BINNENLAND
Verdere Japansche actie
VRIJDAG 20 FEBRUARI 1942
No. 25123
Verduisteren:
82sie Jaargang
Vooral in de lucht
Wijziging in het Britsche
kabinet
„Schaduwen over het
Britsche Rijk"
Engelsche rapporten
Verspreide berichten
Rede van Griekschen
premier
Het proces van Riom
EERSTE BLAD
De nieuwe bonnen
A
19.02 uur
8.45 uur
Brieven van
Nederlandsche soldaten
in het Oosten
LEIDSCH
DAGBLAD
Directeur: J. W. Henny
Telef. Directie en Administratie
25041 (2 lijnen) Gironummer: 57055
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Telef. Redactie 21507
Hoofdredacteur: B. W. Menkhorst, Lelden
Pli'/erv.: K. Been. Lelden
Japansche strijdkrachten hebben het eiland
Batam, ten Zuiden van Straat Singapore, bezet.
Behalve dit eiland hebben, volgens Domei,
Japansche strijdkrachten zonder zelf verliezen
te lijden, ook het ten Zuiden van Singapore ge
legen eiland Samboe bezet.
By de landing op het eiland Batam hebben
de Japansche troepen vijftien petroleumreser-
voirs in beslag genomen, en op Saboe twintig.
Op beide eilanden woeden nog hevige branden,
daar de Britten, overeenkomstig hun politiek
van de „verschroeide aarde" overal brand heb
ben gesticht.
De Japansche luchtmacht heeft haar aanval
len thans ook op Timor gericht.
Naar het Nederlandsch-Indische legerbericht
uit Batavia meldt, hebben Japansche bommen
werpers Koepang, op het Nederlandsche deel
van Timor, in twee golven aangevallen.
Het legerbericht zegt dat dit respectievelijk
op Dinsdagmiddag en Woensdagochtend is ge
schied en dat in de havenwijk „materieele
schade" is veroorzaakt.
Ook Soerabaja en Port Darwin zyn opnieuw
aangevallen. (D.NB.)
CRITIEK VAN DR. VAN MOOK.
Volgens een bericht van United Press uit Syd
ney heeft de luitenant-gouverneur-generaal van
Nederlandsch-Indlë, Van Mook, die zich naar
Australië heeft begeven om te confereeren met
de defensie-autoriteiten in Australië, onder
meer verklaard:
Het is een groote fout, dat de democratieën
steeds slechts aan de verdediging denken. De
politiek van het zich voortdurend terugtrekken
op voorbereide stellingen, kan leiden tot een
toestand, waarin de geallieerden den oorlog ver-
li6Van Mook zeide voorts, dat Java zoo lang
mogelijk zal worden verdedigd en een bepaal
den tijd ook zonder hulp van buiten zal vol-
h°IUndien men echter alleen zou moeten vech
ten dat meer dan een nederlaag alleen
voor Nederlandsch-Indië beteekenen. (D-N-B.)
OOK MENZIES WAARSCHUWT.
In de News Chronicle" schrijft de Australi
sche oud-premier Menzies. dat het belachelijk
is te gelooven, dat men maar één minister van
productie of een prachtig productiecomité heeft
te benoemen om de crisis in Oost-Azië te over
winnen.
Dringende problemen kunnen met worden op
gelost door een politiek op langen termijn. Het
meest dringend is de vraag, of de belangrijke
steunpunten in Birma en om Australië, behou
den kunnen blijven.
Menzies keert zich tegen de geallieerde tac
tiek „van het voortdurend leveren van voorpos
tengevechten met zwakkere strijdkrachten." Bij
een dergelijke tactiek zal de Japansche op-
marsch voortduren en niemand kan voorzien
waar hy zal eindigen. (D.N.B.)
WAVELL ZOU GEWOND ZIJN.
Domei ontleent aan een radiobericht uit
Amerikaansche bron, dat generaal Wavell ty-
dens een Japanschen luchtaanval gewond zou
zijn. Hü zou zich op het oogenblik in de nabij
heid van Soerabaja bevinden.
