83ste Jaargang WOENSDAG 16 SEPTEMBER 1942 No. 25297 De mislukte landing bij Tobroek Boerenleider Roskam over zijn reis naar het Oosten Het congres van het Europeesch leugdverbond ^rtN/TENIUTEREN^j Extra bericht Britsche strijdkrachten na z war en, snellen strijd vernietigd Ifaliaansch Weermachfsbericht De strijd in het Oosten Vele sovjefduikboofen tof zinken gebracht Verspreide Berichten Verduisteren: GEMENGD NIEUWS Weenen als zetel LEIDSCH DAGBLAD Directeur: J. W Henny, Telef. Directie en Administratie 25041 (2 1linen 1 Gironummer: 57055 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Telef, Redactie 21507 Hoofdredacteur: B. W. Menkhorst, Lelden. Pl.verv K Been. Lelden Het hoofdkwartier der Duitsche Weermachht meldt in een extra-bericht: „Britsche troepen, die in den nacht van 13 op 14 September met gebruikmaking van lucht- en vlootstrijdkrachten by Tobroek geland waren, zün in nauwe samenwerking tusschen Duitsche en Italiaansche strijdkrachten na een zwaren, snellen strijd vernietigd of gevangen genomen. De vijandelijke oorlogsschepen werden door kustbatterijen en luchtdoelgeschut onder een welgericht vuur genomen, waarbij 3 torpedojagers, eenïge korvetten en talrijke landingsbooten tot zinken werden gebracht. De daarna in Oostelijke richting wijkende schepen werden aan gevallen door afdeelingen van de Duitsche en Italiaansche luchtmacht, die 2 kruisers, een torpedojager en verscheidene motortorpedobooten tot zinken brachten. Andere kleinere schepen werden zwaar beschadigd. Duitsche mijnenvegers brachten een Britsche motortorpedoboot met 117 gevangenen in de haven van Tobroek. Negen vijandelijke bommenwerpers werden neerge schoten. In totaal werden 576 gevangenen gemaakt, onder wie 34 officieren. Bovendien verloor de vijand een groot aantal dooden. Een omvangrijke hoeveelheid oorlogsmateriaal werd. buit gemaakt. Onder de gevangenen bevinden zich talrijke schipbreukelingen van de tot zinken gebrachte Britsche oorlogsschepen. De eigen verliezen zijn gering." Het Italiaansche weermachtsbericht van gis teren luidt: De in den nacht van 13 op 14 September met aanzienlijke lucht- en vlootstrijdkrachten onder nomen landingspoging bij Tobroek is te 9 uur des ochtends volkomen, teniet gedaan. De door vlootstrijdkrachten en vliegtuigen aan land ge brachte troepen werden binnen vijf uur volko men vernietigd of gevangen genomen. Door het onmiddellijk ingrijpen van het ba taljon San Marco onder bevel van luitenant ter zee 1ste klasse Giacomo Colotto en andere af deelingen, die door Duitsche strijdkrachten dap per gesteund werden, werden de vijandelijke troepen, waaronder ook valschermjagers, die er in geslaagd waren, vasten voet te krijgen, na korten, verbitterden strijd overweldigd. Kust- en luchtdoelbatterijen der Italiaansche en Duitsche verdediging namen de vlootstrijdkrachten, welke de landingsoperaties steunden, onder een welge richt vuur en brachten drie tonpedobootjagers, eenige aviso's en talrijke landingsbooten tot zinken. De vlootstrijdkrachten, die zich naar het Oos ten terugtrokken, werden vervolgens aangevallen door Italiaansche en Duitsche afdeelingen ge vechtsvliegtuigen en bommenwerpers, die een kruiser, een torpedoboot jager en verscheidene motortorpedobooten tot zinken brachten en een lichten kruiser en andere kleinere schepen zwaar beschadigden. Bij deze gevechten heeft zich de 13de ge vechtsgroep onder bevel van den majoor der vliegers Rengo Viale bijzonder onderscheiden, Wij maakten 576 gevangenen, onder wie 34 offi cieren. Het aantal dooden en gewonden be draagt verscheidene honderden. Een aanzien lijke