getroffen worden, het raap zaad, dat immers den aanvoer van uw vet moet waarborgen of het graan wordt afgesneden, of wan neer boerderijen in brand worden gestoken ia, Nederlanders, denkt er eens over na: :s dat eigenlijk de commune, die zich daar aan meldt en binnen wil komen? Het is mij volkomen duidelijk, dat dit zeer gecultiveerde land. dat het grootste aantal menschen op zijn gebied voedt, dezen tijd slechts bij uiterste discipline kan doorstaan en dit druk ik u op het hart, want om uwentwille moet de dis cipline gehandhaafd worden. Het is geen daad van vader landsliefde. wanneer heden iemand zijn levensmiddelen en graan, zijn boter enz. verdonkere maant en niet naar de ordelijke distributie toeleidt. Het zün alle maal maar egoistische voorwend sels voor den enkeling, die meer geld wil ontvangen dan zijn volks genoot, die zijn levensmiddelen op ordelijke wijze aflevert, of het zijn egoistische motieven voor den ander, die juist op kosten van den ander beter wil leven. Het voorwendsel, dat daardoor af breuk gedaan wofdt aan het Duitsche Rijk, is valsch. want ik kan u zeggen: zoo groot zijn de door Duitschland gestelde eischen in het geheel niet. dan dat zij niet onder alle omstandigheden kunnen worden nagekomen en gegarandeerd. In feite komen zij overeen met hetgeen de bezet tende macht volgens de Haag- sche Conventie inzake den oor log te land. kan opeischen en voorts vormen zij in zekeren zin een tegenwicht voor hetgeen den arbeiders toekomt, die bui ten het land werken. De clan destiene handel moet door u be streden worden en in dit opzicht zijt gij volkomen souverein. Wan neer de Nederlanders niet willen, is er geen clandestiene handel, want de eerste verkooper van een clandestien artikel op het gebied van levensmiddelen moet altijd een Nederlander zijn. Wan neer de Nederlander de volksche discipline handhaaft, bestaat er geen clandestiene handel. Opdat echter juist hier de eigen disci pline en de eigen verantwoorde lijkheid volkomen worden gega randeerd. heb ik met den heer Wehrmachtsbefehlshaber afge sproken. dat niemand de Neder - landsche uitvoerende macht zal tegenhouden, wanneer zij een zwarten handelaar vervolgt. Het zal niet voorkomen, dat de een of andere Duitsche dienstinstan- toe. of de een of andere Duitscher zegt: „Neen de man mag niet vervolgd worden, want hy heeft aan my verkocht". Dat zal niet gebeuren. „ER WORDT MATELOOS OPGEHITST. Kameraden! De ophitsing komt van den overkant. Er wordt ma teloos opgehitst en er worden door den overkant ook aanwij zingen verstrekt. Maar ik moet u terstond zeggen: ik zou dat niet heel ernstig opvatten, wanneer wij normale tijden hadden, voor zoover men, in een toestand van oorlog, normale tijden kan heb ben. Integendeel, ik heb kunnen constateeren, dat hetgeen daar ginds wordt omgeroepen zoo dom is, dat ik mij genoodzaakt zie het hier en daar via onze pers bekend te maken omdat er im mers in de radio niet naar mag worden geluisterd. En ik wil het ook in de toekomst zoo laten. Deze onvrijwillige medewerkers van den Oranjezender moeten met het grootste succesnummer voor u niet verloren gaan. Maar de toestand is anders. Wij moe ten er rekening mede houden en wij houden er rekening mee, wel licht zelfs meer dan onze tegen standers, dat zij toch eens hier verschijnen om tot een aanval over te gaan. En voor dat geval heb ik u reeds gezegd: wij moe ten voorzorgsmaatregelen nemen tot het uiterste WAAROM DE RADIO-TOE STELLEN IN BESLAG GENOMEN WORDEN. Het zou kunnen gebeuren.dat de een of ander en bepaalde kleine groepen zich door gegeven aanwijzingen laten verleiden en door hun voorbeeld anderen meesleepen. Dan zou er een on zegbaar en niet te overzien on geluk over Nederland losbarsten. Niet voor de Duitschers, maar voot hen. die toch eigenlijk in dat geval met leege handen