LEIDSCH DAGBLAD „Bolwerk van de Vrijheid" Veldheer der bevrijding J eert den „Kunstenaar en strijder voor het recht der menschheid" De zegetocht door Leiden WEERBERICHT Professor Cleveringa huldigt Churchill W i\MO\ LËO\ \!vD SPENCl:R-CHVRCIIILL Het doet ons genoegen. U reeds in ons blad van heden avond een verslag te kunnen brengen van het bezoek van Churchill aan Leiden en de plechtige promotie in de Pieterskerk, in tegenwoor digheid van het Prinselijk Paar. 85ste Jaargang VRIJDAG 10 MEI 1946 No. 25773 Waarnemend Directeur: A. Poortman Hoofdred.: Mr, M. B van der Hoeven DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Tel. Directie en Administratie: 25041 Tel. Redactie: 21507 - Giro no..: 57055 VOOR geen buitenlander is ooit zoo groot- sche ontvangst en eerbetoon door de Sleutelstad bereid als bij de plechtig heden van dezen middag Churchill ten deel vielMaar deze buitenlander was dan ook geen vreemdeling Door hagen van onstuimig eerbetoon reed de bevrijder van Europa, van Nederland, van Lei den, als vader van ons herboren volk naar de zetel van de Leidsche Academie, die hem eerde met haar hoogste waardigheid, daartoe gerech tigd omdat zijzelve door haar karaktervolle hou ding der afgeloopen jaren zich waardig had ge toond, om dezen ontembaren strijder voor vrijheid en recht te huldigen. Tezamen vierden Churchill en Leiden met haar Academie, die thans beider Academie is, een on- vergetelijken triomf, want als evenwaardig strij der en geestelijk leider stonden Churchill en Prof. Cleveringa, de roemruchte Leidsche Academie verpersoonlijkend, tegenover elkaar, om elkander dank te betuigen voor het geklaarde werk. Het is ook daarom, dat Leiden dankbaar is voor dezen onvergetelijken dag. Dankbaar voor de geschonken gelegenheid, om dezen voorvech ter van het recht bij uitnemendheid te kunnen eeren. Dankbaar ook voor de hulde van dien man aan het „bolwerk van de vrijheid". Langs de geheele route- door Leiden begeleidden stormachtige ovaties den stoet, die ook mevrouw Churchill en mej. Churchill binnen haar wallen voerde, en voorafgegaan door een open auto, waarin de Commissaris van Poli tie, de heer R. J. Meyer was gezeten, in langzaam tempo langs Singels, Bree- straat en Rapenburg naar de Academie trok. Bloemen, zoowel rood-wit-blauwe en oi-anje als Engelsche vlaggen evenals kleurige versieringen en niet in het minst groote menschenmenigten, die aan hun enthousiasme uiting ga/ven door uitbundige toejuichingen, verleenden dezen middag het aanzien van een her nieuwde grootschere bevrijdings intocht, waarin de groote voorman dier bevrijding zijn soldaten vdn toentertijd vertegenwoordigde. Niet in het minst was dit enthou siasme te danken aan Churchill's tra- dltioneele sigaar en het telkenmalen herhaalde karakteristieke V-teeken, die er geen twijfel aan lieten, dat dit de man was, die ons in de donkerste uren onzer geschiedenis heeft gestaald in ons verzet. 10 MEI 1940—10 MEI 1946. Als. wij ons kort voor de aankomst van den „big man" voor de Academie bevinden en daar met gespannen ver wachting het groote oogenblik verbei den, dat wy hem, den bouwer van de overwinning, zullen ontmoeten, gaan onze gedachten onwillekeurig, terug naai den 10§n Mei van het jaar 1940. Precies als vandaag was het toen ook Vrijdag, de zon scheen uit een strak blauwen hemel. Maar welk een dag van ontzet ting en diepe verslagenheid: Nederland in oorlog. Vol angstige spanning tuur den wij naar omhoog, waar het de ron kende machines der Luftwaffe zijn, welke dood en vernietiging brengen in een land, dat zijn vrijheid, zijn onafhan kelijkheid zoo dierbaar is En nu dit. Weer is het 10 Mei, en weer is het Vrijdag, en weer schijnt de zon uit een strak blauwerwhemel, alleen zes jaar later. Nu geen Luftwaffe, maar allen, die hier in mijn omgeving van dit „bolwerk der vrijheid", de schenking van den Vader des Vaderlands staan, wachten in haast niet te temperen on geduld op den Vader