Officieel wordt uit Londen gemeld dat de
koning volgende benoemingen goedkeurde:
Minister-president, eerste lord van de schat
kist en minister van verdediging: Winston
Churchill; minister voor de dominions: Clement
Attlee; lord-zegelbewaarder en voorzitter van
het Lagerhuis: sir Stafford Cripps; voorzitter
van den staatsraad: sir John Anderson; minis
ter van buitenlandsche zaken: Anthony Eden;
minister van staat: Oliver Lyttleton; minister v.
arbeid en nationale dienst Ernest Bevin. Attlee
zal ook fungeeren als vertegenwoordiger van
den minister-president. Bovengenoemde minis
ters vormen te zamen het oorlogskabinet."
Volgens een bericht van den Britschen be
richtendienst is ook lord Beaverbrook verzocht,
deel uit te maken van het nieuwe oorlogskabi
net. Beaverbrook heeft dit verzoek echter om
„gezondheidsredenen" niet ingewilligd. Hij zal
binnenkort naar de Vereenigde Staten vertrek
ken. waar hij het reeds door hem begonnen
werk. namelijk het in één pool bijeenbrengen
van de hulpbronnen van de Vereenigde Staten,
wil voortzetten. Bovendien zal hij zich met an
dere bijzondere taken belasten, die hem van
tijd tot tijd zullen worden opgedragen. (A.NP.)
ARTIKEL VAN Dr. GÖBBELS.
De Duitsche minister dr. Göbbels houdt zich
in een artikel „Schaduwen over het Britsche
rijk" in „Das Reich" bezig met den moeilijken
toestand, waarin Engeland zich overal ter
wereld bevindt. Natuurlijk, aldus dr. Göbbels,
heeft Churchill gelijk, wanneer hij zegt, dat
Engeland niet vandaag ondergaat omdat het
gisteren Singapore verloor, maar liet gaat om
de Duitsche stelling, dat zich het Britsche rijk
gedurende den geheelen oorlog op het hellende
vlak van een voortdurenden terugtocht bevindt,
dat het de eene machtspositie pa de andere op
geeft en men met eenige zekerheid kan voor
spellen, dat de dag zal komen, waarop het een
onmisbare voorwaarde voor zijn bestaan zal
verliezen.
In dit verband somt de minister eenige fac
toren op. die naai- zijn meening den oorlogs
toestand thans in het bijzonder karakteriseeren,
zooals het feit, dat de Sovjet-unie niet meer de
kracht heeft om de krygsfortuin te doen kee-
ren; het feit. dat de Engelsche zeewegen overal
bedreigd worden en het feit, dat het Britsche
rijk in Oost-Azië steunpunten verliest, die het
zelf de voornaamste voorwaarden voor zijn
macht en zijn rijkdom heeft genoemd.
Engeland heeft op het oogenblik van het na
tionale prestige, dat het in verscheidene eeuwen
heeft verworven en zijn wereldrijk bestaat voor
een deel nog slechts op papier. Alles wijst er
op. dat de tiid dien Churchill altijd als bond
genoot voor Engeland oneischte. meer voor het
kamp der spilmogendheden begint te gevoelen.
Dr. Göbbels besluit met de woorden: Afgezien
van het feit. dat het verval van het Britsche
rijk, zoolang Churchill en zijns, geliïken te Lon
den aan het roer zijn, de voorwaard® voor onze
overwinning is. slaan wii het der ge
leidelijke uitholling van dat wereldrijk met de
koele gelatenheid van een historisch criticus
gade. Maar indien wij burgers van dat rijk wa
ren, zouden wij in den tegenwoordigen wereld-
westand symptomen van een toenemende ziekte
van Engeland zien, die ons met de grootste be
zorgdheid zouden vervullen. Wy overdrijven
niet, wanneer wij zeggen, dat boven het Brit
sche rijk donkere schaduwen zweven (D.N.B.).
VAN MINISTER ALEXANDER.
De eerste lord der Britsche Admiraliteit,
Alexander, heeft voor den Londenschen berich
tendienst een uiteenzetting gegeven over het
verloop tot dusver van den Engelschen oorlog
ter zee sedert September 1939.