voor soldaten staan, die de beste wa penen tor wereld in handen dra gen. Ziet u, ik wil verhinderen, dat er een ongeluk geschiedt. Dit heeft mij na zeer lange overwe gingen ei toe gebracht, de radio toestellen in beslag te laten ne men. Kameraden, er is geen en kel motief aanwezig om dat toe te juichen. Ik schroom zelfs niet met elkeen hierover in discussie te treden. Ik maak mij in het geheel niet bezorgd om met de heeren ginds in Engeland, ook voor het volk in discussie te tre den >vant ik weet, dat eens, zelfs al zou het nog jaren duren, de goede zaak, die wij vertegen woordigen, zal doordringen. Hoe wel de rechtsvoorwaarden aan wezig waren om de radiotoestel len zonder schadeloosste.lmg in beslag te nemen heb ik gelast, dat er een schadeloosstelling ge geven zal worden, zooals deze in de huidige omstandigheden op eenigerlei wijze mogelijk is. Dat ik u, nationaal-socialisten, echter niet bij deze actie betrek, dat" spreekt van zelf, want gij staat bij ons en wij staan bij u. WAT MOEST ER MET DE STAKING BEREIKT WORDEN? Laten wij ons nog eens afvra gen, wat er met deze staking be reikt moest worden. Moest er be reikt Worden, dat wij, Duitschers toegeven? Wellicht ben ik soms te lankmoedig geweest. Ik heb dit oordeel scherp moeten corrigeeren Of was het het doel van deze staking, er voor te zorgen, dat thans plotseling de Engelschen toen hier zouden komen? Nu, het gepraat over dit tweede front heeft juist midden in deze onrus tige dagen een drastische belich ting gekregen. Daar kwam n.l. op eens een medewerker van radio- Oranje aan het woord, die ver klaarde, dat dit natuurlijk een zeer bedenkelijke zaak is. Want wanneer zulk een onderneming mislukt, zou dat een catastrophe zijn. Wij weten, aldus de spreker van radio-Oranje, dat de Duit schers hier in het Westen, tien tallen divisies hebben. Wij kun nen daarom in het geheel niet zeggen, of wij dit jaar nog een tweede front zullen kunnen ves tigen. JJ ziet dus, dat ik u de wijs heden van den Oranje-zender in het geheel niet onthoudt. Ik ge loof dat een misrekening inzake de militaire positie wellicht ook de aanleiding geweest is, dat. de een of ander zijn discipline niet bewaard heeft. Het begrip Afrika speelt hierbij een groote rol, om dat men meent, dat de gebeurte nissen in Afrika, die voor ons Duitschers, zeer smartelijk zijn, zoo iets als een beslissende stra tegische nederlaag zouden zyn. Xk wil u dat eens nauwkeurig ver klaren. Wanneer Tunis voor den strijd om Europa beslissend zou zijn, weest u er dan van verze kerd, dat de Fiihrer deze plaats in het jaar 1940 had bezet en zoo danig had versterkt, dat niemand zich daaraan had kunnen ver grijpen. Maar de toestand was anders. Toen de gebeurtenissen in No vember en bij de jaarswisseling van 1942 zich begonnen af te teekenen, moest de Führer tot zich zelf zeggen: „Thans hebben de Engelschen en Amerikanen al zooveel troepen en materiaal geconcentreerd, dat zij er ergens op willen losslaan. Toen heeft hij den tegenstander het strategisch initiatief ontnomen door naar Tunis te gaan. Anders zou de vijand n.l. waarschijnlijk ik geef het openlijk toe op het voor ons niet aangename tijd stip van het vroege voorjaar van dit jaar, met drie of vier legers, die hij thans bijeen heeft, ergens een landingspoging op het con tinent gedaan hebben, wellicht hier in het Westen. Zoo heeft de Führer den vijand gedwongen al zijn materiaal en wat hij aan troepen op eenigerlei wijze kon missen, te gebruiken in Afrika, dus aan den overkant van onze pantsergracht, de Middelland- sche Zee, in het Zuiden, en daar den aanval te openen op een kwalitatief superieur, numeriek echter slechte onbeteekenend deel van onze weermacht. In één woord, de Führer heeft in stra tegisch opzicht zes maanden ge wonnen door het feit, dat hij naar Tunis gegaan is, zes