Het debat in het Britsche Lagerhuis ALLERLEI VAN OVERAL Kerkelijk Leven RECHTZAKEN Attlee achtei Bevin. De Britsche eerste-minister, Attïee, heeft tijdens de debatten over de Brit sche buitenlandsche politiek in het La gerhuis hulde gebracht aan Bevin, die zulk een groote taak te vervullen heeft. „Afgescheiden van de groote problemen, zooals de toekomst van Duitschland en Japan, zijn er verbeteringen aan te brengen in de betrekkingen tusschen de Europeesohe staten en komen oude twisten, die jaren hebben bestaan, weer op, Attlee was er van overtuigd, dat ondanks alle nadeelen van de op de vredesconferentie te Parijs gevolgde methode, de debatten opvoedende waar de op het publiek, dat veel meer had meegeleefd dan na andere oorlogen, had gehad. De voornaamste taak, die de wereld thans te vervullen heeft, aldus Attlee, is het opbouwen van den vrede op een echten grondslag. Wij moeten de volke ren der wereld bevrijden van de vrees voor een nieuwen oorlog. Attlee sprak vervolgens over het ge bruik, dat van het recht van veto wordt gemaakt. „Te San Francisco beschouwden wij allen het veto als iets, waartoe men in uiterste geval len, waarin de vfjf groote mogendhe den van meening verschilden, zijn toevlucht moest nemen. Dit was den laatsten tjjd echter niet gebeurd, het veto werd bij elke onbelangrijke aan- gelegenheid uitgesproken. Hierdoor werd de waarde van den Veiligheids- raad tot niets teruggebracht. De Brit sche regeering wenscht, dat dit lichaam zijn oorspronkelijke functie weer zal kunnen vervullen". Hoewel de Britsche regeering thans geen wijziging in het handvest der V.N. wenscht, zijn wij wel van meening, dat er een herziening van het gebruik van het recht van veto moet plaats hebben om het weer in zijn oorspronkelijke be doeling te herstellen. Het is namelijk be langrijker, aldus Attlee dat de raad tot een eensgezinde beslissing komt, dan dat het standpunt van afzonderlijke naties door dik en dun wordt gehand haafd. Attlee zeide, dat de Britsche regee ring met die der sovjet-unie gelooft in het principe van controle op het economische leven der gemeenschap door het volk voor het volk, maar dat zij een geheel andere opvatting heeft omtrent de waarde, die gehecht wordt aan de vrijheid van het individu en vrijheid van meeningsulting, alsook omtrent democratie. Zij gelooft niette min, dat het niet alleen mogelijk, doch ook van wezenlijk belang is om samen te werken om de ramp van een nieuwen oorlog, welke „iedereen, welke ook zijn ideologie is" zou verpletteren, te voorkomen. Hij sprak de hoop uit, dat de organi satie der V. N. voor haar eigenlijk doel zou worden gebruikt en geen forum zou zijn voor nationale propaganda: „Som migen waren vrijwel geheel van ervaring op het gebied der democratische instel- tegische basis van een zoo twijfelachtige bruikbaarheid als Palestina noodig heb ben en zou het tegenover de V. N. ook als een land staan, dat geen belangen ten opzichte van Palestina heeft. Churchill was blij te vernemen, dat de Britsche troepen zoo spoedig moge lijk uit Griekenland worden terugge trokken. Hij deed een heftigen aanval op het communisme en zeide, dat hij hoopte, dat de Grieken een nieuwe re geering zouden vormen, die zoodanig zou worden verbreed, dat allen daaraan deel zouden nemen, „die vrijheid verkie zen boven vernietiging en afbraak in een Balkanblok, dat onder communisti- schen invloed staat. De Poolsche regeering vertegenwoor digde, aldus Churchill, in het geheel niet het Poolsche volk en hij betreurde het, dat de sovjet-unie zich aan vele over eenkomsten niet had gehouden. Hij geloofde, dat de Britsche regee ring ten opzichte van Triest „wijs en correct" had gehandeld. Hij zeide, dat dankbaarheid niet maarschalk Tito's belangrijkste karaktertrek was, getuige ook het jongste optreden tegenover de V.S., toen een Amerikaansch vliegtuig werd neergeschoten. „De toestand in Joego-Slavië is onheilspellend en droef geestig". Het geheele land wordt tot het communisme bekeerd. Het commu nisme wordt in de scholen met den ijver van propagandisten onderwezen en alles wordt in het werk gesteld om een sovjet- socialistische republiek te stichten in de meest nauwe verbondenheid met Mos kou". Hij sprak over vervolging van de katholieke kerk de geestelijkheid in Kroatië en van politiek andersdenken den. Hij betreurde eveneens de omstan digheden, waaronder het proces