Omtrent het gevecht in het Kanaal kon hij
niets zeggen, aangezien het onderzoek nog aan
den gang is. Sedert Mei 1940 heeft de Engel
sche vloot plotseling den steun van de Fransche
vloot verloren en de machtige Italiaansche
vloot is Engeland „met een dolkstoot in den
rug aangevallen". Daardoor was de Britsche
vloot sindsdien blootgesteld aan „zeer bijzondere
inspanningen", de grootste heldenmoed is ver-
Na vermelding van Duitschlands „onbarm-
hartigen aanval op Sovjet-Rusland" verklaarde
Alefander verder: Wij, Engelschen, hebben de
grootste sympathie voor de Sovjets, die dooi
de Duitschers onder den voet zijn geloopen. Wy
moeten en zullen voortgaan Sovjet-Rusland te
ondersteunen. De deelneming van Japan aan
den oorlog en zijn aanval op Pearl Harbour, die
als een bliksemstraal insloeg, beteekent een
verschrikkelijk groote inspanning voor de ge-
heele Engelsche vloot en dit geschiedde juist op
hetoogenblik, waarop de Engelsche vloot
naast den slag op den Atlantischen Oceaan
voor Griekenland en Kreta aanzienlijke ver
liezen had geleden. Door Pearl Harbour echter
Is de geheele strategie ter zee der geallieerden
omvergeworpen. Alexander voegde hieraan toe,
dat men van Japan verwachten moet, dat het
nog verscheidene zware en ernstige slagen zal
uitdeelen. Amerika is echter thans als een
„slapende reus" uit zijn sluimer gewekt. Of
schoon de verliezen aan handelstonnage zwaar
zijn geweest, komt het Amerikaansche bewape
ningsprogramma verder tot ontwikkeling, zoo
beweerde Alexander ten slotte, en Engelands
bijdragen hiertoe zijn ook niet zonder beteeke-
ms. „Wij zullen den vijand door bouwen voor
bijstreven". (D.N3.).
VAN MINISTER MARGESSON.
Voorts heeft, naar de Britsche berichten
dienst meldt, de minister Margesson, rapport
uitgebracht over den toestand op de oorlogs-
tooneelen. Hierbij verklaarde hy, dat hy niet
van plan was. verklaringen af te leggen over
de „ernstige tegenslagen van onze wapens en
ons prestige", die „door onze nederlaag en den
hierop volgenden val van Singapore zijn ont
staan". Margesson verklaarde, dat hy den
omvang van de Britsche verliezen nog niet
kende. Groot-Brittannië moet zich voorloopig
schikken in de handicap, veroorzaakt door het
feit, dat de Britsche troepen op Duitsche sol
daten zijn gestooten, die 2J/> jaar oorlogserva
ring hebben, alsmede op de geharde Japan
sche soldaten, die over een ervaring van meer
dan 4 jaar beschikken in een oorlogvoering,
waaraan de Engelschen in het geheel niet ge
wend waren. In de afgeloopen twaalf maanden
hebben de Britten, zoo zeide Margesson verder,
enkele zware nederlagen en ontgoochelingen be
leefd.
Sprekende over Irak en Iran, verklaarde
Margesson, dat de Engelschen ten minste voor
loopig de zekerheid van de belangrijke olie
leveranties uit Iran en Irak hebben gewaar
borgd. Met betrekking tot de gevechten in
Noord-Afrika zeide Margesson ,dat hij niet kon
zeggen, in hoeverre deze tegenslagen veroor
zaakt zijn door tactische overwegingen. Ver
volgens probeerde hij de bewering te ontzenu
wen. die thans ook dikwijls in Amerikaansche
bladen voorkomt, namelijk dat Engeland wel
steeds bereid is geweest van iedereen wapens
en uitrustingen in ontvangst te nemen, doch
dat het aan den anderen kant niet van plan is
zijn soldaten hiermede in den oorlog te sturen.
Ten slotte verklaarde Margesson, dat wat be
treft de uitrusting en organisatie een voortdu
rende vooruitgang valt te bespeuren. De presta
ties van het leger geven in het afgeloopen jaar
evenwel reden tot teleurstelling, tot ontmoedi
ging, ja zelfs tot neerslachtigheid. Wij hebben
zware nederlagen geleden,' zoo zeide Marges
son, wij staan voor een groot gevaar. Beteekent
dit het einde of is het het begin van een nieuwe
periode van invloed en roem? Het kan licht
het eerste zijn. wanneer wij aan onze tradities
en plichten ontrouw worden. Het zal het laat
ste zyn, wanneer wij het verdienen. (A.N.P.).
