nooden op me-
disch-hygiënlsch, sociaal en cultureel
gebied in de door den oorlog gedesor
ganiseerde gemeenschappen krachtig
te bestrijden. Speciale aandacht werd
in dit verband aan gezins- en Jeugd
zorg gewijd.
Aan gelden werd tot dusverre ruim
f.2 millioen ingezameld.
Het aandeel van Zuid-Holland hier
in was f. 280.500.
Bij de ingezamelde gelden komen nog
f. 193.000.— aan collecten f. 371.00.uit
hoofde van schenkingen en f. 49.000.
afkomstig uit diverse gevoerde acties.
Tot dusverre is f. 1.282.000.ver
deeld. Hiervan ging naar de provincie
Gelderland f. 541.275.Zeeland
f. 313.327.—Noord-Brabant f 278.870.-
Limburg f. 139.719.
Door Ned, Volksherstel werden tot
dusverre in noodgemeenten 10 steenen
consultatiebureaus waarvan de bouw
kosten f. 12.000.— per stuk bedroegen
beschikbaar gesteld. Bovendien wer
den- 11 Engelsche barakken gekocht,
terwijl nog 5 Zweedsche barakken uit
Zweden zullen komen.
Wil het fonds noodgebieden in de
toekomst verder daadwerkelijk kun
nen bijdragen tot hulpverleening in
de getroffen gebieden, dan is financi-
eelen steun onmisbaar. Slechts indien
de giften rijkelijk vloeien, kunnen de
gestelde doelen verwezenlijkt worden.
GEVELTOERISTEN ONTSNAPT
EN GEPAKT.
Ze liepen tegen den verkeerde aan....
In de arrestantenafdeeling van het
hoofdbureau van politie te Rotterdam
zaten vijf buitenlandsche zeelieden
niet hun zonden te overwegen, maar
wèl hoe ze zoo gauw mogelijk de plaat
konden poetsen! Ze waren voor hun
insluiting gefouilleerd, maar er toch
in geslaagd een lepel achter te hou
den. Een lepel heeft dit voordeel, dat
hij ook als schroevendraaier gebruikt
kan worden. Deze week hadden ze het
klaar gespeeld een venster geheel uit
zijn sponningen te lichten Wel stuit
ten ze toen op het traliewerk, maar de
vindingrijkheid van de heeren was
groot. Ze peuterden een plank uit de
vloer en gebruikten die als hefboom
om de tralies uit haar voegen te wrin
gen. Het lukte! Daarop begon een
klauterpajty van de vierde étage langs
den gevél naar beneden. i
Maar wat beteekent dit voor een
zeeman?
Binnen enkele minuten stonden ze
in het nachtelijk duister midden in de
open vlakte, waar eens de binnenstad
van Rotterdam had gelokt. Nu begon
een tocht naar de haven, waar ze hun
schip hoopten te bereiken. Ze schoten
iemand aan om den weg te vragen,
hetgeen tot reactie had. dat de aan
gesprokene op zijn beurt langs den
neus weg vragen ging stellen, zonder
echter te vertellen, dat hij rechercheur
van politie was. De politieman vond
de gedragingen nogal vreemd, waagde
er een telefoontje aan naar het hoofd
bureau, kreeg inlichtingen over de pas
plaats gehad hebbende ontvluchting,
en
Nu zitten opnieuw vijf buitenland
sche zeelieden niet hun zonden te
overwegen, maar wel hoe ze voor de
tweede maal
Maar ze hebben nu geen lepel meer
tot hun beschikking!
TROUW AAN NEDERLANDSCHE
DRIEKLEUR!
Op 22 Januari hebben ruim 500 Am-
bonneesche. Menadoneesche en Timo-
reesche militairen en oud-militairen te
Makassar een afdeeling opgericht van
de „Persatoean Timoer Besar" (Ver-
eeniging de Groote Oost). De sprekers
op deze vergadering betuigden, onder
bijval van de aanwezigen, hun instem
ming met de in Batavia genomen be
sluiten, waarin de vereeniging zich po
sitief uitsprak tegen de nieuwe staat
kundige creatie „Oost-Indonesië". om
dat deze „zonder het raadplegen van de
volksstem" tot stand was gekomen.
De vergadering wenschte voorts de
Ncderlandsche driekleur en den band
met Nederland voor de Groote Oost
te handhaven en gebruik te maken
van het recht hun in artikel drie van
de ontwerp-overeenkomst van Ling-
gadjati verleend, waarin bepaald
wordt, dat de bevolking van eenig gc>
bicdsdcel van Ned.-Indië langs demo-
cratlschen weg kan te kennen geven
niet of nog niet tot de Ver. Staten
van Indonesië te willen toetreden.