maan den, welker verlies onze tegen standers bitter moeten betalen, want inmiddels is Europa on aantastbaar geworden. Ja. Duitsche en Nederlandsche kameraden, ik zou de zaak eens omgekeerd willen zien. Hoe zou den wij dan de kansen van onze tegenstanders in het algemeen kunnen beoordeelen, wanneer het hun na zes maanden tijds en na het opofferen van zooveel men schen en zooveel materiaal niet eens gelukt zou zijn het voorter rein te zuiveren. Dan zouden wij immers thans reeds kunnen con stateeren, dat de tegenstanders den oorlog verloren hebben. U moet u eens voorstellen, dat wij thans niet alleen eenmaal, maar vijf, zes, of tienmaal zulk een Tunis kunnen verdragen, waarbij wij de binnenste linie en den veiligen aanvoer hebben, en de tegenpartij over zee moet komen, over de zee, waarin zich onze duik. booten bevinden en waarheen onze bommenwerpers van de be schermde en veilige vliegvelden van het binnenland altijd weer kunnen losstormen. Landingen aan de kust zijn niet eenvoudig. In ieder geval zijn zij tot dusver noch in den eersten noch in den tweeden wereldoorlog ooit aan de Engelschen of Amerikanen gelukt en daar zal het by blijven. DE BOMAANVALLEN OP DUITSCH GEBIED. Wellicht speelt ook nog iets an ders een rol. Wellicht zegt men tot zichzelf dat die bomaanvallen op Duitsch gebied mettertijd toch invloed zullen hebben. Welnu, na tionaal-socialisten, daarover kan ik u een ding zeggen: de plannen, die wij voor onze wapenindustrie hadden, voorzagen in een be paalde productie van wapenen. De bomaanvallen van onze vijan den zijn niet alleen niet in staat geweest de uitvoering van deze plannen te verstoren, doch on danks alle bomaanvallen is de productie aan wapenen van de meest waardevolle soort, grooter geweest, dan onze plannen voor zagen. Misschien zal men echter zeg gen: de bevolking wordt murw Wanneer men na een bomaanval in een Duitsche stad komt, dan hebben de bewoners zich zeer snel weer hersteld. Dan zijn zij nog veel harder en vastberadener in een toorn van wraak om hun uiterste kracht te geven. En daar komt nog iets by. De menschen, die thqns in Duitschland hun be zit en 'hUir inrichtingen verloren hebben moeten tot zichzelf zeggen dat zij deze bezittingen slechte kunnen terugwinnen, wanneer Duitschland overwint. En daar om de uiterste krachten inspan nen, ook uit verstandelijke over tuiging, om vol te houden en al vallen er nog zooveel bommen, toch vol te houden tot de over winning is behaald. Bedenkt u het gevoel van trotsch dat wij hebben, wanneer wij ons voor oogen houden, hoe de Duitsche soldaten daar ginds in die woestijn, ver verwijderd van hun dichtst-bijgelegen steun- punten en in Stalingrad, zich gehandhaafd hebben. Hoe hebben zij zich in die geïmproviseerde stellingen ginds overzee, in Tunis, gedragen en hoe zijn de Engel schen in de jarenlang versterkte en bovenmatig bewapende vestin gen te Singapore of de Amerika nen op Corregidor er van door gegaan. Jawel, wij zyn bereid: zij moeten slechte aanvallen. Wij zijn daartoe bereid. Wij wenschen het, want de aanval zal de be slissing brengen en wel voor ons, want wij zullen terugslaan, zoo dat zij er in het geheel niet meer aan kunnen en willen denken, om nog eens te komen. „WIJ WETEN IMMERS WAAR HET OM GAAT". Wij weten immers waar het om gaat. Deze oorlog, die thans hier gevoerd wordt, is niet een oorlog, zooals tot dusver in Europa ge voerd is. Vroegere oorlogen gingen om grenzen, om oorlogsschadeloos stellingen, om handelsverdragen, en, wanneer de eene partij den oorlog verloor, dan verging 't haar slecht, maar na eenigen tijd wist zij zich te herstellen. Neen, thans gaat het om zijn, of niet zijn, thans gaat het om het naakte bestaan en wel voor den staat, voor het volk en voor elk afzon derlijk in geheel Europa. Iets dergelijks is er wellicht alleen