EEDSAFLEGGING DOOR DE FRANSCHE
PREFECTEN.
In tegenwoordigheid van maarschalk Pétain
en de leden der regeering hbeben in het raad
huis te Vichy alle Fransche prefecten den eed
afgelegd.
Pétain zeide in een toespraak, dat de prefecten
door dezen eed onmiddellijk aan het staats
hoofd verantwoording schuldig zijn.
Hij maande hen aan, een nauw contact met
de bevolking te zoeken en vooral den boeren
stand te steunen. Er moet eenheid komen tus-
schen stad en land, want klassenstrijd en broe
derhaat zijn de vreeselijkste vloek, die op een
volk kan rusten. (D.N.B.)
OPROEP VAN QUISLING AAN HET
NOORSCHE VOLK.
Minister-president Quisling heeft bij een ont
vangst van binnen- en buitenlandsche pers alle
Noorsche patriotten opgeroepen, deel te nemen
aan den vaderlandschen arbeid der Noorsche
vernieuwing.
De Nasjonal Samling, aldus Quisling, zal den
strijd voor het nieuwe Noorwegen doelbewust
voortzetten en elk verzet en elke terreur der
liberalistische en Marxistische cliques breken.
De vernieuwingsbeweging kan ongetwijfeld soms
fouten maken, maar haar voorvechters zijn
goede Noren, die onbaatzuchtig werken voor de
toekomst van hun land. Die weg is de eenige
mogelijkheid voor een betere toekomst.
Bij een persontvangst heeft Quisling nog ver
klaard. dat zijn bezoek aan Berlijn een uiterst
bevredigend verloop heeft gehad. De Noorsche
delegatie is ontvangen met een hartelijkheid
en een kameraadschap, die eiken twijfel aan het
succes der besprekingen uitsluiten.
Quisling zeide in Berlijn geen enkelen Duit-
scher ontmoet te hebben, die Noorwegen niet
beschouwde als een volkomen gelijkwaardig
land in het Germaansche verband. (D.N.B.)
HOUDING VAN ENGELAND, DAT HET
GRIEKSCHE VOLK UITHONGERT,
SCHERP GELAAKT.
De Grieksche minister-president heeft voor
een vergadering van arbeiders te Athene een
rede gehouden. Daarin zeide hij o.a.:
Ook ons land moest de verschrikkingen van
den thans woedenden ocfrlog ondergaan. De
genen, die voor dit onheil verantwoordelijk zijn,
zullen eens voor het volk verantwoording af
leggen. Thans kunnen wij ons echter niet met
hen bezighouden. De strijd, dien wy thans voe
ren, is heilige strijd om onze generatie van den
hongerdood te redden.
Velen beweren, dat de bezettingsautoriteiten
zich daarom niet bekommeren, doch dat is een
vergissing. Zy hebben steeds volledig begrip en
groote belangstelling voor het Grieksche volk
getoond De moeilijkheden zijn bijna onoverko
melijk. eenerzyds door de blokkade, anderzijds
door het gebrek aan transportmiddelen.
Ook hebben velen beweerd, dat wy niet met
alle ons ter beschikking staande middelen de
belangen van het land verzorgen en dat wy
onzen plicht verzuimen, alleen om onze positie
te behouden en den vreemdelingen welgevallig
te zijn. Geen regeering zou hebben kunnen doen,
wat wij voor het volk hebben gedaan. De regee
ring heeft zich sedert den herfst enorme in
spanningen getroost en niet opgehouden zich
moeite te geven.
Daarbij komt, dat zij zich ook voortdurend
tot de andere zijde heeft ^gewend, opdat het
graan uit Australië zou worden gezonden, dat
met het zweet van het Grieksche volk is be
taald en alleen dat volk toebehoort.
Een waardevollen bemiddelaar hadden wy
ook in den Aartsbisschop van Athene, die zich
richtte tot de bezettingsautoriteiten en de En
gelsche regeering. Op dezelfde wijze hebben
fatsoenlijke Grieksche patriotten, die met het
land meevoelden, zich gericht tot de zich op
eigen gezag zoo noemende Grieksche regeering
te Londen, opdat deze zich bewust zou worden
van den toestand en zich haar verplichting
jegens het Grieksche volk zou herinneren.
