BINNENLAND
83ste Jaargang
DONDERDAG 12 MAART 1942
No. 25140
De Japansche buit in Ned.-Indië
Voorloopige cijfers
De Japansche vloot
superieur
Britsche verklaring over
Britsch-Indië
Italiaansch
Weermachtsbericht
Het proces te Riom
Verspreide berichten
19.38 uur
8.01 uur
Duifschers gelieven hiervan kennis
Ie nemen
RECHTZAKEN
Dertigduizend gulden
verduisterd
LEIDSCH
DAGBLAD
Directeur: J. W. Henny.
Telef. Directie en Administratie
25041 (2 liinen) Gironummer: 57055
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Telef Redactie 21507.
Hoofdredacteur: B. W. Menkhorst. Lelden.
Pl.verv.: K. Been. Lelden.
Het Japansche hoofdkwartier heeft een sa
menvatting gegeven van den in den Neder-
landsch-Indischen veldtocht gemaakten buit.
Er werden 93.000 gevangenen gemaakt, ónder
wie 2000 officieren. Van deze troepen werden
60.000 man op het eiland Java gevangen ge
nomen. 18.000 man in andere deelen van Ned.-
Indlë. De overigen bestonden uit vrijwilligers.
Voorts werd het volgende oorlogsmateriaal
buitgemaakt: 152 vliegtuigen vielen onbescha
digd in Japansche handen. Daaronder bevonden
zich 24 bommenwerpers, 45 jachtvliegtuigen en
83 vliegtuigen van een ander type.
Voorts werden buitgemaakt 367 tanks en
pantserauto's, 732 kanonnen van verschillend
kaliber, 1567 machinegeweren, grootendeels be-
hoorende tot den luchtafweer. 97.384 geweren,
4105 vliegtuigbommen. 120.000 kisten ontplof
bare stoffen. 330.000 granaten, 34.000 handgra
naten, 72.317.100 patronen voor geweren en ma
chinegeweren.
Hieraan wordt toegevoegd, dat deze cijfers
afkomstig zijn van den Nederlandsch-Indischen
opperbevelhebber en derhalve niet voor defini
tief kunnen gelden.
De woordvoerder der Japansche marine, Hi-
raide, heeft op een persconferentie verklaard:
De Engelsche vloot heeft geen veilige schuil
plaats meer, zij is genoodzaakt zich naar Bom
bay terug te trekken. Volgens de laatste inlich
tingen heeft Engeland twee slagschepen en
twee vliegtuigmoederschepen naar den Indi-
schen Oceaan gezonden, teneinde de volledige
ineenstorting van de Engelsche heerschappij in
het gebied ten Oosten van het Suezkanaal te
vertragen.
Australië bevindt zich, aldus Hiraide, in een
nog slechter positie, daar het. steeds duidelijker
wordt, dat Engeland Australië niet beschermen
kan. Als de Australische regeèring ver voor
uitziende staatslieden had. zou zij samenwer
king met Japan zoeken, alvorens het te laat is.
De Engeland en Amerika nog overgebleven
zeestrijd krachten in het Zuidelijk deel van den
Stillen Oceaan met Port Darwin als basis, zijn
voor de sterke Japansche vloot geen tegen
stander waarmede rekening moet worden ge
houden.
In de wateren van de V. S. en Engeland be
vinden zich nog ongeveer negentien slazscbepen.
Zelfs indien ook deze naar Oost-Azië zouden
worden gezonden, zouden zij in geen geval sterk
genoeg -zijn om met de Japansche vloot met
kans op succes strijd te leveren.
Voor Amerika zal het drie of vier jaren duren
alvorens zijn slagschepen weder tot het pèil
van voor het uitbreken van den oorlog zijn aan
gevuld Dit bouwprogramma zal echter op groo-
te moeilijkheden stuiten, als gevolg van de Ja
pansche tegenblokkade, die het den V.S. onmo
gelijk maakt belangrijke grondstoffen te ver
krijgen uit de gebieden, die door Japan worden
gecontroleerd,
Ten aanzien van het door president Roose
velt aangekondigde groote bewapeningspro
gramma verklaarde Hiraide, dat Japan niet de
geringste vrees voelt voor de Amerikaansche
reusachtige cijfers. In de eerste plaats hebben
de V. S. gebrek aan vaklieden. Verder is het
twijfelachtig of het programma practisch tot
den in het voornemen liggenden omvang tot
uitvoering kan worden gebracht. Zelfs indien dit
gedeeltelijk gelukt, zou het vraagstuk der be
manning moeilijkheden opleveren, want een
•werkelijk voor den strijd geschikte bemanning
vraagt jarenlange ODleiding.