van den vrede, Winston Spencer Churchill. Nog enkele momenten reeds hooren wij het ge juich als een wassende orkaan aan zwellen en zien wij den gemotoriseerden stoet bij de De Gyselaarsbank linksom zwenken en wij smaken het groote genoegen, het wonderlijke gebeuren te staan tegenover den man, wiens aan stekelijk optimisme ons in de jaren der bezetting heeft staande gehouden en om wiens woorden wij op te vangen wij halve nachten in ongemakkelijke hou dingen zoek brachten, bij verborgen radio's op „duistere" plaatsen: de „mi litaire idioot", de leider in de ure van de ramp, de overwinnaar van den vrede. De man, die, vandaag voor zes jaar, geroepen werd om als president der Brltsche regeering op te treden en die als geen ander de wereld door de doods vallei van den tweeden volkerenkrijg heeft weten te yoeren. - DE ONTVANGST OP DE ACADEMIE. Is de tocht door de stad, onder het luiden van de Bourdon-klok in de Stad huistoren uitgegroeid tot een massalen groet van bewondering en dankbaar heid, waarbij het gejuich dat aan alle ■kanten losbarstte het gedaver der be geleidende motoren overstemde, de ont vangst bij de Academie droeg meer een plechtig karakter. Churchill bevond zich hier op historisch terrein. Met een merkwaardige vitaliteit stapt Churchill, joviaal lachend, uit den wagen. Precies dezelfde Churchill, dien wy in vijf jaar bangen oorlogstijd voor den geest hebben gehad, een sterke, iet wat gebogen figuur met karakter in elk van zijn gelaatstrekken. Twee dochtertjes van prof. Cleveringa boden hier aan mevr. en Mary Churchill elk een tuil lelietjes-van-dalen aan. Vlak achter den stoet passeerde de Koninklyke auto, waarin Prinses Ju liana en Prins Bernhard waren gezeten, de Academie, luide toegejuicht door het in de Kloksteeg rijen' dik staande pu bliek. Indrukwekkend was het moment, waarop Churchill de eerewacht inspec teerde van Pro Patria, het weerbare corps van de studentensamenleving, die zoovele van haar beste leden offerde in den geestelijken en militairen strijd. Tot dusverre vormde Pro Patria slechts eerewachten voor buitenlanders, wan neer die van Koninklijken bloede waren, doch ditmaal werd zonder aarzelen be sloten, ook Churchill zulk militair eer betoon aan te bieden, daarmee teeke nend den band, die tusschen ons volk en den grooten Britschen staatsman is ontstaan. En eigenlijk is de traditie im mers niet gebroken? Want het is toch niet juist, dezen hoogen gast, nu zoo nauw met onze Leidsche Alma Mater verbonden, als iemand „uit den vreemde" te betitelen? Meer dan eenig Nederlan der sprak hy vyf jaar lang in onze huis kamers om onze houding te versterken, ons verzet te .stimuleeren, onze beproe vingen te verzachten. Thans dankten zyn gewyde toehoorders hem voor dien onmisbaren steun. In de Senaatskamer van de Academie ontvingen prof. dr. B. G. Escher en prof. nir. J. C. va,n Oven in tegenwoor digheid van den Senaat de eeregasten Winston Churchill, zijn echtgenoote en zijn dochter, den minister van Onder- w'ys, Kunsten en Wetenschappen prof. Van der Leeuw, en den voorzitter van het College van Curatoren, Baron de Vos 'van Steeenwyk. VAN ACADEMIE NAAR PIETERSKERK. Nadat de heer Churchill aan zyn pro motor prof. mr. R. P. Cleveringa was voorgesteld, begaf het gezelschap zich te voet naar de Pieterskerk via Rapen burgKloksteeg. Inmiddels hadden H.K.H. Prinses Juliana en Prins Bern hard, na korten tyd in de Consistorie te hebben vertoefd, in de kerk plaats genomen. Deze tocht van Academie naar Pieterskerk zal voor de betrekke- ïyk weinigen, die er van konden genie ten. voor immer in de herinnering vast verankerd blyven. Imposant was de aanblik van de hoogleeraren in hun waardige toga's, onvergeteiyk was het te zien, hoe de man, ter wiens eere ailen byeenkwamen, in gezelschap van zyn promotor door Leiden's straten wandelde. Churchill, die gekleed was in roode toga met baret het geschenk, dat hy ontvangen had ter gelegenheid van de