Vijftig jaar krankzinnigenverpleging te Leiden
mimi
Van bewaarinstituut tot inrichting van
psychiatrische behandeling
Als het as. Maandag vijftig jaar
geleden zal zijn, dat de eerste pa-
tiénten in 't gesticht „Endegeest" ter
verpleging werden opgenomen, zal
tevens het feit kunnen worden her
dacht hoe voor een gelijk aantal ja
ren Leiden het gelukkig Initiatief
nam om de zorg van de krankzin
nigenverpleging ter hand te nemen.
Leiden, dat zich in den loop der
jaren aan deze verpleging zeer veel
gelegen heeft laten liggen en ook de
meest moderne methode van onder
zoek en behandeling heeft willen
toepassen, kan zich bij dit gouden
jubileum beroepen op een inrich
ting, welke niet meer, zooals eer
tijds, het karakter van een bewaar
instituut draagt, maar op een in
richting, waar naast een zoo vlot
mogelijke genezing gestreefd wordt
naar het aankweeken van het ver
antwoordelijkheidsgevoel en het so
ciaal inzicht der patiënten. Dat Lei-
Aan den gemeente-architect, ir. H.
Paul, werd opgedragen plannen te ont
werpen voor een inrichting voor 350 3fle
klas patiënten en waarbij het paviljoen-
systeem zou worden gevolgd. In den loop
van het jaar 1897 kwam het gesticht,
dat in tegenstelling met den opzet aan
377 patiënten plaats bood, gereed. Het
was een modern gebouw met vele pavil
joens, een ruime, centraal gelegen, keu
ken, wasscherfj, linnenkamer etc., etc.
Het kasteel, van welks stijlvolle tot
het verleden nog zoo sterk sprekende in
richting wij met belangstelling kennis
hebben kunnen nemen, kreeg een drie
ledige functie; directeurswoning, admi
nistratiegebouw en magazijn. In later
jaren, is hier de directeurswoning ko
men te vervallen en het vrijkomende,ge
deelte eveneens voor administratiedoel
einden ingericht.
HOE HET GROEIDE....
Dat de opening van deze inrichting in
jfljjfpafr
1
-
- V
,1 m
Het uit de zeventiende eeuw dateerende kasteel „Endegeest", waarin thans
de administratiegebouwen van deze jubileerende inrichting gevestigd zijn.
den, toen op het eind der vorige
eeuw allerwege getracht werd de
krankzinnigenverpleging op hooger
peil te brengen, daarin niet achter
heeft willen blijven, is een feit, dat
bij dit halve eeuwfeest zeker dient
te worden gememoreerd. Leiden met
haar universiteit en haar vele we
tenschappelijke inrichtingen, heeft
ook op dit terrein een goed in. en
doorzicht gehad.
Het was de geneesheer-directeur van
„Endegeest", dr. C. P. J. Stotijn, die ons
in verband met dit gouden jubileum een
dezer dagen voor een persconferentie
op het uit de zeventiende eeuw datee
rende kasteel „Endegeest" uitnoodigde,
bij welke gelegenheid hij ons vele inte
ressante bijzonderheden over de tot
standkoming en verderen uitbouw van
deze inrichting heeft verteld.
LEIDEN OF DORDRECHT.
Tegen het einde van de negentiende
eeuw, aldus onze zegsman, bestonden er
zoowel in Leiden als in Dordrecht plan
nen om te komen tot stichting van een
krankzinnigengesticht. Mede in verband
met de belangen der universiteit werd
toen aan Leiden de voorkeur gegeven,
een omstandigheid, waarover wij ons
thans niet gelukkig genoeg kunnen
prijzen.
Het was op 10 April 1895, dat de ge
meenteraad van Leiden met algemeene
stemmen tot stichting van een derge
lijke inrichting besloot, terwijl op 12
Juli van dat jaar Ged. Staten van Zuid
Holland het besluit namen de helft in
de oprichtingskosten bij te dragen. Aan
vankelijk bestond het plan het gesticht
te bouwen op het zgn. Raamland onder
de gemeente Zoeterwoude. doch toen zich
voor de gemeente Leiden de gelegenheid
voordeed het landgoed „Endegeest" aan
te koopen, werd dit laatste voor het op
te richten gesticht bestemd.
een groote behoefte voorzag, blijkt- wel
duidelijk uit de uitbreiding (in 1903)
van het gesticht met het- sanatorium
„Rhijngeest". dat voor 88 zenuwzieke pa
tiënten werd bestemd. Eenige jaren later
(in 1911) kwam de afdeeling voor jeug
dige zwakzinnigen „Voorgeest" tot stand.