tegen aartsbisschop Stepinabz werd gevoerd. Hij bracht zijn rede te Fulton (V.S.) in herinnering en verklaarde, dat deze door de gebeurtenissen was bevestigd. Zijn bewering, dat de sovjet-unie geen oorlog, doch de vruchten van den oorlog wenschte, was naar hij geloofde over het algemeen nog juist. Hij verwelkomde de jongste verklaring van Stalin, maar voegde hieraan toe. dat in deze zaken niet woorden, maar daden en feiten tellen. Churchill zeide. dat het in de dagen van Hitier gemakkelijker was den al- gemeenen loop der gebeurtenissen te voorspellen, dan het tlhans het geval is. Toen was het Hitier en zijn ruwe Nazi-<bende, wier voornaamste thema cynisme was. Thans staan wij tegenover een collectieven geest, wiens bronnen van actie wij niet kunnen bepalen. Er zijn dertien of veertien zeer bekwame mannen in het Kremlin, die de geheele sovjet-unie en meer dan een derde van Europa in hun macht hebben. Ik kan niet voorspellen, welke beslissingen ge nomen zullen worden of onderschei den. welke beslissingen zij misschien reeds hebben genomen, nog minder kan 1 ik den tijdfactor in hun beslissingen I voorzien, aldus Churchill. Het beoor- deelen van deze dingen werd moeilijker gemaakt door het feit, dat de omgang tussohen de beide volkeren door de sov jet-regeering tegengewerkt werd. Er was geen verkeer, waardoor zeer spoedig ge weldige veranderingen tot stand zouden komen in de betrekkingen tusschen deze groote gemeenschappen en de achter docht zou worden weggevaagd, zonder de waakzaamheid te doen verslappen. Churchill beperkte zich daarom tot het vragen van inlichtingen over de feiten, die „een zorg zijn voor de generale sta ven in Europa en de V.S.". Mc Neil antwoordt. Mc Neil heeft geantwoord. Groot- Brittannië. de sovjet-unie en de Ver- eenigde Staten hebben van vredeswil blijk gegeven. Stellig verzekerde ook Hitler, dat hij den vrede wilde, maar zoo lang men niet de zekerheid had. dat een regeering zijn openlijk beleden poli tiek niet nakomt, heeft men niet het recht aan haar oprechtheid te twijfelen. Mc Neil moest toegeven, dat de sovjet unie verdedigingszones opbouwt en in sommige gebieden naar alleenheer schappij streeft. Echter is hiervoor wel een verklaring te geven. De menschelijke begrippen omtrent vrede en nationale veiligheid zijn dikwijls verward. Deze verwarring is een der redenen dat de Britsche regeering van oordeel is, dat de Britsche buitenlandsche politiek moet steunen op de Vereenigde Naties. De moeilijkheden, tussohen Groot-Brittan- nië en de sovjet-unie zijn thans nog van technischen aard, maar zij zouden na tuurlijk een politiek aspect kunnen krijgen. Over Griekenland was Mc Neil niet geestdriftig. Hij deelde mee, dat aan het verzoek van de Grieksche regeering „tot levering van lichte wapenen aan de nationale garde" door Engeland niét zal worden voldaan. De rede tot wei gering was, dat er geen grond was om aan te nemen, dat levering van die wa penen zou bijdragen tot het herstel van de orde in Griekenland. Mc Neil legde er vervolgens den na druk op, dat niet alleen van rechts, maar ook van links wanordelijkheden worden veroorzaakt en dat de Grieksche regeering tegen belde moet optreden „zonder partijdigheid" In Roemenië en Bulgarije achtte Mc Neil den toestand niet in overeenstem ming met de voorwaarden, noodig voor het houden van democratische verkie zingen. In Bulgarije waren zelfs socia listen gearresteerd voor critiek op de regeering, critiek, die veel weg had van „zoete broodjes", als men ze vergeleek, met hetgeen .sommige leden van het Britsche parlement" in dat parlement hadden op te merken. Nieuw© burgemeester van Benthuizen en Moerkapelle Als we bedenken dat gisteren vier jaar geleden de geallieerde zegetocht van El Alamein uit begon, dat sindsdien het Herrenvolk het hoofd in de schoot legden, dat kortgeleden in Neurenberg deze hoofden een kopje kleiner werden gemaakt, dat inmiddels in Oost-Azie de heerschers van het Verre Oosten dooi den atoombom tot beter begrip wer den gebracht, dat kortgeleden in In donesië nóg eens een wapenstilstand werd gesloten, dat de vredesconferentie in Parijs uit een wirwar van proble men toch nog aardige resultaten heeft gebrouwen dat gisteren de Vereenigde Volken zich weer eens vereenigden in New York, dan moet de argelooze toe schouwer van dit wereldspel wel gaan denken, dat de menschheid op den goe den weg is naar