De krant voor de Jeugd LEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad Zaterdag 20 September 1941 Het sprookje van de steen met den baard CORRESPONDENTIE Natte vacantiedag Een grappig verhaal uit West-Indië Oplossingen Goede oplossingen RAADSELS ANEKDOTEN Beste raadselnichtjes en -neefjes, Ja, nu gaan jullie allen, groteren en kleineren, weer naar school. Aan alle vacanties is een eind gekomen; voor velen zijn die dagen zelfs al weer in het vergeetboek geraakt. De Septem bermaand zet in met mooi weer; het is wel een hard gelag, dat het goede weer komt. nu allen weer aan het werk zijn en er nog maar weinig van kunnen genieten. De maanden Augustus en September hebben zich vergist en hadden moeten omwisselen! Maar, zoals ik vorige keer reeds schreef, jullie moeten er in je vrije uurtjes nog zoveel mogelijk van profiteren. Wie zorgt er voor nieuwe anekdoten? De raadselvoorraad is nog groot, maar de anek doten zijn gauwer „op". En dat vrolijke hoekje in onze krant wil niemand missen! Ik zie dus graag nieuwe van Jullie. En allen aan het oplossen, hoor. Het is weer echte raadseltijd, nu de vacanties voorbij zijn. Nieuwelingen zijn hartelijk welkom. Nu volgen de briefjes. Ans Voorma Jij hebt niet te klagen over je vacantie. Wat vrolijke uitstapjes maakte jij! Groet Corrie van mij. Fransje Dorrepaal Jullie hebben het ge troffen met Je rondvaart. Dat was een vrolijk troepje op de boot! Janny v. Kampenhout Gelukkig, dat Moe der opknapt. En prettig voor mij, dat je ook nog tijd vond voor de raadsels. Je kent je vriendin al lang. Nelly v, d. Mey Natuurlijk is er voor jou een plaatsje; hartelijk welkom. Jullie zijn trouwe vriendinnen. Gezellig, dat jullie dit nu ook samen doen. Anny Bekooy Je maakte toch nog een aar dig uitstapje in de vacantie. Voel je je al thuis op de nieuwe school? Nellie de Wilde Bedankt voor Je ingezonden raadseltje. Zusjes Verlind Beiden bedankt voor jullie anekdoten. Wim Verlind Nu kun jij je voorstellen, hoe Klein Duimpje zich altijd moest voelen bij de anderen Tineke Brandt Ik zou maar gauw een aar dige naam voor je konijntje bedenken. Ik had al begrepen, dat je „merk" bedoelde in plaats van „soort". Truusje v. Weizen Het was toch prettig, om uit logeren te zijn. Al was het nog veel prettiger geweest, als ook het weer had meegewerkt. Pim v. Weizen Voor vissen was het wel goed weer. Dat heb je gemerkt aan de goede vangst. Rie Brandt Wat een pracht-cadeau gaf jij je Moeder! Dat kun jij nu doen zeker! Ja. nu ben ik weer nieuwsgierig naar Ellie's verjaar dag. Annetje de Ligny Jullie zijn heel gauw thuis uit school. Zo'n verregende vacantie had den jullie nog nooit. Veel opgelost, hoor! Nelly en Babs de Ligny Vertellen jullie maar. hoe het bevalt in de nieuwe klas. Ali Stlkkelorum Ilc hoop spoedig te den ken aan wat je vraagt. Jan blijft echt mee leven met onze krant vanuit de verte. Koos Stikkelorum Er gebeuren veel nieuwe dingen in jouw leven deze weken. Ik denk wel, dat Je alles heel prettig vindt. Gerda Teljeur Jij wordt handig met al dat naaien, breien en borduren. Je vriendinnetjes vergeten jou niet! Anny Feynenbulk Nu kun Jij vooruit met je pianostudie. En voor alles hard werken, om je doel te bereiken. Paul RLenstra Nu ben je dan toch aan de gang op school; het duurde jou wel wat al te lang! Wat kunnen jullie al fietsen, zulke af standen l Atze v. d. Kooi Ik geloof, dat je toch ge noten hebt in het kamp, al