83sfe Jaargang DONDERDAG 5 MAART 1942 No. 25134 Japanners naderen Batavia, Soerabaja en Bandoeng De Britsche aanval op Parijs De Haagsche wethouder Buurman ontslagen Verduisteren: Felle gevechten Het proces te Riom Verwijten van dr. Van Mook aan Engeland en Amerika De strijd aan het Oostelijk front 500 dooden, 1200 gewonden De Fransch—Amerikaansche beirekkingen Klachten tegen hem en Maatschappelijk Hulpbetoon Heerbanleider Feenstra wijst op sociale misstanden 19.25 uur 8.17 uur J LEIDSCH DAGBLAD Directeur: J. w. Henny. Telef. Directie en Administratie 25041 (2 lijnen) Gironummer: 57055 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Telef. Redactie 21507. Hoofdredacteur: B. W. Menkhorst, Lelden. Pl.verv.: K. Been. Lelden. 'Gemechaniseerde eenheden van het Japan sche leger hebben gistermorgen, aldus Domei, een punt bereikt ten Westen van Soerabaja, waar felle gevechten worden geleverd met de Geallieerde strijdmacht, die wanhopige pogingen aanwendt om den Japanschen opmarsch tegen te houden. Naar de Japansche bladen voorts melden, heeft het Ned.-Indische militaire hoofdkwartier te Bandoeng op 3 Maart des avonds om 8 uur bekend gemaakt, dat in den sector ten Noord oosten van Bandoeng een felle strijd gaande is tusschen de Nederlandsche strijdmacht en Ja pansche troepen, waarbij de Japanners krach tige pogingen in het werk stellen om tot Ban doeng door te dringen. Volgens een bericht van den Engelschen be richtendienst zijn de verliezen der Geallieerden op Java „vrij groot". Naar verder wordt verklaard kunnen de ver dedigers van het eiland §een hoop op nieuwe versterkingen koesteren.. De toestand in de omgeving van Batavia is kritiek, zoo meldt United Press uit Londen. De Japansche troepen hebben reeds een afstand van 100 kilometer afgelegd van de plaats af w^ar zij zijn geland nabij Indramajoe. Zij staan thans op een kleine 70 kilometer van Batavia. JAPANNERS BEZETTEN PLAATSEN OP CELEBES. N# de bezetting van Makassar op het eiland Celebes hebben speciale fuseliers van de Ja pansche marine de operaties ter vernietiging OUD-MINISTER VAN LUCHTVAART GUY LA CHAMBRE VERHOORD. Op den 7en dag van het proces werd een aanvang gemaakt met het verhoor van Guy la Chambre, die van Januari 1938 tot Maart 1940 minister van luchtvaart is geweest en die be schuldigd wordt van gebrek aan energie en vastberadenheid bij de tenuitvoerlegging van het plan tot bewapening in de lucht, alsmede van onware mededeelingen in het parlement ter verdoezeling van den feitelijken toestand op het gebied der vliegtuigproductie. Verder heeft Guy la Chambre in de histo rische bijeenkomst van den oppersten defensie raad van den 23sten Augustus 1939 verzekerd, dat de stand van de Fransche luchtmacht niet, zooals in het jaar 1938 bij de bijeenkomst te München, de beslissingen der regeering behoef de te beïnvloeden. Guy la Chambre begon een schildering te gevenvan den catastrofalen toestand, waarin zich de Fransche luchtmacht en vliegtuig-in dustrie bevonden, toen hij het ministerie van luchtvaart overnam en poogde vervolgens aan te toonen, wat hij had gedaan om dezen toe stand te verbeteren. Hier interruppeerde de president hem en zeide: „Ieder erkent dat gij u sterk hebt inge spannen. De vraag is echter of deze inspannin gen voldoende zijn geweest." In het verdere verloop der behandeling ontwik kelde Guy la Chambre de hypotheses, die door den Franschen generalen staf aangenomen wa ren als basis voor de opstelling van het z.g. plan 5, dat in drie jaar, van Januari 1938 af, zou wor den uitgevoerd. Toen hij het ministerie van luchtvaart op zich nam, was nog geen nieuw vliegtuigmodel uitgekozen, op grond waarvan volgens de plannen serieproductie ter hand zou worden genomen. Voor de Uitvoering van het ge noemde plan waren noch materiaal noch in per soonlijk opzicht