BINNENLAND 83ste Jaargang DONDERDAG 12 MAART 1942 No. 25140 De Japansche buit in Ned.-Indië Voorloopige cijfers De Japansche vloot superieur Britsche verklaring over Britsch-Indië Italiaansch Weermachtsbericht Het proces te Riom Verspreide berichten 19.38 uur 8.01 uur Duifschers gelieven hiervan kennis Ie nemen RECHTZAKEN Dertigduizend gulden verduisterd LEIDSCH DAGBLAD Directeur: J. W. Henny. Telef. Directie en Administratie 25041 (2 liinen) Gironummer: 57055 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Telef Redactie 21507. Hoofdredacteur: B. W. Menkhorst. Lelden. Pl.verv.: K. Been. Lelden. Het Japansche hoofdkwartier heeft een sa menvatting gegeven van den in den Neder- landsch-Indischen veldtocht gemaakten buit. Er werden 93.000 gevangenen gemaakt, ónder wie 2000 officieren. Van deze troepen werden 60.000 man op het eiland Java gevangen ge nomen. 18.000 man in andere deelen van Ned.- Indlë. De overigen bestonden uit vrijwilligers. Voorts werd het volgende oorlogsmateriaal buitgemaakt: 152 vliegtuigen vielen onbescha digd in Japansche handen. Daaronder bevonden zich 24 bommenwerpers, 45 jachtvliegtuigen en 83 vliegtuigen van een ander type. Voorts werden buitgemaakt 367 tanks en pantserauto's, 732 kanonnen van verschillend kaliber, 1567 machinegeweren, grootendeels be- hoorende tot den luchtafweer. 97.384 geweren, 4105 vliegtuigbommen. 120.000 kisten ontplof bare stoffen. 330.000 granaten, 34.000 handgra naten, 72.317.100 patronen voor geweren en ma chinegeweren. Hieraan wordt toegevoegd, dat deze cijfers afkomstig zijn van den Nederlandsch-Indischen opperbevelhebber en derhalve niet voor defini tief kunnen gelden. De woordvoerder der Japansche marine, Hi- raide, heeft op een persconferentie verklaard: De Engelsche vloot heeft geen veilige schuil plaats meer, zij is genoodzaakt zich naar Bom bay terug te trekken. Volgens de laatste inlich tingen heeft Engeland twee slagschepen en twee vliegtuigmoederschepen naar den Indi- schen Oceaan gezonden, teneinde de volledige ineenstorting van de Engelsche heerschappij in het gebied ten Oosten van het Suezkanaal te vertragen. Australië bevindt zich, aldus Hiraide, in een nog slechter positie, daar het. steeds duidelijker wordt, dat Engeland Australië niet beschermen kan. Als de Australische regeèring ver voor uitziende staatslieden had. zou zij samenwer king met Japan zoeken, alvorens het te laat is. De Engeland en Amerika nog overgebleven zeestrijd krachten in het Zuidelijk deel van den Stillen Oceaan met Port Darwin als basis, zijn voor de sterke Japansche vloot geen tegen stander waarmede rekening moet worden ge houden. In de wateren van de V. S. en Engeland be vinden zich nog ongeveer negentien slazscbepen. Zelfs indien ook deze naar Oost-Azië zouden worden gezonden, zouden zij in geen geval sterk genoeg -zijn om met de Japansche vloot met kans op succes strijd te leveren. Voor Amerika zal het drie of vier jaren duren alvorens zijn slagschepen weder tot het pèil van voor het uitbreken van den oorlog zijn aan gevuld Dit bouwprogramma zal echter op groo- te moeilijkheden stuiten, als gevolg van de Ja pansche tegenblokkade, die het den V.S. onmo gelijk maakt belangrijke grondstoffen te ver krijgen uit de gebieden, die door Japan worden gecontroleerd, Ten aanzien van het door president Roose velt aangekondigde groote bewapeningspro gramma verklaarde Hiraide, dat Japan niet de geringste vrees voelt voor de Amerikaansche reusachtige cijfers. In de eerste plaats hebben de V. S. gebrek aan vaklieden. Verder is het twijfelachtig of het programma practisch tot den