was je nog een groen. Nu is ook die heerlijke week alweer herinnering. Maar Je hebt er een voor altijd waardevol aandenken van meegekregen. Bea v. d. Kool Natuurlijk heb je genoten. Er was daar zoveel te beleven. Wim Rienstra Ik schrok eerst ook van de kamp-revolutieMaar toen ik verder las, merkte ik gelukkig, dat ik er een beetje invloog, net als jullie! Ondanks de regenbuitjes, werd het een heerlijke kampweek. Ik begrijp volkomen, dat er nu voor Jou van raadsels oplossen niet meer komt. Je hebt het toch mooi lang vol gehouden en ik heb ook een prettige herinne ring aan al Jouw trouwe briefjes. Ik wens je nu succes bU Je verdere studie, en hoop dooi de anderen (en in je vacanties!) nog eens over je te horen. Rudolf David Dat werd een fijne Zondag in Utrecht. Je kimt al vlug een wijsje uit je blokfluit toveren. Lacht Brammet je nu met 3 tandjes? Jo v. 't Zelfde Hartelijk welkom. Je weet nu de weg. Je broertje mag ook meedoen. Ben je familie van mijn raadselnichtje Jarrnie? Olga Derksen Gelukkig, dat je een prettig tochtje had naai- Amsterdam. Wat kreeg jij weer veel moois! Voel Je Je al thuis op de nieuwe school? Marietje Lagerwij Er was veel belangstel ling voor de boot. Eigenlijk meer. dan Je lief was! Je kon haast geen stap doen zonder regen in die vacantiedagen. Geertje v. Kuyvenhoven Nu tref je het beter met je raadsel; bedankt voor dit. Gezellig, zo samen naar school te gaan: het nieuwe te gemoet! Cob a v. d. Burg Hartelijk welkom; er kun nen altijd nieuwe nichtjes bij in onze kring, hoor. Heette je zusje niet Martha? Groet haar van mij. Bedankt voor je ingezonden raadsels. Loes v. Veggel JU hebt al wéér wat moois: er schijnt geen eind aan te komen. Dat was nog een mooi afscheid van de oude school. Nellie Dorrepaal Zo ben jij de school al weer haast door. Doe nog maar extra je best, dat laatste jaar. Wat een heerlijke dag hadden Jullie met elkaar in de vacantie! Toevallig, dat jullie juist die bijzondere vogel zagen. Koos Flam an Zo goed als jü kan ik niet zwemmen, hoor. Maar ik zou me wel zelf kun nen redden. Aukje v d. Walle Nu krijg ik weer prettig schoolnieuws. Bijna alle kinderen vinden het na. zo'n lange vacantie fijn op school. Ik be grijp. dat jij graag meer peren aan de boom had gezien. Jan v. d. Walle Ik heb wel gezien, hoe prettig jij aldoor buiten speelde. En, ls Je eigen Juffrouw ook verhoogd? Nellie Trap Jij hebt toch een goede vacan tie gehad, ondanks het slechte weer. Wat was het heerlijk in die tuin van je Tante! Je hebt knap genaaid thuis. Corrie v. Weizen Je hebt nu echt „jonge dames-postpapier", met mooie gevoerde enve loppen er bij. Die Zondag werd natuurlijk een heerlijke dag. Dik v. Weizen Ja. het was een bijzondere dag voor jullie allen. En prettig! Drietal v. d. Pluym Deze maand volgt de oudste, E. on voor de datum moet je twee dagen bij die van Nlco's verjaardag optellen We hopen, dat zij het beter treft. Dank voor jullie goede wensen; het is echter nog niet ge heel in orde. Ja, nu neemt het schoolwerk Jullie weer geheel in beslag Piëta Burger Hartelijk dank voor je mooie kaart, Adrl Schipper JU bent verwend! En hier volgt dar» mijn cadeautje voor je: Wees bij al Je levenswerk. Geduldig, rein en sterk. Houd daarbij dan goeden moed, In voor- en tegenspoed Truus Laman Je behoort dus bij de gro teren. Maar schrijf elke keer je leeftijd er bij, Nettie Boerendonk Daarvoor moet je nog even geduld hebben! Lien Vis Je anekdote vind ik voor de krant niet geschikt. Jullie hebben je zo nog best geamuseerd in het bos. Groet de tweeling van mij terug. Kora Key Gelukkig, dat de regen Je pleizier niet bedorven heeft. Nu is het weer prettig op school. Wel drukker in de 5de klas zeker? Jannie v. 