De strijd in Oost-Azië
V
Burgers gedood in de
Mei-dagen 1940
Roosevelt's rol in Zuid-Slavië
Het afscheid van
Von Brauchitsch
§2sfe Jaargang
DINSDAG 23 DECEMBER 1941
No. 25075
De scheepsverlïeslijst
Verspreide berichten
Churchill bij Roosevelt
Engelsch vliegtuig
moederschip
getorpedeerd
Bijzonderheden gepubliceerd te Belgrado
Met Duitschland voor
een vrij Nederland
VJ
EERSTE BLAD
Waarom met Duitschland
voor vrij Nederland?
Uitspraken van het Vredegerechtshof
De veroordeelden niet alléén schuldig
Dagorder tot het leger
Verduisteren
17.28 uur
9.50 uur
LEIDSCH
DAGBLAD
Directeur: 3, W. Henny.
Telef. Directie en Administratie
25041 (2 Illnen).
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Telef. Redactie 21507.
Hoofdredacteur: B. W. Menkhorst, Leiden
Pl.verv.: K. Been. Leiden.
In precies twee weken na het uitbreken van
den oorlog rondom de Stille Zuidzee, heeft de
Japansche marine tot zinken gebracht, bescha
digd of buitgemaakt: 47 vijandelijke oorlogs
schepen, terwijl 38 koopvaarders werden buitge
maakt, evenals 380 kleine vaartuigen.
Volgens officieele mededeelingen werden 114
vliegtuigen neergeschoten, terwijl 662 toestellen
op den grond werden vernield.
De Japansche vlootverliezen bedroegen 1 lich
te kruiser, die licht beschadigd werd, een tor
pedojager, die tot zinken werd gebracht, een
mijnenveger, die eveneens tot zinken werd ge
brachte» en een tweede, die ernstig werd be-,
schadigd. Vijf duikbooten worden vermist. 72
vliegtuigen gingen verloren. (Domei).
OP DE PHILIPPIJNEN.
De gisteren door de Japansche marine op
het eiland Luzon gelande strijdkrachten zullen,
naar in Japansche marinekringen verluidt, te
zamen met de reeds vroeger in het Noorden
en Zuiden van het eiland ontscheepte formaties
gebruikt worden voor den aanval op Manilla.
De Britsche berichtendienst erkent in een be
richt uit Manilla, dat Japanners met sterke
strijdkrachten zijn geland in de omgeving dei-
golf van Lingayen, In het communiqué van het
hoofdkwartier te Manilla wordt gesproken van
gevechten tusschen Lingayen en de stad Agoe.
Tevens wordt bekend gemaakt, dat een onbe
kend aantal Japanners omstreeks 160 K.M. ten
noorden van Manilla met transportschepen is
aangekomen en geland. De militaire woordvoer
der verklaarde, dat de Japanners met sterke
strijdkrachten zijn geland, dat zy een sterken
aanval doen en dat een verbitterde strijd wordt
geleverd. (D.NJ3.)
Een mededeeling van het Japansche ministerie
van buitenlandsche zaken, dat zeventig Japan
sche staatsburgers op Mindanao door Ameri-
kaansche soldaten zijn gedood of gewond, heeft
by publiek en pers groote verontwaardiging te
weeggebracht, zoo meldt Domei.
Volgens de „Tsjoegai Sjogio Sjimpo" zyn de
Japanners door Amerikaansche soldaten neerge
sabeld en mishandeld. Japansche troepen deden
bij hun landing op Mindanao den 20sten de ont
dekking, dat tal van Japansche arbeiders op de
hennepplantages meedoogenloos met machine
geweren waren beschoten, terwijl Japansche
vrouwen en kinderen thuis waren afgeslacht.
Vele Japansche landarbeiders zijn door hun
Amerikaansche werkgevers met jachtgeweren
doodgeschoten.
De „Asahi Sjimboen" schrijft: De wreedheden
der Amerikaansche troepen bereiken haar hoogte
punt. Dit blad publiceert in een extra bericht uit
Sjanghai de volgende bijzonderheden:
20 December bevrijdden de op Mindanao ge
lande Japansche troepen bij het ochtendmeken
12 000 van de 20.000 Japansche burgers, die door
de Amerikaansche soldaten, alvorens deze terug
trokken, meedoogenloos met mitrailleurs waren
^Als'gevolg vall deze gruweldaden ontstond een
buitengewone opwinding onder de Japansche
troepen, hetgeen leidde tot het besluit over de
lijken der Amerikaansche soldaten ook de overige
Japansche burgers te redden. Amerika heeft
thans zijn duivelsche inborst onthuld.