definitieve uitbanning van de geesel van dezen eeuw en aller eeuwen, de dictatoriale, laatstelijk na- tionaal-soclalistisch heetende, waan denkbeelden dat de eene mensch beter is dan de andere en het lie ter weet dan zijn broeder. Mééór, lezer,lees dan niet de krant, luister niet naar de radio, steek Uw neus niet om den hoek van de deur bij een politieke vergadering, doch sluit U op in een kamer, achter een ondanks stakingen brandenden kachel, met een sigaret uit het voor-Brazlli- aansche tijdperk en een glaasje „75 procent", want dat en dat alleen ver oorlooft U om te gelooven, dat Alamein hoofden in schoten, sneuvelende kop pen, atoombommen, wapenstilstanden, vredesconferenties en broederlijke ver- eeniging van volkeren in staat waren wezenlijke veranderingen te brengen in de geesten der menschen, die in wer kelijkheid zoo bitter gelijk zijn geble ven aan zichzelf. Ja, er is bedroevend veel in deze da gen dat zoo ontstellend lijkt op de da gen van weleer, toen we ons genood zaakt voelden alles te offeren voor een betere wereld. In een groote stad in Europa dreu nen soldatenlaarzen, korte bevelen snerpen door de lucht. De passen stop pen. Er wordt aan huls gebeld, driftig voor een tweede maal als de lichten niet snel genoeg opflitsen en de deur niet oogenblikkelijk toegang verschaft. Gewapende militairen, groot in hun mantels en onder de helm, stappen dreigend de gang binnen, gaan door de kamers, vragen papieren, tellen be woners als koeien, op een veemarkt, snauwen bits bevelen in een vreemde taal of in de landstaal met een scherp accent: het accent van den .veroveraar en bezetter. Slechts korten tijd wordt den inwoners gelaten om lijfsgoederen bijeen te bundelen. Dan gaan de sol daten heen, de beangstigde burgers door den donkeren nacht voor zich uit drijvend. Bij het rijzen van de zon zijn zij op weg naar het Oosten, naar het verre vreemde land van den overwel diger, naar een ongastvrij land, aan welks gastheerschap desondanks niette ontkomen valt: deportatie, schrikbeeld van duizenden in die ééne stad, in die énkele dagen. Neen, lezer, dit is niet Amsterdam 1941. óók niet Rotterdam 1944, het is... Berlijn 1946. In de soldatenlaarzen steken Russi sche beenen. uit het accent sprak de Russische heerscher: razzia's in Berlijn, deportatie naar Rusland, om dat-de verkiezingen in Berlijn geen communistische overwinning brachten. De Dultschers hebben het tegendeel van onze liefde, maar toch.... wat gij niet wilt dat U geschiedt I een groot land. ergens in de we reld. hielden soldaten onder bittere omstandigheden hun post. Als geen hunner landgenooten hadden zij ont beringen te dragen om de belangen van het Rijk te verdedigen. Ver van huls niet gewend aan de zware eischen van het klimaat, doch niet achtend de ge varen en het vallen van landgenooten en kameraden, hielden zij stand toen het Rijk het gebood. Hen, hen alléén lingen verstoken en het is te hopen, dat zij zullen leeren." Over Spanje zeide Attlee, dat de be dreiging van buitenlandsche inmenging generaal Franco slechts had versterkt. De geschiedenis van Griekenland toonde aan, dat het niet Engeland's schuld is, dat daar geen politieke over eenstemming bestaat. De Britsche re geering heeft maar één doel: het Griek sche volk gelegenheid te geven een vrije beslissing te nemen ten aanzien van zijn eigen bestemming. Churchill spreekt. Churchill, die na Attlee sprak, zeide o.m.: „Ik geloof, dat er in het Huis een zeer groote mate van overeenstemming bestaat met alles of bijna alles, wat de eerste-minister heeft gezegd". Hij crl- tlseerde evenals Attlee het gebruik van het recht van veto in den Veiligheids raad, „een zeer ernstige zaak". De oppo sitie zou Bevin zeker steunen bij zijn poging* om een wijziging in deze tot stand te brengen. Hij wenschte Bevin 6ucces in de V. S. Over Duitschland zeide Churchill, dat ihij het volkomen eens was met de ver anderingen en het minder hard worden van het leven der Duitschers, maar „wij wenschen niet de last te dragen de kost voor hen te verdienen". De Duitschers hooren hun eigen zaken te behartigen, altijd met dit voorbehoud, dat een doel matige ontwapening zou worden uitge voerd en in stand gehouden over een lange periode van jaren. „Wij wenschen niet de taak te hebben hen uit hun eigen zaken te houden". Churchill bracht Attlee's verklaring in herinnering, dat, Indien de onder handelingen met