jEZ. M. de Koningin spreekt tot de
Leidsche Universiteit
Churchill aanvaardt
tot eere-doctor
zijn benoeming
Dr. Van Mook is gereed
Weer 6 loggers
in IJmuiden terug
Treinverkeer ernstig gestoord
Weerbericht
Pascal en de
Leidsche Universiteit
Vrijz. Democratische Bond
besluit tot fusie
Congres van de S.D.A.P.
Spanning rond Indië
Politiek dakloozen bijeen
84ste Jaargang
ZATERDAG 9 FEBRUARI 1946
No. 25700
LEIDSCH
DAGBLAD
Waarnemend Directeur: A Poortman
Hoofdred.: Mr. M B. van der Hoeven
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Telel. Directie en Administratie: 25041 (2 IDnen)
Telet. Redactie: 21507 Gironummer: 67055
Zooals wü gisteren nog met een
enkel woord konden melden, heeft
H.M. de Koningin gistermiddag aan
het hoogtepunt van de Diësviering der
Leidsche Universiteit meerderen luis
ter verleend door de rectorale oratie
van prof. dr. B. G. Escher in de
Stadsgehoorzaal met Haar hooge te
genwoordigheid te vereeren.
Hoewel op uitdrukkelijk verzoek van
het Koninklijk Huis aan dit bezoek van
te voren weinig of geen ruchtbaarheid
was gegeven, was er blijkbaar toch het
een en ander van uitgelekt, althans
toen de auto's tegen 2 uur aan de
Stadsgehoorzaal arriveerden, had zich
daar reeds een vrij groote menschen-
menigte opgesteld, welke door de politie
op eenigen afstand werd gehouden.
Nadat H.M. de Koningin door de
commissie van ontvangst naar Haar
zetel op het podium temidden van de
hoogleer aren (allen gekleed in rok en
toga) was geleid, besteeg de rector-
magnificus, prof. dr. B. G. Escher on
middellijk het spreekgestoelte.
De rector-magnificus spreekt.
Alvorens tot zijn gisteren in korte
trekken weergegeven onderwerp over te
gaan, richtte spr een woord van wel
kom tot H.M. de Koningin, in Wier
tegenwoordigheid op deze eerste Diës
viering na de bevrijding, spr. een nieuw
bewijs zag van Haar bijzondere belang
stelling voor de lotgevallen der Leidsche
Universiteit, Uw verblijf in ons midden,
aldus spr., verleent aan deze plechtig
heid een bij zonderen en stralenden
glans.
De Leidsche Universiteit, aldus spr.
heeft het zich tot een plicht gerekend
steeds den weg te bewandelen ons voor
gehouden bij de aanvaarding van Uw
eere-doctoraat op 9 Februari 1925. De
toen door Uwe Majesteit gesproken woor
den zijn niet alleen van geschiedkun
dige beteekenis gebleken, doch zij heb
ben door den loop der gebeurtenissen
voor de Leidsche Universiteit aan in
nerlijke waarde gewonnen.
„Uit hcldenstriid geboren, teza
men met het Gemeenebest groot ge
worden, maar ook in tijden van
gevaar en tegenspoed trouw en
onvervaard haar deel dragend, blijft
haar naam verbonden aan het beste
wat onze stam vermag te geven".
Leidsche Universiteit beschikt over een
eigen „auditorium maximum" plaats
aan ongeveer 2000 personen.
Spr. gaf vervolgens een korte uiteen
zetting van de richting en werkwijze
van de Civitas en wees erop hoe deze
eerste Diësviering, waarin de Civitas-
gedachte tot uitdrukking komt, op on
dubbelzinnige wijze de behoefte demon
streert, welke alom in den lande onder
de Leidsche oud-alumni wordt gevoeld
aan een sterken band met him Alma
Mater. De ruim 1100 inschrijvingen voor
deze viering leggen daarvan een spre
kend getuigenis af.
Na woorden van eerbiedige hulde te
hebben gebracht aan de nagedachtenis
van prof. Telders en de vele studenten,
die in den strijd der afgeloopen jaren
voor het Vaderland vielen, zeide spr.
dat de Senaat het voornemen koestert
ter eere hunner nagedachtenis een blij
vend gedenkteeken op te richten.