in het voornemen liggenden omvang tot uitvoering kan worden gebracht. Zelfs indien dit gedeeltelijk gelukt, zou het vraagstuk der be manning moeilijkheden opleveren, want een •werkelijk voor den strijd geschikte bemanning vraagt jarenlange ODleiding. Hetzelfde geldt ook voor de luchtmacht. Daarentegen is de Janansche vloot sterk ge noeg om haar actieradius nog verder uit te breiden. Reeds thans wordt de Stille Oceaan door Japan beheerscht. De dag zal komen, dat de onder Japansche controle staande Stille Oceaan en de Indische Oceaan de „nieuwe Ja pansche zee" vormen. Japans parool is: „Snoer na de overwinning den helmband steviger aan". Reeds thans is het duidelijk, dat het jaar 1942 den afloop van den oorlog reeds beslist heeft, al zal ook de oorlog in Groot Oost-Azlë wellicht nog jaren duren (D.NB.) VERKLARINGEN VAN VAN MOOK. De naar Australië uitgeweken luitenant-gou verneur-generaal van Nederlandsch Indië. van Mook, heeft, volgens een bericht uit Melbourne, verklaard, dat de troepen in Nederlandsch- Indië het bevel hebben gekregen om ook na den val van Bandoeng door te strijden, vooral daar het grootste deel van Sumatra en andere eilan den nog onbezet zijn, ook al is niet te verwach ten, dat de troepen ongelimiteerd kunnen vol houden. De voornaamste schuld aan de ineen storting ziet de luitenant-gouverneur-generaal in het feit. dat alleen een fractie van de ver wachte geallieerde hulp Inderdaad aangekomen is. Uit Singapore zijn slechts ongewapende troe pen en eenige Britsche oorlogsschepen aange komen. terwijl de V.S. alleen het in Manilla gestationneerde Aziatische eskader en zwakke luchtstrijdkrachten hebben gezonden, die boven dien nog slechts de eerste dagen van den'strijd om Java hebben meegemaakt. (D.N3.) IN BIRMA. Japansche troepen rukken op naar Bassein. Naar de Britsche berichtendienst uit New- Delhi meldt,' schijnen de Japanners thans op te rukken naar Bassein, ongeveer 150 K.M. ten Westen van_Rangoon. Bassein is thans de eenige Birmaansche ha ven, die in het bezit is der geallieerden en die een directe spoorwegverbinding heeft met Man- dalay en den Birmaweg. (D.NB.) MOTIVEERING VAN STAFFORD CRIPPS' REIS. Naar de Britsche berichtendienst meldt, is te Londen gisteren een officieele verklaring over Britsch-Indië gepubliceerd. Daarin wordt allereerst gezegd, dat „ten ge volge van de crisis in de Indische aangelegen heden, welke werd veroorzaakt door den Japan- Het Italiaansche opperbevel deelde gisteren mede: Vijandelijke verkenningsafdeelingen zijn na een gevecht met onze patrouilles in het gebied van Mekili met verliezen op de vlucht gedre ven. Onze lucht formaties hebben met succes gemechaniseerde strijdmiddelen aangevallen en hiervan een flink deel beschadigd. Bij een nachtelijken aanval van Engelsche vliegtuigen op Benghazi zijn geen slachtoffers gevallen noch werd schade aangericht. Het bombardement van Malta werd dag en nacht voortgezet. Vliegvelden, depots en pak huizen werden verscheidene malen door bom men van elk kaliber getroffen. In de doelen, die verscheidene malen werden getroffen, bra ken omvangrijke en langdurige branden uit. De vijand verloor 11 toestellen, waarvan er 6 op den grond werden vernield en 5 door Dultsché jagers bij luchtgevechten neergeschoten. Een onzer convooien, dat onder bescherming van formaties vloot- en luchtstrijdkrachten uit Libye terugkeerde, werd door torpedo-vliegtui gen 'aangevallen. De aanval werd, dank zij snel manoeuvreeren en doeltreffend afweervuirr af geslagen en het convooi kwam op de plaats van bestemming aan zonder schade te hebben ge leden. Bij het