Verder vermelden wij hier nog in volg
orde van opening: 1917 weidepaviljoen
voor oude en bedlegerige patiënten. 1920
centrale werkplaatsen, 1923 broeder- en
zusterhuis, 1925 nieuwe centrale keuken,
1928 F-pavUjoens en ten slotte in 1935
een modern recreatiegebouw.
En ook thans weer is de ruimte veel
te klein en zou men gaarne overgaan tot
den bouw van nog enkele paviljoens en
vooral van een royale centrale werk
plaats. Kon men vóór vijftig jaar, zoo
als gemeld, 377 patiënten opnemen, in
den loop der jaren is dit aantal, voor
wat „Endegeest" betreft tot- 543 uitge
breid en wel 249 mannelijke en 294
vrouwelijke patiënten, daarnaast zijn in
.Voorgeest" 180 jeugdige zwakzinnigen on
dergebracht. terwijl In „Rhijngeest" mo
menteel 80 patiënten worden verpleegd.
Het aantal inwonende personeelsleden
bedraagt thans 131, terwijl er 137 uit
wonend zijn. De sterkte van het ver
plegend personeel is momenteel 153, ter
wijl er nog 27 vacatures van verplegend
personeel zijn te vervullen.
„ENDEGEEST" EEN DORP
OP ZICHZELF.
Wie voor een oogenblik deze getallen
op zich laat inwerken, zal het ons moe
ten toegeven, dat „Endegeest", met een
totale bezetting van ruim.-1200 menschen
(patiënten en personeel), een dorp* op
zichzelf kan worden genoemd. Uw ver
slaggever, die bij zijn bezoek eenige
uren lang tusschen deze wonderlijke,
maar elkander toch ook weer best ver
staande „dorpsgemeenschap" heeft mo
gen vertoeven, is hefc meer dan één keer
opgevallen hoe hier alles een sfeer van
rust en tevredenheid ademt. Wat al ge
noeglijke stemming op de vrouwenza
lenen wat een knusse gemoede
lijkheid in de mannenvertrekkenen
dan die centrale werkplaatsen, waar het
leven van den arbeid in vlechterij,
schoenmakerij, kleermakerij timmer
mans- en schilderswerkplaats, zijn ge- - -
stagen gang gaat. Voorts de kweekerij, Overzeesche Gebiedsdelen, dat eenige
waar ook al de' wil tot werken gevon- leden gaarne zouden willen vernemen,
De notulen der Commissie-
Generaal.
WAAROM NIET TEF INZAGE
GELEGD?
Wij ontleenen aan het voorloopig ver
slag der Eerste Kamer over de begroo
ting 1947 van het Departement
den wordt.
„Endegeest"een dorp in het dorp,
maar ookeen plaats, waar barm
hartigheid en naastenliefde u overal te-
genstralen.
WIE AAN „ENDEGEEST"
LEIDING GAVEN.
Rest ons ten slotte nog een opgave te
geven van hen die aan dit mooie en
menschlievende werk hun beste krach
ten hebben gegeven. Als eerste genees
heer-directeur deed dr. J. L. Dobberke
op 1 September 1896 zijn intrede, die in
1900 werd opgevolgd door dr. J. C. Th.
Scheffer. wiens functie reeds in 1906
werd overgenomen door dr. J. v. d. Kolk.
Ruim een en twintig jaar heeft dr. v.
d. Kolk het geneesheer-directeurschap
waargenomen, totdat hij in Juli 1928
werd opgevolgd door dr. F. J. Stuurman.
Op 31 Juli 1943 legde dr. Stuurman zijn
functie neer en werd dr H. W. Borger-
hoff Mulder met de waarneming belast.
Vanaf 1 Januari 1946 treedt dr. C. P.
J. Stotijn als geneesheer-directeur op.
De psychiatrische kliniek, welke in het
Sanatorium „Rhijngeest" gevestigd is
en onder aparte leiding staat, werd van
1899 tot 1930 bestuurd door prof. dr. G.
Jelgersma, waarna prof. dr. E. A. D. E.
Carp met de leiding werd belast. Het
Rijk heeft in deze kliniek de beschik
king over een twintigtal plaatsen voor
patiënten en tevens een aantal vertrek
ken, welke voor onderzoek en behande
ling bestemd zijn-
DE PSYCHIATRISCHE
BEHANDEDING.