Tenslotte deed spr. mededeeling van
het reeds gisteren door ons gepubliceer
de bericht inzake de verleening van het
eere-doctoraat in de rechtsgeleerdheid
aan den grooten Engelschen staatsman
Winston Spencer Churchill, waarbij
prof. mr. R. P. Cleveringa t.z.t. als pro
motor zal optreden.
Er volgde op deze mededeeling een
langaanhoudend applaus, waarna prof?
Escher een aanvang maakte met zijn
gisteren in korte trekken weergegeven
rede over .,De asymmetrische gedaante
van de aarde en haai oorzaak".
Na afloop dezer oratie zong het Leidsch
Studenten Zangkoor „O Leyda gra-
ciosa" van Corn. Schuyt, waarna HM.
de Koningin het spreekgestoelte betrad
tot het uitspreken der navolgende rede.
REDE VAN H.M. DE KONINGIN
Mijne Heeren, leden van de Commissie
van Herstel, mevrouw cn heeren pro
fessoren,, studenten en oud-alumni, en
mede gij allen, die deze bijeenkomst met
Uwe tegenwoordigheid vereert.
Mijnheer de Rector-Magnificus.
Het is niet onder woorden te bren
gen, wat er in Mij omgaat, nu Ik van
deze plaats als Nederlander en als na
komeling van den stichter dezer Univer
siteit, op den eersten Diës na de bevrij
ding van ons Vaderland, het woord tot
U richt.
Andermaal heeft Leiden getrouw aan
zijn groot en roemrijk verleden tegen
een overmachtigen vijand in een hope
loos schijnenden strijd, standgehouden.
Geboren uit onzen grooten vrijheids
strijd, is de Leidsch Universiteit een
Dankbaar ook gedenk Ik het verzet
aan de andere universiteiten, waar
door na de sluiting van Leiden de
strijd werd voortgezet.
Als lichtend voorbeeld van de over
winning van den geest over alle duis
ternis en lijden staat -daar in onze ge
dachten de moedige, onverschrokken,
edele Telders, aan wiens nagedachtenis
Ik eerbiedig hulde breng.
Een ander onherstelbaar verlies leed
de Universiteit door het heengaan van
den trouwen vaderlander, den fijnen
Europeeschen geest, professor Hui-
zinga.
Zy die heengingen hebben het beste
van hun geestelijk bezit aan de uni
versiteit geschonken.
In het volle besef van uw dubbele
taak om, behalve het van ouds be
roemde brandpunt van wetenschap.de
opvoerder te zijn van de geslachten,
waaraan eenmaal de toekomst van ons
Vaderland toevertrouwd zal worden,
hebt gij, hoogleeraren, in nauwe sa
menwerking met de studenten, in de
bezettingsjaren gezocht naar wegen,
waarlangs het universitaire leven tot
nieuwen bloei zou kunnen geraken, en
waardoor de band tusschen hoogleera
ren, studenten en afgestudeerden zou
kunnen worden versterkt en aange
haald.
Gij hebt die plannen, zooals zij in
bezettingstijd gerijpt zijn verwezenlijkt
in uw Civitas Academica, die thans
voor het eerst naar buiten treedt.
Gedurende de komende dagen zullen
studenten, professoren en oud-alumni
uit alle deelen des lands, getuigenis af
leggen van hun wil te komen tot een
ware universitaire gemeenschap.
Met veel belangstelling nam Ik ken
nis van dit streven.
Studenten, zware druk heeft de be
zetting op uw jonge levens gelegd, veel
hebt gij voor het Vaderland geofferd.
Met weemoed gedenken wij uw kame
raden, die voor onze zaak gevallen zijn.
Dat de voor u liggende jaren u, naast
uw studie, de onbezorgdheid mogen
schenken, die de studententijd als geen
ander tijdperk in uw leven kan geven.
Hebt vertrouwen in de toekomst, die
gij zult moeten opbouwen.
Wij ouderen vertrouwen op u.
Het Vaderland heeft u noodig.
Zoo vat Ik thans op dezen Dies Mijn
wenschen samen: moge de Leidsche
Universiteit een roemrijke en bloeiende
toekomst tegemoet gaan, in contact met
het leven zich steeds vernieuwend, en
steeds handhavend haar traditie als
bolwerk in ons Vaderland van vrijheid
en recht, gedachtig de zinspreuk
Praesidium Academia Lugduno-Batava
Libertatls.