't Zelfde Het spijt mij werkelijk, dat het lichtblauwe bruidsmeisje niet even naar mij toegekomen is. Ik had haar wat gfaag ge zien! Het werd natuurlijk een onvergetelijke dag. Nu v/eer ijverig werken In de 3de klas. Joke de Vos Ik begrijp, dat jü pleizier hebt in het borduren van zo'n groot kleed. Je weet, die 2 weken duren mij eingenlijk ook te lang. Maar er is nu niets aan te doen. Jullie zangstudie belooft weer wat! Rie de Vos Allereerst bedankt voor je prachtige kaart Wat aardig, dat je zo aan mij dacht! Je hebt een heerlijk gezond leventje gehad. Dat had je ook nodig, hè! Nu kun je er weer goed tegen. Bianca Horstmann Hartelijk dank voor je mooie kaart. Het bevalt jou goed in de vijfde klas, dat merk ik wel. Als ik je weer geregeld zie, komt er ook een versje in jouw album. Help het mij maar onthouden. Loes Horstmann Jü ook bedankt voor jouw aandeel in de kaart. Je kreeg practische ca- deaux op je verjaardag; die komen van pas op de nieuwe school Bernard v. Vliet Wens je zuster van harte beterschap van mij. Marti Bakker Jij hebt nog fijn vacantie- nieuws. Jij dürfde in de Dierentuin. Feliciteer Riet en Dik met de verjaardag. Jij weet wel, hoe welkom zü zullen zijn in onze kring. Wat wordt je zusje een lekkere dikkerd! Toni Neuteboom Die laatste week in Aug. was vol afwisseling voor jou. Je bent zeker blij. dat je voorlopig nog door moogt leren. Afke Neuteboom Goed schoolnieuws, hoor! Nu kun jij voorlopig fijn stappen! Annie v. d. Vos Nee. ik weet niemand, voor wat jij vraagt. Wij zitten al voor hetzelfde ge val als jij. Ik zou ze toch nog maar bewaren. Ella Meinema Ach, ach, wat was dat toch een natte vacantie! Wij kwamen ook een keer zo nat aan. als jij nu beschreef! Niet lekker, hèMaai- we nemen dit maar op de koop toe, en willen er onze uitstapjes niet om missen. Zo waren er nog veel feestdagen voor jullie. Nu maar flink aan de slag thuis. Rudi Arkeveld Jij hebt al weer een vrolijke dag gehad. Hannie de Wekker Moeders feestdag is niet onopgemerkt voorbij gegaan! Wil Je Moeder nog van mij gelukwensen en haar hartelijk dan ken voor haar briefje? Wat een heerlijke bloe mentuin hadden jullie die dagen in huis! Suusje de Wekker Allereerst hartelijk ge feliciteerd met je verjaardag. Daarover zul je wel veel te vertellen hebben. Van Moeders feestdag heb jij ook goed meegenoten. Dat werd flink laat! Met zwemmen maken jullie vorde ringen! Wat hebben jullie een snoezig poesje! Simon v. Meygaarden Je. vindt het na tuurlijk fijn bij een Meester. Bedankt voor je beide raadseltjes. Paul Mizée Alleen een hartelijk groetje. Lientje Mokkenstorm Nu zullen jullie wel weer trouw schrijven. De vacantietijd brengt nogal eens hinder nissen voor de raadsels! Haast je maar niet met je boek; het blijft toch van jezelf. Annetje Mokkenstorm Gelukkig, dat het niets ernstigs was met je hiel. Wat hebben jullie de konijntjes aardig gedoopt! Ansje Bruné Hoe vond je het wel op de trap. die je vanzelf naar boven bracht? Die middag gaf nog een fijn napretje van de va cantie.. Zusjes de Nie Jij ging laat naar bed die eerste schooldag. Ria. Maar met een blij gevoel over het nieuwe diploma