de voorwaarden voorhanden, vooral daar de luchtvaart-industrie nog berustte op arbeidsmethoden, die een serieproductie niet veroorloofden. Zonder verwijl heeft hij een mil liard francs geinvesteerd voor den aankoop van de noodige machines voor serieproductie. „De luchtvaartindustrie", zoo riep hij uit, „bevond zich in een toestand, waarin men tien jaar noo- dig zou hebben gehad om de 4800 door plan 5 aangegeven vliegtuigen te bouwen". In zijn ver dere uiteenzettingen verklaarde de beklaagde Guy la Chambre, dat in de jaren 1938 en 1939 rond 2.3 milliard francs uitgetrokken waren voor werktuigmachines. Op 3 September 1939 waren 1043 jachttoestellen en 367 gecombineerde ja gers-bommenwerpers aanwezig. De generale staf heeft er steeds prijs op gesteld, dat voorrang ge geven werd aan den bouw van jagers. De voorzitter Caous kwam vervolgens op de kwestie van het volkomen gebrek aan bommen werpers. In plan 5 waren 1490 bpmmenwerpers opgenomen. Volgens de verklaringen der gene raals Bergeret en Vuillemin waren op 10 Mei 1940 260 bommenwerpers, waarbij 140 moderne, aanwezig. Veertig stonden gereed voor optreden aan het front, Guy If Chambre antwoordde, dat de generale staf steeds ontevreden was geweest over de proef nemingen, die men had gedaan met prototypes Door het veelvuldige verwerpen van nieuwe mo dellen. heeft men een ontzaglijken tijd verspild. Vervolgens werd gesproken over het volkomen ontbreken van duikbommenwerpers. Guy la Chambre verklaarde hierover, dat tot begin 1938 geen prototype voor duikbommenwerpers aan wezig was geweest. De Fransche generale staf had het zwaartepunt van het aanvalswapen ge-' legd op de jagers en de gecombineerde jagers bommenwerpers. Ten slotte merkte hij nog op, dat hij, toen hij in Maart 1940 van het ministerie van luchtvaart vertrok 1605 vliegtuigen in op dracht had gegeven. De zittng werd hierop on derbroken. Na hervatting der zitting verklaarde Guy la Chambre. dat de minister van luchtvaart niet steeds verantwoordelijk er voor was geweest, dat de aanwezige vliegtuigen, ofschoon gereed voor actie, door de bevoegde militaire commandoin stanties niet werden gebruikt. Deze omstandig heid was aan den eenen kant te wijten aan het achterhouden van talrijke vliegtuigen in de de pots van oorlogstuig, aan den anderen kant aan gebrek aan geschoold personeel. Een reeks cijfers, die Guy la Chambre gaf ter ondersteuning van zijn verdediging, werd door den vertegenwoordi ger van het O.M bestreden. President Caous ver klaarde hierop, dat de omstreden gegevens later in tegenwoordigheid van den chef van den vroe- geren generalen staf Vuillemin, ter sprake zou den komen, wanneer deze als getuige zou wor den gehoord. In zijn verdere uiteenzettingen gaf Guy "la Chambre toe, dat een reeks fabrieken voor de vervaardiging van onderdeelen het con structietempo niet kon bijhouden. (D.N.B.) van den vijand voortgezet en op den ochtend van 1 Maait Tjamba, gelegen op 30 K.M. ten Oosten van Maros, een belangrijk strategisch punt op 22 KM. ten Noorden van Makassar veroverd. Het verzet van den vijand werd. overal ge broken. De infanterie der Japansche marine, die op 23 Februari haar opmarsch ten Noordoosten van Makassar is begonnen, heeft de plaatsen Mario. Sindjai en Nengo en op 28 Februari Singkang en Watampone bezet. Domei). HELFRICH LEGT FUNCTIE VAN OPPERBEVELHEBBER NEER. Naar Associated Press uit Londen meldt, heeft de opperbevelhebber van de Geallieerde vloot- strijdkrachten in het Zuidwestelijke deel van den Stillen Oceaan, vice-admiraal Helfrich. zijn post neergelegd. Tn het bericht wordt hieraan toegevoegd, dat Helfrich een „bijzondere opdracht" heeft ge kregen, ("D.N.B.). De luitenant-gouverneur-generaal van Ne- derlandsch-Indië. dr. Van Mook, heeft gisteren, volgens een bericht uit Batavia, in een "pers conferentie