aanvaarding van zyn eere-doctoraat van de Universiteit van Oxford liep in dezen „wetenschappelyken" stoet naast den rector-magnificus, terwyi mevrouw Churchill begeleid werd door den presi dent-curator en Mary Churchill door ds. Kleyn, lid van het College vap Cu ratoren. Buiten het universiteitsgebouw stond een eerewacht van de Carrousselveree- niging der V.V.S.L. opgesteld. Tydens de korte route naar de Pie terskerk brachten velen den Britschen staatsman, die ditmaal zoo direct in hun nabijheid was, een ware ovatie. Vriendeiyk dankte Churchill naar alle kanten. Precies vyf minuten voor half- vier arriveerde men aan de Pieterskerk. Een uitgelezen gezelschap in de Pieterskerk. In de geheel bezette Pieterskerk was een uitgelezen gezelschap by een om de promotieplechtigheid by te wonen. Reeds noemden wy het Prinseiyk Paar, vergezeld van gevolg. Tevens waren aanwezig alle leden van het ministerie behoudens minister van Schaik, met hun echtgenooten; voorts willen wy noemen den adjudant van HM. de Ko ningin, toegevoegd aan Churchill, kapt. vlieger R. J. E. M. Zlnnicq Bergmann, den Britschen Ambassadeur te Den Haag Sir Neville Bland en Hare Ma- Jesteits gezant te Londen jhr. mr. E. F. M. J. Mlchiels van Verduynen, beiden met echtgenoote, den gezant van Ca nada mr. Pierre Dupuy, den chargé d'affaires van Australië Hood met echt genoote, evenals den chargé d'affaires van Zuid-Afrika Uys, den heer en me vrouw Grey, den heer en mevrouw La ming, en de heeren Gauntlett en Lam bert, allen van de Britsche ambassade in Den Haag, den heer Downs als ver tegenwoordiger -van *de British Councily den Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland *j. A. Kesper, óud-mjnis- ter-president prof. mr. P. S. Gerbrandy, jhr, de Ranitz van de afdeeling hooger onderwys van het departement van O. K. en W.. den prooureur-ge'neraal mr. J. Versteeg, den burgemeester van Aals- tallooze vertegenwoordigers van studen- tenorganisaties en studenten en oud alumni van de Leidsche Alma Mater. By het binnenkomen van de stoet, hetwelk staande door de aanwezigen werd gadegeslagen, speelde Leo Mens op het orgel de „Marsch van de Staten van Holland" en de „Marsch van den jon gen Prins van Friesland", belde even eens ten gehoore gebracht tydens de jongtse dies-viering in de Stadsgehoor zaal Voordien had Leo Mens reeds in- leidingsmuziek ten gehoore gebracht uit de Nederlandsche en de Oud-Engelsche school. Toen het geheele gezelschap in de met door de Aalsmeersche veiling ter be schikking gestelde bloemen versierde kerk had plaats genomeA, richtte als eerste spreker de rector magnificus, prof. dr. B. G. Escher. als volgt het woord tot den promovendus. Toespraak prof. Escher Op 8 Februari 1946, de 371ste verjaar dag van de stichting van onze Univer siteit en de eerste dies na onze bevry- ding, die wy voor een groot deel danken aan Uw wys staatsmansbeleid, kwam de Academische Senaat in voltallige vergadering byeen. In deze vergadering verleende de Senaat op voorstel van de juridische f aculteit, U het doctoraat De rector-magnificus prof. dr. B. G. Escher. honoris causa in de rechtsgeleerdheid. Slechts by uiterst zeldzame gelegen heden verleent de Senaat van de Leid sche Universiteit het eeredoctoraat. Er moet dus wel een bijzondere gelegen heid bestaan, wanneer de Senaat iemand daarmee bekleedt. Op drieërlei gronden kan het doctoraat honoris causa worden verleend: ten eerste, zooals meestentyds het geval is, aan oud-leerlingen op grond van. hun wetenschappeiyk werk; reikt, hetgeen de eenvoudigste vorm is om deze waardigheid uiteriyk te beves tigen. Dit is wel de meest bescheiden wijze om iemand met het eeredoctoraat te tooien, en derhalve is de beteekenis daarvan uitsluitend van inneriyke waarde. ZonnJg weer. De Bilt verwacht tot Zaterdagavond: Morg6n voornameiyk in de Noord*» Hike provincie? tydeUJk wat bewol king. Overigens zonnig weer. Weinig verandering In temperatuur. Zwakke tot matige