Hetzelfde geldt ook voor de luchtmacht.
Daarentegen is de Janansche vloot sterk ge
noeg om haar actieradius nog verder uit te
breiden. Reeds thans wordt de Stille Oceaan
door Japan beheerscht. De dag zal komen, dat
de onder Japansche controle staande Stille
Oceaan en de Indische Oceaan de „nieuwe Ja
pansche zee" vormen.
Japans parool is: „Snoer na de overwinning
den helmband steviger aan". Reeds thans is het
duidelijk, dat het jaar 1942 den afloop van den
oorlog reeds beslist heeft, al zal ook de oorlog
in Groot Oost-Azlë wellicht nog jaren duren
(D.NB.)
VERKLARINGEN VAN VAN MOOK.
De naar Australië uitgeweken luitenant-gou
verneur-generaal van Nederlandsch Indië. van
Mook, heeft, volgens een bericht uit Melbourne,
verklaard, dat de troepen in Nederlandsch-
Indië het bevel hebben gekregen om ook na den
val van Bandoeng door te strijden, vooral daar
het grootste deel van Sumatra en andere eilan
den nog onbezet zijn, ook al is niet te verwach
ten, dat de troepen ongelimiteerd kunnen vol
houden. De voornaamste schuld aan de ineen
storting ziet de luitenant-gouverneur-generaal
in het feit. dat alleen een fractie van de ver
wachte geallieerde hulp Inderdaad aangekomen
is. Uit Singapore zijn slechts ongewapende troe
pen en eenige Britsche oorlogsschepen aange
komen. terwijl de V.S. alleen het in Manilla
gestationneerde Aziatische eskader en zwakke
luchtstrijdkrachten hebben gezonden, die boven
dien nog slechts de eerste dagen van den'strijd
om Java hebben meegemaakt. (D.N3.)
IN BIRMA.
Japansche troepen rukken op naar Bassein.
Naar de Britsche berichtendienst uit New-
Delhi meldt,' schijnen de Japanners thans op te
rukken naar Bassein, ongeveer 150 K.M. ten
Westen van_Rangoon.
Bassein is thans de eenige Birmaansche ha
ven, die in het bezit is der geallieerden en die
een directe spoorwegverbinding heeft met Man-
dalay en den Birmaweg. (D.NB.)
MOTIVEERING VAN STAFFORD CRIPPS'
REIS.
Naar de Britsche berichtendienst meldt, is te
Londen gisteren een officieele verklaring over
Britsch-Indië gepubliceerd.
Daarin wordt allereerst gezegd, dat „ten ge
volge van de crisis in de Indische aangelegen
heden, welke werd veroorzaakt door den Japan-
Het Italiaansche opperbevel deelde gisteren
mede:
Vijandelijke verkenningsafdeelingen zijn na
een gevecht met onze patrouilles in het gebied
van Mekili met verliezen op de vlucht gedre
ven. Onze lucht formaties hebben met succes
gemechaniseerde strijdmiddelen aangevallen en
hiervan een flink deel beschadigd.
Bij een nachtelijken aanval van Engelsche
vliegtuigen op Benghazi zijn geen slachtoffers
gevallen noch werd schade aangericht.
Het bombardement van Malta werd dag en
nacht voortgezet. Vliegvelden, depots en pak
huizen werden verscheidene malen door bom
men van elk kaliber getroffen. In de doelen,
die verscheidene malen werden getroffen, bra
ken omvangrijke en langdurige branden uit. De
vijand verloor 11 toestellen, waarvan er 6 op
den grond werden vernield en 5 door Dultsché
jagers bij luchtgevechten neergeschoten.
Een onzer convooien, dat onder bescherming
van formaties vloot- en luchtstrijdkrachten uit
Libye terugkeerde, werd door torpedo-vliegtui
gen 'aangevallen. De aanval werd, dank zij snel
manoeuvreeren en doeltreffend afweervuirr af
geslagen en het convooi kwam op de plaats van
bestemming aan zonder schade te hebben ge
leden. Bij het gevecht werden twee Engelsche
vliegtuigen getroffen, die in zee stortten.