Aan het einde van ons onderhoud
heeft dr. Stotijn ons nog enkele prin
cipes van de tegenwoordige psychia
trische behandeling medegedeeld* Zoo
is het streven er op gericht om een zoo
snel mogelijke genezing te verkrijgen
en de patiënten zoo spoedig mogelijk te
ontslaan. Om dit te kunnen bereiken
is een intensieve toepassing van alle
moderne methoden van onderzoek en
behandeling en bovendien een uitge
breide en consciëntieuze nazorg noodza
kelijk. Als gevolg van dit principe is de
verpleegd uur korter geworden. De goede
gestichten hebben tegenwoordig dan
ook een veel meer vlottende bevolking
dan vroeger. Van bewaaiinrichting zijn
zy tot behandelinrichting geworden
Vervolgens deelde dr. Stotijn méde,
dat. men de patiënten" een zoo groot
mogelijke vrijheid toestaat, verschil-
lend al naar den aard en den ernst van
de psychiatrische afwijking. Aan ge-
stelde regels wordt echter krachtig de
hand gehouden. Er wordt een beroep
gedaan op het verantwoordelijkheidsge
voel der patiënten en gestreefd naar
het aankweeken van sociale gevoelens.
In plaats van het bevel is gekomen het
redelijk overleg. Dwang en bewaking
worden tot het. noodzakelijke minimum
beperkt. Vele patiënten genieten een
groote mate van vrijheid en mogen zich
op bepaalde tijden vrij buiten het ge
stichtsterrein bewegen. Voor alle pa
tiënten tracht men adaequaten arbeid
te vinden. Men tracht de patiënten te
activeeren en hen tot geregelden arbeid
op te voeden. ..Endegeest" met zijn
uitgebreide parken en bouwlanden, wel
ke 50 H.A. beslaan, biedt voor velen
een uitstekende werkgelegenheid. Op
gelukkige wijze wordt deze aangevuld
door de werkmogelykheden in de cen
trale werkplaatsen.
DE HERDENKING VAN
HET JUBILEUM.
De officieele herdenking van dit gou
den jubileum zal a s. Maandagmiddag,
half drie. in het recreatiegebouw plaats
vinden, in aansluiting waarop om half
vijf in het kasteel „Endegeest" een re
ceptie wordt gehouden, 's Avonds vindt
voor het personeel een feestelijke bij
eenkomst plaats, waarna ten slotte op
Donderdagavond de patiënten feest zul
len vieren.
Benoemingen in den Hoogen
Raad.
Naar wij vernemen zijn benoemd tot
l-aadsheeren in den Hoogen Raad der
Nederlanden: mr. H. F. F. Dubois, di
recteur van 's Rijks Belastingen eri Do
meinen, te 's-Gravenhage; prof. mr.
M. P. Vrij, hoogleeraar in de rechts
geleerdheid te Groningen; mr. T. Y.
Boltjes, raadsheer in het Gerechtshof
te Amsterdam en mr. F. J. de Jong,
rechter in de Rechtbank te 's-Graven-
hage.
waarom de regeering niet zelf heeft na
gegaan. of de toelichting der Commis
sie-Generaal naar geest en letter met
de notulen overeenstemt..Vooral acht
ten ztj zulks van belang \met het oog
op de positie der Kroon.
Andere leden, zich hierbij aansluiten
de maakten er op opmerkzaam, dat de
Inhoud van de bedoelde notulen in bree-
deren kring, dan waaruit de Commissie-
Generaal bestaat, bekend is. De com
missie van rapporteurs wijst er naar
aanleiding van de bovenstaande opmer
kingen op. dat „Elseviers Weekblad" na
het afdeelingsonderzoek fragmenten uit
de genoemde notulen gepubliceerd heeft.
In verband hiermede acht zij het
gewenscht, dat die notulen of af
schriften er van worden nedcrgelegd
ter griffie, ter inzage van de leden.
Zulks zou uitermate verhelderend
kunnen werken, te meer daar men uit
fragmenten vaak een minder juiste
voorstelling van hetgeen in werkelijk
heid is verhandeld, ontvangt.