zeker? En Nini oefent zich zeker ijverig? Lydia Botermans Je bent echt op familie bezoek geweest die laatste dagen van de va cantie. Gaat het met het nichtje in Den Haag wat beter? Gertje Braster Het is een vrolijk boek, dat Moeder voor je heeft meegebracht. Ik zie wel, dat Jij graag uit vissen gaat later. Rietje Goutier Nog hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag. Ben je weer helemaal in orde? Schrijf er eens over. Hiermede ben ik aan het eind gekomen. Ik herhaal nog eens. vooral voor nieuwelingen, die willen gaan meedoen: Insturen naar Bu reau Leidsch Dagblad of naar Wasstraat 38. liefst vóór Maandagmorgen 9 uur, uiterlijk tot Dinsdagmorgen 9 uur. Tot de volgende keer. Allen hartelijk gegroet door jullie Raadsel tante, Mevr. M. J. BOTERENBROOD. '"/iüfti— Grauwe, grauwe wolkenlucht, 't Regent pijpestelen! Elk, die nu vacantie heeft, Moet zich wel vervelen, D&cht je dat? Geen sprake van! En de sjoelbak dan? Op de zolder staat hij klaar, Sleep hem vlug naar binnen, Leg hem op de tafel neer. Dan kan 't spel beginnen. Uit de weg, ik raak 'm hoor! Alles vliegt er door! Buiten giert en loeit de wind, Binnen is het joelen! Heel de lange middag door Zijn we fijn aan 't sjoelen. Straks krijgt wie 't het beste kon 'n Koekje zonder bon! MARIE MICHON. Voor ik met dit sprookje begin, moet ik jullie vertellen, dat het Neger-Engelse woord voor sprookje „Anansie-torie" is. Letterlijk vertaald betekent dit: spinver- haal. Dit komt omdat de spin In de meeste van die verhaaltjes die de West-Indische negerkinderen elkaar vertellen, de hoofd rol vervult. Die spin wordt altijd afgeschil derd als een lui, hebzuchtig en slim diertje dat altijd ten koste van de andere dieren tracht te leven. In deze Anansie-torie zul je zien, hoe boontje ik bedoel Anansie tenslotte om zijn loontje komt. Heel lang geleden woonden de viervoe tige dieren, de insecten en vogels niet in holen of nesten, doch ze hadden hutten ln het bos gebouwd. Ook Anansie woonde in een planken hutje aan de rand van een groot bos. Nu gebeurde het eens, dat de regens niet op tijd vielen en het veldgewas nog goed af; hij was alleen een beetje ver suft van de smak. „Ik ga geen stap verder, Anansie," zei hij. „Wat jij doet, moet jij weten, maar mij krijg je niet mee." En de Kapassie keerde naar zijn hut terug. Anansie die uit alles munt wist te slaan, ging aan het nadenken. Als de Kapassle geen schild om zijn lijf had gehad, ja, dan was hij zeker doodgevallen endan had den wij weer een week te eten gehad. Ha! Ik weet het! Ik heb een reuzeplan, nu vlug naar huis terug! Zo vlug als hij met zijn vermoeide benen maar lopen kon, ging het nu huiswaarts. „Heb je wat te eten meegebracht?" was het eerste wat Akoeba vroeg. „Neen," zei Anansie, „maar ik beloof jul lie voor de komende tijd volop, als je maar doet, wat ik zeg. De kinderen gaan direct naar den smid en bestellen twaalf ijzeren staven, twee meter lang, met een scherpe punt eraan. En dan bij den kuiper twaalf houten vaten. Zeg maar, dat ik over een z,.HuyiStv. Na een paar uur kwam ze het gordeldier tegen. verschroeide zodat er weldra hongersnood heerschte in het land. Anansie wist niet, hoe hij voor zijn vrouw Akoeba en zijn twaalf kindertjes aan eten moest komen. Op zekere morgen zei hij tegen zijn vrouw: „Ik zal vandaag maar naar het eind van het bos lopen om te zien of ik iets eetbaars kan vinden.'' Zo gezegd, zo gedaan. Anansie