te Bandoeng de volgende letterlijke verklaring afgelegd: „Toen ik onlangs in de Vereenigde Staten was, trachtte ik duidelijk te maken, welke de gevolgen zouden zijn van nalatigheid in een onmiddellijk optreden tegen Japans eenige kwetsbare plek: zijn steeds langer wordende zeeverbindingen, doch, om het maar ronduit te zeggen, men heeft den al gemeenentoestand slechter en slechter laten worden door een tekortschieten in het toe passen van aanvallende taktiek op het moment, dat dit het hardst noodig was. Indien de Japanners er in mochten slagen Java te bezetten, ten gevolge van het niet nakomen van vast beloofde Geallieerde ver sterkingen, dan zullen anderen dan Neder landers wellicht minder goed in staat zijn, hun gevoel van spijt en bitterheid te ver bergen." Daarna vervolgde dr. Van Mook: „Dit was een oorlog van verzuimde gelegenheden en de Amerikanen zijn in de hoogste mate ver antwoordelijk voor het feit, dat niets is ge daan ondanks de raadgevingen. De Britten dcelen eveneens in de verant woordelijkheid, omdat na den val van Sin gapore de klem alleen nog maar werd ge legd op Malakka of Birma." NEDERLANDSCH LEGIOEN ONDERSCHEIDT ZICH. Volgens mededeeling van het opperbevel der Duitsche weermacht hebben vrijwilligers van het „Legion Niederlande" tijdens de wekenlange ge vechten aan het'front ten Noorden van het II- menmeer zich op bijzondere wijze onderscheiden. Te samen met andere troepen van het Duitsche leger hebben zij alle op hun stellingen onderno men bolsjewistische aanvallen afgeweerd. On wrikbaar en taai hebben zij het door hen ver dedigde gedeelte van het front behouden. Tijdens talrijke tegenaanvallen hebben de Nederlanders den tegenstander zware verliezen toegebracht. Gedurende een op omzichtige doch kranige wijze ten uitvoer gelegden aanval van een stoot troep hebben zij eind Februari ver voor de eigen voorste linie een sterk bezette stelling in een bosch opgerold. De bolsjewistische bezetting werd tijdens een zwaren strijd van man tegen man vernietigd en er werden meer dan 100 dooden geteld. Een aantal zware granaatwerpers en ma chinegeweren brachten de vrijwilligers als buit in hun stellingen terug. (D.N.B.) LÊON DEGRELLE GEWOND. Onder den titel „Léon Degrelle gekwetst en tweemaal vermeld op de dagorder aan het Ooste lijk front" publiceert „Le Pays Reël" het volgen de bericht: „Tijdens hevige gevechten gedurende Februari, waarin het „Waalsch Legioen" zich roemvol on derscheidde, werd de leider van Rex in zes dagen tijds tweemaal op de dagorder vermeld. Op 11 Febr. 1942 wordt op de dagorder van het Waalsch Legioen vermeld: „Eerste schutter De grelle. wegens het voortdurend door hem gegeven voorbeeld van discipline en kameraadschap, van strijdvaardigheid en goed humeur. Eerste schut ter Degrelle werd tot korporaal bevorder op 10 Febr. 1942". Op 16 Febr. 1942 wordt op de dagorder van het Waalsch Legioen vermeld: „Korporaal Degrelle: op 15 Febr. tijdens den overtocht van de....... terwijl vijandelijke vliegtuigen vuurden, is hij, ofschoon gekwetst, nièttemin op zijn post ge bleven" (Belgapress) SPAANSCHE VLIEGERS NAAR HET OOSTELIJKE FRONT. Spaansche vliegers, officieren en manschappen zijn van Madrid naar het Oostelijke front ver trokken, om hun kameraden af te lossen, die reeds maandenlang tegen de bolsjewisten strijden Het. persbureau Afip heeft, naar aanleiding van den luchtaanval op enkele wijken van Pa rijs door de Engelschen ondernomen, het vol- gendi bo.'cS.t uitgegeven De laffe aanval, dien de Engelsche lucht macht gisternacht op enkele Parijsche wij ken heeft gedaan, heeft van de bewoners van Parijs zware offers gccischt. Bij het bombardement werden ongeveer vijfhonderd menschen gedood, onder wie talrijke vrouwen en kinderen. Twaalfhonderd personen werden ten deele zwaar gewond. Een groot aantal