Een daverend applaus weerklonk na
deze laatste woorden, dat, terwijl allen
zich van hun plaatsen verhieven, over-
DE BESPREKINGEN KUNNEN
BEGINNEN.
A.NP.-Aneta meldt uit Batavia:
Dr. Van Mook heeft gisteren ver
klaard dat hij gereed is om de onder-
Handelingen met de vertegenwoordi
gers van Nederlandsch-Indië te begin
nen. Hij hoopte dat de besprekingen
binnen enkele dagen een aanvang
kunnen nemen.
In een persconferentie verklaarde dr.
Van Mook van meening te zijn, dat de
parlementaire commissie uit Nederland
de onderhandelingen in geen enkel op
zicht nadeelig zal kunnen beïvloeden,
i daar volgens hem de commissie slechts
ten doel heeft haar leden in staat te
stellen een juister en klaarder beeld te
i verwerven van de gebeurtenissen in
Indië.
„Ik heb", ging hij voort, „den indruk,
dat de komende dagen ons een oplos
sing zullen brengen,"
(Van een bijzonderen medewerker)
De sleepers Helga, Tonijn en I. S.
Groen, die reeds gedurende vele maan
den in dienst zijn van het bureau „Te
ruggave visschersvaartulgen" kwamen
gisteren in IJmuiden binnen met 6
loggers op sleeptouw, nl. de Sch. 339,
Sch 342, Sch. 70, Sch 223, Sch. 67 en»
VI. 121. De sleepers hadden de loggers
uit Cuxhaven en Lübeck gehaald. Alle
schepen bevinden zich in een verwaar
loosden toestand.
Het convool had door den hevigen
storm een moeilijken overtocht. Vol
gens mededeeling van opvarenden der
sleepers liggen in Hamburg nog 6 en
in Kiel nog 18 loggers om naar ons land
te worden gesleept. Ook de stoom
trawler Aneta zou in Kiel klaar liggen
voor de reis naar IJmuiden.
DIJKVERZAKKING BIJ DEVENTER.
Door den zwarcn regenval is bij de
noodspoorbrüg te Deventer een deel
van het dyklichaam verzakt, waardoor
het treinverkeer op de lyn Apeldoorn-
Deventer moest worden gestaakt. In
verband met het slechte weer is
herstel voorloopig onmogelijk; inte
gendeel, de verzakking neemt gelei
delijk grooter vormen aan.
Nadat de trein van 12.38 naar Apel
doorn gisteren nog langzaam over de
brug gegaan was, werd besloten het
verkeer stop te zetten. Treinreizigers
van en naar Deventer en Twente wor
den vervoerd met ussen Twello
Deventer. Het treinverkeer, dat met
groote vertraging gepaard gaat, wordt
via HattemerbroekZwolle geleid. Men
vreest, dat bij verdere waterstijging de
schipbrug bij Deventer zal uitvaren,
waardoor alle verkeer met het Oosten
stopgezet wordt.
Bij Hedel en Westerfoort zijn de
schipbruggen wegens den hoogen wa
terstand bulten gebruik gesteld.
Het verkeer, dat aangewezen is op de
brug van Hedel, wordt aangeraden vla
den Moerdijk of wel via Nijmegen—
Arnhem te gaan.
Het verkeer, dat gebruik moest maken
van de brug bij Westervoort wordt voor
zoover het licht verkeer betreft via
Doesburg en voor zoover het zwaar ver
keer betreft via Zutphen geleid.
De „Noordam"
met repatrieerenden te Suez
aangekomen.
Het motorschip „Noordam" Is met
1624 repatrieerenden aan boord op 8
Februari te Suez aangekomen. Hier
onder bevonden zich 690 mannen, 610
vrouwen en 324 kinderen. Zoodra de
passagierslijst in Nederland is aangeko
men, zal deze ter kennis van het pu
bliek worden gebracht.