ging op pad en kwam na een uren de Kapassie (gordeldier) tegen. „Hallo," zei Anansie tegen hem, „waar gaat de reis naar toe?" „Ik zoek wat te eten," zei de Kapassie. „Ik toevallig ook. Zullen we dan maar samen gaan?" „Top," zei de Kapassie, „twee zien meer dan eén, hè?" Na een uurtje tevergeefs gezocht te heb ben naar iets dat op voedsel leek, kwamen ze aan een beekje. Langs de kant lag een grote keisteen, enAnansie kon zijn ogen niet geloven.die steen had een mooie, sneeuwwitte baard. „Kijk." zei Anansie, „wat een mooie steen is dat, hè?" „Ja, en wat een prachtige baard De Kapassie had geen tijd meer de zin te eindigen, want toen hij het woordje „baard" uitsprak, werd hij metershoog de Lucht ingesmakt en kwam met een harde plof weer beneden. Dank zij z'n gordel, die als een pantser om zijn lijf sloot, liep het week alles betaal. Ieder van jullie brengt een vat mee naai- huis, dat kan heel mak kelijk, want je rolt het met de staaf over de weg. Ingerukt, om twaalf uur moeten jullie terug zijn." De kleine Anansies vonden het wel een rare boodschap, maar gingen toch maar. Klokke twaalf waren ze terug, elk met een vat en een staaf. „Goed zo," zei Vader, „en nu gaan we ver huizen." Hij pakte het huisraad op een kar retje en daar ging het. Toen ze bij het beekje aankwamen, zei Anansie tegen zijn vrouw en kinderen: „Het is ten strengste verboden in de nabijheid van deze steen het woord... o wee! daar had ik het bijna zelf gedaan." Hij nam toen een stokje en schreef het woord „baard" Hn het zand. „Denk erom, ver gis je nooit, want anders moet je sterven." De kinderen beloofden het en daarna werd vlug een hutje gebouwd en gingen ze weer naar bed. De volgende morgen was het eerste werk twaalf diepe kuilen te graven. De staven werden op een rijtje in de grond geplant, dat alleen de scherpe punt eruit stak. Hier over werden wat droge blaren gelegd en de zaak was klaar. Anansie liep toen het bospad weer op. tot hij een dier tegenkwam. Het was een hert, dat met zijn tong uit zijn bek liep. „Warm weertje, vriend hert," zei de spin. „Ik heb een reuzenhonger, maar nog meer dorst," zei het hert. „Weet je misschien een beekje hier ln de buurt?" Dat was juist wat Anansie wilde, het hert naar de steen lokken. „Ik ben hier goed bekend," zei hij, „en ik zal je naar een prachtplek brengen, waar het water ijskoud is." Toen ze bij de steen aankwamen, zei het toert verbaasd: „Wat is dat voor een rare steen met een baard?" En tjoep! daar ging hij de lucht in en kwam precies op een der scherpe punten neer. Het beestje was op slag dood. De hele spinnenfamilie aan de arbeid om het hert te villen en in te zouten. Daar wa ren de vaten voor bestemd, snap je! Anan sie en zijn gezin aten hun buikjes rond en vonden het een reuzeleventje. Elke dag herhaalde zich het spelletje, de vaten waren gauw gevuld, een koper in de stad was vlug gevonden, de schuld aan den smid en den kuiper was betaald en Akoeba bewaarde de rest in een oude kous. Het glnd maanden goed, elke dag was er minstens één slachtoffer. Maar... de kruik gaat zolang te water tot ze breekt Eens op een dag kwamen twee konijnen het pad af- gehuppeld. Het waren de ouders van een jong konijntje, dat verdwaald was. Ze liepen naar hun zoontje te zoeken. „Vraag jij even aan Anansie of hij ons zoontje niet gezien heeft," zei het moeder konijn, „ik heb een doorn in mijn voet en haal hem er eerst even uit." Anansie had niet