BIJ HONGKONG.
Naar „Tokio Nitsji Nitsji" meldt, hebben de
Japanners bij hun operaties tegen de versterkte
stellingen van den vijand op Hongkong 713 ge
vangenen gemaakt, die in hoofdzaak bestonden
uit Britsch-Indiërs en Canadezen.
De vijandelijke stellingen tusschen den zoo-
genaamden Tatambocht tot voorbij de Victoria-
Peak, waarheen de Engelschen zich hebben te
ruggetrokken. liggen onder zeer sterk vuur der
Japansche artillerie, dat ondersteund wordt door
voortdurende bomaanvallen van de Japansche
luchtmacht. (Domei).
OFFENSIEF TEGEN CHINEESCHE TROEPEN
Het D.N.B. meldt uit Nanking:
Volgens een communiqué van het Japansche
expeditleleger in centraal China is Zaterdag een
algemeen offensief ontketend tegen de voor
naamste strijdkrachten van Chineezen in de
provincies Tsjekiang, Ahnwei, Kiangsi en Foe-
kiEen groote formatie Japansche bommenwer
pers heeft een aanval ondernomen op Loesji,
een steunpunt van de troepen van Tsjoengking
op 150 km. ten Westen van Lohjang; er werd
brand veroorzaakt op het vliegveld en in muni-
t.ieloodsen. Bovendien ontstond zware schade aan
andere militaire installaties. Alle vliegtuigen
keerden onbeschadigd op hun basis terug.
OP MALAKKA.
Het Britsche opperbevel te Singapore heeft in
een communiqué medegedeeld, dat Japansche
vliegtuigen voor de eerste maal Koeala Loempoei
in Selanger op Malakka hebben aangevallen. In
het communiqué wordt voorts onthuld, dat een
kleine koopvaarder verloren is gegaan. Zes
leden der bemanning werden gered. Vier Euro-
peesche officieren en veertig inlandsche man
schappen worden vermist. (Domei.).
LEDEN DER BRITSCHE ARBEIDERSPARTIJ
IN DEN ADELSTAND VERHEVEN.
Volgens den Britschen berichtendienst ls le
Londen bekend gemaakt, dat wederom vier le
den der arbeiderspartij in den adelstand atm
verheven. William Wedgwood Berm is burg
graaf (viscount) geworden. Herbert Fletcher, H.
Charles Latham en Josiah Wedgwood baronet.
Deze titels, aldus de Britsche berichtendienst,
zijn niet verleend bij wijze van politieke hulde
of belooning, maar als bijzondere maatregel van
staatspolitiek. Zij hebben ten doel de labour-
fractie in het Hoogerhuis to versterken, omdat
die in geen verhouding stond tot de sterkte der
partij in het land, terwijl een regeering, be
staande uit leden der drie partijen, het land be
stuurt, (A.N.P.)
OOK CANADEESCHE PREMIER
KOMT OVER.
Te Londen is officieel medegedeeld, dat Chur
chill en Beaverbrook zich in de Vereenigde Sta
ten bevinden. Uit Washington meldt de Brit
sche berichtendienst, dat zij met Roosevelt alle
vraagstukken zullen bespreken, die verband
houden met de „gemeenschappelijke oorlogsin
spanning."
Volgens den Britschen berichtendienst zou
Churchill vergezeld zyn van admiraal sir Dud
ley Pound, van den chef van den generalen
staf van het Britsche rijk, sir John Dill, van
den luchtmaarschalk sir Charles Portal, van
den Amerikaanschen ambassadeur te Londen,
Winant, en van den persoonlijken vertegen
woordiger van Roosevelt, Harriman,
Naar de Britsche berichtendienst voorts meldt
is te Ottowa officieel ipedegedeeld, dat de Ca-
naaeesche minister-president, Mackenzie King,
zich naar Washington zal begeven, om deel to
nemen aan de conferenties met Roosevelt en
Churchill. (D.N3.)