AFZONDERLIJKE NOTA
PROF. MOLENAAR,
Het verslag gaat vergezeld van een
afzonderlijke nota van het lid der Ka
mer, prof Molenaar <P. v.d. V.), waarin
deze dieper ingaat op Nederlands taak
in Indië Prof. Molenaar acht overne
ming van deze taak, thans reeds, voor
de Indonesiërs te zwaar. Voorts acht hij
de mogelijkheid aanwezig om een her
ziening der staatsorde binnen het raam
van het Koninkrijk der Nederlanden
alsnog in overweging te nemen, opdat
het koninkrijk ln staat worde gesteld,
eerst de taak te vervullen, waarvoor zijn
Westersche roeping hem stelt, n.l. in
al zijn gebiedsdeelen orde en rust te
verzekeren.
EEN GEVAARLIJK STEL „LIFTERS".
Hachelijk avontuur van Nederlander.
De Nederlander De Jongh, die per
auto naar Brussel reed, nam onderweg
twee mannen op, die vroegen mee te
mogen rijden. Eén ging naast, de an
der achter hem zitten. Nabij de ge
meente Wolverten beval een der indi
viduen. den heer De Jongh te stoppen,
de ander plaatste hem een revolver in
de hals. Inplaats van te stoppen, gaf
de heer De Jongh vol gas. Het schot
ging af, doch door de plotselinge ruk
naar voren, werd de heer De Jongh
slechts licht aan 't oor gewond. Toen
hij remde, vluchtten de onverlaten.
De heer De Jongh begaf zich hierop
in allerijl naar een bureau van de Bel
gische Rijkswacht. Twèe gendarmes na
men in zijn auto plaats en onmiddellijk
zette men de beide roovers na. Zij wer
den ten slotte ontdekt in een sloot.
Het betrof Albert Gillissen, geboren
in 1915 en Rene Berlingen, geboren in
1927. Beiden zijn achter slot en grendel
gezet.
COMMISSIE-GENERAAL BIJ
SJAHRIR.
Gistermiddag heeft opnieuw een bij
eenkomst tusschen de Commissie-Gene
raal en de Indonesische delegatie plaats
gehad, thans ten huize van Sjahrir.
Er werd echter geen communiqué ver
strekt. Hedenmiddag zal wederom ver
gaderd worden.
Adj. Regeeringscommissaris
Radiowezen.
Naar wij vernemen, is zeer spoed%
de benoeming te verwachten van mr.
Ph. de Vries, secretaris van de Stich
ting Radio Nederland, tot adjunct-
regeeringscommissaris voor het Radio
wezen.
Bruggen bij Padang
opgeblazen.
EVENALS HET STATION VAN
BOEDOERAN.
De Nederlandsche militaire woord
voerder te Batavia heeft heden o.a. ver
klaard: Op 20/1 hebben de Nederland
sche troepen nabij Padang een actie in
gezet ten Oosten van het Bandjir-ka
naal, Deze actie was noodzakelijk, om
dat Republikeinsche mortieren op 18/1
de stad onder vuur hadden genomen,
waarbij twee bruggen van het Bandjir
kanaal werden opgeblazen. Een groote
hoeveelheid wapens, w.o. mortieren en
een stuk geschut, werd in beslag geno
men. Het op de TRI buitgemaakte
voedsel werd onder de stadsbevolking
verdeeld. De stad is tharis rustig. De
door de Republikeinen toegezegde aan
voer van steenkolen heeft niet plaats
gehad.
In den'sector van Soerabaja heeft een
Nederlandsche patrouille bij Kemasan
een aanval van een 40 man sterke ben
de met mitrailleurs afgeslagen. Het
door de Republikeinen als stelling in
gerichte station van Boedoeran Is door.
Nederlandsche troepen opgeblazen.
Bij al de hier genoemde gevechtshan
delingen viel aan Nederlandsche zijde
één doode en werden 8 militairen ge
wond,
Soekawati's vertrek één dag
uitgesteld.
Wegens een defect aan het vliegtuig
zal de president van Oost-Indonesië,
Soekawati, heden niet naar Nederland
vertrekken. Zijn vertrek is een dag uit*
gesteld,
EIGENAARDIGE
DEVIEZENSMOKKEL.
Fietsbanden zonder lucht!
Het kan vreemd loopen in de we
reld! Nog gekker echter kan het wan
neer het per fiets gebéiirt, aldus dó
Nederl. Mercuur.