ln de gaten, dat er twee konijntjes waren. Hij lokte vader konijn naar de steen, met het bekende gevolg. Maar intusschen was moeder konijn onge merkt naderbij gekomen en had alles gezien. Ze hield zich in het struikgewas een uurtje schuil en kwam toen recht op Anansie af. „Ha!" dacht deze, „de zaken gaan goed.' „Goedenmiddag, Anansie." zei moeder ko nijn, „heb je mijn man ook gezien?" „Neen, mevrouwtje, maar wilt u hier niet even wat uitrusten, bij deze steen is het heerlijk koel." En hij bracht haar naar de haardsteen. Het konijntje deed net of zo de baard niet zag en d.e spin werd al wat onge duldig. „Vindt u het geen mooie steen, mevrouw?" vroeg 'hij toen. „Ja," zei het konijntje. „Ziet u niets bijzonders aan de steen?" vroeg de spin weer. „Neen, het is toch een doodgewone steen, Wat ls er voor bizonders aan?" „Doodgewoon noemt u dat? Ziet u niet, wat de steen heeft?" „Neen," zei het konijn, „ik zie heus niets.' „Ik zal u op weg helpen," zei Anansie toen, dan zegt u het mij maar na. De steen heeft een b „De steen heeft een bzei het konijn. „Wat bent u toch dom," zei de spin weer, „de steen heeft een ba „De steen heeft een baherhaalde het konijn. „U mag het woord gerust voluit zeggen, ik help u alleen maar, de steen heeft een baa „De steen heeft een baazei moeder konijn. „Och, wat bent u toch flauw, mevrouw. Baa is toch het woord niet? De steen heeft een baar „De steen heeft een baarzei het konijn. Ja, wat moest de spin nu beginnen? Nog maar één letter en het konijn zou de lucht ingesmeten worden, maar ze was zo dom! Weet Je wat, dacht Anansie, ik zal het ver boden woord heel vlug uitspreken, mis schien, dat de steen het niet hoort en ik van de dood gespaard blijf. „Ik zal je nu precies zeggen, wat de steen heeft, zeg je het me dan direct na?" „Ja," zei het konijn. „Nou dan, luister goed. De steen heeft een baard Maar of hij nu het woord baard niet vlug genoeg had uitgesproken, hij ging ook fijn de lucht in en kreeg een punt tussen de ribben. „Je hebt je verdiende loon, valse spin," zei moeder konijn, „ik zal nu met. je vrouw ~n kinderen afrekenen." Maar Akoeba had uit het raam alles ge zien. Ze vluchtte met al haar kinderen het bos uit en woont sindsdien in de wonineen der mensen. MORINE VAN DER LINDEN. der raadsels uit het vorige nummer. 1. Een bloembed. 2. Zuidbroek; Zuid. broek. 3. I. Spreken is zilver zwijgen is goud. 2. Na regen komt zonneschijn. 3. Berouw komt na de zonde. 4. Klinge, Linge, Inge. 5. De Sneeuwkoningin; wenen, in, knus, koe, de, Wies, g. 6. Leem, meel. 7. Leerdam; leer. dam. 8. Gaspitten (oliepitten). der raadsels ontvangen van: Rudolf David, Jo van't Zelfde, Olga Derksen, Marietje Lagerwij, Sofietje Lagerwij, Geertje Kuyvenhoven, Coba v. d. Burg, Loes v. Veggel, Nellie Dorrepaal, Koos Flaman, Aukje v. d. Walle. Jan v. d. Walle, Nellie Trap, Corrie van Weizen, Dik v. Welzen, Jannie d. Pluym, Koos v. d. Pluym, Nico v. d. Pluym, Anny Schipper, Adri Schipper, Tiny de Goederen, Truus Laman, Nettie Boerendonk, Maartje Stavleu. Lien Vis, Kora Key, Jannie v. 