OPPERSTE OORLOGSRAAD IN AMERIKA.
Naar Associated Press uit Washington meldt,
houdt president Roosevelt zich bezig niet de
instelling van een oppersten oorlogsraad, die de
belangrijkste besluiten over de oorlogvoering
moet uitvoeren.
Wendell Willkie heeft de Amerikanen aan
gespoord om hard te werken en spartaansch te
leven. Hij eischtc de 60-urige werkweek.
(DN.B.)
Victorie - Duitschland
=wïnt voor Europa op
alle fronten.
Het opperbevel der Duitsclie weer
macht meldde" in een extra bericht:
Een duikboot, onder bevel van kapi
tein-luitenant Bigalk, die op den At-
lantischen Oceaan opereert, heeft een
Engelsch vliegtuigmoederschip getor
pedeerd. Het schip is gezonken.
Het tot zinken gebrachte Britsche
vliegkampschip van de Formidable-
klasse, waarvan er in totaal 5 bestaan,
is, naar van deskundige zijde te Ber
lijn verluidt, een scliip van 23.000 b.r.t.
Alle vliegkampschepen van deze klasse,
die men als van het modernste type
beschouwt, waren in 1939 op stapel ge
zet. Over den naam van het tot zinken
gebrachte schip is tot dusver nog niets
naders bekend. (D.NjB.).
Het D.N.B. meldt uit Belgrado:
De leider van de propaganda-afdeeling van
het Servische minister-presidium, de bekende
publicist Djordje Peritsj heeft in de Zondags
bladen van Belgrado belangwekkende, tot dus
ver nog niet bekende, bijzonderheden gepubli
ceerd over de verantwoordelijkheid van Roose
velt voor het verval van Zuidslavië.
Uit deze bijzonderheden blijkt, dat de Ame
rikaansche gezant in Belgrado, Arthur Bliss
Lane en zijn militaire attaché, kolonel Louis
For tier, commandoposten bekleedden bij de En-
gelsclie oorlogspropaganda in Zuidslavië. Ter
wijl de gezant Lane zich belastte met het win
nen van de Zuid-slavische politici en de ar
beiders, vond kolonel Fortier een werkkring in
militaire kringen. Het contact met generaal
Simowitsj was reeds vroeger door bemiddeling
van den advocaat Djordje Radin, een Ameri-
kaansch staatsburger van Servische afkomst,
tot stand gebracht, aan wien de Amerikanen
hun berichtendienst in Zuidslavië hadden toe
vertrouwd. De gezanten van Amerika en Enge
land waren zeer dikwijls gast van den huize
Radin, waar het complot tegen den vrede en
tegen de vrijheid van Zuidslavië 'werd gesmeed.
Op 22 Januari verscheen vervolgens te Bel
grado de persoonlijke afgezant van Roosevelt,
kolonel Donovan. Den volgenden dag bracht hij
een. bezoek aan den prins-regent, den president
en den vice-president der regeering, den mi
nister van buitenlandsche zaken, en aan vele
andere Zuidslavische persoonlijkheden, die hij
voor de Engelsch-Amerikaansche plannen
trachtte te winnen.
Kolonel Donovan hechtte de grootste waarde
aan zijn ontmoeting met generaal Simowitsj.
Tijdens deze ontmoeting, die twee uur duurde,
werd de noodlottige beslissing genomen. Gene
raal Simowitsj verplichtte zich tegenover den
afgezant van Roosevelt, Zuidslavië in den oor
log tegen de spilmogendheden te storten. De
toentertijd verantwoordelijke leiders van Zuid
slavië lieten zich daarentegen niet door Dono
van influenceeren. Zij bleven den weg volgen,
die tot een- overeenkomst met hun naburen
moest leiden. Op 14 Februari kwam de funda-
menteele overeenkomst tusschen de spil-mo-
gendheden en Zuidslavië tot stand. Desondanks
hoopten de Amerikanen nog, dat het hun zou
gelukken de verantwoordelijke mannen in Zuid
slavië voor hun. plannen te winnen. Derhalve
probeerde de Amerikaansche gezant de leiders
van de oppositie te Belgrado te overreden om
van hun kant invloed te oefenen op, de ver
antwoordelijken in Zuidslavië in den geest van
de wenschen der Amerikaansche en Engelsche
diplomatie. Zoo kwam de resolutie tot stand,
v/elke op 17 Maart aan denprins-regent werd
overhandigd en waarin de chefs der oppositio-
neele partijen openlijk de Angelsaksische oor
logsthese verdedigden.