De torpedojagers „San Martino" en „Solfe-
rino". resp. onder bevel van de eerste-luite-
nants-ter-zee Angelo Pievatolo en Mirco Ve-
dovalo. hebben elk op verschillende dagen en
verschillende plaatsen een vijandelijke duik
boot tot zinken gebracht.
De laatste vier weken hebben de Engelschen
zoodoende in de Middellandsche Zee met zeker
heid zes duikbooten verloren.
Onze duikbooten, die langs de kusten der
Ver. Staten opereeren, hebben vijandelijke
schepen niet een totalen inhoud van on
geveer 23.500 ton tot zinken gebracht. In
een week tijds werden in dit gebied dus
50.700 ton op deze wijze in den grond ge
boord.
Bij deze operaties hebben de duikbooten on
der bevel van de korvettenkapiteins Longanesi
Cattani, De Giacomo, Giudici en Fecia di Cos-
sato zich bijzonder onderscheiden.
LEON BLUM VERDEDIGT ZICH.
De elfde zittingsdag van het gerechtshof te
Riom was gewijd aan de verdediging van Leon
Blum.
In het begin van zijn verdediging trachtte
Blum het gerechtshof af te leiden door een
aantal argumenten naar voren te brengen, die
door den president werden afgewezen. Nadat
de president verscheidene malen de kwestie der
nationalisatie van de bewapeningsfabrieken had
aangesneden liet Blum zich in dien zin uit.
dat hij de verantwoordelijkheid voor deze maat
regelen van de hand wees, daar hij nooit een
specialist in die kwesties was geweest. Wat zijn
persoonlijke rol bij de bespreking van de des
betreffende wetten aangaat: aan de debatten
in het parlement heeft hij nooit deel geno
men.
Zonder den generalen staf met name te noe
men. verklaarde Blum dat niet de nationa
lisatie der bewapeningsfabrieken, doch de veel
vuldige fabricagetvpen schuld hadden. De pre
sident, Caous, stelde Blum de vraag, waarom
de nationalisatie der bewapeningsindustrie niet
algemeen was doorgevoerd. Blum antwoordde
daarop, dat de fabrieken voor vliegtuigrompen,
tot op enkele na. genationaliseerd waren. Bü
de motorenfabrieken was de doorvoering ge
strand op het gebrek aan credieten. Bijna alle
bewapeningsfabrieken waren financieel zwak
geweest, zy stonden of voor de liquidatie of
waren overgeleverd aan de genade van- haar
banken.
Aan het slot van zijn verdedigingsrede tracht
te Blum meer door psychologische dan door
feitelijke argumenten de verwijten van den aan
klager van zich af te wentelen.
De voorzitter trachtte den beklaagde Blum
terug te brengen tot de stof van het proces en
kwam te spreken over" de bezetting der fabrie
ken door het personeel in 1936 en over de sta
kingen,. die volgens de statistieken alleen in
het gebied van groot Parijs geleid hebben tot
het verlies van 19 millioen arbeidsuren. Blum
zeide. dat de aanklager toch niet wilde bewe
ren, dat daardoor de vorderingen van de be
wapening op beslissende wijze waren beïnvloed.
De aanklager scheen er van overtuigd te zijn,
dat hij door zijn politiek -van zwakte en toe
geeflijkheid. zooals in de aanklacht werd gezegd,
de arbeiders had vergiftigd. Wel was hij aan
hanger geweest van het toetreden der commu
nisten tot het volksfront. Had hij zoo zeide
Blum tegen het einde van ziin uiteenzettingen
onder de moeilijke omstandigheden ten tijde
van het overnemen der regeering geweld toege
past jegens de arbeiders, dan zou hij Frankrijk
den burgeroorlog in gedreven hebben.
Het proces wordt heden voortgezet met het
verhoor van den laatsten beklaagde, den leger-
controleur, Jacomet.
schen opmarsch, in Engeland de wensch is ont
staan, alle krachten van het Indische leven te
vereenigen om het land voor een invasie te be
hoeden."