Egypte zouden worden afgebroken, het oude verdrag van 1936 nog van kracht was. Hij hoopte, dat de regeering in dien zin zou handelen. De Britsche regeering had op het oogeriblik nog geen vaste politiek ten opzichte van Palestina. Hij zeide, dat volgens zijn persoonlijke opvattingen het Britsche mandaat ter beschikking van de V. N. moest worden gesteld. In dien men de beloften aan de joden om een nationaal tehuis te stichten niet kon nakomen. Deze last is wellicht te zwaar om door een enkel land te wor den gedragen. Indien Engeland zich zou houden aan de overeenkomst met Egypte betreffende de zone van het Suez-kanaal, zou het geen nieuwe stra- FEUILLETON DE ZWARTE VOS door C. B. BOOTH. 17) Polly begon te lachen. „U scheen er anders nogal pret in te hebben". „Ik ben er benieuwd naar, of die drlevingerige man nog terugkeert", mompelde mevrouw Kingslake. „Het is anders allemaal wel erg vreemd, vind je ook niet? Ik heb er over zitten den ken en me afgevraagd, of er op slot van zaken misschien tóch iemand in de kamer kan zijn geweest, toen jij hem daar hoorde". „Ik weet zeker, dat ik me niet ver gist heb", zei Polly beslist. „Een geluid kim je je nog verbeelden, vooral omdat ik nogal zenuwachtig was, maar dat licht door het sleutelgat. „Daarvoor zou toch ook wel een uit leg te vinden zijn", viel Vera haar in de rede. „Ik heb juist over een verkla ring zitten denken. Achter het huis ligt de hoofdweg en die is ongeveer op gelijke hoogte met die ramen. Kop lampen van een auto zouden naar mijn meening. krachtig genoeg zijn „Om door het venster heen door dat sleutelgat de gang in te schijnen!" vul de Polly hoofdschuddend aan. „Neen, dat kan ik niet als een verklaring aan nemen; ik voelde de aanwezigheid van een persoon in dat vertrek". „Maar dat kan nu juist heel gemak- De heer J. J. Steenbakker Morilyon Loysen hoofdcommies te Boskoop. Met Ingang van IC Nov. 1946 is be noemd tot burgemeester van Bent huizen en Moerkapelle de heer J. J. Steenhakker Marilyon Loysen. hoofd commies ter Gemeentesecretarie van Boskoop. Burgemeester J. J. Steenbakker Morilyon Loysen. Jacob Johannes Steenbakker Morilyon Loysen werd op 20 November 1899 te Co- lljnsplaat (Zeel.) geboren als zoon van den Ned. Herv. predikant aldaar. Gezien de opleiding, die de nieuwe burgemeester sfnds vele Jaren heeft genoten door zijn werk ln versohlllende ambtelijke functies, kan hij als deskundige worden beschouwd op het gebied van gemeente-administra tie en volkomen op de hoogte met de elsohen. welke aan het bestuursapparaat van een gemeente, ln het bijzonder na den oorlog, gesteld mogen worden. Op 8 Februari 1917 deed de heer Steen bakker zijn intrede ln de gemeente-admi nistratie en wel als volontair ter secre tarie van Rijssen Op 11 October 1917 werd hij benoemd ter secretarie van Schoonhoven, waar hij, na verschillende kelijk verbeelding zijnoch, wat komt het er ook op aan! Er is maar één ding, dat we zeker.weten; er be staat een drievingerlge man en hij heeft het op die cliché's begrepen. Jaggers heeft ongetwijfeld gelogen". „Ik zou er liever niet verder over praten; het is niet leuk. te moetan denken, dat een vreemde man. vermoe delijk zelfs een misdadiger, hier om het huis rondsluipt. Het is hier al som ber genoeg". Vera stak haar lippen vooruit en blies een rookkringetje, terwijl ze bedacht, hoe ze het gesprek het best in de ge- wenschte richting ko** sturen. Maar ze kon er niets anders op vinden, dan recht op haar doel af te gaan. „Polly", zei ze plotseling, maar zoo liefjes mogelijk, „je zult me wel als een erge bemoeial beschouwen, die zich be ter met haar eigen zaken kon ophou den, maar ik kan er niets aan doen, dat het me opgevallen is, hoeveel be langstelling Bob Dolliver in jou toont". Polly schrok, keerde zich om en keek haar aan. „En daarom zou ik zoo graag eens met je praten, omdatomdat ik zelf Indertild ben getrouwd met een veel ouderen man. Mag ik?" Polly kon wel niet anders doen dan toestemmen, wilde ze niet onbeleefd schijnen en dus knikte ze van ja, hoe wel ze echt van streek raakte. „Het is voor 'n meisje heel natuur rangen te hebben doorloopen. benoemd werd tot adjunct-commies. Met Ingang van 15 Juni 1921 volgde zijn benoeming tot commies ter secretarie van Boskoop, waarbij hij tevens optrad als correspon dent der arbeidsbemiddeling. Op 1 Jan, 1932 werd hij ln dezelfde gemeente be vorderd tot hoofdcommies