De bezettingsautoriteiten hebben groot
moedig toegestemd In de levering van het
graan uit Alexandrië en toegestaan, dat
stoombooten naar Alexandrië zouden gaan
om het te halen.
De Engelsche regeering en de Grieken te
Londen hebben dit voorstel van de hand
gewezen.
Eenige dagen geleden werd gemeld, dat de
Engelschen een herziening van hun onmen-
schelijk besluit overwogen en zich menschelijk
zouden willen toonen tegenover het Grieksche
volk.
Den dag daarop sprak Tsoedoeros voor de
radio, maar hij maakte met geen woord melding
van dit vitale probleem van onze ravitailleering.
Daarmede heeft hy ondubbelzinnig en duidelijk
bewezen, dat het hem weinig kan schelen of
het Grieksche volk sterft of niet. (D.N.B.)
Na zich dus voor Engeland te hebben opge
offerd wordt Griekenland onthouden, wat het
wel noodig heeft, terwijl de altijd verguisde be
zetter juist wil doen, wat mogelijk is
Feiten spreken!
De Deutsche diplomatisch-polltische Korres-
ponaenz voegt hieraan nog toe:
Aangezien de vroegere Grieksche regeering
geen enkelen voorzorgsmaatregel genomen had
om de voedselvoorziening des lands door bevoor
rading eenigermate te garandeeren. en aange
zien de Britsche troepen op hun aftocht, waar
zij maar konden, de aanwezige graanopslag-
plaatsen vernield hebben, werd van de zyde der
Duitsche en Italiaansche regeering hoewel zij
daartoe vólkern-echtelijk in geen enkel opzicht
verplicht waren niets nagelaten, om de ver
zorging van de Grieksche bevolking zooveel mo
gelijk te verlichten. Niet alleen werden levens
middelen uit eigen voorraden verstrekt, neen,
ook in ander opzeiht waren zij volkomen bereid
om zendingen levensmiddelen, welke van buiten
af werden aangevoerd, met alle vereischte
waarborgen terstond aan den Griekschen ver
bruiker te laten toekomen. Dit geschiedde en
daardoor is groote erkentelijkheid op haar
plaats van Turkije uit. hoewel ook hier
doch niet door de asmogendheden een reeks
belemmeringen dit werk van menschlievendheid
in den weg gelegd werd.
Het waren Engeland, en de aan Engeland
hoorige Grieksche emigrantenregeering met
haar agent te Ankara. Raphael, die verhinder
den dat de in Turkije aanwezige Grieksche
seheepsruimte voor het vervoer der levensmid
delen naar het vaderland gebruikt werd. Het
Engelsche spel met het lijden van andere vol
keren, zoo besluit de Korrespondenz moet dus
worden voortgezet, want occasioneele beloften
van hulpverleening zijn altijd weer niet anders
gebleken dan propaganda-plirasen. (D.N.B.)
GENERAAL GAMEL1N ZWIJGT.
Gistermiddag is het proces tegen de personen,
die voor de nederlaag van Frankrijk verant
woordelijk zijn gesteld, door den president van
het opperste gerechtshof te Riom. Caous. ge
opend.
Bij het begin der zitting legde generaal Ga-
melin een verklaring af, dat hij zou zwijgen
om de verantwoordelijkheid en de eer van het
leger te bewaren.
Leon Blum heeft de geheele verantwoorde
lijkheid op het militaire commando afgewen
teld. Hy wees er op, dat het gerechtshof eigen
lijk de verantwoordelijkheid voor de militaire
nederlaag moet vaststellen. Daar Gamelin de
eenige militaire beklaagde is. valt automatisch
de voornaamste verantwoordelijkheid op hem
terug. Een nog zoo sterk bewapend leger stort
ineen, indien de leiding fouten maakt.
Gamelin heeft echter door zyn zwygen ge
weigerd de verantwoordelijkheid op zich te
nemen. Als dit proces er een tegen de repu
bliek is, dan zal Blum op zijn post blijven en
zich verdedigen.