Twee advocaten uit Brussel werden
bij het passeeren van de grens door de
douane aangehouden, terwijl zij tracht
ten zich gewoon voor te doen. Aange
zien juist dit meestal de aandacht
trekt, dacht de douane „wie is het
die zoo hoog gezeten bij mij de grens
passeeren wil" - weshalve hij zyn goud-
gegallonneerde mouw omhoog stak en
het tweetal beduidde, van hun hooge
zitplaats af te komen. Nadat aan dit
vriendelijk verzoek tegemoet gekomen
was, werd het tweetal onder de loupe
genomen. Dit verliep Jiaar tevreden
heid: het tweetal weru zuiver bevon
den. Edoch ook de fiets werd door
den ambtenaar met zijn gewoonlijk
zoo vriendelijken blik bekeken en
te licht bevonden. De adners zoo vrien
delijke blik veranderde eensklaps. Er
werd lont geroken! Na een kort maar
hevig onderzoek vielen de banden van
de fiets door de mand. De inhoud
hiervan was niet zoo lucthig als anders
maar hij bleek te bestaan uit 9.967 pon
den sterling. 60.000 Belgische francs,
600 Portugeesche escudo's en 90 000
Fransche francs. De advocaten mogen
nu hun eigen zaak voor de rechtbank
gaan bepleiten!
Medan, 7 Januari 1947.
(Van onzen specialen verslaggever).
,Maanda& 23 December zijn acht
Nederlandsche militaire en civiele auto
riteiten uit Medan bij de republiek op
de lunch geweest. Het gebeurde op Ini
tiatief van den regeeringsadviseur voor
politieke zaken op Sumatra, den resi
dent dr. J. van der Velde, die zoo'n
„makanan toenadering" niet ondienstig
vond Men ging onder zwaar escorte'
van de TRI naar Pematang Siantar,
waar de republikeinsche gouverneur
Teukoe Hassan de gastheer was. De
visite had een allergenoegelijkst ver
loop. Precies een week later brak de
republikeinsche commandant zijn woord
en klonken de vuurstooten der mitrail
leurs in plaats van vriendelijke stem
men.
Tot het gezelschap, dat dien 23sten
December de republiek in ging, be
hoorde ook de bekende Delische jour
nalist Klooster, thans hoofd van den
legervoorlichtingsdienst in Medan en
tevens redacteur van het dagblad
FEUILLETON
Roman door Winston Graham.
29)
De donkere hemel wemelde van zoek
lichten en schijnwerpers, die onvermoei
baar heen en wee- gleden. In de verte
zag ik den oranje-rooden gloed van een
hevigen brand. De bliksemschichten, die
ik door de gesloten gordijnen had mee-
nen waar te nemen en die mij aan een
onweer hadden doen denken, waren niet
anders dan het afweergeschut geweest.
Boven dit nachtelijk tafereel verhief zich
de maan, die kleiner leek dan gewoon
lijk, en overstroomd^ de aarde met haar
licht. Den man, die schijnbaar op de
tram had staan wachten, zag ik niet
meer op die plek. Ik keek op mijn hor
loge. Het was twee uur.
Zoo werd mijn nachtrust door iets
anders verstoord. Boven mij, langs het
donkere firmament, vlogen de mannen,
die de taal van mijn moeder spraken en
die van verre gekomen waren om dezen
aanval te ondernemen. Het kwam mij
voor, dat het bombardement pas begon
nen was. Het doel. dat zij zochten, moest
in de buitenwijken van de stad liggen.
Het was zacht buiten en even later trok
ik mijn kamerjas aan om rustig naar
het schouwspel te kunnen kijken. De an
dere hotelgasten volgden al spoedig mijn
voorbeeld. Maar het geblaf van het af-
weervuur werd steeds heftiger en op een
oogenblik begon er een zwaar stuk ge
schut vlak tegenover ons zich te roeren,
zoodat wij ln onze kamers vluchtten. Het
was juist op tijd, want al spoedig
regende het granaatsplinters.
In de gang hoorde ik stemmen. Een
zware mannenstem beval dc overige gas
ten op opgewonden toon om zich in vei
ligheid te brengen in de kelders. Maar
een ander raadde juist het tegenover
gestelde aan De discussie werd steeds
heftiger en dreigde in kracht het bom
bardement te zullen overtreffen. Toen
vloog met een grimmig gedreun een van
de vliegtuigen Juist over ons dak en ver
wijderde zich met brullende motoren. De
stemmen in de gang waren verstomd. Ik
keek naar buiten en zag een wit
gloeiende magnesiumvlam op de tram
rails.
Bulten op het portaal hoorde ik een
vrouw in het Italiaansch schreeuwen:
O. ik kan het niet meer verdra
gen
Na een kwartier verstomde het kabaal.
Nog altijd zochten de schijnwerpers den
nachtelijken hemel af, en de branden
laaiden hooger, maar het geschut zweeg.