gevecht werden twee Engelsche vliegtuigen getroffen, die in zee stortten. De torpedojagers „San Martino" en „Solfe- rino". resp. onder bevel van de eerste-luite- nants-ter-zee Angelo Pievatolo en Mirco Ve- dovalo. hebben elk op verschillende dagen en verschillende plaatsen een vijandelijke duik boot tot zinken gebracht. De laatste vier weken hebben de Engelschen zoodoende in de Middellandsche Zee met zeker heid zes duikbooten verloren. Onze duikbooten, die langs de kusten der Ver. Staten opereeren, hebben vijandelijke schepen niet een totalen inhoud van on geveer 23.500 ton tot zinken gebracht. In een week tijds werden in dit gebied dus 50.700 ton op deze wijze in den grond ge boord. Bij deze operaties hebben de duikbooten on der bevel van de korvettenkapiteins Longanesi Cattani, De Giacomo, Giudici en Fecia di Cos- sato zich bijzonder onderscheiden. LEON BLUM VERDEDIGT ZICH. De elfde zittingsdag van het gerechtshof te Riom was gewijd aan de verdediging van Leon Blum. In het begin van zijn verdediging trachtte Blum het gerechtshof af te leiden door een aantal argumenten naar voren te brengen, die door den president werden afgewezen. Nadat de president verscheidene malen de kwestie der nationalisatie van de bewapeningsfabrieken had aangesneden liet Blum zich in dien zin uit. dat hij de verantwoordelijkheid voor deze maat regelen van de hand wees, daar hij nooit een specialist in die kwesties was geweest. Wat zijn persoonlijke rol bij de bespreking van de des betreffende wetten aangaat: aan de debatten in het parlement heeft hij nooit deel geno men. Zonder den generalen staf met name te noe men. verklaarde Blum dat niet de nationa lisatie der bewapeningsfabrieken, doch de veel vuldige fabricagetvpen schuld hadden. De pre sident, Caous, stelde Blum de vraag, waarom de nationalisatie der bewapeningsindustrie niet algemeen was doorgevoerd. Blum antwoordde daarop, dat de fabrieken voor vliegtuigrompen, tot op enkele na. genationaliseerd waren. Bü de motorenfabrieken was de doorvoering ge strand op het gebrek aan credieten. Bijna alle bewapeningsfabrieken waren financieel zwak geweest, zy stonden of voor de liquidatie of waren overgeleverd aan de genade van- haar banken. Aan het slot van zijn verdedigingsrede tracht te Blum meer door psychologische dan door feitelijke argumenten de verwijten van den aan klager van zich af te wentelen. De voorzitter trachtte den beklaagde Blum terug te brengen tot de stof van het proces en kwam te spreken over" de bezetting der fabrie ken door het personeel in 1936 en over de sta kingen,. die volgens de statistieken alleen in het gebied van groot Parijs geleid hebben tot het verlies van 19 millioen arbeidsuren. Blum zeide. dat de aanklager toch niet wilde bewe ren, dat daardoor de vorderingen van de be wapening op beslissende wijze waren beïnvloed. De aanklager scheen er van overtuigd te zijn, dat hij door zijn politiek -van zwakte en toe geeflijkheid. zooals in de aanklacht werd gezegd, de arbeiders had vergiftigd. Wel was hij aan hanger geweest van het toetreden der commu nisten tot het volksfront. Had hij zoo zeide Blum tegen het einde van ziin uiteenzettingen onder de moeilijke omstandigheden ten tijde van het overnemen der regeering geweld toege past jegens de arbeiders, dan zou hij Frankrijk den burgeroorlog in gedreven hebben. Het proces wordt heden voortgezet met het verhoor van den laatsten beklaagde, den leger- controleur, Jacomet. schen opmarsch, in Engeland de wensch is ont staan, alle krachten van het Indische leven te vereenigen om het land voor een invasie te be hoeden." De