Foto genomen in de Stadsgehoorzaal tijdens de plechtige herdenking van den 371sten
Diës natalis der Leidsche Universiteit. Ds. F. Kleyn, lid en dr. J, C. barofi. de Vos van
Steenwijk, voorzitter van het College van Herstel der Academie, HM. de Koningin, de
rector-magnificus, prof. dr. B. G. Escher en de secretaris van den Academischen Senaat,
prof. mr. J. C. van Oven (v. 1. n. r.) luisteren aandachtig naar den zang van het Leidsch
Studentenizangkoor. Foto v. Vliet
Deze destijds uitgesproken verwach
ting heeft ons hooge plichten opgelegd:
opvatting van de groote meerderheid
overeenstemming waren met de plichts-
pochting van de groote meerderheid
van de leden van den Academischen
Senaat.
Volvolgens herinnerde prof. Escher
aan de oprichting van de Stichting
„Pro Civitas Academica Lugduno Ba-
tava" op 16 November 1945, gaf een
verklaring van de reden, waarom deze
plechtigheid in deze zaal plaats vond en
verbond daaraan den wensch, dat de
tijd niet verre meer moge zijn, dat de
De Bilt verwacht tot Zondagavond:
Rustiger weer, aanvankelijk nog
krachtige later tot matig afnemen
de en naar Noordwest of West te-
rugloopende wind. Vooral vannacht
langs de kust nog buiïg, normale
temperatuur voor den tijd van het
jaar.
symbool, ja, meer nog dan dat, een deel
van onze vrijheid zelf.
Zij is het levend getuigenis, dat in
één der donkerste uren van den strijd
om onze onafhankelijkheid volhoudend
geloof en onbuigzame vrijheidszin aan
Leiden's burgerij de kracht gaf om den
ongelijken strijd tegen den vijand vol
te houden.
In het najaar 1940 ontsloeg de be
zetter de Joodsche ambtenaren en
stootte daardoor een der fijnste geesten
van de Leidsche Universiteit uit zijn
ambt.
Toen waart Gij het, professor Cleve
ringa, die. de roeping der Leidsche
Universiteit indachtig met Uw van
moed getuigend gloedvol protest de
fakkel van recht en gerechtigheid om
hoog hebt geheven, zichtbaar voor
landgenoot en vijand.
Dit protest Is de klaroenstoot geweest
tot een feilen strijd met alle ter beschik
king staande middelen gevoerd, tegen
ombuiging van het recht en knechting
van den geest.
Uw initiatief op dat historische
oogenbllk deed ons volk opnieuw be-
sefen. wat het aan Leiden heeft.
De dank van het Vaderland breng
Ik daarvoor van deze plaats aande
Leidsche Academie.
Censuur op burgerlijk
postverkeer met Ned. Indië
stopgezet.
De regeeringsvoorlichtingsdienst maakt
bekend, dat de regeering opdracht heeft
gegeven de censuur op de burgerlijke
in- en uitgaande post van en naar Ne
derlandsch-Indië stop te zetten.
Men herinnert zich. dat de minister
president op 31 Januari in de Tweede
Kamer heeft medegedeeld, dat er alleen
censuur op de militaire post werd uit
geoefend. De onnauwkeurigheid in deze
mededeeling is veroorzaakt, doordat op
dat oogenblik de minister-president
reeds zijn instemming had betuigd met
vermelde stopzetting, doch het hem on
bekend was, dat de daartoe noodige op
dracht nog niet was uitgegaan.
ging in een met ondersteuning van het
studentenkoor gezamenlijk gezongen
Wilhelmus.
De receptie.
Terstond hierop verliet H. M. de
Koningin, in cortège gevolgd door het
college van Herstel, rector en secretaris,
de leden van het gevolg, HM.'s secre
taresse en mevrouw Escher, de leden
van den Senaat, de dames der hoog
leeraren, leden van den Universiteits
raad en verdere gasten de zaal, waarna
in den Foyer de rector-magnificus een
drukbezochte receptie hield, waar HM.
als eerste Hare gelukwenschen aanbood.
Dit voorbeeld werd door velen ge
volgd o.&. door de heeren M. G, Ver-
wey, loco-burgemeester, wethouder J.
C. van Schalk en mr. N. J. Rowaan
namens het Gemeentebestuur.
Dank zij de goede zorgen van den
Dienst van Gemeentewerken was inde
zaal een stemmige versiering van ta
pijten en palmen aangebracht. H.M.
ae Koningin onderhield zich hier nog
met meerdere professoren, te weten de
hoogleeraren Kloeke, Van der Klaauw,
Gorter, P. de Boer en Boeke en vertrok
na een kwartier, luide toegejuicht door
de ondanks den stroomenden regen op
de Breestraat verzamelde menigte.