hoeveelheid oorlogsmateriaal werd buitge maakt. Het grootste deel van de schipbreuke lingen der tot zinken gebrachte schepen werd door onze vlootstrijdkrachten met veel moeite gered. Onze verliezen zijn naar verhouding be scheiden. Gelijktijdige aanvallen van lichte Britsche pantserwagens op vliegvelden in den omtrek mislukten door het onmiddellijke ingrijpen der plaatselijke garnizoenen, die talrijke auto's ver nietigden en eenige gevangenen maakten." Naar uit Rome officieel nog wordt gemeld, v/as volgens de bij de gevangenen gevonden operatiebevelen het doel van de Britsche actie bij Tobroek een gelijktijdige landing ten Oos ten en ten Westen van de haven. De Engel- schen wilden daarna van weerskanten de reede van Tobroek bereiken, zooveel mogelijk schade toebrengen aan de havenwerken en de in de haven liggende schepen met speciale middelen tot zinken brengen. Voor zoo ver op het oogen- blik vaststaat, werd aan de actie deelgenomen door twee kruisers, verscheidene jagers en duikbooten en een aanzienlijk getal corvetten en motortorpedobooten. De poging had dus het karakter van een aanzienlijke gecombineerde operatie. Zij werd voorafgegaan door een zeer heftigen luchtaanval, die van Zondag 21 uur tot Maandag 3.30 uur duurde. Daarbij lieten de Engelschen niet minder dan 500 bommen vallen, terwijl de vijandelijke schepen haven en stad onder vuur namen. Kort daarop volgden de landingen in de baai Westelijk van Tobroek, en in de baai Oostelijk van Tobroek. De Westelijke groep werd onmid dellijk tegengehouden door de plaatselijke ver dediging, terwijl de Oostelijke groep, die goede landingsmogelijkheden had, over een kleinen afstand kon oprukken. Toen echter werd deze afdeeling overweldigd, waarbij zij gevoelige ver liezen leed. De overlevenden werden gevangen genomen. Het eerst trad het marinebataljon San Marco tegen de Engelschen op. Dit ontving weldra steun van andere marinetroepen en Italiaan sche en Duitsche troepen uit Tobroek. Volgens het verdedigingsplan werden ook per auto troe pen aangebracht, die echter niet in den strijd behoefden te worden geworpen. De Duitsch-Italiaansche kust- en luchtdoel batterijen namen onmiddellijk de vijandelijke schepen onder vuur: 3. jagers en 7 aviso's wer den tot zinken gebracht, een kruiser en 2 aviso's beschadigd. Toen de schepen zich te 9 uur terugtrokken, werden zij achtervolgd door Italiaansche en Duitsche vliegtuigen, die sen kruiser, een jager en verscheidene aviso's tot zinken brachten. Een lichte kruiser werd be schadigd. Onder de gevangenen bevinden zich een kapitein ter zee en een Amerikaansch journalist. SLAG OM STALINGRAD. In militaire kringen te Berlijn zegt men van de situatie bij Stalingrad, dat de bolsjewisten in dit gebied op het oogenblik een grooter terrein bezet houden dan de Duitschers, die hier in drie wiggen zijn doorgedrongen. Steeds weer wordt er op gewezen, hoe wan hopig deze stad wordt verdedigd door de bols jewieken en men verklaart, dat de slag om Stalingrad ongetwijfeld een der grootste en ver- bitterdste en daarmee ook bloedigste in dezen oorlog is, aldus Information. Als de inneming van Stalingrad al niet zoo vlug gaat als men wellicht in leekenkringen heeft verwacht, dan ligt dit aan de zorgvuldig heid, waarmee de Duitsche leiding haar troepen in den strijd heeft geworpen om zooveel mogelijk menschen te sparen, zoo zegt men hier van be voegde zijde. De tegenstand der bolsjewieken in Stalingrad is dusdanig, dat de Russen letterlijk stuk voor stuk doodgeslagen moeten worden. Daar de bruggen naar den Oostelijken oever van de Wolga zijn afgebroken, kunnen