HELDENHERDENKING OP DEN GREBBEBERG Miy Toespraken van generaal Christiansen, den Rijkscommissaris en Mussert. 9 ■URINGEN VOOR DE [WAFFEN-S.S. EN HET LEGIOEN. TWEEDE BLAD. De voornaamste der bijeenkom sten welke op verschillende plaat- en in ons land, op den eersten hag der lente, ter herdenking der gesneuvelden werden gehouden, ivas die op den Grebbenberg bü Ethenen, waar de gevallen Duit- fcche en Nederlandsche soldaten, Hie hier in de Meidagen van 1940 tegenover elkaar stonden, temid den eener schoone natuur een ge zamenlijke laatste rustplaats heb- pen gevonden. De graven waren met denne- roen, tulpen en narcissen gesierd iond het centraal gelegen groote ruis, waarbij de oorlogsvlag ge- heschen was en uit twee flambou wen vlammen flakkerden, hadden Zich deelen van 't Ersatzbataljon der SS-Standarte „Germania", 'n afdeeling van de weermacht en |êen militaire kapel der Waffen- SS opgesteld. Dof glommen de [ïelmen der onder het geboomte dichte gelederen verzamelde nanschappen. Voorts waren de- putataties aanwezig van de N.S.D. ü.P„ de N.S.B., de Nederlandsche Ipolitie en den Nederlandschen rbeidsdienst, benevens verwan- Jen der gevallenen. Omstreeks twee uur betrok de taandelwacht haar plaats achter Jiet spreekgestoelte. Spoedig daar op arriveerden de weermachtsbe velhebber in Nederland, generaal tier vliegers Pr. Christiansen, de [Rijkscommissaris Rijksminister 'Beyss Xnquart, de Höhere SS- und Polizeifiihrer Gruppenführer en leneralleutnant Rauter, die den ïeichsführer-SS vertegenwoor- pigde en Mussert, met gevolg, het errein. De bevelhebber der Waf- ti-SS. General-leutnant en SS- Nederlandsche vrijwilligers In da Sovjet-Unie SS PK Palmowski-O H-P m Het SS-Ersatzkommando Nie- erlande deelt mede: Nederlanders van arisch bloed, den leeftijd van 17-45 jaar gehuwden), die lichamelijk ©wel als geestelijk goed ontwik - Id zijn en zich geheel kunnen aan de eischen die de op- ding hun stelt, kunnen zich bij genoemde adressen vervoegen, n einde gekeurd te worden. .—Thans bestaat ook de mogelijk- Al beid tot opleiding en dienstver- ing in Nederland, in een spe- J wachtbataljon. Gezinsleden ezer vrijwilligers hebben gelijke 'oorrechten als degenen, die die- in de Waffen-SS. en het gïoen: kostwinnersvergoeding, iostelooze ziekenverpleging, extra evensmiddelen enz. Tijdens deze keuringen kunnen ach ook diegenen melden, die ot de Germaansche SS. in Ne erland willen toetreden, traat 16b. 23.3.43 9.00, Amsterdam, school 'Penweg 13. 24.3.43 10.00, Utrecht. Wehr- taachthelm. Mariapleln. 25.3.43 10.00. Amersfoort, dienst- Ef 'ebouw. Leusderweg, 26.3.43 10.00, Den Haag, café Hout", Bezuidenhoutscheweg en 1 Ti ©r gt Gruppenführer Demelhuber meld de hun de gelederen, waarna zij deze inspecteerden. GENERAAL CHRISTIANSEN Nadat de kapel koraalmuziek ten gehoore had gebracht, be steeg generaal Christiansen het spreekgestoelte voor het uitspre ken zijner herdenkingsrede. Nauwelijks zijn de woorden van den Führer Adolf Hitler voorbij, of wij staan hier aangetreden op dit kerkhof, dat een symbool is voor de Duitsche en Nederland sche kameraadschap om ook die genen te gedenken, die voor ons streden, overwonnen en voor volk en vaderland vielen. Wjj Duit- schers hebben na een zwaren wereldoorlog jaren moeten door maken, waarin op den voorgrond steeds het meedoogenlooze woord „strijd" gestaan heeft. Wij ge loofden in 1933, toen onze Führer Adolf Hitler in ons rijk vrede en orde had geschapen, dat wij toen een aantal vredige jaren voor ons hadden om datgene, wat wij in een wereldoorlog en in de jaren daarna veroverd hadden, te