menschen is dakloos geworden, daar bij den laffen aanval der Engelschen ongeveer 200 huizen zy'n vernield. Onder de gchccle Parijsche bevolking heerscht groote verbittering over dit bom bardement, dat zware offers van de burger lijke bevolking heeft gevergd. De Parijsche pers geeft fel uiting aan de ver ontwaardiging. De plaatsvervangende minister-president, ad miraal Darlan. heeft zich, naar officieel wordt medegedeeld, vanochtend naar een der Parijsche voorsteden begeven, die door het bombardement van den afgeloopen nacht ernstig heeft geleden. Hij bracht een bezoek aan den burgemeester en eerde de dooden. Vervolgens overtuigde hij zich persoonlijk van de aangerichte schade in de woonwijken. Van militaire zijde wordt nog gemeld, dat de wereldberoemde porseleinfabrieken van Sèvres bij Parijs vernield zijn. PÊTAIN BETUIGT ZIJN DEELNEMING. Maarschalk Pétain, die zich telefonisch op de hoogte heeft laten houden van het aantal doo den en gewonden en de schade tengevolge van den Engelschen luchtaanval op de Parijsche voorsteden, heeft den getroffën gezinnen zijn deelneming betuigd. Hij heeft bepaald, dat de dag van de begrafe nis der slachtoffers een dag van nationalen rouw zal zijn. In Fransche kringen, die in nauw contact staan met de regeering, verklaart men, dat deze aanslag past in de reeks van Britsche overval len op Mers el Kebir, Dakar, Marseille en Syrië. Men houdt het in de genoemde kringen niet voor uitgesloten, dat de in Londen zittende Gaullisten een groot deel van de verantwoorde lijkheid dragen voor deze, naar men zegt, „mi litaire schanddaad". In dit verband herinnert men er aan, dat de propagan^-organen van de Gaulle reeds lang door dén Britschen om roep hebben opgehitst tot moord. In het bijzon der wijst men in Vlchy op het feit. dat door de Engelsche vliegtuigen geen militaire doelen zijn getroffen, maar dat de vreedzame burger bevolking de lasten kreeg te dragen. (D.NJB.) De minister van luchtvaart heeft bij deze gele genheid een dagorder uitgegeven, waarin hij zegt, dat de vliegers, die zich naar het Oostelijke front begeven, niet slechts tegen den vijand van Spanje, maar tegen den doodsvijand der Euro- peesche orde strijden. (D.N.B.) Officieel is in Vichy bekend gemaakt: Volgens zekere inlichtingen uit Washington zou de regeering der Ver. Staten met den dis sidenten gouverneur van Nieuw Caledonië met uitsluiting van iedere andere Fransche over heidspersoon onderhandelingen hebben aange knoopt. In gezaghebbende Fransche kringen heeft men dit bericht met levendige bewonde ring opgenomen, aangezien de regeering der Ver. Staten met Frankrijk normale diplomatieke be trekkingen onderhoudt en daarmede de souve- reiniteit van de Fransche regeering over de gebieden van het moederland en het imperium erkent. Bij het staat-sdepartement in Washing ton zijn derhalve demarches in deze aangele genheid ondernomen. De verklaringen van den Amerikaanschen onderstaatssecretaris Sumner Welles over de samenwerking tusschen de Vereenigde Staten en De Gaulle worden in de Wilhelmstrasse het toppunt van beleediging tegenover de Fran sche regeering genoemd. Wat Sumner Welles Zegt, aldus verklaart men hier, past volkomen in het kader van de Engelsche en Amerikaan sche politiek: een land en een volk ln den oorlog te jagen en ze, wanneer hun militaire kracht ineengestort is, nog te beleedigen en op laffe wijze te overvallen, omdat dit volk niet bereid was. dood te bloeden voor Engelsche en Amerikaansche belangen. Dé verklaringen van Sumner Welles beschouwt men als een treffende uiting van deze politiek. Niemand ter wereld zal de Fransche regeering kunnen verwijten, dat zij op g-rond van de catastrofale ineenstor ting zonder militaire reden wapenstilstand heeft gevraagd. Als niettemin andere regeerin gen zich op het Fransche volk willen