de bolsjewieken hoogstens nog probeeren zich zwemmend in vei ligheid te brengen, maar dan zouden zij zich blootstellen aan de machinegeweren van hun kameraden op den Oostélijken oever. De bolsjewisten staan derhalve voor de keus door de Duitsche of door hun eigen kogels te vallen. In verband met het binnen afzienbaren tijd te verwachten einde van den .strijd om Stalin grad omschrijft men in militaire kringen de doeleinden van het Duitsche zomeroffensief van dit jaar aldus, dat men in de eerste plaats de verovering van het geheele Dongebied eri van de rest der Oekraine op het oog had, waar het vruchtbare gebied der zwarte aarde voor de voeding der bolsjewisten van zeer bijzondere be teekenis is. Ook was men voornemens alle industrieele grondstoffen en de wapenindustrie van deze waardevolle gebieden met inbegrip van Stalingrad in Duitsche handen te krijgen. Als het tweede oogmerk van het Duitsche zomeroffensief noemen de militairen de beroo- ving der bolsjewisten van hun Kaukasische olie. Daaraan voegt men toe, dat deze gebieden ten slotte niet alleen ontnomen worden aan den tegenstander, maar bovendien nog worden inge lijfd bij het Duitsche bwapeningspotentieel. Indien men er in slaagt, aldus de Wilhelm- strasse, den geheelen Kaukasus, die even groot is als het oude Duitsche rijk. van den romp der sovjet-unie af te scheiden, kan men zeggen, dat de offensieve kracht der bolsjewisten hoogst waarschijnlijk is uitgeschakeld voor dezen oorlog. Over de mogelijkheden tot gebruik der Duit sche en geallieerde troepen, die vrij komen na den val van Stalingrad, hult men zich in zwijgen. Het Finsche hoofdkwartier heeft het volgende extrabericht gepubliceerd over de actie der vlootstrijdkrachten In de loopende scheepvaartperiode heeft de in het binnenste deel van de Pinsche golf op gesloten Oostzeevloot der sovjetunie voortdurend duikbooten uitgezonden om de zeeverbindingen in de Oostzee te storen. Ten kosten van zware verliezen zijn enkele booten er ook in gslaagd door te breken. DEZE WEEK IS DE VERDUISTERINGSWEEK. Niet alleen voor u, maar ook voor uw mede burgers of dorpsgenooten dient gy te zorgen, dat uw woning 's avonds goed verduisterd is. Wij leven in een tijd van oorlog, dj. een tijd van sterk vergroot levensgevaar. Goed verduisterd, goed beschermd. Volgens de officieele mededeeling van 1 Juli waren door gemeenschappelijke operaties der Duitsche en Finsche vlootstrijdkrachten 11 vij andelij ke duikbooten vernietigd. Met inbegrip van de reeds vroeger gemelde verliezen steeg het aantal duikbooten, dat dezen zomer in de Finsche golf vernietigd is, tot 26. Daarbij komen nog eenige onzekere gevallen, waarin vijande lijke duikbooten op zijn minst zwaar beschadigd werden. Ook de luchtstrijdkrachten hebben met succes aan het opsporen van de duikbooten deelgenomen en haar door bommen schade toe gebracht. SCHERP ITALIAANSCH PROTEST TE LONDEN. De Italiaansche regeering heeft wegens het tot zinken brengen van het Italiaansche hospitaal schip Arno een formeel en in zeer scherpen toon gesteld protest aan de Britsche regeering ge zonden. Het protest, waarin de schending van de bepalingen van de internationale Geneefsche Roode Kruisconventie van 1939 in allen vorm wordt geconstateerd, is door de Zwitóersclie regeering aan de Britsche regeering overhan digd. De Italiaansche regeering behoudt zich voor alle tegenmaatregelen, welke haar geschikt voorkomen, te nemen. (D.N.B.). BOMMEN OP ROEMEENSCH GEBIED. Officieel wordt meegedeeld: In den nacht van 13 op 14 September hebben vijandelijke vliegtuigen op Roemeensch gebied bommen laten vallen