Hoewel deze resolutie alleen voor den regent
bestemd was, werd zij nog denzelfden dag door
de Amerikaansche en Engelsche propaganda in
duizenden exemplaren te Belgrado en in het
binnenland verspreid. Ook alle onjuiste berichten,
die destijds door de Amerikaansche en Engel
sche pers werden verspreid, werden te Belgrado
gedrukt op pamfletten, en in het geheele land
verspreid, waardoor in het vroegere Zuidslavië
op kunstmatige wijze een gevaarlijke 'oorlogs
psychose werd gekweekt, een manoeuvre, welke
met medewerking en steun der bolsjewisten
werd uitgevoerd. Twee dagen nadat Zuidslavië
tot het drie-mogendhedenpact was toegetreden,
volgde de militaire putsch, waarop Roosevelt
een gelukwensch-telegram zond. Tevens deelde
onderstaatssecretaris Cordqll Huil den journa
listen de ingetreden veranderingen in Zuidsla
vië mede. Onmiddellijk nadat, generaal Simo
witsj zijn regeering had gevormd, wendde hij
zich tot president Roosevelt met een dringend
verzoek om hulp. Deze hulp werd hem onmid
dellijk toegezegd.
De val van Zuidslavië biedt, zoo besluit Pe
ritsj, omvangrijk materiaal voor een aanklacht
tegen Roosevelt, den voornaamsten schuldige
aan den strijd tusschen de volken.
r
Dit Nummer bevat TWEE Bladen
m
Het vrede-gerechtshof te Den Haag heeft
heden arrest gewezen in de zaken tegen
A. v. d. Heuvel en C. W. Kiers, reserve
kapiteins, beschuldigd van doodslag op resp.
Noordendorp te Wassenaar en Rademakers
te Kessel.
Verdachten waren door de arrondisse-
ments-rechtbank te 'sGravenhage veroor
deeld tot 2 en 6 maanden gevangenisstraf.
Generaal-veldmaarschalk Von Brauchitsch
heeft met de volgende dagorder, gedateerd 19
December, afscheid genomen van de soldaten
van het leger:
„Soldaten
Met den dag van vandaag heeft de Fülirer
persoonlijk de leiding van het leger op zich ge
nomen. Tevens heeft hij mijn verzoek, dat ik
eenigen tijd geleden heb kenbaar gemaakt, om
mij wegens een hartkwaal te Ontslaan van de
leiding van het leger, ingewilligd.
Soldaten!
B;jna vier jaar heb Ik als uw opperoevelhebber
het beate leger ter wereld geleid. Deze jaren
brachten Duitschland een overvloed van de
grootste historische gebeurtenissen en voor het
leger de grootste militaire successen. Trots en
dankbaar kijk ik op dezen tijd terug. Trolsch
op uwe prestaties, dankbaar voor uw trouw.
Groote opgaver: zijn vervuld, groote en zware
staan ons nog te wabhten. Ik ben er van over
tuigd, dat gij ook deze tot een oplossing zult
brengen. De Fü'nrer zal ons naar de overwinning
leiden. Met staalharden wil en voorwaarts ge-
richten blik. Alles voor Duitschland".
(w.g.) Von Brauchitsch,
generaal-veldmaarschalk.
AFSCHEID VAN DEN FUEHRER.
Het persoonlijk afscheid, dat de Fuehrer heeft
genomen van generaal-veldmaarschalk von
Brauchitsch, had plaats in den waardigen,
ernstigen vorm zoo verluidt te Berlijn van
bevoegde zijde die past bij de grootheid en
bijzondere beteekenis van een dergelijk oogenblik.
Al is in militaire kringen op het oogenblik
niets bekend omtrent een ander emplooi voor
den generaal-veldmaarschalk, toch wijzen zij er
op, dat de heer von Brauchitsch niet ter be
schikking gesteld, noch ook gepensionneerd
wordt, daar ip Duitschland een generaal-veld
maarschalk steeds in actieven dienst is, zooals
bijvoorbeeld ook geldt voor veldmaarschalk von
Mackensen.