wreken, omdat het bezweek in een oorlog, welken het zelf niet wilde, en welke door de Engelschen en Amerikanen achter de schermen op touw was gezet, is dat. aldus besluit men te Berlijn, een handelwijze zóó infaam, dat er nauwelijks woorden voor te vinden zijn. (D.NJB.). In de gisteren te Den Haag gehouden dagelijk sche persconferentie, heeft de heerbanleider der Haagsche WA., heerbanleider Feenstra, een uit eenzetting gegeven, waaraan het volgende is ont leend: Toen de Haagsche W.A. eenigen tijd geleden het ontslag eischte van den toenmaligen wet houder Buurman, was het haar nog niet bekend, dat onder het regiem van dezen vroegeren socia list nog veel meer mistoestanden heerschten;' mistoestanden, die een schril licht werpen op het beleid van dezen man. In mijne gelederen, aldus heerbanleider Feen stra, marcheeren vele weermannen, arbeiders, die thans weer, dank zij den nieuwen tijd, de vreugde kennen van den arbeid, die er weer trotsch op zijn, dat zij hun arbeidseer kunnen uitdragen, maar die vroeger onder het oude, democratische regiem, waarvan Buurman een der steunpilaren geweest is, aan den rand van den afgrond ge bracht waren; die de verschrikkelijke ramp der werkloosheid aan den lijve hebben ondervonden, goede, betrouwbare, eerlijke menschen, die jaren lang klein zijn gehouden door een instelling wel ke zich Maatschappelijk Hulpbetoon noemde en welke onder denzelfden Buurman, als verant woordelijk man, stond. Ik klaag Buurman aan, aldus de heer Feenstra. In deze kreet klinken de stemmen van duizen den arbeiders, die alles wat zij hadden, hun werk kracht, hun' energie, tientallen jaren gegeven hadden in noesten, eerlijken arbeid, tot zij buiten hun schuld, werkloos geworden, in handen vielen van de door Buurman aangestelde ambtenaren van Maatschappelijk Hulpbetoon. Er zijn mij ge vallen bekend, die ten hemel schreien en dit*zijn dan nog slechts enkele grepen uit duizenden. MISSTANDEN. Een werklooze komt om zijn rechtmatigen steun te ontvangen. De ambtenaar achter het loket, de rechterhand aan het geopende raampje, zegt: „kom tegen het eind van de week maar eens terug" en slaat het loket dicht. Dat deze man met zijn gezin de geheele week verdere hongeren moest, raakte hem niet. Een werklooze die steun ontvangen heeft, treedt bij de strenge koude een volkskoffiehuis binnen om een kop koffie te gebruiken. Een hem volgend controleerend ambtenaar van Maat schappelijk Hulpbetoon, dwnigt hem zich voor deze verkwisting te verantwoorden. Een oude man, armlastige, is nog in het bezit van een begrafenispolis. Hij is armlastig, dus heeft niet het recht iets te bezitten. De betrok ken ambtenaar neemt hem de polis af onder het gezegde: „gis je overleden bent, deelen de erfge namen het geld." Een seizoenarbeider, een restaurantkellner, wordt plotseling zonder steun gezet, met de me dedeeling: „er is in je beroep nu werk te krij gen, dus ga maar werken". De rapporten van den bond van restaurantpersoneel spreken hier over boekdeelen. Een jonge man van 24 jaar heeft moeizaam uit eigen verdiensten wat geld bijeengebracht. Hij wil gaan trouwen. Zijn vader, waarbij hij nog woont, komt zonder werk. Maatschappelijk Hulp betoon eischt van dezen jongen alles op, aan verdiend loon, aan spaargeld, om dit in aftrek van vaders steunnorm te brengen. In een gezin, bestaande uit man, vrouw en 7 kinderen, waarvan de twee oudsten eenige ver diensten hebben en de man steuntrekker is, zul len de ouders hun 20-jarig huwelijksfeest her denken. De kinderen hebben maanden tevoren enkele centjes overgelegd voor wat koekjes, enke le fleschjes bier en wat papieren versiering." Con- troleerende ambtenaren van Maatschappelijk Hulpbetoon doen des avonds een inVal, de steun wordt ingetrokken, want volgens den heer Den Besten, chef van het bureau „Ongeorganiseerde