zonder militaire of in dustrieele objecten te treffen. Onder de platte landsbevolking echter zijn 14 slachtoffers te be treuren. (D.NJ3.). ONDERZOEK NAAR BOLSJEWISTISCHE GRUWELEN OP DE KRIM. De commissie van onderzoek naar bolsjewisti sche gruwelen op de Krim heeft thans *32 pro tocollen voltooid betreffende gruweldaden, die door de bolsjewisten bedreven zijn op Duitsche krijgsgevangenen of op de bevolking, en die gebaseerd zijn op verklaringen van betrouwbare getuigen. Deze protocollen, die een belangrijke historische beteekenis hebben, zullen te zijner tijd gepubliceerd worden. (AJSJ.P.). EIKENLOOF MET ZWAARDEN EN BRILJANTEN. De Führer heeft de hoogste Duitsche onder scheiding voor dapperheid, het eikenloof met de zwaarden en briljanten bij het ridderkruis van het IJzeren Kruis verleend, aan den lsten luitenant Hermann Graf als vijfden officier der Duitsche weermacht. Graf heeft met 172 overwinningen ln de lucht van de jachtvliegers van alle tijden en landen het grootste aantal vliegtuigen neerge schoten. Hij is thans escadrille-kapitein in het jachteskader van majoor Gollob, die met 150 overwinningen eveneens drager van deze hoog ste onderscheiding is. (D.N3.) Een eeuwig boerenrecht op grond in het Oosten verworven. van hedenavond 19.54 uur tot morgenochtend 7.16 uur 16 Sept.: maan op 13.54 uur; onder 23.12 uur. ONDER RIJDENDE TRAM GEKOMEN EN GEDOOD. Toen de heer K. A. Pol te Winschoten bij het station aldaar uit de tram wilde stappen, terwyl deze nog in beweging waè. gleed hij uit en geraakte onder den wagen. De man was op slag dood. DOOR PAARD ZWAAR GEWOND. Te Budel (N.-Br.) kreeg de jeugdige land bouwer D. een trap van een paard, welke dus danig aankwam, dat het slachtoffer onmiddel lijk naar het ziekenhuis moest worden over gebracht, Zijn toestand is zorgwekkend. VROUWEN OP HET SMOKKELPAD. Onder Gastel hebben rijksambtenaren uit Leende een tiental Belgische vrouwen aange houden, die poogden een partij rogge over de grens te smokkelen. Op een kar is de in be slag genomen rogge naar Leende vervoerd. Zooals gemeld, heeft de Oost Compagnie eenigen tijd geleden een aahtal deskundigen uitgezonden naar de veroverde Oostgebieden, om daar de noodige indrukken op te doen. Tot dezen behoorde de leider van den Nederland- schen Landstand, de heer Roskam, die in deze functie adviseerend optreedt voor de afdeeling „landbouw" der Oost-Compagnie. De Landstand zoekt de menschen uit, die worden uitgezonden en het spreekt dus vanzelf, dat de boerenleider groote belangstelling had voor het gebied, waarin zijn menschen zullen werken. Op de persconferentie van gisteren heeft hij een en ander verteld over de indrukken, die hij tijdens zijn reis heeft opgedaan. Zijn uiteenzet ting leidde hy in met de opmerking, dat men alleen dan den zin der uitzendingen kan ver staan, wanneer men geloof heeft in de levens kracht van ons volk. De roeping voor den Ne- derlandschen boer in dezen tijd is het weder - opnemen van een historischen draad, die in de 16de eeuw werd verbroken. Nu Indië verloren is. dient ons hoerendom zijn oude roeping weer op te nemen. Wij hebben hier in Neerland met zijn 270 inwoners per vierkanten 'kilometer, aldus spreker, een groot gebrek aan grond. Velen onzer boeren vestigden zich in de steden als melkboer of groenteman en in vele gevallen koos hun nageslacht zelfs een geheel ander beroep. Voor het behoud van een gezond Ne- derlandsch boerendom is levensruimte dus een noodzaak, een levenswaag. Moet ons geloof, onze wereldbeschouwing, ons bezielen, de nuchtere werkelijkheid mag daarbij natuurlijk niet worden vergeten. Om