De verklaring verwijst dan naar de Engelsche
belofte van Augustus 1940, volgens welke Indië
zoo spoedig mogelijk na den oorlog den status
van Dominion zou krijgen, waarbij als voor
waarde werd genoemd de nakoming der Engel
sche verplichtingen ten aanzien van de bescher
ming der minderheden, enz.
Om deze algemeene verklaringen duidelijk te
formuleeren, heeft het oorlogskabinet thans een
stemmig „voor het heden en de toekomst" be
sloten tot een actie, die „indien zij door Indië in
haar geheel wordt aanvaard", het gevaar zou
vermijden van het verzet eener minderheid of
van een meerderheidsbesluit, dat ..zoozeer op
verzet stuit, dat het fatale gevolgen voor de
binnerdandsche eendracht heeft en het tot stand
komen van een nieuwe constitutie onmogelijk
maakt."
De Engelsche regeering heeft er eerst over
gedacht, terstond de voorwaarde voor een der
gelijke poging om Britsch-Indië bij de verwezen
lijking van een volledig zelfbestuur door een
constructieve bijdrage te steunen, bekend te
maken.
Men vreest echter, dat een openlijke aankon
diging, op dit oogenblik eerder ongunstig dan
gunstig zou werken en men moet zich er zelf
van overtuigen, dat het Britsche plan voldoen-'
den weerklank vindt en dat alle gedachten en
krachten der Indiërs op de verdediging van den
Brit schen bodem worden geconcentreerd. Dien
tengevolge zal een lid van het oorlogskabinet
naar Britsch-Indië gezonden worden om zich
door persoonlijke besprekingen er van te over
tuigen, dat de Britsche besluiten, waarover men
het eens geworden is, hun doel vervullen. Sir
Stafford Cripps heeft zich vrijwillig bereid ver
klaard, deze taak op zich te nemen. Hij zal te
vens besprekingen voeren met den onderkoning
èn den opperbevelhebber over den militairen toe
stand, waarbij hij steeds in de allereerste plaats
de verantwoordelijkheid van de Britsche regee
ring in het oog feal houden om de volkeren van
Indië met alle mogelijke middelen te behoeden
,voor de gevaren, welke hen thans bedreigen
Indië moet thans zijn helpende hand in trouwe
kameraadschap naar het Chineesche volk uit
strekken. Cripps zal zijn reis aanvaarden, zoo
dra een geschikte reisgelegenheid gevonden is.
In dien tusschentijd zullen noch in Engeland
noch in Indië debatten over de Indische kwestie
worden gehouden. Tijdens de afwezigheid van
Sir Stafford Cripps zal zijn taak als leider van
het Lagerhuis door den minister van buiten-
landsche zaken, Eden, worden overgenomen.
(D.NB.)
REACTIE IN DUITSCHE POLITIE KRINGEN
Het bericht van Cripps' reis naar Britsch-
Indië kan volgens politieke kringen te Berlijn
beschouwd worden als een bevestiging van de
inlichtingen, volgens welke Churchill en Cripps
achter de coulissen een hardnekkigen strijd voe
ren. Reeds bij de debatten over Indië in het
Lagerhuis, aldus zegt men. teekenden zich be
paalde tegenstellingen af, welke leidden tot een
drukker bespreken van de doelmatigheid van een
nauweren band met de Sovjet-Unie in Engel
sche politieke kringen.
Ongetwijfeld heeft Cripps van de critiek op
Churchill gebruik gemaakt om zijn opvatting,
een nauwe alliantie met de Sovjet-Unie, te pro-
pageeren en tevens de betrekkingen met de Ver-
eenigde Staten los te maken van bepaalde per
sonen. Hij wilde daardoor bereiken, dat bij een
eventueel verdwijnen van Churchill de samen
werking tusschen Engeland, de Sovjet-Unie en
de Vereenigde Staten geen schade zou lijden:
Als men van een rivaliteit tusschen Cripps en
Churchill mag spreken, kan dat slechts gelden
voor de wijze van oorlogvoering, want ten aan
zien van den vasten wil. den oorlog voort te
zet,ten. zijn beiden het volledig eens.
Door Cripps naar Indië te zenden, aldus is de
eerste reactie in Duitsche politieke kringen,
schijnt Churchill zijn „concurrent" een hoogst
delicaat werk te hebben opgedragen, ook met
het doel hem, voorloopig althans, op veiligen
afstand te houden (AHP.)