Steuntrekkers" in de Van Beyerenstraat, gaf het geen pas voor een steuntrekker om feest te vieren. Zelfs de blinden, werkzaam in de gemeente lijke werkinrichting voor blinden, werden niet gespaard. De invaliditeitsrente. welke deze blin den van de rijksverzekeringsbank ontvingen, werd eenige maanden geleden door den heer Riemvls plotseling van hun loon afgetrokken, met ge volg, dat deze menschen, wien toch al een treurig lot beschoren is, zich zeer achteruit gesteld ge voelden. Het bestuur van de afd. Den Haag van de blindenorganisatie wendde zich echter te vergeefs om hulp tot den heer Riemvls, di recteur van Maatschappelijk Hulpbetoon. Echter deze betreurde het. tijdens dit onderhoud, zelfs, dat enkelen blinden, die 75 pCt. duurtetoeslag ontvingen, het geen onaantastbaar is, dit laat ste niet kon worden ontnomen. Welk een men taliteit! Ook Buurman en de loco-burgemeester vonden geen gronden aanwezig om tot verandering over te gaan. De loco-burgemeester merkte in zijn antwoord zelfs op. dat de blinden voor de ge meente geen productief werk verrichten en deze instelling de gemeente elk jaar geld kost. De steunnormen voor een groot gezin zijn ab soluut onvoldoende, zoodat deze gezinnen 'de hun toegewezen levensmiddelenbormen niet in levens middelen kunnen omzetten. Hoewel enkele maan den terug van gezaghebbende zijde werd ver klaard, dat ons prijsniveau is gestegen, is Maat schappelijk Hulpbetoon, op een moment, dat de ouderdoms- en invaliditeitsrente werden ver hoogd, overgegaan tot steunherziening naar be neden. OPDRACHT NIET UITGEVOERD. Een werklooze vindt eindelijk werk. Hij gaat 6 weken aan den slag, komt weer zonder werk en nu verplicht men hem om wachttermijnen te maken, alvorens weer voor steun ln aanmerking te kunnen komen. Het is voorgekomen, dat steuntrekkers, die 9 dagen hebben gewerkt, de mededeeling ontvingen, dat zij een week moesten wachten, alvorens weer in den steun opgenomen j te kunnen worden. Dit verwondert temeer, omdat I de heer Rlemvis van de zijde der autoriteiten opdracht had ontvangen, steunaanvragers onmid dellijk te helpen, alvorens een onderzoek ln te stellen. Hieraan is geen gehoor geschonken. Men blijft dus aan de oude starre voorschriften vast houden. Waaruit recruteert Buurman zijn maatschap pelijke werkers? Overal heeft men hen van daan gehaald, zelfs uit de' reclasseering. De plaatsing van' den agent van politie Van Ree- nen, die verantwoordelijk was voor~den aanslag op den vaandrig Kieviet van de W.A. en onlangs door den vrederechter werd veroordeeld, bij Maatschappelijk Hulpbetoon, spreekt boekdee len. Deze man is daar nogsteeds in functie. Indien men het optreden van een groot aantal dezer ambtenaren gadeslaat, dan begrijpt men dat Maatschappelijk Hulpbetoon is geworden tot een onder het volk gehate instelling, een instelling die totaal volksvreemd is en uitslui tend volgens den letter, maar nimmer volgens het hart kon handelen. Hoewel gezegd moet v/orden, dat gelukkig niet alle ambtenaren en controleurs uit dit hout'zijn gesneden, is hec niet overdreven, wanneer men zegt, dat een deel dier ambtenaren ieder menschelijk gevoel mist. Zij zien de krotten niet eens meer waar zij komen, want nimmer heeft men voorstellen tot verbetering gehoord. TEKORTKOMINGEN. Ook hier beschuldig ik Buurman en die amb tenaren van Maatschappelijk Hulpbetoon, die blijk gegeven hebben van „verregaande tekort komingen in hun beleid." Ook kan men instellingen, waar Maatschap pelijk Hulpbetoon nauw mede samenwerkt aan wijzen, zooals b.v. Centraal Woningbeheer, die van^ denzelfden a-socialen geest getuigen. De zooeven genoemde instantie is o.m. belast met het toezicht op de gemeente- en controle- woningen. De leidinggevende figuur van Cen traal Woningbeheer is een vrouw, mej. Hu- bregt-se, die zich tegen een hoog