De verdediger van Blum. Le Troquer, maakte
bezwaar tegen de competentie van het gerechts
hof en tegen de wettigheid van zijn samenstel
ling en bevoegdheid en verklaarde, dat dit
proces een „directe schending van de grond
wet" is.
Dit Nummei bevat TWEE Bladen
Vervolgens is Daladier verhoord. Onder ver
wijzing naar de veroordeeling door den leider
van den Franschen staat van 16 October j.l,,
verklaarde hij weliswaar zijn deel van de ver
antwoordelijkheid te dragen, doch zich tegen dit
vonnis te verzetten. Toen hij een rede van den
Duitschen minister van Economische Zaken in
zijn verklaring betrok, werd hij door de pre
sident onderbroken, die zeide de deuren te moe
ten laten sluiten, indien Daladier buitenland
sche staatsleden in de behandeling betrok. Toen
Daladier zeide, dat de „gebeurtenissen in
Tsjecho-Slowakije en in Polen den oorlog on
vermijdelijk hadden gemaakt", dreigde de pre
sident opnieuw met het sluiten der deuren.
Daarop beperkte Daladier zich ertoe een over
zicht te geven over de bewapeningspolitiek van
Frankrijk sedert 1933. Hij verklaarde o.a. te
zy'ner tijd met getallen en door militaire getui
gen den toestand der bewapening van Frankrijk
te zullen bewijzen op het oogenblik, dat hy
het Ministerie van Oorlog overnam. Hij zeide
zijn plicht tegenover het vaderland te hebben
gedaan.
Om zes uur is de zitting tot heden verdaagd.
(D.N.B.)
van hedenavond
tot morgenochtend
De maan kwam heden op om
11 uur en gaat te middernacht
onder.
FRANSCHE VISSCHERSBOOTEN DOOR
ENGELSCHEN VERNIETIGD.
Naar de „Matin" uit Bordeaux meldt, hebben
Engelsche vliegtuigen drie Fransche visschers-
booten tot zinken gebracht. De vaartuigen wer
den Maandagmiddag in de golf van Biscaye
door de Engelschen, aangevallen. Twee booten
zonken tijdens den eersten aanval met de geza
menlijke bemanning van 26 koppen aan boord.
Het derde vaartuig wist nog de reddingsbooten
uit te zetten, alvorens het vernietigd werd. Door
de felle koude zyn echter vijf man doodgevro
ren. alvorens de reddingsbooten te Archabon
aankwamen. (D.N.B.)
Voor de volgende week zijn voor het koo-
pen van de gebruikelijke rantsoenen brood,
vleesch en aardappelen aangewezen de
bonnen 10 van de daarvoor bestemde kaar
ten.
Voorts is in de vierwekelyksche periode
van 22 Februari tot Zaterdag 21 Maart ver
krijgbaar gesteld: 1 kilo suiker, op bon 213
van de bonkaart algemeen; 250 gram kof-
fie-surrogaat op bon 214; 500. gram jam op
bon 215; 100 gram kaas op elk van de bon
nen 216, 217, 218, 219 en 220; één rantsoen
bloem, brood of gebak op elk van de bon
nen 221, 222, 223 en 224, 250 gram peul
vruchten op bon 225; 250 gram gort op
bon 226 en 100 gram vermicelli of maizena
op bon 227, terwijl 50 gram cacao beschik
baar' wordt gesteld op de bonnen 10c en lOd
reserve, 250 gram rijst op elk der bonnen
lid en 12d reserve en ten slotte 3Vj liter
melk op elk der bonnen 10a. 11a, 12a en
13a van de melkkaart I en 13/4 liter melk
op elk der bonnen 10b, 11b, 12b en 13b de
zer melkkaart.
S.S.-Schütze A.VE. van Maarseveen schrijft:
Het is vandaag Allerzielen. Dat is altyd een
bijzondere dag, nu zoowel als vroeger. Buiten
sneewt het onafgebroken en steeds hooger hoo-
pen de witte vlokken zich op. Het wordt een
wonderbaarlijke eindelooze vlakte. Dit witte
kleed dekt vele. ja tallooze helden, die zichzelf
hebben geofferd voor het vaderland, voor geheel
Europa.