In verband met het manifest van den
Fuehrer aan de soldaten, herhaalde mente
Berlijn van officieuze zijde ten overstaan van
persvertegenwoordigers,dat de oorlog thans de
beslissing nadert. Derhalve is het alleszins be
grijpelijk. dat de Fuehrer thans het opperbevel
van het leger, dat het zwaartepunt der toekom
stige operaties in bijzondere mate te dragen zal
hebben, van nu af zelf in handen heeft geno
men om een nog sterkere concentratie van de
Duitsclie weerkracht dan tot nog toe tot stand
te brengen.
In militaire kringen herinnert men er te dezen
aanzien aan. dat zoowel de plannen voor den
veldtocht in Polen in al zijn phases, als de unieke
vermetelheid der onderneming in Noorwegen, de
veldtocht in Frankrijk en op den Balkan, de be
zetting van Kreta, de strijd van generaal Rom
mel in Noord-Afrika en' vooral de geweldigs ver
nietigingsslagen in het Oosten alleen en uit
sluitend ontsproten zijn aan het geestelijk initia
tief en de geniale veldheerskunst van den Fueh
rer zelf, zoodat hij eigenlijk het Duitsclie leger
reeds altoos heeft aangevoerd en in de ver-
eenlging van de leiding van de geheele weer
macht met het opperbevel van het leger in zijn
hand slechts de uitschakeling van een tot dusver
nog aanwezige bevelsinstantie kan worden ge
zien. (A.N.P.),
van hedenavond
tot morgenochtend
De maan kwam heden op om
12.54 uur en ging omstreeks mid
dernacht onder.
.J
Het vrede-gerechtshof veroordeelde reser
ve-kapitein Kiers tot een gevangenisstraf
voor den tijd van 5 jaren en reserve-kapi
tein Van den Heuvel tot een gevangenis
straf voor den tyd van 8 jaar. De moti
veering van 'shofs uitspraken volgt hier
onder, waaruit een pricipieel verschil tus
schen beide gevallen, dat op de strafmaat
van invloed is, blijkt. -
DE ZAAK-KIERS.
In de zaak-Kiers acht het hof wettig bewe
zen en heeft de overtuiging bekomen, dat ver
dachte de hem bij dagvaarding primair ten
laste gelegde- feiten heeft gepleegd, met dien
verstande, dat verdachte te Kessel op 10 Mei
1940, met het oogmerk om opzettelijk een man
genaamd 1 Johannes Hubertus Rademakers -van
het leven te berooven, opzettelijk op geringen
afstand een met scherp geladen pistool, hem
door zijn 'ambt geschonken, op dien man heeft
af gevuurd, tengevolge waarvan die man door
een kogel in het hoofd is geraakt en zoodanige
verwondingen heeft bekomen,dat hij daaraan
is overleden.
Het hof overweegt daarbij het volgende:
Uit de verklaringen van getuige Rademaker en
Manche is komen vast te staan, dat verdachte
toenmaals in den waan verkeerde, dat de leden
van de Nationaal-Socialistische Beweging in
Nederland een gevaar opleverden voor 's lands
veiligheid, inzonderheid ten tijde van den oorlog,
die venvacht werd.
In verband hiermede heeft verdachte zich in
dezen zin geuit,- dat de leden dezer beweging on
schadelijk zouden moeten worden gemaakt, ter
wijl hij daarbij in het bijzonder de persoon van
den verslagenen Rademakers heeft genoemd.
Door deze overtuiging geleid en in de mcening,
dat hij handelde in overeenstemming met de
heip door zijn' militaire meerderen verstrekte
instructies, aanwijzingen en inlichtingen, heeft
verdachte het voornemen opgevat om Johannes
Hubertus Rademakers, nadat hij zijn onderge
schikten had opgedragen dezen den avond van
den 9den Mei 1940 in een cel in te sluiten,
terstond na het uitbreken van den oorlog per
soonlek onschadelijk te maken door hem van
het leven te berooven.