't Zelfde, Joke de Vos, Loes Horstmann, Marietje van Vliet, Bernard v. Vliet, Ans Voorma, Fransje Dorrepaal, Ineke Voorbij, H. C. Hollema, Rietje Bleuze, Janny v. Kampenhout, Nelly v. d, Mey, Ansje Eichhorn, Anny Bekooy, Pim Metselaar, Nellie de Wilde, Tineke Brandt, Coba Verlind, Elsje Verlind, Wim Verlind, Truusje v. Welzen. Pim v. Welzen, Rie Brandt, Annetje de Ligny, Nelly de Ligny, Babs de Ligny, Ali Stikkelorum, Koos Stikkelorum, Gerda Teljeur, Anny Fey nenbulk. Annie v. d. Vos, Paul Rienstra, Atze v. d. Kooi, Bea v. d. Kooi, Wim Rienstra, Marti Bakker. Toni Neuteboom, Afke Neuteboom, Ella Meinema, Elsje Boterenbrood, Ineke Boteren- brood, Nico Optendrees, Dickie Optendrees, Rudi Arkeveld, Simon v. Meygaarden. Paul Mlzée, Lientje Mokkenstorm, Annetje Mokken storm, Ansje Bruné, Nini de Nie, Ria de Nie, Lydia Botermans. Hansje Boterenbrood. Vorige keer te laat ontvangen van Gertje Braster. voor allen om uit te kiezen; de groteren vier; de kleineren drie goede oplossingen Let wel: De oplossing van raadsel I mag voor twee goede oplossingen tellen. I. Ingezonden door Piet de Ru. Mijn geheel is een spreekwoord van 50 letters. 33, 48, 49. 12 is een grote man; 4. 10, 11. 13 een dier; 45, 46 een lidwoord; 35, 30, 16, 17 is een melkgevend dier; 37. 7, 8, 18 een huisdier; 2. 3, 36, 50, is het tegenovergestelde van niets; 1, 38, 19. 50 is een kind zonder ouders; onder een 9, 10, 20, 14, 22 slaap je; 47, 15. 40 is minder dan één; 4, 21. 31 9 is een lichaamsdeel, 39. 27, 25 is een ogenblik; 44; 43, 44 is speelgoed; 26, 5, 32 dient om af te sluiten; 23, 34 is een persoonlijk voornaamwoord; 28. 25, 19. 24 is een vis; 27, 29 een getij; 6 een medeklinker; 42, 41, 19, 11 be tekent beest. n. Ingezonden door Marijtje van Rijn. Welke zegswijze lees je hieruit? Itu ed rupdples, Si ed lehe enkd er ana, eze notstaan. m. Ingezonden door Ingeborg Rosdijk. Welk water is onthoofd nog een water? TV. Welke overeenkomst is er tussen thee en een ouderwetse deurbel? V. Ingezonden door All Stikkelorum. Welke school gebruikt geen boeken? VI. Ingezonden door Paul Rienstra. Ik ben een plaats in Nederland van 10 letters 1, 2, 3, 4, 5 is een vervoermiddel. 6, 7. 8, 9 ls een naam; 1, 2. 7, 8 een lichaamsdeel; 3, 6. 7, 8 een vorm van het werkwoord gaan; 3, 4, 9, 10 betekent niet één. vn. Ingezonden door Piëta Burger. Eerst kruip ik op frisse bladen. Die mij dag aan dag verzaden. Dan verberg lk mij voor 't licht, In een huisje nauw en dicht. EindeUjk zie Je mij herleven, En vrij als een vogel zweven. Ingezonden door Koos v. d. Velden. Oom tot studerend neef: „Hoe laat sta je op, neef, nu jij gauw examen moet doen?" Neef: „Zodra de eerste stralen van de zon mijn kamer binnenkomen." Oom verheugd: „Fijn, dat is dan zeker nogal vroeg, hè?" Neef: „Dat gaat nogal, oom. Mijn kamer ligt op het Westen." Ingezonden door Liesje Moerman. Vader tot rokend zoontje: „Je moest je scha men. Heb je mij op jouw leeftijd wel zien roken?" Ingezonden door Suusje de Wekker. Een jongen moest voor zijn vader een boord kopen. Jongetje tegen winkelier: „Heeft u ook een boord voor mijn vader?" Winkelier: „Ja; zeker net zo een als ik heb?" Jongetje: „Nee, alstublieft een schone!" Ingezonden door Peter Westerbeek. De veelvraat. Caro, de hond van de familie Smits, is een erge vraat. Niets eetbaars is veilig voor hem. „Frits," zegt mevrouw Smits tegen haar zoontje, „waar is dat stuk taart, dat nog van gisteren over was?" „Dat heeft Caro gestolen." „Zo, en wie heeft hem dan de sleutel van de kast gegeven?" Ingezonden door Jan Kooien. Hoe hij ze vond. Baron: „Hendrik, ln mijn bureau zijn Huisknecht: Gigaren, Baron!" Baron (verbaasd) „Hoe heb Je die gevonden? Huisknecht: „Uitstekend, Baron". 2—2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1941 | | pagina 6