Ik besloot, voordat ik weer naar mijn bed
ging, het sein af te wachten, dat alles
weer veilig was. Maar reeds na een half
uur kon men opnieuw het ontzaglijke ge
dreun van naderende vliegtuigen hooren.
Gedurende dezen tweeden aanval bleef ik
op mijn bed een sigaret zitten rooken.
En ofschoon deze aanval veel heftiger
was dan de eerste, was ik geen oogenblik
bang. Dat was eigenlijk onlogisch, aan
gezien Engelsche bommen even doodeiyk
zijn en even onaangenaam kunnen wor
den als de kogels van de Gestapo.
De golf ging voorbij, maar reeds na
een korte onderbreking begon het bom
bardement opnieuw. Ik besloot mijn
kleeren aan te trekken. Daarop rookte Ik
nog een sigaret.
Het geschut hield weer op en ditmaal
scheen het werkelijk voorgoed te zijn. Ik
wachtte nog een half uur. Toen begon ik
langzaam mijn das te strikken. Terwijl
ik hiermede bezig was„ rinkelde de tele
foon op de tafel.
Ik dacht, dat het een of andere vraag
of inlichting van de hoteldirectie zou zijn
en nam den hoorn op.
Mag ik kapitein Bonini aan de tele-
flbn hebben? vroeg een stem.
Ik wist eigenlijk niet goed, of ik ant-
antwoorden zou: Daar spreekt uander den hoorn opgehangen had.
mee.. Maar ten slotte zei ik: Ka
pitein Bonini is hier niet.
Met wien spreek ik dan?
T- Met den particulieren secretaris
van kapitein Bonini.
Weet u, waai- ik den kapitein berei
ken kan?
Voor zoover ik weet, bevindt hij
zich nog in Venetië. Met wien heb ik
het genoegen?
Met den secretaris van professor
Brayda. Ik dacht, dat kapitein Bonini in
Milaan was.
Professor Brayda. De man, wiens werk
ik morgen te zien zou krijgen,
Hij komt morgen met den ochtend
trein. Misschien kan ik hem een bood
schap tan u overbrengen?
Ik hoorde niets en het leek alsof de
26). „Van nu af aan zal alles an
ders worden!" riep Joris Goedbloed,
terwijl hij zijn tranen droogde en Pan
da omarmde.
„Uw goede invloed zal van mij een
beter iemand maken! Nimmermeer zal
Ik Iets doen waarover gij ontstemd
zoudt kunnen zijn! Dat beloof ik u!
Wij gaan samen als eerlijke en ach
tenswaardige lieden de schat van ko
ning Emerik zoeken en vinden! Wan
neer ik mij op straat vertoon, zullen
de voorbijgangers mompelen: Daar
schrijdt J. Goedbloed, het Voorbeeld
van onze Rechtschapen Stad! Kom
mee. vriendje! Wij gaan op weg! Gij
laat den baas van dit logement aan
zijn lot over en begeleidt mij op mijn
nieuwe prijzenswaardige loopbaan als
een Lichtend Voorbeeld!"
Panda begreep niet precies, wat Jo
ris allemaal zei, maar hij vond het
toch wel prettig, dat de vos zo veel
spijt had en een beter leven wilde
beginnen.
„Op deze manier doe ik toch goed
werk!" dacht hij, terwijl hij achter
Joris aanliep naar de deftige buiten
wijken van de stad.
- Ik vrees, dat de kwestie zóó drin
gend is, dat er niet tot morgen gewacht
kan worden.
Wat is er dan aan de hand?" vroeg
ik hardnekkig. U kuilt het mij gerust
vertellen, want kapitein Bonini vertrouwt
mij volkomen.
Weer ontstond er een stilte, maar nu
hoorde ik gefluister van stemmen. En
klonk daar ook weer niet het gedreun
van motoren?
Hallo, zei een stem.
Hallo!
—Met den secretaris van professor
Brayda. Dus kapitein Bonini is niet in
Milaan?
Neen, in Venetië. Hij komt hier
morgen met den eersten trein aan. Wat
hebt u hem mede te deelen?
Ja. mee te deelen Het huis en
het laboratorium van professor Brayda
zijn door een bom verwoest. Wij pro-
beeren nu op alle mogelijke manieren in
contact te komen met der heeren. die de
conferentie zouden hebben bijgewoond.
Zouden hebben b ij g e-'
woond? Dat is ontzettend, zei ik,
Isis professor Brayda ongedeerd?
-Nee, zwaar gewond. Adieu.