wind tusschen Noord en Oost. maar ook ons volk kon het ter harte nemen toen Gy verklaarde: „Ik heb niets te bieden dan bloed, inspanning, tranen en zweet". En op de vraag „Wat is ons doel?" antwoordde GLJ: „De overwinning, ten koste van alles, de overwinning ondanks alle geweld, de overwinning, hoe lang en zwaar de weg daarheen ook moge zyn." Lang was deze weg inderdaad, en dik- wyls smal, hy voerde door donkere af gronden voor ons allen, maar waar» schyniyk wel het meest voor U. Mr. WINSTON SPENCER CHURCHILL zooals ook wij hem hedenmiddag bij zijn intocht in Leiden zagen. GU, Mynheer Churchill, schonk ons de gelegenheid, op dezen tienden Mei U met dezen eeretitel te begiftigen. Zoowel voor U als voor ons is dit een historische datum, want onvermyde- ïyk voert hy onze gedachten terug naar 1940. Op dien sohoonen lentemorgen drongen Hitiers horden over land cn door de lucht ons land binnen, ver woesting en dood rondom zaaiend. Die dag was voor ons volk het begin van zware en langdurige beproevingen. Ondanks de onheilspellende dreiging was het op dezen dag, dat de grond slag werd gelegd voor de uiteindelyke overwinning van het goede over de machten der duisternis. Het was op dezen dag dat Gy Premier van GrOot- Brittannië werd, cn de toespraak hield, die reeds thans een plaats in de wereldgeschiedenis heeft veroverd. Zy was gericht tot het Britsche volk, Ik verzoek U, dit eere doctoraat te willen aanvaarden als biyk van diepe erkenteiykheid van onze Universiteit niet alleen, doch tevens van ons geheele volk, voor de diensten die U bewees aan allen van goeden wille. Geiyk Guy Eden kunnen wy een kleine wyziglng brengen ln Uw woorden tot Uw heldhaftige piloten, zoodat zy van toepassing zyn op U: .Nimmer ln de historié waren zoovelen zooveel dank verschuldigd aan één man". De faculteit der rechtsgeleerdheid heeft den dezen taak het meest waar dige, uit haar midden als Uw promotor aangewezen, diegene die op 26 Novem ber 1940 het sein gaf tot het verzet van de geheele Universiteit -tegen onze onderdrukkers. Derhalve verleen ik thans Uw promo tor. prof. mr. R. P. Cleveringa, het recht, U met Uw nieuwe waardigheid te bekleeden. Prof. Cleveringa richtte hierna volgt het woord tot Churchill. Art. 139 der H.O. wet geeft den Se naat der Universiteit het recht den graad van doctor honoris causa te ver- leenen „wegens zeer uitstekende ver diensten". Het is zyn eenig middel tot eerbetoon: en een kostbaar. Hier in Lei- Foto Van Vliet Hf Cl GR FT ^FNAJVS VNIVi HSI1AJIS L.VC D V NO BATAVA t 11 C l OR 1 RA S SAf.VTEVV Jiecorclan un-at yra\nssunis illis aruiU.jzer qaoscum (toftc ncfarxohelium cnuitlusimurn crat qcrezuhuji Tu/ium ccctarc virum. mtcr omnes in at je oom et aetjui cortscrtwiiïa czeccllcntcm.luAihac lihertaluijue caujamjvrtiltrpructenler. tenacitersuftenlanlem lAcoquc cliqm. arlibiw et hisciplinis sincere cclenPis acccrime j~a rente m virum u'eocjuc er tarn. artiPus cc fiscip, hónoralissim urncut nemen Qiiarc. cum nul is pcrsuasiun sit cwn salute arncnslurnam optime mcriiisscbearrimitr rum itiris vpetarem honori#causa creat e ci rcnunliatc. Cuius rei <jtu> sit ccrllor ac tefhütior j(Av. t^.>/puiu hoc publicum maiui Jkectoris d Jlcluaru subscription ct maiorc I nivcrsUwis sujillo conjvrmatum tl IraDcnDiim cuvacimus. Da fu/n ImjDu/u Ratai'orum Die X mensis CïLtii an/u mcMArvr. Xcc/or rna/jn i ficus Jena/us act nanus De bui welke hedenmiddag aan Churchill is uitgereikt bij zijn promotie honoris causais door mej. Erna van Osselen. werkzaam op fret Stedelijk Museum te Amsterdam, op echt perkament gecalUgrafeerd. De latijnsche tekst is door dep rector-magnificus prof. dr. B. G. Escher (links) en door den secretaris van den Academischen Senaat prof. C. van Oven (rechts) onderteekend. Het in een zilveren doos gevatte zegel draagt de in 1917 weer in eere herstelde beeltenis van Pallas Leydensis. Hei perkamenten document kan geborgen worden in een speciaal voor