ter secretarie, terwijl h(j tevens belast werd met de functies van waarnemend gemeente-se cretaris en ambtenaar van den, burger lijken stand, in welke laatste functie hij vele huwelijken voltrok. In Boskoop ls de beer Steenbakker een geziene figuur, hetgeen al 'blijkt uit de vele bestuursfuncties, welke hij in het vereeniglngsleven bekleedt. In vereenlgin- ?;en op sociaal, politiek en ander terrein s hij bij het beramen en uitvoeren van plannen dikwijls de stuwende kracht ge weest. Zoo heeft hij met eenlge anderen den stoot gegeven tot de oprichting van een neutrale en een R-K vereenlging voor zlekenhulsverpleglng. Voorts heeft hij mede opgerloht een operatiefonds, dat door zijn Initiatief met de vereenlging voor zlekenhulsverpleglng is samenge smolten. Van zijn overige activiteit ln het open. bare leven zijn o.a. nog de volgende func ties te vermelden: seretaris van Boskoops Oranjecomité, secretaris van het Propa- gandacomlté „Boskoop" (V.V.V.), secre taris van de afd. Boskoop van de Chr. Hist. Unie en lid van den raad van toe zicht op het Boskoops Nieuws- en Ad vertentieblad. Niet alleen in plaatselijke vereenlglngen. maar ook daarbuiten zijn den heer Steen bakker vertrouwensfuncties toebedeeld. In dit verband zijn o.a. te vermelden die van secretaris van de Kamerkrlngvereeniging Lelden van de Chr.-Hist. Unie en van algemeen adjunct ln het bestuur van de onderafdeellng Alphen aan den Rijn van den Ned. Bond van Gemeente-Ambte naren De nieuwe burgemeester is lidmaat van de Ned. Herv, Kerk. Hij stamt af uit een oud predikantengeslacht. Zooals uit bo venstaande reeds blijkt Is hij lid van de Chr.-Hlst. Unie. Hij ls gehuwd en heeft twee kinderen MARKTBERICHTEN. KATWIJK AAN DEN RIJN. 23 Oct. 1946. Per 100 k.g\: Peen I f.2—19, idem II f.310. Stamboonen f.77115, SniJ- boonen f. 20—20. Uien f. 9.30—9.50, Kro ten I f 7.507.70, Idem n f. 3.904 20. Andijvie I f. 8.80—13.80, Idem II f4.50— 9 80; Gele kool f. 6.909.70, Groene kool 1.712. Roode kool f.6 9012.70. Per 100 st. Sla II f. 1.601.60. Bloemkool I f.24 55. Idem II f 14—24, Idem m f. 4.50—11. Per 100 bos: Bospeen f. 1118, Peterselie f. 5.805.80. radijs f. 3.403.40. Spruiten f 6276. winterpeen f. 5.208.30, Kool raap f810. Boerenkool f. 2.50—2.50. Parlementair Overzicht EERSTE KAMER, NATURALISATIE EN DE VROUW. (Van onzen parlementairen redacteur). Naturalisatie van den man brengt auto matisch de naturalisatie van zijn echtge- noote met zich mee. Daarom vroeg prof. mr. Molenaar (P. v. d. V.) nog eens voor alle zekerheid naar het nationale en poli tieke verleden van de vrouwen van een aantal adsplranten voor het Nederlander schap over wier lot de Senaat gisteren moest beslissen. Speciaal Interesseerde hem ook of wel voldoende was nagegaan hoe de dames ln kwestie zich tegenover den bezetter hadden gedragen. Verder bepleitte spr. spoedig een regeling tot stand te doen komen voor tijdens den oorlog met Neder landers getrouwde Dultsche vrouwen, welke allen door een bepaald K.B. het al dus ln den bezettingstijd verworven Neder landerschap zijn kwijt geraakt. Voor zoo ver zij zJch als goede Nederlandschen had den doen kennen, moest er voor haar toch Iets gebeuren. Minister van Maarsseveen deelde mede. dat er plm. 12000 van dergelijke gevallen zijn. Voor haar naturalisatie ware wel licht een afzonderlijke procedure noodig, maar eerst moet. op bevredigende wijze haar toelating tot ons land geregeld zijn en dat ls nog niet het geval. De Minister verklaarde verder, dat er steeds ook de noodige inlichtingen omtent de echtge- nooten der te naturallseeren mannen in gewonnen worden. Z.hst. gingen hierop de naturalisatie-voorstellen er door. DEMOBILISATIESPELDJE VOOR DE MARINE. Binnenkort zal men personen tegen komen, die op de revers van hun jas een nieuw speldje dragen Dit speldje zal be staan uit het embleem van de marine, een onklaar anker met kroon, en daaron der twee gekruiste palmtakken. Het ls het zoogenaamde demoblllsatlespeldje van de marine, met de uitgifte waarvan het bu reau demobilisatie wan hlet mlnisjterle van marine dezer dagen een aanvang heeft gemaakt. Het wordt uitgereikt aan hen die ln het tijdvak tusschen 10 Mei 1940 en 1 November 1945, minstens zes maanden in actieven zeedienst zijn ge weest. Het ls bedoeld om de dragers herken baar te maken als menschen. die daad werkelijk hebben deelgenomen aan de geallieerde oorlogvoering