WAALSCHE VRIJWILLIGERS NAAR HET
FRONT VERTROKKEN.
De vierde groep vrijwilligers van het „legion
Wallonië" (400 man sterk) is 'uit Brussel ver
trokken naar het Oostelijke front. (Belga)
VLIEGONGELUK IN SOVJET-UNIE.
De sovjet-radio heeft een Tass-bericht ver
spreid, dat de waarnemend chef van de ver-
keersluchtvloot der sovjet-unie, Kartoesjef. bij
een vliegongeluk in de republiek Oesbeskistan
bij de uitoefening van zijn beroepsplichten is
omgekomen. (D.N.B.)
GERUCHTEN frjZAKE TURKIJE.
De A.N.P.-correspondent te Berlijn meldt:
Van buitenlandsche zijde zijn geruchten ver
spreid omtrent een ontmoeting te Sofia tus
schen vooraanstaand^ Duitsche en Turksche
persoonlijkheden, waaraan ook Von Ribbentrop
zou deelnemen. Aansluitend aan deze geruchten
kan men hier in Berlijn vermoedens van ver-
scnillenden aard hooren uiten over een Turk
sche kabinetswisseling en zelfs over een aan
sluiting van Turkije bü het driemogendheden-
pact, waaromtrent vroeger al eens geruchten in
omloop geweest zijn.
Te bevoegder plaatse kon men ons hierom
trent niet nader inlichten. Men wenschte de
geruchten te bevestigen noch te dementeer en.
Von Papen, die deze week nog naar Berlijn
zou komen, is in Turkije gebleven. Letsel aan
het oor, bij den jongsten aanslag opgeloopen,
belette hem te reizen, zoo werd ons verzekerd.
VERKLARING VAN ALEXANDER.
De eerste lord der Britsche admiraliteit,
Alexander, heeft volgens de Times te Londen in
een rede verklaard: de situatie, waarin de Brit
sche vloot zich thans bevindt, is waarschijnlijk
de ernstigste van haar geheele geschiedenis. Van
oudsher heeft men in Engeland op de heer
schappij ter zee grooten nadruk gelegd, maar
nu moet men het roer weer eens omgooien.
Sinds 3 September 1939, toen de oorlog uit
brak, levert de Engelsche marine dag en nacht
ononderbroken strijd. Ik vraag mij meermalen
af, of de menschen in Engeland, die zoo graag
critiek oefenen op de marine, wel volkomen be
seffen. wat er op de admiraliteit gebeurt. Daar
stelt men voortdurend nieuwe plannen op en
probeert te voren reeds de zaak te overzien.
Maar nauwelijks heeft men de nieuwe plannen
klaar en poogt ze om te zetten in de practijk.
of nieuwe scheepsverliezen halen een streep
door de rekening of de oorlog breidt zich uit
tot een nieuw werelddeel. Deze wilde jacht
duurt nu al twee en een half jaar. (D.N.B.)
van hedenavond
tot morgenochtend
De maan kwam heden op om
5.25 u. en ging onder te 14.34 u.
De commissaris-generaal voor de openbare
veiligheid maakt bekend:
Op grond van de verordening van den Rijks
commissaris voor het bezette Nederlandsche ge
bied betreffende de registratie van Duitschers.
waren alle in Nederland woonachtige Duitschers
verplicht, zich bij de voor hun woonplaats be
voegde registratie-bureaux aan te melden.
Het is gebleken, dat een aantal Rijksduitschers
tot nu toe door onwetendheid niet aan deze ver
plichting heeft voldaan. Degenen, die in dezen
in verzuim zijn, worden hiermede onder verwij
zing naar de bij de verordening bedreigde straf
fen, uitgenoodigd, zich schriftelijk of mondeling
bij de bureaux van de politieofficieren bij de
gevolmachtigden van den Rijkscommissaris voor
de provincies aan te melden. In het bijzonder
wordt er de aandacht op gevestigd, dat deze
aanmelding eveneens moet geschieden in alle
gevallen waarin personen, die tot het Duitsche
volk behooren of van Duitsche afstamming zijn,
in twijfel verkeeren met betrekking tot hun na
tionaliteit of als personen zonder nationaliteit
worden aangemerkt. Een eventueel vroeger ont
vangen bericht van e^i officieele instantie, vol
gens hetwelk men de Duitsche nationaliteit heeft
verloren, bevrijdt niet van den plicht tot aan
melding. Deze verplichting geldt eveneens voor
Duitschers uit het vroegere Oostenrijk, voor Su-
deten-Duitschers en voor Volks-Duitschers uit
de Oostgebieden.