Weliswaar heeft verdachte verklaard, dat hij
zich na den aanvang der vijandelijkheden naai
de cel van Rademakers heeft begeven met de
bedoeling hem naar een veiliger plaats te bren
gen, omdat verdachte beducht zou zijn geweest,
dqt het Jeven van Rademakers gevaar zou loo-
pen door de omstandigheid, dat de cel, waarin
deze zich bevond, onmiddellijk onder het vijan
delijk vuur lag en dat verdachte hem met het
oog daarop naar zijn elders gelegen commando
post had willen overbrengen, doch het hof acht
deze voorstelling van zaken onaanvaardbaar.
Immers, het komt het hof volstrekt ongerijmd j
voor. dat de commandant van een in gevecht
gewikkelde stelling, als verdachte was. uit be
zorgdheid' voor het leven van Rademakers, van
wiens landsgevaarlijkheid hij overigens over
tuigd was en wiens onschadelijkmaking hij
noodzakelijk oordeelde zich persoonlijk zou heb
ben willen belasten met de overbrenging van
zoodanigen persoon naar een voor hem veiliger
plaats.
Waarbij nog komt, dat de plaats, waarheen
hij beweerde Rademakers te hebben willen over
brengen. 'zijn commandopost zou zijn geweest,
een plaats, welke allerminst geschikt was voor
het in bewaringstellen van gevaarlijk geachte
personen.
De nieuwe Europeesche orde verdraagt niet
langer een individualisme van Staten als
kunstmatige, niet in het wezen van het Euro
peesche levensgebied gelegen, afzondering en
afscheiding.
Het historisch ontwikkelingsproces voert tot
verbinding van hetgeen natuurlijkerwijs bij-
eenbehoort en daarom was de verdeeldheid
zaaiende Britsche staatkunde een invloed, welke
Europa van haar bestemming afhield. „Vrij
heid" niet slechts van menschen, maar even
zeer, van staten krijgt een nieuwen inhoud:
het is niet meer ongebondenheid, welke den
aard dei* vrijheid uitmaakt, doch vrfj is hij. die
zijn wezen volgens zijn ware bestemming kan
ontplooien.
Daarom kan in de nieuwe Europeesche Sta-
tenwereld alleen die staat vrij heeten, die zich
binnen het verband van de gemeenschap der
Europeesche levensruimte op de plaats, welke
hem in het groote geheel naar zijn aard toe
komt, vermag te handhaven.
Voortzetting van het Europeesche staten-
individualisme dat in den grond der zaak
niet anders was dan lioorigheid aan de Engel
sche buiten-Europeeseh-macht is in het
nieuwe Europa in het belang van haar vrijheid,
die tevens de wèlbegrepen vrijheid harer staten
is, niet langer mogelijk. Aan dezen eisch kan
geen der betrokken staten zich onttrekken,
want hij zou liet belang en de vrijheid van de
Europeesche levensruimte als geheel en daar
mede niet minder van zichzelf in gevaar bren
gen en schaden. Het nationale denken blijft
voorzeker een waarde van zeer hooge betee
kenis ook het nieuwe Europa kan door, de
verscheidenheid van nationalen eigenaard in
alle opzichten slechts gebaat worden maar
het is tot onvruchtbaarheid en ondergang ge
doemd, indien het zich niet mede door het
Europeesche denken, als de voorwaarde voor
zijn voortbestaan, laat leiden.
Voor de vrijheid van Europa en bijgevolg
ook van Nederland heeft het Duitsche Rijk
zijn krachten ingezet en brengt het de grootste
offers in het besef van zijn historische roeping
de ordenende macht in het nieuwe Europa te
zijn. De Europeesche staat, die dit niet zou wil
len erkennen en afzijdig zou blijven, verloo
chent zijn waar Europeesch karakter en pleegt
verraad aan de vrijheid van Europa, dat tevens
verraad aan zichzelf is.
Dr. J. H. C.
Het hof heeft veeleer de overtuiging bekomen
dat verdachte niet bezorgd was voor het leven
van Rademakers doch dat hij van meening was.
dat Rademakers, ondanks zijn insluiting in de
cel onder hét raadhuis, toch nog gevaar zou
kunnen opleveren, hetgeen zijn bevestiging vindt
in een door verdachte ter terechtzitting van
het hof mede afgelegde verklaring, dat hij be
vreesd was, dat Rademakers tengevolge van de
beschieting vari het gebouw, waarin hij zich be
vond, „weder op vrije voeten zou kunnen raken.