Deze dag stemt ons weemoedig. Niet omdat
zoovele broeders vielen, want dezen rouw dragen
we met trots Neen, we zijn weemoedig, omdat
in ons eigen land nog zooveel menschen deze
ontelbare offers, welke ook voor hen worden
gebracht, niet waardeeren. omdat zy nog vast
geroest ztten in hun grenzeloos egoïsme en
verstard zijn in hun betweterij. Wij zijn wee
moedig, omdat zij niet willen zien en niet willen
hooren. Zy marcheeren niet mee in onze rijen,
doch waren zullen zij morgen, wanneer de strijd
voorbij is, staan, wanneer wij datgene bevochten
hebben, waarop onze nakomelingen trotsch zul
len zyn? Zullen zij zich dan niet hun geheele
leven schamen en spijt hebben? Zullen zij zch
dan niet bedrogen voelen?
NEDERLAND MOET GEVOED WORDEN.
Filmver tooning in Den Haag.
Gistermorgen vond te Den Haag voor genoo-
digden en pers de eerste vertooning plaats van
een in opdracht van het rijksbureau voor de
voedselvoorziening in oorlogstijd vervaardigde
film onder den titel „Nederland moet gevoed
worden." Deze film. die bestemd is om op ten
toonstellingen en voor gezelschappen te worden
gedraaid en die ook binnenkort, zij het in ver
korten vorm. in de voorprogramma's van de
bioscooptheaters in Nederland zal worden ver
toond. geeft op boeiende en overzichtelijke wijze
een kijkje dp de organisatie van onze voedsel
voorziening.
Beter dan door lange artikelen en uitgebreide
statistieken wordt het door het zien van dit
filmpje duidelijk gemaakt, met hoeveel moei
lijkheden de organisatie van de voedselvoorzie
ning te kampen heeft.
De eerste vertooning van deze film werd in
geleid door den perschef van de departemen
ten van handel, nijverheid en scheepvaart en
van landbouw en visscherij, den heer H. Kroon.
S.S.-radiotelegrafist Eduard Schiphorst schrijft:
De Russen zien er in werkelijkheid nog tien
maal verschrikkelijker uit, dan men ze op de
foto's in de kranten en tijdschriften ziet. Het zijn
eenvoudig geen menschen meer. Wanneer een
van ons een sigarettenpeukje weggooit, dan
storten zich onmiddellijk tien van deze zwijnen
er op. Wat zij aan hun lijf dragen, zijn slechts
lompen. En wat een boeventronies. Verder zijn
ze even lui als smerig En die moesten ons de
beschaving brengen. Op hen hebben onze echte
„humane" Nederlanders hun hoop gevestigd.
Dat zyn de bondgenooten van onze hoogbe
schaafde Koningin en consorten. Deze smerige
moordenaarsbende moest ten slotte tezamen met
de jodentroep uit Engeland en de vrijmetse
laars en plutocraten uit Amerika ons geliefd
Nederland bevrijden van de Duitsche overheer-
sching. Jullie, die allen nationaal socialist bent.
moest er een week kunnen vertoeven, dan zou
je zien. welke onbegrijpelijke denkbeelden men
eigenlijk ons nuchtere volk heeft ingegoten. Een
ding staat evenwel vast: „wanneer wij terug
komen. dan is het daarmee uit".
Alleen jongens met veel idealen en met groo-
ten moed komen hier naar toe. Alleen zij heb
ben vertrouwen in hun leiders en zijn tot ieder
offer bereid. Wie hier vandaan komen, zijn even
wel staalharde, door en door krachtige nationaal
socialistische soldaten. Dat zal de redding wor
den voor ons Dietsche land en dat vormt een
bedreiging voor de landverraders.
Denk daar eens over na. Er bestaat geen mid
denweg meer tusschen afwachten en neutrali
teit. Het parool luidt thans; met ons of tegen
ons. Ik heb niet voor niets geschreven.
HET VERVOER EN AFLEVEREN
VAN BROOD.
De secretaris-generaal van het departement
van sociale zaken heeft de tot en met 21 Fe
bruari door hem toegestane afwijking van de
arbeidswet, voor wat betreft het vervoer en den
verkoop van brood, opnieuw verlengd.
Het zal tot en met Zaterdag 7 Maart geoor
loofd zijn, brood, dat na acht uur des namid
dags van den vorigen dag gebakken of opge
warmd is, van zeven uur 's morgens af uit het
gebouw met aanhoorigheden waarin zich de
broodbakkerij bevindt, te vervoeren.