ge weest in de godsdienstoorlogen. Toen werden ook degenen, die hun geloofsvrijheid wilden hebben, uitgeroeid, maar precies hetzelfde was het eigenlijk slechte ten tijde van de volksverhuizing. Toen zijn de levensordeningen op elkaar ge botst zooals zij uit het ras ont stonden, dus volkeren met een be paald kenmerk. Wanneer toen een volk overwonnen was, werd het ook vernietigd. Ziet, kameraden thans is het precies zoo. Wanneer er thans een bolsje wistische overwinning zou ko men, zou het volkomen onver schillig zijn, of hier iemand op staat en zegt: neen, ik was im mers geen nationaal-socialist en ik was immers geen fascist; ik was immers een Oranje-bolsje wist. Dat zou Stalin volkomen koud laten. Die zou hem slechts aankijken en zeggen, een bolsje wist wordt je nooit, want je bent een Germaan en daarom: schot in den nek. Dat het zoo is, kame raden, daartoe beroep ik mij op een volkomen onverdachte getui ge, n.l. op den beroemden Wen dell Willkie den concurrent van Roosevelt bij de laatste Ameri- kaansche verkiezingen. Die heeft een reis gemaakt, kwam door Sovjet-Rusland en heeft nu een boek geschreven. Daarin heeft hij geconstateerd, dat in dit Sovjet- Rusland heele volkslagen en heele generaties eenvoudig zijn uitge moord. Uit een samenstelling, die er gemaakt is, is tot aan het jaar 1941 het volgende gebleken: er werden terechtgesteld, dus door de methodes der Gpoe, met een schot in den nek bewust dood geschoten: 28 bisschoppen, 42.800 priesters. 75.000 kooplieden, 390.000 officieren en onderofficieren, 450.000 andere intellectueelen, 700.000 arbeiders, 800.000 boeren. 2.5 millioen menschen zijn daar door die beulsknechten uit den weg geruimd. Daarbij hebben de burgeroorlog en de hongersnood 20 millioen menschen ten offer doen vallen en 10 millioen ande ren zijn in verbanning naar Si berië gestuurd en daar omgeko men. De bloedrekening van het bolsjewisme sinds 1917 bedraagt tegen de 40 millioen menschen. En dan zijn er nu menschen. die opeens van meening zijn, dat dit bolsjewisme een soort betere we- reldbeschouwing is, die als voor beeld kan dienen. Zij, die dat gezegd hebben, leven in Amerika en Engeland. Zy moeten het toch weten of het bolsjewisme ginds als een vooruitgang kan worden beschouwd. Maar voor degenen die zeggen: in andere opzichten heeft dit bolsjewisme zich verbe terd: het is heelemaal niet meer zoo erg, -voor hen zal ik nieuwe offers noemen. Sinds het jaar 1941 zyn in Lithauen 20.000 menschen ver moord en 50.000 weggevoerd. Van hen weet men in het geheel niet of zij nog in leven zijn. In Let land zijn 60.000 menschen weg gevoerd en omgebracht, onder wie 4.500 kinderen en in Estland, waar wy het laatst met ons of fensief kwamen, is 10 procent der menschen. d.w.z. 150.000, weg gesleept en om het leven ge bracht. Dat alles gebeurde twee jaar geleden en nu wil mij iemand vertellen, dat die duivels in twee jaar tijd engelen gewor den zijn. „WIE HOUDT DIT BOLSJEWISME TEGEN?" Kameraden, thans mogen zij vragen stellen: „Wie houdt dit bolsjewisme tegen?" Ik heb in Heerlen over deze kwestie ge sproken. en toen heeft men mij gezegd of laten zeggen, dat de Westelijke democratieën sinds het jaar 1933 onafgebroken het bolsjewisme bestreden hebben. Daarop kan ik slechte één ding antwoorden: die Westelijke de- cocratieën hebben het bolsjewis me niet bestreden, omdat zij nog nooit met het bolsjewisme in contact gekomen zijn. Wat zij tot dusver bestreden hebben wa ren binnenlandsche politieke po gingen van het communisme, dat was echter nooit die binnen- Aziatische steppenhorde. De Wes telijke democratieën weten heele maal niet wat bolsjewisme is. Wie moet het dan bestrijden? Misschien de verzadigden in En geland en Amerika met hun mo raal? Die weten heelemaal niet, waar het hier om gaat Ik heb eenig inzicht gekregen