verklaring verwijst dan naar de Engelsche belofte van Augustus 1940, volgens welke Indië zoo spoedig mogelijk na den oorlog den status van Dominion zou krijgen, waarbij als voor waarde werd genoemd de nakoming der Engel sche verplichtingen ten aanzien van de bescher ming der minderheden, enz. Om deze algemeene verklaringen duidelijk te formuleeren, heeft het oorlogskabinet thans een stemmig „voor het heden en de toekomst" be sloten tot een actie, die „indien zij door Indië in haar geheel wordt aanvaard", het gevaar zou vermijden van het verzet eener minderheid of van een meerderheidsbesluit, dat ..zoozeer op verzet stuit, dat het fatale gevolgen voor de binnerdandsche eendracht heeft en het tot stand komen van een nieuwe constitutie onmogelijk maakt." De Engelsche regeering heeft er eerst over gedacht, terstond de voorwaarde voor een der gelijke poging om Britsch-Indië bij de verwezen lijking van een volledig zelfbestuur door een constructieve bijdrage te steunen, bekend te maken. Men vreest echter, dat een openlijke aankon diging, op dit oogenblik eerder ongunstig dan gunstig zou werken en men moet zich er zelf van overtuigen, dat het Britsche plan voldoen-' den weerklank vindt en dat alle gedachten en krachten der Indiërs op de verdediging van den Brit schen bodem worden geconcentreerd. Dien tengevolge zal een lid van het oorlogskabinet naar Britsch-Indië gezonden worden om zich door persoonlijke besprekingen er van te over tuigen, dat de Britsche besluiten, waarover men het eens geworden is, hun doel vervullen. Sir Stafford Cripps heeft zich vrijwillig bereid ver klaard, deze taak op zich te nemen. Hij zal te vens besprekingen voeren met den onderkoning èn den opperbevelhebber over den militairen toe stand, waarbij hij steeds in de allereerste plaats de verantwoordelijkheid van de Britsche regee ring in het oog feal houden om de volkeren van Indië met alle mogelijke middelen te behoeden ,voor de gevaren, welke hen thans bedreigen Indië moet thans zijn helpende hand in trouwe kameraadschap naar het Chineesche volk uit strekken. Cripps zal zijn reis aanvaarden, zoo dra een geschikte reisgelegenheid gevonden is. In dien tusschentijd zullen noch in Engeland noch in Indië debatten over de Indische kwestie worden gehouden. Tijdens de afwezigheid van Sir Stafford Cripps zal zijn taak als leider van het Lagerhuis door den minister van buiten- landsche zaken, Eden, worden overgenomen. (D.NB.) REACTIE IN DUITSCHE POLITIE KRINGEN Het bericht van Cripps' reis naar Britsch- Indië kan volgens politieke kringen te Berlijn beschouwd worden als een bevestiging van de inlichtingen, volgens welke Churchill en Cripps achter de coulissen een hardnekkigen strijd voe ren. Reeds bij de debatten over Indië in het Lagerhuis, aldus zegt men. teekenden zich be paalde tegenstellingen af, welke leidden tot een drukker bespreken van de doelmatigheid van een nauweren band met de Sovjet-Unie in Engel sche politieke kringen. Ongetwijfeld heeft Cripps van de critiek op Churchill gebruik gemaakt om zijn opvatting, een nauwe alliantie met de Sovjet-Unie, te pro- pageeren en tevens de betrekkingen met de Ver- eenigde Staten los te maken van bepaalde per sonen. Hij wilde daardoor bereiken, dat bij een eventueel verdwijnen van Churchill de samen werking tusschen Engeland, de Sovjet-Unie en de Vereenigde Staten geen schade zou lijden: Als men van een rivaliteit tusschen Cripps en Churchill mag spreken, kan dat slechts gelden voor de wijze van oorlogvoering, want ten aan zien van den vasten wil. den oorlog voort te zet,ten. zijn beiden het volledig