Het hof is van oordeel, dat de verklaring van
verdachte, afgelegd den 29sten Juni 1940 voor
den getuige Rops in diens hoedanigheid van ka
pitein der marechaussee te Zwolle, belast met
het verhoor van verdachte, houdende de erken
ning door verdachte van zijn opzet Rademakers
te dooden, als zijnde overeenkomstig de waar
heid moet worden aangemerkt.
Het Hof wordt in deze overtuiging bevestigd
door de verklaring, door verdachte ter terecht
zitting van het Hof afgelegd, dat hij te dien
tijde in de meening verkeerde, dat hij Rade-
makers terecht had gedood en deswege niet
strafbaar was. een opvatting, welke verdachte,
volgens zijn verklaring later heeft laten varen.
Onder deze omstandigheden kan het Hof geen
waarde toekennen aan de later op 24 Aug. 1940,
door verdachte voor den officier-commissaris te
's-Gravenhage afgelegde verklaring, voor zoover
hij daarbij zijn vorenbedoelde bekentenis her
roept met de bewering, dat hij, verdachte, aan
vankelijk tegen beter weten in, den indruk van
een flink officier, die bewust handelde overeen
komstig zijn plicht, heeft willen ;maken.
Het Hof stelt derhalve vast, dat 'verdachte het
oogmerk heeft gehad. Rademakers van het leven
te berooven en dat hij aan dit voornemen uit
voering heeft gegeven, door Rademakers opzet
telijk een kogel door het hoofd te schieten,
ten gevolge waarvan Rademakers is gedood.
Het Hof is echter van oordeel, dat niet is
komen vast te staan, dat verdachte vorenbedoeld
voornemen na kalm beraad en rustig overleg
lieeft ten uitvoer gele'gd.
Echter zijn de omstandigheden, waaronder
verdachte zich aan het leven van Rademakers
heeft vergrepen, voor hem zeer bezwarend, voor
zoover verdachte zich niet heeft ontzien een
ongewapend, weerloos man, opgesloten in een
cel. door een luikje iri de toegangsdeur dood te
schieten. Met deze omstandigheden rekening
houdende zou het Hof een zeer zware straf een
eisch van recht achten.
Anderzijds is het Hof echter van oordeel,
dat de volgende overweging ter bepaling van do
aan den verdachte op te leggenstraf mede in
aanmerking behoort te worden 'genomen.
Verdachte heeft van zijn militaire meerderen
bij herhaling instructies, aanwijzingen en inlich
tingen ontvangen, niet alleen omtrent, de zoo
genaamde landsgevaarlijkheid van de leden der
Nationaal-Socialistische Beweging in Nederland
in het. algemeen, maar ook in het bijzonder met
betrekking tot Rademakers.
ANDERE SCHULDIGEN.
Aldus is door verdachte verklaard en mede
door verschillende getuigen bevestigd. Het
is het hof uit eigen wetenschap bekend, dat
de leidende militaire instanties, in overeen
stemming met de toenmalige Nederlandsche
regeerjngsorganen, een hoogst verderfelijken
invloed hebben uitgeoefend op gezindheid
en stemming in het leger met betrekking tot
de leden der Nationaal-Socialistische Bewe
ging in Nederland, waardoor de landverraad-
legende in het leven is geroepen met alle
noodlottige gevolgen daaraan verbonden.
Voor den geest van wantrouwen en de daar
mee samenhangende gesteldheid van on
evenwichtigheid. welke op het Nederlandsche
leger en op vele anderevolksgenooten bij
het uitbreken van den oorlog een zoo uiter
mate ondermijnenden invloed heeft gehad,
zyn naar 'shofs oordeel in de eerste plaats
de toenmalige Nederlandsche regeering en
de leidende instanties, ook in de Neder
landsche weermacht, aansprakelijk.
Bij herhaling is van die zijde de indruk
gewekt en bevorderd, dat de leden der Natio
naal Socialistische Beweging in Nederland als
zoodanig landsgevaarlyk waren en als land
verraders behoorden te worden behandeld.