Pascal, het bekende „rekenwonder"
maar een ónder, dan de groote
Fransche philosoof. aan wien ge
wellicht zoudt denken! demon
streert thans hier ter stede verbluf
fende staaltjes van geheugen, en
getallentechniek.
De gedachten van dit „natuurta
lent" dwarrelen sinds zijn jonge
jaren steeds rond rekenkundige for-
mule's, logarythmen enz. Een merk
waardig phenomeen, wiens presta
ties men met belangstelling volgt.
Wat de Leidsche Universiteit be
treft, daaromtrent gaf hij onmid-
delijk de volgende Interessante
cijfers:
De oprichtingsdatum 8 Februari
1575, viel op een Dinsdag.
De Academie bestaat dus thaps
135.495 dagen 3-251.830 uren,
195.112.800 minuten of 11.706.768.000
seconden.
Maak U de speciale methodiek
van Pascal eigen en ge kunt hem
zóó controleeren!
Behoudens de vaar jool der tweede
jaars studenten, welke in letterlijken en
figuurlijken zin in het water viel, von
den de daaropvolgende traditioneele
onderdeelen der Diès-viering binnens
huis plaats, nl. een officieele ontvangst
van den rector en het Collegium in de
Sociëteit „Amicitia" en gemeenschap
pelijke maaltijden van de hoogleeraren,
studenten en oud-alumni.
De eerste vond plaats in restaurant
„De Doelen", waar de studenten hun
leermeesters gisteren middels den ge-
bruikelijken fakkeloptocht een serenade
brachten. De Postharmonie vroolijktc
dezen korten marsch door de stad op.
Naar wij vernemen heeft Chur
chill in antwoord op het hem ver
leende eere-doctoraat in de rechts
geleerdheid bericht, dat hij deze
onderscheiding gaarne zal aan
vaarden en t.z.t. naar Lelden hoopt
te komen, teneinde de daarbij be-
hoorende bul In ontvangst te
nemen.
Gezien het formaat van onze
krant mogen wij voortaan iederen
Zaterdag met vier pagina's uit
komen.
Wij zullen trachten de aantrek
kelijkheid van ons Blad dien dag te
vergrooten door het opnemen van
korte verhalen, puzzles en bijzon
dere artikelen.
VOORSTEL MET GROOTE
MEERDERHEID AANGENOMEN.
In het congres van den Vrijz. Dem.
Bond zeide de afgevaardigde van de
af deeling Deventer dat vooral op het
platteland vele V.D.-ers niet wenschen
op te gaan, in een nieuwe partij.
Zal de V. D. vandaag opgeheven wor
den, dan zal onmiddellijk een nieuwe
V. D. worden opgericht.
Oud-minister Oud voerde een plei
dooi ten gunste van de nieuwe Partij
van den Arbeid. Zijn, herhaaldelijk door
Interrupties onderbroken, betoog, werd
tenslotte geestdriftig toegejuicht.
Mr. Joekes kwam op tegen een voor
stel inzake samenwerking in federatief
verband omdat de partij dan weer af
zonderlijk bij de verkiezingen moet op
treden. Het doel zal dan niet bereikt
worden.
Vervolgens besloot het congres met
143 tegen 11 stemmen het voorstel van
fusie te aanvaarden. Tegen stemden de
afdeellngen Wieringen, Winschoten, De
venter en Diepenveen.
Aangewezen werden als voorloopige
bestuursleden van de nieuwe partij de
heeren mr. A. M. Joekes, mr. P. J. Oud,
prof, mr. R. Kranenburg en H. Harmsen
Aangenomen werd een motie van de
afd. Assen, waarin gewezen werd op
den noodtoestand bij het onderwijs op
het platteland, waar geen onderwijzend
personeel kan worden verkregen. Bij de
regeering wordt er op aangedrongen in
dezen noodtoestand te voorzien.
HET VOORSTEL INZAKE DE
„PARTIJ VAN DEN ARBEID"
AANGENOMEN.
Het congres der S.D.A.P. heeft met
algemeene stemmen het voorstel inzake
de .Partü van den Arbeid" aangeno
men.