in hetgeen aan pQlitieke pogin gen en mogelijkheden, hier in Nederland, naar voren zou willen komen. Daar dit, van het tend- punt onzer tegenstanders gezien, geschiedt op een oogenblik waar op zij zich tot het uiterste moe ten inspannen, moet ik aanne men, dat dit werkelijk het beste is, wat zij kunnen produceeren. Er bestaan drie groepen: de eer ste groep, die zich om de dienst schaart, is een gezel van reactionnairen, offic; adelijken en geldaristocratet willen niet politiek denken tweede groep zijn-zij, die vroegere democratische pi voortkomen en zich als een bevrijdingscomité willen voo Deze tweede groep danst on broken de oude wals. Daarc staat geen dragende en stui gedachte. Het is volkomen loos te gelooven, dat zij, di denken, zooals zij 20 of 30 geleden gedacht hebben, het bolsjewisme ook maar denkbeelden en énergie zijn wassen. Want, wat daar gebeit eigenlijk het wederzijdsche trouwen, dat een van deze tijen op het gegeven oogent andere zou kunnen overvleu Om u slechts een voorbeei men: men moest toch gelo dat wanneer eenmaal deze j sche tijd der bevrijding komt zoo spoedig mogelijk weer democratische, liberale vrijl en rechten worden uitgevoen dat de couranten, die immers genaamd door ons gekneveld den, terstond weer vrij kt schrijven. Ja, wat dan! desbetreffend ontwerp was zien, dat als eerste maatrej persvrijheid volkomen zou dwijnen, dat alle courantei len ophouden te bestaan ei er dan nog slechts één een! courant uitkomt, die door ee kelen man geschreven word Dat is de persvrijheid, die dit liberale bevrijdingsa voorstelt. Een volkomen capi tie derhalve voor den toe; Wij weten, dat wij niet on waardelijk de vrijheid kt geven, die tot bandeloosheid maar wij zien met gelaten ki de plannen en het streven moet, waarvan wij tot ons zeggen: denken moet de mi en waarom zou hij zijn gedai niet uitspreken in variaties verschillende vormen, wanne zich slechts op den weg vai gemeenschappelijke, verstar* ke welzijn beweegt? Maar e staat nog een derde groep de Commune. En ik moet iel mijn rede te Heerlen scherpe lichten De Commune maakl hier zelfstandig. Ik doe than beroep op de heeren samenz ders aan den anderen kant, zoover ze nog in vrijheid Zij moeten eens nagaan, 1 toestand zich ontwikkeld he Zij moeten eens er over r.: keri, of niet, zeggen wij i: jaar 1940 of 1941, allen s de een of andere wijze gemeenschappelijke groept! waren ook degenen, die ziek bepaald als communisten b voorgedaan maar van wie weten hebben, dat zij iii communistische kamp aau gers hebben. En nu moete heeren eens nagaan, waai communisten dan gebleven Zy zullen opeens tot de. out king komen, dat zij niet i bij hen zijn. Die-hebben zelfstandig gemaakt, scbfl zich hun eigen organisaties het eenige doel, om op heto blik. waarop men er op gaal slaan, de leiding naar zich II trekken. En tot welk doel? Hei vertoont u Polen, want een Stalin stellig ergens een w landschen emigrant te voorsl tooveren en als Nederlanc regeering presenteeren, schillig of de Nederlanders dat willen of niet. Wanneer bolsjewisme eens over rnw Europa is losgestormd, dan juist de commune, die don verblindheid der Westelijke gendheden is losgebroken, macht naar zich toetrekken de gewetenloosheid die eigen is. Ik beveel dus aan derzoeken. wat de commune doet. Gevaarlijk wordt aJ want waarvoor is mijn plolii goed. Kameraden men zegt altijd, de tegenstander met troepen de Engelschen en Amerff zullen oversturen, absoluui verhinderen, dat het bolsje» in het land komt. ook ff® Duitschland zou ineens» Zullen zij dat kunnen? Men> zich maar eens voor. ff® zulk een lawine aan het gaat en alles meesleept de irfacht van 3400 menschen zou losbreken. dan Engelschen en Amen» die macht kunnen tegenlw terwijl zij door pacten bi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1943 | | pagina 2