salaris wel iswaar sociaal werkster noemt, doch echter zon der eenig sociaal gevoel is. Zij is blind voor den grooten nood en staat steeds klaar met haar vonnis, waarin altijd haar afschuw voor groote gezinnen tot uiting komt. Instede dat haar ambtenaren, die wel eens huisbezoeken doen. afdalen in de details van de hun toevertrouw de gezinnen, om daardoor de oorzaken van den wanhoop, waarin dezen zijn gekomen, te kun nen vaststeliep, bepalen zij zich tot een opper vlakkig onderzoek en de vaststelling van feiten, zooals deze op een gegeven oogenblik voor hen liggen. Dit is in korte trekken een beeld van het sociale werk, zooals het in de gemeente Den Haag voor ons ligt, een werk, dat verouderd is omdat het charitatief is en beoefend wordt door menschen, wier geheele denken onsociaal is. Duizenden Haagsche arbeders zijn vervuld met een diepen wrok tegen een instelling, die, on der leiding van Buurman aangewezen was om hun en hun gezinnen hulp te verleenen in tijden van nood, maar die ondervonden, dat hun odor Buurman en zijn personeel niets werd gegeven, maar alles werd ontnomen. TALLOOZE KLACHTEN. Bijzonder duidelijk is mij dit alles geworden na mijn oproep in de dagbladen, waarbij ik op ontslag van Buurman aandrong. Onmiddellijk na mijn oproep meldden zich honderden arbei ders en arbeidersvrouwen (geen' leden der N.S. B.) op mijn WJï.-tehuis op het Spul, om bij ons, bij de W.A., hulp en gerechtigheid te zoe ken voor hun bijna steeds juiste bezwaren. De toeloop was zoo overweldigend, dat den eersten dag reeds honderden zich aanmeldden en dat den daaropvolgenden Zaterdagmorgen een lange rij menschen buiten, het W.A.-tehuis stond, die om raad en daad bij mijn W.A. aaiiklopten. Nog steeds worden eiken middag van 2 tot 4 urn- gevallen door mijn WA., behandeld. Het Is zeer verheugend, dat lk in vele geval len den Nederlandschen Volksdienstkoninscha- kelen, die, in tegenstelling met Maatschappelijk Hulpbetoon, volkomen begrip getoond heeft voor den nood van ons volk. Zeer verheugend was het ook, dat na onzen eisch tot ontslag van Buurman, in de blinden- aangelegenheid een meer gunstige beslissing is genomen. Uit dit alles blijkt, dat velen arbeidèrs de schellen van de oogen vallen. Zij beginnen den moed te krijgen om met de vroegere partijen en doctrines te breken. Dat geeft hun het ge loof terug van arbeidsvreugde en arbeidseer. De W.A. wil hun dezen deg wijzen, door het stellen van een daad. De eerste daad door de W.A. is reeds ver richt. Aan onzen eisch, gesteld in de dag bladen, dat dc wethouder van sociale zaken, Buurman, ontslagen zou worden, is bereids gevolg gegeven. Het valt te betreuren, dat de verantwoorde lijke Hollandsche autoriteiten niet uit eigener beweging ingegrepen hebben, terwijl de Duitsche autoriteiten volkomen begrip getoond hebben vnor onze bezwaren. Het geval Buurman staat echter niet meer op zichzelf. Er zijn er nog velen, die als Buurman a-sociale elementen zijn, die nog denken dat zij werktuigen van een stervend regiem en on toegankelijk voor den nieuwen tijd nog steeds hun plaatsen in deze gemeenschap, hun goed gesalarieerde baantjes, kunnen behouden. Zii vergissen zich. Een nieuwe tijd breekt baan. De W.A. van Anton 'Mussert marcheert, zij werpt haar schaduw vooruit en luidt een nieuwen tijd in. Wij. zwarte soldaten van Mussert, stellen dén mehsch tegenover het geld, de prestaties tegenover het bezit en de verantwoordelijkheid tegenover het profijt. Mensch, prestaties en ver antwoordelijkheid zijn voor ons weermannen, l iet alleen de moreele, maar ook de daadwer kelijke grondslagen voor een gezonde volksge meenschap. van hedenavond tot morgenochtend De maan komt hedenavond op om 22.39 uur en gaat morgenoch tend om 9.57 uur onder.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1942 | | pagina 1