ter zee. Ingezonden Mededeeling. De Stichting Radio Nederland. ERKLARD-'G OMTRENT HET ST AKEN DER BETALINGEN AAN DE AVRO. Van de z(jde der Stichting Radio Neder land ln overgangstijd wordt aan het A.N.P. het volgende medegedeeld: Het bestuur van de Stichting Radio Nederland ln Overgangstijd heeft besloten geen verdere betalingen meer te doen voor losse medewerkers aan jde A.VR.O. De groote omroepvereenlglngcn hebben inder tijd voor het arrangeeren van uitsluitend losse medewerkers een bedrag van een half mill loer. gulden toegewezen gekregen, hetgeen veel meer ls. dan in de toekomst voor dit doel uit de luisterbijdragen ter beschikking zal kunnen worden gesteld. De A.V.R.O. heeft dit bedrag thans opge bruikt. Aangeteekent dient hierbij te wor den dat de omroepvereenlglng en alle vaste artlsten, alle orkesten en kooren, alle hoorspelen en technische installaties van de Stichting gratis ter beschikking staan en het bedrag van een half mdllioen gulden dus alleen voor losse medewerkers 'behoefde te worden gebruikt. De vordering die de A.V R.O. zegt te hebben op de Stich ting, ls een gevolg van het feit, dat de A.VR.O. zich niet heeft aangesloten bij de regeling, welke met de andere omroep- vereenlglngen ls getroffen, omtrent de ver goeding van het gezamenlijk gebruik van de studio's voor programma-uitvoeringen van alle vereenlglngen. Nieuw soort gevechts vliegtuig op Valkenburg gedemonstreerd. Op het vliegveld te Valkenburg heeft voor een aantal Nederlandsche en geal lieerde autoriteiten een demonstratie plaats gehad van de „British Mark V Fire brand", een één-persoons met torpedo's .uitgerust gevechtsvliegtuig, dat een 20 m.m. kanon met zich meevoert en ook raketten kan afschieten. Het kan binnen 140 meter van een vllegtulgmoederscblp opstijgen en heeft een buitengewoon lage landingssnelheid De weersomstandigheden waren verre van Ideaal, toen kapitein Douglas Flood gistermorgen startte. Het vliegtuig was met een Imitatietorpedo uitgerust. Een laaghangend wolkendek (300 meter) be lemmerde het uitzicht, maar toch liet deze vllegdemonstratie geen twijfel over de hanteerbaarheid van het vliegtuig en het nut der remkleppen. De maximum snelheid. dlè wérd behaald, was ongeveer 570 en de minimumsnelheid ongeveer 110 kilometer. DE POLITIEKE BESPREKINGEN IN BATAVIA. De tweede bijeenkomst van de Commis sie Generaal en de Indonesische delegatie ter bespreking van de politieke problemen heeft hedenmorgen plaats gevonden. Een offlcleele communiqué zegt hier over. dat de standpunten en werkmetho den zijn besproken. Verdere bijzonder heden hierover zullen in een volgende zit ting worden behandeld, die ln het begin van de volgende week zal plaats vinden. PRINSES JULIANA ZAL GROET RICHTEN TOT DE AMERIKANEN. In het programma „een half uur Ne derland". dat de Nationaal Broadcasting Corperation Zaterdag ajs. over geheel Amerika uitzendt, spreekt Prinses Juliana een groet tot de Amerikanen. De Prinses heeft op verzoek van den Internationalen programmadlenst van Radio Nederland hierin toegestemd. Haar redevoering werd in een der studio's te Hilversum opgeno men. Een kortegolf zender van P.T.T. ver zorgt de uitzending en de N8.C. neemt haar over. zou een onderscheidingsteeken sieren om hen tot voorbeeld te stellen van degenen, die na hen kwamen om het pionierswerk te bevestigen. Neen, lezer, dit is niet de Duitschft plunderaar van de Russische vlakte ia den winter 1941/'42, die het Oostfront- insigne kreeg. Het is de Nederlandsche soldaat in Indonesië anno 1946. In een groot land, ergens in de we reld was een redactiebureau. Daar werd geschreven, zooals dat gebruikelijk is. Daar was een hoofdredacteur, en die schreef óók. Het schreef zelfs eens woorden van felle kritiek op de over heid. Maar dat mocht niet van die overheid. De hoofdredacteur kon gaan. Hij mocht geen booze dingen schrijven over de overheid. Korten tijd later werd er in dat land een controle-apparaat om de officieele voorlichting geschapen. Klaarblijkelijk om te zorgen dat er geen ongegronde critiek kwam. Neen. lezer, dit was niet een Hol- landsche krant en een Duitsche over heid. Het was een Hollandsche krant in Indonesië, waar de overheid nu een waakzaam oogje zal slaan op de voor lichting. Werkelijk, lezer, wij beseffen de haat die de Rus jegens den Duitsëher koes tert. Evenzeer zijn wij doordrongen van de offers die de Hollandsche