eens. Door Cripps naar Indië te zenden, aldus is de eerste reactie in Duitsche politieke kringen, schijnt Churchill zijn „concurrent" een hoogst delicaat werk te hebben opgedragen, ook met het doel hem, voorloopig althans, op veiligen afstand te houden (AHP.) WAALSCHE VRIJWILLIGERS NAAR HET FRONT VERTROKKEN. De vierde groep vrijwilligers van het „legion Wallonië" (400 man sterk) is 'uit Brussel ver trokken naar het Oostelijke front. (Belga) VLIEGONGELUK IN SOVJET-UNIE. De sovjet-radio heeft een Tass-bericht ver spreid, dat de waarnemend chef van de ver- keersluchtvloot der sovjet-unie, Kartoesjef. bij een vliegongeluk in de republiek Oesbeskistan bij de uitoefening van zijn beroepsplichten is omgekomen. (D.N.B.) GERUCHTEN frjZAKE TURKIJE. De A.N.P.-correspondent te Berlijn meldt: Van buitenlandsche zijde zijn geruchten ver spreid omtrent een ontmoeting te Sofia tus schen vooraanstaand^ Duitsche en Turksche persoonlijkheden, waaraan ook Von Ribbentrop zou deelnemen. Aansluitend aan deze geruchten kan men hier in Berlijn vermoedens van ver- scnillenden aard hooren uiten over een Turk sche kabinetswisseling en zelfs over een aan sluiting van Turkije bü het driemogendheden- pact, waaromtrent vroeger al eens geruchten in omloop geweest zijn. Te bevoegder plaatse kon men ons hierom trent niet nader inlichten. Men wenschte de geruchten te bevestigen noch te dementeer en. Von Papen, die deze week nog naar Berlijn zou komen, is in Turkije gebleven. Letsel aan het oor, bij den jongsten aanslag opgeloopen, belette hem te reizen, zoo werd ons verzekerd. VERKLARING VAN ALEXANDER. De eerste lord der Britsche admiraliteit, Alexander, heeft volgens de Times te Londen in een rede verklaard: de situatie, waarin de Brit sche vloot zich thans bevindt, is waarschijnlijk de ernstigste van haar geheele geschiedenis. Van oudsher heeft men in Engeland op de heer schappij ter zee grooten nadruk gelegd, maar nu moet men het roer weer eens omgooien. Sinds 3 September 1939, toen de oorlog uit brak, levert de Engelsche marine dag en nacht ononderbroken strijd. Ik vraag mij meermalen af, of de menschen in Engeland, die zoo graag critiek oefenen op de marine, wel volkomen be seffen. wat er op de admiraliteit gebeurt. Daar stelt men voortdurend nieuwe plannen op en probeert te voren reeds de zaak te overzien. Maar nauwelijks heeft men de nieuwe plannen klaar en poogt ze om te zetten in de practijk. of nieuwe scheepsverliezen halen een streep door de rekening of de oorlog breidt zich uit tot een nieuw werelddeel. Deze wilde jacht duurt nu al twee en een half jaar. (D.N.B.) van hedenavond tot morgenochtend De maan kwam heden op om 5.25 u. en ging onder te 14.34 u. De commissaris-generaal voor de openbare veiligheid maakt bekend: Op grond van de verordening van den Rijks commissaris voor het bezette Nederlandsche ge bied betreffende de registratie van Duitschers. waren alle in Nederland woonachtige Duitschers verplicht, zich bij de voor hun woonplaats be voegde registratie-bureaux aan te melden. Het is gebleken, dat een aantal Rijksduitschers tot nu toe door onwetendheid niet aan deze ver plichting heeft voldaan. Degenen, die in dezen in verzuim zijn, worden hiermede onder verwij zing naar de bij de verordening bedreigde straf fen, uitgenoodigd, zich schriftelijk of mondeling bij de bureaux van de politieofficieren bij de gevolmachtigden van den Rijkscommissaris voor de provincies aan te melden. In het bijzonder wordt er de aandacht op gevestigd, dat deze aanmelding eveneens moet geschieden in alle gevallen waarin personen, die tot het Duitsche