sta- biliseeren en uit te breiden. Wij hebben het echter alleen weer moeten beleven, dat precies zoo als generaties geleden, dezelfde vijanden zich weer gereed maak ten om tegen ons op te trekken en zich weer bewapenden en dat wij op zekeren dag ook weer zou den moeten aantreden voor een heiligen strijd voor volk en va derland. Thans staan wij al weer jaren aan alle fronten, hetzij te land, in de lucht of op de wereld zeeën. Doch, kameraden, indezen wereldoorlog is het toch geheel anders dan in den vorige, toen wij de geheele wereld tegen ons hadden. Thans staan namelijk verbonden volken aan onze zijde. Al deze landen weten wat bols jewisme is. En zoo scharen zich thans als strijders aan onze zijde de naties, die met ons strijden voor de overwinning en die het bolsjewisme van de hand wijzen. En wanneer wij helden en strij - ders spreken, dan is dit zeer in I het bijzonder in dezen oorlog' ge motiveerd, want nog nooit is een oorlog zoo ha.rd en meedoogenloos geweest. Wie thans helden eeren en gedenken wil, die moet zelf een strijder zijn, opdat hij zich kan scharen in hun gelederen, want hij weet zelf thans niet wanneer hij het Walhalla als strijder en overwinnaar zal bin nengaan, precies zooals diegenen, die ons zijn voorgegaan. Thans is er slechts één eer, één arbeid en één strijd, n.l. dat man en vrouw zich naast elkaar op richten in geheel Europa tegen dit meedoogenlooze Oosten. Wij weten, dat na dezen strijd aan ons de overwinning zal zijn, want voor ons marcheert de Führer en voor den Führer staat de strijd, doch achter den strijd staat de overwinning. Wij staan thans op dit helden- Kerkhof, dat bijzonder geadeld is door onze SS, die thans weer in het Oosten in het brandpunt van den strijd staat. Naast de hier gesneuvelde SS-helden liggen onze Nederlandsche kameraden, aan wie wij precies zoo denken. Zoo was dit jaren geleden nog niet voorzien. Daarom zei ik aan het begin, dat dit heldenkerkhof een symbool is. Wij hebben nu de gebeurtenis sen in het Oosten beleefd, dezen strengen winter aan welks einde het woord Stalingrad stond. Wanneer men misschien geloofd heeft, dat dat het begin van het einde zou zijn, dan weten zij nu, dat het precies anders uitgeko men is. Deze helden van het Oostelijke front zijn opgestaan om het front te dekken en daarom gedenken wij nu zeer in het bijzonder het Oostelijke front In onzen geest marcheeren de gevallen helden uit den groot ten wereldoorlog, uit de beweging en uit den tegenwoordigen oor log mede. De heldengedenkdag is voor ons niet zooiets als een plicht, doch is iets vanzelfspre kends geworden. Daarom nemen wjj steeds van dezen dag weer moed en een fanatiek geloof mede. Wfj dragen dit fanatieke geloof vooraan Op bevel van den Führer dragen wij het op de plaats waar hij ons stelt en deze plaats zal altijd zijn: strijd en overwinning. Kameraden wij hebben onze doode helden herdacht en wij allen nemen weer met frisschen moed onze dagelij ksche taak op en van deze heilige plaats uit geven wij den Führer de verze kering, dat wij hem trouwe vol gelingen zullen zijn, zooals deze helden, deze doode kameraden die voor ons gestreden en over wonnen hebben. Kameraden, wij gedenken onzen Führer met den ouden strijdkreet: ,Den Führer Adolf Hitler, Sieg Heil!". DE RIJKSCOMMISSARIS. Vervolgens richtte de Rijks commissaris zich als volgt tot de aanwezigen: Kameraden. Het is een mooie, met ons karakter overeenkomen de gedachte, om op een bepaal den dag in het jaar al degenen te gedenken, die door hun op treden als soldaat hun leven ge geven hebben voor hun „Hei