die te leeren kennen, daartoe diende deze reis. Het hoofdtraject werd afgelegd per speciale vlieg machine. Veertien dagen lang hebben wij ver volgens per auto de gebieden doorkruist, spe ciaal de Oekraine. Mijn eerste indruk is wel, dat door den arbeid, die daar is en wordt ver richt, de voedselvoorziening van Europa veilig is gesteld. Angst voor hongersnood behoeft men niet meer te koesteren. Hoewel de bewerking van den grond nog in een beginstadium ver keert, werd reeds veel graan geoogst en werden bevredigende hoeveelheden boter bereid. DE „ZWARTE AARDE". In de Oekraine ging mijn belangstelling voor namelijk uit naar twee dingen: ten eerste den oogenblikkelijken toestand van de grondbebou- wing en ten tweede naar de overblijfselen, de restanten van de vroegere Nederlandsche kolo nisatie. Wat de zoo hoog geroemde „zwarte aarde" be treft, daarover is veel gefantaseerd, maar wie de werkelijkheid aanschouwt, dien zou de moed in de schoenen zakken. Men ziet niets dan een eindelooze troostelooze, zlellooze steppen wereld, zonder boomen, beplanting of tuinen, met hier en daar slechts een arbeidershutje. Toch is de grond er goed. Hij bestaat meestal uit leem en zand met een flinke laag humus. Hij wordt be bouwd zonder kunstmest. Een bewijs van zijn vruchtbaarheid levert reeds het feit, dat hoe wel er momenteel nog niet voldoende machines, paarden en werkkrachten zijn de opbrengst thans reeds duizend kilogram per hectare be draagt. terwijl men hier te lande reeds tevreden is met een opbrengst van drie tot vier duizend kilogram, van goed bewerkten en gemesten grond. Een groot verschil is er tusschen deze ge bieden en die der reeds vroeger gekoloniseerde streken. Zooals bekend, werd op vele daarvan het kolchozen-systeem toegepast. De oude boe ren werden vermoord en het lfcnd werd ge splitst in stukken van 3 tot 5 tot zelfs 25.000 hectaren. De bevolking, die het slachtoffer 'werd van deze communistische landbouwpolitiek, be schouwt het Duitsche leger vanzelfsprekend als zijn verlosser. De menschen zijn hier zoo blij als kinderen, denken niet aan sabotage en helpen bij den oogst. Ik ontmoette hier 16 van onze boeren, die een halfjaar geleden daarheen wa ren vertrokken. Zij hadden zich prima gehou den en oefenden het toezicht uit op de bewer king van groote strooken grondEen Duitsche boer was hier belast met de controle over een gebied van niet minder dan tien duizend hect aren. AFSTAMMELINGEN VAN NEDERLANDSCHE KOLONISTEN. Zooals gezegd, ging mijn belangstelling voorts ook uit naar de overblijfselen der oude Neder landsche kolonisten, die naar Danzig trokken en 140 jaar geleden ook naar de Oekraine. In 1920 zouden er daar nog 120.000 menschen zijn geweest, die afstamden van dezè Neder landers, in hoofdzaak doopsgezinden, hier Men nonieten geheeten. Hoewel in Rowno hiervan geen gegevens voorhanden waren, trof ik in Chortitza het eerste steunpunt 140 jaar ge leden de eerste overblijfselen aan. Ik be leefde daar onvergetelijke oogenblikken, trof er twee meisjes aan, die afstamden van deze Ne derlanders en een opzichter, een Mennonieten- boer, die zich deze afstamming eveneens wist te herinneren. Talrijke afstammelingen bleken nog in leven. De voormalige Mennonieten-kerk ter plaatse was door de cömmunisten als bioscoop in ge bruik genomen, doch werd thans weer in ouden luister hersteld. Een andere boer, dien ik daar aantrof, heette Klaassen. Hij was zelfs zijn oude Saksische taal niet vergeten en ik kon hem tegemoet treden met een: „Ik bin de boe renleider Roskam, gimme unne poot kaerel", waarop de man de hand toestak en, doelend op