volk behooren of van Duitsche afstamming zijn, in twijfel verkeeren met betrekking tot hun na tionaliteit of als personen zonder nationaliteit worden aangemerkt. Een eventueel vroeger ont vangen bericht van e^i officieele instantie, vol gens hetwelk men de Duitsche nationaliteit heeft verloren, bevrijdt niet van den plicht tot aan melding. Deze verplichting geldt eveneens voor Duitschers uit het vroegere Oostenrijk, voor Su- deten-Duitschers en voor Volks-Duitschers uit de Oostgebieden. De aanmelding dient alsnog uiterlijk tot en met 21 Maart 1942 te geschieden. Bij minder jarigen is de opvoeder, ook wanneer hij zelf geen Duitscher is, voor de inachtneming van de zen tweeden aanmeldingstermijn verantwoorde lijk. Gez. RAUTER, SS-.Gruppenfiihrer und General- leutnant der Polizei. Jhr. Mr. D. R. DE MAREES VAN SWINDEREN GEHULDIGD. Door het gemeentebestuur van Groningen. Gistermiddag is te zijnen huize te Groningen aan jhr. mr. D. R. de Marees van Swinderen door het stadsbestuur de bronzen medaille uit gereikt verbonden aan de inschrijving van zijn naam in het gulden boek te Groningen. De burgemeester, mr. D. W. J. H. Cort van der Linden, die vergezeld was van de wethou ders en den gemeentesecretaris, hield een korte toespraak, uiting gevende aan de vreugde van het stadsbestuur, dat het den heer Van Swin deren kon gelukwenschen met zijn tschtigsten verjaardag, welke heden wordt gevierd. Spreker herdacht hierbij alles wat de heer Van Swin deren in het belang der stad heeft gedaan, in het bijzonder zijn langdurig raadslidmaat- en wethouderschap. INSTALLATIE LANDSTAND LIMBURG. In de fraaie Statenzaal van het gouvernements gebouw te Maastricht, vond gistermiddag de in stallatie-plechtigheid van den Landstand in Limburg plaats. Boer W. F. J. Quaedvlieg werd hierbij door den boerenleider Roskam tot boe renleider in Limburg geïnstallleerd. DENNENAPPELS GEPRIJSD. De gemachtigde voor de prijzen deelt mede, dat voor dennen- en sparreappels, die bestemd zijn voor gebruik als aanmaakmateriaal, met ingang van 13 Maart een maximumprijs is vastgesteld. DAAR IS DE KRANT. De brievenbus kleppert, een plof op de deur mat, daar is de krant. Enkele oogenblikken later gaat zij van hand tot hand, verlangend als wij zijn om kennis te nemen van het nieuws, dat zij brengt. Kunt u rich het leven indenken zon der krant, dus zonder nieuws? Maar dan be grijpt u ook wat een zending kranten en tijd schriften voor onze vrijwilligers aan het Oost front beteekent. Nieuws uit het vaderland, dat is een gebeurtenis. Het verzorgingsfonds van het vrijwilligerslegioen „Nederland" zendt gere geld kranten en tijdschriften naar het Oost front. Dit is echter nog niet alles. Ook pak ketten bevinden zich bij de geregelde zendin gen. Landgenoot steun dit werk, dat zooveel vreugde brengt aan onze dappere strijders ln het Oosten. Stort een flinke bijdrage op de giro rekening van het verzorgingsfonds vrijwilligers legioen „Nederland" te 's-Gravenhage. Het gironumer ls 432100. ARBEIDERS IN PELTERIJBEDRIJVEN. Na de goedkeuring door het college van rijks bemiddelaars van de collectieve arbeidsovereen komst, afgesloten tusschen de Nederlandsche vereeniging van pelterij fabrikanten en den bond van bontbedrijven eenerzijds en den bond van arbeiders in de textiel- en kledingindustrie anderzijds, zijn de onderhandelingen hervat, waarbij overeengekomen werd de algemeen ver bindend verklaring aan te vragen. Als deze zal zijn verkregen, zal de collectieve arbeidsover eenkomst in werking treden. SPIEKENDE DADEN. Medegedeeld wordt, dat de soldaten van het Nederlandsche legioen