mat", hun vaderland, hun volk. Zoo zijn zij allen thans bij ons, die in den eersten wereldoorlog en in dezen nieuwen strijd, die de definitieve beslissing moet brengen, den soldatendood ge storven zijn. Zü hebben het aardsche omhulsel afgelegd en staan aan de overzijde van de nauwe- beperktheid, waarin wij ademen en werken. Zij gaven hun leven op een oogenblik, waarop hen het rhythme der heldhaftigheid omvangen gehou den heeft. Onze gedachten gaan in het bijzonder uit naar die kamera den, die op deze plek gevallen en hier begraven zijn: de soldaten van de weermacht, de mannen van mijn eigen geboortestreek, de SS-Standarte „der Führer" die hier de beslissing hebben ge forceerd en de Nederlandsche soldaten, die bij de vervulling van hun opdracht hier hun le ven hebben gelaten. Thans, met het inzicht en het bewustzijn van de beteekenis van dezen de geheele wereld omvattenden strijd, zijn wij vervuld van de zekerheid, dat ook deze strijd om dezen berg een bouwsteen was in het geweldige werk der Voor zienigheid en dat die strijd ons thans laat aantreden voor de laatste beslissing, want niets wat grootsch is wordt ons geschon ken, het moet door strijd en daarom ook door lijden verwor ven worden. Het bloed van hen, die hier gesneuveld zijn, werkt als een niet tot zwijgen te bren gen vermaning aan allen, die in de gevechten der Meidagen van 1940 nog niet het opvlammen en verbranden van den laatsten scheidingsmuur willen zien, die onze mannen en volkeren nog gescheiden wilde houden tegen over een lot, dat gemeenschap pelijk door strijd moet verkregen worden en naar gemeenschappe lijke welvaart moet leiden, een vermaning dus aan allen, voor wie deze gesneuvelden slechts doellooze offers moesten blijven. Maar deze vermaning heeft niet tevergeefs geklonken. Van hier uit dringt onophoudelijk het denk beeld naar buiten tot de harten der Nederlandsche mannen, die dezen roep verstaan. Voor elk der hier gesneuvelden zijn reeds tien en meer mannen opgestaan en in het gelid van onze strijders getreden. In alle formaties, voor al in de Standarte Westland, het Vrijwilligerslegioen en het NSKK, hebben zij getuigenis afgelegd van de manmoedigheid van Ne derlandsche mannen en. om slechts een voorbeeld te noe men, onlangs kon onze Führer aan een Nederlander als eersten sol daat der Germaansche broeder volkeren het Ridderkruis verlee- nen en hebben zijn kameraden van de afdeeling pantserjagers naar aanleiding van gelijke wa penfeiten 6 IJzeeren Kruisen 1ste klasse en 20 IJzeren Kruisen 2e klasse ontvangen. Zoo wordt heden in het ma nende appèl der gesneuvelden het front van het nieuwe Europa opgebouwd voor een goede en rechtvaardige zaak, want dit ver heft onzen strijd zoo torenhoog boven de gejaagdheid van onze vijanden, dat hun overwinning vernieting en een nieuwe oor log zou beteekenen, onze overwin ning daarentegen vrede, opbouw en een levende rechtvaardigheid zal brengen, opgebouwd op de volkeren van dit werelddeel als de door God gewilde bouwstee- nen van de menschheid. heeft de wapens niet neergelegd, Het leger der gesneuvelden het marcheert in werkelijkheid in de gelederen der strijdende sol daten mede. Het staat als verma ning en nationaal geweten voor ons allen; front en vaderland. Zijn eeuwig zwijgen is de gebie dende stem, die ons allen op roept tot de grootste medewer king. Wij hooren de stemwij volgen. Hierna betrad Mussert het spreekgestoelte. REDE VAN MUSSERT Op dezen dag, den 21sten Maart is officieel de winter voorbij en lente is gekomen. Lente beteekent ontwaken, jong leven, hoop, toe komst. Het is