De aanmelding dient alsnog uiterlijk tot en
met 21 Maart 1942 te geschieden. Bij minder
jarigen is de opvoeder, ook wanneer hij zelf
geen Duitscher is, voor de inachtneming van de
zen tweeden aanmeldingstermijn verantwoorde
lijk.
Gez. RAUTER,
SS-.Gruppenfiihrer und General-
leutnant der Polizei.
Jhr. Mr. D. R. DE MAREES VAN SWINDEREN
GEHULDIGD.
Door het gemeentebestuur van Groningen.
Gistermiddag is te zijnen huize te Groningen
aan jhr. mr. D. R. de Marees van Swinderen
door het stadsbestuur de bronzen medaille uit
gereikt verbonden aan de inschrijving van zijn
naam in het gulden boek te Groningen.
De burgemeester, mr. D. W. J. H. Cort van
der Linden, die vergezeld was van de wethou
ders en den gemeentesecretaris, hield een korte
toespraak, uiting gevende aan de vreugde van
het stadsbestuur, dat het den heer Van Swin
deren kon gelukwenschen met zijn tschtigsten
verjaardag, welke heden wordt gevierd. Spreker
herdacht hierbij alles wat de heer Van Swin
deren in het belang der stad heeft gedaan, in
het bijzonder zijn langdurig raadslidmaat- en
wethouderschap.
INSTALLATIE LANDSTAND LIMBURG.
In de fraaie Statenzaal van het gouvernements
gebouw te Maastricht, vond gistermiddag de in
stallatie-plechtigheid van den Landstand in
Limburg plaats. Boer W. F. J. Quaedvlieg werd
hierbij door den boerenleider Roskam tot boe
renleider in Limburg geïnstallleerd.
DENNENAPPELS GEPRIJSD.
De gemachtigde voor de prijzen deelt mede,
dat voor dennen- en sparreappels, die bestemd
zijn voor gebruik als aanmaakmateriaal, met
ingang van 13 Maart een maximumprijs is
vastgesteld.
DAAR IS DE KRANT.
De brievenbus kleppert, een plof op de deur
mat, daar is de krant. Enkele oogenblikken later
gaat zij van hand tot hand, verlangend als wij
zijn om kennis te nemen van het nieuws, dat
zij brengt. Kunt u rich het leven indenken zon
der krant, dus zonder nieuws? Maar dan be
grijpt u ook wat een zending kranten en tijd
schriften voor onze vrijwilligers aan het Oost
front beteekent. Nieuws uit het vaderland, dat
is een gebeurtenis. Het verzorgingsfonds van
het vrijwilligerslegioen „Nederland" zendt gere
geld kranten en tijdschriften naar het Oost
front. Dit is echter nog niet alles. Ook pak
ketten bevinden zich bij de geregelde zendin
gen. Landgenoot steun dit werk, dat zooveel
vreugde brengt aan onze dappere strijders ln het
Oosten. Stort een flinke bijdrage op de giro
rekening van het verzorgingsfonds vrijwilligers
legioen „Nederland" te 's-Gravenhage. Het
gironumer ls 432100.
ARBEIDERS IN PELTERIJBEDRIJVEN.
Na de goedkeuring door het college van rijks
bemiddelaars van de collectieve arbeidsovereen
komst, afgesloten tusschen de Nederlandsche
vereeniging van pelterij fabrikanten en den bond
van bontbedrijven eenerzijds en den bond van
arbeiders in de textiel- en kledingindustrie
anderzijds, zijn de onderhandelingen hervat,
waarbij overeengekomen werd de algemeen ver
bindend verklaring aan te vragen. Als deze zal
zijn verkregen, zal de collectieve arbeidsover
eenkomst in werking treden.
SPIEKENDE DADEN.