dit doel vervaardigde fraaie lederen koker. meer Peereboom Voller, hét voltallige College van Curatoren, de Senaat, vele personen uit de universitaire gemeen schap waaronder vertegenwoordigers van den wetenschappeiyken staf, den Universiteitsraad, den oud-secretaris van het College van Curatoren mr. P. J. Idenburg en den oud-burgemeester van Leiden mr. van de Sande Bakhuvzen. beiden met echtgenoote, het gemeente bestuur van Leiden, de besturen van Rynland, Kamér van Koophandel, 3 Oc tober-vereeniging, en Sociëteit Amicitia, den garnizoenscommandant van Leiden majoor Deschrevel. predikanten der Ned Herv. Kerk, en vanzelfsprekend ten tweede kan het verleend worden aan personen, die zich in byzondere mate verdienstelijk hebben gemaakt, voor de Universiteit; ten derde bestaat ae mogelykheid het te verleenen aan personen, die door hun geesteiyke kwa liteiten en hun karaktervolle houding den loop der historie in gunstigen zin hebben beïnvloed. Gy, Mynheer Churchill, behoort tot deze laatste en zeldzaamste klasse. Terwyi aan het eeredoctoraat van buitenlandsche universiteiten gewoon- ïyk een uiteriyk teeken van waardigheid als een sjerp of een baret verbonden is, wordt hier slechts een diploma uitge- de prachtige levensbeschryving van den hertog van Marlborough, voert onze gedachten niet naar de rechtsgeleerd heid. Als het dan -toch een rechtsgeleerd doctoraat is, hetwelk de Senaat zyn il- lusteren promovendus toekent, bewyst dit, dat de beweegredenen er voor voor nameiyk elders zyn gelegen. Al laat men in dezen academischen kringmiet gaarne geschiedkundige werken buiten be schouwing by iemands verheffing „in honores", de treffendste verdiensten, die den Senaat als „zeer uitstekend" voor oogen stonden by de vorming van zyn Foto Van Vliet. De promotor prof. mr. R. P. Cleveringa. besluit zyn die geweest van den man, die by uitnemendheid ons opwaarts stuwde van uit het dieptepunt van woedend geweld omstreeks en na het midden van het rampjaar 1940 tot de vestiging van een wereld, die recht boven macht stelt Ongetwyfeld heeft ook het gehoor van den rector-magni ficus het terstond zoo gevoeld, toen het op dien gedenkwaardigen 8en Februari van dit jaar, toen Leiden voor het eerst na zes jaren zyn dies natalis weer bui ten vijandelyken druk herdacht, met een daverend instemmend handgeklap antwoordde op de bekendmaking van het gevallen Senaatsbesluit, dat op dit gewyde oogenblik ten uitvoer wordt ge legd. Het recht heeft voor zyn verwer- keiyking en voor zyn staag nagestreefde Vervolmaking dienaren noodig van ver schillend kaliber: denkers, kunstenaars en stryders. HET RECHT BEHOEFT DENKERS EN DICHTERS. Dat de rechtsoefening denkers en dichters behoeft, daarop wordt reeds gezinspeeld in den eersten titel van het eerste boek van Justinianus' digesten, als hy haar kort naeen betitelt als een kunst en als een wetenschap: een „ars" en een „scienta"; d.wz. als een zaak van ingeving en gevoelsschepping eener- zyds en als hersenwerk anderzijds. Het is hoofdzakelyk het laatste het geen de jurist doet en waarvoor men hean opzoekt. Hy verzamelt, vergeiykt, rangschikt, leidt af; hy beoogt verwer ving van kennis van en inzicht in den groei, de beginselen en den samenhang den wordt er een uiterst spaarzaam ge bruik van gemaakt. Na de promotie van ■HM. de Koningin ln 1925 is het heden voor het eerst dat de Senaat wederom het eeredoctoraat in de rechten uitreikt; ditmaal aan een Britsch staatsman. Dit alles getuigt reeds op zichzelf van het opmerkelijke van dit uur. De zeld zaamheid van de onderscheiding wordt nog geaccentueerd door de faculteit, waarin zij wordt toegekend. Menig ge schrift van belang staat op naam van hem, dien wy vandaag huldigen, doch de aard er van, als b.v. de klare en omstandige beschryving van den eersten grooten oorlog in „The world crisis" en van het recht teneinde op beredeneerde

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1946 | | pagina 1