Dit brood mag van half acht af worden ver
voerd of afgeleverd.
ONTSLAG AAN BURGEMEESTERS.
By besluit van den commissaris-generaal van
bestuur en justitie is aan J. M. van Doorninck
ontslag verleend als burgemeester der gemeente
Oudewater en aan mi*. A. J. Romijn als burge
meester der gemeente Winschoten.
DE BELANGEN VAN DE N.A.D.-
VRIJ WILLIGER S.
Op uitnoodiging van den wnd. directeur-gene
raal van het rijksarbeidsbureau, heeft gisteren
in een in hotel „De Witte brug" te 's-Graven-
hage gehouden vergadering van de directeuren
der gewestelijke arbeidsbureaux, de hoofdar-
beidsleider F. J. Goedhart, hoofd van a^deeling
7 (aanmelding van vrijwilligers en arbeidsbe
middeling) van den Nederlandschen Arbeids
dienst. een rede gehouden, waarin een uiteen
zetting gegeven werd van de grondbeginselen,
waarop de Nederlandsche Arbeidsdienst als op
voedingsinstituut moet worden ontwikkeld en
opgebouwd en waarbij in het byzonder de sa
menwerkende taak van de bureaux voor ar
beidsbemiddeling werd behandeld.
Na het doel en wezen van den Nederlandschen
Arbeidsdienst uitvoerig uiteen gezet te hebben,
waarbij de nadruk werd gelegd op de dienst
baarheid van den arbeidsman aan de geheele
Nederlandsche volksgemeenschap, hield spreker
een krachtig pleidooi voor de belangen van den
arbeidsman, die zijn eereplichteh heeft vervuld
en derhalve op zijn beurt op den steun van en
de behartiging zijner belangen door de gemeen
schap zal mogen rekenen.
Het voorkeursrecht, dat den arbeidsman, die
zijn plicht op de juiste wijze heeft vervuld, bij
de arbeidsbemiddeling is toegezegd, kan als een
welverdiende waardeering voor betoonden goeden
wil en ijver worden beschouwd en zal derhalve,
zooveel als maar mogelijk is, in toepassing ge
bracht dienen te worden.
De wnd. directeur-generaal, de heer Th. van
Lier. bedankte spr. voor zijn uiteenzetting en
zegde mede namens de aanwezige directeuren
van de gewestelijke arbeidsbureaux, die door
applaus hun instemming met het door den heer
Goedhart naar voren gebrachte te kennen ga
ven, de volle medewerking van de bureaux toe.
DYNAMISCH.
Onrustige tijden moeilijke tijden onze
kere tijden. Zie hier enkele van die vage uit
drukkingen, die men geregeld hoort wanneer
het gesprek gebracht wordt op de gebeurtenis
sen. die zich nu in de wereld afspelen. Het zijn
uitdrukkingen, die er op duiden, dat men geen
begrip heeft van wat er in werkelijkheid ge
beurt. Want landgenoot, deze tijd is in de eer
ste plaats dynamisch. In dezen tijd staan de
beste onder de volkeren op. Zij dulden niet
langer dat de toekomst van hun vaderland en
het geluk van hun volksgenooten afhangt van
jodenknechten en politiek avonturiers. Zij be
seffen het enorme gevaar dat het bolsjewisme
ook voor hun land en volk beteekent. Zij stellen
daden tegenover het geleuter van hen die over
onrustige, moeilijke en onzekere tijden prevelen.
Neen. wij leven in een dynamischen tijd. Het
woord is aan de nationaal-socialisten. Aan de
strijders in de legers in het Oosten. Aan de
leden van de legioenen, die het bolsjewisme
vernietigen. Het woord is ook aan u, landgenoot,
van het oogenblik af dat u de consequentie
van dezen tijd aanvaardt en u aanmeldt bij het
vrijwilligerslegioen „Nederland", Koninginne
gracht 22, te 's-Gravenhage.
VERSPREIDE BERICHTEN.
In den ouderdom van ruim 71 jaar is gister
middag te Helmond na een langdurige ziekte
overleden de heer M. van Hout. oud-burge
meester van Helmond.