aan het Oostelijke front ten behoeve van de Winterhulp Nederland, een bedrag bijeengebracht hebben van R.M. 5051, welke som omgewisseld tegen f. 3806,30 inmid dels op de girorekening van Winterhulp ont vangen is. Uit bovenstaande simpele mededee- ling, die tot zeer groote voldoening stemt, blijkt wel zeer duidelijk de groote opofferingsgezind heid van de kerels, die met inzet van hun eigen leven, ver van huis, zich geven voor de grootheid van Nederland in de toekomst. Te midden van een feilen strijd, in de ijzige koude der Russische sneeuwvelden, nog te den ken aan de arme landgenooten hier te lande, spreekt diep tot ons hart. Het is een voorbeeld voor de velen, die thuis bleven. Moge ook hun geweten ontwaken. BURGEMEESTERS. Bij besluit van den secretaris-generaal van het departement van binnenlandsche zaken is P. A. J. P. de Jong. met ingang van 23 Maart tot burgemeester van de gemeente Wouw en H. J. M. van der Weijden met ingang van den zelfden datum tot burgemeester van Beek en Donk benoemd, de laatste onder toekenning van gelijktijdig eervol ontslag als burgemeester der gemeente Stiphout. NEGEN MAANDEN GEËISCHT VOOR DE ALMELOSCHE RECHTBANK. In Augustus van het vorige jaar werd door controleurs van de afdeeling comptabiliteit van de N.V. Expeditieonderneming van Gend en Loos een onderzoek ingesteld in de boeken van den directeur van het kantoor te Oldenzaal. De controleur bracht aan het licht, dat er in de boeken geknoeid moest zijn en toen de directeur daarover werd onderhouden, bekende hij al heel spoedig wat er was gebeurd. Id een tijdsverloop van ruim tien jaren had hij zich door valschc boekingen, het opmaken van valsche bescheiden en het doen van onware mededeelingen een bedrag weten toe te eigenen van ruim dertig dui zend gulden. Thans had de ex-directeur zich voor de Alme- losche rechtbank te verantwoorden. Uit zijn ver hoor en uit mededeelingen van den president bleek, dat deze man zeer moeilijke jaren achter den rug heeft. Zijn salaris was voor het zich steeds uitbreidende gezin, dat thans tien kin deren telt, lang niet toereikend. Ziekte van de kinderen verergerde de zaak nog. Bovendien vroeg de plaats, die de directeur in het Olden- zaalsche openbare leven innam financieele of fers. De officier van justitie bracht in zijn re quisitoir naar voren dat verdachte van het eer ste oogenblik af alle medewerking heeft ver leend om de zaak tot klaarheid te brengen. Hiermede wilde de officier ernstig rekening houden alsmede met de omstandigheden waarin verdachte verkeerd heeft. De zaak is echter te ernstig om haar niet te vervolgen en zeer zeker om het met een geldboete, die verdachte ove rigens niet betalen kan, af te doen. De eisch luidde negen maanden gevangensstraf. De verdediger vroeg een geldboete subs een lichte straf met de mogelijkheid om daarvoor voorwaardelijk gratie te kunnen vragen. De rechtbank doet op Dinsdag a.s. uitspraak. RAAD VOOR DE SCHEEPVAART. Ontploffing aan boord van de KW 118. De raad voor de scheepvaart heeft uitspraak gedaan inzake de ontploffing aan boord van de motorsloep „De Hoop" KW 118, op 28 November 1941, liggende in de haven van Scheveningen. De raad is, met den inspecteur-generaal voor de scheepvaart, van oordeel, dat dit ongeval, dat voor het slachtoffer nog zeer gelukkig is afge- loopen, is veroorzaakt door de aanwezigheid van een ontplofbaar gasmengsel in de motorruimte, in verband met een vonk, welke V.d B. door een beweging van zijn voet kan hebben doen ontstaan. Het was beter geweest, wanneer v.d. B. aan dek had gestaan bij het vullen van de tank. Overigens wordt