Nog een oogenblik, zei ik snel
Ja?
Ik ben bereid om direct zelf te
komen. Misschien is dat goed?
U kunt toch niets uitrichten, nee,
het heeft geen zin. Professor Brayda wil
alleen ln contact komen met de hoofd
personen. Dank u zeer
Ik zou ook aan de conferentie deel
genomen hebben, zei ik. Ik ben ge
machtigdHallo!
Maar de verbinding was verbroken.
Boven de stad bromden weer tallooze
vliegtuigen.
Ik zocht op den tast mijn weg naar de
vestibule van het hotel. Voor zoover ik
beneden kon zien, in het maanlicht, dat
door het groote glazen portaal viel. was
er niemand. Het geschut, vuurde alleen
nog maar af en toe. zonder eenig
systeem, alsof de bedienende manschap
pen er geheel niet zeker van waren of
er nog eenig object binnen hun bereik
was.
(Wordt vervolgd)
..Medan-Bulletin". Hü gaf zijn in
drukken van dit eerste Nederlandsche
bezoek aan het Sumatraansche bin
nenland, en het was een triest beeld,
dat de eens zoo welvarende Oostkust
bood- Van alle kanten grijnsden ar
moede en verwaarloozing den reiziger
te&en de bevolking was in lom
pen en vodden gehuldverwaar
loosde ondernemingen schier on
berijdbare wegenarmoede alom...
HOE LANG NOG?
De vraag rijst, hoe lang dit allemaal
nog duren moet. nog duren k&n. Wat
de politiek-militaire zijde van het geval
betreft, hebben wy hier op Sumatra te
maken met een camarilla aan het hoofd
van een verwilderde jeugd, op wie ab
soluut- geen staat te maken valt, zooals
het verraad van kolonel Sitompoel den
30sten December bewees. Van een ge
disciplineerd republikeinsch leger is
geen sprake. Elke politieke party heeft
hier zyn strijdorganisatie, en al die
Laskar Rajats zijn langzamerhand ster
ker dan de TRI. Jappen (er loopen er
in Sumatra nog een 600 vrij rond) ge
ven instructie en bedienen de artillerie
te zamen met een 300-tal Britsch-Indi-
sche deserteurs. Wapens Japansche
Britsche, Nederlandsche zyn er ge
noeg. De enorme voorraad rubber, die
by de Japansche capitulatie op Suma
tra s Oostkust was, is compleet door
Chmeesche smokkelaars naar Singa
pore en Penang afgevoerd in ruil voor
oorlogstuig. De republiek heeft hier
ook een aantal vliegvelden, waarvan
de voornaamste bij Kotaradja en Pa-
lembang gelegen zyn.
Een Ncderlandsche Lockheed, vol
passagiers en onbewapend, kwam
onlangs op weg van Singapore naar
Medan drie Japansche bommen
werpers tegen, en kon zyn bela
gers slechts kwijt raken door snel
een duik te maken, de wolken in.
Deze bonte verzameling van At-
jehers. Batakkers. Javanen, Jap
pen en Britsch-Indiërs, grooten-
deels vechtend uit eigenbaat en
voor een gering percentage door echt
nationalisme bezield, trekt onmiddellyk
één lijn, wanneer generaal Soedirman
In Djocja zegt, dat het republikein
sche geduld ten einde loopt. Trachten
Sjahrir. Sjarlfoeddin of zelfs Soekar-
no in hoogst eigen persoon echter hun
Sumatraansche vrienden tot kalmte te
manen, dan is het succes nihil. Zoo
wordt zelfs het geduld van den meest
vooruitstrevenden Nederlander wel
eens op een te zware proef gesteld.
ALS VAN MOOK NIET OPPAST.
Van Mook zeide- in zyn oudejaarstoe-
spraak, die als een antwoord aan Soe
dirman kon worden beschouwd en di
rect beïnvloed was door de woordbreuk
van Sitompoel, dat „geen duurzame ge
bouwen kunnen worden opgetrokken
vóór de bodem gezuiverd is". Hij had
met deze rede een groot succes iry Ne-
derlandschen kring, zóó zelfs, dat in
Batavia het mopje ging: „Als Van
Mook niet oppast, wordt hy nog po
pulair!' Want steeds sterker wordt het
besef, dat met deze verwilderde Las
kar Rajats geen zaken valt te doen.
En tusschen TRI en Laskar Ra jat is
er nauwelijks nog verschil
De bodem dient gezuiverd, alvorens
hier aan „opbouw" kan worden gedacht.
Het onkruid woekert snel.