z'n moeder, antwoordde: „daar he-je 't ou' mensch". Hij was in 1937 naar den Oeral ver bannen en heelemaal vandaar terug komen loopen. Al had hij kleeren als todden aan zijn lijf, de fut was er niet uit en zijn paarden en varkens zagen er best uit. De afstammelingen dér Nederlanders hebben hier circa 900.000 hectaren land bezeten. In dit gebied hadden zij vierhonderd scholen opgericht en naar verluidt zijn zelfs talrijke landbouwmachinefabrleken daar aan hun initiatief te danken. Vervolgens zijn wij naar het Noorden vertrok ken naar Wilna. Daar liggen de zaken heel anders. Men treft er geen kolchozen aan en ook de samenstelling van den grond is er an ders. Meestal vindt men hier Polen of een Ver walter op den grond. Wat bij alles het meeste opvalt, is de geest kracht, die door de Duitschers ontplooid wordt om alles op gang te brengen. HET WERKPROGRAMMA. Natuurlijk hebben wij tijdens onze reis ook zaken gedaan. Wat het af te werken program ma betreft: in de Oekraine hebben we bij Rowno een proefboerderij overgenomen, die zal worden ingericht als scholingsinstituut. Over vier weken hoop ik daarheen 50 man over te brengen, die zullen worden opgeleid om op een grondgebied van 5000 hectaren als Stutzpunkt- führer te worden ingezet. Bij Wilna hebben we twee bedrijven overgenomen, groot 150 hect aren, met welker exploitatie eveneens als opleidingsschool vermoedelijk 1 October zal worden begonnen. De cursisten zullen hier worden opgeleid tot Verwalter van bestaande boerenbedrijven. KOLONISATIE EERST NA DEN OORLOG. Boerenleider Roskam wees er met nadruk op, dat het bij al dezen arbeid niet gaat om een kolonisatie. Deze komt eerst na den vrede aan de orde. Immers, het zou niet fair zijn, terwijl de soldaten nog vechten, den grond achter hun rug te verdeelen. Het Nederlandsche boerendom heeft niet al leen het Nederlandsche volk gevoed en dat is een prestatie op zichzelf maar zich daarne vens een eeuwig boerenrecht op grond in het Oosten verworven. Ik kan u verzekeren, aldus besloot boeren leider Roskam zijn uiteenzetting, dat onze boe ren ten aanzien der uitzendingen dan ook zeer geestdriftig gestemd zijn. Zij zien er het belang zeer wel van in. Tien jaar geleden waren er in ons land 80,000 boeren, die geen eigen boerderij hadden. Bij invoering van een boerenerfrecht in Nederland, waaraan door ons wordt gewerkt, zal wellicht 8 tot 12 hectaren per boer noodzake lijk worden geacht. Duizenden boeren, voor wie geen voldoende land beschikbaar is, bieden de uitzendingen dus perspectief. Het is daar in het Oosten geen dringen om een baantje. Menschen met durf en een gezonden boerenkop worden er met open armen ontvangen. Velen zullen alleen nog over het doode punt moeten worden heen- geholpen, in zooverre zij er namelijk nog niet van overtuigd zijn, dat zij even goed daar in het Oosten driehonderd of drieduizend hectaren zullen kunnen beheeren als hier drie of vijf hectaren. De speciale A.N^P -correspondent meldt: Weenen heeft zich ter gelegenheid van het jeugd-congres in feestkleed gestoken. Allerwe gen wapperen de vlaggen van de veertien lan den. die op het congres vertegenwoordigd zijn. Het is een eenvoudige versiering en niet te vergelijken met de pracht en praal, die de oude Donaustad bij vroegere congressen ten toon spreidde. Terecht heeft men zich op het standpunt gesteld, dat in een tijd. waarin zulk een groot gedeelte der Europeesche jeugd aan liet front staat, geen groote feesten gehouden mogen worden. Men hecht meer beteekenis aan de innerlijke waarde, aan een uit een gemeen schappelijk ideaal voortkomende kracht, dan aan uiterlijk