De heer Vorrink zeide, in antwoord
op diverse vragen dat de S.D.AP. geen
enkele concessie heeft gedaan. Zij zal
zeker in het presidium van de nieuwe
partij worden opgenomen. Of de voor
zitter nu persé een oud-S.D.AP.-er is,
vond spr. minder belangrijk.
De 1 Mel-dag-vlering zal geen moei
lijkheden baren. De bedoeling is zeker
niet gescheiden van de N.V.V.-arbei-
ders op te trekken.
Verworpen werd een voorstel Hame
link om in de gewestelijke afdeelingsbe-
sturen een gelijke stemmenverhouding
te krijgen, als in het hoofdbestuur.
De verkiezing van het partijbestuur
had tot resultaat dat K. Vorrink. mevr.
E. Ribbius-Peletier en C. Woudenberg
bij enkele candidaatstelling werden her
kozen, De heer Van Ek uit Ede trok zijn
candldatuur in. Over zeventien be
stuursleden moest worden gestemd.
Als uitslag van de verkiezing bleek
het nieuwe partijbes'tuur te zijn samen
gesteld uit: de drie genoemden en
voorts uit: ir. J. W. Albarda. mr, J. A.
Burger, W. Drees, mr. M. v. d. Goes v.
Naters, D. Heroma-Meilink, J. v. d.
Kieft, C. van Lienden, ir. S. L. Mans-
holt, L. N. Palar, M. A. Reinalda, J. H.
Scheps, mr. G. Slotemaker de Bruine,
dr. N. Stufkens, K. Toornstra, J. Tuin,
mr. dr. J. in 't Veld. ir. H. Vos.
f Ondanks zijn eeuwenoude cul-
tuurkringen is Azië, na de schit
terende bloeiperioden in som
mige centra, tot het koloniale
werelddeel geworden, lang voor Afrika
„veroverd" werd. Japan sloot zich her
metisch af, maar overigens werden overal
de oorspronkelijke bevolkingen onder
worpen aan de Europeesche heerschers.
Terwijl ongeveer 1880 de modern-im
perialistische fase begon in de wereld
geschiedenis en Afrika werd opgedeeld,
begon in het verre Oosten een réveil.
Japan ontwaakte uit zijn letharglschen
slaap, brak met zijn mlddeleeuwsche
vormen en werd eerst recht het land
van de rijzende zon. Overal brak de
openstelling, ook weer veroorzaakt door
de Westersche machten, zich baan en
Japan begon het Westen te imiteeren.
Legerorganlsatle en staatsregeling van
Pruisen, het vlootprogram van Enge
land, dit alles werd overgenomen en
voor Japan pasklaar gemaakt. Japan
wilde een grootmacht worden.
En Japan werd een grootmacht met
alle waanideeën van den parvenu. Waar
werd de leus het eerst aangeheven: Azië
voor de Aziaten? Beteekende deze leuze
in feite niet: Azië voor Japan?
De verschrikkelijke Jaren 1941-1945
hebben hét ware gelaat van deze fascisti
sche, machtsbezeten Aziaten getoond.
Erger dan hun leermeesters, omdat de
Westersche leuzen geborduurd werden
op een Oostersch stramien. En overal,
waar dit gebeurt, ook in ons Indië, ont
popt zich een hybridisch wezen.
Intusschen is door de opkomst van
Japan en door de invoering van ethische
begrippen in de koloniale politiek geheel
het probleem naar voren gekomen en
is het bewust gaan leven in de landen
van het Oosten. De drang naar vrijheid
leeft evident in de bovenlaag van alle
„koloniale" gewesten.
Niet alleen Nederland zit dus met het
probleem, Frankrijk en Engeland even
zeer. En het is juist de algemeenheid
van het vraagstuk, die een oplossing
voor onze Regeering moeilijk maakt. Nie
mand ontkent dit.
Maar niets kan bij den Nederlander,
wien het Indische vraagstuk ter harte
gaat, den twijfel wegnemen, of de Re
geering het Nederlandsche standpunt
met die kracht verdedigt, die noodig is.
Ik zeg. het Nederlandsche standpunt.