soldaat zlcli getroost onder de tropenzon. Zelfs zien wij het nut in van voorzorgen, dat een bandelooze voorlichting niet de kans krijgt de teere draden van overeen stemming in Indonesië wreed te ver scheuren. Maar toch Misschien eischen de omstandighe den al dit vreemde, dat niet rijmt met verzet tegen dictatuur, zooals alle vrije landen toonden, doch het wordt tijd dat de menschelijke geest zulke oplos singen niet meer aanvaardt enniet meer noodig heeft, onder welke om standigheden dan ook. Het lijkt allemaal zoo bedroevend op wat de argelooze burger na de worste ling van Alamein tot Vereenigde Na ties overwonnen dacht.... H.M. de Koningin naar België vertrokken. Om ongeveer halféén hedenmiddag is H.M. de Koningin per auto uit Soest- dijk op het stationsplein te Utrecht ge arriveerd. Er was geen speciale afzet ting. De Koningin begaf zich via den uitgang van het station naar het eerste perron, waar zij begroet werd door ir. Hupkes van de Nederlandsche Spoor wegen. Direct daarop stapte zij in deü gereedstaanden trein, die uit drie wa- gons-lits bestond. Om precies kwart voor één vertrok de trein naar Belgi^ Buitenzorg aan de Nederlandsche troepen overgedragen. Heden is Buitenzorg (Bogor) door de Britten officieel aan de Nederlandsche troepen overgedragen Tevoren had een samenkomst plaats gehad tusschen bri gadier-generaal Scott, als vertegen woordiger van de Britsche strijdkrach ten te Buitenzorg, Ir. P. J. A. Idenburg en dr. Hermani, als vertegenwoordiger van het Indonesische ministerie van Binnenlandsche Zaken. Ondertusschen is Hermani, met een delegatie, onder wie de republikeinsche onderminister van Financiën, Loekman Haklm, per vliegtuig uit Batavia naar Sumatra vertrokken, om den toestand aldaar in oogenschouw te nemen. LIBERTY - SCHEPEN VOOR NEDERLAND Volgens mededeeing van kapitein B. Brouwer, vertegenwoordiger van de Ne derlandsche koopvaardij, bij zijn aan komst te New-York gedaan, is in den loop van de laatste maanden door Ne derland een veertigtal Liberty-schepen en andere surplus-vaartulgen van de Vereenigde Staten aangekocht Kapitein Brouwer zeide naar New-York te zijn gekomen om voorbereidingen te treffen voor den aankomst van ongeveer negen honderd-vijftig Nederlandsche zeelieden, verwacht op 28 October aanstaande, die de schepen op hun reis naar Nederland zullen bemannen. DE ONTPLOFFING TE MENADO. Aneta's correspondent telegrafeert, dat het aantal dooden ten gevolge van de ontploffing te Menado thans tot 34 is gestegen; het aantal gewonden be draagt 30.. Voorts zfjn 50 huizen be schadigd of afgebrand. PREDIKBEURTEN \OOR VRIJDAG 25 OCTOBER, Katwijk aan Zee - Geref, Gem, (Remise straat) 7Vfc uur ds. Llgtenberg van Vlaan- dingen. GEESTELIJK AMBT EN DIENSTPLICHT. De'kroon heeft een beslissing genomen in een zaak van A. van der Zoo de Jong, dienstplichtige der lichting 1927, wonende te Schiedam. Hij was ln beroep gekomen tegen de besllssLng van den minister van Oorlog, waarbij aan hem vrijstelling van den dienstplicht wegens het bekleeden van een geestelijk ambt ls geweigerd. De beslissing van den minister steunt op de overweging, dat de dienstplichtige naast z(jn kerkelijke functie een wereldlijke hoofdbetrekking vervult en dus zyn ker kelijk ambt niet voortdurend en met uit sluiting van Iedere andere nlet-kerkelljke betrekking uitoefent. De betrokkene is priester van de Vrije Katholieke Kerk. hij voerde ln beroep aan. dat hij dit priesterschap om niet moet vervullen en dus genoodzaakt ls. een nlet- kerkelljke betrekkinguit te oefenen, het geen zyn taak slechts zwaarder maakt, dat zijn kerkelijke ambt echter hetzelfde als van ledex-en anderen geestelijke blijft en dit niet vereenigbaar ls met den mili tairen dienst doordat hij z(jn taak als eerst aanwezend priester by de parochie te Rot terdam dan niet zou kunnen vervullen Het betreffende Kon. besluit overweegt, dat betrokkene naast zijn priesterschap technisch ambtenaar ls en deze wereld lijke functie als zijn hoofdbetrekking is te beschouwen. Op dien grond ls het beroep ongegrond verklaard. HAAGSCHE POLITIERECHTER. De steun opgelicht De betonwerker F. K. te Leiden, had aan den dienst vaxk de steunverleenlng verteld, dat hij niet werkte, en daarom kreeg hij steun. Doch het bleek dat K. op een fabriek regelma tig werk had. en hy had nu f 1000 terug te betalen van hetgeen hij door de op lichting had verkregen, terwijl