wel een schrille te genstelling een nieuwe lente en het herdenken van het einde van zoovele jonge levens, tenzij deze jonge levens geofferd zijn voor de komst van een nieuwe lente in het leven der volkeren. Dit geloo- ven wij muurvast, niettegenstaan de de somberte der tijden, daaruit ontleenen wij het recht en den plicht om de gevallenen te her denken in eerbied en dankbaar heid. Wij staan hier op den Grebbe- berg, op de plaats waar Neder landsche soldaten hun leven lie ten om de bezetting van hun va derland te voorkomen en waar Duitsche soldaten vielen voor de bittere militaire noodzaak om de Noordzeekust te bereiken ter af weer van de Engelschen en de Franschen, tie aan hun vaderland den oorlog hadden verklaard. Zij deden hun plicht en bij de uit oefening daarvan brachten zij het grootste offer: hun jong leven. Drie jaren zijn welhaast voor bijgegaan sinds de graven op den Grebbeberg gedolven werden. Drie jaren zijn kort in het leven van een volk, maar hoelang zullen zij voorkomen aan de achtergebleve nen, de verwanten, die hun zonen hun broers, hun vaders of haar echtgenooten of verloofden verlo ren voor het leven. Welk een berg van verdriet, van wanhoop roms, is verbonden aan de graven op den Grebbeberg. Hoe dikwijls zul len in afzondering deze vragen gesteld zijn: mijn God, waarvoor? Was dit noodig? Was dit niet te vermijden geweest? Is het offer niet tevergeefsch geweest? Ik wil op dezen dag en op deze plaats niet trachten deze vragen te be antwoorden. Een vast geloof be- heerscht ons, n.l. dat 's wereld loop niet bestaat uit een reeks toevallige gebeurtenissen of erger nog, vergissingen, maar dat alles geschiedt volgens een welgeordend plan, ook al doorgronden wij dit dikwijls niet. Dat vaste Godsvertrouwen, het geloof, dat alles wat gebeurd is, zoo heeft moeten zijn. moge een steun en een troost zijn op den weg van zoovelen, die hun dier baarsite betrekkingen verloren en die toch, hoe vermoeid van harte ook, door het leven weer werden opgericht. Maar tevens legt het ons den plicht op er naar te streven, dat in de toekomst zulk een botsing niet meer mogelijk zal zijn, want wij hebben een ver antwoordelijkheid niet alleen ten aanzien van de levenden, maar ook ten aanzien van de dooden. Niet alleen gedenken wij nu diegenen, die in de Meidagen van 1940 vielen, maar allen, die in deze grootste worsteling van alle tijden tot op dezen dag van heden hun leven lieten. Neerland's zo nen gingen ten onder in de Java- Zee, op Insulinde's eilanden, op de oceanen en in Rusland's on metelijke ruimten. En nog gaat er geen dag voorbij, zonder dat doodsberichten binnenkomen van hen, die vrijwillig naar het Oost front vertrokken, in de rijen der Waffen SS, het Legioen en het N. S. K. K. om het gevaar van het bolsjewisme af te wenden, om de bolsjewistische legers te houden uit ons Europa. Meer dan iemand anders ben ik verantwoordelijk voor de offers die het Nederlandsche volk Ifrengt aan het Oostfront. Duizenden zijn gegaan op mijn aansporing, omdat zij en ik overtuigd zijn van de noodzakelijkheid van den afweer van het bolsjewistische gevaar voor gansch Europa. Vele, vele honderden van hen zijn ge vallen, hun graven zijn nu nog onbereikbaar voor ons, daar ginds aan de Dnjepr, aan het Ilmen- meer en op zoovele andere plaat sen. Daarom rust op mij meer dan op iemand anders de plicht om hen te gedenken, die in Rus land hun jong leven lieten in trouwe plichtsbetrachting. Uit Vcm Maandag 22 Maart liefde voor ons vaderland. Wij zijn nu met onze gedachten bij hen en hun verwanten, die zij moesten achterlaten