vertoon, dat niet in overeenstem ming zou zijn met den ernst van den tijd. De oorlog heeft juist in de kringen dergenen, die steeds voor de aaneensluiting van de Euro peesche jeugd geijverd hebben, vele offers ge- eischt. Op straat hoort men allerlei talen en ziet men de meest verschillende uniformen, waar onder het veldgrijs een groote plaats inneemt. De leden der Nederlandsche delegatie slaan in dit internationale gezelschap geen slecht figur, Voor de deelnemers aan het congres is op uit stekende wijze gezorgd en de wijze, waarop het geweldige organisatorische probleem, dat de verzorging van zulk een groot aantal gasten nu eenmaal vormt, is opgelost, dwingt bewondering af. Voor de congressisten staan tal van cultu- reele gebeurtenissen op het programma. Het is i opvallend, hoe rijk voorzien het programma der cultureele evenementen in Weenen in dezen oorlogstijd is. Trouwens, waren er niet de verschillende be perkingen, die de oorlog nu eenmaal onvermij delijk meebrengt, dan zou men in deze, aan historische monumenten zoo rijke stad, waar van zulk een groote bekoring uitgaat, haast vergeten, dat op het oogenblik een strijd op leven en dood wordt uitgevochten. Dat juist Weenen is gekozen als zetel van het Europeesche jeugdcongres, is in Verschillende' opzichten symbolisch. Weenen, dat alleen reeds wegens haar liggings als centrum van de Euro peesche jeugd in aanmerking komt, is de zetel geweest van tal van historische congressen,, die over de toekomst van Europa beslisten. Ook van het Europeesche jeugdcongres mag men verwachten, dat het zijn stempel zal drukken op de toekomstige ontwikkeling in Europa. De officieele stichting van het Europeesche jeugdverbond is feitelijk niets anders dan de bezegeling van een reeds geruimen tijd be staande samenwerking van de Europeesche jeugd, niet op de laatste plaats de samenwer king op het slagveld. De eenheid der Europee sche jeugd is tot stand gekomen, doordat zij in een historische ontwikkeling door een ge meenschap van idealen bij elkaar is gebracht. Als gelijkgerechtigden werken de leiders der nationale jeugd-organisaties samen. In werk gemeenschappen. die onder de verantwoorde lijke leiding staan van een in een Europeeschen leiderskring vertegenwoordigden jeugdleider, worden de ervaringen bij de opvoeding en vor ming van de jeugd uitgewisseld. Op den voor grond staat het streven naar een gezonde en krachtige jeugd en de bezinning op cultureele traditie en missie van Europa. Typeerend voor den wil, het jeugdverbond te maken tot een, de geheele Europeesche jeugd vertegenwoordi gende. organisatie, is het feit, dat in het kader van de Duitsche delegatie, ook vertegenwoor digers van de Tsjechische. Estlandsche en Let- landsche jeugd aan het congres deelnemen. Zoo wordt te Weenen gestreefd naar ae eenheid van een van het belang van een betere en rechtvaardige wereldorde overtuigde Europee sche jeugd, opdat deze eensgezind en hierin ligt de groote uitzonderlijke beteekenis van déze gebeurtenis voor zal gaan op den weg naar een nieuw Europa, daarbij gedragen door ban den van hechte kameraadschap, waartoe de grondslag op de Europeesche slagvelden is ge legd. Tijdens den duur van het congres, dat Vrijdag besloten wordt, komen de werkcommissies iede- ren morgen in niet-openbare zitting bijeen, ter bespreking van technische aangelegenheden. Daama staan voor iederen dag bezoeken aan de bezienswaardigheden der stad, theaters e.d. op het programma, Aan Führer en Duce zijn telegrammen ge zonden. De Führer heeft daarop met het volgende te legram geantwoord: „Ik dank u en de te Weenen