Medegedeeld wordt, dat de soldaten van het
Nederlandsche legioen aan het Oostelijke front
ten behoeve van de Winterhulp Nederland, een
bedrag bijeengebracht hebben van R.M. 5051,
welke som omgewisseld tegen f. 3806,30 inmid
dels op de girorekening van Winterhulp ont
vangen is. Uit bovenstaande simpele mededee-
ling, die tot zeer groote voldoening stemt, blijkt
wel zeer duidelijk de groote opofferingsgezind
heid van de kerels, die met inzet van hun
eigen leven, ver van huis, zich geven voor de
grootheid van Nederland in de toekomst.
Te midden van een feilen strijd, in de ijzige
koude der Russische sneeuwvelden, nog te den
ken aan de arme landgenooten hier te lande,
spreekt diep tot ons hart.
Het is een voorbeeld voor de velen, die thuis
bleven.
Moge ook hun geweten ontwaken.
BURGEMEESTERS.
Bij besluit van den secretaris-generaal van
het departement van binnenlandsche zaken is
P. A. J. P. de Jong. met ingang van 23 Maart
tot burgemeester van de gemeente Wouw en H.
J. M. van der Weijden met ingang van den
zelfden datum tot burgemeester van Beek en
Donk benoemd, de laatste onder toekenning van
gelijktijdig eervol ontslag als burgemeester der
gemeente Stiphout.
NEGEN MAANDEN GEËISCHT VOOR DE
ALMELOSCHE RECHTBANK.
In Augustus van het vorige jaar werd door
controleurs van de afdeeling comptabiliteit van
de N.V. Expeditieonderneming van Gend en
Loos een onderzoek ingesteld in de boeken van
den directeur van het kantoor te Oldenzaal. De
controleur bracht aan het licht, dat er in de
boeken geknoeid moest zijn en toen de directeur
daarover werd onderhouden, bekende hij al heel
spoedig wat er was gebeurd.
Id een tijdsverloop van ruim tien jaren
had hij zich door valschc boekingen, het
opmaken van valsche bescheiden en het
doen van onware mededeelingen een bedrag
weten toe te eigenen van ruim dertig dui
zend gulden.
Thans had de ex-directeur zich voor de Alme-
losche rechtbank te verantwoorden. Uit zijn ver
hoor en uit mededeelingen van den president
bleek, dat deze man zeer moeilijke jaren achter
den rug heeft. Zijn salaris was voor het zich
steeds uitbreidende gezin, dat thans tien kin
deren telt, lang niet toereikend. Ziekte van de
kinderen verergerde de zaak nog. Bovendien
vroeg de plaats, die de directeur in het Olden-
zaalsche openbare leven innam financieele of
fers.
De officier van justitie bracht in zijn re
quisitoir naar voren dat verdachte van het eer
ste oogenblik af alle medewerking heeft ver
leend om de zaak tot klaarheid te brengen.
Hiermede wilde de officier ernstig rekening
houden alsmede met de omstandigheden waarin
verdachte verkeerd heeft. De zaak is echter te
ernstig om haar niet te vervolgen en zeer zeker
om het met een geldboete, die verdachte ove
rigens niet betalen kan, af te doen. De eisch
luidde negen maanden gevangensstraf.
De verdediger vroeg een geldboete subs een
lichte straf met de mogelijkheid om daarvoor
voorwaardelijk gratie te kunnen vragen.
De rechtbank doet op Dinsdag a.s. uitspraak.
RAAD VOOR DE SCHEEPVAART.
Ontploffing aan boord van de KW 118.
De raad voor de scheepvaart heeft uitspraak
gedaan inzake de ontploffing aan boord van de
motorsloep „De Hoop" KW 118, op 28 November
1941, liggende in de haven van Scheveningen.
De raad is, met den inspecteur-generaal voor
de scheepvaart, van oordeel, dat dit ongeval, dat
voor het slachtoffer nog zeer gelukkig is afge-
loopen, is veroorzaakt door de aanwezigheid van
een ontplofbaar gasmengsel in de motorruimte,
in verband met een vonk, welke V.d B. door
een beweging van zijn voet kan hebben doen
ontstaan. Het was beter geweest, wanneer v.d.