Wij twijfelen er niet aan, dat de be
paalde visie verdedigd wordt, maar klinkt
de stem van het Nederlandsche volk in
zijn geheel door? Wie durft, zooals nu
de zaken liggen met de wel heel late Ka
merverkiezingen. soreken over een
„meerderheid" voor bepaalde ideeën? WIJ
pretendeeren dat niet. Maar te doen,
alsof er maar één meening heerscht en
op de bestaande plaats alleen die mee
ning verdedigen trekt het beeld scheef.
Engeland heeft in het Verre Oosten
enorme belangen; Voor-Indië is in gis
ting, al jaren. Nu onder dwang van an
deren een oplossing /.oeken in een rich
ting. die Engeland ?.p] f niet wilde gaan,
is toch wel tamelijk ver gezocht. Ons
standpunt is toch niet oneervol ons
doel toch niet misdadig. Zou men in En
geland en Amerika genoegen hebben ge
nomen met de geheime overrompelings-
politlek, welke onze Regeering voert? Is
onze democratie dan zwakker dan el
ders?
Dit vraagstuk kan en mag alleen wor
den opgelost door ons allen. En de min
derheid, zoo deze duidelijk biykt. zal zich
goed democratisch moeten schikken. Het
woord van onze Landsvrouwe moet uit
gangspunt zijn van ons handelen en dat
mag het buitenland best weten. Maar
dan houde men zich aan dat woord;
dan verdedige men dit woord, overal en
luid, hier en op de internationale con
ferenties.
wy willen, dat gehandhaafd biyve de
Rykseenheid, tot heil van Indië zelf en
dat ons gezag worde gehandhaafd tegen
over hen. die hun eigen belangenspel
spelen. Het gaat om groote, het gaat
om levensbelangen en onze historische
roeping. Daar hebben alleen wy mee te
maken en dat moet vastgesteld worden
in eeriyke. open gedachtenwlssellng.
KATHOLIEKE VOLKSPARTIJ.
In een vergadering van den party-
raad der Kath. Volksparty werd be
sloten dat het aantal leden van het
dagehjksch bestuur ten minste 5 en ten
hoogste 15 zal bedragen. Tenminste
eenderde deel daarvan moet voortko
men uit den kring der afgevaardigden.
Het is de bedoeling, dat voor de ko
mende perioden het aantal leden van
het dagehjksch bestuur op twaalf vast
gesteld wordt. De leeftydsgrens om tot
het lidmaatschap te kunnen worden
toegelaten, wordt gebracht van 25 Jaar
op 21 Jaar.
Te Amsterdam is onder voorzitter
schap van mr. Van Walsum een ver
gadering van politiek dakloozen gehou
den. Na een rede van prof. Schermer-
horn werd de volgende resolutie aange
nomen:
belangstellenden in de plannen tot
oprichting van de Party van den Arbeid,
die niet behooren tot de S.DA.P., V.DJ.
of C.D.U, in het congres byeen op 8
Februari 1946 te Amsterdam, gehoord
de toelichtingen van deze plannen en de
gedachtenwlssellng daarover, overwe
gende, dat de opzet van deze party de
mogeiykheid schept, dat Nederlanders
van uiteenloopende geloofsovertuigln en
levensbeschouwing op politiek terrein
kunnen samengaan op zoodanige wyze,
dat hun opvatting omtrent het verband
tusschen politiek en levensbeschouwing
ten volle tot haar recht kan komen, dat
het beginselprogram en het urgentie
program der party gekenmerkt wordt
door een sociallstischen geest, welke
aanknoopt by den zedebjken gerechtig-
heidsdrang in het vroegere socialisme,
maar, bevryd van historische doctrines,
in een nieuwen tijd naar een nieuwe
vormgeving zoekt, dat de party alle
recht iaat wedervaren aan de nationale
waarden, die ons volk onder den druk
van de Dultsche overheersching meer
dan ooit dierbaar zyn geworden, dat de
party derhalve mag worden beschouwd
als een nieuwe party, hetgeen ook in
nieuwe symbolen tot uitdrukking zou
moeten komen, vertrouwende, dat by
de samenstelling van de organen der
party en van haar candidatenlijsten op
royale wijze plaats zal worden inge
ruimd voor personen, niet behoorende
tot de party, die als zoodanig hebben
deelgenomen aan het overleg, dat tot
de oprichting van de Party van den
Arbeid heeft geleid, spreken hun vreug
de uit over de totstandkoming van de
Party van den Arbeid en besluiten tot
die party toe te treden