en danken hen voor de offers, die zij brach ten. Of men Nederlander is of Duit» scher, Zweed of Spanjaard, wij wenschen allen een Europa, dat noch uit het Oosten, noch uit het Zuiden, noch uit het Westen in de toekomst meer bedreigd zal kunnen worden, een veilig Euro pa, dat niet te gronde kan wor den gericht door machten, vij andig aan ons werelddeel en dat de gemeenschappelijke woon plaats zal zijn van vrije, fiere volkeren, die elkander waardee- ren en respecteeren en die in broederlijke samenwerking een tot nu toe ongekenden bloei zul len bereiken. Het Nieuwe Europa, dat ons voor oogen staat, zal geen Sieg- friedlinie kennen, noch een Mar- nelinie, noch een Grebbelinie, maar zal zijn een solidair Euro pa. In dit Nieuwe Europa zullen de volkeren hun eigen aard en hun beste krachten kunnen ont plooien om daardoor ieder hun aandeel te leveren in den bloei en voorspoed van het groote conti nentale geheel, waarin vrede en welvaart, geluk en levensblijheid opbloeien. Dit schjjx zoo veraf in de somberte van deze kommervolle tijden. Wij laten ons daardoor echter niet afdrijven van ons ge loof aan de komst van dit Nieu we Europa. Gij Duitschers wenscht uw ontzaglijke krachts inspanning, uw zware offers be loond te zien door de overwin ning, die uw vaderland veiligheid waarborgt, u in staat zal steden de geslagen wonden te heelen en ongestoord de werken des vrëdes weder ter hand te nemer,. Wij Nederlanders, zullen al onze krachten inspannen om te komen tot een herrijzenis van ons volk, beter en sterker dan het ooit geweest is, en te zamen leggen wij de gelofte af er tegen te waken, dat ooit weer Duit sche en Nederlandsche soldaten tegenover elkander zullen komen te staan. In dezen geest herdenken wij de dapperen, die vielen, wenden wij ons tot hun nagelaten be trekkingen met onze overtuiging, dat hun offers en hun leed niet tevergeefsch zijn geweest en dat er eens zal komen een lentebegin, een 21ste Maart, waarop voor aller oogen duidelijk zal zijn dat ook een nieuwe lente is aange broken in het leven van onze volkeren, dank zij de plichtsge trouwheid en de vaderlandslief de, de inzetbereidheid en de op offeringsgezindheid van al die genen, wier nagedachtenis wij heden eeren. „IK HAD EEN WAPEN BROEDER". Nadat de muziekkapel, terwijl de vaandels neigden, zach': „Ik had een wapenbroeder" had ge speeld en de Befehlshaber der Waffen-SS met woorden, ont leend aan den Führer. de geval lenen had herdacht, werden aan den voet van het hoofdkruis Rijkscommissaris Rijksminister dr. Seyss Inquart, den Reichsführer-SS, den weer machtsbevelhebber den Befehls haber der Waffen-SS in den Nie- derlanden, den Höheren SS- und Polizeiführer, van Mussert, van het SS-Panzer-Grenadier-Ersatz- bataljon „Germania" en van de Ortsgruppe Grebbe-Veenendaal der N.S.D.AP, Generaal Christiansen besloot de indrukwekkende plechtigheid met erop te wijzen, dat deze her denking der gevallenen den aan wezigen nieuwe kracht zal geven voor de vervulling hunner dage- lijksche plichten. Van deze ge wijde plaats gaf hij den Führer namens hen de verzekering, dat zij hem in fanatiek geloof zullen volgen. De door hem aangeheven strij droep werd met een driewerf „Sieg Heil" beantwoord, waarna de kapel de volksliederen speelde. Voor dat de autoriteiten de be graafplaats verlieten, overtuigde generaal Christiansen zich nog persoonlijk van den toestand der graven. Gesierd met de eenvou dige kruisen en kleurige hloemen. maakten deze onder hun kleed van mos een welver*>rgden in druk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1943 | | pagina 5