B. aan dek had gestaan bij het vullen van de
tank. Overigens wordt met het groote gevaar
voor ontploffingen bij het gebruik van benzine
motoren in niet behoorlijk geventileerde ruim
ten niet steeds voldoende rekening gehouden.
Afdoende ventilatie, gepaard met het voortdu
rende besef bij de gebruikers van het gevaar
voor ontploffing, is het eenige middel tot voor
koming van dergelijke ongevallen, die, zooals
hier helaas is geschied, tot verlies van het ge
heele schip -kunnen leiden.
Aanvaring te IJmuiden.
Verder heeft de raad uitspraak gedaan Inzake
de aanvaring tijdens mist van den motorkotter
„Klaus" UM. 224 met den motorlogger „Van
den Duyn van Maasdam" KW. 97 in het buiten
kanaal te IJmuiden op 4 November 1941.
De raad is van oordeel, dat deze aanvaring in
de eerste plaats moet worden toegeschreven aan
den heerschenden mist.
De „KW. 97" moest naar bakboord uitwijken
en het is bij den heerschenden dikken mist ver
klaarbaar, dat zij de uitwijking wat ruimer heeft
genomen en in het vaarwater van de „IJM. 224"
terecht kwam. De raad wil daarom niet zeggen,
dat deze aanvaring geheel aan de schuld van
de „KW. 97" is te wijten. De hoofdzaak is, ge
lijk gezegd, de heerschende mist, terwijl ook de
stroom - het was uitgaand tij - aan de „KW. 97"
parten kan hebben gespeeld.
CLANDESTIENE SLACHTER GING
ANDEREN VERRADEN.
Voor den economischen rechter te Haarlem
had zich de 54-jarige rijwielhersteller J. H.
Hartman uit Haarlemmermeer te verantwoor
den, omdat hij in den tijd van October 1941 tot
Februari van dit jaar tientallen schapen clan
destien had geslacht. Het juiste aantal was niet
precies bekend, doch van twintig gevallen kon
het bewijs geleverd worden.
De officier, mr. Besier, merkte op, dat men
reeds lang verdenking tegen verdachte koes
terde. Het was echter uiterst moeilijk om hem
te betrappen Hij heeft zich altijd voorgedaan
als een braaf man. die zelfs aan de opsporings
ambtenaren vaak zoodanige aanwijzingen gaf.
dat andere clandestiene slachters konden wor
den aangehouden. De officier achtte een strenge
straf noodzakelijk en eischte negen maanden
gevangenisstraf. De economische rechter ver
oordeelde den verdachte' conform dezen eisch.
HAAGSCHE GERECHTSHOF.
Verboden handel.
In hooger beroep hebben voor het Hof terecht
gestaan P. Lepelaar uit Leiden, die door den
Economischen rechter tot 2 jaar gevangenisstraf
en f. 5000 boete was veroordeeld, F. C. Hol uit
Zoeterwoude tot VA Jaar en f. 5000 boete. J. A. A.
Wiiffelman uit Rijswijk VA jaar en f.5000 boete,
J. A. Vlasveld uit Leiden tot 1 jaar gevangenis
straf, H. J. v. Teylingen uit Leiden, tot een Jaar
gevangenisstraf allen in verband met verdachten
handel in loodkabel, dekens of solutie.
In hooger beroep vorderde de adv. generaal
verwijzing der zaken naar den rechter-commis
saris"". Het Hof heeft arrest gewezen, en het
onderzoek in de zaken niet volledig geacht, zoo
dat de zaken voor nader onderzoek naar in
structie werden verwezen.
VREDEGERECHTSHOF.
Reserve-kapitein wegens beleedlging
veroordeeld.
De reserve kapitein C. B„ die op 13 Mei 1940
dienst deed op „Filmstad" te 's-Gravenhage,
waar toen een groep van ongeveer 25 personen,
leden der N.SB., afkomstig uit Alphen aan den
Rijn, ter interneering werd binnengebracht, bij
welke gelegenheid de reserve-kapitein zou heb
ben gezegd, „Ha. daar is dat geboefte uit Al
phen, je kan aan hun gemeene tronies zien,
waar ze vandaan komen", is heden overeenkom*
stig den eisch van den procureur-generaal do<*
het vredegerechtshof terzake wegens beleed^
ging van een volksgroep, veroordeeld tot vee»»
tien dagen gevangenisstraf.