aanwezige lei ders der Europeesche jeugd voor de mij ge zonden groeten van de stichtingsbijeenkomst van den Europeeschen jeugdbond en beant woord deze met de beste wenschen voor een volledig succes der bijeenkomst." Het telegram van den Duce luidde als volgt: „Ik heb mij zeer verheugd over den groet, dien gij mij in naam van den Europeeschen jeugdbond hebt gezonden. Haar groote traditie levendig mede voelend, wensch ik de Europee sche jeugd het grootste succes bij haar ge- loofszending, tot het vervullen waarvan zij ge roepen is." ARBEIDSGEMEENSCHAP SPORT GESTICHT Onder voorzitterschap van den Reichssport- führer Von Tschammer und Osten, is de ar beidsgemeenschap sport gesticht. In een rede wees Tschammer er op. dat de gemeenschappelijke liefde der Europeesche jeugd van oudsher de sport heeft gegolden. Hij op perde de invoering van Europeesche spelen, die geen tegenstelling vormen tot de gedachte der Olympische spelen, maar dienstig zijn voor de oriëntatie en den sportleven strijd der volken van Europa. Met een beroep op- de goede kameraadschap der Europeesche sportjeugd en met den klem toon on het beginsel van volstrekte gelijkge rechtigdheid van alle deelpemende nationali teiten besloot de Reichssportführer zijn uiteen zettingen, die met grooten bijval werden ont vangen. ORKESTPROPAGANDAFILM „WIE GAAT MEE?" Ter stimuleering van bet concertbezoek. Het Departement van Volksvoorlichting on Kunsten heeft aan de Fllmproductiei MIJ. „Ne derland Film" opgedragen een propagandafilm te maken voor de Nederlandsche orkesten en hun concerten, Nederland-Film heeft thans het werk stuk. dat het gevolg was van deze opdracht. over_ gedragen aan het Departement, waarvoor het hoofd van de afd. Muziek, de heer J. G, Goverts, de film overnam Ln naam van zijn secretaris generaal, prof. dr. T. Goedewaagen. Hieraan was een vertooning voorafgegaan, die door velen werd bijgewoond. De scenarioschrijver Hendrik Scholte dankte den opdrachtgever ten eerste voor het feit. dat hy met deze opdracht de kunst en ln het bijzonder de film en de mu ziek ondersteunt en ten tweede als president van de Nederlandsche Kultuurkamer, daar deze op dracht een krachtige, economische ondersteuning beteekent voor de medewerkers en Indirect ook voor alle musici. Men hoopt Immers en dat niet zonder reden, dat deze film het publiek er toe mag brengen zich ln grooteren getale en vaker dan voorheen, naar de concertzaal te begeven. De film, waarvan het oude Nederlandsche lied getoonzet door J. P. Sweebück „Wie gaat mee. gaat mee over zee, hou Je roer recht" de drager der sfeer ls. leidt de aandacht van de toeschou wers naar alle lagen der bevolking naar alle vormen van muziek om tenslotte te laten zien, dat datgene, wat ln rijken vorm ln de wereld van het orkest bloeit, onder en ln allen leeft. De plas tische voorstelling van dit gegeven wordt her haald door het gesproken woord, waarbij men nog eens duidelijk laat zien, hoe het lied van den slagersjongen even sterk leeft ln het uittrekkende gezelschap, ln de concertzaal, by het draaiorgel, het harmoniekorps of den harmonicaspeler. Men krygt ook de dirigenten in actie te zien en wel Ed. van Belnum voor het Concertgebouw orkest, Ed. Flipse voor het Rottèrdamsch Phll- harmonisch orkest, Frlts Schuurman en Toon Verhey voor het Residentieorkest, Willem van Otterloo voor het Utr. Sted. Orkest, Marlnu6 Adam voor de Haarlemsche Orkestvereenlglng, Kor Kuiler voor het Gronlngsche. Jaap Spaan derman voor het Axnhemsche en Henri Herman» voor het Maastrlchteche orkest.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1942 | | pagina 1