met het groote gevaar voor ontploffingen bij het gebruik van benzine motoren in niet behoorlijk geventileerde ruim ten niet steeds voldoende rekening gehouden. Afdoende ventilatie, gepaard met het voortdu rende besef bij de gebruikers van het gevaar voor ontploffing, is het eenige middel tot voor koming van dergelijke ongevallen, die, zooals hier helaas is geschied, tot verlies van het ge heele schip -kunnen leiden. Aanvaring te IJmuiden. Verder heeft de raad uitspraak gedaan Inzake de aanvaring tijdens mist van den motorkotter „Klaus" UM. 224 met den motorlogger „Van den Duyn van Maasdam" KW. 97 in het buiten kanaal te IJmuiden op 4 November 1941. De raad is van oordeel, dat deze aanvaring in de eerste plaats moet worden toegeschreven aan den heerschenden mist. De „KW. 97" moest naar bakboord uitwijken en het is bij den heerschenden dikken mist ver klaarbaar, dat zij de uitwijking wat ruimer heeft genomen en in het vaarwater van de „IJM. 224" terecht kwam. De raad wil daarom niet zeggen, dat deze aanvaring geheel aan de schuld van de „KW. 97" is te wijten. De hoofdzaak is, ge lijk gezegd, de heerschende mist, terwijl ook de stroom - het was uitgaand tij - aan de „KW. 97" parten kan hebben gespeeld. CLANDESTIENE SLACHTER GING ANDEREN VERRADEN. Voor den economischen rechter te Haarlem had zich de 54-jarige rijwielhersteller J. H. Hartman uit Haarlemmermeer te verantwoor den, omdat hij in den tijd van October 1941 tot Februari van dit jaar tientallen schapen clan destien had geslacht. Het juiste aantal was niet precies bekend, doch van twintig gevallen kon het bewijs geleverd worden. De officier, mr. Besier, merkte op, dat men reeds lang verdenking tegen verdachte koes terde. Het was echter uiterst moeilijk om hem te betrappen Hij heeft zich altijd voorgedaan als een braaf man. die zelfs aan de opsporings ambtenaren vaak zoodanige aanwijzingen gaf. dat andere clandestiene slachters konden wor den aangehouden. De officier achtte een strenge straf noodzakelijk en eischte negen maanden gevangenisstraf. De economische rechter ver oordeelde den verdachte' conform dezen eisch. HAAGSCHE GERECHTSHOF. Verboden handel. In hooger beroep hebben voor het Hof terecht gestaan P. Lepelaar uit Leiden, die door den Economischen rechter tot 2 jaar gevangenisstraf en f. 5000 boete was veroordeeld, F. C. Hol uit Zoeterwoude tot VA Jaar en f. 5000 boete. J. A. A. Wiiffelman uit Rijswijk VA jaar en f.5000 boete, J. A. Vlasveld uit Leiden tot 1 jaar gevangenis straf, H. J. v. Teylingen uit Leiden, tot een Jaar gevangenisstraf allen in verband met verdachten handel in loodkabel, dekens of solutie. In hooger beroep vorderde de adv. generaal verwijzing der zaken naar den rechter-commis saris"". Het Hof heeft arrest gewezen, en het onderzoek in de zaken niet volledig geacht, zoo dat de zaken voor nader onderzoek naar in structie werden verwezen. VREDEGERECHTSHOF. Reserve-kapitein wegens beleedlging veroordeeld. De reserve kapitein C. B„ die op 13 Mei 1940 dienst deed op „Filmstad" te 's-Gravenhage, waar toen een groep van ongeveer 25 personen, leden der N.SB., afkomstig uit Alphen aan den Rijn, ter interneering werd binnengebracht, bij welke gelegenheid de reserve-kapitein zou heb ben gezegd, „Ha. daar is dat geboefte uit Al phen, je kan aan hun gemeene tronies zien, waar ze vandaan komen", is heden overeenkom* stig den eisch van den procureur-generaal do<* het vredegerechtshof terzake wegens beleed^ ging van een volksgroep, veroordeeld tot vee»» tien dagen gevangenisstraf.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1942 | | pagina 1