de Officier twee maanden gevangenisstraf vorderde. Verdachte verklaarde door moeilijkheden ln zyn gezin tot ziln daad te zijn geko men, waarop de rechter besloot een rap port ln te winnen, alvorens vonnis te wy- zen. lUk, zich gevleid te voelen door de at tenties van een rijk man, want geld is iets heel aantrekkelijks. Ik was net zoo oud als je nu bent. lieve kind. toen ik met Henry Kingslake trouwde; ik had het altijd erg arm gehad en meen de. dat weelde ook geluk bracht, maar dat had ik glad mis. Als 'n man over de veertig heen is, dan heeft hij zoo zijn vaste gewoonten gekregen en is erg zelfzuchtig geworden. Bovendien is een oudere man altijd jaloersch op een jonge vrouwToen Henry me ten huwelijk vroeg liet ik.je zoudt het nooit radenKermit Saunders schieten! Ik was dol op Kermit. maar ik gaf hem den bons, omdat hij geen geld had. Hij is nu schatrijk, driemaal zoo rijk als Henry ooit was. Ik heb acht jaar met Henry doorgebrachtacht jaren van verdriet en achterdocht. tot het een nachtmerrie voor me werd. En wat heb ik er van over? Een lijfrente van honderdduizend dollars, maar aan het kapitaal zelf kan ik volgens zijn testament niet komen. En nu vraag ik me wel eens af, of Kermit gelukkig geworden is. Hij was wanhopig ver liefd op me. wanhopig. Bob Dolli ver heeft iets over zich, dat me vaak aan Kerr^'t doet denken. Misschier komt dat wel, liei omdat onze om standigheden zoovee1 op elkaar gelijker en omdat die arme Bob zoo duidelijk verliefd op je is". Polly bloosde en sloeg de oogen neer „Iklk denk tochvan niet" mompelde ze. „En zeker niet genoeg... om me „Onzin!" zei Vera op hartelijken toon, „hij is dolverliefd op je. Iedereen, die maar half kijken kan, riet dat. Denk er eens goed over. Polly! Denk aan je toekomst. Neem den raad aan van iemand, die ervaring op dat punt heeft en trouw niet met John Strawn. Ik zou niet graag zien, dat je, net als ik, een ruïne van je leven maakte". Het maakte veel indruk op Polly, om dat het zoo volkomen met haar eigen stemming overeenkwam. Maar plotse ling drong zich een gedachte bij haar op. Vera's stom had zacht en overre dend geklonken, maai- in haar oogen had ze een berekenenden blik meenen te ontdekken en dat vernietigde al den invloed van haar woorden. Polly besef te opeens, dat er achter haar bezorgd heid een zelfzuchtige beweegreden ver scholen lag. Waarom zou Vera Kingslake zoo vu rig verlangen, dat er niets van een hu welijk tusschen haarzelf en Strawn kwam? Daar was blijkbaar sleohts één antwoord op te geven: Die vrouw had hetzelfde doel voor oogen! „Ik geloof, dat ik begrijp, waar u heen wilt", zei Polly met een zekere vinnig heid. „Ik geloof, dat ik het maar al te goed begrijp". Een oogenblik viel Vera's masker en een vluchtige trek van. hevige teleur stelling vloog over haar gezicht. Ze be sefte. dat ze een verkeerde kaart had uitgespeeld; dat ze haar eigen plannen meer benadeeld dan gediend had. Ze haalde echter haar schouders op en bleef in haar rol van vriendelijke en welwillende raadgeefster. „Ik rie maar al te goed, lieve Polly, dat je me volkomen verkeerd verstaat", mompelde ze liefjes. „Hoe zou het toch komen, dat sommige menschen altijd achterdochtig staan, tegenover een wel gemeende poging om hun een dienst te bewijzen? Dat moet toch wel een ver schrikkelijke gemoedsgesteldheid rijn. Ik zal maar niet verder op dat onder werp doorgaan". Met een kort, niet bepaald prettig lachje, wierp ze haar sigaret in het aschbakje en liep naar de deur. „Zoo'n vinnige, sluwe kat!" dacht ze bij ziohzelf. „Die is gehaaider, dan ik dacht! Nu trouwt ze zeker met hem!" Z° balde haar vuisten en haar lippen trilden. Want Vera Kingslake wilde John Strawn niet om zijn geld hebben. Ze was echt van hem gaan houden". Ze sloot de deur van Polly's kamer achter zich en sloop langs de gang naar haai- eigen kamer. Plotseling bleef ze, als vastgenageld van ontzetting, staan, zonder geluid te kunnen geven. Vlak voor haar was er iemand uit de kamer met de boekenkasten gekomen. Haar gouden sigarettenkoker ontglipte aan haar bevende hand en viel klirrend te gen den grond. De ma nkeerde zich snel om en de vrouw loosde een diepen zucht van verlichting. „Paul!" fluisterde ze, „wat heb je me laten schrikken! Ik dacht, dat het de drievingerige man was! Toen ik je uit de kamer zag komen (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1946 | | pagina 2